Proposition 55K3562

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Sept. 18, 2023
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
pharmacist health policy health care infectious disease vaccine vaccination

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP DéFI Open Vld LDD MR PVDA | PTB VB
Abstained from voting
LE N-VA

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Oct. 5, 2023 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

Mme Karin Jiroflée, rapporteur, renvoie au rapport écrit.


Kathleen Depoorter N-VA

Mevrouw de voorzitster, ik dacht te wachten op de minister om te beginnen, maar ik denk dat hij misschien wel een beetje weet wat ik zal vertellen. Wij hebben er namelijk over gesproken.

Collega's, het voorliggende wetsontwerp, in se de griepvaccinatie door apothekers, legt de uitoefening van de gezondheidsberoepen vast en zorgt ervoor dat de apothekers zodra de wet is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad … Dat is een eerste heikel punt: wij hebben in de commissie een grote discussie gehad over wanneer de wet juist in voege zal treden.

Het optrekken van de vaccinatiegraad voor griep en eigenlijk ook voor covid is een zorg die al een paar jaar lang meegaat. Wij halen de vooropgestelde criteria van de Wereldgezondheidsorganisatie niet. Er is een kloof van minstens 10 %. Uit internationale studies is gebleken dat vaccineren door verschillende zorgactoren ertoe kan leiden dat die kloof wordt gedicht en dat de vaccinatiegraad wordt opgekrikt naar het niveau dat nodig is.

Men doet dat natuurlijk het best met zorgactoren die samenwerken aan één doelstelling, namelijk het opkrikken van de vaccinatiegraad en de zorg voor de patiënt. Dat is nu net het punt van kritiek dat mijn fractie heeft geuit in de commissie en dat wij vandaag herhalen: de totstandkoming van het wetsontwerp en het gebrek aan overleg tussen die twee essentiële beroepen in de eerstelijnszorg, namelijk de huisartsen en de huisapothekers.

De huisapothekers hebben zich georganiseerd, bijgeschoold en hebben hieromtrent een actieplan opgericht. Zij zijn vandaag klaar om patiënten te vaccineren, maar de artsen voelen zich wat in de steek gelaten. Zeker het overleg is niet gebeurd zoals het eigenlijk zou moeten. De richtlijnen die opgesteld zijn in samenspraak met de artsenorganisaties waar minister Vandenbroucke naar verwijst, zijn nog niet afgeklopt. Er blijft een discussie tussen die twee zorgactoren. Het registreren van de vaccinatie in Brussel en Wallonië is ook nog niet afgeklopt en ook wat betreft de datum van inwerkingtreding van de wet is er geen duidelijkheid, zoals ik daarnet al zei.

We hebben daar in de commissie een discussie over gehad. De minister heeft gezegd dat we die datum niet hoeven aan te passen, dat hij dat zou oplossen via een rondzendbrief en dat hij ervoor zou zorgen dat er snel een publicatie is. Het is toch wel bijzonder dat op de dag waarop er over een wetsontwerp moet worden gestemd, er nog discussie moet zijn over wanneer die wet in voege treedt en of alles wel correct is geregeld. Nog meer bijzonder is dat in alle kranten en media op 1 oktober al werd gepubliceerd dat er kon worden gevaccineerd bij de huisapotheker. Die verwarring werd gecreëerd bij de patiënten. Dat zijn toch punten van kritiek waar we willen naar verwijzen. Het gaat er ons vooral om dat twee zorgactoren nu gepolariseerd zijn.

Mijnheer de minister, ik heb het u gezegd in de commissie: als minister van Volksgezondheid dient u echt de lijm te zijn tussen groepen van zorgactoren. U hebt heel wat plannen inzake multidisciplinaire samenwerking opgesteld. We weten met zijn allen dat de multidisciplinaire samenwerking inzake diabetes goed gebeurt en we dat nog moeten uitbreiden. Voor vaccinatie is multidisciplinair samenwerken nodig en samen naar één doel toewerken en er ook samen de verantwoordelijkheid voor dragen. Wij stellen voor om dat te doen in bundled payment. Dat is een duurzaam kader en een duurzame visie op het vaccinatiebeleid en dat is wat we missen in dit wetsontwerp, dat maar voor drie maanden geldt en daarna zal worden geëvalueerd.

Aan die evaluatie wordt geen echte actie gekoppeld. U zegt dat als we gaan evalueren en zien dat de vaccinatie stijgt, we zullen verlengen. U gaat echter niet verlengen in de vorm van een duurzaam financieel kader voor de patiënt. Een hele tijd na het eindigen van de acute fase van het covidbeleid, komt het nog steeds neer op een ad-hocbeleid. Dat is een punt van kritiek dat we al van bij het begin in de commissie hebben geuit. We voelen ook dat de collega’s uit de meerderheid ons daarin volgen, als we de tussenkomsten nalezen. Het is dus belangrijk om dit signaal vandaag nog eens te geven.

Eigenlijk zijn we het met z’n allen erover eens dat het draait om de patiënt die wordt omringd door beroepsgroepen die deskundig zijn, die wetenschappelijk zijn opgeleid en die zeer consequent te werk gaan bij het vaccineren, maar die zich er ook goed bij voelen.

Als ik kijk naar wat er allemaal opgebouwd is, bijvoorbeeld in de Vlaamse overheid met het medisch-farmaceutisch overleg, de eerstelijnswerking, waar die verschillende actoren nauw zijn beginnen samen te werken, zie ik vandaag een terugval. Dat is echt wat we moeten vermijden. We moeten ervoor zorgen dat die beroepsgroepen samen voor hun patiënten werken en dat ze dat doen op een gedragen manier. Het is heel jammer dat uw kabinet daar momenteel echt niet in geslaagd is. Dit zou beter moeten kunnen.


President Eliane Tillieux

Chers collègues, après la discussion de ce texte, je vous proposerai une interruption technique, pour les services.


Laurence Zanchetta PS | SP

Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, le projet dont nous discutons aujourd'hui divise. Nous en sommes conscients. Mais donner la possibilité aux citoyens de se faire vacciner en pharmacie contre le covid et contre la grippe, cela demeure pour nous avant tout un levier supplémentaire pour accroitre la couverture vaccinale. L’on connaît l’importance de cette vaccination, particulièrement auprès des groupes les plus vulnérables.

En aucun cas, il n’est question de retirer la prérogative de la vaccination aux médecins et aux infirmiers. Mais reconnaissons-le: les pharmaciens sont des acteurs de proximité, qui œuvrent depuis des années à la sensibilisation de la population, notamment à la vaccination; et chez qui, en effet, de nombreux citoyens se rendent régulièrement facilement, alors qu’on sait combien aujourd'hui il est parfois difficile d’obtenir un rendez-vous chez son généraliste, et que beaucoup de gens n’ont tout simplement pas de médecin traitant.

Ensuite, en aucun cas il n’est question d’éloigner les patients de la médecine de première ligne. Au contraire, lorsque le pharmacien se trouvera face à une personne faisant partie d’une catégorie à risque, ou simplement lorsqu’il le jugera utile, il réorientera évidemment le citoyen. Il lui conseillera bien évidemment de consulter un médecin.

Ainsi, en aucun cas nous ne minimisons la question de la sécurité. Mais, nous l’avons vu avec l’expérience de la vaccination contre le covid, et également avec les expériences étrangères: la sécurité des citoyens n’est pas mise à mal lorsque cette vaccination s’effectue en officine, moyennant évidemment une formation adéquate du pharmacien.

Cette sécurité n’est pas minimisée par les pharmaciens, puisque, comme vous l’avez mentionné en commission, monsieur le ministre, eux-mêmes travaillent à la rédaction de lignes de conduite concrètes pour assurer cette sécurité.

Monsieur le ministre, chers collègues, mon groupe soutiendra ce projet aujourd'hui. Nous serons évidemment attentifs à ce que cette mesure puisse faire l’objet d’une évaluation en temps utile.


Dominiek Sneppe VB

Mijnheer de minister, ik blijf erbij dat u dit dossier beter had kunnen voorbereiden. U had dit wetsontwerp vroeger naar het Parlement kunnen brengen. Ik verwijs naar mijn uitspraak in de commissie: de seizoenen komen elk jaar terug. Dat is met de herfst ook zo. Er komt dus ook elk jaar een herfstcampagne voor de griepvaccinatie. Ik roep u dan ook op om de herfstcampagne van volgend jaar tijdig in uw agenda te zetten en er op tijd mee naar het Parlement te komen, want ook volgend jaar zal het weer herfst zijn.

Ik blijf met een vraag zitten die ik ook in de commissie al verschillende keren gesteld heb en waarop ik nog geen afdoend antwoord gekregen heb. Waarom mogen huisartsen geen voorraad griepvaccins in hun kabinet hebben? Tijdens de eerste lezing hebt u gezegd dat dit misschien later geregeld kon worden. Dat was een heel warrig en nietszeggend antwoord, vond ik.

Mijnheer de minister, als zorgactoren voor dezelfde medische handelingen niet dezelfde voorwaarden hebben, dan zet u groepen zorgverstrekkers tegen elkaar op. Terecht maken de huisartsen van hun oren. Zij zijn immers niet of onvoldoende gehoord. Terecht maken de huisartsen van hun oren, want zij spelen niet op een gelijk speelveld. Apothekers kunnen voorschrijven, en omdat de vaccins uiteraard aanwezig zijn in hun apotheek, kunnen zij onmiddellijk vaccineren. Artsen daarentegen kunnen wel voorschrijven maar zij moeten hun patiënt doorverwijzen naar de apotheek, om daar het vaccin te halen en vervolgens terug te keren naar de arts. Dat klopt niet. Van andere vaccins, bijvoorbeeld het vaccin tegen tetanus of dat tegen covid, mogen artsen wel een voorraad in hun kabinet hebben. Waarom kan dit dan niet voor griepvaccins? Ik stel de vraag nu al voor de vierde, de vijfde of de zesde keer. Ik blijf het mij afvragen. Ik hoop dat u vandaag wel een afdoend antwoord klaar hebt.

Verder wil ik de discussie over de inwerkingtreding heropenen. U verspreidde het gerucht dat vanaf 1 oktober de apothekers zouden mogen vaccineren tegen griep. Vol van glorie verkondigde u dit in de pers, terwijl het wetsontwerp nog niet eens besproken, laat staan goedgekeurd was. Die datum, 1 oktober, werd niet gehaald want het is ondertussen al 5 oktober. Hopelijk wordt de wet niet pas op 6 oktober goedgekeurd. De inwerkingtreding zal dus ten vroegste 5 oktober zijn, of beter, na publicatie in het Belgisch Staatsblad, zoals het hoort. Daarom zullen wij het amendement van mevrouw Fonck steunen.

Mijnheer de minister, wat is uw probleem hiermee eigenlijk? Waren er misschien al apothekers die na uw vals bericht in de media griepvaccinaties hadden toegediend? Hebt u daar weet van? Ik vermoed van wel, want anders zou u daar geen probleem van maken. Zo niet, waarom wilt u dan de datum van inwerkingtreding niet aanpassen?


Nawal Farih CD&V

Mijnheer de minister, u en de Kamer weten dat ik dit wetsontwerp gunstig gezind ben. Ik heb twee jaar geleden zelf een wetsvoorstel ingediend om de apothekers in te schakelen, opdat de vaccinatiegraad in ons land zou stijgen. Er werd hier al meermaals gezegd dat we nog lang niet aan de door Europa en de Wereldgezondheidsorganisatie voorgeschreven 75 % zitten. Wij staan ongeveer 10 % achter, dus er is echt wel een inhaalbeweging nodig en daarin spelen de apothekers een belangrijke rol.

Men heeft het hier vaak gehad over het opbod tussen de twee beroepsgroepen. Daarom heeft cd&v er steeds voor gepleit om ervoor te zorgen dat de apothekers hun werk kunnen doen en kunnen meehelpen om de vaccinatiegraad op te krikken. Daarnaast willen wij dat er ook een one-stop shop wordt voorzien bij de huisartsen, zodat er in plaats van een opbod tussen de twee beroepen eindelijk een samenwerking kan worden bewerkstelligd die het algemeen doel dient. Dat is wat wij hier allemaal willen realiseren, een vaccinatiegraad die voldoende hoog is en in lijn ligt met wat de Wereldgezondheidsorganisatie ons voorschrijft.

Wat betreft de voorbeeldlanden die daarmee al van start zijn gegaan, we zien dat daar grote successen worden geboekt. Ik denk dan aan Ierland, Frankrijk en Portugal, waar de vaccinatiegraad is gestegen en het opbod tussen de twee beroepsgroepen afneemt naarmate er meer samenwerking is. In Frankrijk is men gestart met een proefproject dat een viertal maanden zou lopen. Dit werd op zeer korte termijn nationaal uitgerold omdat het zo'n groot succes was.

Wij zullen dit wetsontwerp steunen, maar ik wil wel nog een kanttekening maken. Wij moeten structureler inzetten op het inschakelen van de apothekers. Daarom heb ik er expliciet voor gekozen om mijn wetsvoorstel niet te koppelen aan dit wetsontwerp. De termijn van een jaar is een stap vooruit. Onder het motto dat we toch ergens moeten beginnen, wil ik hier zeker steun aan geven, maar ik reken op u, mijnheer de minister, om meer toekomstgericht te denken en het wetsvoorstel dat wij in de commissie hebben ingediend te steunen.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik wil het, ten eerste, hebben over de manier waarop alles is verlopen. Dat is immers enigszins gênant.

U kondigde overal aan dat apothekers vanaf 1 oktober 2023 zouden kunnen vaccineren, maar u was enigszins vergeten dat het Parlement zich daarover eerst nog moest uitspreken. Niet iedereen is van goede wil hier in het Parlement. Dat hebben wij gezien met het Vlaams Belang. U hebt ook gezien dat wij wel soms constructief kunnen zijn. Niet iedereen is van goede wil, het Vlaams Belang blokkeerde het ontwerp dan ook en vroeg een tweede lezing, om uiteindelijk ‘ja’ te stemmen. Ook ik heb dat niet echt goed begrepen, maar dat terzijde.

Voor ons is het ontwerp op zich een positieve stap. Het is een stap naar meer samenwerking in de eerste lijn. Dat is wat wij nodig hebben. Het feit dat apothekers daaraan kunnen meedoen, kan ook vaccinatiecampagnes vooruithelpen. Daarom zullen wij het ontwerp goedkeuren. Wij hebben niettemin een aantal kanttekeningen bij de uitvoering en de methode.

Ten eerste, wat voor ons duidelijk uit het dossier naar voren komt, is dat een en ander wringt met de prestatiegeneeskunde. Wij hebben immers huisartsen gezien die halsstarrig willen vasthouden aan hun prestatie en dus allerhande weerstand boden tegen het voorstel. Waarom is dat? Dat hangt natuurlijk compleet samen met de prestatiegeneeskunde en met het feit dat zij zien dat apothekers veel van hun geld zullen krijgen. Zij zien evenwel niet dat dat ook een werkontlasting zou kunnen zijn.

De methode waarmee het voorstel is doorgevoerd, kan ook worden bekritiseerd. Domus Medica verklaarde onder andere dat het in die zin ook een gemiste kans was om bijvoorbeeld rond de financiering maatregelen te treffen, zodat de zaak voor iedereen correct verloopt. Wij hebben daarvan een positief voorbeeld gekregen tijdens de covidcrisis, toen huisartsen, apothekers en verpleging, dus alle eerstelijnshulpverleners in de eerstelijnszones, heel goed hebben samengewerkt om de vaccinatiecentra voor COVID-19 op te zetten.

Wij hebben altijd onze spijt uitgedrukt over het feit dat alles zomaar werd gesloten, zonder na te denken over de toekomst van de covidvaccinatie, maar ook van de griepvaccinatie. Dat is het grote probleem. Wat hier ter stemming voorligt, is gedurende drie maanden min vijf dagen de toelating geven het griepvaccin toe te dienen, hoewel wij geen nood hebben aan een dergelijk ad-hocoplapmiddel, maar wel aan een structureel beleid en een visie.

Die visie hebben wij deels gezien tijdens de covidcrisis. Wij hadden daaruit enorm veel lessen, ook positieve lessen, kunnen trekken. Het is spijtig dat zulks niet is gebeurd en dat de maatregel slechts voor drie maanden geldig is. Het is ook jammer dat er ook enige problemen bij de uitrol zijn.

Sommige antwoorden die u in de commissie gaf, stelden mij eigenlijk niet gerust. U zei dat wanneer een patiënt binnenkomt bij de apotheker, die apotheker moet zeggen dat die persoon eerst naar zijn huisarts moet gaan. Dat kan in bepaalde gevallen natuurlijk nodig zijn, maar ik hoop toch dat apothekers die zich inschrijven echt proactief meehelpen om de vaccinatiegraad op te krikken bij de risicogroepen die zij ook kunnen identificeren. Het is ook heel spijtig dat de risicogroepen niet automatisch allemaal persoonlijk ingelicht worden in België dat ze zich moeten laten vaccineren. Dit is ook gebeurd tijdens de coronacrisis en is dus perfect mogelijk.

De registratie van de vaccinatie is heel belangrijk voor de andere zorgverleners die rond de patiënt staan. Weten of een patiënt gevaccineerd is of niet, is natuurlijk essentieel voor de huisartsen. Voor Vlaanderen en Wallonië is dat nog niet in orde.

De PVDA zal het wetsontwerp op zich wel steunen.


Karin Jiroflée Vooruit

Ik wil heel kort herhalen waarom Vooruit vierkant achter onderhavige tekst staat, een tekst die we zeer goed vinden.

Ten eerste, een behoorlijk grote groep mensen krijgt op een veel gemakkelijkere manier in relatief korte tijd een of beide vaccins. Dat komt eenieder ten goede.

Ten tweede, het gaat over een beperkte periode en de regeling zal nadien nauwkeurig door het FAGG worden geëvalueerd.

Ten derde, de maatregel – en dit is het belangrijkste – verhoogt de toegankelijkheid van de beide vaccins in grote mate, in het bijzonder voor de risicogroepen en kwetsbare personen. Voor Vooruit is het een kwestie van gezond verstand. We zullen de tekst dan ook voor 100 % steunen.


Catherine Fonck LE

Monsieur le ministre, votre responsabilité était de venir et de soutenir une politique de santé publique pour augmenter les taux de vaccination dans une approche qui fédère les différents professionnels de santé; dans une approche qui se devait d'être basée sur des recommandations scientifiques. Nous nous retrouvons avec un projet de loi qui non seulement ne suit pas les recommandations scientifiques mais qui a mis la concertation au placard – on décide d'abord et on voit plus tard – et qui a entraîné des tensions majeures entre professionnels de la santé – pharmaciens, infirmiers et médecins généralistes.

Ce projet interpelle tant sur le contenu que vous présentez que sur son élaboration. Au sujet des tensions majeures au sein du secteur, vous ne pouvez pas dans le même temps parler de multidisciplinarité dans vos discours et faire l'exact inverse, à savoir travailler avec les professionnels de première ligne que sont les pharmaciens en mettant purement et simplement de côté les autres intervenants de première ligne que sont les infirmiers et les médecins.

Était-ce si compliqué de mettre l'ensemble des prestataires concernés autour de la table, de discuter dans une approche positive pour chacun dans le but de faire avancer la santé publique et augmenter collectivement le taux de vaccination des patients contre la grippe (influenza) et contre le covid-19?

Ce n'est pas du tout ce que vous avez fait. Malgré plusieurs signaux qui vous avaient été adressés, vous avez choisi de les ignorer et vous vous retrouvez à présent dans une situation délicate. Vous pédalez dans la choucroute, comme on dit chez moi, en tentant de consulter les intéressés après coup, alors que le projet de loi est déjà rédigé et qu'il est présenté à la Chambre, et en nous expliquant que les pharmaciens – via leurs fédérations et leurs représentants – trouveront ensemble des lignes directrices qui pourront être appliquées. Vous nous l'avez expliqué en première lecture: "Cela va se résoudre", aviez-vous dit. Rien de tel au moment de la deuxième lecture. Puis, le discours a changé: "Les médecins n'y seront plus associés, mais seulement les pharmaciens". Vous essayez de nous rassurer en indiquant que l'objectif vise surtout à envoyer les patients chez les médecins. Monsieur le ministre! Consultez des sites de pharmacie en ligne, vous verrez que des rendez-vous se prennent toutes les heures et que les patients s'inscrivent sans qu'on connaisse leur âge ni leurs éventuels facteurs de risque.

Je ne vous citerai pas tous les comptes rendus que j'ai sous les yeux, mais vous nous aviez expliqué en commission que les pharmaciens étaient là pour renvoyer les patients vers les médecins, afin de se faire vacciner. Ce n'est évidemment pas du tout ainsi que cela se passe! Je voudrais redire ici combien, depuis des années, les pharmaciens s'investissent pour promouvoir avec insistance le vaccin contre la grippe. Et c'est tant mieux! Mais ils n'ont pas attendu ce projet de loi pour le faire. Ils le font de leur propre initiative depuis des années. Il faut absolument le rappeler et valoriser leur investissement en ce sens et leur contribution aux campagnes de vaccination.

Si vous aviez rassemblé, de manière multidisciplinaire, les uns et les autres, vous auriez pu avancer sur un accord où tous se seraient engagés à augmenter le taux de vaccination et à collaborer. Je vois des pharmaciens qui me disent qu'ils ne veulent pas vacciner, mais qui, surtout dans des régions rurales où il y a parfois une pénurie de médecins généralistes, ont décidé de continuer à collaborer avec les médecins généralistes, à leur préparer les vaccins. C'est beaucoup mieux comme ça; cela se passe de manière positive et nous voulons garder ces démarches positives et multidisciplinaires.

En concertant les uns et les autres, on ne se retrouverait pas avec ces tensions majeures au sein de ce secteur. C'est vraiment du gâchis et c'est votre manière de faire qui a entraîné cette situation. Rappelons par ailleurs que cela fait trois ans que vous nous dites que vous allez examiner la possibilité de distribuer des vaccins chez les médecins généralistes pour éviter aux patients de se rendre d'abord à la pharmacie.

Mais, comme on l'a vu avec le vaccin contre le covid-19, les convoyeurs attendent toujours au niveau de la logistique et de l'organisation. Je pense que vous avez décidé de ne pas permettre cette approche alors même qu'une distribution des vaccins chez les médecins généralistes aurait permis d'augmenter le taux de vaccination. Soit l'objectif de santé publique est d'avoir un taux de couverture plus élevé, et dans ce cas, nous ne comprenons pas pourquoi vous avez refusé cette manière de travailler, qui peut être complémentaire; soit il s'agissait d'allumer le feu entre les uns et les autres, et dans ce cas, vous avez réussi à provoquer des tensions.

J'ai parlé cette semaine encore à une série d'acteurs, pharmaciens – vaccinateurs ou non – et médecins généralistes, et ils m'ont tous dit qu'ils veulent des partenariats positifs et que cette manière de faire a opposé les uns aux autres alors que ce partenariat était possible.

J'ai également dit que vous n'aviez pas suivi et que vous ne respectiez pas les recommandations scientifiques du Conseil Supérieur de la Santé qui a rendu deux avis. S'il ouvre la vaccination grippe/SARS-CoV-2 pour les personnes à risque se trouvant dans trois grands groupes cibles, c'est-à-dire les personnes à risque qui ont d'autres pathologies, leur entourage, le secteur des professionnels exposés, comme ceux du secteur de la santé qui doivent être protégés pour diminuer au maximum la transmission aux personnes les plus fragiles que sont les personnes âgées et les personnes malades, les avis du Conseil Supérieur de la Santé sont très clairs pour tous les autres citoyens. Il ne s'agit pas dans ce cas d'une vaccination ouverte au grand public mais d'une vaccination sur base individuelle, après la consultation du médecin; vous ne respectez pas ces recommandations qui sont écrites noir sur blanc. Je les ai relues lors du travail en commission. C'est assez incompréhensible.

Je veux vous dire aussi que dans une approche de santé publique, la vaccination fait partie de l'important travail de prévention. La vaccination se combine à tous les autres aspects importants, qu'il est toujours intéressant de pouvoir aborder lors de la consultation chez le médecin généraliste. Il peut s'agir du dépistage du cancer, du dépistage de l'hypertension artérielle, grand mal silencieux tout comme le diabète. Il peut s'agir également de pathologies cardio-vasculaires. Il faut parfois faire le point sur une série de traitements. Là encore, une approche qui permettrait une consultation intégrée sur les différents éléments de dépistage, de prévention et de vaccination serait également un atout, que vous n'avez absolument pas voulu mettre en place. C'est dommage. Nous devrons y revenir dans le futur. En tout cas, nous y sommes particulièrement attachés et nous continuerons à plaider en ce sens.

Je constate par ailleurs que les lignes de conduite ne sont toujours pas publiées. Je constate aussi que les dispositions – puisque vous prenez toujours en référence d’autres pays –, qui ont été très claires dans d’autres pays et coulées soit dans la loi soit dans des arrêtés d’application, ne sont pas du tout reprises en Belgique. On ne sait toujours pas ce qu’il en est pour ce qui concerne les bébés et les enfants. Je pense, comme cela se passe en France, qu’il est préférable qu’ils soient envoyés chez le médecin pour la vaccination. En outre, rien n’est précisé dans les dispositifs réglementaires pour ce qui concerne les antécédents allergiques sévères. Sans doute allez-vous me dire que cela figurera dans les lignes de conduite. En attendant, on n’a toujours rien vu.

Quand il s’agit d’actes, monsieur le ministre, la législation belge sur les soins de santé reprend précisément dans les lois ou les arrêtés ce que chacun peut faire. Ici, ce n’est pas le cas. Or, cela devrait pourtant l'être. En effet, il y a toute la question de la responsabilité qui engage les prestataires de soins par rapport à certains actes. Il aurait fallu, soit dans la loi soit dans un arrêté royal – ce que je trouve préférable –, déterminer les modalités et la portée de la vaccination chez les pharmaciens. C’est une évidence quand on voit la manière dont les législations sont prévues en Belgique mais aussi dans tous les pays européens concernant les différents actes et la responsabilité des prestataires de soins.

J’ai proposé en commission et je repropose ici un amendement qui permet au Roi de déterminer les différents aspects, ce qui vous permettrait de clarifier les choses en lien avec vos fameuses lignes conductrices si elles sont publiées un jour. En tout cas, à ce stade-ci, elles n’ont pas encore été finalisées.

Nous avons également une série d’interrogations. J’ai plaidé pour une liste des pharmaciens vaccinateurs qui ont suivi la formation. Nous aurons une liste des pharmaciens vaccinateurs qui ne donnera aucune garantie sur leur formation. Cela signifie que les citoyens qui veulent trouver un pharmacien vaccinateur auront accès à une liste en ligne mais elle ne leur fournira pas la garantie quant à la formation du pharmacien, formation pourtant réglementaire.

De plus, le système d’enregistrement des données de vaccination n’est toujours pas résolu pour la Wallonie et pour Bruxelles.

Vous nous répondez chaque semaine que c'est en cours. C'est problématique. Un certain nombre de patients, lorsqu'ils iront ensuite chez le médecin, ne pourront pas dire qu'ils ont été vaccinés. Je pense notamment à des patients avec des troubles cognitifs ou à des patients plus âgés. Nous n'avons pas non plus d'information quant au rattrapage des données. C'est également problématique car on va peut-être se retrouver avec des patients qui pourraient être vaccinés deux fois par le même vaccin, qu'il s'agisse de celui de la grippe ou du SARS-CoV-2. En l'absence d'enregistrement, c'est clairement ce qui pourra arriver. C'est aussi une évidence d'avoir un enregistrement qui soit en place en bonne et due forme quand on commence à vacciner. Or, au vu de l'évolution sur le terrain, manifestement, l'enregistrement ne sera toujours pas en ordre en Wallonie et à Bruxelles lorsque les pharmaciens commenceront à vacciner.

Enfin, sur la date d'entrée en vigueur, vous dites, monsieur le ministre, que les pharmaciens ne peuvent pas vacciner avant que la loi soit votée mais, en même temps, vous persistez à maintenir une rétroactivité avec une entrée en vigueur de la loi au 1ᵉʳ octobre. Il règne un flou incompréhensible. S'agit-il de protéger des pharmaciens qui auraient déjà vacciné avant l'adoption de la loi? Si votre réponse à cette question est positive, alors, votre responsabilité est engagée. Vous avez communiqué très largement avant l'adoption de la loi. De la com', vous en faites beaucoup! Avant même que cela ne soit discuté ici au Parlement, vous aviez déjà annoncé la date du 1ᵉʳ octobre auprès des acteurs de terrain. C'est une lourde faute de votre part.

De plus, par ce comportement, monsieur le ministre, vous faites preuve d'un mépris à l'égard du Parlement qui n'est in fine qu'un presse-bouton qui n'a qu'à se taire et valider les projets de loi sans même pouvoir les analyser. C'est interpellant et assez inacceptable. À mon avis, pour vous, c'est accessoire mais je le dis quand même pour mémoire. C'est sans doute cela la nouvelle culture politique! Les ministres décident et les Parlements n'ont qu'à pousser sur le bouton.

Cette question de la date d'entrée en vigueur reste un problème. Le 1ᵉʳ octobre est dépassé depuis longtemps. Si les pharmaciens ne peuvent vacciner qu'une fois que la loi sera votée, la loi ne peut alors être en aucune manière rétroactive. Cela va poser des questions en matière de responsabilité.

J'ai redéposé l'amendement que j'avais déposé en commission, qui a été revérifié par des juristes pour s'assurer qu'il permette que vous puissiez faire entrer la loi en application après le vote et qu'il n'y ait aucun flou ni aucune rétroactivité ambiguë – qui est d'ailleurs contradictoire avec vos propos sur une possible vaccination uniquement une fois que la loi sera votée.

Pour ces raisons, nous nous abstiendrons.

Monsieur le ministre, si, au début de la législature, vous parliez de concertation, nous en sommes très loin. Les dossiers s'accumulent, vous décidez et vous faites semblant de concerter – ou vous ne concertez même pas. Sur ce dossier, vous avez en plus entraîné de vives tensions entre les prestataires de soins. Je trouve que c'est du gâchis et ce n'est ni au bénéfice des professionnels de la santé – qui travaillent au quotidien dans un large partenariat – ni à celui des patients ni à celui de la santé publique.


François De Smet DéFI

Monsieur le ministre, chers collègues, s'il y a bien une chose que nous a appris la crise sanitaire depuis mars 2020, c'est à quel point la première ligne a été – et reste aujourd'hui – la pierre angulaire de nos soins de santé. S'ils occupent aujourd'hui une place si importante, ce n'est pas dû au hasard. Que ce soit du côté des médecins généralistes ou des pharmaciens, ils connaissent leurs patients et ces derniers ont confiance en eux. Confiance qui aura été le fil rouge de notre campagne de vaccination contre le covid et qui nous a permis de sortir peu à peu de cette crise. Confiance qui, associée à la proximité qu'offrent nos pharmacies, a permis et permettra encore d'augmenter la couverture vaccinale, une aide non négligeable quand on sait que le taux de vaccination est aujourd'hui de 57 % pour les 65 ans et plus et que, chaque année, la grippe touche environ 500 000 Belges.

Ce taux vaccinal se trouve encore bien trop loin des 75 % recommandés par l'OMS pour les groupes cibles. Parce que si la vaccination n'est pas la panacée d'une sortie de crise sanitaire, elle permet de réduire les contaminations et surtout les graves cas d'infection, tant pour le covid-19 que pour la grippe.

Si la pandémie a mis en exergue l'importance des pharmaciens dans la gestion de la crise sanitaire, ce rôle peut sans nul doute être tout aussi important pour d'autres affections, dont la grippe saisonnière. Cette importance a d'ailleurs déjà été démontrée, puisque dans de nombreux pays, dont la France et l'Allemagne, les pharmaciens sont déjà autorisés à vacciner et, là où ils le font, la couverture vaccinale s'améliore. C'est donc dans ce contexte que mon groupe se réjouit de ce projet de loi qui permettra aux pharmaciens en officine de pouvoir vacciner contre la grippe saisonnière, un projet qui se place dans la continuité de ce qui a été fait pour le vaccin contre le covid et que nous avions soutenu.

À l'instar de certains de mes collègues, je me dois toutefois d'émettre certaines réserves, notamment concernant la concertation des médecins généralistes et le respect des avis du Conseil Supérieur de la Santé. En effet, si la proximité est un véritable avantage dans la campagne de vaccination, certaines interrogations subsistent en ce qui concerne les personnes les plus fragiles et vulnérables qui auraient besoin d'un examen médical plus approfondi avant la vaccination, examen qui serait également l'occasion de détecter certaines affections passées jusque-là sous silence.

En ce sens, il me semble nécessaire qu'en cas de pérennisation de ces mesures, une concertation plus approfondie non seulement des organisations médicales mais également de tous les acteurs soit opérée, et ce, en fonction des résultats des évaluations prévues, le but étant d'éviter toute tension sur le terrain.

En l'absence d'une telle concertation, un clivage du secteur et une rupture de collaboration positive entre les prestataires seront inévitables. C'est pourquoi, si vous souhaitez vraiment faire le lien entre ces professions comme vous l'avez affirmé en commission, vous devez assurer cette concertation.

Par ailleurs, je me dois également d'émettre un bémol quant à la date d'entrée en vigueur du projet. En effet, et vous l'avez-vous-même affirmé hier en commission, les lignes directrices de collaboration et d'organisation de cette campagne de vaccination ne sont pas encore publiées; de même, l'enregistrement des données de vaccination des patients bruxellois et wallons serait toujours en discussion. En ce sens, prévoir une entrée rétroactive au 1ᵉʳ octobre nous semble peu prudent au regard de la sécurité juridique ainsi que du remous qu'a provoqué ce projet sur le terrain.

Enfin, nous pourrions aussi nous demander pourquoi ne pas inclure dans cette même logique de proximité d’autres vaccins importants, mais dont on ne parle pas suffisamment, comme les vaccins contre les infections à pneumocoques.

Vous l’aurez donc compris, monsieur le ministre, nous soutiendrons aujourd'hui ce projet de loi parce qu’il est nécessaire dans cet objectif de santé publique, mais aussi parce que mon groupe s’est toujours positionné en faveur de toutes les mesures qui permettaient de protéger la population contre toute forme d’épidémie.

Je me dois toutefois de vous dire que ce soutien n’est pas empreint d’enthousiasme, et ce, au vu de l’absence de réponses à certaines interrogations légitimes, y compris celles provenant du terrain. Nous serons donc particulièrement attentifs à la façon dont cette nouvelle mesure sera mise en œuvre et évaluée. Je vous remercie.


Minister Frank Vandenbroucke

Collega’s, aangezien er in zelfs twee lezingen lang over onderhavig ontwerp werd gediscussieerd, zal ik mij beperken tot de essentie.

Met de tekst beogen we een zo wijd mogelijke vaccinatie zowel tegen covid als tegen griep bij alle groepen voor wie dat belangrijk is, zoals mensen boven de 65 jaar, mensen met specifieke gezondheidsproblemen en zorgpersoneel. Dat willen we allemaal en daar moeten we met onze federale bevoegdheden ons steentje toe bijdragen.

De Vlaamse regering en alle collega’s bevoegd voor Volksgezondheid in Brussel, Wallonië en Duitstalig België hebben mij op 27 juni en niet eerder verzocht apothekers ook toe te laten te vaccineren tegen griep. Die vraag kwam dus van degenen die verantwoordelijk zijn voor de vaccinatiecampage, want zo is de bevoegdheidsverdeling in ons land. Nogmaals, ik ben hier degene die samen met u moet beslissen wie kan vaccineren, maar de hele organisatie van de vaccinatiecampagne is niet onze verantwoordelijkheid. Dat is ook de reden waarom het wel vreemd zou zijn mocht het amendement dat u voorstelt, mevrouw Depoorter, en dat neerkomt op een complete herfederalisering van de bevoegdheid rond dat soort vaccinatiecampagnes, aanvaard worden. Een kader voor de organisatie van een vrijwillige vaccinatie is immers de bevoegdheid van de deelstaten.

Wij financieren daarvan inderdaad heel veel. Ik doe dat, me ervan bewust zijnde dat dat beter niet zo zou zijn; de federale Staat heeft andere bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Hoe dan ook blijf ik de financiering dragen als federaal minister, omdat ik vind dat de bevolking eigenlijk geen boodschap heeft aan allerlei polemieken en dat de volksgezondheid primeert.

De vraag waar wij ons over moeten buigen, is wie mag vaccineren. Dat is onze bevoegdheid. Als de Vlaamse regering en andere ministers van Volksgezondheid, die verantwoordelijk zijn, mij vragen om vaccinatie door apothekers mogelijk te maken, dan moeten wij daaraan tegemoetkomen, ook al hebben de leiders van een aantal artsenorganisaties zeer uitdrukkelijk, in naam van die artsenorganisaties, verklaard dat dat onaanvaardbaar is en zich uitdrukkelijk tegen die mogelijkheid uitgesproken.

Mevrouw Depoorter, de Vlaamse regering vraagt mij om in die mogelijkheid te voorzien en de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten vindt een dergelijke regeling volstrekt onaanvaardbaar en verklaart ter zake dat dat niet mag en dat dat nooit mag gebeuren. Maar ooit moet men de knoop doorhakken. De kracht van verandering, mevrouw Depoorter, is dat men soms ook eens een knoop durft doorhakken. U hoeft dat hier niet te doen, u kunt zich verschuilen achter uw onthouding. Dat is comfortabel. Dat kunnen degenen die hier verantwoordelijk zijn niet. Zij moeten knopen doorhakken en proberen het debat tot een goed einde te brengen.

Overigens, ik merk op het terrein niets van grote onenigheid. De leiders van een aantal artsenorganisaties zijn het met de regeling oneens en versturen daarover persberichten – dat is hun goed recht en dat hoort zo –, maar als u bij elk persbericht dat zegt dat iets onaanvaardbaar is stopt met actie, dan zult u niet zeer ver komen mocht u ooit verantwoordelijk zijn. U kunt zich nu verschuilen achter een onthouding. Dat is jammer, maar dat mag.

Ik wil een en ander rechtzetten. Om te beginnen, wat zal er nu gebeuren? Ik heb het volste vertrouwen erin dat de apothekers en hun organisaties de mogelijkheid goed zullen gebruiken. De apothekersorganisaties hebben mij gezegd dat zij klaar zijn met een campagne voor hun leden met richtlijnen van goede praktijk om onder andere personen die zich moeten laten vaccineren daarvoor te sensibiliseren. Als zulke mensen voor hen in de apotheek staan en geen vaccin vragen, terwijl ze zich zouden moeten laten vaccineren, dan zal de boodschap van de apotheker zijn dat de betrokkenen naar hun huisarts moeten gaan.

Il faut éviter tout malentendu à ce propos. Les lignes de conduite que les pharmaciens ont élaborées ne sont pas encore publiées. Bien évidemment, si quelqu'un se présente pour demander un vaccin contre la grippe, le pharmacien va le vacciner, sauf si l'anamnèse montre que cet acte va peut-être provoquer une complication, raison pour laquelle il vaut mieux adresser le patient à un médecin. C'est également le cas pour un enfant. Voilà ce que les lignes de conduite des pharmaciens ont prévu.

En revanche, si quelqu'un vient acheter un produit sans rapport avec la vaccination, mais qu'il devrait se faire vacciner parce qu'il figure dans les groupes cibles, alors les lignes de conduite prévoient que le pharmacien invite le patient à se rendre chez son médecin. Cela me semble assez équilibré et correct.

Maintenant, madame Fonck, pour la dernière fois, parce que cela m'énerve un peu, vous avez prétendu hier que j'avais dit que les lignes de conduite communes des organisations de pharmaciens et de médecins allaient être publiées. Je ne l'ai jamais dit! Non, ce n'est même pas dans le rapport; contrairement à ce que vous avez affirmé hier. Moi, j'ai lu le rapport. Cela n'y figure pas. Non, non, non! Donc, de grâce, ne m'attribuez pas des paroles que je n'ai jamais prononcées! De même, je n'ai jamais déclaré que j'allais œuvrer à rendre disponibles les vaccins contre la grippe dans les cabinets des médecins généralistes. Je ne l'ai jamais dit! Il s'agissait des vaccins contre le covid. Critiquez-moi, soyez dure, mais ne me faites pas dire des choses que je n'ai jamais dites et qui ne figurent dans aucun rapport!

Waarom zijn die praktijkrichtlijnen er nog niet? Dat komt omdat de apothekersorganisaties hebben aangegeven dat zij toch graag zekerheid willen hebben dat dit werd goedgekeurd. Zo niet, zullen ze het niet doen. Mevrouw Sneppe, die zijn er dus niet omdat u hier procedureslagen hebt gevoerd. Die zullen er in een van de volgende dagen zijn en ik kijk daarnaar uit.

Ik wil het ook nog hebben over de discussie over de timing. Het is van fundamenteel belang dat de boodschap van alle experten in en buiten de Hoge Gezondheidsraad is om zich vanaf 15 oktober en niet eerder te laten vaccineren tegen griep. De apothekersorganisaties hebben dat al gezegd en zij zullen dat herhalen. Ik was inderdaad niet van plan om de datum van 1 oktober uit dit ontwerp te wijzigen, aangezien ik meen dat men daarmee alleen maar meer onzekerheid creëert.

Ik wil nogmaals zeer duidelijk zeggen wat dit betekent. Indien deze wet wordt aangenomen, wordt die gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. We zullen daar niet mee talmen. Die wet gaat in voege zodra die is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en niet eerder. Wanneer zij echter in voege is, heeft zij terugwerkende kracht. Die terugwerkende kracht zal gelden vanaf 1 oktober 2023. Dat is een soort regularisatie en daar is niets vreemd aan. Ik kan u tientallen voorbeelden geven van deze manier van werken in de ziekteverzekering. Tientallen voorbeelden! Ik heb er een lijst van, maar ik zal u daar niet mee lastigvallen. Ik heb een hoop voorbeelden van besluiten en wetgeving waarbij men aan het werkveld beloofde regelgeving met terugwerkende kracht in voege te laten gaan. Tientallen voorbeelden van medicatie die artsen voorschrijven, van geleverde prestaties, van nomenclatuur … Tientallen voorbeelden kan ik geven van besluiten met terugwerkende kracht! Het is pas vanaf de datum van publicatie dat dit wettelijk is geregeld.

In dit geval wil ik zeer duidelijk zijn. Wat in deze wet voorzien wordt, namelijk het toedienen van een griepvaccin door een apotheker, is onrechtmatig en onwettig zolang de wet niet is verschenen in het Belgisch Staatsblad. Dat is bijzonder duidelijk. Omwille van de terugwerkende kracht die voorzien is in deze wet vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad zullen, als dat gebeurd is, dergelijke handelingen vanaf 1 oktober geregulariseerd worden en dus als wettelijk beschouwd dienen te worden. Dat is alles wat wij hier moeten zeggen. De apothekersbond heeft dat al bijzonder duidelijk gecommuniceerd en zal dat bijzonder duidelijk communiceren. Ik kan u dat voorlezen.

Mevrouw Fonck, u beschouwt de apothekersbond als een bende moeilijk te vertrouwen mensen. We moeten ook de diploma’s van die apothekers publiceren, volgens u. Ze zouden de mensen immers wel eens kunnen bedriegen. De apothekersbond heeft echter bijzonder duidelijk gemaakt aan alle leden dat de vaccinatiecampagne begint op 15 oktober en dat men eigenlijk pas wettig deze handelingen kan treffen als dit wetsontwerp goedgekeurd is en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Daar is geen enkele twijfel over. U bent hier nu een spel aan het spelen. Ik kan u tientallen besluiten opnoemen die volgens deze techniek werken. Daar is niets bijzonders aan. De vraag is inderdaad of hier terugwerkende kracht mag. Dat mag. We leggen hier geen verplichtingen op aan de bevolking. We maken hier iets mogelijk voor de volksgezondheid. Het is heel legitiem om dan in zo’n wet te zeggen dat dat ingaat op een bepaalde datum en dat de wet terugwerkende kracht heeft wanneer die in voege is. Daar is helemaal niks bijzonders aan.

Ik zou graag hebben dat iedereen in dit debat, waarbij men de dingen bijzonder moeilijk maakt, kleur bekent. Bent u daarvoor of bent u daartegen? Kunt u eens een moeilijke knoop doorhakken? Dat moet nu blijken. Ik ben hier alleszins voor. Ik heb ook heel veel vertrouwen in de apothekers. Ze zijn een belangrijke partner, net zoals de huisartsen. Ik ben de voorbije weken ook op het terrein geweest. Ik heb met vele huisartsen gesproken. Er is geen enkele huisarts die daarover begonnen is. De Brusselse discussies zijn op het terrein veel minder belangrijk dan de wil om samen te werken en het goeddoen voor de patiënten.


Kathleen Depoorter N-VA

Heel mooi, mijnheer de minister, knopen doorhakken is inderdaad belangrijk. Welnu, ik nodig u ook uit om een knoop door te hakken, weliswaar niet in dit dossier. Het gaat over transparantie. Ik hoor iemand bij de Vooruitfractie al “oh” zeggen, want daarover wil men niet beginnen, we hebben het nu over de apothekers, toch?

Als we het hebben over knopen doorhakken, dan kunnen we misschien meteen de knoop doorhakken dat adviezen van de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten bindend worden, zoals uw partij de knoop doorhakt in Brussel. U geeft eigenlijk aan zelf ook voorstander te zijn, alleen past u het niet toe, want u verleent ons geen inzage in uw covidmails. Welnu, hak die knoop door. Daarover ligt een amendement voor bij de Raad van State, waardoor u van ons dus nog tijd gekregen hebt om een knoop door te hakken en om effectief aan beleid te doen, het beleid waar u voor staat, als we u mogen geloven. Misschien is een knoop doorhakken ontzettend moeilijk wanneer het er echt toe doet om kleur te bekennen.

U zegt ook dat u tientallen voorbeelden kunt geven waar die data er niet toe doen. U kunt echter geen tientallen voorbeelden geven van de herijking van de nomenclatuur die u net genoemd hebt, tientallen voorbeelden die u gewoon niet uitgevoerd hebt. Heel jammer, want het stond nochtans allemaal in uw plannen.

De herfederalisering hebt u nog eens aangehaald, al is dat totaal naast de kwestie. Volgens u is de herfederalisering een bundled payment. Het is een programmafinanciering, het is multidisciplinair samenwerken, dat gebeurt al. Dat is dus zeker geen herfederalisering.

Als dat nu eens een knoop was die ik mocht doorhakken, dan zou het verdorie vlug gebeuren. Ik zou de bevoegdheid voor Volksgezondheid namelijk volledig naar de regio's overhevelen. In dat geval hoefde u niet meer te bellen naar uw collega's van de regioregeringen en dan hoefde u ook geen drie interministeriële conferenties meer te beleggen om te bespreken wat u eindelijk met bijvoorbeeld het drugsbeleid zult doen, een casus van Volksgezondheid. Dan zouden we effectief vooruit kunnen. Als u die knoop doorhakt, zorgen we ervoor dat de patiënt inderdaad centraal staat en dat de zorg dicht bij de patiënt komt.

U bent zeer tevreden vandaag. U voelt zich goed in uw vel, hoor ik. Als ik u zo hoor spreken, dan mis ik toch echt iets, mijnheer de minister. U vergeet dat de zorg voor de patiënt, waar die patiënt echt nood aan heeft en waarin hij centraal staat, door mensen wordt uitgevoerd, door zorgverstrekkers. U zegt dat u niets merkt op het terrein en dat de huisartsen er niet tegen zijn. Ik heb u al dikwijls in mijn apotheek uitgenodigd. U mag ook eens aan mijn keukentafel komen zitten om de wetenschappelijk onderbouwde en menselijke gesprekken tussen twee zorgactoren te volgen. U vindt het grappig. Ik heb nog niet vaak een minister van Volksgezondheid gezien die het wetenschappelijk gesprek tussen een huisarts en een huisapotheker belachelijk vindt. Dit illustreert echt hoe u over de zorgverstrekkers denkt. U zit ze gewoon uit te lachen. Dat is ook het gevoel dat de artsen hebben.

Er is nog een ander dossier waarin u ook vergeten bent dat u die zorgactoren echt nodig hebt om het beleid uit te voeren. Er wordt niet over uw RIZIV-budget gesproken, maar wie heeft de 37,3 miljard euro niet goedgekeurd? Dat zijn uw artsenorganisaties. Zij hebben geen goedkeuring gegeven aan uw voorstel, aan wat het Verzekeringscomité voorstelt. Hebt u niets te maken met wat het Verzekeringscomité gezegd heeft? Dat is goed nieuws, mijnheer de minister. Dan weten wij dat u eigenlijk geen zeggenschap heeft over de 37,3 miljard euro die in de gezondheidszorg wordt geïnvesteerd. Dan kunnen we ook zeggen dat u niets te maken hebt met al die pluimen die u in de voorbije vier jaar op uw hoed hebt gestoken. Dat is wat u nu eigenlijk zegt.


Minister Frank Vandenbroucke

Mevrouw Depoorter, uw gebrek aan kennis van zaken hier is ofwel gespeeld, ofwel stuitend. In de procedures van de ziekteverzekering is erin voorzien dat het Verzekeringscomité als eerste wordt gevat door een voorstel met betrekking tot het budget. De traditie is dat het komt van de ziekenfondsen. De ziekenfondsen hebben daar iets voorgesteld. Dat is door het Verzekeringscomité aanvaard. Ik heb daar akte van genomen. Dat is niet mijn voorstel en evenmin is dat door mijn kabinet geschreven. Het gaat al vele jaren zo, dat zou u toch moeten weten.


Kathleen Depoorter N-VA

Dus de 100 miljoen aan nieuw beleid waarover u vorig jaar in De Tijd hebt gecommuniceerd, daar hebt u niets mee te maken. Daar neem ik akte van.


Minister Frank Vandenbroucke

Doet u eens een poging om te luisteren! In de procedure wordt het eerste voorstel neergelegd in het Verzekeringscomité. Het wordt daar besproken en komt vervolgens terug naar de Algemene Raad van het RIZIV, waar de regering aanwezig is en overigens ook over een vetorecht beschikt. In de Algemene Raad is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de regering in het geding en zult u zien of de regering een voorstel uiteindelijk goed of slecht vindt. Informeer u een beetje over hoe het gaat.


Kathleen Depoorter N-VA

Mijnheer de minister, wat zit u daar dan al vier jaar te doen? U hebt gewoon niks in de pap te brokken, zoals u zegt. U hebt gewoon geen beleid gevoerd. Laten we eerlijk zijn. Het budget van 37,3 miljard werd goedgekeurd in het Verzekeringscomité, maar niet door de artsenorganisaties, uit kritiek op uw beleid. Er wordt heel duidelijk verwezen naar het feit dat uw regering, die niets in de pap te brokken heeft, de groeinorm van 2,5 % naar 2 % heeft gebracht. Maar u hebt er dus niets mee te maken, komt u hier nu net in plenaire vergadering zeggen. Ik zal het vlug zeggen aan alle actoren in de zorg: minister Vandenbroucke heeft geen beleid gevoerd, het Verzekeringscomité heeft ervoor gezorgd dat 2,5 % naar 2 % is gegaan. Maar nu zit u te typen, want het is niet zo leuk dat dit wordt gezegd.

In dat verhaal gaan ook de artsenorganisaties niet mee, mijnheer de minister. U bent ze kwijt voor uw beleid. Hoe zult u dan vooruitgaan? Hoe zult u uw patiënten dan verzorgen, als een essentiële zorgactor niet meer mee is en gewoon afhaakt?

Van die 100 miljoen, waar u ‘niets mee te maken’ hebt, gaat immers geen 30 miljoen naar de artsen. Er gaat maar 6,5 miljoen naar de artsen. En ook daarover zal er nog een aardige discussie zijn. Dit is wat de artsenverenigingen heel duidelijk stellen.


President Eliane Tillieux

Mag ik u vragen uw betoog af te ronden?


Kathleen Depoorter N-VA

In welk reglement staat dat, mevrouw de voorzitster? Kunt u mij zeggen in welk reglement staat dat ik mijn betoog moet afronden?


President Eliane Tillieux

Het staat niet in een Reglement, maar er volgen nog teksten.


Kathleen Depoorter N-VA

Dan ga ik verder.


President Eliane Tillieux

U spreekt over budgettaire normen enzovoort. Ik zou graag zien dat u (…)


Kathleen Depoorter N-VA

Ik praat verder, mevrouw de voorzitster. Ik ben verkozen om te praten en om hier dingen te komen zeggen die juist zijn, zeker wanneer de minister zegt dat hij niets te maken heeft met 37,3 miljard aan RIZIV-budgetten.

Terug naar het knopen doorhakken, mijnheer de minister. Terug naar samenwerken en naar hoe wij de zorg moeten inrichten. Want daar draait het om. U zegt knopen te hebben doorgehakt en beleid te voeren dat de deelstaten willen dat u uitvoert.

Laten wij even kijken hoe u dat wilt uitvoeren. U voert het niet op gelijke basis uit. U hebt een Commissie voor Gezondheidsdoelstellingen opgericht waarin de deelstaten een raadgevende stem krijgen. Niet meer, niet minder. Noemt u dat knopen doorhakken? Noemt u dat naar de lange termijn kijken? Ik noem dat niet naar de lange termijn kijken, zeker omdat u nu met een wetsontwerp komt waarmee u naar een duurzaam kader voor de gezondheidszorg wilt gaan, maar dat slechts voor drie maanden geldt. Dat was een van de essentiële kritieken die mijn fractie geuit heeft. Als u de gezondheidszorg, die zo belangrijk is, effectief vorm wilt geven, is het noodzakelijk dat u iets verder kijkt dan uw neus lang is, iets verder dan drie maanden. Dan kunnen wij naar een duurzaam kader voor het vaccinatiebeleid gaan. Dan kunt u echt spreken over knopen doorhakken.

Want dit is toch maar een mini-(…), als u het zo wilt benoemen.

In uw eigen regeerakkoord hebt u geschreven dat u de lange termijn voor de gezondheidszorg zou bekijken en dat u een institutionele hervorming zou doorvoeren. Daarover lezen we echter niets meer. De experts zijn zelfs gaan lopen. Zo erg is het gesteld.

Een andere knoop die u niet doorgehakt hebt, maar wel in het regeerakkoord staat, is het farmapact. Het is een roadmapje geworden. Dat gaat echter ook over miljarden euro’s, mijnheer de minister.

Wat de weesziekten betreft, zult u er vier van de 6.000 à 8.000 aanpakken.

Als dit het beleid is waarmee u ‘knopen doorhakt’ en zich op de borst slaat, zal de patiënt nog heel moeilijke dagen tegemoetgaan. Dat is de reden waarom deze discussie zo moeilijk is.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Mijnheer de minister, u bent vandaag wel duidelijker dan gisteren over de datum van inwerkingtreding. Er is dus retroactiviteit voor een apotheker die de afgelopen dagen reeds gevaccineerd zou hebben. U hebt ook gecommuniceerd in die zin, dus het is niet meer dan normaal dat die mensen gedekt zijn. U was daarover de laatste dagen echter minder duidelijk.

Ten tweede vind ik het jammer dat u de communautaire toer opgaat. U zegt dat de kritieken van mevrouw Fonck enkel een Brussels probleem zijn. Les problèmes bruxellois.


Minister Frank Vandenbroucke

Neen, neen. Ik doelde op de leiders van de organisaties.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Ik moet de ‘bubbel’ van de Brusselse organisaties dus niet communautair interpreteren. Domus Medica heeft echter ook kritiek gegeven. Ze hebben gezegd dat het een eenzijdig wetsontwerp is en dat er om 4 miljoen prikken te zetten bij de risicogroepen een goede samenwerking, gecoördineerde aanpak en een aanpassing van het financieel kader nodig zijn. In die zin is dit dus een gemiste kans om daarin verandering te brengen.

U zegt eigenlijk dat het niet uw verantwoordelijkheid is of de vaccinatiecampagne goed of niet goed verloopt. Dat is namelijk de verantwoordelijkheid van de regio’s. De patiënten hebben echter niets aan dat antwoord. Dat gebeurt trouwens altijd in dit land: zeggen dat het iemand anders zijn bevoegdheid is. Dit toont dus aan dat we een algemene aanpak nodig hebben voor de volksgezondheid, van preventie tot de behandeling van ziektes. We hebben dus duidelijk geen negen ministers van Volksgezondheid nodig, maar één minister.


Catherine Fonck LE

Monsieur le ministre, je vais commencer par cette rétroactivité. Nous votons de nombreuses lois pour lesquelles on applique une rétroactivité. Mais on ne vote pas des lois avec des portées telles que celle-ci. On ne peut pas à la fois dire que les pharmaciens ne peuvent pas vacciner avant le vote de la loi puis après coup, leur dire: "Vous pouviez déjà vacciner au 1ᵉʳ octobre." Parlons-nous vrai! Vous avez fait une communication politique autour du 1ᵉʳ octobre. Vous avez donc envoyé le signal aux pharmaciens qu'ils pouvaient vacciner, alors qu'en fait la loi n'était pas votée et ne le permettait pas. Il y a donc des pharmaciens qui ont déjà vacciné. C'est la réalité. Ils l'ont fait à cause d'une communication purement politique, alors même que vous dites aujourd'hui qu'ils ne peuvent pas le faire tant que la loi n'est pas votée. Le leçon à en tirer, monsieur le ministre, c'est qu'il faudrait faire un petit peu moins de communication politique, et en faire adéquatement lorsque les lois sont votées. C'est un minimum d'éthique en politique, et un minimum de responsabilité.

J'en viens à la liste des pharmaciens vaccinateurs. Il est toujours facile de ridiculiser et de caricaturer son interlocuteur. C'est ce que vous faites ici: "Madame Fonck, vous voulez les obliger à publier leur diplôme!" Je crois avoir été assez claire hier et aujourd'hui, mais si vous voulez que je vous le réexplique encore une fois, je le ferai, comme ça votre caricature ne laissera pas de trace. Il ne s'agit évidemment pas de publier des diplômes. Il faut que les citoyens aient à leur disposition un liste de pharmaciens qui sont effectivement vaccinateurs parce qu'ils ont été formés en ce sens. Et non, je trouve que ça ne va pas que les citoyens aient une liste de pharmaciens soi-disant vaccinateurs qui, en fait, n'ont pas été formés et qui ne sont donc pas des pharmaciens qui peuvent vacciner.

C'est une question de responsabilité par rapport aux citoyens et d'une information correcte vers les citoyens qui peuvent alors trouver un pharmacien vaccinateur. Cela me semble évident.

Pas un mot de votre part sur les infirmiers, qui sont pourtant des acteurs de soins de première ligne, et qui peuvent vacciner, mais uniquement sous la responsabilité d'un médecin. Du côté des infirmiers à domicile, la manière dont vous avez procédé, sans les associer, ni les concerter et en prenant des décisions selon lesquelles ils ne pourront toujours pas vacciner comme le feront les pharmaciens, fait qu'ils ne sont pas ravis du tout. Ils se sentent considérés comme des moins que rien. Vous ne voulez pas l'entendre, mais c'est mon devoir de relayer le terrain et de répéter leurs propos ici.

Pas un mot sur l'absence de l'encodage, avec le risque d'avoir des patients qui seront vaccinés deux fois. Monsieur le ministre, on ne pourrait pas imaginer une vaccination tant que cet encodage n'est pas opérationnel. Il l'est en Flandre, mais il doit l'être également à Wallonie et à Bruxelles avant de commencer la vaccination. Autrement, vous porterez également la responsabilité du risque de double vaccination par le même vaccin.

Pour le reste, je maintiens les arguments que j'ai largement expliqués tout à l'heure.