Proposition 55K1639

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances en vue d'étendre le droit à l'oubli.

General information

Authors
CD&V Leen Dierick
Ecolo Albert Vicaire
Groen Barbara Creemers
MR Florence Reuter
N-VA Anneleen Van Bossuyt
Open Vld Robby De Caluwé, Kathleen Verhelst
PS | SP Patrick Prévot
Vooruit Melissa Depraetere
Submission date
Nov. 12, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
data processing mortgage credit life assurance medical data insurance insurance contract insurance law illness

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR PVDA | PTB VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Oct. 27, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

Mme Leen Dierick et M. Albert Vicaire, rapporteurs, réfèrent au rapport écrit.


Anneleen Van Bossuyt N-VA

Mevrouw de voorzitster, vorige week droegen we allemaal een geel lintje op de Dag tegen Kanker. Op die ene dag staan we allemaal even stil bij alle mensen die geconfronteerd worden met kanker. We kennen allemaal wel iemand in onze omgeving die de ziekte heeft of al aan de ziekte gestorven is. Jammer genoeg is het voor veel mensen bijna een stempel die ze voor de rest van hun leven meedragen.

Veel mensen die op heel jonge leeftijd met die ziekte geconfronteerd zijn, ondervinden daardoor problemen. Die hebben geen zorgeloze jeugd gekend. Wanneer ze dan eindelijk zijn genezen van die zware ziekte en hun leven opnieuw willen opbouwen, komen ze evenwel voor veel hindernissen te staan. Ze willen bijvoorbeeld een huis kopen, gaan naar de bank en willen een schuldsaldoverzekering onderschrijven. Omdat ze in het verleden kanker hebben gehad, krijgen ze evenwel te horen dat ze ofwel geen schuldsaldoverzekering kunnen krijgen, waardoor het voor hen onmogelijk wordt om een huis te bouwen, ofwel een veel hogere premie moeten betalen. Met andere woorden, op die manier wordt het hen nog steeds verhinderd om hun toekomst uit te bouwen.

We wilden die jongeren dan ook de kans geven om ondanks hun zware jeugd toch een toekomst te kunnen uitbouwen. We wilden dat doen via het recht om vergeten te worden, dat momenteel al bestaat in onze wetgeving.

Het recht om vergeten te worden houdt vandaag in dat een verzekeraar bij de toekenning van de schuldsaldoverzekering geen rekening meer mag houden met het feit dat men kanker heeft gehad indien men al langer dan tien jaar geleden genezen werd verklaard. In het wetsvoorstel werden delen van het recht om vergeten te worden aangepast. Het eerste voorstel breidde het recht om vergeten te worden uit naar andere verzekeringen, onder andere de verzekering voor het gewaarborgd inkomen en de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Een ander voorstel ging over de uitbreiding naar de reisannulatieverzekering. Dat eerste voorstel zal er komen als een meerderheid van de Kamerleden er vandaag voor stemt. De reisannulatieverzekering heeft het definitieve wetsvoorstel niet gehaald.

Een tweede belangrijke element is de inkorting van de tienjarige periode tot vijf jaar voor jongeren die voor hun eenentwintigste verjaardag gediagnosticeerd werden met die vreselijke ziekte, kanker. Dat komt dus neer op een halvering van die periode, wat op die jonge leeftijd niet onbelangrijk is. Men wil juist dan immers opnieuw zijn leven uitbouwen. Voor sommige vormen van kanker, zoals bepaalde vormen van borstkanker, zal er zelfs een nog kortere periode mogelijk zijn in de toekomst. Voor jongeren zal die verkorting onmiddellijk gelden, voor anderen zal die in werking treden vanaf 2025. Wij zijn bijzonder blij dat die mogelijkheden rond het recht om vergeten te worden er komen.

Er is daarrond al meer gewerkt in onze commissie. Het voorstel van collega Dierick om chronisch zieken in die groep op te nemen werd hier ook al goedgekeurd. Dat was al een stap vooruit en ongetwijfeld zal wat hier vandaag ter stemming voorligt opnieuw een grote stap vooruit zijn voor die jongeren en voor ex-kankerpatiënten.

Ik ben dus heel blij dat we die stap vandaag zullen zetten, maar ik ben ook heel blij met de manier waarop we daaraan hebben gewerkt in de commissie. Zoals ik al zei, is dit een voorstel dat de N-VA-fractie op tafel had gelegd. De meerderheid zag daar ook de meerwaarde van in en diende een gelijkaardig voorstel in.

We hebben daarover in de commissie gedebatteerd en amendementen ingediend en het resultaat is een gezamenlijk resultaat van de meerderheidspartijen en onze fractie. Voor de buitenwereld moet het heel raar lijken dat we blij zijn dat we dat mee kunnen ondertekenen en onderschrijven aangezien we dat voorstel zelf hadden ingediend, maar de politieke wereld werkt anders dan de buitenwereld, dus dat is niet zo vanzelfsprekend. Ik wil de meerderheidspartijen dan ook bedanken voor de constructieve samenwerking in dit dossier.

Ik ben ervan overtuigd dat dit voor heel veel mensen een grote stap vooruit zal betekenen en ik hoop dat dit een voorbeeld mag zijn van hoe het in de politiek ook anders kan.


Patrick Prévot PS | SP

Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, permettez-moi d'amorcer mon introduction par un des nombreux témoignages qui nous sont parvenus lors de la discussion et de l'élaboration du texte qui nous anime aujourd'hui. Le voici: "Ma compagne a eu un cancer et est en rémission depuis neuf ans déjà. Nous venons d'acheter une nouvelle maison. Nous sommes tombés des nues: l'assurance nous fait payer une surprime énorme pour l'assurance solde restant dû, car elle considère que ma compagne est une personne à risque élevé. Elle est guérie. C'est dès lors une double peine pour elle."

Comme je l'ai dit, nous avons reçu énormément de témoignages de ce type lors de l'élaboration de ce texte. Ils montrent combien les assureurs tendent à oublier que le principe même de l'assurance, c'est la solidarité, le partage du risque et la protection de toutes et tous.

Spontanément, les assureurs acceptent les "bons risques" dans leur portefeuille d'assurance. Malheureusement, ils excluent trop souvent encore les "mauvais risques" ou imposent des conditions beaucoup trop sévères.

Nous devons évidemment nous interroger – c'est d'ailleurs ce que nous avons fait – sur le fondement scientifique de ces exclusions. Nous avons aussi voulu tenir compte, notamment, du rapport de la Fondation contre le cancer; ce rapport estime qu'aujourd'hui, les guérisons de cancer sont beaucoup plus fréquentes, de par l'évolution scientifique, et que le risque de récidive est bien moindre.

Dès lors, nous avons voulu coller à ces évolutions scientifiques. Mais surtout, nous avons également trouvé qu'il était tout à fait anormal, du point de vue de la solidarité, que des personnes guéries ne puissent pas définitivement tourner la page de leur maladie pour pouvoir se lancer dans un nouveau projet de vie dans des conditions normales.

On voulait mettre fin à cette double peine que les personnes qui ont malheureusement dû combattre un cancer devaient subir lorsque, guéries, elles se retrouvaient face au secteur assurantiel.

Cela fait des années que le parti socialiste lutte contre les discriminations liées à l'état de santé, notamment pour ce qui concerne l'accès aux assurances.

Je ne vais pas faire pas l'historique parlementaire, mais je voudrais quand même rappeler qu'en 2010, nous avons voté la loi Partika-Lalieux, qu'en 2018, le PS a été le premier parti à déposer une proposition de loi visant à mettre en place un droit à l'oubli et, qu'il y a quelques mois, avec d'autres collègues et Vooruit, j'ai déposé une proposition de loi visant à baisser de dix à cinq ans le délai standard pour exercer son droit à l'oubli. La France l'a fait, il y a quelques mois. Nous avons estimé que le momentum était propice pour revenir avec ce texte.

Aujourd'hui, comme Mme Van Bossuyt l'a dit, nous sommes ici devant vous pour vous proposer et voter dans quelques heures - le plus tôt sera le mieux, madame la présidente -, un texte sur lequel les membres de la majorité et la N-VA ont pu travailler pour aboutir à un texte consensuel, mais qui va dans le bon sens.

Dans le cadre de l'élaboration de ce texte, nous avons évidemment consulté les associations de patients, mais aussi les associations de consommateurs. Le gouvernement a également été d'une grande d'aide puisque le ministre Pierre-Yves Dermagne et la secrétaire d'État Eva De Bleeker ont contribué au travail d'amélioration de la législation sur le droit à l'oubli, conformément, d'ailleurs, à ce qui est prévu dans l'accord de gouvernement.

Je me réjouis, en tout cas, du texte, qui nous occupe aujourd'hui, qui contient trois avancées.

Première avancée, on va élargir le champ d'application du droit à l'oubli.

Aujourd'hui, le mécanisme du droit à l'oubli ne concerne que l'assurance solde restant dû. Demain, changement majeur, il couvrira également les assurances incapacité de travail et revenu garanti, et ce, pour tous les travailleurs, qu'ils soient indépendants, salariés ou encore fonctionnaires.

La deuxième avancée est la réduction progressive du délai standard pour exercer son droit à l'oubli. Dans le texte que nous avions déposé initialement, nous voulions passer directement de dix ans à cinq ans. Avec le texte qui nous est proposé aujourd'hui, nous arriverons à ce délai de cinq ans à l'horizon du 1ᵉ janvier 2025. Il y aura une étape, à savoir huit ans, dès la promulgation de la loi. Dès lors, dans quelques semaines, ce délai passera directement de dix ans à huit ans, et il sera raccourci à cinq ans le 1ᵉ janvier 2025.

La troisième avancée est l'attention particulière accordée aux personnes qui ont contracté un cancer avant l'âge de 21 ans. Pour ce public en particulier, nous avons voulu directement abaisser le recours au droit à l'oubli de dix ans à cinq ans dès la promulgation de la loi.

Chers collègues, je ne serai pas beaucoup plus long. Il s'agit bien évidemment là d'avancées importantes, attendues par les patients, par les associations de défense des patients et les associations de protection des consommateurs. Pour revenir au témoignage que je vous ai lu, il y a quelques instants, je pense évidemment à cette dame qui restera à jamais marquée par le combat qu'elle a dû mener pour s'en sortir, pour combattre cette maladie qu'est le cancer, et qui peut à nouveau aujourd'hui avoir des perspectives d'avenir, qui peut s'engager dans un projet d'achat d'une maison et qui, demain, aura peut-être moins de risques de se prendre ce fameux coup de massue, avec un assureur qui lui imposera une surprime pour son assurance solde restant dû.

Ces surprimes sont parfois augmentées de 1 000 % notamment parce que ces personnes ont eu la malchance d'avoir un accident de santé, n'ont pas eu la chance de bénéficier d'une bonne santé et doivent encore aujourd'hui malheureusement subir cette double peine. Le secteur des assurances leur rappelle les heures pénibles qu'a été leur combat contre le cancer.

C'est une véritable avancée que d'obliger les assureurs à ne plus tenir compte des risques liés à l'ancienne maladie de leurs clients. C'est l'objectif de cette loi. C'est la victoire des personnes qui ont vaincu le cancer et qui souhaitent vivre comme tout le monde.


Reccino Van Lommel VB

Mevrouw de voorzitster, collega's, we kennen allemaal mensen in onze familie of vriendenkring die op de een of andere manier met kanker worden geconfronteerd. Vaak loopt dat goed af. Soms loopt dat minder goed af. Wie uiteindelijk die vreselijke ziekte overleeft, moet op een gegeven moment ook de bladzijde kunnen omslaan. Het is bijzonder frustrerend om die ziekte te moeten blijven meedragen, wanneer men genezen is. Daardoor is het in een aantal gevallen onmogelijk om een verzekering te krijgen, zoals een schuldsaldoverzekering. Dat moet bijzonder erg zijn. Dit wetsvoorstel wil, door die periode van tien jaar te verminderen naar vijf jaar, ervoor zorgen dat die mensen deze bladzijde kunnen omslaan.

Dit onderwerp heeft in onze commissie al een bijzonder lang traject afgelegd omdat we al eerdere wetgeving in die zin hebben besproken en goedgekeurd. Het was dan ook heel duidelijk in de debatten die wij daarover hebben gevoerd, dat wij het er allemaal over eens zijn dat er vandaag een Kamerbrede meerderheid zal worden gehaald.

Daar ben ik bijzonder blij mee. Immers, hoe men het ook draait of keert, voor dit type wetgeving doen we het uiteindelijk. Daarom zitten we in dit Parlement. Het kan nooit de bedoeling zijn dat mensen die pech hebben gehad dit voor de rest van hun leven moeten blijven meedragen.

Ik begrijp dat de adviezen verdeeld zijn. Ik heb altijd begrip voor verschillende kanten van het verhaal en dat men zegt dat een beslissing op wetenschappelijke elementen moet zijn gebaseerd. Ik denk echter dat we in deze onze maatschappelijke functie als politici moeten vervullen. Dat betekent dat we die mensen moeten beschermen. Dat is onze taak en onze plicht.

Mevrouw Van Bossuyt heeft er reeds op gewezen dat we er nog niet zijn. Er zijn nog andere elementen die we in toekomstige wetgeving kunnen implementeren. Ik hoop dat we dat ook zullen doen en dat dit vandaag niet het sluitstuk is. Er zijn immers nog heel wat mogelijkheden.

Ik dank alle indieners van deze voorstellen. Veel mensen zullen ons dankbaar zijn als we straks dit wetsvoorstel goedkeuren.


Florence Reuter MR

Madame la présidente, madame Van Bossuyt, vous avez raison, ce texte mérite bien une intervention à la tribune. Je suis vraiment heureuse d'intervenir une nouvelle fois sur ce sujet essentiel qu'est le droit à l'oubli pour les personnes ayant été malades. Il s'agit ici d'une mesure concrète qui corrige une injustice profonde qui frappe celles et ceux qui ont pourtant déjà dû faire face à l'injustice de la maladie.

Le Parlement s'est exprimé à plusieurs reprises sur le sujet, et le texte dont nous débattons aujourd'hui vient apporter une nouvelle pierre à l'édifice. La loi de 2014 permettait de faciliter l'accès aux assurances crédits hypothécaires et crédits professionnels pour les personnes ayant souffert par le passé de pathologies cancéreuses ou chroniques spécifiques. Si, aujourd'hui, cette idée est, je l'espère, sortie de tous les esprits, à l'époque les personnes ayant par exemple souffert d'un cancer subissaient l'affront de se voir attribuer un refus d'assurance ou une surprime importante. Non seulement, ils avaient été malades, mais parce qu'ils avaient été malades ils étaient pénalisés. Quelle injustice!

Le travail devait donc continuer, s'étendre pour mettre fin à cette injustice de la façon la plus large possible. Il y a un an, nous votions à l'unanimité la proposition de résolution de Mme Dierick qui visait déjà à étendre le droit à l'oubli à d'autres maladies chroniques. Aujourd'hui, nous allons plus loin, et je remercie Robby De Caluwé d'avoir pu cosigner ce texte, mais je remercie aussi l'ensemble des commissaires qui ont mené un travail constructif sur cette proposition de loi.

Le texte prévoit deux choses. Il élargit le champ d'application du droit à l'oubli aux assurances incapacité de travail, mais surtout, en l'absence de rechute, les personnes qui ont vaincu la maladie pourront tourner la page puisque après cinq ans de rémission ils n'auront plus à en informer leur assureur. C'est fondamental de leur permettre d'avancer, de passer à autre chose, d'oublier cette étape douloureuse de leur vie et de ne pas en garder les stigmates sur le plan administratif et juridique. Et ça l'est encore plus pour les plus jeunes, qui ont déjà perdu une partie de leur enfance, de leur adolescence à lutter contre la maladie, alors qu'à 20 ans, on devrait tous pouvoir être insouciants. C'est pourquoi le délai d'information passera directement à cinq ans pour ceux qui ont contracté un cancer avant l'âge de 21 ans.

Je tiens à insister sur ce point car c'est à nous d'aider ces jeunes à regarder l'avenir avec confiance. Ce texte vous permet, chers collègues, d'offrir à ces jeunes la possibilité de redémarrer d'une page blanche et de regarder l'avenir avec confiance.

Le groupe MR soutiendra avec force ce texte, et je ne doute pas du bon sens de l'assemblée.


Leen Dierick CD&V

Mevrouw de voorzitster, collega's, wie getroffen wordt door kanker, gaat sowieso door een zeer zware periode. Gelukkig kunnen velen van hen rekenen op heel wat steun en voor velen is de behandeling succesvol. Desondanks krijgen zij achteraf vaak af te rekenen met negatieve financiële gevolgen. Ex-kankerpatiënten hebben het nog steeds moeilijk om, ondanks dat ze succesvol behandeld werden, een betaalbare verzekering te sluiten.

Inzake de schuldsaldoverzekering, die nodig is voor de aankoop van bijvoorbeeld een woning, heeft cd&v met de wet-Partyka al belangrijke stappen gedaan. In 2019 hebben wij met de invoering van het recht om vergeten te worden, ervoor gezorgd dat die verzekering niet meer geweigerd kan worden en dat de verzekeringnemers geen bijkomende premies moeten betalen. Dat was alvast een eerste stap, een belangrijke stap vooruit.

Die problematiek is er niet alleen bij een schuldsaldoverzekering. Wij zien bijvoorbeeld dat zelfstandigen die in het verleden kanker kregen, worden geweigerd voor een verzekering gewaarborgd inkomen. Zij worden dus eigenlijk twee keer geraakt, eerst door de ziekte en daarna door de verzekering. Collega's, wij delen daarover ongetwijfeld hetzelfde gevoel van verontwaardiging. Vanuit die verontwaardiging over die oneerlijke gang van zaken hebben we samen werk gemaakt van een oplossing voor de getroffen zelfstandigen.

In mijn resolutie, die bijna een jaar geleden werd goedgekeurd en waarnaar verschillende collega's al verwezen hebben, had ik het verzoek opgenomen om het recht vergeten te worden ook bij verzekeringen gewaarborgd inkomen, juridisch te verankeren. Met onderhavig voorstel wordt dat verzoek uitgewerkt. Het is eens te meer een stap vooruit.

Een ander punt dat wij wensten te herbekijken, was de standaardtermijn van 10 jaar. Ex-patiënten moeten dus na een succesvolle behandeling tien jaar wachten eer zij opnieuw aan dezelfde voorwaarden als voordien een verzekering kunnen aangaan. Dat is zeer lang en heeft een grote impact, des te meer op wie op zeer jonge leeftijd getroffen wordt door kanker Vandaar dat wij het verbod inschrijven voor verzekeringsondernemingen om de kankeraandoening 8 jaar na het succesvol beëindigen van de behandeling ertegen nog in rekening te brengen.

Bovendien gaat het om een overgangsfase, want vanaf 1 januari 2025 zal de termijn nog korter worden, 5 jaar. Met het referentierooster zal, zoals nu voor bepaalde kankeraandoeningen, een nog kortere termijn gelden. Voor jonge mensen voorzien wij meteen in een algemene termijn van 5 jaar.

Ook dat zijn belangrijke stappen vooruit. Het recht vergeten te worden, ligt mij, mijn fractie en onze partij, zeer na aan het hart. Wij zijn zeer tevreden dat er opnieuw stappen vooruit gedaan zijn om de toegang tot schuldsaldoverzekeringen en verzekeringen gewaarborgd inkomen te verbeteren voor wie getroffen wordt door kanker.

Het is heel fijn om vast te stellen dat we over de partijgrenzen heen hebben samengewerkt om onderhavige wettekst te kunnen realiseren. Ook dat hebben collega's al terecht onderstreept. We hebben een mooi bewijs geleverd dat er wel degelijk nog kan worden samengewerkt in de politiek, ook over zeer belangrijke thema's. Ik wil dan ook mijn oprechte dank uitspreken voor de initiatiefnemers, de indieners, maar ook aan alle collega's van de commissie voor Economie voor de zeer fijne en constructieve samenwerking Dat zouden we allemaal veel vaker moeten doen.

Mijn betoog afrondend, vraag ik met aandrang dat de regering ook snel werk maakt van de uitvoering van de andere verzoeken in mijn goedgekeurde resolutie. Niet enkel ex-kankerpatiënten worden immers geconfronteerd met een weigering van een schuldsaldoverzekering of van een verzekering gewaarborgd inkomen, ook heel wat mensen die aan een chronische ziekte lijden, botsen helaas op diezelfde muur. Ook dat raakt ons en ook daarvoor moeten we een oplossing proberen te vinden. Een chronische ziekte raakt iemand vaak in vele aspecten van zijn of haar leven; het mag hem of haar ook niet financieel raken. Ik doe dus een warme oproep aan de regering om het referentierooster uit te breiden naar chronisch zieken, zodat ook zij een betaalbare schuldsaldoverzekering of verzekering gewaarborgd inkomen kunnen krijgen. Ondertussen steunen wij alvast onderhavig wetsvoorstel.


Robby De Caluwé Open Vld

Beste collega's, wij zitten in het halfrond met een overtuiging, met een visie, althans daar ga ik van uit, en heel vaak spelen er persoonlijke drijfveren om een bepaald onrecht of bepaalde onrechtvaardigheid de wereld uit te willen helpen. Voor mij is een van die drijfveren mijn zus Kelly.

Kelly kreeg op haar twaalf jaar de diagnose diabetes type 1. Jaren later wilde ze zelfstandige worden. Nu, mijn zus leeft heel gezond, heeft dankzij de technologie haar ziekte perfect onder controle en is waarschijnlijk veel gezonder dan ik. Toch botste zij op een muur om een verzekering gewaarborgd inkomen als zelfstandige te krijgen. Zeen verzekeringsagent vergeleek haar zelfs met een huis dat in brand staat, en een brandend huis kan men niet verzekeren.

In 2018 nam ze het initiatief om toenmalig minister Kris Peeters een open brief te sturen, waarin ze haar verhaal deed. Ik hoef u niet te vertellen dat, toen ik vervolgens in 2019 zelf in het Parlement kwam, de druk op mijn schouders groot werd om dat probleem en die onrechtvaardigheid aan te pakken. We zitten uiteraard niet in de politiek voor onszelf of onze eigen familie. Onderhavig voorstel is vanzelfsprekend ook bedoeld voor de vele chronische patiënten, ex-kankerpatiënten en vele anderen die op dezelfde muur botsen.

Dit voorstel is voor al die duizenden patiënten die het ongeluk hebben om geboren te worden met een ziekte of die een chronische ziekte krijgen, die deze perfect onder controle hebben maar toch problemen krijgen om bepaalde verzekeringen af te sluiten. Dit voorstel is niet alleen voor zelfstandigen van toepassing, maar ook voor werknemers. Heel wat werknemers hebben een verzekering gewaarborgd inkomen. Zij zullen hiervoor voortaan ook in aanmerking kunnen komen, wanneer dit voorstel wordt goedgekeurd.

Een aantal collega's verwees naar vorige week, naar de Dag Tegen Kanker. Dat is inderdaad ook een belangrijk element. Er zijn heel veel kankerpatiënten, ook jonge kankerpatiënten, die vandaag op diezelfde muur botsen wanneer zij een schuldsaldoverzekering willen afsluiten of wanneer zij aankloppen bij een verzekeringsmaatschappij voor de verzekering gewaarborgd inkomen.

Het voorstel dat ik indiende, ging initieel uit van het uitbreiden naar de verzekering gewaarborgd inkomen. Ik ben zeker en vast blij met de initiatieven over partijgrenzen heen om daaraan een vervolg te breien, om ook die termijnen te verlagen naar vijf jaar. Dat is een goede zaak, want mensen die ziek zijn, mogen daarvoor inderdaad niet gestraft worden.

Ik kijk ook heel hard uit naar uitbreidingen naar andere chronische ziektes, zoals hiv, hepatitis C en mucoviscidose. Ik sluit mij aan bij de oproep van collega Dierick om ook werk te maken van een uitbreiding van het referentiekader, onder andere met diabetes. Het KCE maakt een studie daarover. Ik hoop dat wij daarvan snel resultaat zullen zien, zodat wij ook die ziekte kunnen toevoegen aan het recht om vergeten te worden.

Ik sluit mij ook aan bij alle dankwoorden die reeds zijn gedaan. Ik wil mijn collega Kathleen Verhelst vernoemen. Ik ben lid van de commissie voor Gezondheid maar ben met mijn collega overeengekomen om dit voorstel samen in te dienen. Ik was ook heel erg verheugd te kunnen vaststellen dat op een heel constructieve manier, over de partijgrenzen heen, is samengewerkt, om te komen tot het mooie voorstel dat hier vandaag voorligt.

Ik ben er ook van overtuigd dat wij in de toekomst nog een aantal stappen kunnen en moeten zetten. Ik heb echter ook geleerd in de drie jaar dat ik in dit Parlement zetel, dat men af en toe blij moet zijn met kleine stappen. Het is op die manier dat wij de wereld kunnen veranderen. En daarvoor zit ik hier.

Ik dank alle collega's en alle kabinetten die hebben meegewerkt aan het tot stand komen van dit voorstel.


Melissa Depraetere Vooruit

Mevrouw de voorzitster, zoals al is vermeld, is het ten eerste een belangrijke stap vooruit voor de jongeren die vóór de leeftijd van 21 jaar met kanker werden geconfronteerd. Dat vind ik zeer belangrijk, omdat juist die groep op zoek is naar een woning en er vaak mee geconfronteerd werd dat een woning voor hen gewoon niet mogelijk was. Het gaat niet enkel om een duurdere premie, maar de schuldsaldoverzekering werd vaak ook gewoon geweigerd.

Zoals de heer Van Lommel al even heeft vermeld, moeten er natuurlijk wetenschappelijke gegevens zijn en is het belangrijk dat daar onderzoek naar gebeurt. Wel moeten we erkennen dat dat veel werk vergt en bijzonder lang duurt. Dat mag ons evenwel niet tegenhouden om stappen vooruit te zetten waar dat mogelijk is. Bijvoorbeeld bleek uit onderzoek dat bij deze groep de overlevingskansen na vijf jaar niet zoveel verschillen van die na tien jaar. Het verschil is heel klein. Er houdt ons dus niets tegen om die stap al te zetten. Ik ben dus heel blij dat we dat vanaf 1 januari al kunnen doen. Ook in Nederland en Frankrijk is die beslissing trouwens al lang genomen.

Ten tweede zijn er een aantal samenwerkingsverbanden over de partijgrenzen heen, zoals dat ook het geval is voor de droogte en verzekering. Voor dit thema is dat belangrijk, omdat de verzekeringsmarkt een zeer vastgeroeste markt is. Voor die markt zijn er in de wetgeving veel minder wijzigingen doorgevoerd dan voor de energiemarkt en de telecommarkt. Dat zorgt ervoor dat mensen vasthouden aan hun contract en vaak veel te veel betalen. Bijvoorbeeld zijn er bij het recht om vergeten te worden, te weinig stappen gezet, omdat het veel tijd vergt om dat te onderzoeken. Ik ben blij dat er schot in de zaak komt en dat we ervoor zorgen dat nieuwe stappen worden gezet. Zoals gezegd, zijn er nog veel zaken waarin vooruitgang moet worden geboekt.

Mevrouw Dierick, ik zou ook graag willen dat de verzoeken uit uw resolutie worden uitgevoerd. Het gaat niet alleen om chronisch zieken. Ook mensen met bijvoorbeeld een zeer laag of een zeer hoog BMI worden vaak geweigerd of betalen een hoge extra premie. Dat is hallucinant, omdat er geen sprake is van overlevingskansen of grote risico's. Dat is pure winst voor de verzekeringssector. We zullen op dat vlak, ook in dit Parlement, zeker nog stappen kunnen zetten.


Catherine Fonck LE

Madame la présidente, chers collègues, cette proposition de loi est positive et nous la soutiendrons très volontiers. Siégeant dans de nombreuses commissions, je n'ai pas eu la possibilité d'intervenir en commission de l'Économie. Je me permettrai donc modestement d'attirer votre attention sur quelques points.

Tout d'abord, s'agissant du droit à l'oubli, on focalise souvent l'attention sur des personnes qui ont un cancer alors que d'autres pathologies non cancéreuses chroniques devraient, sur une base scientifique, être prises en compte. Il suffit de voir ce qui se passe dans les pays qui nous entourent. En France, par exemple, le droit à l'oubli est fixé à cinq ans pour tous les cancers, quel que soit l'âge, ainsi que pour l'hépatite C dont l'évolution a été extrêmement positive ces dernières années. Il y a donc encore du chemin à parcourir.

Le deuxième point que je souhaite mettre en évidence est le suivant. Aujourd'hui, les assurances ne traitent pas ces personnes comme les autres personnes sans pathologie médicale alors qu'elles ont une espérance de vie similaire. Appliquer deux poids, deux mesures pour une même espérance de vie moyenne démontrée – même si tout le monde peut avoir un accident et mourir précocement – est injuste et inéquitable.

Le troisième volet que je veux évoquer, comme d'autres l'ont fait, concerne le crédit immobilier. Reconnaissons que la moyenne des candidats à un crédit immobilier est au-delà de trente ans. En pratique, cette mesure d'oubli est utile pour un cancer diagnostiqué avant 21 ans. Cependant, il faut constater que pour les personnes ayant un cancer ainsi que pour les malades chroniques qui ont une espérance de vie identique à celles des personnes ne souffrant pas de maladie, du travail reste à faire.

Il me paraît que les assurances sont beaucoup plus restrictives en Belgique que dans d'autre pays. L'image que cela renvoie permettra, je l'espère, de faire bouger les lignes, un peu plus fort et un peu plus vite. Il s'agit d'abord et avant tout d'être justes et équitables, dans des chemins de vie parfois difficiles, où l'espérance de vie n'est pas nécessairement mise à mal. Ce deux poids, deux mesures ne se justifie donc pas.


Sophie Rohonyi DéFI

Madame la présidente, chers collègues, je tenais tout d'abord à remercier mes collègues, tant de la majorité que de l'opposition, qui ont défendu cette proposition de loi commune visant à étendre le droit à l'oubli.

Son extension à l'assurance incapacité de travail, autrement dit l'assurance revenu garanti, constitue une avancée sociale qui met fin à une profonde injustice. Encore aujourd'hui, des personnes qui ont lutté contre un cancer ou une pathologie chronique sont pénalisées dans leur reconstruction après leur guérison, puisqu'on leur impose un coût prohibitif pour leur assurance incapacité de travail ou même, on la leur refuse carrément.

La réparation de cette injustice s'inscrit dans le cadre plus global de notre lutte commune contre les discriminations en matière de santé. En effet, et ce fut voté voici quelques mois, ce critère protégé ne vise plus l'état de santé actuel ou futur, mais l'état de santé tout court. Cela implique que les personnes qui ont un passé médical - qu'il s'agisse d'une maladie, d'un accident, de complications ou encore d'une greffe - sont désormais clairement protégées contre des discriminations qui seraient basées sur ce passé médical. Notre pays devient ainsi le premier à inscrire le droit à l'oubli pour l'assurance incapacité de travail en prévoyant, par ailleurs, la possibilité de réduire - comme le prévoit le texte, par arrêté royal - le délai du droit à l'oubli pour certaines pathologies. C'est donc sans réserve et avec énormément de conviction que mon groupe soutiendra cette proposition de loi. Je vous remercie de votre attention.