Proposition 55K1108

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi donnant habilitation au Roi d'octroyer une garantie d'Etat pour certains crédits dans la lutte contre les conséquences du coronavirus et modifiant la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit et des sociétés de bourse.

General information

Authors
CD&V Steven Matheï
MR Benoît Piedboeuf
Open Vld Egbert Lachaert
Submission date
March 25, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
economic policy reflation infectious disease credit guarantee State aid

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR VB
Abstained from voting
PVDA | PTB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

March 26, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Patrick Dewael

Wij hebben dit voorstel in overweging genomen en de urgentie daaraan verleend. In de commissie voor Financiën en Begroting is de bespreking van dit voorstel ondertussen beëindigd.

Ik geef het woord aan de heer Bertels voor zijn verslag.


Rapporteur Jan Bertels

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal proberen een beknopt maar toch gedegen verslag te geven over de bespreking in de commissie voor Financiën deze namiddag van het wetsvoorstel van de heren Lachaert, Piedboeuf, Verherstraeten en Leysen tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verlenen voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen. Het is immers geen alledaags wetsvoorstel. Het betreft een mogelijke staatswaarborg van 50 miljard euro. Ik wil een gedegen verslag uitbrengen, omdat de minister er zelf om verzocht dat een aantal van zijn engagementen in de discussie meegenomen zouden worden en in het verslag neergeschreven.

Collega's, ik zal proberen de uiteenzettingen van alle leden die het woord hebben genomen, tot hun recht te laten komen.

De algemene bespreking van het wetsvoorstel begint met een inleidende uiteenzetting van de heer Leysen over de gezondheidscrisis en de sociaal-economische crisis van vandaag alsook over de noodzaak om de financiering van gezinnen, zelfstandigen, bedrijven en non-profitorganisaties te vrijwaren.

Het akkoord van 22 maart 2020 met de financiële sector is daarbij een belangrijk element. In dat akkoord is immers ook een garantieregeling en een verdeling van de lasten van de garantieregeling tussen de financiële sector en de overheid opgenomen.

Voorliggend wetsvoorstel strekt ertoe aan de Koning een machtiging te verlenen om een staatswaarborgregeling in te voeren in overleg en ruggespraak met de Europese Commissie, gelet op de thematiek van onregelmatige staatssteun.

In de eerste ronde van de besprekingen wijst de heer Crombez op de noodzaak om rust te brengen en zekerheid te geven. Voorliggend voorstel kan daartoe bijdragen.

Voor de sp.a-fractie is het van fundamenteel belang dat het systeem op een dusdanige manier wordt georganiseerd dat alle economisch gezonde bedrijven, kmo's en zelfstandigen liquiditeiten kunnen verkrijgen. Wij moeten beter doen dan ten tijde van de bankencrisis, toen aan te veel bedrijven, zelfstandigen en kmo's die an sich gezond waren, toch kredieten werden geweigerd.

Hierbij wijst hij in het bijzonder op het amendement nr. 3 van hemzelf en mezelf, dat handelt over de noodzaak tot monitoring om daadwerkelijk te kunnen zien wat er op het terrein in de reële economie gebeurt en om weigeringen van kredietaanvragen aan de FOD Economie te rapporteren, waarna ze dan in bepaalde gevallen aan Belfius, de bank in handen van de Belgische Staat, voor een eventuele herbeoordeling kunnen worden bezorgd. Dat moet mee garanderen dat er geen gezonde bedrijven door de mazen van het net glippen en failliet gaan.

Amendement nr. 4 van dezelfde auteurs verduidelijkt de tijdsafbakening voor de door het voorstel bedoelde leningen.

In dezelfde eerste ronde wijst de heer Loones op het belang van het bankenakkoord, waarbij het onderdeel van de garantieregeling belangrijk is, zowel voor onze economie als voor de stabiliteit van ons financieel systeem zelf.

Een goede juridische dekking is van fundamenteel belang, evenals de snelheid van werken. Hij wijst eveneens op het belang om de juiste doelgroep te bereiken, met name alle bedrijven die intrinsiek gezond zijn. De steun moet voldoende groot zijn. In de toekomst zal moeten blijken of datgene waarin we nu voorzien, voldoende is.

De heer Gilkinet wijst op zijn beurt op het gegeven dat zijn fractie achter het principe van de wet kan staan. Zijn fractie, zoals andere, hecht er belang aan dat de non-profitsector zeker niet vergeten wordt. Hij verwijst hiervoor naar amendement nr. 5.

Gelet op de snelheid waarmee onderhavig voorstel moet worden genomen, is ook waakzaamheid geboden. Welke criteria zullen de banken hanteren bij de beoordeling van de kredietaanvragen? Hoe kan een permanente dialoog tussen het Parlement en de regering geïnstalleerd worden?

In dezelfde eerste ronde wijst de heer Laaouej eveneens op het belang en de noodzaak van het voorstel en ook op het belang van het uitvoeringsbesluit, dat zal volgen. Hij vraagt naar de strategie die de regering zal hanteren, en naar de link met mogelijke of aangekondigde Europese maatregelen. Hij vraagt ook naar de coherentie met de Europese maatregelen of maatregelen van buurlanden.

Zoals vorige sprekers beklemtoont hij eveneens het belang dat de kredieten terechtkomen waar ze nodig zijn. Hij steunt het amendement nr. 3 van sp.a met betrekking tot de monitoring. Hij wijst ook op het belang van de kmo's in onze economie en vraagt een verduidelijking over de hypotheekleningen van particulieren, over de non-profitsector en het begrip gelijkgestelden met kredietinstellingen.

Tot slot wijst hij op eventuele budgettaire consequenties en op het mogelijk effect op de schuldpositie van België en de rentevoeten.

De heer Ravyts wijst ook op het belang van het bankenakkoord en op de financiering ervan voor onze economie. Hij vraagt evenzeer hoe het Parlement erbij betrokken wordt. Hij vraagt ook naar de betrokkenheid van Europa. Tot slot vraagt hij ook wat de minister bedoelde met zijn aankondiging om de FPIM een initiatief op bepaalde terreinen te laten nemen, een thema dat wat buiten het domein van het wetsvoorstel zelf ligt.

De heer De Vuyst juicht toe dat er een bankenakkoord tot stand kwam. Maar hij betreurt het dat de modaliteiten van het akkoord niet in de wet staan. Hij vindt dat een tekortkoming. Hij verwijst naar zijn amendement ter zake, evenals naar een amendement om voorwaarden op te leggen aan bedrijven die leningen verkrijgen, vooral inzake ontslagen.

De heer Arens wijst op de noodzaak de non-profitsector op te nemen en het Parlement er verder bij te betrekken.

Tot slot van de eerste ronde stellen de heren Vanbesien en Ben Achour nog enkele specifieke vragen over de bedrijven die onder het systeem vallen, de geldende kapitaalregels en de uitkering van dividenden.

In zijn repliek gaat de minister uitgebreid en punctueel in op de gestelde vragen en opmerkingen. Hij bedankt het Parlement voor de bijzondere parlementaire procedure. Alles gebeurt hier op één dag, maar zekerheid geven is nodig inzake gezondheid, jobs, financiën, en de garantieregeling waarin voorzien wordt, is essentieel voor ons economisch weefsel en de kredietverlening.

Hij is tevreden over het akkoord met Febelfin. De banksector laat hier niet alleen woorden zien, maar ook daden. De minister gaat ermee akkoord te werken via de Centrale voor kredieten aan ondernemingen en ook de weigeringen van kredietverstrekkingen maandelijks hier te rapporteren en te monitoren. Hij zal dat regelen per besluit.

Elke bank hanteert eigen evaluatiecriteria, die van precoronatijden in principe. Maar er zal ook hier geëvalueerd en gemonitord worden.

Er moeten vele zaken geregeld worden in het koninklijk besluit. Dat is onvermijdelijk, omdat er nog afspraken moeten worden gemaakt met de Europese Commissie. Het bankenakkoord is alleszins duidelijk het kader. De minister engageert zich er ook toe het koninklijk besluit in de commissie te komen toelichten.

De minister stelt ook duidelijk dat de non-profitsector betrokken wordt en hij stemt dan ook in met het desbetreffende amendement.

De algemene strategie bestaat erin een domino-effect, wat negatief zou zijn, te vermijden en te voorkomen dat de economie inklapt, wat finaal gevolgen kan hebben voor de rente.

Hypotheekleningen van particulieren zijn opgenomen in het bankenakkoord. Er zijn momenteel nog geen gelijkgestelden, maar het zou bijvoorbeeld kunnen dat sommige leasingmaatschappijen die ook aan financiering doen daaronder kunnen vallen. De activiteiten van de FPIM vallen buiten het bestek van deze wet, maar het zou wel kunnen dat ervan gebruik zal worden gemaakt voor bijvoorbeeld de luchtvaartsector, onder meer om de tewerkstelling in ons land te behouden.

De minister wees er tot slot nog op dat er vandaag een Europese Raad heeft plaatsgevonden omtrent het Europees Stabiliteitsmechanisme en de noodzaak aan coördinatie van de maatregelen. De intentie van het voorstel is te voorzien in working capital en het te versterken, vandaar het verschil in duurtijd van leningen met bijvoorbeeld Frankrijk. Wat de uitkeringen van dividenden betreft, ging hij akkoord met de zienswijze van de heer Ben Achour.

In de tweede ronde, die ik niet extensief zal behandelen, drukten verschillende sprekers hun appreciatie uit voor de verschillende engagementen van de minister. Sommigen lichtten ook hun voorwaardelijke steun nog eens toe.

Ik heb mijn amendement nr. 3 ingetrokken naar aanleiding van het engagement van de minister aangaande het besluit tot het verruimen van de werking van de kredietcentrale en de maandelijkse rapportage.

Er werd gestemd over de amendementen nrs. 4, 5 en 6. Amendement nr. 4 van de sp.a-fractie, amendement nr. 5 van de Groenfractie en amendement nr. 6 van de heer Leysen werden aangenomen. Bij de eindstemming over het voorstel waren er 16 stemmen voor bij 1 tegen. Er waren geen onthoudingen.


Sander Loones N-VA

Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer Bertels voor het uitvoerig en correct verslag. Wat wij deze ochtend besproken hebben in de commissie en deze namiddag hier in de plenaire vergadering is zeer belangrijk. Het gaat over mensen die moeite hebben om hun leningen te betalen en over ondernemingen die te weinig krediet hebben om deze moeilijke periode te overbruggen. Wij voorzien daarvoor in oplossingen en we doen dat ook heel snel. Dit wetsvoorstel is vandaag in overweging genomen, vervolgens is erover gestemd in de commissie en straks wordt er in de plenaire vergadering over gestemd. Volgende week kan de wet dan uitgevoerd worden, zodat dit alles begin april in werking kan treden. We bewijzen dus dat het Parlement zeer snel kan werken als er een crisis is. Dat is ook nodig.

Wij bewijzen ook dat er bij een crisis wordt samengewerkt. De bespreking in de commissie was zeer nuttig. De tekst is erdoor verfijnd en er zijn extra amendementen en engagementen gekomen. Bij amendement wordt de doelgroep van deze maatregel nu ook in de wet ingeschreven. Het is immers goed om die zekerheid te bieden. Ook de timing van het voorstel wordt nu in de wet geïntegreerd. Het is goed dat er in een wettelijke basis wordt voorzien.

Naast deze amendementen waren er ook engagementen en het is belangrijk dat we die in de plenaire vergadering benadrukken. Het waren immers belangrijke engagementen van de minister, en dat siert hem. Zo is er het engagement om met het uitvoeringsbesluit naar het Parlement te komen vóór het wordt ingevoerd. Verder was er het engagement om het resultaat van deze wetgeving te monitoren en op te volgen. Het Parlement zal hierbij betrokken worden, zodat we kunnen zien of de centen ook effectief daar terechtkomen waar ze moeten zijn.

Die amendementen en engagementen wijzen op de goede samenwerking hier in het Parlement, maar ook op het terrein. Vergeleken met andere Europese landen is hier een systeem uitgewerkt waarbij de banken zelf een belangrijk deel van het risico op de eigen schouders willen nemen. We zullen moeten monitoren hoe dat werkt, maar het is in elk geval een belangrijk verschil. Het siert hen dat zij die verantwoordelijkheid willen nemen.

Zal dit werken en zal het volstaan? Het engagement is in elk geval groot, want het gaat om 10 % van het bbp, ongeveer 50 miljard impliciete staatsschuld die wij hier aangaan. Het zal onze taak zijn en die van de regering om ervoor te zorgen dat het geld terechtkomt bij de ondernemers die het nodig hebben. Daarbij zal die first-lossgarantie, die risicodeling, het belangrijkste punt worden in de afweging. Het risico bestaat dat de banken misschien iets te terughoudend zullen zijn omdat ze weten dat ze risicovolle kredieten zullen verstrekken. Aan de andere kant moeten we er wel voor zorgen dat de ondernemingen die centen krijgen. Dat wordt in elk geval het specifieke aandachtspunt voor het Parlement.

Mijnheer de voorzitter, dit is toch wel een zeer bijzondere wet, niet alleen omdat zij in een crisisperiode wordt afgesloten, maar ook omdat wij ruime machten en opdrachten geven aan de regering om dit uit te voeren via koninklijk besluit. Wij hebben dat gekaderd door amendementen en engagementen, maar de machtiging blijft nog altijd zeer ruim.

Echter, het is niet omdat men iets mag doen, dat men het ook moet doen. De regering kan beslissen zonder het Parlement, maar dat betekent nog niet dat de regering verplicht is om zonder het Parlement te beslissen. Deze oproep willen wij echt lanceren: als de mogelijkheid bestaat om niet via een koninklijk besluit te werken, maar om toch voluit in een wettelijke regeling te voorzien in de Kamer, dan blijft dat de sterkste garantie, de sterkste zekerheid op de markt. De regering kan, indien dat nodig is, werken met koninklijke besluiten, maar wij staan ter beschikking om ten dienste te zijn van het Parlement.


Georges Gilkinet Ecolo

Monsieur le président, c'est une première mesure concrète, importante et nécessaire qui sera votée, dans quelques minutes, par ce Parlement, pour soutenir le monde économique.

Soit dit en passant, c'est une démonstration de l'utilité, de la nécessité de disposer d'un État fédéral, en l'occurrence fort, capable de mobiliser des moyens et de venir en aide au secteur économique dans le but d'éviter des faillites, des pertes d'emploi, des drames au sein des familles en mobilisant une garantie de 50 milliards d'euros.

J'entends beaucoup de collègues qui remettent en cause l'importance d'investir dans un État, de maintenir un État fédéral fort. On peut se rassurer et se dire qu'on est capable, dans les circonstances exceptionnelles que nous vivons, de réagir rapidement et fortement. Il faudra procéder à une évaluation pour voir si la réaction est assez forte.

Ces mesures sont décidées dans un contexte d'urgence, avec des délais très rapprochés, une délégation extrêmement large au gouvernement qui justifie toute notre vigilance et toutes les questions que nous avons posées quant à son contenu.

J'ai souligné, en commission, la qualité, malgré les circonstances, du dialogue que nous avons pu avoir avec le ministre et le gouvernement. Ce dialogue a permis d'ajuster certains éléments du texte, avec des engagements auxquels je veux croire, qui se sont déjà traduits, pour certains dans des amendements au texte, des engagements sur le monitoring du système. Ce n'est pas anodin d'engager 50 milliards d'euros. Il faudra s'assurer que ce montant soit bien utilisé, qu'il bénéficie aux secteurs qui en ont effectivement besoin. Il faudra exercer une surveillance rapprochée des pratiques des banques en matière de prêts aux entreprises qui devront faire de bons choix. Il faudra également prévoir des possibilités de recours pour les entreprises qui auraient été laissées de côté.

Nous avons également réclamé une capacité de suivi législatif rapproché, puisque de nombreuses décisions devront être prises par arrêtés royaux. Le ministre s'est engagé, dès la semaine prochaine, à venir présenter au Parlement le contenu de ces arrêtés royaux. C'est fondamental pour nous.

Et puis surtout, et c'était essentiel aux yeux des écologistes – nous l'avons dit et répété à plusieurs reprises au cours des derniers jours –, le texte, grâce à un amendement que nous avons déposé et qui a été soutenu unanimement, visera aussi à apporter des garanties bancaires aux acteurs du secteur non marchand. Ce secteur joue, dans ce contexte de crise, un rôle capital, que ce soit le secteur des soins de santé, de l'aide aux personnes, l'ensemble des ASBL. C'est aussi le cas dans notre vie de tous les jours, hors crise sanitaire.

Nous étions déjà convaincus de soutenir ce texte, pour des raisons de soutien au secteur économique, avec une attention particulière, dans notre chef, aux PME et aux indépendants. Vous comprendrez que nous le sommes d'autant plus grâce à cet amendement qui a été voté et dont nous surveillerons la mise en œuvre de façon très attentive. Je vous remercie.


Ahmed Laaouej PS | SP

Monsieur le président, soutenir l'économie réelle, c'est, face à la crise sanitaire qui s'impose à nous dans les conditions tragiques que nous connaissons, une impérieuse nécessité. Si on ne veut pas que la crise sanitaire soit négativement doublée d'une crise économique et sociale, il nous faut agir rapidement et efficacement pour faire en sorte que notre tissu économique, et donc social, puisse surmonter cette épreuve.

C'est la raison pour laquelle le gouvernement s'est engagé, avec certains acteurs du secteur financier, avec le soutien de la Banque nationale, à faire en sorte que nos entreprises puissent continuer à obtenir des financements, des prêts. Cela concerne nos entreprises, qu'elles soient en forme de sociétés, ou d'indépendants. Elles pourront également compter sur un rééchelonnement, un report des remboursements. Cela vaut aussi pour les particuliers, les ménages, pour leurs crédits hypothécaires.

Cela permettra de consolider notre système économique. Dans le même temps, l'État prend un engagement colossal: 50 milliards d'euros, ce n'est pas une bagatelle.

Nous attendons de voir l'arrêté royal qui mettra en œuvre l'accord conclu avec le secteur financier. Le ministre s'est engagé en commission à informer le plus rapidement possible le Parlement sur le contenu de cet arrêté. Il n'en demeure pas moins que nous souhaitons prendre nos responsabilités et que nous allons voter cette loi d'habilitation qui donne un pouvoir assez large au gouvernement. C'est la raison pour laquelle il faudra assurer un suivi de la mise en œuvre de cette loi d'habilitation. Le ministre s'y est engagé et je ne doute pas que cet engagement pris en commission sera réitéré ici en assemblée plénière.

Je dois aussi me réjouir de l'extension du système aux entreprises du secteur non marchand. Je l'ai dit, le secteur non marchand est une composante de l'économie. L'économie, c'est produire des biens et des services qui répondent aux besoins de la population et c'est donc un des aspects de notre système économique. Il est bon qu'il puisse également profiter de cette garantie d'État et du report des échéances de remboursement des crédits.

Il y a encore une série de questions qui se posent. Que faut-il entendre par "entreprises assimilées à établissements de crédits"? Le ministre a évoqué un certain nombre de choses en commission et je renvoie aux travaux.

Je me suis inquiété des incidences budgétaires potentielles. C'est la raison pour laquelle j'ai pris bonne note de la mise en place d'un monitoring, autant que faire se peut, qui veillera d'abord à identifier le nombre de crédits concernés – et dès lors à voir comment ces crédits évoluent – et quels engagements de garantie doivent être finalement déclenchés. Nous verrons de manière plus générale et macroéconomique l'évolution des taux d'intérêt. En même temps, cette garantie de 50 milliards n'a-t-elle pas vocation à éviter que nous ayons, s'agissant de notre système financier – dont on sait que, du fait de Bâle II et Bâle III, les exigences en termes de capitalisation de fonds propres ont augmenté, ce qui signifie que la solvabilité des banques est plus importante –, un problème de solvabilité voire de liquidités dans le chef des banques?

Monsieur le président, il nous faut maintenant une évaluation et un rendez-vous avec le ministre en commission des Finances pour qu'il nous explique comment il a mis en œuvre cette loi d'habilitation.


Kurt Ravyts VB

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik ben ook een van de herauten van de parlementaire democratie, zoals collega Calvo het daarnet omschreef. Ik was wel degelijk aanwezig in de commissie voor Financiën en Begroting en heb daar mijn constructieve medewerking verleend aan de bespreking van dit wetsvoorstel. Het is misschien ijdele hoop, maar de simpele schema's die in dit halfrond worden gehanteerd, tarten soms alle verbeelding.

Mijnheer de minister, het garantieschema van 10 % van het bbp, 50 miljard euro impliciete schuld, is echt een spreekwoordelijke bazooka. Dat ligt inderdaad proportioneel in de lijn van de garantieregelingen in de buurlanden en is zeker een belangrijk signaal ten aanzien van het economisch weefsel. Wij horen bijna om de zoveel uur zeggen dat de kosten met miljoenen euro oplopen.

Onze manier van werken hier vandaag is weliswaar spectaculair, maar komt niets te vroeg. Samen met de collega's kijk ik uit naar het vervolgverhaal, namelijk het uitvoeringsbesluit, waarvoor u zich hebt geëngageerd om ermee naar de commissie te komen.

Heel wat zaken worden via dat koninklijk besluit geregeld. Ik heb begrepen dat er momenteel nog gesprekken aan de gang zijn met de Europese Commissie, maar dat dit heel weldra kan worden gefinaliseerd. Ik begroet de permanente monitoring, weliswaar via het geaggregeerd cijfermateriaal, waarvoor verschillende collega's een pleidooi hebben gehouden en dat zelfs in amendementen ter zake hebben vertaald.

Niet direct in de marge, maar wel los van de garantieregeling voor bedrijven, vormen de hypotheekhouders uiteraard een belangrijk aandachtspunt. Ik heb vernomen dat morgen al alles in werking zou treden. Argenta heeft bijvoorbeeld bekendgemaakt dat er momenteel nog overleg in de sector loopt over de modaliteiten. De maatregelen zouden eigenlijk morgen moeten ingaan. Ik kijk natuurlijk uit naar objectieve criteria die alle banken samen zouden hanteren, bijvoorbeeld rond het uitstel van hypotheekaflossingen. Ik ga er natuurlijk mee akkoord dat u – impliciet alvast – hebt gezegd dat banken momenteel het best niet te veel kapitaal laten wegvloeien, omdat de buffers wellicht zullen moeten worden aangesproken. Zij houden het best zoveel mogelijk liquiditeit. Dan gaat het natuurlijk over de dividendenkwestie, mijnheer de minister.

In ieder geval moet het Parlement het uitvoeringsbesluit en de gehanteerde selectiecriteria heel goed bekijken: welke bedrijven komen in aanmerking en welke niet? Het Vlaams Belang zal het voorliggend wetsvoorstel alvast volledig steunen.


Steven Matheï CD&V

Mijnheer de voorzitter, vandaag is hier al vele malen gezegd dat het uitzonderlijke tijden zijn die uitzonderlijke maatregelen vergen. Wat nu voorligt, is een van die uitzonderlijke maatregelen. Het gaat over een staatswaarborg van maar liefst 50 miljard euro. Naast de andere economische maatregelen, zoals het overbruggingsrecht, de tijdelijke werkloosheid en uitstel van belastingen, is dit een toch wel heel belangrijk element voor het economisch herstel of ter voorkoming van economische catastrofes.

Een heel aantal bedrijven, non-profitinstellingen en zelfstandigen zijn namelijk niet voldoende geholpen met de reeds genomen maatregelen of hebben te maken met een heel aantal vaste kosten waarmee zij momenteel in de problemen komen. Voor hen is het heel belangrijk om snel kredieten te kunnen afsluiten. In deze economisch moeilijke tijd is dat niet heel evident. Daarom is die 50 miljard euro aan staatswaarborg belangrijk.

Het is ook belangrijk dat er spelregels bepaald zijn. Ze staan in het akkoord met de banken, in de toelichting van het wetsvoorstel en ook in de wet zelf. Ze worden verder uitgewerkt in het koninklijk besluit. Voor ons is het inderdaad belangrijk dat het gaat om levensvatbare bedrijven, dat er een maximumrente is afgesproken en dat ook de termijn vast bepaald is, namelijk tot 30 september en voor een krediet van maximum 12 maanden, eventueel verlengbaar als de toestand het noodzakelijk maakt. Last but not least nemen de banken voor een stuk ook deel in het risico en de kosten.

Het gaat om een bijzondere procedure, een snelle manier om dit wetsvoorstel goedgekeurd te krijgen, in combinatie met het uitgebreid koninklijk besluit dat nog moet volgen na validatie door de Europese Commissie. Wij zijn alleszins blij dat de minister bevestigd heeft dat het koninklijk besluit in nauwe samenspraak met het Parlement, met de commissie voor Financiën, zal worden opgesteld, en dat er via de kredietcentrale gerapporteerd zal worden over de afgesloten en de geweigerde leningen.

Onze fractie zal dan ook dit wetsvoorstel volop steunen omdat het noodzakelijk en essentieel is. De banken moeten in deze onzekere tijden nog op een gemakkelijke manier noodzakelijke kredieten kunnen verschaffen aan onze bedrijven, zelfstandigen en non-profitinstellingen. Op die manier is dit een essentiële schakel in de economische steunmaatregelen.


Steven De Vuyst PVDA | PTB

Mijnheer de voorzitter, zoals ik daarnet ook heb gezegd in de commissie, vinden wij het uiteraard goed dat er een akkoord werd gesloten tussen de overheid en de banksector om te voorzien in dat garantiefonds. Ook is er de mogelijkheid die wordt geboden aan heel veel gezinnen, zelfstandigen en kmo's om even naar adem te kunnen happen. Zo krijgen gezinnen uitstel van afbetaling van hypothecaire leningen tot 30 september. Daarnaast wordt ook vermeden dat heel wat bedrijven in liquiditeitsproblemen komen en dat er een domino-effect ontstaat, doordat de overheid tussenkomt om de banken te stimuleren om kredieten te geven aan de bedrijven, waardoor wordt vermeden dat de coronacrisis ook een zware economische crisis wordt.

Met dat akkoord worden de banken mee in het bad getrokken. Zij worden tot 3 % aangesproken om de verliezen op te vangen. In die zin doet de banksector nu misschien iets terug voor de gemeenschap, waar wij in 2008 klaarstonden met tientallen miljarden euro om de banksector te behoeden voor een financieel fiasco. De werkende bevolking heeft daarvoor wel het gelag moeten betalen met tien jaar onophoudelijke besparingen.

Een kleine zijsprong. Ik merk, zoals reeds aangehaald door de collega's, dat we op een halve dag de volledige parlementaire werkzaamheden kunnen afronden: inoverwegingneming bij aanvang van de plenaire vergadering, behandeling in de commissie en nu weer hier, met straks nog de stemming over dit wetsvoorstel. Op een halve dag tijd wordt er 50 miljard euro vrijgemaakt opdat de banken verder leningen zouden kunnen verstrekken. Vijf maanden geleden hebben we nochtans heel lang gepalaverd en gediscussieerd om 400 miljoen euro toe te kennen aan de zorgsector. Het kot was te klein, vooral voor de rechtse partijen. Het was onverantwoord en wat weet ik nog allemaal. Dat zijn trouwens de mensen die nu levens redden. 400 miljoen euro voor de zorg, daarover werd moord en brand geschreeuwd, maar op een halve dag in 50 miljard voorzien, dat is geen probleem, daar wordt korte metten mee gemaakt.

Het neemt niet weg dat wij ook vinden dat het gesloten akkoord goed en noodzakelijk is om alle zelfstandigen, gezinnen en kmo's te helpen de crisis door te komen.

Wij vinden het echter wel straf dat er een hemelsbreed verschil is tussen het akkoord en het wetsvoorstel. In het wetsvoorstel is geen enkele voorwaarde of modaliteit van het akkoord opgenomen. Daar hebben wij een fundamenteel probleem mee. Het enige wat erin staat, is het maximumbudget van 50 miljard euro, waarvoor de overheid garant staat.

In het akkoord staat dat de banken aanspreekbaar zijn voor de eerste 3 % die verloren zou gaan, als bedrijven kredieten niet zouden terugbetalen. De banken zouden die dus zelf dragen. Dat staat echter niet in het wetsvoorstel. In het akkoord staat dat het per lening mag gaan om een maximum van 50 miljoen euro, maar dat staat niet in het wetsvoorstel. In het akkoord staat dat de maximale rente op de leningen 1,25 % mag bedragen, maar dat staat niet in het wetsvoorstel. Wat staat er wel in het wetsvoorstel? In artikel 2 staat dat de regering de voorwaarden en modaliteiten van de staatswaarborg zal bepalen.

Het voorliggend wetsvoorstel heeft met andere woorden niets te maken met het akkoord dat gesloten is. Letterlijk genomen is het wetvoorstel gewoon een blanco cheque van 50 miljard euro, op basis waarvan de regering eigengereid en naar eigen goeddunken zelf kan beslissen onder welke voorwaarden en met welke modaliteiten het garantiefonds opgezet kan worden.

Ik heb in de commissie gemerkt dat sommige collega's daarmee aan het worstelen waren, want een aantal van hen heeft zich als medeauteur teruggetrokken. Ik vermoed dat het daarmee iets te maken heeft.

Wij zijn tegemoetgekomen aan de bekommernis die wij hadden door zelf een amendement in te dienen waarmee wij de tekst van het akkoord dat overeengekomen is tussen de minister en de banksector effectief willen integreren in het wetsvoorstel. Dat lijkt mij logisch. Momenteel staat het namelijk in detail uitgelegd in de memorie van toelichting, maar het is niet opgenomen in het wetsvoorstel.

Jammer genoeg is men niet op het amendement ingegaan. Dat vinden wij zeer jammer.

Wat vinden wij ook jammer? Als de overheid een garantie toestaat op leningen die door de banksector aan bedrijven worden verstrekt, zijn daar geen voorwaarden aan gekoppeld. Daarom willen wij ook een grendel inbouwen om er zeker van te zijn dat bedrijven die van een lening met staatsgarantie willen gebruikmaken, niet tot ontslagen om economische redenen of collectieve ontslagen overgaan. Het is logisch dat we dit in het wetsvoorstel opnemen, ook om het inkomen van de werknemers te beschermen. Men kan als belastingbetaler wel tussenkomen om te garanderen dat bedrijven niet over de kop gaan, maar die bedrijven zullen er op hun beurt voor moeten zorgen dat, als ze daarvan gebruik willen maken, de werknemers die zij tewerkstellen kunnen blijven beschikken over hun inkomen, over hun koopkracht, wat belangrijk is om de economische motor in gang te houden. We zijn het eens met garanties voor de bedrijven en veel kmo's, maar wij hadden dat ook graag gezien voor de werknemers. Dat amendement is jammer genoeg ook weggestemd.

Ik heb ook gezien dat het wetsvoorstel verbeterd is. Er zijn een aantal amendementen aangenomen. De non-profitsector is bijvoorbeeld opgenomen als een van de begunstigden van de kredieten. Zij worden ook gevat door het garantiefonds, wat een goede zaak is.

Nogmaals, PVDA-PTB vindt wel dat die garantie er moet komen, maar dat is geen rechtvaardiging voor het feit dat de regering zelf naar eigen goeddunken kan beslissen wat er met dat garantiefonds moet gebeuren. Het is charmant om te horen van de minister dat hij naar de commissie kan komen om het koninklijk besluit toe te lichten, maar niets verplicht hem om naar de commissie te komen. Daarmee blijven wij een fundamenteel probleem hebben, evenals met het totale gebrek aan garantie voor het behoud van tewerkstelling.

Daarom zullen wij dit wetsvoorstel niet goedkeuren.


Florence Reuter MR

Monsieur le président, je serai très brève.

Je voudrais juste préciser qu'aucun coauteur de la proposition de loi n'a retiré son nom. Il y a eu, à la base, une erreur des services qui s'étaient basés sur la proposition de loi visant à octroyer les pouvoirs spéciaux. Je répète qu'il n'y a pas de retrait de coauteurs. Une rectification a simplement été apportée car le secrétariat de la commission avait recopié, dans l'urgence, les noms des auteurs de la proposition de loi accordant des pouvoirs spéciaux. En tant que présidente de la commission, je peux affirmer qu'il n'est nullement question d'une volonté ou d'un acte politique.


Christian Leysen Open Vld

Mijnheer Bertels, ik dank u voor het verslag.

Collega's, ik dank u allen voor de bijzondere en constructieve vergadering van de commissie voor Financiën, waar, zoals collega Loones heeft gezegd, bepaalde engagementen werden aangegaan. U weet dat crisissen uitdagingen zijn. Dat zijn de woorden van Napoleon, die ook als titel van een boek over ondernemers bekend zijn geworden.

In zulke situaties moet men drie principes hanteren: men moet snel kunnen handelen, men moet duidelijk zijn en men moet vertrouwen kunnen schenken. Snel handelen is belangrijk, en wij hebben vandaag getoond dat dat wel kan, ook inzake het verbeteren van de inhoud. Duidelijkheid betekent vermijden te complexe wetten te maken die de handelingsvrijheid van de minister zouden beperken. Vertrouwen verwijst naar de afspraken die tussen de commissie en de minister zijn gemaakt over feedback, overleg en een duidelijke rapportering over wat er op het terrein gebeurt.

Wij spreken altijd over die 50 miljard euro, maar belangrijk is ook dat de mogelijkheid wordt gecreëerd waarin 50 miljard euro aan kredieten gemeenschappelijk gewaarborgd worden volgens een bepaalde formule door de overheid en het bankwezen. Er is hier gesproken over bazooka's, en ik zou hierbij de vergelijking met antibiotica willen maken. Men heeft bazooka's nodig, maar men gebruikt ze best niet of zo weinig mogelijk; zo niet gebeurt hetzelfde als bij antibiotica is gebeurd: als men er te veel van neemt, wordt men er immuun voor en hebben zij geen effect meer. Het is dus belangrijk dat wij deze instrumenten klaar hebben, maar het beste is natuurlijk dat wij ze zo weinig mogelijk moeten gebruiken. Het is dus best dat wij niet alleen de crisis bedwingen, maar dat de banken hun werk doen en dat ook de ondernemingen hun werk kunnen doen.

Ik neem hier iets belangrijks van mee: dankzij de werkwijze die wij vandaag hebben gehanteerd, hebben wij in een zeer specifieke context in de Kamer, met een aantal partijen die het vertrouwen hebben gegeven aan de regering en een aantal partijen die die steun niet hebben verleend, – ik kijk zowel naar de PTB als naar het Vlaams Belang –, een positieve en constructieve dialoog opgezet.

Ja, maar ik heb het over partijen die de regering niet hebben gesteund, niet over de volmachten.

Een ondernemer denkt immers altijd eerst aan oplossingen. Vandaag moeten wij aan oplossingen werken. De hele discussie over wat wij vandaag beter hadden kunnen doen en wat is fout gelopen, mag in de huidige moeilijke tijden niet de prioriteit zijn. Wij moeten allemaal aan oplossingen werken.

Je le dis en français: il faut commencer à penser à la sortie de crise.

Nadat wij de gezondheidscrisis overwonnen hebben, zullen wij de averij moeten opmeten en zullen wij erop moeten toezien dat de motor van onze economie niet geblokkeerd geraakt en opnieuw kan vertrekken. Ik meen dat dat belangrijk is.

Ik dank de collega's, want ik hoop dat het nieuwe normaal van deze crisistijden ook het nieuwe normaal wordt na de crisis, namelijk dat een zo breed mogelijke dialoog over de partijgrenzen heen, waarin iedereen zijn inbreng doet en waar het beste wordt meegenomen, leidt tot een verbetering van de wetgeving.


John Crombez Vooruit

Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst het doel van de hele discussie in herinnering brengen, waarbij het belangrijk wordt wat er in de periode nadien gebeurt. Veel van mijn opmerkingen handelen dus over de discussies die wij in de toekomst zeker zullen voeren, als een en ander niet goed afloopt. Welnu, het doel van onze discussie is om in een zeer zware crisis zoveel mogelijk gezonde bedrijven en gezonde zelfstandigen te laten overleven en daarmee zoveel mogelijk jobs te redden. Dat is hét doel, waarmee ik het belang van de andere discussies niet ontken. Het bedrag bijvoorbeeld dat ervoor wordt uitgetrokken, is groot genoeg. Hoe dan ook, dat is het doel van onze discussie.

Ik haal dat aan omdat de ervaring ons na de bankencrisis geleerd heeft dat er te veel economisch gezonde entiteiten, zelfstandigen en kmo's failliet gingen, omdat zij niet konden rekenen op de nodige garanties, kredieten en overbruggingskredieten. Wij hebben daar heel veel studiemateriaal over gekregen na de vorige crisis. Het heeft zeven jaar geduurd vooraleer wij de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid van onze kmo's weer op orde hadden. Een van de belangrijkste oorzaken was dat de banksector te weinig kredieten verstrekte en te restrictief handelde.

Dat is de les die wij toen daaruit hebben getrokken. In die zin vind ik de discussie van vandaag heel goed, omdat wij inderdaad, mijnheer Leysen, in vertrouwen moeten werken en de komende weken bijzonder goed moeten opvolgen wat er in de reële economie gebeurt met de garantieregeling. Ik wil nogmaals daarop aandringen.

Er wordt geen cash geld vrijgemaakt. Ik ben het niet eens met het beeld dat de collega van PVDA-PTB heeft geschetst. Het gaat eigenlijk om een impliciete schuld via de garantieregeling, waardoor de economie blijft draaien.

Ik ben heel blij met het engagement van de minister om nog vóór de concrete regels in werking treden, erop toe te zien dat alle aanvragen bij de kredietcentrale worden aangemeld. Op die manier kunnen wij heel gedetailleerd volgen welke aanvragen voor welke sectoren er zijn, wat de grootte is van de betrokken ondernemingen, welke zelfstandigen aanvragen doen, welke kredieten door de markt worden geweigerd en waarom.

Wat sp.a betreft, moeten wij de staatsbank inzetten, zodra we vaststellen dat aan gezonde zelfstandigen en kmo's liquiditeit wordt geweigerd. Dat is geen gemakkelijke discussie, maar er is een staatsbank met een gezond eigen vermogen. Dat eigen vermogen blijft het best gezond, maar de eerste opdracht en doelstelling is om de gezonde entiteiten in de economie, geconfronteerd met een gigantische systemische crisis, waaraan ze niet kunnen doen, overeind te houden, zowel voor de bedrijven zelf als voor de jobs.

Het schriftelijk verslag met alle details – de minister heeft er zelf op gewezen – zal zeer belangrijk zijn, omdat de minister er duidelijk in schetst wat de bedoeling is en hoe er te werk zal worden gegaan, ook in het Parlement, met een rapportering en gedetailleerde analyses van wat er in het veld gebeurt.

Dat is voor ons essentieel. Het gaat dan in eerste instantie over de periode tot september 2020. Dat is een belangrijke datum, omdat tot dan de kredieten voor 12 maanden kunnen worden nagegaan. Als de impact van de crisis zwaarder is en langer duurt, kan dat worden verlengd.

Ik ga al even in op een discours dat er zeker aankomt. Het is al heel wat om te spreken van de staatsbank, die wij hebben. Bovendien rijst de vraag of de banken even veel dividenden zullen blijven uitdelen. Vorig jaar zaten in de top zes van de grootste bedrijven van de BEL20 vier financiële bedrijven die samen voor 2,6 miljard dividenden uitkeerden. De hoogste dividendrendementen kwamen dus vooral uit de financiële sector.

Dat is goed als het goed gaat. Wij willen echter niet dat wij een impliciete schuld moeten maken, bij een staatsschuld, die al niet gering is door de bankencrisis, met als gevolg dat banken, die om het eufemistisch uit te drukken niet allemaal hun hoofdzetel hier hebben, hun cashpositie en hun reserves op niveau kunnen houden om dan dividenden aan hun aandeelhouders uit te keren of om eigen aandelen in te kopen, een dividenduitkering zonder roerende voorheffing.

De bedoeling is om de transmissiekanalen naar de zelfstandigen en de bedrijven in stand te houden en de gezonde bedrijven te laten overleven. Dat is de enige bedoeling. Als we zien dat de financiële entiteiten niet handelen naar die doelstelling en wel degelijk hun normale dividendrendementen en hun normale uitkeringen handhaven dankzij onze garantieregeling, dan zullen we daar hier in het Parlement fel tegen reageren.

Ik heb uit de discussie die we vandaag in de commissie hadden, kunnen opmaken dat iedereen dat standpunt deelt. De minister onderstreepte dat het voor de banken niet aangewezen is om nu uit te kijken naar dividenduitkeringen. Dat is zeer, zeer juist. Bij de bank die voor 100 % eigendom is van de Staat, vormt de minister zelf de algemene vergadering. Het dividend, dat dan niet uitbetaald wordt, kan dan perfect dienen om het eigen vermogen gezond te houden. Men kan Belfius dan perfect gebruiken om voldoende kredieten te verstrekken. We hebben die mogelijkheden.

Ik ben blij met de manier waarop de discussie vandaag is verlopen, want de goedkeuring van een impliciete schuld van 50 miljard is in geen geval een klein ding. Het is zeker ook aan het Parlement om te controleren wat er daarmee in de reële economie gebeurt. Dat is het enige punt, alle andere overwegingen zijn secundair. We moeten in eerste instantie gezonde zelfstandigen en gezonde kmo's overeind houden. Het gevolg is dan dat we ook jobs overeind houden.

Ik kom tot mijn allerlaatste punt. Als de ondernemingen middelen krijgen van de banksector, kan men stellen dat er ook volledig jobbehoud moet zijn. Ik zou dat ook het liefste zien, maar we hebben het al meegemaakt bij eerdere crisissen. Als bedrijven beslissen om met een man minder te werken om zo de boel overeind te houden, dan kan een krediet niet worden geweigerd, want dat zou immers het faillissement en dus het verlies van alle jobs betekenen. Men kan dus moeilijk een regel ter zake instellen.

De bedoeling moet er geheel op gericht zijn dat gezonde entiteiten overeind gehouden worden, met de jobs in die entiteiten. Dat is voor ons niet alleen de hoofdbedoeling, maar op het moment het enige waarvan wij grondig zullen nagaan of het in de komende dagen en weken lukt.


Catherine Fonck LE

Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, on a pu trouver un accord qui combine à la fois l'efficacité et la rapidité, ce avec un double contrôle. Il y aura un contrôle du gouvernement puisque ce dernier devra vraiment chapeauter, si je peux m'exprimer ainsi, l'octroi des crédits. Le monitoring aura lieu via la Centrale des crédits. Il y aura aussi un contrôle, par le Parlement, de l'ensemble du processus. Vu les circonstances actuelles qui sont terribles, nous n'avons pas d'autre choix que d'avancer dans ce sens.

Ceci dit, il est vrai que 50 milliards, cela donne un peu le vertige. Cela représente 10 % du PIB. Cela représente un montant potentiellement énorme qui doit être utilisé à bon escient. Comme d'autres, nous serons vigilants pour qu'il en soit ainsi avec le soutien de l'emploi, avec le soutien des entreprises dans le sens le plus général sur la base du nouveau Code économique, à savoir quelque entreprise que ce soit, y compris, dès lors, les entreprises du non-marchand, ce qui était particulièrement important pour nous, mais également les indépendants.

Tout reste à décider. On le verra à travers les arrêtés.

Monsieur le président, je n'en dirai pas plus. Nous aurons, dans le cadre des travaux parlementaires, notamment dans la commission de suivi, mais également lors du travail associant les dix partis, l'occasion de discuter à chaque étape de ce dossier.


Minister Alexander De Croo

Mijnheer de voorzitter, collega's, het is door meerdere leden aangehaald dat het een ongebruikelijke procedure is om op één namiddag de inoverwegingneming, de bespreking en de stemming, zowel in commissie als in plenaire vergadering, te doen.

Mijnheer Loones, u hebt ook aangegeven dat daarenboven nog eens heel ruime machten aan de regering worden gegeven. Ik wil ter zake heel duidelijk zijn. Ruime machten betekenen ook een heel ruime verantwoordelijkheid. Ik ben er mij absoluut van bewust dat de manier van werken die wij deze middag hebben meegemaakt, ook expliciet betekent dat ik respecteer en meeneem wat wij tijdens de bespreking hebben afgesproken.

Ik heb al meermaals de gelegenheid gehad de financiële sector te bedanken voor het ongebruikelijk engagement dat hij in een crisissituatie heeft genomen. Laat mij dan nu de gelegenheid te baat nemen om het Parlement voor zijn engagement te bedanken, om een en ander mogelijk te maken. Ik weet dat het absoluut niet evident was.

Il y avait d'autres pistes, qui présentaient des avantages et des inconvénients. Il n'a pas été évident de voir quelle était la meilleure manière d'agir.

Op dit moment doen wij er alles aan om de gezondheid van alle Belgen zo goed mogelijk te beschermen. Ik denk dat wij, met wat nu voorligt, tonen dat wij evenzeer de jobs van alle Belgen wensen te beschermen. Op momenten als deze hebben de mensen al heel veel zorgen aan hun hoofd. Het laatste dat de mensen kunnen gebruiken, zijn ook nog eens zorgen over hun financiële toekomst, over hun jobs, over hun mogelijkheid om leningen af te betalen of over de mogelijkheid dat hun bedrijf deze zeer moeilijke periode al dan niet overleeft. Op een moment als het huidige moeten wij zekerheid en stabiliteit geven. Wij moeten tonen dat wij bereid zijn om uitzonderlijke zaken te doen om mensen te beschermen. Het nu voorliggend schema maakt dat absoluut mogelijk.

Je tiens à préciser quelques éléments qui ont été modifiés à la suite de notre discussion en commission. Tout d'abord, nous avons conclu un accord avec le secteur financier. Celui-ci a pris un engagement considérable dans le cas où certains crédits n'aboutiraient pas. Une question se pose: pouvons-nous nous assurer que le flux de crédits et de financement sera suffisant? Au cours de la journée, nous avons trouvé une solution en étendant les compétences de la Centrale des crédits pour que les crédits non attribués y soient aussi enregistrés. Le but est de rendre un rapportage mensuel. Je prendrai les dispositions à cet effet.

Het tweede element dat wij verduidelijkt hebben, is dat de non-profitsector daarvan ook deel uitmaakt. Ik weet dat dit voor een aantal partijen zeer belangrijk is. Zoals aangegeven, de non-profitsector is een belangrijk deel van onze maatschappij. Deze sector is ook een zeer belangrijke speler in de zorg. Het is belangrijk dat deze financiering kan behouden blijven.

Dernier élément: comment traite-t-on cet arrêté royal? Il comporte des éléments très techniques, mais aussi des éléments de base. Pourquoi les garde-t-on dans l'arrêté royal et ne les place-t-on pas tout de suite dans la loi? Parce que nous sommes en interaction continue avec la Commission européenne. Aucun signe ne montre que l'on ne pourrait pas trouver une solution ensemble avec la Commission, mais ce ne serait pas bien vu de déjà décider, dans ce Parlement, d'éléments qui sont toujours en discussion. J'ai bon espoir qu'au milieu de la semaine prochaine, nous aurons un accord de la Commission. À ce moment, l'arrêté royal pourra être pris. Nous consulterons à son sujet et nous l'expliquerons en détail en commission.

Op dit moment moet iedereen een stuk buiten zijn grenzen durven te treden. Er zijn mensen die dat nu elke dag doen, met risico voor hun gezondheid. In die context is het normaal dat we allemaal buiten onze grenzen durven treden. De financiële sector maakt duidelijk dat te willen doen. Ik weet dat er vragen zijn hoe concreet dat nu wel zal zijn, of dat in de praktijk ook zo zal zijn. We zullen allemaal wel vragen krijgen van mensen van wie het krediet niet werd goedgekeurd. Ik wil u mijn volle engagement beloven om erop toe te zien dat wat werd afgesproken, in de praktijk maximaal wordt omgezet. U zult ook hebben gezien dat nu ook de verzekeringssector in dezelfde logica meestapt als de financiële sector.

Ik ben er mij ten volle van bewust dat wat wij hier vandaag doen, buiten de grenzen ligt van het normale parlementair proces. Ik wil duidelijk stellen dat dit geen precedent moet zijn om vanaf nu alles op die manier te behandelen. Laat mij zeer duidelijk zeggen dat dit een zeer uitzonderlijke procedure is, die niet zomaar als precedent mag worden gebruikt voor om het even wat.

Ik besluit met dank voor de steun en voor de bijzonder boeiende en interessante interactie die wij de voorbije uren hebben gehad, met de betrachting om iets te creëren dat onze landgenoten zo goed mogelijk moet beschermen op een zeer turbulent moment.