Proposition 54K1881

Proposition de résolution sur le sommet des chefs d'État et de gouvernement des pays de l'OTAN qui se tiendra les 8 et 9 juillet 2016 à Varsovie.

General information ¶

Authors

CD&V Roel Deseyn, Veli Yüksel
MR Denis Ducarme, Richard Miller
N-VA Peter Buysrogge, Karolien Grosemans
Open Vld Tim Vandenput

Submission date

June 8, 2016

Official page

Visit

Status

Adopted

Requirement

Simple

Subjects

NATO defence budget defence policy resolution of parliament

Voting ¶

Voted to adopt

CD&V LE ∉ Open Vld N-VA LDD MR

Voted to reject

Groen Vooruit Ecolo PS | SP DéFI PVDA | PTB PP

Abstained from voting

VB

Contact form ¶

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.

Discussion ¶

June 29, 2016 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source

De rapporteur is mevrouw Bellens. Zij heeft mij laten weten dat zij naar haar schriftelijk verslag verwijst.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de aanleiding voor mijn initiatief is de nakende NAVO-top in Warschau.

Op 8 en 9 juli vindt de tweejaarlijkse NAVO-top van staatshoofden en regeringsleiders plaats. Deze top is belangrijk omdat de NAVO om de twee jaar heel duidelijk de focus legt op de huidige problemen en uitdagingen.

Vandaag is die NAVO-top ongelooflijk belangrijk omdat de veiligheidssituatie in Europa aan het veranderen is. Aan de ene kant hebben we de Russische dreiging aan de oostelijke flank en aan de andere kant hebben we zuidelijk en centraal de nieuwe dreigingen en bedreigingen.

Elke dag vindt er ergens ter wereld een aanslag plaats. Gisteren was dat in Turkije. Turkije werd getroffen door een heel zware terreuraanslag. Op de luchthaven van Istanbul vielen tientallen doden en gewonden. Ik wil bij dezen ons medeleven betuigen met al die slachtoffers en hun nabestaanden. Uiteraard veroordelen wij deze laffe en barbaarse daden.

Collega's, een van de redenen waarom de NAVO is ontstaan, is bondgenoten helpen met het garanderen van de veiligheid. Turkije is een NAVO-bondgenoot en wij zullen ook, zoals de andere landen, onze solidariteit met het Turkse volk tonen.

Ik wil er kort op wijzen dat de aanslagen heel wat gelijkenissen vertonen met de aanslagen drie maanden geleden bij ons. Dat betekent heel wat.

Collega’s, deze resolutie wil uiteraard ook de focus van België wat scherper stellen en de rol van ons land in deze veranderende veiligheidsomgeving duidelijk maken. Wat is daarvoor nodig?

Ten eerste, ik meen dat het belangrijk is dat tegen deze top, binnen een goede week, het strategisch plan voor Defensie, dat eigenlijk het kompas is van deze en volgende regeringen, definitief wordt neergelegd. Zoals u allemaal ook weet, kijkt men in diplomatieke en militaire kringen met heel veel belangstelling uit naar dit plan.

Ten tweede, in de voorliggende resolutie pleiten wij er ook voor om het defensiebudget niet verder te laten dalen en opnieuw gradueel te laten verhogen. Collega’s, dat is conform het kerstakkoord en conform de twee jaar geleden in Wales gemaakte afspraken. Ik kom daarop straks nog terug.

Deze regering is de eerste regering sinds 25 jaar die de negatieve spiraal doorbreekt als het gaat over financiële middelen en budgetten, en opnieuw fors investeert in de veiligheidsinstrumenten. Defensie is daar uiteraard een heel goed voorbeeld van.

Ten derde, deze resolutie vraagt ook onze inzet en de versterking van onze bijdrage aan NAVO-operaties. Het hoeft geen betoog om te benadrukken dat wij een geloofwaardige partner willen blijven op internationaal niveau en dat wij ook in die zin onze rol willen en zullen spelen. Wij zullen dan ook onze fair share leveren.

Daarom, collega’s, pleiten wij voor een goed evenwicht tussen de opdrachten voor homeland security en de andere. U weet allemaal dat de militairen het jongste anderhalf jaar op straat patrouilleren. Ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om onze militairen te bedanken voor de inspanningen van de voorbije weken en maanden. Zij vervullen een moeilijke opdracht in moeilijke omstandigheden.

Het evenwicht tussen opdrachten voor homeland security en de internationale missies en buitenlandse operaties mag uiteraard niet in het gedrang komen. In de resolutie geven wij het voorbeeld van onze bijdragen in Afghanistan en in de Oost-Europese landen.

Ten vierde, wat cyberspace betreft, er zijn de jongste weken en maanden heel wat cyberaanvallen geweest. Ik meen dan ook dat cyberspace heel wat meer aandacht moet krijgen binnen het NAVO-bondgenootschap dan nu het geval is.

De resolutie die voorligt, legt de focus op een aantal zaken, zoals ik daarnet al gezegd heb.

Wij pleiten er tot slot voor dat men in de relatie met Rusland een pragmatische benadering hanteert, een consensushouding. Enerzijds veroordelen wij de Russische schendingen. U weet dat die schendingen zich de jongste tijd opstapelen. Anderzijds willen wij de dialoog met Rusland natuurlijk verder aangaan, om te komen tot een normalisering van de relatie tussen het Westen en Rusland.

In dit spectrum vind ik het belangrijk dat ons land, België, zijn rol van bruggenbouwer ten volle speelt in diplomatieke kringen.

Ik kom tot mijn besluit. Wij zijn een NAVO-partner, maar we willen natuurlijk, naast een versterking van onze aanwezigheid, een versterking van onze rol binnen de NAVO uiteraard niet los zien van een versterkte samenwerking met de EU, de VN en uiteraard ook andere regionale organisaties zoals de OVSE.

Ik hoop dat deze resolutie die werd ingediend door mij en collega’s van andere meerderheidspartijen, ook de steun zal genieten van onze collega’s uit de oppositie.

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, c'est toujours un plaisir de prendre la parole dans un hémicycle comble!

C'est une question de qualité!

Question de qualité, vous avez raison!

Ce texte de la majorité a été adopté en commission en l'absence de l'opposition. Nous avons voulu protester sur la façon dont les débats sont menés au sein de celle-ci sous une présidence de commission de plus en plus limite lorsqu'il s'agit d'appliquer et de respecter le Règlement. Je suis donc contraint d'intervenir assez longuement afin de présenter la position de mon groupe sur ce texte et, plus largement, sur le sommet de l'OTAN, position qui, par la force des choses, ne figure pas dans le rapport.

Ce gouvernement, la N-VA en tête, allait révolutionner la Défense nationale belge. La Belgique allait devenir le meilleur élève de l'OTAN, investissements massifs, atlantisme à tout crin, budget Défense en augmentation de manière exponentielle, priorité donnée aux opérations à l'étranger and last but not least, un plan stratégique sur 15 années afin de disposer, enfin, d'une vision claire de l'armée belge du futur.

Quel bilan pouvons-nous tirer aujourd'hui près de deux ans plus tard? Tout d'abord, un plan d'investissements militaires, pour lequel on a décidé de tout acheter mais aussi de tout reporter au prochain gouvernement, alors que les caisses sont vides et surtout sans réflexion européenne qui aurait permis des synergies indispensables.

Ensuite, un budget dans le rouge. Je l'avais souligné dès le premier exercice budgétaire, me demandant comment N-VA et MR allaient bien pouvoir voter un tel carcan budgétaire cumulant près deux milliards de coupes historiques, alors qu'eux-mêmes, avant les élections, avaient plaidé pour une augmentation.

Depuis, j'ai été rejoint dans mon analyse par de nombreux experts dont Wally Struys, économiste de la Défense et professeur émérite à l'École royale militaire et je le cite brièvement: "Le gouvernement Michel avait dit qu'il allait faire beaucoup pour la Défense, comme l'OTAN l'avait demandé. Et puis quand les notifications budgétaires sont sorties, on a vu que le budget diminuait jusqu'en 2019."

Dans le brouillon de plan stratégique du ministre, on voit qu'effectivement cela diminue jusqu'à cette date.

Et puis, cela explose. En dix ans, on fait plus que doubler le budget. Depuis longtemps, je dis qu'il faut au moins indexer le budget. Dans le cas présent, il ne faut pas croire au Père Noël. Quelle est la prochaine coalition qui devra réaliser tout cela? Ce n'est pas crédible. Comment être plus explicite, chers collègues? Le nombre de militaires déployés à l'étranger a atteint un plancher historique, entre 300 et 400 militaires contre l'ambition de 1 000 militaires déployés sous les précédents gouvernements, et surtout, nous assistons à un retrait quasi total des missions onusiennes.

De même, le nombre d'engagements de nouveaux militaires a atteint un plancher historique. C'est d'ailleurs avec beaucoup d'intérêt que j'ai lu le chapitre consacré à la Défense dans le dernier rapport de la Cour des comptes, alors que le patron de la Composante Terre, le général Deconinck, a expliqué à de nombreuses reprises qu'il ne pourrait bientôt plus rien faire de convenable sur le terrain. Ce rapport nous apprend qu'en raison de l'affectation des militaires en rue, la Défense doit réduire sa capacité d'entraînement.

Le rapport nous rappelle également que l'opération Vigilant Guardian pèse trop lourd sur le fonctionnement et le budget de l'armée. La diminution des entraînements menace sur le moyen et le long terme, l'opérationnalité internationale de notre pays, le core business de notre Défense, sans dégager de nouveaux moyens pour les zones de police, dont c'est le réel métier. Bref, on affaiblit deux fonctions régaliennes de l'État. Pire, le rapport de la Cour des comptes nous apprend que les économies réalisées en matière d'entraînement pour 3,2 millions d'euros serviront à engager 200 militaires additionnels pour venir pallier le plancher record d'engagements prévus par ce gouvernement: 700 militaires.

Tous les experts s'accordent pourtant à dire que 700 engagements par an, c'est beaucoup trop peu même pour atteindre le nouvel objectif de 25 000 militaires. Comment ce gouvernement pourra-t-il financer ceux-ci à l'avenir sans diminuer les entraînements afin de garantir l'excellence et la formation de ceux-ci? De plus, qui dit 200 militaires de plus, dit également plus d'entraînements. Quid du budget?

Enfin, j'en arrive à ce fameux plan stratégique et surtout à cette proposition de résolution que mon groupe a accueillie avec une pointe d'ironie. Ce plan stratégique nous était promis dans les six mois. Malgré cette absence de vision stratégique et toutes les incertitudes sur les emplois, les quartiers et leur avenir, nos militaires ont, eux, continué à réaliser un travail formidable que je salue une fois de plus.

Près de deux ans plus tard, nous ne disposons d'aucun document, si ce n'est le communiqué du ministre publié à la suite des décisions prises par le kern du 22 décembre 2015 et le PowerPoint diffusé en commission de la Défense le 13 janvier dernier. L'ambiance au sein de la majorité semble telle que mes collègues du CD&V interrogent régulièrement le ministre pour savoir quand le plan stratégique sortira.

Aujourd'hui, nous avons donc sur les bancs de notre séance plénière cette proposition de résolution qui demande de le publier avant le Sommet de l'OTAN. Le CD&V profiterait-il du parlement pour sécher les intercabinets? Aurait-il besoin d'une proposition de résolution pour se faire entendre au sujet d'un calendrier de publication du plan stratégique? Il est vrai que nous avons dû constater de nombreuses tensions au sein du gouvernement, le vice-premier ministre Alexander De Croo allant même jusqu'à qualifier d'idée idiote la décision du ministre Vandeput d'acquérir des missiles de type Patriot. Je partage, du reste, cette analyse.

Pendant ce temps, le budget de la Défense atteint un plancher. Les réductions décidées par ce gouvernement portent les dépenses militaires belges à 0,9 % du PIB en 2015.

Oui, chers collègues de la majorité, je désire voir ce gouvernement accoucher d'un plan stratégique, mais pas n'importe comment ni à n'importe quel prix.

Monsieur Pirlot, M. Buysrogge souhaite vous interrompre.

Mijnheer Pirlot, u bent natuurlijk nog niet aan het einde van uw betoog. Mijn excuses omdat ik u onderbreek, maar in het regeerakkoord wordt vertrokken vanuit een strategische visie, die opgemaakt moet worden. Die werd vertaald in het kerstakkoord, waarin duidelijkheid wordt gecreëerd over de capaciteiten waarin in de toekomst geïnvesteerd moet worden. Ik ben blij dat u zoveel interesse hebt voor het optrekken van de budgetten. Het is onze bedoeling om zo snel mogelijk te komen tot het strategisch plan, waar u zo reikhalzend naar uitkijkt. Laat dat nu net een van de vragen zijn die in deze resolutie staan. Ik ga er dan ook van uit dat u deze resolutie met enthousiasme zult goedkeuren.

Qu'est-ce que je retiens de cet éventuel pré-plan stratégique, alors qu'interrogé ce matin par mes soins, M. le ministre m'a signalé que les négociations avaient toujours lieu au sein du gouvernement? Cela fait deux ans que cela dure.

Je retiens de la présentation qui nous a été faite en janvier qu'il s'agit:

- d'un pré-plan lacunaire relatif à des missions d'aide à la nation, de soutien à la sécurité interne et à des missions médicales et humanitaires, autant de sous-priorités;

- d'un plan qui détruit notre composante médicale pourtant en première ligne tant lors des opérations à l'étranger que lors des terribles attentats que notre pays a connus, comme les auditions en commission d'enquête l'ont démontré;

- d'un plan où le travail de mémoire n'est même pas cité, le MRA devenant bientôt une institution tantôt régionalisée, tantôt privatisée;

- d'un plan où la formation de nos militaires est oubliée et où les bruits de menace sur l'ERM deviennent de plus en plus pesants;

- d'un plan où l'Afrique centrale n'est que le moindre de vos soucis;

- d'un plan où la recherche de synergies européennes tant militaires, stratégiques, humaines qu'industrielles semblent oubliées alors que l'option de l'OTAN, en termes d'opérations et de zones d'intervention est très fortement marquée par rapport à l'UE et, en particulier, à l'ONU;

- d'un pré-plan stratégique qui n'est pas financé. C'est bien là le problème! Il s'agit d'un cadeau à crédit qui pèsera lourd sur les prochaines majorités gouvernementales, vu le carcan budgétaire actuel décidé par le gouvernement Michel.

La présentation faite au parlement s'est contentée de rappeler les modalités de l'accord de gouvernement portant sur un montant de 9,2 milliards d'ici 2030, dédié en grande partie aux achats d'avions de combat, achats décidés sur la base d'une vision stratégique qui est toujours lacunaire. Ces achats répondent-ils à des besoins réels, déterminés, étudiés avec soin? À quel type de missions sont-ils destinés? Pour le moment, il n'y a que des points d'interrogation.

Est-ce vraiment avec cet éventuel pré-plan stratégique que vous voulez représenter notre pays lors du prochain sommet de l'OTAN. Le budget actuel n'a jamais été aussi bas. Seuls le Luxembourg et l'Espagne sont encore derrière nous, à tel point que le secrétaire général de l'OTAN Stoltenberg a épinglé notre pays dans un discours et a récemment pris contact avec Charles Michel. Encore un petit effort, et nous serons les derniers de la classe!

Oui, je sais, vous allez me parler des conclusions du sommet OTAN, au pays de Galles, au cours duquel le précédent premier ministre avait représenté notre pays. J'aimerais rappeler ceci à cet égard. Préalablement à ce sommet, le 1ᵉʳ septembre 2014, le premier ministre Di Rupo s'était adressé au secrétaire général de l'OTAN en ces termes: "je vous informe, ainsi que le Conseil et les Alliés, qu'il n'est pas possible pour un gouvernement en affaires courantes de prendre ce type d'engagement qui lie les prochains gouvernements".

Ce n'est pas moi qui le dis, c'est Charles Michel, qui a fait preuve d'honnêteté intellectuelle dans sa réponse à une question orale que je lui avais adressée, il y a plusieurs mois. Aucun engagement en la matière n'a donc été pris par le précédent gouvernement, alors en affaires courantes. Pour mon groupe, augmenter le budget de la Défense n'est pas une fin en soi, mais nous déplorons les coupes budgétaires sévères décidées par ce gouvernement au sein de ce département. Nous sommes aussi convaincus que l'augmentation du budget de la sécurité ne peut être compensée sur nos politiques sociales, par exemple. La solution budgétaire au niveau de la Défense se doit d'être européenne, et vous le savez. Or, vous avez rejeté tous mes amendements en la matière. Le problème n'est pas celui de l'argent dépensé par l'ensemble des États membres mais bien celui de la mutualisation et des synergies sur tous les plans: humain, matériel et logistique.

Pour le PS, la Belgique doit poursuivre et renforcer son engagement pour une Europe de la Défense au sein de l'OTAN qui permettrait de rationaliser les dépenses militaires, tout en gagnant en efficacité et en faisant de l'Europe un acteur diplomatique majeur et fiable à l'échelle mondiale. Dès lors, il revient de se focaliser sur le développement de capacités militaires ciblées, mais cohérentes avec nos missions et nos engagements internationaux, européens et nord-Atlantique. Pour nous, la voix et les positions de l'Union européenne doivent être renforcées au sein de l'OTAN, dont le rôle a également changé et évolué, notamment au regard du changement de contexte international.

Pour le PS, la mise en place de notre pays au sein de l'OTAN n'est nullement remise en question. L'OTAN reste une alliance de première importance, implantée en Belgique, au sein de laquelle la Belgique doit rester active. Cependant, sur le plan international, la Belgique devra poursuivre et renforcer son engagement pour une Europe de la Défense afin de permettre l'émergence d'une réelle stratégie européenne, émancipée de la stratégie unique de l'OTAN, en ce compris sur le plan industriel. C'est pour ce faire que j'ai redéposé aujourd'hui une série d'amendements qui transposent les positions que je viens d'exposer et qui abordent également l'épineuse question nucléaire et du TNP, absente de ce texte. Ce texte est très faible. Pas un mot sur le mode de financement par le gouvernement, pas un mot sur la dénucléarisation, pas un mot sur l'Europe de la défense. Mes amendements visent à réparer ce que j'espère être de simples oublis, bien que vous les ayez déjà rejetés en commission. Mais il n'est jamais trop tard pour s'amender et se racheter.

Enfin, je voudrais savoir si c'est dans ce type de texte qu'il nous revient de nous prononcer sur la stratégie à mener en Europe orientale ou en Afghanistan, qui représente un débat spécifique et important.

Mon groupe s'opposera donc à cette résolution pour les raisons que je viens d'exposer et, à la lecture de votre texte, je ne peux m'empêcher de paraphraser le célèbre film de Victor Fleming avec Vivien Leigh et Clark Gable dans les rôles respectifs de Scarlett O'Hara et du cynique Rhett Butler: OTAN en emporte le vent!

Collega, ik wil een drietal punten aanhalen. Ten eerste, u bent bij de bespreking van het in uw ogen belangrijke voorstel van resolutie weggelopen. Het feit dat u weggelopen bent, samen met andere collega’s, had eigenlijk op zich niets te maken met het voorstel. Ik betreur dat en ik wil dat hier nog eens formeel stellen.

Wat het strategisch plan betreft, zoals u zopas hebt toegegeven, heeft de regering op 22 december de grote lijnen van het strategisch plan in het kerstakkoord kenbaar gemaakt. U had het over een bepaald bedrag en u vroeg welke de keuzes waren. Welnu, als u de moeite had genomen om dat kerstakkoord en de presentatie van de minister in de commissie in detail te bekijken, dan had u vastgesteld dat de componenten ter sprake komen, dat er investeringen worden vooropgesteld en dat onze horizon 2030 heel duidelijk is.

Collega’s, laat het duidelijk zijn: de minister en de regering hebben de voorbije weken hard gewerkt aan de voltooiing van het plan. Er zal een akkoord zijn als er een akkoord is over alles. De laatste details, waaraan de regering op dit moment werkt, zullen ook voor de top afgerond zijn.

Collega Dallemagne, ik heb liever een goed akkoord dan een snel akkoord dat halfslachtig is en niet alle elementen meeneemt. We hebben het over de horizon 2030. Het gaat dus niet alleen om de keuzes en prioriteiten van de huidige regering, maar ook die voor de komende legislaturen.

Ten slotte, u zegt dat Europa ontbreekt. Europa ontbreekt niet. Ik heb zopas uiteengezet dat voor ons het buitenlands beleid en het defensiebeleid gestoeld zijn op drie uitgangspunten, namelijk de EU, de VN en de NAVO. Dat is ook conform het regeerakkoord. Al onze initiatieven en keuzes zullen dus rekening houden met die drie uitgangspunten.

J'ai expliqué au début de mon intervention les raisons pour lesquelles nous étions partis. C'est la première chose. La seconde est qu'il n'y a pas encore d'accord au niveau du plan stratégique puisque ce matin-même encore, le ministre n'a apporté aucune réponse à ma question sur ce point.

Je ne voudrais pas être à votre place, monsieur Yüksel. Le problème avec le CD&V, votre parti, c'est qu'on ne sait jamais si vous êtes dans la majorité ou dans l'opposition.

Mijnheer de voorzitter, collega’s, vandaag en ook morgen staan er enkele onderwerpen op de agenda die met Defensie te maken hebben. Nu ligt het belangrijke voorstel van resolutie over de top van Warschau ter bespreking en straks is de wijziging van het Reglement van de Kamer aan de orde, waarbij de commissie Legeraankopen zich voortaan ook zal kunnen buigen over de legerverkopen. Morgen komt er een voorstel van resolutie ter sprake om de acties tegen IS verder te ondersteunen. Er is dus in het Parlement heel wat actiebereidheid om Defensie aan te pakken. Ik mag dan ook hopen dat de federale regering de komende uren en dagen dezelfde actiebereidheid aan de dag legt.

Dames en heren, in Warschau zal, naast de respons van de NAVO op nieuwe uitdagingen op het vlak van veiligheid en defensie, vooral ook een balans opgemaakt worden van de inspanningen van de lidstaten op het vlak van defensie. Ik hoef u niet te herinneren aan de beloftes die de vorige regering daarover gemaakt heeft – de heer Pirlot heeft daar zonet al naar verwezen – bij de top in Wales.

Onze regering heeft ambitieuze voornemens ingeschreven in haar regeerakkoord om de neerwaartse tendens op het vlak van investeringen in Defensie in de jongste drie decennia om te buigen. Het nu voorliggend voorstel onderstreept die investeringsvoornemens nog eens. Wij juichen dat dan ook toe en zullen met plezier het voorstel goedkeuren.

Vanmorgen nog, in de commissie voor de Landsverdediging, was er hier en daar een vleugje kritiek van de oppositie te horen op het uitblijven van concrete stappen die de uitvoering van het strategisch plan voor Defensie, dat op 22 december bekendgemaakt werd, op gang moeten brengen. Ik weet dat er hard aan gewerkt wordt. Ik kan hier de regering en ook de collega’s van de andere meerderheidspartijen enkel maar op het hart drukken om nu niet te falen, op het moment van de waarheid.

De regering moet in Warschau uitpakken met een ambitieus toekomstgericht plan met investeringen, dat ons opnieuw in het peloton van de NAVO-lidstaten brengt. Dat is de essentie van het regeerakkoord, maar ook wat de samenleving van ons verwacht om de toekomst van onze kinderen veilig te stellen. Zo is vele malen gebleken tijdens de hoorzittingen en in reacties vanuit brede lagen van de bevolking. Het voorstel van resolutie vraagt dan ook niet minder dan een duidelijk signaal van onze regering in Warschau.

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je remercie tout d'abord M. Pirlot d'avoir salué l'honnêteté intellectuelle du premier ministre, Charles Michel. Cela m'a fait plaisir de vous entendre, monsieur Pirlot.

(…)

Oui, oui! J'insiste encore. J'en remets une couche, monsieur Pirlot.

Chers collègues, je remercie MM. Yüksel et Buysrogge qui sont les primosignataires de ce texte important. Je centrerai mon intervention sur le sommet de Varsovie et je parlerai moins, monsieur Pirlot, des sujets que vous avez abordés. Le prochain sommet des chefs d'État et de gouvernement de l'Alliance atlantique aura lieu à Varsovie fin de semaine prochaine. Notre premier ministre, Charles Michel, se rendra à ce sommet avec une position belge très claire, très ambitieuse, comme cela vient d'être rappelé. Cette position est traduite par notre résolution.

Ce sommet de l'OTAN est particulièrement important, puisque, depuis la fin de la guerre froide, pour la première fois, l'Alliance atlantique doit réfléchir non pas à la gestion de menaces diffuses ou lointaines ou, comme durant les années 2000, à la transformation des outils militaires de nouveaux pays membres mais elle doit réfléchir aux meilleurs moyens militaires à utiliser pour répondre à de véritables atteintes directes à notre environnement de sécurité, ce qui entraîne un devoir de cohérence politique et de solidarité militaire entre les pays membres, une unité de vue transatlantique que nous partageons afin de conforter l'alliance de sécurité entre l'Europe et les États-Unis.

Cette implication constante de Washington dans la sécurité du continent européen a été, en 1949, à la base de la fondation de l'Alliance atlantique. Cet engagement américain est et reste fondamental. Toutefois, je reconnais, monsieur Pirlot, que vous avez soulevé l'un ou l'autre point important. Je ne comprends pas que vous ayez dit qu'il manquait dans notre résolution des considérations se rapportant à l'Union européenne. Il suffit de lire le point 11, où cela est amplement détaillé. Cela dit, vous avez raison, il ne faut pas que cet engagement américain dédouane l'Europe des efforts à accomplir en matière de Défense. Nous sommes favorables au maintien d'une alliance unie et forte. Mais, en même temps, nous plaidons pour la consolidation d'un pilier européen de la Défense au sein de l'OTAN.

(…)

Monsieur Cheron, vous venez m'écouter? C'est gentil. Vu l'heure qu'il est, cela me fait plaisir!

Surtout si vous êtes bref!

Non, cette fois-ci, je suis long. On m'a préparé un texte. Donc, je suis long. (Rires)

(…)

Ne me faites pas rire, madame Onkelinx!

Quelle est notre analyse de la situation sécuritaire à laquelle nous sommes confrontés? Un arc de crise et d'instabilité entoure la majorité des pays d'Europe et affecte, par solidarité, chaque membre de l'Alliance, et ce du nord jusqu'aux côtes du Maghreb. Depuis 2008 et la guerre en Géorgie, mais surtout depuis 2014, les événements en Crimée et dans l'est de l'Ukraine, il est clair que la Russie pose question. Elle a réadopté une attitude qui menace nos intérêts et notre sécurité. Je le regrette, mais le constat s'impose à nous. Quelques exemples ont déjà été cités tout à l'heure. Le rôle militaire et le discours politique de la Russie en Crimée et dans l'est de l'Ukraine posent problème. Le renforcement de sa présence navale dans la mer de Barents, la mer Baltique et la mer Noire pose problème. Sa présence aérienne autour et parfois au-dessus de l'espace aérien européen pose également problème.

Un sous-marin russe a été intercepté par la Royal Navy britannique non loin de Douvres et non loin des côtes belges!

Grâce à cette résolution, le parlement demande l'augmentation au gouvernement.

Nous participons aux travaux de la commission de la Défense où nous avons entendu à huis clos des représentants officiels de l'industrie de l'armement venir défendre les dossiers relatifs au remplacement des F-16. Je ne vais donc pas trahir le huis clos. J'ai néanmoins été surpris d'entendre à quel point le fabricant suédois a marqué des craintes par rapport à la présence et au développement d'activités russes à proximité des côtes suédoises près de la Baltique. Ce n'était pas simplement un effet de manche; il s'agissait vraiment de craintes.

La Russie désire restaurer son statut de puissance mondiale en adoptant une politique étrangère dans le cadre de laquelle l'utilisation courte mais décidée d'instruments militaires a malheureusement toute sa place. Certes, la Russie n'agit pas sans obtenir de résultats. En Syrie, les Russes ont obtenu un effet politique par le biais de moyens militaires.

Depuis cinq ans, le Kremlin a développé de nouveaux outils militaires. Fréquence et taille des exercices, augmentation des activités d'aviation de longue portée, avancées en matière de défense anti-missiles, capacité maritime accrue afin de répondre à ses besoins. La Russie se dote de moyens pour atteindre des objectifs politiques. Ce pays a depuis quelques années modernisé environ 70 % de ses équipements militaires, y compris dans le domaine de la cyberdéfense.

La menace russe est un mélange de capacité et d'intention mais elle est placée dans notre voisinage immédiat.

Par conséquent, au sein de l'Alliance atlantique, nous devons élaborer une stratégie cohérente, parler d'une seule voix avec Moscou. L'Alliance atlantique doit aussi, d'une façon non agressive mais sans naïveté, dialoguer avec la Russie sur certains dossiers internationaux où celle-ci a un rôle à jouer. Nous devons aussi utiliser tous les moyens à notre disposition, diplomatiques, militaires et économiques, spécialement au sein de l'Union européenne, pour répondre à un rapport de force que veut exercer Moscou dans son voisinage direct.

Monsieur Miller, je vous rejoins en grande partie sur ce que vous disiez à propos de la Russie. Je dirais simplement qu'ayant assisté à l'assemblée interparlementaire de l'OTAN, il apparaît quand même que nous avons des pays de l'Est qui font une relative fixation sur la menace russe, ce que je peux comprendre compte tenu du joug communiste, etc. Mais je crois aussi, vous le savez bien, qu'on va devoir quand même jouer avec la Russie qui est une des clés d'une architecture européenne de sécurité. On ne peut pas faire comme si la Russie n'était pas fréquentable.

C'est la raison pour laquelle, monsieur Pirlot, mais je l'ai peut-être dit trop rapidement, nous plaidons pour qu'au niveau de l'Alliance atlantique mais aussi au niveau européen, nous parlions d'une seule voix avec Moscou. Il faut dialoguer avec la Russie - je répète ce que j'ai dit tout à l'heure – qui, sur certains dossiers internationaux, a un rôle à jouer. On ne pourrait pas se passer de la Russie. Donc, c'est à la fois sur les plans diplomatique, militaire et économique qu'il faut réussir à trouver les voies d'entente avec ce voisin inévitable mais important et qui développe une activité assez inquiétante.

Mais parallèlement à la problématique russe, il y a - cela a aussi été évoqué par mes collègues - les menaces venant du Sud. Elles ont considérablement évolué ces derniers mois, depuis les attaques terroristes à Paris, les attentats de Bruxelles et, bien entendu, le drame épouvantable qui a eu lieu à l'aéroport d'Istanbul.

La lutte contre Daesh a nécessité de renforcer notre coopération avec l'ensemble des pays de la coalition. Notre collègue, M. Buysrogge, en a parlé tout à l'heure ou l'a évoqué très rapidement. Demain, nous aurons un débat extrêmement important à ce sujet pour montrer la façon dont nous soutenons l'action de notre gouvernement dans la lutte qui doit être menée contre Daesh.

J'ai utilisé le terme "lutte", puisque, comme je l'ai dit, je me base sur un texte préparé. Je pense qu'il ne faut pas avoir peur d'utiliser le terme de "guerre". Nous sommes dans un contexte de guerre contre le terrorisme islamiste international. Ce n'est pas une guerre de type classique bien entendu, mais nous sommes dans un tel contexte.

Les règles établies au sein de l'OTAN ont permis à nos pilotes de F-16, à nos formateurs, aux forces spéciales d'un certain nombre de pays, de collaborer ensemble en parfaite harmonie, de justifier pleinement le rôle indispensable de l'OTAN pour faire travailler ensemble les militaires des différents pays membres. L'échange de renseignements notamment s'est aussi révélé utile.

Chers collègues, à Varsovie, le gouvernement va devoir répondre à ces deux types de défis qui demandent une batterie de réponses. L'OTAN doit pouvoir adapter sa grille d'analyse à la situation stratégique à laquelle nous sommes confrontés. À ce sujet, l'Alliance ne s'est pas lancée dans un large débat théorique pour renouveler son concept stratégique; elle a pris des décisions concrètes et proportionnées qui ont un poids militaire et une forte valeur politique, afin de renforcer notre environnement de sécurité.

À l'Est, nous devons dissuader la Russie de toute nouvelle agression dans sa région. Nous devons remettre en avant l'article 5 de la Charte atlantique. Je vous le relis: "les parties conviennent qu'une attaque armée contre l'une ou plusieurs d'entre elles survenant en Europe ou en Amérique du Nord sera considérée comme une attaque dirigée contre toutes les parties, et en conséquence, elles conviennent que si une telle attaque se produit, chacune d'elles, dans l'exercice du droit légitime de défense individuelle et collective reconnu par l'article 51 de la Charte des Nations unies, assistera la partie ou les parties ainsi attaquées en prenant aussitôt, individuellement et d'accord avec les autres parties, telle action qu'elle jugera nécessaire, y compris l'emploi de la force armée."

Les frontières de l'OTAN sont inviolables. Ce fondement date de l'Alliance atlantique, doit être remis en avant comme il a été le socle de notre sécurité commune pendant toute la guerre froide.

Néanmoins, l'Alliance doit pouvoir dissuader la Russie de continuer à mener le type d'actions qu'elle a entreprises depuis 2008. Notre souhait est de rétablir une phase d'apaisement dans nos relations avec Moscou, une relation faite de transparence et de prévisibilité. Nous devons pour ce faire dialoguer avec les Russes afin d'éviter les erreurs d'appréciation et de reconstruire pas à pas une coopération militaire constructive, une relation de confiance au bénéfice des deux partenaires.

Chers collègues, je vais conclure: à Varsovie, l'OTAN va donc se concentrer sur cet équilibre entre dissuasion, défense et dialogue. Il est nécessaire que chaque membre de l'OTAN déclare son attachement à l'article 5 que je viens de rappeler. Pour atteindre cet objectif, les pays membres doivent poursuivre l'arrêt de la décroissance de leur budget de défense et ils doivent, monsieur Pirlot, réinvestir, comme ils le font depuis 2015, dans leur outil militaire. Il faut donc trouver l'adéquation, le juste équilibre entre les objectifs politiques et les budgets de défense pour permettre d'atteindre ces objectifs. En tout cas, c'est la position que nous défendons, que ma formation politique défend aussi au sein de cette majorité.

L'OTAN doit conserver et justifier son rôle de gardien de la sécurité européenne et de pont entre les Américains et les Européens. L'OTAN est le cadre où les Américains s'impliquent. Nous défendons également la consolidation d'un pilier de Défense européen au sein de l'OTAN. La résolution que nous allons adopter, chers collègues, traduit ce positionnement politique. Le MR soutient ce texte comme il soutient le premier ministre M. Charles Michel dans l'action qu'il va mener à Varsovie. Je vous remercie.

Mijnheer de voorzitter, collega’s van de meerderheid, ik moet ootmoedig bekennen dat ik niet meer kan volgen. De wegen van deze regering op het vlak van Defensie en de wegen van de minister zijn echt ondoorgrondelijk.

Ik las in het regeerakkoord van oktober 2014 dat er binnen de zes maanden een strategische langetermijnvisie vastgelegd zou worden. Dat wilde dus zeggen omstreeks Pasen. Verder heb ik een persbericht van de minister van Defensie van 22 december 2015, met als titel "Akkoord over het strategisch plan voor Defensie 2030". De eerste zin van het persbericht luidt: “Vandaag werd een historische beslissing genomen.”

Vandaag lees ik in punt 1 van de voorliggende resolutie dat deze meerderheid aan de regering vraagt “een strategisch plan voor te stellen”. Collega’s, wat is het nu? U speelt met woorden, maar in het regeerakkoord werd ons binnen de zes maanden – ik geef nu een ander woord – een toekomstvisie van deze meerderheid op Defensie beloofd. Wij zijn nu bijna twee jaar bezig en wij tasten nog altijd in het duister. Nu zegt u dat deze meerderheid aan de regering een strategisch plan vraagt voor de top van 8 en 9 juli. Wil dat zeggen dat er morgen, maandag, dinsdag of woensdag in de Ministerraad een beslissing zal komen over het strategisch plan voor Defensie? Ik zou graag eens horen wat het is. Waarom heeft het bijna twee jaar geduurd?

Hoe sterk is uw belofte dat wij voor 8 of 9 juli het strategisch plan zullen zien? Mogen wij dat nu geloven?

Tweede punt, en ik bespreek er maar drie…

Mijnheer Van der Maelen, de heer Buysrogge wenst u te onderbreken.

Mijnheer Van der Maelen, het is niet het Parlement dat het strategisch plan moet opmaken. U vraagt aan ons voor wanneer het is. Wij vragen aan de regering om dat binnen die tijdspanne te doen. Meer kunnen wij niet, maar wij dringen er wel op aan. Er is inderdaad tijd overgegaan. De regering heeft er de tijd voor genomen, maar het is ook belangrijk dat er tijd voor wordt genomen. Het komt er nu echter op aan dat de timing van de top van Warschau wordt gebruikt om tot een overeenkomst te komen om het strategisch plan voor te leggen.

Vous venez avec une résolution le 29 juin. Le sommet de l'OTAN est dans huit jours et vous demandez au ministre de proposer un plan stratégique avant le sommet! La question est très claire. Est-ce que le ministre va venir présenter son plan stratégique avant le sommet? C'est la question qu'on se pose tous? Est-ce qu'on a encore une chance? Car j'ai vu l'agenda de la commission de la Défense la semaine prochaine: il n'y a rien à l'agenda la semaine prochaine. Donc, je ne vois pas très bien quand il va nous présenter son plan stratégique! Il ne viendra pas présenter son plan stratégique!

On use de circonvolutions. S'il n'y a pas de plan, c'est non pas parce que le gouvernement se donne le temps mais parce que tout simplement, il n'y a pas d'accord entre les partis de la majorité gouvernementale. J'userai de cette métaphore en disant qu'on est à la phase de gestation d'un éléphant, car voilà plus de 15 mois que l'on attend et que ça va accoucher d'une souris!

Mijnheer de voorzitter, collega Van der Maelen, collega Dallemagne, met woorden kan men veel, maar het kerstakkoord heeft de algemene krachtlijnen vastgelegd. Het is op basis van die krachtlijnen dat de regering, en de minister in het bijzonder, werkt aan een verfijning van het strategisch plan. Het is vandaag 29 juni, en de top vindt plaats op 8 en 9 juli. U bent goed ingelicht, mijnheer Van der Maelen, en u volgt ook de pers goed. Er zal een akkoord zijn als er over alles een akkoord is. Zoals ik daarnet al zei, aan de details wordt volop en zeer hard gewerkt. Ik maak mij sterk dat de regering tegen de top met een plan naar buiten zal komen.

Nu ben ik gerustgesteld, want ik vermoed dat u daaraan de voorwaarde verbindt dat als dat niet het geval is, minister Vandeput ontslag moet nemen.

Collega’s van de meerderheid, ik zou al heel blij zijn, mocht u nu het engagement aangaan dat, als er geen plan zou zijn, u ons nog voor het reces uitlegt waar het vastloopt en wat de knelpunten zijn, de zogezegde details waarover u spreekt. Dat willen wij graag weten. Waarom is deze regering er na twintig maanden knoeien nog niet in geslaagd, ondanks het feit dat het klaar en duidelijk in het regeerakkoord staat, om ons hier, in de terminologie van het regeerakkoord, een strategische langetermijnvisie voor te leggen?

Laten wij dus het volgende afspreken: als dat er niet is vóór 8 of 9 juli, gaan wij nog vóór het zomerreces daarover openbaar met elkaar discussiëren. Akkoord?

Mijnheer Van der Maelen, ik begrijp dat u zich druk maakt over de situatie in Gent, maar ik begrijp niet dat collega Calvo zich ook druk maakt over zijn kartelpartner. Maar goed, dat zullen wij in Gent wel bespreken.

Mijnheer Van der Maelen, nogmaals, er zal pas een akkoord zijn als er over alles een akkoord is. U bent hier al heel lang en u zult dat weten. Ten tweede, de krachtlijnen van het kerstakkoord blijven overeind. Ten derde, de budgettaire context is heel moeilijk en dat weet u beter dan wie ook. Wij willen onze tijd nemen om een akkoord voor te leggen dat goed uitgewerkt is, dat goed uitgebalanceerd is en dat een antwoord biedt voor de noden van vandaag en van morgen. Ik herhaal het, ik maak mij sterk dat wij tegen de top een akkoord hebben en een plan dat volledig uitgewerkt is.

Le problème, c'est que ce n'est pas l'opposition qui réclame un calendrier précis, même si nous le réclamons depuis longtemps, mais en l'occurrence, c'est vous qui vous imposez une date. C'est vous-même qui dites que vous allez le présenter avant le sommet de Varsovie. Et quand vous dites cela, nous imaginons que c'est une présentation au parlement, et non à la presse. J'ai encore regardé l'ordre du jour de la commission de la Défense et je n'ai rien vu. Vous nous annoncez qu'il va y avoir une commission spéciale de la Défense la semaine prochaine, en plus de l'ordre du jour? Vous vous imposez un timing. Nous sommes heureux de ce timing mais nous voudrions simplement en recevoir la confirmation et vous ne nous apportez pas de vraie confirmation. Vous nous dites qu'il y aura un accord quand tout le monde sera d'accord, ce qu'il nous est dit depuis deux ans, qui n'est pas ce qui est dans votre résolution. Nous aimerions savoir si votre résolution a du sens ou si elle est absurde, comme nous le pensons.

Collega Dallemagne, u kunt lezen wat er in punt 1 van de resolutie staat. Wij vragen dat de regering tegen die top met een volledig uitgewerkt plan naar buiten komt. Ik leg de agenda van de commissie voor de Landsverdediging niet vast en wij zijn flexibel in dit Huis. Maakt u zich dus maar geen zorgen! Als het plan is afgewerkt en als de minister ermee naar buiten komt, dan zult u de kans krijgen om daarover te debatteren. Trouwens, wij hebben daarover al een uitvoerig debat gevoerd in januari. U zult de kans krijgen om met ons te debatteren over de andere punten.

Mijnheer de voorzitter, ik wil mij aansluiten bij de woorden van collega Yüksel.

Ik meen ook dat hier sprake is van een nieuw Reglement, waarbij de oppositie de meerderheidsleden kan ondervragen, want wij moeten hier verantwoording afleggen. Het was mij in elk geval niet geheel duidelijk.

Ik meen dat het de bedoeling is dat de regering wordt ondervraagd, maar dit was mij niet geheel duidelijk. Ik neem in elk geval aan dat het over vragen aan de regering gaat.

Ik heb er alle vertrouwen in dat deze regering met een positieve boodschap naar Warschau kan gaan. Als dat niet het geval is, meen ik niet dat wij volgende week moeten samenkomen, want dan is de top in Warschau nog niet gepasseerd. Woensdagochtend 13 juli is er normaliter een vergadering van de commissie voor de Landsverdediging.

Ik ben geen commissievoorzitter, maar ik meen dat het logisch is dat dan op een of andere manier kan worden teruggekoppeld over wat er werd besproken.

Monsieur Buysrogge, je vous donne raison sur ce point-là: ce n'est pas à vous de répondre à ces questions, c'est au gouvernement. Mais le moins que l'on puisse dire, c'est que le gouvernement ne s'intéresse pas tellement à votre résolution. Il n'était pas là en commission. Vous fustigez l'opposition mais le ministre n'était pas là en commission. Ne dites pas le contraire! Y était-il? Non, il n'était pas là en commission.

La deuxième chose, c'est que le ministre de la Défense n'est toujours pas là en plénière. On a un autre membre du gouvernement mais qui ne s'intéresse pas du tout à nos débats. Il est dans un autre débat. On aimerait bien interroger le gouvernement mais le gouvernement ne s'intéresse pas à votre résolution!

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dallemagne, het kabinet van Defensie was aanwezig in de commissie tijdens de bespreking.

U hebt vorige week hier een vraag aan de minister van Defensie gesteld. De minister van Defensie heeft heel uitdrukkelijk naar deze resolutie verwezen en heeft u opgeroepen die resolutie te ondersteunen.

De minister van Defensie is dus op de hoogte van de inhoud van de resolutie. Maakt u zich daarover dus geen zorgen.

Le ministre était présent ce matin. Je lui ai demandé si le plan stratégique était terminé et si on pouvait avoir une date.

Ce matin, aujourd'hui. Il y avait une réunion de la commission Défense. Nous avons parlé du plan stratégique. On lui a posé la question de savoir si ce serait prêt. Le ministre a répondu que c'était toujours en cours de négociation au sein du gouvernement. Mais vous n'étiez pas à la commission ce matin. Vous ne pouviez pas le savoir.

Collega Pirlot, ik weet dat het laat is, maar dat is net wat ik u al drie keer heb gezegd.

(…)

Mijnheer Calvo, ik weet dat u met Gent in uw hoofd zit.

Ik heb al tot drie keer toe gezegd dat er volop wordt gewerkt aan dat plan. Maakt u zich geen zorgen. Als u mij vandaag vraagt of er een plan is, dan zeg ik u dat er nog geen plan is, want daar wordt aan gewerkt. Er zal een plan zijn als er over alles een akkoord is.

Ik had beloofd om het kort te houden. Ik heb nog niet veel zelf gezegd, maar ik stel voor dat ik voortga en ik noteer het engagement van de collega’s dat wij, als er voor 8-9 juli niets is, op 13 juli samen met de collega’s van de meerderheid van de minister meer zullen vernemen over de reden waarom het plan, dat aangekondigd was voor april 2015, er vandaag 29 juni nog altijd niet is. Wij zullen zien of het er voor 8 of 9 juli is.

Ik kom bij mijn tweede punt. Ik stel vragen om mijn stemgedrag te bepalen. Onder punt 2 in de tekst staat: “het defensiebudget op korte termijn niet verder te verlagen”. Kunt u dat verduidelijken? Betekent zulks dat u het budget niet nog meer zult verlagen dan u al hebt gedaan? Of betekent het dat u een uitzondering zult maken voor de uitgavenpost Defensie, in tegenstelling tot alle andere posten, waarvoor u bij het begin van de regering hebt beslist er lineair op te besparen? Zult u terugkeren op uw oorspronkelijke beslissing om Defensie op dezelfde wijze te behandelen als andere departementen? Zo ja, met hoeveel procent zult u het budget niet verlagen? Is dat de volle 100 %, is dat 50 %? Ik zou graag van de collega’s van de meerderheid, die dat zelf in hun tekst schrijven, vernemen over welke bedragen of welke percentages het gaat.

Collega Van der Maelen, collega’s die geïnteresseerd zijn, het engagement op de top van Wales in 2014 spreekt over twee zaken.

Er is de hard pledge, de harde belofte dat we het budget niet zullen laten zakken, en er is de soft pledge dat we idealerwijs uitkomen op 2 %.

Die engagementen hebben wij overgenomen. Indien u de engagementen kent die in Wales werden aangegaan, zult u niet verbaasd zijn, want wij hebben de formulering overgenomen.

U vraagt hoeveel procent dat is. Dat is net de kwestie. Ik kan daarop pas antwoorden als de minister zijn werk volledig heeft afgerond.

Ook dat is onduidelijk.

Neen, dat is geen kwestie van onduidelijkheid. Punt 1 van de resolutie zegt dat het plan er moet zijn om dan in Warschau onze engagementen te verduidelijken. Het punt dat daarop volgt, betreft het budget.

Als het plan er is, zal duidelijk zijn wat het engagement wordt. Wij hebben de voorbije maanden, gedreven door de actualiteit en de jammerlijke gebeurtenissen, voor Defensie al een aantal inspanningen geleverd. Dat weet u heel goed. Er is 100 miljoen en van de 400 miljoen voor terreur is een deel voor veiligheid, een deel voor Defensie. Er is ook overeengekomen dat wij deze legislatuur 200 miljoen extra zullen uittrekken.

Al die inspanningen tonen aan dat wij het budget niet verder laten zakken.

Zoals collega Miller zopas al zei, voor het eerst in 25 jaar wordt de negatieve spiraal, waarbij men bij elke begroting en elke budgetwijziging voor besparingen eerst naar Defensie kijkt, doorbroken. Er wordt in Defensie geïnvesteerd.

Monsieur le président, je ne peux pas laisser passer les propos du porte-parole du gouvernement. Il y a des contre-vérités dans ce que vous dites. Si vous regardez les documents au niveau de l'Assemblée parlementaire de l'OTAN, il est écrit noir sur blanc qu'il ne s'agissait pas des promesses mais simplement de vœux pieux par rapport aux engagements du sommet du Pays de Galles. Le premier ministre, Charles Michel, a lui-même reconnu qu'il n'y avait pas eu d'engagement du précédent gouvernement car on était en affaires courantes.

Quand vous dites que vous avez augmenté le budget de la Défense, c'est faux! Vous faites des coupes sombres pour près de 2 milliards d'euros jusqu'en 2019 et vous atténuez ces 2 milliards en reprenant simplement même pas 100 millions d'euros – contrairement à ce que vous dites, c'est un peu plus de 60 millions d'euros – pour des dépenses courantes. Il faut arrêter de dire que vous augmentez le budget. Vous le diminuez.

Interrogé ce matin par rapport à ce qu'il comptait proposer au niveau du prochain sommet de Varsovie, le ministre a répondu qu'il négocierait le statu quo. Arrêtons de dire qu'on va augmenter le budget de la Défense. Ce n'est pas vrai!

Monsieur le président, je veux aussi exprimer mon étonnement par rapport à une telle contre-vérité. Être capable de dire des mensonges aussi gros, c'est très culotté! J'en parlerai en détail lors de mon intervention. Je voudrais juste lire l'extrait du rapport de la Cour des comptes relatif au budget de la Défense. Ce n'est pas le centre d'études du cdH mais bien la Cour des comptes qui le dit: "À l'horizon 2019, la réduction des moyens alloués au département de la Défense correspondra à 20 % des crédits d'engagement et à 17,6 % des crédits de liquidation qui avaient été approuvés par le législateur pour le budget 2014. Cette réduction est équivalente à celle qui a été constatée pour les mêmes crédits au cours des années 2000 à 2013."

Donc, en une seule législature, vous aurez diminué autant le budget de la Défense que sur les quatorze dernières années. Personne ne l'avait jamais fait! Venir dire que vous allez casser la spirale négative, c'est franchement scandaleux! On s'habitue à une certaine dose de mensonge en politique mais pas à ce point-là, pas à ce niveau-là. Il faut quand même mettre un tout petit peu des limites. Le budget va continuer à diminuer jusqu'en 2019. C'est la triste réalité du budget de la Défense et il va diminuer en tout – c'est de nouveau la Cour des comptes qui le dit – de 1,5 milliard d'euros sur la totalité de législature. Voilà la réalité!

Mijnheer Van der Maelen, ik ben tevreden dat u onbevangen naar deze resolutie kijkt en openstaat voor een positieve stemhouding, waarvoor dank.

Bovendien ga ik ervan uit dat wij bij onze verdediging inzake uw eerste punt goede punten gescoord hebben. Wij hebben gezegd dat de terugkoppeling na Warschau er zeker moet komen. Ik meen dus dat wij nog meer stemmen gewonnen hebben om uw positief stemgedrag in de hand te werken.

U stelt mij wel een beetje teleur — maar dat mag — met uw vraag waarover het nu concreet gaat, budgettair. Ik meen dat het antwoord van Veli Yüksel in dat opzicht zeker in orde was. Het staat ook in de toelichting. Ik ga ervan uit dat u de toelichting bij de resolutie gelezen hebt, ik durf niets anders te vermoeden. Daarin is er sprake van de doelstellingen zoals overeengekomen door de staatsleiders. Ik meen dat die duidelijkheid er is en er nog verder moet komen in het strategisch plan. Daarvoor verwijs ik naar ons vorig antwoord.

(…) Er staat ook, onder punt 2: “…en op lange termijn gradueel te verhogen”.

Mijn eerste vraag is de volgende. Gelet op de defensie-uitgaven per hoofd van de bevolking, staat België, tussen de achtentwintig landen, op de negende plaats. Dat is dus in het eerste derde. Kunt u mij de verantwoording geven waarom deze meerderheid vindt dat België nog hoger in het klassement moet komen als men de berekening maakt op basis van defensie-uitgaven per hoofd van de bevolking?

Ik kom tot mijn tweede vraag. Dit zijn de cijfers van het SIPRI met betrekking tot de defensie-uitgaven in 2014, met een vaste koers van de dollar: Rusland 91 miljard, de Europese Unie 288 miljard, de Verenigde Staten 900 miljard. Dat is dus eigenlijk een verhouding van 1 op 10. Ik heb de heer Miller hier zojuist horen praten over de dreiging vanuit Rusland en zo meer.

Welke rationele argumenten geeft u mij, met een verhouding van 1 op 10, om de verhouding ten aanzien van Rusland nog te verhogen? Dat zou ik eens willen weten. De negende plaats in de rangschikking is nog niet goed genoeg voor u en met een verhouding van 1 op 10 tussen de NAVO en Rusland op het vlak van defensie-uitgaven is de kloof nog niet groot genoeg. Die kloof moet nog groter worden.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van der Maelen, er zijn uiteraard heel veel berekeningen. De berekening die courant is, wordt gemaakt op basis van het bnp, niet op basis van het bevolkingscijfer. Dat is zo.

U vraagt zich af wat gradueel is.

De cijfers komen uit het NAVO-rapport. De NAVO geeft die cijfers zelf. Ze komen uit het NAVO-rapport.

De cijfers die worden gehanteerd, zijn, zoals u ook weet, idealiter 2 %. Er zijn slechts één of twee landen die dat cijfer bereiken. Alle andere landen zitten onder dat cijfer.

Het gemiddelde van de kernmogendheden is echter 1,6 %. Voor de niet-kernmogendheden is dat 1,3 %.

Mijnheer Pirlot, ik merkte daarnet op dat op de top van Wales een engagement voor de NAVO-landen is uitgesproken. Ik heb niet gezegd dat uw eerste minister daar toen een engagement heeft uitgesproken. Ik heb alleen gewezen op wat onder de NAVO-lidstaten is afgesproken. Wij koppelen nu terug naar die afspraken, naar die hard pledge om het budget niet verder te laten zakken. Wij voegen eraan toe dat wij ook nagaan wat wij de komende periode kunnen doen.

Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat de heer Buysrogge geen poging doet.

Mijnheer Buysrogge, u hebt mijn stem verloren.

Een derde en laatste punt waarover ik het wil hebben, is het volgende. Op het einde van punt 3 staat: “…waarbij ons land een bijdrage kan leveren in het volledige spectrum via de verschillende dimensies (land, lucht, marine en cyberspace)”.

Collega’s, u moet mij niet antwoorden, maar ik zeg u dat het onmogelijk te betalen is. Ook al om die reden zullen wij deze resolutie niet steunen. Ik wil namelijk niet dat u mij of mijn partijgenoten later kunt zeggen dat mijn fractie dat engagement is aangegaan. Collega’s, het is onmogelijk, alleen al door het duurder worden van het militair materiaal. Kijk bijvoorbeeld naar de gevechtsvliegtuigen. Terwijl wij er vroeger 160 kochten, zult u er nu wellicht 34 nieuwe kopen. Ik weet niet wat u zult beslissen, maar die 34 nieuwe toestellen kosten veel meer dan die 160. Met de budgetten waarover u spreekt, kunt u nooit alle machten en cyberspace betalen.

Monsieur le président, je promets d'être bref, car je suis déjà intervenu dans la discussion. Comme vous le savez, chers collègues de la majorité, je peux parfois être constructif dans certaines des propositions mais je dois avouer que ce texte est - je vais être un peu sévère - une véritable imposture.

C'est incroyable que vous ayez osé venir présenter un tel texte. Il souligne à quel point le fossé est important entre le contenu de la résolution et la réalité des chiffres et des politiques qui sont menées aujourd'hui par le gouvernement.

Je ne comprends pas comment vous avez osé venir avec un tel texte qui souligne au fluo, toutes les insuffisances, toutes les absurdités en matière de Défense.

J'en reprendrai deux, trois éléments. Je pense que le mieux – et la discussion vient de le souligner encore maintenant - est peut-être de retirer ce texte. Je ne crois pas que vous parviendrez, par exemple, à présenter un plan stratégique. C'est vrai qu'on a cru à l'existence d'un plan stratégique. Le collègue Van der Maelen l'a relevé également. J'ai le même communiqué de presse du ministre, qui annonce fièrement "Accord stratégique pour la Défense en 2030". Accord! C'était le fameux accord de Noël, placé sous le sapin du ministre de la Défense.

Ce dernier est venu en commission, je pense le 13 janvier, pour nous le présenter. Ce point était inscrit à l'ordre du jour de notre commission sous l'intitulé "Plan stratégique de la Défense". Au fur et à mesure qu'il passait ses slides, j'entendais les collègues de la majorité autour de moi dire: "Mais enfin, avec quoi vient-il? Qu'est-ce que c'est que cela? Mais non il n'y a pas d'accord!" Je découvrais cela en commission. Et effectivement, il a été copieusement et rapidement torpillé par Alexandre De Croo, Wouter Beke, Gwendolyn Rutten, ce qui n'est pas de la petite mitraille.

C'est vraiment du gros canon lourd qui lui a été servi en commission de la Défense. Je n'avais jamais vu un ministre se faire déshabiller aussi rapidement par tous les partis, sauf le MR, c'est vrai, il faut le souligner. On nous disait que le 22 décembre, un accord interviendrait. Il était attendu depuis un bon moment, 18 mois, mais enfin pas pour rien. Nous arrivons le 13 janvier en commission et nous nous y installons confortablement. Nous visionnons des slides. Cela paraît épatant, formidable. Et puis, nous sortons de là: on remballe tout, il n'y a pas d'accord au gouvernement. L'accord a été carrément traité d'idée idiote.

(…)

Depuis lors, Back on track - c'était l'article de L'Echo du 15 juin dernier - nous informait que le kern allait, enfin, conclure un accord. Cela n'était pas de chance, car aucun accord n'est intervenu au Kern. Venir aujourd'hui avec une proposition de résolution en déclarant que vous allez présenter un plan stratégique, désolé, mais nous n'y croyons plus!

Sur le deuxième point, c'est encore beaucoup plus fort. Vous reprenez la terminologie du Sommet de Cardiff qui s'engage à ne plus réduire ses budgets de Défense. Ces éléments de langage datent d'il y a 2 ans, et, en 2 ans, on a réduit le budget de la Défense. J'ai sous les yeux les chiffres de la Cour des comptes. Nous n'avons jamais vu une diminution aussi importante.

En 2015, si on compare les crédits de liquidation de 2014 avec le budget ajusté, y compris les 100 millions dont vous parliez tout à l'heure de la provision interdépartementale, monsieur Yüksel, le budget plonge de 164 millions, c'est-à-dire 6,25 % en un an. Cela, c'était pour 2015. Si on voit le budget qui est inscrit pour 2016, on replonge de nouveau de 121 millions c'est-à-dire 5 % supplémentaires. Voilà la réalité des chiffres! Alors, venir avec une proposition de résolution pour déclarer que décidément, on ne va pas diminuer le budget de la Défense, alors que dans le même temps, on le démolit complètement. On fait comme on n'a jamais fait en matière de Défense, on casse ce budget, on démoralise l'armée, on n'investit même plus dans les infrastructures ni dans l'entretien, on ne permet même plus aux troupes de s'entraîner. Il faut vraiment être culotté! À ce niveau-là, moi, je n'avais jamais vu cela!

Je ne vais pas reprendre les chiffres de la Cour des comptes mais c'est 1,5 milliard sur la législature. Avec 1,5 milliard, on peut faire beaucoup de choses. On peut - M. Ducarme sera sûrement d'accord - acheter une vingtaine d'avions de chasse. On peut acheter des frégates. On peut aussi entretenir, recruter, faire des opérations supplémentaires à l'étranger. Je signale que sous la législature précédente, on affichait l'ambition de mettre à la disposition de la communauté internationale 1 200 hommes pour ses opérations de paix. Aujourd'hui, on n'est plus capable de mettre 400 hommes à la disposition de la communauté internationale. En matière de capacité de participation aux opérations internationales, on est à un point que l'on n'a jamais atteint, jamais, dans l'histoire de la Belgique! Or, nous en avons les moyens. On a le PIB qui le permet. On a l'expertise qui le permet. Sous ce gouvernement, on a réussi à avoir un niveau de contribution aux opérations militaires à l'étranger qui est complètement ridicule et jamais atteint auparavant. C'est cela, la réalité des chiffres! C'est cela, la réalité de la politique de ce gouvernement. Alors, venir avec une proposition de résolution comme celle-là, décidément, il faut être gonflé!

Puisque mes collègues sont un peu impatients, ce que je peux comprendre à cette heure de la soirée, je voudrais terminer sur deux ou trois points. Vous engagez la Belgique en Afghanistan pour le temps où notre présence sera nécessaire. Je trouve que cela mérite un débat séparé – d'autres collègues l'ont dit. Cela ne doit pas subrepticement se glisser au point 9 d'une résolution sur le sommet de Varsovie. Je veux bien que nous en discutions, je ne suis pas opposé à une présence en Afghanistan, mais je trouve que ce n'est pas là que cela doit se situer. Cela doit faire l'objet d'un débat en commission des Affaires étrangères et de la Défense. C'est important.

En matière de cybersécurité, mon collègue M. Van der Maelen l'a souligné, vous venez de nouveau faire la leçon en disant: nous allons imposer à tous les États membres qu'ils aient les moyens d'assurer leur propre cybersécurité, leur propre cyberdéfense, alors que nous savons que de nouveau, en matière de cybersécurité, le gouvernement a donné à nos services, notamment au nouveau centre en matière de cybersécurité, des moyens totalement ridicules et incompatibles avec une véritable capacité en matière de cyberdéfense. Á nouveau, c'est assez gonflé de venir avec ce type de propositions dans cette résolution.

Vous l'aurez compris, je ne vais pas soutenir cette résolution, et je serais surpris que certains collègues dans mon groupe la soutiennent. Plus sérieusement, je trouve que c'est aussi un message totalement paradoxal et inadmissible au moment du Brexit. S'il y a bien un sujet sur lequel les Européens pourraient se mobiliser, sur lequel nous pourrions avoir une ambition européenne, c'est vraiment la capacité de se défendre collectivement. C'est véritablement ce pilier européen de la Défense. En présentant un budget aussi ridicule, en faisant le budget du ministre de la Défense pas du prochain gouvernement, ni de celui d'après, mais de celui qui suit, parce que c'est cela, 2030, mais en étant incapables de faire un budget crédible aujourd'hui, je trouve que nous ne sommes pas un partenaire sérieux pour construire la Défense européenne.

Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre de la Défense, cette résolution cadre avec la vision générale de la Défense, ou la vision générale de la Guerre, pourrait-on dire, qui est portée par ce gouvernement, et aussi d'ailleurs par les précédents gouvernements, depuis des années.

Le PTB a dénoncé régulièrement cette politique axée sur une logique d'intervention un peu partout dans le monde dans le cadre de l'OTAN et ses conséquences désastreuses.

Dans son mémorandum sur le prochain sommet de l'OTAN, la CNAPD (Coordination nationale d'Action pour la Paix et la Démocratie) a déclaré: "En mobilisant une définition extensible de la défense du territoire et de la sécurité de la zone euro-atlantique, l'OTAN avance des motifs de plus en plus variés pour justifier a priori sa présence militaire mondiale. Nous estimons qu'en agissant de la sorte, elle attise la conflictualité et renforce les menaces qu'elle prétend combattre, menaces auxquelles la Belgique entend faire face dans son nouveau plan stratégique et les moyens d'y répondre sont exactement les mêmes que ceux présentés dans les textes de l'Alliance atlantique." La CNAPD ajoute: "Si l'objectif, comme le souligne l'OTAN, est de travailler à la sécurité de la zone euro-atlantique, il faut alors assumer le fait que notre sécurité s'est vue amoindrie."

En effet, la politique d'intervention suivie actuellement n'a pas fait diminuer l'insécurité. Au contraire, elle l'a augmentée. C'est le bilan de notre politique étrangère que nous demandons depuis des années de regarder en face. Avec l'augmentation du budget militaire vers 2 % du PIB, même s'il y a beaucoup de discussions sur la réalité de cette augmentation, et les nouveaux investissements prévus, notamment pour ces nouveaux avions de chasse hors de prix, la majorité veut coller plus près à cette politique de l'OTAN.

Pour le PTB, il faut faire l'inverse, c'est-à-dire investir dans une politique de paix et de désarmement. Cela veut dire qu'il faut une politique qui évite les interventions guerrières déstabilisatrices. Cela veut dire qu'il faut une politique qui privilégie la diplomatie et les négociations. Enfin, il faut une politique dans laquelle toute mission étrangère de maintien de la paix se ferait dans le cadre strict de la charte des Nations unies et du droit international avec un respect de la souveraineté.

Voilà pourquoi nous voterons contre cette résolution.

Monsieur le président, j'ai une question de pure forme. Permettez à un jeune membre, en nombre d'années de présence sur ces bancs, de se poser une question. Est-il normal de refaire en plénière un débat qui a déjà eu lieu en commission? Si on me dit que c'est la tradition, je l'accepterai volontiers, mais c'est un peu exagéré.

Comme je l'ai indiqué au début de mon intervention, il n'y a pas eu de débat en commission. D'où le débat en plénière.

Voilà l'explication, monsieur Carcaci!