Proposition 55K2460

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi relatif à la vaccination et à l'administration, par des pharmaciens exerçant au sein d'officines pharmaceutiques ouvertes au public, des vaccins autorisés dans le cadre de la prophylaxie du COVID-19.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Jan. 28, 2022
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
pharmacist epidemic health policy health care infectious disease vaccine vaccination public health respiratory disease

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR
Abstained from voting
PVDA | PTB VB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Feb. 24, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De algemene bespreking is geopend


Rapporteur Laurence Hennuy

Madame la présidente, je renvoie au rapport écrit.


Kathleen Depoorter N-VA

Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, dit wetsontwerp is uiteraard belangrijk voor de grote beroepsgroep van de apothekers, maar nog meer voor alle patiënten. Dat het ontwerp niet eerder naar de plenaire gekomen is, illustreert hoe moeilijk het traject geweest is. Het hele proces heeft vrij lang aangesleept, maar de apothekers hebben die tijd gebruikt om zich te organiseren, om in opleidingen te voorzien en om zich te informeren. Zo kunnen ze die functie correct, zorgvuldig en deskundig uitoefenen, wanneer de bevoegdheid hen toebedeeld wordt. Zo wordt dat uiteraard ook van hen als zorgverstrekkers verwacht.

Waarom laat men de apotheker mee vaccineren in de vaccinatiecampagne tegen covid? Men wil een zo ruim mogelijk bereik van patiënten organiseren. En de apotheker is al sinds jaar en dag een laagdrempelige zorgverstrekker, die in de eerste lijn de patiënten met raad en daad bijstaat. De apothekers hebben ook zelf aangegeven dat ze een rol willen opnemen in de pandemie. Zo heeft onder meer het testbeleid vorm gekregen, aangezien men een snelle geregistreerde antigeentest kon laten afnemen bij de apotheker, onder de deskundige begeleiding die een patiënt ook mag verwachten.

Maar, mijnheer de minister en collega's, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Het is een spijtige zaak dat de federale overheid en u, als minister van Volksgezondheid, de kans gemist hebben om sleutelfiguren in de eerstelijnszorg hand in hand te laten samenwerken. De N-VA-fractie heeft dat al van in het begin bepleit.

Collega's, wij zullen het wetsontwerp steunen, maar wij vragen nogmaals met aandrang om het amendement dat wij hebben ingediend mee goed te keuren, zodat de samenwerking tussen huisartsen en huisapothekers vorm kan krijgen. Op welke manier kunnen wij immers het breedste bereik in de vaccinatiecampagne krijgen? Dat is gewoon, door op alle verschillende fronten, wat vandaag als woord wat moeilijk ligt, en hoeken te werken.

Met de vaccinatiecentra hebben wij een grootscheepse campagne opgezet. In Vlaanderen was ze absoluut een succes. Meer dan 90 % van de mensen heeft zich ingeschreven. Ook de boosterprik loopt. Het zou nog iets beter, grondiger en sneller kunnen.

In tweede instantie was er het vaccineren via de mobiele teams, waarmee wij ook vrij mooie resultaten hebben. Bijvoorbeeld, in de stad Gent, waar mijn apotheek is gevestigd, is er nu opnieuw een oproep, om met mobiele teams naar vaste entiteiten te gaan, zodat patiënten daarheen kunnen gaan en er zich kunnen laten vaccineren. Dat betekent dus dat wordt ingezet op het naar de patiënt toe gaan.

Er zijn echter nog de twee grote pijlers die erbij moeten komen, namelijk de huisarts, die in de eigen praktijk een vaccinatiecampagne kan organiseren in samenwerking met de huisapotheker, en de huisapotheker, die dankzij het vandaag voorliggende wetsvoorstel mee zal kunnen vaccineren en zeker de patiënten zal kunnen bereiken die vandaag niet frequent naar de huisarts gaan, geen globaal medisch dossier hebben en moeilijker te bereiken zijn. Uit voorbeelden uit het buitenland blijkt ook effectief dat het die patiënten zijn die bij de apotheker worden gevaccineerd.

Er zijn pogingen ondernomen om een vaccinatiecampagne bij de huisarts via de vaccinatiecentra op te richten. Zij zijn echter niet echt een succes geweest. Waarom waren zij niet echt een succes? Dat is, omdat de afstand tussen de huisartsenpraktijk en het vaccinatiecentrum vaak te ver was. Elke huisartsenpraktijk heeft om de hoek wel een huisapotheker. In een samenwerkingsverband zou het dan ook optimaal zijn dat de huisarts zich tot bij de huisapotheker kan begeven, om samen een vaccinatieweekend, een vaccinatienamiddag of dies meer op te zetten.

Collega's, het amendement van onze N-VA-fractie werd weggestemd in de commissie, maar ik nodig u allen uit om ons amendement in deze plenaire vergadering alsnog goed te keuren. De minister heeft gezegd dat hij via een koninklijk besluit toch werk zal maken van die samenwerking. Ik heb echter ervaring met koninklijke besluiten, of beter gezegd, het wachten erop. We wachten bijvoorbeeld al twee jaar op een koninklijk besluit ter uitvoering van een wetsvoorstel van mij. Voor een vaccinatiecampagne is twee jaar uiteraard heel lang. Wij kunnen ervoor zorgen, in de wet die wij vandaag goedkeuren, dat de huisartsen mee betrokken worden in de vaccinatiecampagne. Dat kan een heel mooi signaal zijn ten aanzien van de gehele eerste lijn, die zodoende gezamenlijk zorgt voor de reboost en nog patiënten kan aantrekken voor een eerste vaccinatie. Hand in hand, samenwerkend, kan de eerstelijnszorg de vaccinatiecampagne garanderen. U hebt nog even de tijd om erover na te denken.

In de commissie heb ik enkele kritische vragen gehoord over de huisapotheker. Wanneer de huisapotheker overgaat tot vaccinatie, heeft hij of zij dan wel voldoende toegang tot de medische gegevens? Het antwoord is ja, uiteraard, want via het gedeeld farmaceutisch dossier heeft elke apotheker toegang tot de medische gegevens van de patiënten, die geregistreerd worden aan de hand van hun rijksregisternummer. Om gevaccineerd te kunnen worden, is registratie nodig. Aan de hand van het gedeeld farmaceutisch dossier kan de apotheker pathologieën van de patiënt inschatten.

Er zijn ook vragen gesteld over de mogelijke allergische reacties opgewekt door het covidvaccin. De meeste allergische reacties treden op tegen polyethyleenglycol, wat we weten uit vaststellingen in de vaccinatiecentra. In de opleiding die de apotheker geniet om tot vaccinator te worden uitgeroepen, komt heel duidelijk het draaiboek aan bod. In dat draaiboek is de anamnese, die in een vaccinatiecentrum door een verpleegkundige wordt uitgevoerd, mee opgenomen. Dat is een heel belangrijk gegeven.

Ook van belang is dat de officina beschikt over voldoende ruimte, over een aseptische bereidruimte en over de planning, waarbij een patiënt binnenkomt, zijn anamnese krijgt, een vaccin toegediend krijgt en tot slot vijftien minuten dient te wachten.

Door de beroepsvereniging en door de universiteiten die beide de opleiding tot vaccinator verzorgen, is met alle facetten, punten van kritiek en bezorgdheden rekening gehouden. Het ging er in de vaccinatiecampagne vaak over dat wij meer moeten kunnen vaccineren. Het maximum was 500.000 vaccinaties per week, op piekmomenten was het 1 miljoen patiënten per week. Laten wij even een rekensommetje maken. Via een enquête werd gevraagd welke apothekers aan de campagne wensen deel te nemen: dat zijn er 752 in Vlaanderen en 500 in Wallonië. Dan kunnen er in Vlaanderen, als er één Moderna-vaccin per dag wordt gebruikt voor drie boosters, 85.000 vaccins per week worden toegediend bij de huisapothekers en in Wallonië 56.000 vaccins. Dat is een heel pak, dat is een groot aantal mensen dat op die manier laagdrempelig bij hun vertrouwenspersoon, die de apotheker toch is, hun vaccin kunnen krijgen.

Er waren ook wat bezorgdheden inzake de burgerlijke aansprakelijkheden, maar ook die werden weerlegd. Dat is mee opgenomen in de verzekering van de apotheker.

Ik heb toch een puntje van kritiek, mijnheer de minister. Als het wetsontwerp vandaag wordt goedgekeurd en de wet wordt gepubliceerd, dan kunnen wij overgaan tot de uitvoering ervan, maar u hebt nog geen antwoord over de remuneratie van de apotheker. Het is mooi dat de apothekers die handeling mogen uitvoeren, maar het is totaal nog niet afgesproken wat zij hieraan zullen verdienen. Daarover hebt u totaal nog geen akkoord en u had, althans in de commissie, geen zicht op hoeveel middelen u zou uittrekken om ervoor te zorgen dat de apotheker, die vandaag de opleiding, de webinars en de draaiboeken over de vaccins heeft gevolgd, die zijn praktijk heeft ingericht en zijn personeel heeft aangesproken en bij wie ook de IT zo goed als klaarstaat, wordt betaald voor zijn werk. Het is toch noodzakelijk om, wanneer men een beroepsgroep vraagt om een inspanning te doen, daar dan ook middelen tegenover te stellen.

Wat ook nog niet uitgeklaard is, is hoe die vaccins zullen worden aangevoerd. Zal dat via de groothandelaar gebeuren of via een hub in het ziekenhuis? Zal de koudeketen, waarop zoveel nadruk is gelegd, worden gegarandeerd? Die vaccins zijn immers heel gevoelig, zowel schok- als temperatuurgevoelig. Deze zaken moeten dus tot in de puntjes worden uitgeklaard voor we effectief tot actie kunnen overgaan. Zoals u weet, mijnheer de minister, wordt op die actie gewacht. Zeker in een stedelijke context is de vraag groot en is de nood ook hoog, want de vaccinatiegraad is nog niet wat hij zou moeten zijn.

Ook over de opleiding heb ik van de collega's bezorgdheden gehoord. Het feit dat die opleiding wordt georganiseerd door de beroepsgroepen, in samenwerking met de universiteiten, stelt mij gerust. Wat mij nog meer geruststelt, is dat die opleiding binnen de drie jaar moet worden herhaald. Ik heb deze week zelf ervaren dat een opfrissing van de EHBO-cursus goed is en ervoor zorgt dat we alerter zijn en dat we een leven kunnen redden. Die cyclus van drie jaar lijkt mij iets om ook naar andere zorgberoepsgroepen mee te nemen, om mee te nemen in de reguliere accreditering en bijscholing. Het verschil is soms maar een paar seconden, laat staan een minuut en het is in die seconden dat de opfrissing van de opleiding het verschil kan maken.

Collega's, onze fractie steunt dit ontwerp, maar wij zouden graag ons amendement zien goedgekeurd. Wij blijven voorstander van een samenwerking in de eerste lijn tussen huisartsen en huisapothekers. De omkadering van de patiënt kan slechts optimaal gebeuren wanneer we daarop inzetten.


Laurence Hennuy Ecolo

Madame la présidente, monsieur le ministre, ce projet a été longuement débattu en commission. Cependant, je souhaite y revenir en séance plénière car il ressort des conclusions des auditions sur l'obligation vaccinale qu'il faut réfléchir à reconnecter les personnes qui ne sont plus en contact avec le système de soins de santé. Dans ce cadre, les pharmaciens comme les infirmiers ont un rôle à jouer dans la prévention en tant que professionnels de santé de proximité. Il serait dès lors légitime de les investir pleinement et durablement dans cette mission de santé publique.

Ce projet de loi va dans le bon sens mais, pour nous, c'est un premier pas car il serait intéressant d'évaluer cette mesure et de réfléchir proactivement à élargir cette faculté aux infirmiers. Nous en avons déjà discuté. Cette faculté n'a peut-être pas été évoquée dans la task force vaccination mais, lors des auditions, de nombreux experts ont estimé que cela permettrait d'augmenter le taux de vaccination de manière structurelle, surtout pour les personnes les plus éloignées du système de soins de santé.

Monsieur le ministre, nous soutiendrons bien entendu votre projet de loi et nous reviendrons sur la concrétisation de cet élargissement, comme vous l'aviez proposé en commission.


Dominiek Sneppe VB

Mijnheer de minister, collega's, met het voorstel wilt u de apothekers toestemming geven om het covidvaccin voor te schrijven, te verdelen en toe te dienen in de publieke officina. Het wetsontwerp kreeg andermaal de urgentie om de acute nood aan vaccinatoren te lenigen. Wij begrijpen niet dat na een jaar vaccineren er nog steeds een acute nood zou zijn aan vaccinatoren. We hebben ook niet de indruk dat er nu een stormloop is in de vaccinatiecentra en dat de structuur het nu niet zou kunnen bolwerken. Op de vraag of de delegatie verbonden is met het sluiten van de vaccinatiecentra, antwoordde u in de commissie ontkennend. Het staat er dus los van. Het voorstel is dus zeer bizar, want er is, zoals ik al zei, helemaal geen stormloop op de vaccinatiecentra en die kunnen het vaccinatieschema perfect aan.

De vraag of apothekers überhaupt zouden mogen vaccineren, is een vraag over nabijheid en toegankelijkheid van de zorg. Voor het Vlaams Belang is het duidelijk dat de gezondheidszorg zo dicht mogelijk bij de patiënt moet staan en dat dus de eerstelijnsgezondheidszorg sterk en breed moet zijn, opdat zoveel mogelijk patiënten in hun vertrouwde omgeving en bij hun medische vertrouwenspersoon terecht zouden kunnen. Dat is in eerste instantie de huisarts en de apotheker maakt daar zeker ook deel van uit.

Op zich hebben we er dus geen probleem mee dat apothekers zouden vaccineren, als alles maar veilig gebeurt.

Er is echter een maar. We vinden het eigenaardig dat hierdoor een taak van artsen wordt gedelegeerd aan een zorgberoepbeoefenaar die dat in normale omstandigheden niet mag doen, terwijl het de huisartsen ook zeer moeilijk wordt gemaakt om hun patiënten in hun praktijk te vaccineren. Mijn vraag in commissie of huisartsen hun patiënten die niet in een vaccinatiecentrum ingeënt kunnen of willen worden, dan moeten doorverwijzen naar de apotheker blijft onbeantwoord. Dat zou alleszins absurd zijn. Bovendien worden apothekers verloond voor hun prestatie, maar voor huisartsen die in hun praktijk zouden willen vaccineren, is er vooralsnog niets. Er zijn dus kennelijk geen plannen om de covidvaccinatie te integreren in de reguliere huisartsenzorg. Daar hebben wij toch wel vragen bij. Het is eigenaardig dat daarover geen of toch weinig overleg was met de huisartsen. Dat getuigt van weinig respect voor onze huisartsen, die toch ook reeds twee jaar in de vuurlinie staan.

In de commissie liet u het volgende opmerken – ik citeer uit het verslag: "Er is ook geen tijdslimiet opgenomen in het wetsontwerp. De apotheker kan dus een actievere rol gaan spelen in de huidige campagne en in toekomstige boostercampagnes, maar het is duidelijk dat het wetsontwerp enkel betrekking heeft op de strijd tegen het coronavirus".

Mijnheer de minister, wat betekent dat eigenlijk? Betekent het dat de boostercampagne zal worden uitgebreid? Betekent het dat men halfjaarlijks of jaarlijks een booster moet halen om in orde te zijn met het CST? Zullen we dan nooit van het CST afgeraken? Het CST zal ooit wel eens in een slaapmodus geraken, maar het zal blijkbaar nooit echt weg zijn. Hoe moeten we dat concreet zien? Na de hoeveelste spuit zal een groen vinkje verschijnen? Wat gebeurt er als men er een overslaat?

Die vragen doen hier misschien niet geheel ter zake, maar daarom zijn ze niet minder pertinent, mijnheer de minister, want op de vraag van mevrouw Pas aan de eerste minister daarnet kregen wij geen duidelijk geantwoord. Misschien kunt u dat straks wel geven.

Mijnheer de minister, ten eerste, voor het Vlaams Belang is het duidelijk dat het wetsontwerp te laat komt, want de grote vaccinatiegolf is reeds voorbij. Daarin hebben de vaccinatiecentra en de vrijwilligers bewezen dat ze dat perfect aankonden. Ten tweede, wij hebben het moeilijk met het feit dat taken van de huisartsen uitgehold worden en dat taken die de huisartsen toebehoren, naar andere zorgberoepbeoefenaars worden gedelegeerd. Ten derde, wij vinden het zeer jammer dat de huisartsen niet of nauwelijks werden betrokken.

Om die drie redenen zullen wij ons dan ook bij de stemming onthouden.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Mijnheer de minister, collega's, dit wetsontwerp staat toe dat officina-apothekers het covidvaccin toedienen in de apotheek, onder de voorwaarde van een specifieke opleiding.

Ik wil duidelijk zijn, wij zijn niet tegen het vaccineren door apothekers. Wij zijn dus niet tegen het principe. Dit wetsontwerp mist voor ons echter een brede visie en een langetermijn­strategie, zowel wat betreft de organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg als inzake de strategie om de pandemie aan te pakken. Dit is eigenlijk meer een vlugvlug genomen maatregel die geen definitieve antwoorden biedt.

Wegens enkele redenen die ik nu zal aanhalen, zullen wij ons bij de stemming onthouden.

Ten eerste, is er tot nog toe vooral gevaccineerd in de vaccinatiecentra, maar die zullen eind maart sluiten. Eigenlijk is er totaal geen plan voor hoe het nu verder moet. Wij weten allemaal dat er veel kans is dat er op een bepaald moment een boosterprik zal moeten worden toegediend. Misschien komt er een jaarlijkse vaccinatie. Er is echter geen langetermijnplan op dat vlak.

Vandaag kunnen de huisartsen, zij het op een vrij omslachtige manier, hun patiënten wel vaccineren door vaccins te bestellen bij het vaccinatiecentrum, Hoe zal dit echter nadien kunnen, als zij nog mensen willen vaccineren terwijl de vaccinatiecentra gesloten zijn? Dat is dus niet opgelost. Mijnheer de minister, u hebt in de commissie gesteld dat dit er niets mee te maken heeft. U kunt op zich natuurlijk zeggen dat beide zaken niets met elkaar te maken hebben en ik begrijp ook wel dat er op een andere manier beslist is over die twee zaken, maar op het terrein staan ze niet los van elkaar. De huisartsen vragen zich af hoe het nu verder zal gaan. Wat zal de invloed van deze beslissing zijn op hun rol in de eventuele verdere uitrol van de vaccinatie­campagne?

Eigenlijk vinden we dat een gemiste kans. In de vaccinatiecentra hebben we op zich immers wel een positieve samenwerking gezien van apothekers, huisartsen, verpleegkundigen en al het andere personeel. Die positieve samenwerking was niet prestatie- of concurrentie­gebonden. Iedereen heeft daartoe bijgedragen, men zorgde er samen voor dat de populatie gevaccineerd werd.

De vaccinatiecentra op lange termijn op dezelfde manier laten doorgaan is natuurlijk niet houdbaar. We moeten dus nadenken over een veel fijnmaziger netwerk van kleine vaccinatiecentra die eventueel ook preventiecentra zouden kunnen worden. Ze zouden dan ook aan andere zaken kunnen werken en bijvoorbeeld hulp verlenen bij het testen en tracen. Soms vallen de vaccinatiecentra en de testcentra ook samen. Bepaalde lokale eerstelijnszones zijn daar ook actief mee bezig en werken daarvoor concreet zaken uit. Het blijven echter projecten die zeker nog niet veralgemeend zijn.

U voorziet eigenlijk een soort prestatiegebonden financiering, zodat apothekers normaal gezien per prestatie betaald zullen worden. Op die manier kunnen ze de kaas van de boterham van sommige huisartsen halen. Het is eigenlijk een spijtige zaak om dat op die manier in te voeren. Het zet apothekers en huisartsen eigenlijk opnieuw tegen elkaar op, terwijl er op het terrein een positieve samenwerking was die niet prestatiegebonden was. Niemand werd per toegediende spuit betaald in de vaccinatiecentra.

Hier wordt beslist dat de apothekers mogen vaccineren, maar op zich is er met het RIZIV nog geen prestatievergoeding overeengekomen. Het is dus nog niet duidelijk wie de apothekers voor die prestaties zal betalen. Ik ben niet voor het prestatiemodel, maar de apothekers die hieraan meewerken moeten wel gefinancierd worden. Als ze prikken zetten en het is prestatiegebonden, dan moeten ze natuurlijk betaald worden voor die prestaties. Op dat vlak hebt u niets kunnen garanderen.

U hebt gezegd dat preventie een bevoegdheid van de regio's is. Hoe zouden de regio's die prestaties dan moeten of kunnen betalen? Dat is alleszins een zaak die waarschijnlijk niet snel uitgeklaard zal worden, onder de negen ministers van Gezondheid wordt er immers heel wat gekibbeld. Kijk maar wat er met de zelftesten gebeurd is. U vond dat de federale overheid die niet moest betalen omdat ze onder preventie vallen. Er is dus geen enkele garantie dat dit goed afloopt, we kunnen daar alleen op hopen.

Voor ons is er nu, na de coronacrisis, een momentum om te bekijken hoe de eerstelijnszorg op een andere manier kan worden georganiseerd. We zouden ook moeten afstappen van de prestatiegerichte financiering en kiezen voor een samenwerkingsmodel. Dan kan men nadenken over hoe men de mensen gezond kan houden. Daarvoor is een populatiefinanciering nodig, waarbij alle actoren van de eerste lijn positief samenwerken. We hebben dat onder andere gezien in de vaccinatiecentra. Het zou dus een gemiste kans zijn als we er niet in slagen om dat duurzaam verder te ontwikkelen.


Robby De Caluwé Open Vld

Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, COVID-19 heeft ons één zaak geleerd na twee jaar. Dat is dat de pandemie zich niet laat voorspellen. Wij weten dus ook niet hoeveel dosissen van de covidvaccins uiteindelijk nodig zullen zijn. Daarom is het belangrijk dat wij toch voldoende beroepsbeoefenaars hebben die het vaccin kunnen toedienen wanneer de vaccinatiecentra gesloten zijn.

In Brussel werd met heel veel succes al geëxperimenteerd met het vaccineren in apotheken. Wij hebben het daarover ook uitgebreid gehad in de commissie. Daarom zullen wij het wetsontwerp uiteraard steunen. Het kan immers zinvol zijn om in bepaalde regio's de vaccinatiegraad nog te verhogen.

Toegankelijkheid is een belangrijke voorwaarde voor het verhogen van de vaccinatiegraad. In die optiek is het een goede zaak dat de mogelijkheid tot vaccineren door de apotheker zal worden aangeboden.

Wij moeten echter ook verder denken op lange termijn. Het is zinvol te onderzoeken of bijvoorbeeld de huisarts ook niet kan beschikken over vaccins die hij of zij dan onmiddellijk kan toedienen, wanneer een patiënt bij hem op consultatie zou zijn. Het alternatief is immers dat de betrokkenen eerst door de huisarts worden overtuigd, om nadien nog naar de apotheker te moeten gaan. Het gemak van een systeem van one stop shopping samen met het verbeteren van de toegang tot vaccins zou de vaccinatiegraad volgens ons kunnen verhogen.

Een aantal leden heeft het aangekaart en wij zijn natuurlijk niet doof voor de bezorgdheden van de artsensyndicaten. Zij hebben een aantal bezorgdheden geuit op dat vlak. Zij vrezen dat zorgverleners elkaar zullen beconcurreren. Wij weten dat het om een gevoelig thema en een gevoelig debat gaat. Wij vragen dan ook dat een ruimer debat wordt gevoerd over welke zorgverlener welke handelingen mag stellen op langere termijn.

In elk geval, in het kader van het vaccineren met het covidvaccin zullen wij het voorliggende wetsontwerp zeker en vast goedkeuren.


Catherine Fonck LE

Monsieur le ministre, je pense que vous l'avez compris après les échanges que nous avons eus en commission: nous ne soutiendrons pas votre projet de loi, et ce, pour quatre principales raisons.

Premièrement, dans le fond, vous présentez ce projet comme nécessaire mais la réalité est que ce projet est d'abord et avant tout le résultat de mauvais choix qui ont été posés en amont. Il a manqué et il manque toujours d'un vrai soutien, y compris logistique et pratique, pour les médecins généralistes, afin qu'ils puissent effectivement vacciner facilement, en tout cas dans les meilleures conditions possibles, contre le covid-19.

Je vous l'ai déjà dit et redit, pour ceux qui habitent à côté d'un centre de vaccination, c'est simple, mais 99 % des citoyens n'habitent pas à côté d'un centre de vaccination. À côté de la liste de contrôle des déplacements d'une organisation impossible, effectivement, il n'y a toujours pas de facilitation de la vaccination contre le covid-19 pour les médecins généralistes, au cabinet, dans la confiance que l'on connaît entre le médecin et son patient.

La deuxième raison pour laquelle nous ne soutiendrons pas votre projet, c'est qu'il crée un précédent qui est problématique, parce qu'il permet de confondre celui qui prescrit et celui qui délivre. Et il est sain, monsieur le ministre, il est sain, dans notre système de soins de santé, d'éviter que celui qui prescrit en tire un bénéfice financier, comme le rappelle d'ailleurs à juste titre le Conseil d'État. Je dirais d'ailleurs exactement la même chose si les médecins commençaient à délivrer les médicaments. Il n'y aurait plus là, de la même manière, cette différence entre celui qui prescrit et celui qui délivre.

Une toute autre manière était tout à fait possible, soutenue d'ailleurs par les médecins généralistes. J'ai plaidé pour celle-ci et j'ai déposé des amendements en commission, que je redépose à nouveau aujourd'hui. Selon ceux-ci, la délivrance du vaccin a lieu sans prescription. C'est ce que l'on fait depuis un an. Des millions de vaccins ont été délivrés et administrés en Belgique sans prescription. Ce n'est donc pas un problème. La directive européenne le permet d'ailleurs, à condition bien sûr que ce soit justifié. Cela n'empêche en rien un remboursement. En effet, nos amendements le prévoient de manière explicite.

La troisième raison pour laquelle nous ne soutiendrons pas votre projet de loi est qu'il va par ailleurs très loin en n'excluant pas la vaccination des petits enfants. Or, il s'agit, pour les enfants, d'examiner à chaque fois médicalement la balance bénéfices-risques pour le vaccin, avec l'enfant et les parents. Cet examen médical de la balance bénéfices-risques me semble relever, pour ces enfants et dans ce contexte, très clairement de la responsabilité médicale. Je constate d'ailleurs, puisque vous avez voulu mettre en avant d'autres pays qui ont mis en place la vaccination covid-19 par les pharmaciens, que ces pays, dont le système de soins est organisé totalement différemment du nôtre, ont pour plusieurs d'entre eux exclu la vaccination des enfants par les pharmaciens. Ils l'ont fait en tout cas quand il s'agissait, pour les pharmaciens, de prester ce service sans une collaboration avec le médecin.

La quatrième raison pour laquelle nous ne soutiendrons pas votre projet est qu'il subsiste encore et toujours de multiples interrogations des pharmaciens. Je les ai relayées en commission. Vous les avez presque balayées d'un revers de la main en disant que tout était organisé et géré. Je constate dans un sondage auprès des pharmaciens, sorti hier, que la majorité de ceux-ci continue à relayer les problèmes et les interrogations multiples, comme je l'ai fait en commission. Ils parlent d'un point de vue pratique de la gestion et de la prise en charge des petits comme des grands malaises, mais aussi de la reconnaissance et de l'absence de rémunération prévue à cet égard. Le hasard fait – mais c'est un curieux hasard – que l'on annonce la fermeture des centres de vaccination en même temps que la vaccination par les pharmaciens. Vous nous avez répondu que cela n'avait rien à voir.

Pourtant, monsieur le ministre, je suis allée rechercher un passage où vous vous exprimiez dans la presse en octobre 2021. Je lis vos propos: "En ce qui concerne la vaccination covid, la task force vaccination propose de déplacer l'accent durant la prochaine phase de la campagne de vaccination, des grands centres de vaccination vers la première ligne. Il est déjà question, à côté de l'administration du vaccin dans les pratiques de groupe, également de l'administration du vaccin dans les pharmacies qui satisfont à certaines exigences infrastructurelles." Vous poursuiviez en expliquant que tout cela était en cours d'analyse. Le hasard n'en était donc pas un: il existe bien un rapport entre la fermeture des grands et plus petits centres de vaccination - annoncée, y compris dans les dates - et le choix que vous nous exposez aujourd'hui.

Les pharmaciens doivent donc à présent remplir cette mission. Beaucoup d'entre eux ne suivront pas, en tout cas sûrement pas maintenant. Le moins que l'on puisse dire est que, de votre côté, vous leur confiez une charge supplémentaire qu'ils devront assumer au moment même où les centres de vaccination seront en train de fermer leurs portes, et ce, sans prévoir aucun soutien ni aucune rémunération.

Le rôle des pharmaciens est primordial dans notre système de soins de santé, tant en raison de leur proximité que de leur capacité d'action préventive. Cette fonction doit être rappelée, soulignée et renforcée. Toutefois, contrairement à vous, monsieur le ministre, je ne souhaite pas opposer les pharmaciens et les médecins, pas plus que les pharmaciens et les infirmiers. Je souhaite surtout promouvoir, y compris dans les actes, et non seulement dans les mots, la coopération et la collaboration entre les différents prestataires de soins au bénéfice des patients.

Vous savez aussi bien que moi – ou alors vous l'avez découvert et je trouverais cela étonnant –, combien ce sujet est sensible. Dans la répartition des tâches auprès des différents prestataires de soins, les compétences de chacun d'entre eux doivent être mises au service de la qualité des soins aux patients. Ce débat a été complètement laissé de côté. La concertation à ce sujet avec les médecins et les infirmiers a également été laissée de côté. Ce n'est pas de la sorte que nous pourrons renforcer une collaboration positive et constructive entre les prestataires de soins de première ligne. C'est dommage car une collaboration positive s'était installée dans les centres de vaccination. Vous détricotez tout cela et, à cause des choix que vous avez posés dans ce texte, on se retrouve dans un climat de tension et d'opposition entre les pharmaciens, les médecins et les infirmiers. Ce n'est pas positif pour l'avenir.

Pour toutes ces raisons, nous ne soutiendrons pas ce texte.


Patrick Prévot PS | SP

Monsieur le ministre, les chiffres de l'épidémie vont dans le bon sens et on ne peut que s'en réjouir. La levée des restrictions est une réalité et va se renforcer dans les prochaines semaines. Certains centres de vaccination vont peu à peu fermer leurs portes. Pourtant, à chaque commission et à chaque intervention sur le sujet, on dit que l'importance de la vaccination doit être répétée haut et fort, même si la situation nous laisse entrevoir davantage de liberté et des jours un peu plus heureux - sur le plan du covid-19.

C'est la raison pour laquelle une approche de proximité sera essentielle pour continuer à promouvoir le vaccin et le booster. Selon nous, la première ligne de soins a, aujourd'hui plus que jamais, un rôle fondamental à jouer dans la vaccination contre la covid-19. D'ailleurs, les auditions que nous avons eues ces dernières semaines n'ont fait que confirmer cette affirmation. Dans cette première ligne, les pharmaciens sont un maillon important en raison de leur répartition géographique et de leur facilité d'accès mais également en raison de la relation de confiance privilégiée qu'ils ont avec les patients, y compris avec les groupes de citoyens difficiles à toucher et qui, parfois, n'ont pas de médecin généraliste. Dans ce cas précis, le pharmacien peut également permettre de lever certains obstacles et freins à la vaccination.

Depuis de nombreuses années déjà, les pharmaciens sont habilités à administrer le vaccin contre la grippe saisonnière dans plusieurs pays européens sans que cela semble enfreindre la législation européenne applicable ou même porter atteinte à la protection de la santé. C'est notamment le cas au Danemark, en France, en Allemagne avec des résultats tout à fait positifs et sans problèmes importants à mettre en avant à ce jour. C'est une question qui devrait pouvoir être abordée chez nous dans le futur. On voit aujourd'hui un investissement manifeste des pharmaciens dont un grand nombre ont déjà suivi la formation nécessaire pour administrer les vaccins contre la covid-19, comme l'a indiqué le ministre.

Certains collègues, en commission, ont remis en question cette fameuse formation la jugeant parfois insuffisante. Là aussi, le ministre a eu des réponses qui ont clairement pu nous rassurer dans ce cadre précis. Par ailleurs, comme j'ai pu l'exprimer en commission, j'espère que des collaborations plus fortes pourront être mises en place à l'avenir entre les pharmaciens, les médecins généralistes et tous les acteurs de la première ligne. C'est une mesure forte pour laquelle nous plaidons, et cela au bénéfice des patients.

Monsieur le ministre, chers collègues, comme nous l'avons fait en commission, nous soutiendrons aujourd'hui ce projet de loi.


Ministre Frank Vandenbroucke

Madame la présidente, chers collègues, je crois que nous avons eu un débat intéressant et constructif en commission. Ce débat en séance plénière est une excellente synthèse. Je serai dès lors assez bref.

Mme Fonck a rappelé les raisons pour lesquelles elle ne soutient pas le projet. Je ne répondrai pas à toutes ses remarques ponctuelles mais bien à une remarque de fond, à savoir que l'on crée un contexte tout à fait exceptionnel en permettant à un pharmacien d'être à la fois celui qui prescrit et celui qui délivre le vaccin. Je tiens à préciser que cette mesure spécifique est liée au contexte exceptionnel de la covid-19. C'est une limitation importante du domaine mais des arguments expliquent cette démarche exceptionnelle. Ces arguments ont été présentés par M. De Caluwé, M. Prévot, Mme Hennuy et d'autres intervenants. L'accessibilité des pharmaciens notamment est un élément important dans une telle campagne, dans la phase dans laquelle on veut se trouver.

J'ai indiqué en commission que ceci ne préfigure pas une approche structurelle élargie à d'autres vaccins ou médicaments. Non, c'est très spécifique. Comme Mme Hennuy, M. Prévot, Mme Depoorter et aussi Mme Merckx dans un certain sens l'ont dit, ceci doit être conçu comme un élément visant une meilleure coopération au sein de la première ligne et une meilleure synergie entre tous les prestataires de soins en première ligne. C'est une dimension importante du débat.

Mme Hennuy a attiré l'attention, tant en commission qu'en séance plénière, sur le fait qu'il faudrait davantage réfléchir au rôle des infirmières et des infirmiers. Comme vous le savez, les infirmiers peuvent déjà vacciner, mais sous la supervision d'un médecin. Je ne suis pas fermé à une réflexion plus large sur le sujet. Toutefois, tel n'est pas l'objet du projet à l'examen.

Ik ben het dan ook eens met wat mevrouw Depoorter, mevrouw Merckx en de heer Prévot zeiden, namelijk dat wij dit moeten zien als een punctueel initiatief dat zijn plaats kent in de versterking van en de samenwerking in de eerste lijn. We gaan ervan uit dat wij op die manier de toegankelijkheid van de gezondheidszorg en ook de toegankelijkheid van een vaccinatiecampagne verbeteren. Ook de heer De Caluwé noemde toegankelijkheid als een essentieel argument.

Mevrouw Depoorter, meer concreet, u hebt gelijk als u stelt dat er meer te zeggen en meer te doen valt inzake de samenwerking tussen de apothekers en de huisartsen. Een deel van uw amendering is eigenlijk enigszins overbodig, zoals ik in de commissie voor Gezondheid al zei, aangezien een deel van wat u in uw amendering voorziet, nu reeds kan. Een ander deel van wat u voorstelt in uw amendering, wil ik opvangen in een koninklijk besluit dat zeer binnenkort gepubliceerd zal worden. U hebt gezegd dat het altijd lang wachten is op de koninklijke besluiten en daarin zal ik u zelfs niet helemaal tegenspreken. Het koninklijk besluit dat ik nu bedoel, biedt echt een antwoord op het belangrijkste operationeel element in uw amendement. Het koninklijk besluit laat toe dat artsen een groepsvoorschrift indienen en op basis van dat groepsvoorschrift worden de vaccins geleverd bij de voorschrijvende arts. Dat koninklijk besluit ligt momenteel voor advies voor bij de Raad van State en het advies wordt verwacht tegen 4 maart, dus toch zeer binnenkort. Daarom kan ik stellen dat dit koninklijk besluit er wel snel zal komen. Ik denk dat het beter is om dit bij koninklijk besluit te regelen.

Het koninklijk besluit ondervangt de lacune waarop u wijst, dus ik hoop dat u er gelukkig mee zult zijn. Om die reden stel ik voor dat uw amendement niet aanvaard wordt, maar ik wil u wel bijzonder danken voor uw steun vanuit de oppositie voor het wetsontwerp.

Mevrouw Depoorter, u zegt terecht dat de financiering nog niet op punt staat. Binnen het RIZIV is er wel al voorbereidend werk geleverd over hoe de financiering eruit kan zien, maar wij moeten inderdaad eigenlijk met de deelstaten tot een globaal akkoord komen over de wijze waarop de financiële lasten van deze vaccinatiecampagne verdeeld worden. Dat hoort er eigenlijk bij.

Mevrouw Merckx, ik ben het met u eens als u zegt dat wij de covidpandemie ook als een opportuniteit moeten zien, als een momentum, om na te denken over een betere en sterkere organisatie van de eerste lijn. Dat betekent inderdaad ook dat er moet worden nagedacht over het evenwicht tussen individuele prestatiefinanciering en financiering van sterke praktijken, uitrusting van praktijken en samenwerkingsverbanden. Dat is absoluut juist. Ik heb een tijdje geleden tijdens een informele uiteenzetting voor Domus Medica ook gezegd dat dit eigenlijk een werf is die logisch voortvloeit uit de ervaringen met covid. Wij moeten opnieuw beginnen nadenken over de organisatie en de toekomst van de huisartsengeneeskunde. Dat is voor een deel een werk dat zich moet ontwikkelen op het niveau van de deelstaten, maar voor een deel ook op federaal niveau.

Wat wij hier doen, is zeer punctueel rond COVID-19, maar het is niet strijdig met het soort momentum dat u zoekt, het is niet strijdig met andere initiatieven waarbij wij de samenwerking tussen apothekers en huisartsen willen versterken. Ik wees net al op het KB dat er binnenkort komt. Ik vind dus dat dit rechtvaardigt dat wij de goedkeuring vragen van dit punctuele initiatief. Meer zal ik er niet over zeggen.

Verschillende leden hebben gevraagd naar de langetermijnvisie inzake de vaccinatiecampagne. De taskforce Vaccinatie, een interfederale taskforce onder leiding van professor Dirk Ramaekers, zal met voorstellen komen voor de voortzetting van de vaccinatiecampagne in de toekomst. Die voorstellen zullen zich in de eerste plaats richten op wat wij nog moeten doen in het jaar 2022. Ik wil niet dat men de illusie zou hebben dat wij of de taskforce of u zouden kunnen voorspellen wat er de volgende vier jaar zal gebeuren. Wij kunnen ook nog niet goed weten hoe wij de volgende vier jaar zullen moeten vaccineren, maar het is wel tijd om voor het jaar 2022, dat nog tien maanden duurt, stilaan met scenario's en mogelijke benaderingen te komen en na te denken over hoe een en ander opnieuw in elkaar moet passen: de eerste lijn, de vaccinatiecentra, de preventieve gezondheidszorg, de vaccinatie in instellingen enzovoort. Ik verwacht van de taskforce Vaccinatie voorstellen voor scenario's, alleszins voor het jaar 2022, met verdere fases van vaccinatie. De taskforce Vaccinatie is daarmee nog niet klaar, maar ik hoop dat we dit eerstdaags kunnen ontvangen. Dan kunnen we ons daarover buigen met de IMC Volksgezondheid en kunnen wij beslissingen nemen.

Als bijkomende informatie wil ik nog meegeven dat het EMA ondertussen toestemming heeft gegeven voor het boosteren van kinderen en jongeren. Dat betekent dat de boostercampagne voor kinderen en jongeren met een gerust geweten in alle deelstaten opgestart of voortgezet kan worden. Dat is ook goed nieuws.


Kathleen Depoorter N-VA

Mijnheer de minister, dat is mooi. Daaraan ziet men dat aanhoudende druk en amendering door onze fractie tot resultaten leidt. Het is ook mooi dat u aangeeft dat het KB al tegen 4 maart door de Raad van State zal worden gereviseerd. Dan kunnen we snel tot een samenwerking tussen de huisartsen en apothekers overgaan. Dat kan ook een prelude zijn van de samenwerking tussen oppositie en meerderheid, die soms niet optimaal is, maar dit is een mooi signaal.

U mag de pluim wat mij betreft geheel op uw hoed steken. Ik ben zeer tevreden dat die stap daadwerkelijk wordt gezet, want niets is erger dan twee belangrijke beroepsgroepen die niet door een deur geraken en die voor dezelfde patiënt moeten zorgen. Het is belangrijk dat u daarmee door bent gegaan en dat u daar snelheid achter heeft gestoken.

Het is nu misschien ook het moment om het KB inzake de vergoeding voor ontbrekende geneesmiddelen voor de patiënten en de substitutie ook snel te ontwerpen, maar nu vraag ik misschien te veel.

Mijnheer de minister, belangrijk is ook dat het voorbereidend werk binnen het RIZIV is gedaan om de mensen te betalen voor hun werk. Ik zou daar toch spoed achter zetten, maar ik besluit met uw mooie boodschap. Ik zal uw uitnodiging om samen te werken rond de eerste lijn en samen na te denken over de veerkracht in de eerste lijn zeker aanvaarden en hopelijk kunnen we daarmee meteen na het reces beginnen.