Projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en ce qui concerne les dispositions fiscales relatives au deal pour l'emploi.
General information ¶
- Authors
-
CD&V
Roel
Deseyn,
Eric
Van Rompuy
MR Benoît Piedboeuf, Vincent Scourneau
N-VA Jan Spooren
Open Vld Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen - Submission date
- Jan. 22, 2019
- Official page
- Visit
- Status
- Adopted
- Requirement
- Simple
- Subjects
- fiscal policy youth employment wage cost overtime pension scheme social-security contribution tax-free allowance employment policy
Voting ¶
- Voted to adopt
- CD&V LE Open Vld N-VA MR PP
- Abstained from voting
- Groen Vooruit Ecolo PS | SP DéFI ∉ PVDA | PTB VB
Party dissidents ¶
- Olivier Maingain (MR) abstained from voting.
Contact form ¶
Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.
Discussion ¶
March 14, 2019 | Plenary session (Chamber of representatives)
Full source
President Siegfried Bracke ⚠
Les rapporteurs sont MM. Peter Dedecker et Benoît Piedboeuf. Ils renvoient au rapport écrit.
Jan Spooren N-VA ⚠
Collega's, dit wetsvoorstel geeft uitvoering aan het fiscale luik van de arbeidsdeal die de partijen van Michel I overeengekomen zijn in de zomer van 2018.
Die arbeidsdeal omvat een pakket maatregelen om mensen te activeren voor de arbeidsmarkt en om zo het aanbod van potentiële werknemers te verruimen. Het gaat, enerzijds, om maatregelen om werken te stimuleren en werken te belonen en, anderzijds, om maatregelen om de stap naar de arbeidsmarkt te faciliteren. Voor sommige mensen in een iets moeilijker positie is dat niet evident. Steeds meer werkgevers hebben immers moeite gekwalificeerd personeel te vinden om de openstaande vacatures in te vullen. Die invulling van vacatures is cruciaal voor de economie, maar, nog veel belangrijker, zij is ook cruciaal voor de welvaart en de koopkracht van de werkenden. Zij is ook belangrijk voor de financiering van onze sociale zekerheid.
De arbeidsdeal omvat ook een sociaal luik. Daar hebben wij gisteren over gestemd in de commissie voor de Sociale Zaken. Dat luik zal hier binnenkort behandeld worden.
Dit wetsvoorstel gaat over de fiscale maatregelen van de arbeidsdeal.
Eerst en vooral is er de fiscale vrijstelling voor gewestelijke premies voor beroepsopleiding. Om een bijkomende stimulans te creëren voor het volgen van een beroepsopleiding die leidt tot een knelpuntberoep stelt dit wetsvoorstel voor, op vraag van de Gewesten trouwens, om de premies die door de Gewesten of door de Duitstalige Gemeenschap worden toegekend voor het volgen van een dergelijke opleiding vrij te stellen van inkomstenbelasting tot een maximum van 350 euro. Daaraan worden wel drie voorwaarden verbonden: ten eerste, de premie wordt uitgekeerd aan personen die als uitkeringsgerechtigde werklozen de opleiding hebben aangevat; ten tweede, het moet gaan om een opleiding om een knelpuntenberoep in te vullen; ten derde, de opleiding moet met succes zijn gevolgd.
In hoofdstuk 3 staat een andere maatregel om het aanbod te verruimen. Deze maatregel geldt voor een zeer specifieke doelgroep en omvat de vrijstelling van het doorstorten van de bedrijfsvoorheffing in de systeemvaart. Door de specificiteit van de systeemvaart konden die ondernemingen tot nu toe nog niet gebruikmaken van deze vrijstelling, die wel al geldt voor bijvoorbeeld de ploegenarbeid.
Een derde maatregel in het kader van deze arbeidsdeal is ons voorstel om het aantal overuren dat fiscaal gunstig behandeld wordt tijdelijk, van 1 januari 2019 tot 31 december 2020, op te trekken van 130 naar 180. De bestaande verhoging naar 360 uren in de horecasector blijft behouden, net als de permanente verhoging naar 180 uren voor de bouwsector.
Ten slotte, pakken wij in hoofdstuk 6, het belangrijkste hoofdstuk in dit wetsvoorstel, de fiscale pensioenval en de activiteitsval voor gepensioneerden aan. Die pensioenval is niet nieuw. Het gaat om een hele historische evolutie, die ik niet integraal zal overlopen. Ik heb die uitgebreid uit de doeken gedaan tijdens de commissiebesprekingen, startend in 1962. Ik begin nu in 2007, want toen viel de bijkomende belastingvermindering weg voor een gepensioneerde die iets meer pensioen ontving dan de maximale werkloosheidsuitkering. 1 euro extra bruto pensioen gaf toen na belastingen afgerond 650 euro netto minder. De toenmalige minister van Financiën, Didier Reynders, heeft dat in 2007 opgelost, door ervoor te zorgen dat 1 euro extra nooit meer dan 1 euro belastingen zou betekenen. Hij heeft toen echter geen rekening gehouden met de gemeentelijke opcentiemen. Daardoor kon het nog steeds gebeuren dat 1 euro extra netto toch een lager pensioen opleverde dan voordien. Minister Van Overtveldt heeft dat opgelost in 2017, zodat 1 euro extra pensioen nooit meer dan 1 euro extra personenbelasting zou betekenen, inclusief de gemeentelijke opcentiemen. Door de afbouw van de bijkomende belastingvermindering vanaf een pensioen hoger dan 15 568 euro zitten die gepensioneerden wel nog altijd gevangen in de pensioenval. Dat probleem kwam uitdrukkelijk in de pers toen minister Bacquelaine voorstelde om studiejaren voor het pensioen te regulariseren, want voor heel veel mensen zou dat netto geen verhoging van hun pensioen betekenen.
Met dit wetsvoorstel worden dus eigenlijk drie problemen opgelost.
Ten eerste, de fiscale pensioenval of het feit dat een brutoverhoging van het pensioen tussen 15 600 en 16 600 euro niet of nauwelijks leidt tot een nettoverhoging. Daar vallen toch een 128 000 gepensioneerden onder. De bruto verhoging van het pensioen kan het gevolg zijn van langer werken, maar ook, zoals we daarstraks hebben gezien, van welvaartsenveloppes waardoor pensioenen worden verhoogd, of van het afkopen van studiejaren. Over dit laatste zijn de meeste klachten binnengekomen bij de ombudsman voor pensioenen.
Het tweede probleem dat wordt opgelost is de activiteitsval voor gepensioneerden, of het feit dat een gepensioneerde met een pensioen lager dan 22 000 euro per jaar, zijn bijkomende belastingvermindering verliest vanaf het moment waarop hij daarnaast ook maar 1 euro inkomen heeft. Bij een kleine bijverdienste houdt men netto zelfs minder over.
Ten derde, doen dezelfde problemen zich voor bij een invaliditeits- of ziekte-uitkering boven de 17 297 euro, want die eerste 1 000 euro extra uitkering wordt dan volledig wegbelast. Een uitkering mag evenmin worden gecombineerd met een ander inkomen.
Verscheidene regeringen en ministers van Financiën zijn er niet in geslaagd om dat op te lossen. De regering-Michel I met minister Van Overtveldt heeft dat wel gedaan. Voor de N-VA is dit altijd een prioriteit geweest. Voor ons was het onaanvaardbaar dat de bruto verhoging die het gevolg was van langer werken, niet zou worden gevolgd door een netto verhoging van het pensioen. De regering-Michel I heeft er ook voor gezorgd dat gepensioneerden vanaf 65 jaar of na een loopbaan van 45 jaar onbeperkt kunnen bijverdienen op hun pensioen, dat dus kunnen cumuleren met een arbeidsinkomen. Er zijn dus heel veel meer mensen die werden geconfronteerd met die fiscale pensioenval.
De oplossing die vandaag voorligt, komt vooral werknemers en zelfstandigen uit de lagere tot middenklasse ten goede. Ze geldt zowel voor mensen die al gepensioneerd zijn als voor de toekomstige instroom van gepensioneerden. Als men de vraag stelt hoeveel men er dan effectief op vooruitgaat, kan dat leiden tot een netto pensioenverhoging van 15 tot 50 euro per maand, afhankelijk van het geval.
De oplossing die hier voorligt om de fiscale pensioenval na vier jaar eindelijk op te lossen, pakt eigenlijk vijf onrechtvaardige situaties aan. Daar sluit ik mijn betoog mee. Meer dan 100 000 gepensioneerden zullen bij een verhoging van het bruto pensioen voortaan ook een hoger netto pensioen ontvangen. Ten tweede, langer werken zal na belastingen altijd een hoger netto pensioen opleveren. Hetzelfde geldt voor wie studiejaren regulariseert. Dit geldt vooral voor werknemers die een pensioen opbouwen net boven 1 250 euro, tot 1 850 euro per maand. Het is een hele grote groep die daar tussen valt. Ten derde, bijverdienen door gepensioneerden leidt niet meer tot situaties waarin men na belastingen netto minder overhoudt. Ten vierde, gepensioneerden met een onderhoudsuitkering of een klein onroerend inkomen zullen voortaan een hogere belastingvermindering krijgen. Tot slot, alleenstaande invaliden konden in sommige gevallen ook met voornoemde fiscale onrechtvaardigheden geconfronteerd worden. Ook voor hen biedt dit wetsvoorstel een oplossing.
De N-VA is dan ook zeer tevreden dat wij dit voorstel er aan het einde van deze legislatuur nog net door krijgen. Wij wensen de mensen van het kabinet-Van Overtveldt te bedanken evenals de collega's van de Zweedse coalitie, zeker de voorzitter van de commissie voor de Financiën die alles in goed banen heeft geleid om dit hier tijdig in de plenaire vergadering te krijgen.
Ik hoop dat wij dit vandaag goedgekeurd krijgen, in het belang van heel veel huidige en toekomstige gepensioneerden.
Benoît Piedboeuf MR ⚠
Monsieur le président, nous nous réjouissons de voir le volet fiscal du jobs deal passer aujourd'hui. Le jobs deal est un ensemble cohérent de mesures fortes permettant de stimuler l'emploi, de réduire le taux de chômage et de garantir le maintien d'une protection sociale de qualité pour tous à long terme.
Ces dernières années, les résultats en termes d'emploi sont particulièrement positifs. Les chiffres de l'ONSS indiquent que 44 206 nouveaux emplois ont été créés en un an, dont 42 233 par le secteur privé. C'est du jamais vu! Pour la première fois depuis des décennies, 7 Belges sur 10 âgés de 20 à 64 ans travaillent. Malgré les progrès dans le recul du chômage et dans le nombre d'emplois créés, le taux de chômage reste élevé et le taux d'activité est encore insuffisant. Dans le même temps, le nombre d'emplois vacants continue d'augmenter dans notre pays. Il y en avait 141 700 au quatrième trimestre 2018. Cela ralentit l'économie et nous devons apporter des réponses. C'est tout l'intérêt du jobs deal.
Un premier point essentiel est la cohérence et la complémentarité avec les initiatives des Régions. L'exonération de certaines primes régionales à la formation instaure un incitant supplémentaire pour le suivi d'une formation professionnelle menant à un métier en pénurie. C'est un soutien important car les personnes au chômage se trouvent souvent dans une situation économique difficile. La mesure incitant à la formation permettra d'augmenter leur revenu net et d'alléger leur charge fiscale. Elle a une finalité tant économique que sociale. Pour notre groupe, l'emploi est le meilleur rempart contre la pauvreté et la meilleure garantie d'augmentation du pouvoir d'achat.
Ensuite, le nombres d'heures supplémentaires avec un traitement fiscal avantageux est temporairement porté de 130 à 180 heures. L'augmentation existante à 360 heures pour l'horeca est maintenue, tout comme l'augmentation permanente à 180 heures pour le secteur de la construction. Cela permet une augmentation du salaire net pour de nombreux travailleurs.
Quant aux employeurs, ils verront leur charge salariale s'alléger avec la dispense de versement du précompte professionnel. Cela donnera la possibilité de développement et d'embauche complémentaire.
Enfin, la mesure pensioenval est très positive car elle corrige une anomalie qui conduisait à une diminution du revenu net en cas de revalorisation des pensions brutes, ce qui était une aberration.
La création d'emplois reste la priorité sous l'actuelle législature. Le jobs deal s'inscrit dans une dynamique de renforcement de la sécurité sociale et du pouvoir d'achat des travailleurs. Il s'agit d'une série de mesures favorables tant pour les travailleurs que les employeurs. C'est donc avec enthousiasme que le groupe MR votera favorablement la proposition de loi ainsi que le volet social qui arrivera prochainement en séance.