Proposition 55K3564

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de soins de santé.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Sept. 20, 2023
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
doctor medicinal product health policy health care medical device paramedical profession social security public health health insurance

⚠️ Voting data error ⚠️

This proposition is missing vote information, which is caused by a bug in the heuristic algorithms. As soon as I've got time to fix it, the votes will be added to Demobel's database.

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Oct. 19, 2023 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De rapporteur, de heer Robby De Caluwé, verwijst naar zijn schriftelijk verslag. Mevrouw Gijbels heeft het woord in de algemene bespreking.


Frieda Gijbels N-VA

Mevrouw de voorzitster, bij de bespreking van onderhavig wetsontwerp houdende diverse bepalingen wil ik mij toespitsen op artikel 23, dat het verbod om in de klinische biologie administratieve kosten of kosten voor bloedafname aan te rekenen, verduidelijkt. Er is nog een belangrijkere ingreep: supplementen worden verboden voor testen of analyses die niet beantwoorden aan bepaalde voorwaarden die worden gedicteerd door het RIZIV. Dat laatste is problematisch, als dat betekent dat bepaalde testen of bepaalde onderzoeken niet meer kunnen worden uitgevoerd. Als de kostprijs van zo’n test hoger is dan het tarief, zullen de testen immers niet meer worden uitgevoerd. Dat is echt nefast voor de volksgezondheid en de innovatie.

Waar ik het wel mee eens ben, mijnheer de minister, is dat de financiering van de gezondheids­zorg in dit land echt een kluwen is. Ze is ondoorzichtig en er zijn heel veel scheeftrekkingen.

De manier waarop u dat probleem aanpakt, kan evenwel niet op mijn instemming rekenen. U knipt slechts stukjes uit dat kluwen van de ondoorzichtige financiering en noemt het probleem opgelost. Met die werkwijze ziet men niet wat de impact is op het terrein. In de gezondheidszorg en zeker in de financiering ervan hangt alles met alles samen. Ingrijpen is dus nodig, maar wel aan de hand van beleid en met veel overleg, zodat de gevolgen kunnen worden ingeschat. Ik heb de indruk dat u vooral wilt laten zien dat u iets doet. U verkoopt de stukjes die u weg hebt geknipt nogal populistisch als overwinning voor de patiënt. Wat u doet, is echter niet sociaal en in veel gevallen zelfs ronduit asociaal.

Ik geef een aantal voorbeelden.

De ingreep in het betreffende artikeltje uit het wetsontwerp houdende diverse bepalingen is er eentje uit een reeks ingrepen, die vandaag niet op tafel liggen, maar die u wel stelselmatig zult doen. Er wordt ook een patroon zichtbaar. Zo verbiedt u ereloonsupplementen in de ambulante sector voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming. Dat klinkt goed, maar heeft heel veel ongewenste effecten. Dat zorgt ervoor dat mensen met een verhoogde tegemoetkoming geen toegang meer hebben tot zorg, vaak gespecialiseerde zorg, gewoon omdat de officiële tarieven, en dus ook de terugbetaling, niet toereikend zijn. Ook al zouden ze ervoor willen betalen, ze kunnen er geen aanspraak meer op maken. Dat lijkt mij zwaar problematisch.

U verbiedt ook supplementen op MRI-scans, CT-scans tijdens de kantooruren voor iedereen, zowel voor mensen met weinig geld als voor mensen met veel geld. De diensten radiologie draaien nu al vol continu en eigenlijk negeert u gewoon het feit dat hierdoor de wachtlijsten veel langer zouden kunnen worden. Er ligt een ander voorstel op tafel vanwege de radiologen, dat ondanks de vele toegevingen nog steeds het probleem aanpakt, maar u veegde dat van tafel. Bovendien legt u nu ook nog eens doodleuk een aantal forfaits en maxima op tafel voor CT’s en MRI’s en dat is volgens mij compleet verkeerd. Ik ben het er volledig mee eens dat er sprake is van overconsumptie en dat die weggewerkt moet worden. Maar dat doet men niet door botweg forfaits en maxima op te leggen. Dat doet men door ervoor te zorgen dat alleen wordt voorgeschreven wat nodig en nuttig is, en door er correcte tarieven op te kleven. U zorgt ervoor dat eenvoudige onderzoeken voorrang zullen krijgen op complexe onderzoeken.

Mijnheer de minister, telkens drukt u maatregelen door – ik zie een patroon – zonder al te veel overleg. Dat is niet onschuldig: u creëert een enorm wantrouwen bij de zorgverstrekkers. Zij houden hun hart vast voor wat er allemaal nog zal aankomen. Zij merken dat hun voorstellen telkens aan de kant worden gezet en zetten hun hakken nu in het zand. U zet volgens mij de publieke opinie ook op tegen de zorgverstrekkers. U schildert hen af als geldwolven die niet inzitten met hun patiënten. U wuift zaken weg als therapeutische vrijheid, die nochtans essentieel is voor een kwaliteitsvolle en op wetenschap gebaseerde zorg. U doet alsof artsen en tandartsen niet inzitten met het verstrekken van goede zorg op maat van hun patiënten en op maat van hun financiële draagkracht. De meeste artsen en tandartsen houden wel degelijk rekening met de financiële draagkracht van hun patiënten. Het feit dat u het draagvlak bij de zorgverstrekkers moedwillig doet afkalven, is kwalijk, want er moet wel degelijk ernstig worden hervormd.

Ik som graag op wat er volgens onze fractie moet gebeuren.

Ten eerste is er transparantie in de ziekenhuisfinanciering nodig. Hoe komt het dat bepaalde ziekenhuizen het zoveel beter doen dan andere? Hoe komt het dat er in Waalse en Brusselse ziekenhuizen zoveel hogere ziekenhuissupplementen worden gevraagd, terwijl ze het er financieel vaak slechter van afbrengen?

Hoe zit het met de afdrachten in de ziekenhuizen? U doet alsof u geld vrijmaakt voor de gezondheids­zorg door het verbieden van supplementen, maar zeer vaak worden die supplementen betaald via privéverzekeringen en vloeien die grotendeels door naar de ziekenhuizen. U maakt dus geen geld vrij, u haalt geld weg.

Wat is de impact van een analyse van het management van ziekenhuizen op de financiële gezondheid en de kwaliteit van zorg? Daar heb ik u nog niets over horen zeggen. Ligt dat communautair misschien te gevoelig? Een kostprijsberekening is hoognodig. Zorg ervoor dat u eerst weet wat de zorg vandaag kost, vooraleer u ze aan banden legt. Zorg voor public disclosure. Publiceer transparant hoe zorgverstrekkers en zorginstellingen het ervan afbrengen. Dat staat ook letterlijk in het regeerakkoord. Maak de deelstaten via een staatshervorming verantwoordelijk voor de volledige zorgketen, zodat er veel meer wordt ingezet op preventie en vroegtijdige behandeling, zoals in het regeerakkoord staat.

Mijnheer de minister, op die manier zou er een enorm budget vrijkomen, dat veel beter zou kunnen worden besteed, zonder dat daarvoor al die kleine pesterijen nodig zijn. Met andere woorden, het kluwen van de financiering van de gezondheids­zorg moet worden ontward. Het is echter nefast daar stukjes uit te knippen, vooraleer alles transparant is geworden en de gevolgen van die ingreep duidelijk zijn geworden.

We zijn steeds bereid mee te werken aan een eerlijke, betaalbare, duurzame en transparante gezondheidszorg. We vragen echter dat er eerst een grondige analyse wordt gemaakt en dat alle kaarten op tafel worden gelegd, vooraleer ze weer worden geschud. Collega Depoorter zal zo meteen nog terugkomen op een aantal andere artikelen van het wetsontwerp, maar we zijn het alvast niet eens met artikel 23, omdat het niet bijdraagt tot een coherent en helder beleid.

De N-VA-fractie zal zich straks bij de stemming over het gehele wetsontwerp onthouden.


Gitta Vanpeborgh Vooruit

We zullen dit wetsontwerp steunen omdat het zorgt voor een aantal voor de hand liggende aanpassingen, zoals de toevoeging van de ergotherapeuten aan de lijst van paramedische beroepen, en omdat het tegemoetkomt aan een aantal zeer praktische bekommernissen van het terrein. Ik denk dan onder meer aan de mogelijkheid om de keuze te laten aan de overeenkomsten- en akkoorden­commissie om hen effectief de indexmassa met betrekking tot hun respectieve doelstellingen zelf te kunnen toewijzen. Bovendien omvat het ook een aantal responsabiliseringsmechanismen, zoals de aanpassing van het vergoedingskader voor implantaten en invasieve medische hulpmiddelen om de distributeurs meer te responsabiliseren.

Ik kom tot de essentie. De elementen die voor ons echt van essentieel belang zijn, waardoor we dit wetsontwerp zeker zullen steunen, zijn enerzijds de mogelijkheid van het herinschrijven aan de niet-verlaagde vergoedingsbasis of prijsverhogingen tot een niet-verlaagde vergoedingsbasis op de lijst van vergoedbare specialiteiten in het kader van het referentieterugbetalingssysteem. Anderzijds is er het verbod voor de klinische labo’s om voortaan nog administratieve of andere toeslagen aan de patiënten aan te rekenen. Dat zijn twee maatregelen die onze gezondheidszorg en de patiënten zeker ten goede zullen komen.

De eerste maatregel kan zeker helpen om de onbeschikbaarheden van geneesmiddelen te voorkomen. We moeten dat niet ontkennen, die zijn er. Dat is wel een belangrijk instrument om daaraan tegemoet te komen. De tweede maatregel maakt de gezondheidszorg opnieuw betaalbaar voor patiënten. Vooruit wil dat iedereen in ons land toegang heeft tot een goede en betaalbare gezondheidszorg. Als je gezondheid op het spel staat, mag de dikte van je portefeuille geen enkele rol spelen. We moeten er alles aan doen om te zorgen dat die kwetsbare individuen ook de zorg kunnen betalen. Dat gebeurde al met een aantal andere maatregelen, zoals het opheffen van het verbod op de derde-betalersregeling, het verbeteren en het verbreden van de maximumfactuur en het inperken van diverse ereloonsupplementen, waaronder de inperking van de toeslagen in die klinische labo’s.

Eerlijk, ik heb geluisterd naar de collega’s aan de overzijde. Het verbaast mij niet meer, na drie jaar hier, dat de collega’s van de N-VA en het Vlaams Belang bijna systematisch op de rem gaan staan als de factuur van de patiënten wordt verlicht. Ik zie u neen knikken, maar ik kan alleen maar vaststellen dat het ja is. Telkens komt u met andere argumenten. Nu klinkt het zo: "Mijnheer de minister, u puzzelt met stukjes zonder het geheel te hervormen." We moeten echter wel stappen vooruit zetten. Als we wachten op uw initiatieven, dan wordt er nooit een stap vooruit gezet. Tijdens de vorige legislatuur is dat ook niet gebeurd.

De minister heeft geantwoord op een aantal argumenten die u vandaag opnieuw op tafel legt. De nomenclatuur moet worden hervormd, maar dat gebeurt en route. De ziekenhuis­financiering moet worden hervormd, maar dat gebeurt ook en route. Dat betekent niet dat we mogen stilstaan en ter plaatse moeten blijven trappelen.

Voor ons is het heel duidelijk: eens te meer gaat u op de rem staan. Ik kan dat alleen maar betreuren, want als we op die manier verdergaan zijn het de patiënten die de rekening betalen.


Steven Creyelman VB

Mevrouw Vanpeborgh, u zegt dat wij op de rem gaan staan, maar ik denk toch dat u soms stemmetjes hoort. Ik begrijp dat de verkiezingen naderen en dan moeten er debatfiches en facebookfilmpjes worden gemaakt, maar ik herinner u eraan dat wij dit in de commissie hebben goedgekeurd en dat wij dat ook nu van plan zijn.

Wij hadden een aantal bedenkingen, maar ik wil hier specifiek één bedenking toelichten.

In de artikelen 14 en 15 van dit ontwerp wordt de verantwoordelijkheid om aan te tonen dat bepaalde implantaten een werkzaamheid hebben voor een deel bij de fabrikanten gelegd. Ik heb het ook in de commissie gezegd, an sich vinden wij dit niet slecht, en misschien zelfs logisch, maar wij hebben daar een bedenking bij. Die bedenking zal ik toch herhalen voor u. Ik vroeg toen namens onze fractie aan de minister of dit niet het gevaar met zich brengt dat bepaalde implantaten en bepaalde middelen niet meer op de markt gebracht worden? Ik meen dat dit een legitieme vraag is. De minister heeft daar toen op geantwoord dat er daarvoor geen indicaties zijn. Geen indicaties? Dit is eigenlijk niet onderzocht. Op de specifieke artikelen 14 en 15 hebben wij ons daarom onthouden, maar wij zullen het geheel goedkeuren.

Ik weet echt niet vanwaar u het haalt dat het Vlaams Belang dwarsligt – ik spreek niet voor de N-VA, die moet zichzelf verdedigen. Wij zullen dit mee goedkeuren. Maar dan nog horen wij het verhaal dat wij 'op de rem gaan staan'. Ik weet niet wat wij nog meer moeten doen. Moet ik een spandoek van Vooruit omhoog houden om u te overtuigen? Er zijn natuurlijk grenzen aan wat ik wil doen om u ervan te overtuigen dat wij niet op de rem gaan staan.

Met alle respect, debatfichegewijs kan ik het allemaal wel begrijpen, maar de realiteit heeft haar rechten. Ik zou het appreciëren dat u een facebookvriendschapsverzoek stuurt aan de waarheid.


Gitta Vanpeborgh Vooruit

Ik heb geen debatfiche voorbereid, voor alle duidelijkheid. Ik had het over het geheel.

Ik stel vast dat, wanneer het gaat over het verlagen van de factuur van de patiënten, u dat niet mee goedkeurt. U hebt echter gelijk, in dit geval zult u het straks mee goedkeuren. Goed, dat kan ik alleen maar toejuichen. Ik hoop dat u dat in de toekomst vaker zult doen.


Steven Creyelman VB

Collega, ik zou graag hebben dat u mij vijf voorbeelden geeft van stemmingen waar wij hebben tegengestemd als het gaat over facturen die voor de patiënt verlaagd worden. Wij proberen onze stellingen en ons stemgedrag steeds degelijk te onderbouwen. Dat wordt altijd gesteld, maar dat noem ik toch debatfiche­technieken.


Gitta Vanpeborgh Vooruit

Ik zal ze oplijsten en ze u bezorgen.


Steven Creyelman VB

Met andere woorden, dat deel van het debat ontbreekt dus.


Vanessa Matz LE

Madame la présidente, je ne vais pas revenir très longuement sur les critiques qui ont été développées par ma collègue Catherine Fonck en commission de la Santé. Elle est excusée parce qu'elle participe à un colloque santé.

Nous voterons contre ce projet en raison, notamment, des articles qui concernent les dispositifs médicaux qui constituent un basculement dans l'approche des soins de santé et la libéralisation via les sociétés commerciales de diagnostic et de suivi de traitement, comme vous êtes en train de le décider pour le diagnostic et le traitement du syndrome des apnées du sommeil.

En outre, l'octroi au Roi de la capacité de fixer un nombre maximum de prestations pouvant être attestées au cours d'une période de référence pour toutes les prestations est un choix politique et non une correction technique. Cela pourrait pénaliser les patients dans un certain nombre de maladies plus sévères.

Enfin, certaines dispositions affaiblissent ou nient la concertation avec les acteurs de la santé, par exemple les modalités sur l'utilisation de la masse d'indexation ou encore sur la biologie clinique.


Kathleen Depoorter N-VA

Mevrouw de voorzitster, collega Vanpeborgh, u hebt gelijk, ik ben het spelletje tussen oppositie en meerderheid ook echt beu. Ik nodig u daarom uit om samen eens een rapport te bestuderen dat is opgesteld door uw studiedienst en dat handelt over efficiëntiewinsten in de zorgsector. Als we dat doen, kunnen we misschien, zoals u zegt, effectief samenwerken en ervoor zorgen dat de zorg verbetert. Volgens uw studiedienst kan er 3 miljard euro bespaard worden in de zorgsector. Dat bedrag kan dan geherinvesteerd worden. Ook daarover zijn we het eens. We zouden samen kunnen werken aan de gezondheidszorg met een visie op lange termijn, met een missie. Dat is nu net het punt dat mijn collega daarnet naar voren bracht. U haalt er telkens kleine stukjes uit, zonder het geheel te bekijken en zonder een visie op lange termijn te ontwikkelen.

Mevrouw Vanpeborgh, u zegt dat de N-VA op de rem staat aangaande voorstellen die voor de patiënt besparingen kunnen opleveren of die op een meer betaalbare manier zorg kunnen geven, maar dan wil ik u toch nog even meenemen naar de discussie die ik met de minister had, waarbij ik zei dat ik het jammer vind dat bij de nieuwe CSAM-processen de VOS-voorschriften niet meegenomen worden. Er worden tegenwoordig veel minder VOS-voorschriften voorgeschreven dan enkele jaren geleden, toen artsen nog handmatig schreven. De reden is gewoonweg dat de stofnamen niet te vinden zijn in de databases.

Inzake de tekorten aan of het ontbreken van geneesmiddelen, wil ik u wijzen op mijn voorstel, bij stemming goedgekeurd door de Kamer, en waarvoor enkel nog een koninklijk besluit uitgewerkt moet worden. Aan dat koninklijk besluit is minister Vandenbroucke ondertussen al drie jaar, zelfs bijna vier jaar, aan het werken. De huidige situatie houdt in dat wanneer een patiënt een substitutieproduct moet krijgen omdat het geneesmiddel ontbreekt, de patiënt de opleg dient te betalen. De Vooruitfractie slaagt er maar niet in om die patiënt daarvoor te vergoeden.

Mijn collega-apothekers geven aan dat ze bijna een dag per week op zoek zijn naar substitutie voor ontbrekende geneesmiddelen. Het is dus een zeer groot probleem. Vooruit weigert iets te doen aan de kost voor de patiënt, want het is complex, moeilijk, zus en zo, maar de patiënt is degene die het vandaag nog steeds betaalt.

Daarom is het een beetje simplistisch, collega Vanpeborgh, om te zeggen dat de N-VA op de rem staat als u zelf de macht in handen hebt om concreet iets te doen aan de problematiek van vandaag, namelijk aan het feit dat de patiënt een meerkost moet betalen voor een geneesmiddel dat niet te krijgen is, waaraan de patiënt totaal niet kan doen, maar hij moet die kost nog steeds dragen. Daar staat tegenover dat de N-VA dat gewoon goedgekeurd gekregen heeft. Toen was dat nog mogelijk – ik kijk met nostalgie terug naar die tijd. Er zijn niet veel voorstellen meer goedgekeurd in onze commissie, en die waren toch wel zeer opbouwend.

Een ander voorstel, ook echt voor de mensen die dit nodig hebben, betreft de aanpassing van de maximumfactuur, zodat de working poor ook geholpen worden. U kent ze wel, die mensen die wel bijdragen, die niet tot die categorie behoren die niet of amper werken, die met twee gaan werken maar een laag inkomen hebben, ook geholpen worden. Ook daarin ging uw fractie niet mee. Het was een zeer correct en opbouwend voorstel, maar toen stond u op de rem.

Het is nu niet het moment om te zeggen wie wat gedaan heeft. Wij moeten ervoor zorgen dat onze patiënten effectief toegankelijke zorg hebben. En er moet een visie zijn op lange termijn. Die vinden wij niet in de voorstellen die hier voorliggen.

U verwees naar de implantaten. Ik lees in de begroting dat er 4 miljoen onderbenut is met betrekking tot implantaten. Toch lees ik dat u de firma zal responsabiliseren als ze een prijs boven de forfaitprijs voorstelt aan de ziekenhuis­apotheker. Ik heb aan de minister gevraagd wat er zal gebeuren als de prijs die de firma vraagt, lager is dan het forfait. Wordt de ziekenhuisapotheker dan ook geresponsabiliseerd? Op die vraag heb ik geen antwoord gekregen. Wordt die lagere prijs betaald of zal het forfait worden betaald? Dat is een heel belangrijke vraag. Uiteindelijk is het immers de totale pot die telt, zijnde de pot die de patiënt via de belastingen zal dragen.

Als wij het hebben over het toegankelijk maken van de zorg, is het allerbelangrijkste dat het implantaat er ook is. Wat zien wij immers in het huidige beleid van het kabinet, zowel voor implantaten als voor geneesmiddelen? Onze producenten dreigen er weleens mee België niet als eerste land te zullen gebruiken om iets terugbetaald te krijgen of ter beschikking van de patiënt te stellen. Bekijken we de W.A.I.T indicator, dan ziet u ook dat er tijdens de vier jaar dat u aan het beleid bent, totaal geen vooruitgang is geboekt. Wij bevinden ons in de middenmoot op het vlak van de weesgenees­middelen voor onze patiënten.

U kan wel opmerken dat u ervoor zorgt dat een en ander toegankelijk is. Wat er echter niet is en waarvoor geen aanvraag wordt ingediend of overeenkomst wordt gemaakt, kan niet ten dienste van de patiënt staan. U hoeft in dat geval inderdaad geen geld uit te geven, maar u kan de patiënt ook niet helpen. Dat is het probleem met het gebrek aan visie op lange termijn.

Een laatste punt over de klinisch biologen wil ik nog aankaarten. Elke keer het punt ter sprake komt, zal ik mijn vraag opnieuw op tafel leggen.

Hoe komt het dat de apothekers-klinisch biologen nog altijd geen toegang hebben tot CoZo, waardoor zij een onderzoek dat maar eenmaal per jaar wordt terugbetaald, niet kunnen uitvoeren of tariferen? Dat vertraagt de zaak en maakt het duurder voor de patiënten. Er is immers nood aan overleg met nog een andere collega. U creëert dus een bijkomende stap. Ook dat is op de rem staan voor toegankelijke zorg.


Minister Frank Vandenbroucke

Mevrouw de voorzitster, aangezien er al uitvoerig over het ontwerp in commissie is gediscussieerd, zal ik niet op alle elementen terugkomen. Wel knoop ik aan bij vragen van de heer Creyelman, de kritiek van mevrouw Gijbels en de opmerkingen van de spreker van Les Engagés. Mevrouw Depoorter heeft in het debat ook problemen en discussie­punten te berde gebracht, die niets te maken hebben met het voorliggende ontwerp. Men moet toch vooral kleur bekennen in verband met wat in de Kamer op dat moment voorligt. Men moet dan niet over allerlei andere dingen beginnen.

Wat de vraag van de heer Creyelman en anderen betreft, wij hebben beslist dat, als een bedrijf een medisch hulpmiddel aanbiedt waarvan het niet op een overtuigende manier kan aantonen dat het een meerwaarde heeft ten opzichte van andere medische hulpmiddelen, terwijl het bedrijf er toch meer voor wil worden betaald, het bedrijf verantwoor­delijk is om dat verschil zelf op te hoesten; als ik het zo lelijk mag zeggen.

In essentie gaat het erom dat een bedrijf claimt dat zijn product een meerwaarde biedt ten opzichte van een ander product. De regeling zal niet leiden tot de verdwijning van producten. Waar gaat het om? Er is een medisch hulpmiddel en er komt een nieuw product, waarvoor de producent een hogere prijs vraagt, omdat het naar zijn zeggen een meerwaarde biedt en veel beter is dan een ander product. Als dat bedrijf dat niet overtuigend kan aantonen, dan moet het bedrijf dat zelf compenseren, op basis van het gegeven dat er al een hulpmiddel bestaat en dat het bedrijf de meerwaarde tegenover wat er al bestaat, niet kan aantonen. Wij willen immers ziekenhuizen en patiënten niet op kosten jagen.

In heel Europa komen de zogenaamde notified bodies en de hele sector onder druk door de nieuwe reglementering die Europa uitgevaardigd heeft, namelijk de verordening met betrekking tot medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek. Men heeft op Europees niveau als gevolg van een aantal slechte ervaringen, zoals het verhaal van de borstimplantaten, veel strengere kwaliteitseisen opgesteld. Wij moeten die volgen en kunnen daaraan niet ontsnappen. Bovendien wordt opgelegd dat heel wat producten opnieuw onderzocht moeten worden door een notified body. Dat leidt inderdaad wel tot een bottleneck. Dat is een van de redenen waarom er momenteel ongetwijfeld stress is in het systeem.

Daarnaast is er een breder probleem. Helaas heeft de sector ook te maken met productiestops, ontbrekende onderdelen en onvoldoende diverse aanvoerlijnen. Die problemen van industriële aard maken de markt kwetsbaar.

Er wordt op dit moment op het Europese niveau, mijnheer Creyelman, ook gewerkt aan een specifiek kader voor weeshulpmiddelen. Dat gaat dus over hulpmiddelen die nodig zijn in zeer delicate nichedomeinen. Er is hierbij ook slechts behoefte aan een heel beperkt aantal hoeveelheden, bijvoorbeeld voor gebruik bij kinderen. De onbeschikbaarheid van hulpmiddelen voor pediatrisch gebruik is eigenlijk ook een internationaal probleem.

Wanneer er geen valabel alternatief is voor een onbeschikbaar hulpmiddel dat men wel nodig acht, kan een fabrikant altijd een afwijking vragen van bestaande regels om een welbepaald hulpmiddel in afwijking van bestaande regels toch te mogen gebruiken. Ik pleit er Europees ook voor om daarin soepel op te treden. Dat is dan ook een voortdurende zorg. Ik verwijs naar een recent persartikel over een hulpmiddel in het kader van hartchirurgie voor een zeer jong patiëntje. Ik ben in contact met de verantwoordelijke clinici en de ouders om oplossingen te zoeken. Daarachter zit echter een heel breed Europees probleem.

Wat hier voorligt, zal dat brede, Europese probleem, de stress op de markt voor hulpmiddelen door dreigende tekorten en risico’s op de aanvoerlijnen niet verergeren. Dat is een andere kwestie, vind ik. Ik hoop dat mijn antwoord u ervan kan overtuigen om uw onthouding om te zetten in een ja-stem voor het artikel.

Het parlementslid van Les Engagés klaagde in de commissie aan dat de voorgestelde bepalingen inzake medische hulpmiddelen tot commercialisering leiden. Ik heb in de commissie uitgelegd dat dat mijns inziens niet het geval is. Het gaat erom dat men rechtstreeks afspraken maakt met bedrijven die hulpmiddelen ter beschikking stellen, waardoor men natuurlijk strenge eisen kan stellen inzake de kwaliteit van de hulpmiddelen en het gebruik ervan aan die bedrijven en waarbij overigens de vertegenwoordigers van zorgverstrekkers en ziekenfondsen mee aan de sleutel zitten van elke beslissing die wordt genomen. De idee dat zorgverstrekkers hier plots buitenspel staan, is absoluut onjuist. Dat gaat ook over conventies die via het Verzekeringscomité moeten worden goedgekeurd. Ik denk dat de idee dat men hier een soort commercialisering krijgt of dat de zorgverstrekkers buitenspel worden gezet, onjuist is. Ik verwijs naar het debat in de commissie.

Mevrouw Gijbels zag een patroon. Mevrouw Gijbels, dat zie ik ook in uw uiteenzettingen. U zegt te weten wat er moet gebeuren: transparantie. Daar is iedereen voor, ik ben daar ook voor. Uw antwoord daarop is staatshervorming, omdat de staat op dat vlak slecht georganiseerd is. We kennen uw visie. Maar elke concrete hervorming die we voorstellen, daar bent u tegen vanuit een zeer oubollige, ik zou bijna zeggen oud-Belgische, liberale opvatting over geneeskunde, waarbij men vooral niks mag doen aan prestatiegeneeskunde en alles wat daarbij hoort, nooit ter discussie mag stellen. Dat is een zeer oud-Belgische opvatting over geneeskunde. Als u die visie naar Vlaanderen wilt overhevelen, dan bedank ik daarvoor. Ik wil echt iets anders waarbij men therapeutische vrijheid respecteert en artsen ondersteunt, maar waarbij men inderdaad hervormt.

Hervormen in bijvoorbeeld de zware medische beeldvorming, CT-scans en MRI, betekent inderdaad dat men afstapt van het principe 'hoe meer de machines draaien, hoe meer de ziekenhuizen verdienen'. Daar moet men van af. Dat is een uitwas van prestatiegeneeskunde, die niet goed is. U verdedigt dat soort geneeskunde. Dat mag nochtans niet gebeuren; dat is verkeerd.

U hebt gelijk dat de voorschrijvers moeten worden aangesproken. We zullen dat ook doen. We zullen clinical decision support laten inbouwen in de software en we ondersteunen dat. We hopen ook dat door het elektronisch voorschrijven de radioloog die vindt dat er een niet-gepast voorschrift binnenkomt voor een onderzoek dat niet nodig is, kan ingrijpen en meteen kort op de bal kan spelen en aan de voorschrijver zeggen dat het wellicht een vergissing is. Wat u zegt, is juist, maar u wilt het financieringssysteem niet veranderen en u pleit er duidelijk voor om het bestaande systeem waarbij hoe meer de machines draaien, hoe meer men verdient, te behouden. Ik wil dat oud-Belgische model niet. Als u dat wilt overhevelen naar Vlaanderen, dan zou Vlaanderen volgens mij een heel grote vergissing begaan.

Ik wil hervormen in het financieringssysteem. De zware medische beeldvorming hervormen is een grote brok uit het financieringsvraagstuk.

Mevrouw Gijbels, terwijl u steeds uw mantra herhaalt dat er geen globale visie is en dat die er moet komen, stel ik ondertussen puur conservatisme vast. Ik vind dat op de duur niet heel geloofwaardig. U mag het oneens zijn met de visie, maar leg dan uit wat er volgens u verkeerd aan is.

Ik heb inderdaad een roadmap op tafel gelegd, een traject naar de opsplitsing van de nomenclatuur in enerzijds een zuivere en correcte vergoeding van de professionele prestatie van de arts, op basis van een vrije opvatting over de geneeskunde, en anderzijds in de financiering van de medische infrastructuur, die men rechtstreeks moet doen op basis van de behoeftes die gegeven zijn door de in een ziekenhuis aanwezige soort pathologie en niet op basis van het doen draaien van de machines. Dat is de fundamentele opvatting.

Zeg nu eens dat u daartegen bent in plaats van te zeggen dat er geen visie is. Ik werk daarnaartoe in grote brokken, in grote hoofdstukken. De hervorming van de zware medische beeldvorming is een eerste grote hoofdstuk, waarbij we afstappen van de pure prestatiefinanciering. Het is dus eerbaar aan te geven dat u tegen bent, dat u voor het status quo bent, dat niets mag veranderen en dat ik de zaken moet houden zoals ze zijn. Maar werp niet op dat er geen visie is. Stel gewoon dat u voor het status quo en tegen verandering bent.

Ik moet ook vaststellen dat u tegen het verbod op supplementen of administratieve toeslagen bent, dat in het ontwerp is opgenomen. Wij zijn van mening dat het stiekem vragen van supplementen via zogezegde administratieve toeslagen bij klinische labotesten moet stoppen. U bent tegen. Ik ben voorstander. U noemt dat pesterijen. Ik noem dat transparantie. Dat is raar. Voor mij is het transparantie dat de patiënt niet heimelijk wordt geconfronteerd met supplementen die administratieve toeslagen worden genoemd.

Wij hebben met de radiologen wel eens een gesprek en geven hen daarbij aan dat de supplementen niet echt aanvaardbaar meer zijn. U noemt dat pesterijen. Ik wens u toe dat u ooit minister bent – u bent immers heel bekwaam – en dat u iets probeert te veranderen. Maar als u, zodra iemand ontevreden is, onmiddellijk stopt met uw plan om iets te veranderen, wat u hier eigenlijk bepleit, dan zult u nooit iets veranderen. U zult echt nooit iets veranderen als u bij de minste klacht of ontevredenheid stelt dat het om pesterijen gaat en dan maar beslist om niets te doen. U kiest voor conservatisme en roept dat er geen visie is.

Laten we de patiënten beter beschermen. Laten we het hele financieringssysteem van de zware medische beeldvorming fundamenteel herzien om de bestaande overconsumptie en de verkeerde verdeling tussen CT-scan en MRI te bestrijden. Laten we ook zorgen voor meer MRI’s. Ik ben voorstander daarvan. Laten we op die manier zowel de gezondheid van de patiënt beter dienen als de factuur die de overheid betaalt, beter beheren en tegelijk oog hebben voor de factuur die de patiënt betaalt. Wij hervormen. U zet telkens opnieuw de hakken in het zand. Dat is een patroon.

Wij hebben over voorliggend ontwerp heel veel debatten gehad, ook over de techniciteit daarvan. Ten gronde komt het erop aan om kleur te bekennen. Is een partij voor de kracht van verandering of voor de kracht van conservatisme?


Frieda Gijbels N-VA

Mijnheer de minister, ik geloofde mijn oren niet toen u zei dat ik een voorstander van oubollige geneeskunde ben. Ik ben een voorstander van transparante geneeskunde, maar dan wel met echt transparante structuren, zonder communautaire taboes. Ik heb immers de indruk dat er zeer weinig wordt gekeken naar de wijze waarop ziekenhuizen en medische instellingen gemanaged worden, omdat men vreest op veel problemen te stuiten die sterk verschillen per landsdeel.

Verder ben ik ook een voorstander van een kostprijsberekening, zodat de werkelijke kost van ingrepen kan worden bepaald, waaronder ook de nieuwere en gespecialiseerdere ingrepen, en daar een correct tarief op kan worden gekleefd. Dat doet u echter niet. Als therapeutische vrijheid en ruimte voor innovatie oubollige geneeskunde zijn, dan ben ik maar een voorstander van oubollige geneeskunde.

Zoals u goed weet, ben ik allang bezig met de overconsumptie in de radiologie, waarvan ik een rabiate tegenstander ben. Die moet absoluut aangepakt worden. Het heeft echter geen zin om maxima op te leggen. Het heeft alleen zin ervoor te zorgen dat artsen correcte, nuttige en nodige onderzoeken voorschrijven. Al de rest is staatsgeneeskunde. Ik heb de indruk dat uw geneeskundehervorming gewoonweg staatsgeneeskunde is en daar pas ik voor.


Minister Frank Vandenbroucke

Ik denk dat we bij het punt zijn aanbeland waar we moeten zijn. U bent dus tegen elke hervorming die ervoor zorgt dat men op basis van pathologie financiert. Nee, als de machine draait, dan moet zij vergoed worden. Als ik 46 miljoen euro uit de klinische biologie haal om onder meer de huisartsen­praktijken sterk en beter te financieren, dan noemt u dat staatsgeneeskunde. U bent tegen elke hervorming. Het enige wat u uitkraamt zijn kreten over staatsgeneeskunde. Mevrouw Gijbels, u kunt echt beter, hoor.


Kathleen Depoorter N-VA

Mijnheer de minister, net als collega Frieda Gijbels ben ik wel voor hervorming.

Ik wil toch even terugkomen op uw voorbeeld van daarnet. U had het over besparingen in de klinische biologie, waarbij u 23 miljoen wil besteden aan de huisartsen. U wil 223 miljoen besparen, terwijl u 177 miljoen terug naar de ziekenhuizen zal brengen. Ik meen dus dat men de stelling 'staatsgeneeskunde', waarbij opnieuw bijgepast wordt in de ziekenhuizen die toch in een bepaald deel van ons land dieper in het rood gaan dan in het andere deel, wel degelijk kan onderschrijven.

De private klinisch-biologische labo’s zullen nu inderdaad bijdragen aan de huisartsen­geneeskunde. Maar wat u nooit vernoemt, is dat dit een maatregel is die u eigenlijk in een vorige regeerperiode, waarin u ook bevoegd was voor Sociale Zaken, afgesproken had met de klinische labs. Kleine ereloonsupplementen mochten gevraagd worden voor bloedafnames. Dit was op dat moment een toegeving van u om een besparing te verantwoorden. Die toegeving draait u nu terug. Tot daar de wil te overleggen en in overleg tot een visie te komen.

Wat de implantaten betreft, ben ik het met u eens, aan de notified bodies moeten wij iets doen. Maar de tekorten aan medical devices, implantaten en geneesmiddelen, zijn echt een probleem waar u niets aan hebt gedaan.

Ik hoor u heel graag zeggen dat u wilt hervormen. U bent de tweede socialist die mij vandaag zegt wat ik niet mag zeggen of vragen, maar ik zal dat toch doen. Hervormen in de geneesmiddelen­sector, mijnheer de minister, stond in uw regeerakkoord. Niets is daar van in huis gekomen. U zou een Farmapact creëren dat de patiënten, de farmasector en de zorgverstrekkers beter zou uitkomen. Het is er niet. U zou een Speerpunten­nota publiceren. Daar komt niets van in huis. Er staat iets op de website van het RIZIV, maar u krijgt het niet uitgevoerd. U kunt geen steen, geen kiezeltje, zelfs geen kruimeltje verleggen in de geneesmiddelensector.

Wel, bent u dan diegene die over hervormen spreekt? Durft u dat woord nog in uw mond te nemen, terwijl u een van de grote budgetten in uw afdeling, de volksgezondheid, gewoon tot een standstill veroordeelt en ervoor zorgt dat onze patiënten niet aan innovatie toekomen? Het is eigenlijk een schande dat u dit hier durft te zeggen.