Proposition 54K2491

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant l'article 39/73-1 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers.

General information

Submitted by
MR Swedish coalition
Submission date
June 1, 2017
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
lawyer action brought before an administrative court misuse of a right rights of aliens

Voting

Voted to adopt
CD&V Open Vld N-VA LDD MR VB
Voted to reject
Groen Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI PVDA | PTB
Abstained from voting
PP

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

July 20, 2017 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Siegfried Bracke

De rapporteurs zijn mevrouw Lanjri en mevrouw Gabriëls.


Sarah Smeyers N-VA

Mijnheer de staatssecretaris, allereerst dank ik u, omdat u verder gaat op de ingeslagen weg en de nodige wijzigingen aanbrengt om proceduremisbruik tegen te gaan. Tot vandaag heeft de regering daartoe het wettelijk arsenaal al verscheidene keren aangepast.

Wat vandaag ter stemming ligt, is een wijziging van de mogelijkheid die de rechter in vreemdelingenzaken heeft om op te treden tegen misbruik van de procedure. Die mogelijkheid bestaat al sinds 2010, maar is in de praktijk slechts twintig keer toegepast. Op de vraag waarom de mogelijkheid slechts twintig keer werd ingeroepen, luidde het dat de procedure niet eenvoudig genoeg was en het hele systeem vertraagde en bemoeilijkte.

Met onderhavige wijziging vereenvoudigen we de procedure om rechtsmisbruik in te roepen, en maken we ze efficiënter. Dat zal het gebruik ervan door raadsheren ook aanmoedigen. Voortaan wordt het mogelijk om in een en dezelfde zitting – dat is heel belangrijk, omdat dat tijdswinst oplevert – zowel een arrest in beroep als een arrest waarin de verzoeker veroordeeld wordt wegens kennelijk onrechtmatig beroep, te vellen, dus zowel inhoudelijk als procedureel. Dat is duidelijk een vereenvoudiging, dat is duidelijk efficiënter.

Ik wens hier, net als in de commissie na kritiek van de oppositie, te onderstrepen dat het gaat om kennelijk onrechtmatige beroepen. Er gebeurt steeds een toetsing door de rechter. De procedure zal niet lichtzinnig worden ingeroepen.

Mijnheer de staatssecretaris, jaren geleden schreven we samen het boek Land zonder grens. Daarin kaartten we de misbruiken al aan en hekelden we de hele migratie-industrie, waarvan dit een heel goed voorbeeld is. Dergelijke praktijken kosten handenvol geld en bewijzen niemand een dienst, in de eerste plaats de vreemdeling in kwestie niet. Het kost de vreemdeling en de samenleving handenvol geld, want heel vaak gaat het om pro-Deoprocedures.

De wetswijziging die vandaag voorligt, voert ook de mogelijkheid in om de advocaten, die verantwoordelijk zijn voor het instellen van procedures, te sanctioneren, als effectief bewezen wordt dat zij de procedure misbruiken om tijd te winnen om het verblijf in het land te rekken. Door de verantwoordelijkheid bij de advocaten te leggen en hen te responsabiliseren om zuinig om te gaan met bepaalde procedures en duidelijk af te wegen of het in het belang is van de maatschappij en überhaupt in het belang van de cliënt zelf om de procedure te starten, wordt de advocatuur de mogelijkheid geboden zelfregulerend op te treden. Momenteel is de enige sanctie, welke kan worden opgelegd, een boete, die voor rekening is van de vreemdeling zelf. Het spreekt voor zich dat die boete vaak niet wordt geïnd, omdat de vreemdeling onvermogend is en de boete niet kan betalen, of omdat hij niet meer te vinden is, omdat hij al op eigen houtje vertrokken is of uitgewezen. De sanctie was dus eigenlijk heel vaak een lege doos. Met de invoering van de mogelijkheid om advocaten die procedures misbruiken, een sanctie op te leggen, kan de eigenlijke verantwoordelijke voor het proceduremisbruik eindelijk ook gesanctioneerd worden. Er kan zelfs een tuchtprocedure worden opgestart tegen de bewuste advocaat.

Collega's, in andere rechtstakken – burgerlijk recht, strafrecht – bestaan er drempels in verband met de rechtsgang. Tergend en roekeloos geding wordt in alle rechtstakken gesanctioneerd. Er is in heel veel domeinen van het recht zelfs een verplichte bemiddeling, alvorens men naar de rechter mag gaan. Dat is het geval in het jeugdrecht; er zijn drempels voor het vredegerecht; er zijn drempels voor de rechtbank van eerste aanleg. Overal wordt de advocaat geresponsabiliseerd en wordt de toegang tot de rechter bemoeilijkt. Men moet doordacht procederen, dat spreekt voor zich. Justitie kost handenvol geld. We leven gelukkig in een rechtsstaat. Dat mag dus geld kosten, maar men moet daar heel zuinig mee omspringen. Alle rechtstakken voorzien in de aanpak van tergende en roekeloze gedingen. Iedereen schaart zich achter de aanpak van proceduremisbruik met het oog op een efficiënte justitie. Als het echter gaat over vreemdelingenrecht, hoort men vanuit de linkse hoek en vanuit de oppositie heel vaak dat we stigmatiserend te werk willen gaan. Dat valt eigenlijk heel moeilijk te begrijpen. Dat strookt niet met de lijn, die door alle takken van de justitie wordt gehandhaafd.

Afrondend, de N-VA-fractie houdt met klem vast aan het principe dat iedereen, ook een vreemdeling, recht heeft op een correcte verdediging en zijn rechten moet kunnen laten gelden in onze maatschappij. Dat is een van de basisprincipes van onze rechtsstaat. Wij staan daar uiteraard absoluut achter, maar dat betekent niet dat wij niets mogen doen tegen proceduremisbruik en dat er niets ondernomen mag worden in de strijd tegen kennelijk onrechtmatige beroepen. Met onderhavig wetsontwerp, mijnheer de staatssecretaris, doet u dat, pakt u dat probleem aan en voert u die strijd.

Het spreekt voor zich dat u de steun hebt van onze fractie bij de stemming over het wetsontwerp.


Emir Kir PS | SP

Monsieur le président, chers collègues, au terme de deux lectures pour un projet qui ne compte que trois articles, nous voici en séance plénière afin d'examiner ce projet de loi sur le recours abusif. D'aucuns diraient que c'est l'occasion d'une lecture approfondie. À ceux-là, je rétorque qu'un projet de loi pour régler une situation qui concerne 19 dossiers par an, c'est utiliser son temps de façon tout aussi aléatoire. Et c'est probablement davantage. C'est poursuivre une action qui, pour nous, est négative depuis le début de cette législature. Le ministre n'a eu de cesse de modifier la loi de 1980 pour restreindre les droits des étrangers et des demandeurs d'asile.

C'est à chaque fois pareil! On présente le migrant comme un délinquant ou le réfugié comme un menteur. Je ne reviendrai pas sur les débats menés via les questions d'actualité quant à vos déclarations au sujet de ceux qui demandent à être sauvés en Méditerranée. Aujourd'hui, le ministre s'attaque aux avocats qui plaident le droit des étrangers. Vous les présentez comme des avocats abusant des procédures en recours devant le Conseil du Contentieux des Étrangers.

Il faut dire que M. Francken est culotté! Il prétend que les avocats abusent des procédures de recours alors qu'il est incapable d'en faire la démonstration. C'est quand même assez grave! Chers collègues, vous êtes amenés à voter une modification de la loi alors que rien ne le justifie. Il n'y a pas d'abus avéré ni d'augmentation des plaintes. Et lorsque les barreaux des avocats - francophone et néerlandophone - vous mettent à l'épreuve en vous demandant de produire des écrits, des plaintes concernant ces abus en matière de procédures de recours devant le Conseil du Contentieux des Étrangers, ils n'obtiennent aucune réponse. Rien! Pas une plainte n'a été transmise par M. Francken ni par les services! Que dire de plus? Tout est dit! Nous sommes devant une proposition de modification de la loi qui ne repose sur rien.

Un autre élément attire notre attention: l'on pourrait vous taxer, vous-même, d'abuser des procédures.

C'est apparent quand on voit la manière dont vous procédez, la quantité de manœuvres de procédure dont vous vous avez usé pour éviter de devoir délivrer des visas humanitaires. Cela l'est aussi quand on pense qu'il aura fallu aller, au bout du compte, jusqu'au dernier recours, à savoir la Cour de Justice européenne, pour obtenir gain de cause. C'est piquant quand on constate la réalité des chiffres. En matière de plaintes, on compte ici un total de 19 dossiers.

Le projet dont il est question montre une image assez négative des avocats. On a l'impression qu'ils ne connaissent pas leur boulot. On renvoie à ce qui nous a été dit par les barreaux - flamand, francophone et germanophone - quant au nombre de formations suivies par les avocats qui exercent dans le domaine du droit des étrangers. Entre ces exigences de formation, au minimum un tiers des heures obligatoires, et le nombre ridicule de sanctions, on voit la réalité.

De ce point de vue, il faut encore soulever que le projet, dans sa version initiale prévoyait que l'issue de l'audience était déjà jouée d'avance, puisque la question du caractère abusif du recours devait être plaidée lors de la même séance que le fond du dossier. Nous sommes encore loin d'une situation idéale, mais à tout le moins, la version amendée du texte va moins loin dans ce domaine. On peut s'en réjouir, mais on est forcé de convenir que si l'opposition n'avait pas bataillé pour obtenir des auditions, on n'aurait même pas soulevé ce point. Cela en dit long sur la méthode de travail.

Enfin, je m'arrêterai sur un dernier point. C'est aussi un point de désaccord avec vous. L'administration, elle, n'introduit jamais de procédure abusive, puisque seul l'auteur d'un recours est susceptible d'être sanctionné. La cassation de la décision serait la seule sanction d'un acte de l'administration qui serait manifestement abusif. On voit donc que le projet prévoit aussi de rompre ce qu'il est convenu d'appeler l'égalité des armes devant le Conseil du Contentieux des Étrangers.

Pour toutes ces raisons, mon groupe ne soutiendra pas ce texte.


Nahima Lanjri CD&V

Mijnheer de voorzitter, collega’s, het voorliggende wetsontwerp kadert in de uitvoering van het regeerakkoord. Wij zullen dit dan ook steunen.

Het dient om kennelijk onrechtmatige beroepen tegen te gaan. Voor alle duidelijkheid, dit is geen nieuwe zaak. Er bestaat al een procedure voor het tegengaan van kennelijk onrechtmatige beroepen, maar die procedure is ingewikkeld, tijdrovend en vergt telkens een aparte zitting Met de voorgestelde wijziging kunnen de rechters van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zich tijdens de zitting over de inhoudelijke behandeling van het beroep meteen ook uitspreken over de vraag of een beroep al dan niet kennelijk onrechtmatig is. Dat is een goede zaak want betrokkenen krijgen op die manier sneller duidelijkheid. Bovendien zal dit de werkdruk bij de RvV verlichten waardoor meer tijd kan worden besteed aan andere procedures zodat deze ook sneller kunnen worden afgewerkt. Onze fractie is altijd voorstander geweest van snelle maar ook kwaliteitsvolle procedures die betrokkenen rechtszekerheid bieden.

Voor alle duidelijkheid, dit wetsontwerp betekent niet dat mensen voortaan geen beroep meer mogen aantekenen. Beroep instellen is een van de bestaande rechtsmiddelen en dat blijft ook behouden. Het gaat hier over manifeste misbruiken die moeten worden aangepakt. Nogmaals, het instellen van beroep is en blijft het recht van eenieder.

Na de Orde van Advocaten te hebben gehoord, zowel de Vlaamse als de Franstalige balies, hebben wij in het wetsontwerp nog een extra verduidelijking aangebracht. (Het geluid van een gsm weerklinkt) Via een amendement hebben wij verduidelijkt dat, indien nodig en om de rechten van verdediging daadwerkelijk te vrijwaren, de rechter kan beslissen om uitstel te verlenen en een nieuwe zitting te laten plaatsvinden zodat de advocaat in kwestie zich degelijk kan voorbereiden. Als er geen nieuwe zitting nodig is, kan alles efficiënter en sneller verlopen.

Wij zullen dit wetsontwerp goedkeuren.


Monica De Coninck Vooruit

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, voor alle duidelijkheid, sp.a is niet tegen het optreden tegen proceduremisbruik.

Mijnheer de staatssecretaris, ik kon het dan ook niet appreciëren dat u meteen tweette dat sp.a, naast een aantal andere partijen, voor proceduremisbruik is. Ik vind dat wij ons in de commissie op dat vlak correct opstelden. Wij hebben een probleem met deze wet omdat wij denken dat het niet het goede instrument is om de doelstelling te realiseren die u, net als wij, vooropstelt, namelijk proceduremisbruik tegengaan.

Ik wil u bedanken dat u de facto ons amendement hebt ingeschreven, ertoe strekkend dat er een tweede zitting mogelijk is, zodat de betrokken advocaat zich bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kan verdedigen met argumenten alvorens hij wordt beschuldigd van proceduremisbruik. Mevrouw Lanjri heeft er daarnet ook naar verwezen.

Zoals al enkele keren werd gezegd, in zes jaar tijd zijn er een twintigtal dossiers geweest. U kunt natuurlijk zeggen dat er zo weinig dossiers zijn omdat het zo ingewikkeld is, dat zou kunnen. Tijdens de hoorzitting hebben wij begrepen dat de Orde van Advocaten bereid is om de dialoog aan te gaan teneinde dat te verhelpen. Bovendien werkt de minister van Justitie aan een aantal wetgevende initiatieven tot het voeren van een structurele dialoog voor bijsturing en aanpassing.

In de hoorzittingen hebben wij van de advocaten gehoord dat er een heel strikte kwaliteitscontrole is en dan nog voornamelijk in het vreemdelingen­recht, omdat dit schriftelijke procedures zijn. Het nieuwe puntensysteem zorgt er bovendien voor dat wij een gedragswijziging zien bij advocaten. Zoals ik ook in de commissie heb gezegd, als ex-OCMW-voorzitter heb ik wat ervaring met proceduremisbruik rond regularisaties en leefloon. Wel, als men een correcte dialoog opstart met de advocaten kan men, indien nodig, gedragsverandering bewerkstelligen.

Is deze wet wel nodig? Zal ze op een efficiënte manier resultaten opleveren? Of is het vooral windowdressing en zichzelf op de borst kloppen? Men mag dat doen, maar daarmee boekt men niet altijd resultaten.

Wij hebben ook wel vragen bij het boetesysteem. Wie krijgt de boete? De vreemdeling. Als hij proceduremisbruik toegepast heeft of heeft gevraagd, dan zal hij in uw efficiënt systeem waarschijnlijk al het land zijn uitgezet. Dan kan men zich afvragen of de boete wel inbaar is, en dus of het systeem efficiënt is. Het zou immers best kunnen dat de overheid meer geld moet investeren om de boete te kunnen innen. De hamvraag is dus of het sop de kool waard is. Daarom pleiten wij ervoor om samen met de advocaten naar meer efficiënte systemen te zoeken.

Om die reden zullen wij tegenstemmen.


Wouter De Vriendt Groen

Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om onmiddellijk te reageren op wat mevrouw Smeyers zei tijdens haar betoog.

Zij liet uitschijnen, of liever, zij zei letterlijk dat linkse partijen niet tegen onrechtmatige beroepsprocedures zijn. Dat vind ik straf! Voor degenen die het debat in de commissie hebben gevolgd, dit beantwoordt totaal niet aan de realiteit. Ik had het zelfs niet gezien, mevrouw De Coninck, maar blijkbaar heeft staatssecretaris Francken getweet dat linkse partijen voor dergelijke onrechtmatige procedures zijn, voor tergend beroep enzovoort.

Ter wille van de collega’s en ter wille van het Parlement, dit soort provocatieve schema’s die niet beantwoorden aan de realiteit komen u misschien electoraal wel ten goede, maar zij zijn fake news.

Mevrouw Smeyers, wij stonden dichtbij een akkoord, zelfs bij een ja-stem op het wetsontwerp van staatssecretaris Francken. Wij waren daar zeer dichtbij, alleen moesten er nog twee dingen gebeuren.

Ten eerste, wij wilden ook aandacht voor de negatieve rol die de Dienst Vreemdelingenzaken ter zake soms speelt. Inderdaad, de DVZ is soms mee de oorzaak van tergende procedures, want als hij voelt aankomen dat hij door de RvV in het ongelijk zal worden gesteld, trekt hij zijn beslissing in en dient er een nieuwe in met een kleine wijziging, waardoor de cliënt verplicht is om opnieuw beroep in te stellen. Wij hebben in de commissie gevraagd om ook daarvoor aandacht te hebben in plaats van daar zo’n eenzijdig verhaal van te maken. Men is ons daarin niet gevolgd.

Er is een tweede reden waarom wij zo dicht bij een ja-stem ten aanzien van het wetsontwerp waren. Wij wilden misbruiken best wel aanpassen en naar een vereenvoudigde procedure evolueren door bijvoorbeeld naar één zitting te gaan. Wij hadden immers oog voor wat Theo Francken zei en ook kon aantonen, namelijk dat men soms geen tweede zitting wilde organiseren omdat het sop de kool niet waard was, omdat het een te kostelijke procedure is enzovoort. Onze fractie stond ervoor open om naar één zitting te gaan, maar wij wilden dan wel dat de advocaat, op het moment dat hij voor die zitting wordt uitgenodigd, perfect weet wat hem boven het hoofd hangt, met name een klacht wegens onrechtmatig beroep, tergende procedures enzovoort. Wij vinden ook dat men de motivatie moet bekendmaken die men daarvoor zou inroepen, zodanig dat de advocaat, als hij naar die enige zitting gaat, tenminste weet hoe hij zich moet voorbereiden en verdedigen ten opzichte van die argumentatie.

Stop dus met die schema’s, mevrouw Smeyers, want dat beantwoordt niet aan de realiteit.


Sarah Smeyers N-VA

(…)


Wouter De Vriendt Groen

Mevrouw Smeyers, u hebt gezegd wat u hebt gezegd en ik ben het beu dat u de feiten verdraait. Wij waren dicht bij een akkoord. Ik zal niet zeggen dat er een consensus was over het wetsontwerp, maar wij waren zeker bereid om het te steunen. Misbruik van procedures wilden wij immers ook aanpakken, maar die twee elementen bleven nog over.

Trouwens, het amendement geïnitieerd door collega Lanjri ging in de goede richting. Dankzij dat amendement moet de advocaat nu ingelicht zijn over het feit dat er zo’n klacht komt, maar wij vroegen dat de advocaat ook op de hoogte zou zijn van de gebruikte argumentatie. Bovendien hangt het nog altijd af van de RvV zelf of de zaak tijdens de zitting al dan niet wordt geschorst om wat meer tijd te geven aan de verdediging. Dat betekent dat de advocaat zelf dat niet kan afdwingen. Die beslissing hangt nog altijd af van de RvV. Het debat evolueerde echter goed, er waren hoorzittingen en een goed amendement van de meerderheid. Wij waren er bijna, maar net niet. Dat zijn de feiten.

Ik wou voor het Parlement en voor het verslag toch even de puntjes op de i zetten in dezen.


Isabelle Poncelet LE

Monsieur le président, le groupe cdH a voté contre en commission. Notre position ne changera pas. Cette position est confortée par le courrier du 20 juin 2017 de M. Buyle, le président d'avocats.be. Je souligne qu'il est aussi l'ancien président de l'Ordre des avocats francophones.

Ce texte pose problème et comporte des atteintes potentielles à la Convention européenne des droits de l'homme. Les intervenants, lors de l'audition du 13 juin 2017 en commission, l'ont admis à l'unanimité. Selon M. Buyle: "Cette proposition reste en porte-à-faux avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme. Un tribunal n'est évidemment plus indépendant et impartial si, avant d'avoir pris l'affaire en délibéré, et même avant d'avoir délibéré, le tribunal montre, en interpellant l'avocat, qu'il se prépare à considérer que la demande sera déclarée non fondée."

Pour nous, ce texte est vraiment un recul par rapport à ce qui existait. Nous nous interrogeons sur le but réel de ce projet. Il est question de mieux sanctionner les recours abusifs. Ils ne sont pourtant pas légion, on l'a déjà dit. Les ordres d'avocats nous ont parlé de vingt recours abusifs sur 200 000 dossiers. Le nombre de dossiers concerné est trop faible. Nous maintenons donc notre vote contre.


Marco Van Hees PVDA | PTB

Monsieur le président, chers collègues, j'ai déjà eu l'occasion de défendre, lors des auditions et de la discussion sur le projet en commission, les raisons pour lesquelles nous nous opposons à ce projet de loi du secrétaire d'État. Je vais les rappeler brièvement.

Le secrétaire d'État n'utilise pas la loi pour régler un problème (les supposés recours abusifs en droit des étrangers) puisque ce problème est inexistant. Les cas sont exceptionnels, comme ont pu le confirmer les représentants de l'Ordre des barreaux auditionnés. Il l'utilise pour faire croire à l'existence d'un problème.

Cette énième modification de la loi sur les étrangers relève, une nouvelle fois, d'une politique globale de stigmatisation. Le ministre des Finances étant à côté du secrétaire d'État, je rappelle qu'il est dommage que le gouvernement ne fasse pas preuve d'une telle énergie et d'une telle volonté législative quand il s'agit de s'attaquer à de vrais abus, comme la grande fraude fiscale, la culture de la cupidité ou les conflits d'intérêts épinglés dans les différents scandales qui émaillent la vie politique récente.

Lors des auditions, les ordres des barreaux ont notamment souligné l'absence de concertation dans l'élaboration de ce projet de loi. Nous y sommes habitués, de la part de ce gouvernement. Le point de départ de ce projet de loi, c'est l'affirmation qu'il n'y a pas assez d'abus sanctionnés. Il y a eu vingt cas depuis 2011, donc en six ans, sur environ 100 000 arrêts du Conseil du Contentieux des Étrangers (CCE), si on compte 18 000 arrêts par an. C'est infinitésimal.

Alors, il y a deux possibilités devant ce petit nombre de cas. Soit, le nombre de cas est beaucoup plus important mais ils sont non sanctionnés car la procédure est trop compliquée. C'est le fondement de ce projet de loi. C'est sur cette thèse que ce projet de loi est basé. Soit, deuxième hypothèse, le nombre de sanctions est extrêmement faible car le nombre d'abus est également extrêmement faible. C'est ce que nous ont dit les représentants des Ordres des barreaux francophones et néerlandophones. Je remarque au passage que les barreaux francophones et néerlandophones sont remarquablement unis pour défendre une seule et même démocratie.

Je cite Jean-Marc Picard du site avocats.be: "Que les arrêts condamnant un recours abusif soient peu nombreux est un fait qui ne saurait être contesté. La déduction qu'on doit tirer de ce petit nombre d'arrêts est qu'il y a, en réalité, fort peu de recours abusifs."

Contrairement au secrétaire d'État, les représentants que nous avons auditionnés, eux, ont des faits qui soutiennent leur thèse car un grand nombre de dossiers sont examinés. La plupart des cas étant introduits dans le cadre de l'aide juridique, ils ont la possibilité de vérifier ce qu'il y a dans les dossiers.

Le projet entend ouvrir la possibilité que tout se passe lors d'une même audience (examen au fond et caractère abusif éventuel du recours). Face aux critiques tant des acteurs de terrain que du Conseil d'État, la majorité a bien introduit un amendement qui prévoit la possibilité d'une deuxième audience mais celui-ci prévoit que le CCE peut, si nécessaire, suspendre ou reporter l'audience. Le CCE peut donc décider unilatéralement que ce ne soit pas le cas et l'avocat n'a alors plus aucune possibilité à sa disposition. Cela me paraît personnellement difficilement compatible avec le principe contradictoire qui doit permettre à la partie requérante et son avocat, et éventuellement l'avocat de l'avocat, de se défendre utilement dans un délai minimal, d'organiser la défense par rapport à des éléments précis qui seraient relevés à l'audience. On ne respecte donc pas le droit constitutionnel à un procès équitable. C'est l'avis non seulement des représentants des Ordres des barreaux mais également du Conseil d'État.

Enfin, s'il y a un problème en matière de procédure abusive, c'est plutôt de l'Office des Étrangers qu'il provient. Je pense notamment à la pratique du "carrousel" qui concerne les demandes de régularisation médicale sur la base de l'article 9ter, lorsque l'Office des Étrangers retire, à de nombreuses reprises, les décisions dans le cadre de procédures en cours, sans réexaminer sérieusement le dossier. Cela constitue une perte de temps considérable pour le CCE, qui, sous l'angle de l'efficacité tellement mise en avant par ce gouvernement, est très contre-productive.

Je considère que ce projet de loi est inutile, stigmatisant, anti-démocratique et tout à fait problématique, pour ne pas dire plus. Reprenant les arguments avancés par le gouvernement, j'ai joué le jeu et j'ai introduit en commission un amendement demandant à tout le moins que les abus de l'administration, quand ils existent – ce qui est le cas selon les acteurs de terrain –, soient également sanctionnés. Cela montrerait que l'efficacité n'est pas qu'un prétexte. Cet amendement a été rejeté en bloc par la majorité, démontrant par là que c'était bien un prétexte et que le véritable but était ailleurs, notamment dans la stigmatisation.

Nous nous opposerons à ce projet de loi. Je remarque que, malheureusement, les autres partis de la majorité suivent les dérives du secrétaire d'État. Nous avons eu l'occasion de discuter d'une autre de ces dérives lors des questions d'actualité. En voilà un nouvel exemple. Et la majorité fait bloc à sa suite. Cela ne vous grandit pas, chers collègues.


Olivier Maingain MR

Monsieur le président, comme les collègues qui sont intervenus, je suis d'avis que ce projet de loi a suscité une vive polémique car, une fois de plus, le gouvernement fait le choix non pas de la concertation – quoi qu'en dise le secrétaire d'État – avec les barreaux, mais celui de l'affrontement.

Lors de la présentation du projet en commission, M. Francken nous a affirmé que le projet de loi avait été rédigé en concertation avec les barreaux. Or les représentants des barreaux nous ont appris que le secrétaire d'État avait certes rencontré les représentants des barreaux flamands en décembre 2016, pas pour les associer à la rédaction de ce projet de loi, mais pour s'interroger sur la question générale des abus de procédure devant le Conseil du Contentieux des Étrangers. Ils nous ont dit qu'un consensus s'était certes dégagé, mais uniquement sur le principe de la communication des recours abusifs au bâtonnier.

Et nullement sur ce qui est proposé dans le projet, à savoir un véritable mécanisme qui nie le droit à la défense et à la représentation par un avocat du requérant.

Pour ce qui concerne le projet en tant que tel, celui-ci n’a donc été communiqué aux barreaux qu’une fois avalisé en Conseil des ministres, ce qui veut dire qu’ils n’ont absolument pas été associés à la rédaction de ce texte. Aucun consensus ne s’était, en effet, dégagé au préalable sur l’audience unique, sur les amendes ou encore sur les éléments permettant de déterminer leur montant.

Ce n’est que par la suite que deux réunions ont eu lieu avec les représentants des barreaux, mais leurs questions et leurs critiques sont restées sans réponse de la part des représentants du gouvernement. Il a donc fallu attendre les auditions des représentants des barreaux en commission parlementaire, le 13 juin dernier, pour qu’une esquisse d’évolution du texte puisse être envisagée mais totalement insuffisante.

En effet, dans sa première mouture, le projet prévoyait le principe d’une audience unique pour apprécier et le fondement du recours en tant que tel et l’éventuel caractère abusif du recours. Le principe d’une audience unique a largement été critiqué, car de toute évidence, on ne peut, au cours d’une même audience, sans donner l’apparence de méconnaître le principe de l’impartialité des juges, trancher de la question du fondement du recours et de son éventuel caractère abusif. Ce serait une entorse inacceptable aux droits de la défense et à deux de ses principes fondamentaux: la garantie de l’impartialité du juge et la procédure contradictoire.

L’impartialité des juges se doit d’être effective mais également apparente, c’est-à-dire que les parties au procès doivent en avoir la conviction en raison même des conditions de procédure qui leur sont garanties, de même que les parties doivent pouvoir bénéficier d’une procédure contradictoire, autrement dit, qui informe l’avocat suffisamment à l’avance et de façon motivée de la plainte invoquant un recours manifestement abusif, pour lui permettre de préparer ses arguments, ce que le projet de loi ne permet absolument pas.

Pourtant, la jurisprudence de la Cour constitutionnelle est claire. Une audience doit avoir lieu au cours de laquelle le requérant doit avoir l'occasion de s'expliquer sur le caractère abusif de son recours.

Les barreaux ont donc plaidé pour l'organisation d'une deuxième audience ou la possibilité de la reporter. Le projet de loi a certes été amendé mais insuffisamment, car la solution retenue n'offre pas les garanties exigées par la Cour constitutionnelle, puisqu'il n'est prévu que la possibilité de suspendre une audience, voire de fixer éventuellement une nouvelle date d'audience, sans que ce soit une obligation, dès lors qu'il serait soulevé l'argument du caractère abusif du recours.

Les effets pervers de l'audience unique ont donc été quelque peu atténués mais demeurent préoccupants, puisqu'il ne s'agit ici que d'une possibilité laissée à l'appréciation du Conseil du contentieux lui-même. Une telle possibilité est d'autant plus absurde et contradictoire avec les principes que j'ai rappelés qu'il n'est pas difficile d'anticiper l'attitude qui sera adoptée par certains membres du Conseil du contentieux puisque, de l'aveu même du secrétaire d'État, la demande de la suppression de la double audience provient précisément du Conseil du contentieux.

C'était certes défendable du point de vue du Conseil du contentieux mais pas au regard du principe du contradictoire et de la garantie d'impartialité des juges.

Ensuite, le projet insinue que les recours abusifs s'observent particulièrement en droit des étrangers. Pourquoi donc prévoir une procédure de sanction spécifique pour les recours abusifs devant le Conseil du contentieux, alors que les bâtonniers disposent déjà d'instruments légaux leur permettant de sanctionner les avocats à l'origine de recours abusifs, ces sanctions pouvant aller jusqu'à un retrait des honoraires ou une suspension temporaire du droit d'exercer la profession d'avocat?

Les auditions ont d'ailleurs souligné l'inutilité d'une telle procédure spécifique devant le Conseil du contentieux. Il a, en effet, été rappelé par d'autres qu'il n'y aurait eu que vingt recours abusifs introduits devant le Conseil ces six dernières années et que, dans le cadre de l'aide juridique de deuxième ligne, aucune matière ne fait l'objet d'autant de contrôles que le droit des étrangers où l'entièreté de la procédure est écrite. Les ordres des barreaux n'hésitent donc pas à refuser l'octroi de points pour des recours qu'ils jugent abusifs ou mal argumentés.

Il ressort de votre projet que le Conseil du contentieux dispose de critères pour apprécier le montant de l'amende - entre 125 et 2 500 euros -, mais pas pour apprécier le caractère manifestement abusif d'un recours. Au cours des travaux préparatoires, le secrétaire d'État a donné un aperçu des pratiques qui seraient, selon lui, abusives. Il n'en demeure pas moins qu'eu égard à la sanction que l'on veut infliger aux avocats et à leurs clients qui auraient eu la volonté d'introduire des recours abusifs, il convient que l'incrimination du caractère abusif soit clairement déterminée par des critères définis légalement. C'est une condition de sécurité juridique impérieuse, sous peine de confier un pouvoir abusif au Conseil du contentieux au regard de l'appréciation de ce que serait un recours qualifié d'abusif.

Dès lors, étant donné ces insuffisances juridiques notables, l'absence de fondement et de motivation des mécanismes ainsi prévus par le projet de loi et son risque d'inconstitutionnalité de plus en plus évident, nous considérons que ce projet de loi ne peut être que rejeté.


Staatssecretaris Theo Francken

Mijnheer de voorzitter, beste collega's, er is in de commissie al heel veel gezegd. Ik heb net het advies van de balies nog eens gehoord. Het is in de hoorzitting uitgebreid aan bod gekomen. Er zijn vier of vijf commissievergaderingen gegaan over de drie artikelen die vandaag voorliggen. Er is op alle vragen al uitgebreid geantwoord, maar ik zal mijn best doen om, naar uw goeddunken, nogmaals een aantal antwoorden te geven.

Ten eerste, zoals mevrouw Smeyers heeft gezegd, hebben wij gezien dat het huidige systeem, dat is uitgewerkt door de heer Wathelet en de toenmalige regering, suboptimaal werkt. Het organiseren van een tweede zittingsdag om een uitspraak te doen over een dilatoir gebruik gebeurt niet, aangezien de Raad voor Vreemdelingen­betwistingen een achterstand had van 30 000 dossiers, en op dit moment 20 000 dossiers. We hebben 10 000 dossiers ingelopen.

Ten tweede, het beboeten van de migrant heeft vaak geen nut, omdat hij al weg of gerepatrieerd is, omdat hij onvermogend is of omdat hij vaak gewoon niet echt op de hoogte is van de migratieprocedures in dit land. De advocaat stelt dan voor om in beroep te gaan, wat hij dan maar doet.

Dit wetsontwerp komt er op verzoek van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zelf. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen heeft hier actief aan meegewerkt en heeft dit wetsontwerp actief gepromoot. Hij blijft er voor 100 % achter staan, omdat hij ervan overtuigd is dat het een goede aanpassing is, die de suboptimale wet van de heer Wathelet & co grondig verbetert.

Ik denk dat wij dit ontwerp een kans moeten geven. Het huidige systeem werkt niet. Laten wij bekijken of wij het op één zittingsdag kunnen doen en of wij de advocaten kunnen responsabiliseren via de stafhouder en het boetesysteem gedeeltelijk kunnen aanpassen. Dat is wat er gebeurd is. Dat is wat voorligt in drie artikelen, met twee lezingen en alles erop en eraan.

Ik hoor dat het sop de kool niet waard zou zijn. Dat hebben wij ook gehoord bij de verstrenging van de vreemdelingenwet. Ik moet zeggen dat ik het sindsdien niet meer gehoord heb. Ik heb wel andere dingen gehoord over die wet, maar ik heb niet meer gehoord dat zij niet nuttig zou zijn.

Maar goed, laten wij het bekijken. Ik zal alleszins een gesprek hebben met de toekomstige nieuwe eerste voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en ik zal hem vragen, namens de regering, nadat de wet gepubliceerd is, meer aandacht te besteden aan het dilatoir gebruik en aan kennelijk onrechtmatige beroepen. Laten wij afspreken dat wij over een jaar de evaluatie doen. Wij zullen zien of er meer onrechtmatige beroepen zijn uitgesproken en of er meer straffen zijn uitgesproken.

Wij zijn er volop mee bezig. Ik heb vergaderd met de stafhouder van de Brusselse balie en met heel wat partners in het veld met de bedoeling het proceduremisbruik eruit te halen. Ik meen dat dit ook wel aan het lukken is, stap voor stap.

Mijnheer De Vriendt, u zegt dat wij er bijna waren, dat wij bijna een akkoord hadden. Ik meen dat wij niet echt onderhandeld hebben, maar goed, u kunt altijd akkoord gaan. U was bijna akkoord gegaan, ik meen dat men het zo moet interpreteren.

Er zijn wel twee zaken die mij tegen de borst blijven stuiten, en waar ook mijn fractie het niet mee eens is. Het kan zijn dat ik u niet goed begrepen heb, maar ik twijfel er niet aan dat u mij dan zult corrigeren.

Ten eerste, er is de negatieve rol van de Dienst Vreemdelingenzaken. Het klopt dat de Dienst Vreemdelingenzaken in sommige procedures zonder een uitspraak af te wachten een beslissing intrekt en een nieuwe beslissing neemt. U noemt dat abusief gebruik van de Dienst Vreemdelingen­zaken. Ik noem dat geen abusief gebruik van de Dienst Vreemdelingenzaken. Dat is perfect rechtsgeldig. Ik meen dat het soms goed is en de migrant kan helpen, bijvoorbeeld wanneer die moet wachten op een uitspraak van de Raad van State of van Cassatie. Dat kan heel lang duren en met lang wachten op een uitspraak in zo’n procedure is men als vreemdeling helemaal niet geholpen. Men wacht immers op een uitspraak over het wel of niet krijgen van een verblijfsrecht op Belgisch grond.


President Siegfried Bracke

Mijnheer Francken, mag ik u even onderbreken? M. Kir demande la parole.


Emir Kir PS | SP

Monsieur le président, lorsqu'on parle des abus de l'administration, on parle de recours qui sont introduits par l'avocat qui plaide le droit de l'étranger et qui font l'objet d'une décision favorable par le Conseil du Contentieux des Étrangers.

À ce moment, votre administration retire la décision et reprend une nouvelle décision. C'est ainsi que nous nous sommes retrouvés, en commission des Affaires intérieures avec des auditions durant lesquelles de nombreux acteurs, des avocats, le CIRÉ et bien d'autres institutions, nous ont expliqué ces situations. Systématique­ment, dans un certains nombre de dossiers, votre administration, quand elle perd la partie, retire la décision! Pour vous, ce n'est pas un abus? Ce n'est pas un abus?

À un moment donné, il y a une procédure: l'avocat introduit un recours auprès du Conseil du Contentieux des Étrangers. Ce conseil accepte ce recours et l'administration retire l'objet de la décision pour reprendre une nouvelle décision!

Deuxième round, de nouveau, on arrive à la même situation! Il existe des cas où trois ou quatre fois, en l'espace de deux ou trois ans, on constate les abus de l'administration. Cela s'appelle des abus aussi!

Ce que l'on reproche, et cela a été dit par d'aucuns, c'est que vous voyez des abus qui n'existent pas, puisque les abus des avocats dont vous avez parlé, ni vous, ni vos services, n'avez été capables de les démontrer. En effet, les barreaux flamand et francophone vous ont invité au mois de février à faire parvenir les plaintes.

Mais avez-vous des plaintes? De quoi parle-t-on? Pourquoi sommes-nous réunis aujourd'hui pour discuter d'un projet de loi qui ne repose sur rien, puisqu'il n'y a pas de plainte?

En revanche, là où il y a des abus et des problèmes, c'est lorsque des familles entières attendent leur régularisation ou des titres de séjour et que votre administration remet en question les règles, retire une décision prise et revient avec une nouvelle décision. Pour nous, cela constitue un abus.


Staatssecretaris Theo Francken

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Kir, ik denk dat u toch niet goed geluisterd hebt.

Hetgeen de Dienst Vreemdelingenzaken soms doet, is het volgende en dat deed hij ook onder de regering-Di Rupo en ook daarvoor. De Dienst Vreemdelingenzaken trekt soms, omdat hij denkt weinig kans te maken om te winnen, de beslissing in vóór het arrest van de RvV en neemt dan een nieuwe beslissing. Dat betekent dat de zaak zonder voorwerp is en dat de zaak geannuleerd wordt, er is geen voorwerp en dus ook geen uitspraak. Dat is wat de Dienst Vreemdelingen­zaken reeds jaren doet omdat men soms denkt dat men een bepaalde zaak waarschijnlijk niet zal winnen. Dan trekt de dienst zijn beslissing in vóór de RvV zich heeft uitgesproken, mijnheer Kir, niet erna. De dienst neemt dan een nieuwe beslissing en wacht niet op de uitspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Dat is hetgeen inderdaad soms gebeurt.

Dat is geen nieuwe praktijk. Ik geef mijn administratie niet de opdracht om dat te doen. Dat is niets nieuw. Dat is altijd zo geweest. Mijnheer De Vriendt, u zei dat u het daarmee niet eens bent, dat er daar ook een sanctie moet komen. Ik vind dat geen abusief gebruik.

Ten tweede, zegt u dat die advocaten natuurlijk wel moeten weten, als dat in één zitting is, dat het dan ook mogelijk tot een sanctie kan leiden. Dat is ook zo. Er wordt ook meegedeeld dat dit ook besproken kan worden, dat de rechter zich ook kan uitspreken over dat onrechtmatig gebruik. In die zin is dat correct. De advocaat kan vragen om de procedure te schorsen. Hij kan zeggen dat hij tijd nodig heeft om het verder te stofferen en om het te weerleggen. Daartoe kan de rechter van RvV beslissen. Dat is aan de rechter, dat is de discretionaire bevoegdheid van de rechter. Dat is logisch. Volgens mij geeft het voldoende garanties dat de advocaat zijn verweer kan geven, ook tijdens die eerste zitting, als de rechter aanstuurt op een veroordeling voor kennelijk onrechtmatig gebruik van de beroepsprocedure.


Wouter De Vriendt Groen

Mijnheer de staatssecretaris, het gaat er mij niet om dat de Dienst Vreemdelingenzaken in dergelijke gevallen de beslissing intrekt, want dat kan de dienst uiteraard doen. Het probleem is dat de dienst de beslissing intrekt omdat hij aanvoelt in het ongelijk te zullen worden gesteld door de Raad Voor Vreemdelingenbetwistingen en dan haast onmiddellijk een vrijwel gelijkaardige beslissing neemt, weliswaar met een lichte afwijking, om toch zijn eigen opinie door te drukken. De advocaat van de betrokken vreemdeling is daardoor verplicht om opnieuw beroep in te dienen. De advocaten met de vinger wijzen als zouden zij een carrousel van beroepsprocedures op gang brengen, is al te gemakkelijk, want die beroepsprocedures worden net geactiveerd en geïnitieerd door praktijken van de Dienst Vreemdelingenzaken. Het feit dat de Dienst Vreemdelingenzaken een beslissing intrekt als hij in het ongelijk wordt gesteld, is op zich niet het probleem, maar wel dat hij opnieuw vrijwel dezelfde beslissing neemt.

Ten tweede, u spreekt over de argumenten van de advocaat. Een advocaat die naar die ene zitting gaat, moet niet alleen weten of er hem al dan niet een klacht boven het hoofd hangt inzake onrechtmatig gebruik van beroepsprocedures, die advocaat moet ook weten welke argumenten hem voor de voeten geworpen zullen worden. Anders kan hij zich op die ene zitting toch niet verdedigen? Het is bijgevolg logisch dat de advocaat een tweede zitting vraagt, met tussenin bedenktijd zodat hij de tegenargumenten kan bestuderen.

Die twee punten blijven, ons inziens, overeind. Wij stonden in de commissie nochtans dicht bij een akkoord en het was mogelijk om een akkoord te bereiken na het debat dat we hebben gevoerd.


Staatssecretaris Theo Francken

Mijnheer De Vriendt, wat u zegt omtrent de beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken, vind ik een enigszins vreemde redenering.

Als de Dienst Vreemdelingenzaken een beroep dreigt te verliezen, dan wordt de beslissing ingetrokken, maar dan zal hij toch niet bijna exact dezelfde beslissing nemen? Die zal de DVZ immers vrijwel zeker opnieuw verliezen. Het klopt dus niet dat vrijwel dezelfde beslissing wordt genomen, want de DVZ weet dat hij dit juridisch niet zal halen. De motivering wordt aangepast of versterkt om de eventueel daaropvolgende procedure wel te winnen. Het zou nogal dom zijn, in geval van een beroep, om een beslissing weer in te trekken en vervolgens bijna dezelfde beslissing te nemen, waarin maar een half woord of een zin gewijzigd is. Dat wordt anders aangepakt. Wat u daarover zegt, is niet correct.

Ten tweede, u zegt dat de advocaat geen garanties heeft omdat de advocaat misschien geconfronteerd wordt met een veroordeling voor kennelijk onrechtmatig gebruik van de beroeps­procedure, waarop hij zich onvoldoende kan voorbereiden. Dan moet u mij toch eens vertellen hoe het komt dat die procedure, met de uitspraak van een kennelijk onrechtmatig gebruik, al jaar en dag bestaat in de Raad van State. Daarover heb ik u nog nooit iets horen zeggen of over horen klagen. Ik heb u nog nooit een wetsvoorstel weten indienen dat de rechten van de advocaten of de rechten van een cliënt in het kader van een beroepsprocedure bij de Raad van State geschonden zouden zijn. Ik heb daar geen weet van. U hanteert hier twee maten en twee gewichten. U zegt dat u dit wetsontwerp niet kunt goedkeuren omdat er volgens u onvoldoende garanties zijn voor de advocatuur. Bij de Raad van State is het echter al jaar en dag zo. Ik heb daar nog nooit iemand over weten klagen. Nooit. Hoe komt dat dan eigenlijk? Leg mij dat eens uit.


Wouter De Vriendt Groen

Het is niet omdat die praktijk bestaat bij de Raad van State dat het daarom een goede praktijk is. Uit de hoorzittingen die naar aanleiding van uw wetsontwerp zijn gehouden, hebben wij geleerd dat dit geen goede praktijk is. Het lijkt mij dus geen verstandig beleid om die nu opnieuw te gaan installeren. Integendeel, we moeten proberen om telkens nog beter te doen als er fouten worden vastgesteld.

Ten tweede, wat betreft de praktijk van de Dienst Vreemdelingenzaken die ik zonet heb beschreven, excuseer maar het gebeurt wel zo. Dat is trouwens als zodanig naar voren geschoven door de vertegenwoordiger van de Orde van Vlaamse Balies die we hebben gehoord, als zijnde problematisch. Dit is dus een getuigenis van de Orde van Vlaamse Balies die erop wijst dat de Dienst Vreemdelingenzaken wel degelijk zo handelt, een beslissing intrekken en dan opnieuw quasi dezelfde beslissing nemen, misschien in de hoop dat er geen nieuw beroep wordt ingesteld, dat de advocaat het opgeeft en dat men zo de beslissing kan doen standhouden.

Ik kan alleen zeggen dat het een goede zaak is dat we die hoorzittingen hebben gehad, dat we deskundigen hebben gehoord. Als de regering aan deze twee bezwaren tegemoetgekomen was, dan hadden wij dit wetsontwerp mee kunnen goedkeuren. We zijn dus gevorderd. Ook wat het amendement van de meerderheid betreft, zijn we – zoals ik daarnet heb gezegd – in de goede richting geëvolueerd. Alleen is het proces op een bepaald moment gestopt, waardoor de oppositie nu eigenlijk niet meer de gelegenheid heeft om zich aan te sluiten bij dat wetsontwerp. Dat is jammer, het had anders gekund.


Emir Kir PS | SP

Monsieur le secrétaire d'État, nous comprenons vos réponses. Mais, en définitive, que vous reproche-t-on? On vous reproche de nous présenter un projet qui vise à sanctionner les avocats pour des abus auxquels ils s'adonneraient en termes de recours introduits devant le Conseil du Contentieux des Étrangers.

Il faut une approche scientifique qui soit objectivée. On vous interroge sur les plaintes, leur nombre, leur quantité et vous êtes dans l'incapacité de produire quoi que ce soit. C'est cela qui est choquant.

Donc, si vous devez vous indigner, c'est par rapport à l'absence de plainte. Il n'y a pas de plainte. Il n'y a pas de problème et on vient avec un projet de loi qui stigmatise les avocats qui font leur métier dans le cadre des procédures qui existent. Des sanctions sont prévues actuellement auprès du barreau. Et vous venez avec un projet de loi qui stigmatise les avocats. C'est cela qui nous indigne et qui nous choque. Et vous avancez votre joker, à savoir M. Wathelet et les socialistes qui étaient auparavant au pouvoir. C'est à mourir de rire!

S'il y a effectivement des abus dans le chef de l'Office des étrangers, que cette pratique existait déjà auparavant, nous déposerons une proposition de loi pour fixer un cadre et pour éviter que les services publics abusent. En effet, des abus existent bel et bien. Quand une famille demande la régularisation et qu'elle obtient une décision positive du Conseil du Contentieux des Étrangers, que fait votre service? Il retire ladite décision et en reprend une nouvelle! C'est indigne! Combien de fois cela s'est-il passé? Trois, quatre fois, dans certains cas.

Rappelez-vous la régularisation médicale, monsieur Francken. Les intéressés sont venus en commission de l'Intérieur et ils ont témoigné de la situation. Il est ici question de personnes gravement malades qui ne demandent qu'une chose: pouvoir bénéficier d'une assistance médicale, pouvoir bénéficier d'un titre de séjour et avoir une vie normale ou, en tout cas, pouvoir la terminer pour un grand nombre d'entre elles. Que fait l'administration? À chaque fois qu'elle sent que le Conseil du Contentieux des Étrangers va délivrer une autorisation de séjour, elle intervient pour modifier la décision. C'est vicieux et cela nous indigne parce qu'aujourd'hui, vous stigmatisez les avocats qui n'ont rien à se reprocher.

Monsieur le secrétaire d'État, nous avons entendu des témoignages en commission de l'Intérieur, à l'occasion des auditions des instances et des associations. Nous vous demandons donc de renoncer à ce projet de loi qui stigmatise les avocats et qui ne sert à rien puisque vous n'avez pas été capable, en l'espace de six mois, de présenter un écrit, une plainte relative à un avocat qui ne ferait pas bien son travail.


Jean-Jacques Flahaux MR

Monsieur Kir, je peux comprendre votre indignation. Nous sommes en démocratie et je me battrai pour que vous puissiez dire ce que vous êtes en train de dire.

Je souhaiterais simplement que vous ayez la même indignation pour un pays qui vous est proche et qui enferme 150 000 personnes sans aucune décision de loi!


Benoît Hellings Ecolo

Monsieur Flahaux, je vous invite à juger nos collègues sur base de leurs actes et pas de leurs gènes.


Jean-Jacques Flahaux MR

S'il y a quelqu'un qui est antiraciste, c'est bien moi! Ici, ce n'est pas une question de racisme. Je dénonce une proximité idéologique!


Daphné Dumery N-VA

Ik wil het over iets totaal anders hebben.

Ik vind dat u de beroepsgroep van advocaten wel wat serieuzer mag nemen. Iemand die het vreemdelingencontentieux kent en weet wat de praktijken zijn van sommige beroepsprocedures, ziet in dat het wetsvoorstel dat hier nu voorligt, nodig is. Dat is ook nodig voor de advocaten die wel ernstig hun beroep uitvoeren. Bij elke beroepsprocedure is het namelijk de taak van de advocaat om eerst rechter te zijn en te oordelen of het nodig is om al dan niet in beroep te gaan. Wat het vreemdelingencontentieux betreft, is het geweten dat, wat sommigen ook mogen beweren, er advocaten zijn die systematisch copy-paste beroepsprocedures opstarten en zo het hele systeem lamleggen.

Als een administratie ziet dat ze fout is en die fout wil rechtzetten, vind ik dat ook niet meer dan normaal. Collega, wat u zegt over de advocatuur, is volledig fout. Zelfs de advocaten zelf zijn vragende partij om ervoor te zorgen dat deze beroepsprocedures ernstig worden aangepakt en vinden dat deze wetswijzigingen nodig zijn.


Emir Kir PS | SP

Monsieur le président, je voudrais répondre à ma collègue.

En commission de l'Intérieur, nous avons eu l'occasion d'entendre les témoignages des représentants des deux barreaux. Tous ont expliqué que les procédures en vigueur ne posaient aucun problème. En revanche, ils regrettaient l'absence de concertation avec le secrétaire d'État. Ensuite, ils ont fait remarquer que 19 plaintes avaient été traitées au cours des six dernières années. Au regard des milliers de dossiers examinés, ce nombre est infime, voire dérisoire. C'est pourquoi ils ne voyaient pas pourquoi le gouvernement venait avec un projet de loi.

Leur sentiment est que M. Francken et, malheureusement, la majorité, stigmatisent de la sorte le travail des avocats, vu que les plaintes n'existent pas. Je viens encore d'inviter le secrétaire d'État à les présenter. Or elles sont inexistantes. Vous le savez, quand on travaille, on ne perd pas son temps. Et M. Francken en fait perdre au Parlement. Pourquoi? Parce que cela lui permet d'adopter une posture politique. Ce sont des manœuvres politiciennes pour dire de ses détracteurs qu'ils défendent des étrangers! Pour continuer à taper sur ces derniers, il prend pour cible à présent les avocats, lesquels n'ont rien à se reprocher – tout comme les étrangers, au demeurant.


Monica De Coninck Vooruit

Mijnheer de voorzitter, ik wil nog eens herhalen dat wij tegen proceduremisbruik zijn. Wij hebben daarover lang gediscussieerd in de commissie. Wij moeten kijken wat het beste instrument is om daartegen in te gaan.

Ik wil hiermee vooral reageren op wat de collega van de N-VA zei. De advocaten hebben zelf gevraagd om een andere manier te zoeken om dat te doen.


Wouter De Vriendt Groen

Mijnheer de voorzitter, inderdaad, ter versterking van dat laatste argument.

De hoorzittingen waren interessant, mevrouw Dumery. De Orde van de Vlaamse Balies, dus de belangengroep van advocaten, heeft daar gesproken en heeft tegen het wetsontwerp geprotesteerd. Men wil het misbruik dat er zeker af en toe is op een andere manier aanpakken.