Proposition 54K3549

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant dispositions diverses en matière d'informatisation de la justice et de modernisation du statut des juges consulaires et relativement à la banque des actes notariés.

General information

Authors
CD&V Sonja Becq, Raf Terwingen
MR Gautier Calomne, Philippe Goffin
N-VA Kristien Van Vaerenbergh
Open Vld Carina Van Cauter
Submission date
Feb. 14, 2019
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
automation commercial court database computer systems magistrate judge judicial power legal system

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA MR VB
Abstained from voting
PVDA | PTB PP

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

April 24, 2019 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Siegfried Bracke

Mevrouw De Wit, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.


Kristien Van Vaerenbergh N-VA

Mijnheer de voorzitter, het voorstel voorziet in een aantal punten om de informatisering verder op de sporen te zetten en dat steunen wij uiteraard.

Wij willen voor dit wetsvoorstel wel een amendement tot reparatie van de taalwet indienen. Wij hebben op 25 mei 2018 een wet in de Kamer goedgekeurd, waardoor men het karakter van openbare orde van de taalwetgeving had verlaten en naar een relatieve nietigheid was overgegaan. Voordien schreef de taalwetgeving immers een absolute nietigheid voor, waarover de rechter zich ambtshalve kon uitspreken.

De memorie van toelichting bij deze wetgeving was niet helemaal duidelijk en was ook heel vaag over dat artikel, reden waarom de N-VA als enige in de commissie daarover intervenieerde bij monde van collega Uyttersprot. Zij vroeg de vertegenwoordiger van de minister om een verduidelijking. Deze repliceerde dat de Raad van State had gesuggereerd dat er een gelijkschakeling moest komen tussen de nietigheden wegens schending van de regels inzake het gebruik van talen en de andere nietigheden, om deze laatste te beperken tot louter formele schendingen. Een en ander heeft betrekking op in een foute taal vermelde opmerkingen, maar niet op het feit dat een zaak in de foute taal wordt behandeld. In dat laatste geval gaat het immers om een materiële schending van de wetgeving.

Collega Uyttersprot vroeg om nog een verdere verduidelijking en vroeg uitdrukkelijk of het niet de bedoeling was dat zaken in Vlaanderen in het Frans zouden worden behandeld. De vertegenwoordiger van de minister bevestigde dat het niet de bedoeling was dat dit voortaan zou mogelijk zijn.

Nadien zijn er in de praktijk toch een aantal bekommernissen ontstaan. Onder anderen de heer Lamon heeft daarover een opiniestuk geschreven, stellende dat de taalwet in gerechtszaken volledig was uitgekleed, want het zou voor een Franstalige mogelijk zijn om in Vlaanderen een andere Franstalige te dagvaarden zonder dat een van beide partijen belangenschade kan inroepen.

Het was uiteraard niet de bedoeling van deze wetswijziging om dergelijke situaties te vergemakkelijken. Ik heb de minister daarop dan ook in de commissie om meer verduidelijking gevraagd omtrent deze wetgeving.

De minister antwoordde dat het een louter theoretisch scenario is dat zulke problemen zouden rijzen in de praktijk, dat het zou getuigen van kwade trouw van de betrokken partijen en dat het onrealistisch zou zijn. Niettemin beloofde de minister om een wetsontwerp te zullen indienen om tot een reparatie van de wetgeving over te gaan, maar dan is de regering gevallen en daardoor zijn wij niet meer tot een goedgekeurd wetsontwerp gekomen.

Het is ook zo dat het oorspronkelijk de bedoeling was om met de wijziging van artikel 5 van de wet van 2018 een discriminatie met betrekking tot de taalwetgeving weg te werken. Een taalwetgeving heeft natuurlijk een bepaalde status, waardoor men vormfouten niet kan gelijkstellen aan taalfouten.

Uit een vonnis van 26 februari 2019 bleek dat de problemen waarvoor wij vreesden – die door de vaagheid waarmee het onderwerp in de commissie werd behandeld, niet bevestigd werden door de minister – thans bewaarheid zijn.

Ik zal de casus uit het vonnis van 26 februari 2019 even toelichten. Het gaat over een Nederlandstalige man uit Zaventem, die zijn recht om de procedure in het Nederlands te kunnen voeren niet kon afdwingen bij de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel. De dagvaarding werd door zijn ex-vrouw in het Frans opgesteld en hoewel de man de nietigheid van de dagvaarding op correcte wijze had ingeroepen, oordeelde de rechtbank uiteindelijk dat betrokkene niet in zijn belangen werd geschonden. Dat is een concreet voorbeeld. Het is een eerste vonnis, maar het zal navolging vinden ingevolge de wijziging van de taalwetgeving in de potpourriwet van mei 2018.

Ondertussen is er een vraag over deze kwestie hangende bij het Grondwettelijk Hof, maar wij vinden het zeer belangrijk dat wij ons amendement kunnen indienen, zodat de taalwetgeving nu al kan worden hersteld en wij in de praktijk niet geconfronteerd worden met de gevolgen van een wijziging van de taalwet.

Ik hoop dan ook op steun van de Vlaamse partijen voor de goedkeuring van ons amendement.


President Siegfried Bracke

Mevrouw Van Vaerenbergh, ik neem aan dat u mij dat amendement nog zult overhandigen, want ik heb dat document nog niet.


Kristien Van Vaerenbergh N-VA

Wij zullen het doorsturen, mijnheer de voorzitter, als dat intussen al niet gebeurd is.


President Siegfried Bracke

Nee, maar dat moet nu wel gebeuren.


Philippe Goffin MR

Monsieur le président, ce texte, dit ICT, a effectivement reçu le soutien de l'opposition, que nous avons d'ailleurs invitée à signer une série d'amendements complé­mentaires. On se rappellera que c'était l'occasion de donner une série de bases légales à des bases de données. On a souvent regretté le fait qu'il était difficile pour la justice de disposer d'un outil informatique performant. Ce texte permettra de continuer les efforts entrepris pour moderniser la justice et l'utilisation des outils informatiques. Pour la plupart d'entre eux, les bases légales étaient manquantes. En votant ce texte, nous permettrons la mise en route de ces différentes bases de données, notamment celle concernant le suivi de ce qui se passe en prison.

Cette proposition prévoit également une série de règles pour l'accès au casier judiciaire, avec des modifications relatives à cet accès. On a modifié la procédure relative au règlement collectif de dettes. On a créé une base légale pour la création de listes électroniques relatives à l'ordre judiciaire, aux avocats, aux huissiers. On a travaillé sur le statut des juges consulaires. On a créé une base de données pour les actes notariés. On toilette également une situation devenue obsolète par rapport aux microfilms relatifs à la conservation d'un exemplaire du Moniteur belge.

Ensuite, une série d'amendements sont intervenus avec des explications données en amont à l'opposition. En commission de la Justice, on travaille beaucoup en amont pour permettre aux uns et aux autres de pouvoir éventuellement se rallier à des textes en ayant pris le temps de s'informer. Ce fut le cas ici, notamment sur la possibilité pour un prévenu ou son avocat de prendre gratuitement copie d'un dossier pénal par leurs propres moyens lorsque la consultation dudit dossier est autorisée. Je relève là le travail entamé par notre collègue Mme Van Cauter, qui avait initié de longues négociations avec les juges d'instruction pour faire en sorte que cette consultation devienne possible. Avec ce texte, ce sera le cas dans des conditions bien précises qui semblent correspondre aux inquiétudes exprimées par les juges d'instruction pour que les dossiers ne se retrouvent pas trop facilement sur la voie publique, avec les conséquences que cela peut éventuellement entraîner.

Il y a également une partie qui coordonne et insère dans le Code judiciaire les dispositions relatives au Registre national des experts judiciaires et traducteurs interprètes jurés. À titre personnel, je me suis réjoui de constater que pour un dernier texte en commission de la Justice, ou en tout cas pour l'un des derniers, celui-ci a pu recevoir le soutien de la majorité et de l'opposition, que je remercie.


Christian Brotcorne LE

M. Goffin, en tant que président de la commission de la Justice, me tend une perche. On doit encore réunir la commission mais ce texte est effectivement assez emblématique de la manière dont on a pu travailler malheureusement trop rarement en commission. Je crois que par rapport à d'autres, c'était une manière de fonctionner qui était intéressante et où on a parfois eu le sentiment, dans l'ancienne opposition – puisqu'il n'y a plus de majorité ni d'opposition et qu'on en sait plus trop qui fait quoi –, d'être un peu plus entendus. Peut-être est-ce la situation de l'ex-majorité qui l'a amenée à être plus attentive aux sollicitations de l'opposition.

Il n'en demeure pas moins – et c'était l'objet de mon intervention –, monsieur le président de la Chambre, que je profite de ce moment pour remercier le président Goffin pour la manière dont il a mené les débats de notre commission pendant toute cette législature. Il a été attentif aux demandes, aux urgences et aux diligences du ministre, qui a toujours eu envie de nous faire travailler plus que ce qu'on avait la capacité de faire parfois. Il a été attentif aux demandes de ses partenaires de la majorité mais aussi au fait que l'opposition ou l'ex-opposition soit entendue et respectée. Je voudrais donc qu'on le remercie pour ce travail.


President Siegfried Bracke

Un grand merci à M. Goffin!


Peter De Roover N-VA

Mijnheer de voorzitter, ik meen uit uw lichaamstaal te kunnen opmaken dat het misverstand ondertussen is opgelost en dat ons amendement u bereikt heeft.


President Siegfried Bracke

Daar wou ik net over beginnen. Het amendement is intussen binnengekomen. Het zal later een nummer krijgen. Wij hebben nu nog geen nummer.