Proposition 55K1300

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi ouvrant des crédits provisoires pour les mois de juillet, août, septembre et octobre 2020.

General information

Submitted by
Chamber of representatives (2020-03-17 - 2020-10-01)
Submission date
June 5, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
tax national budget provisional twelfth

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR PVDA | PTB
Abstained from voting
VB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

June 25, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President André Flahaut

Onze rapporteur is de heer Bertels, maar voor het gedeelte dat deze namiddag in de commissie voor Financiën werd besproken en behandeld, is dat de heer Vanbesien.

De heer Vanbesien is niet aanwezig. Daarom stel ik voor dat u alvast begint met uw verslag, mijnheer Bertels.


Rapporteur Jan Bertels

Mijnheer de voorzitter, mijn collega-rapporteur zal zich zo meteen wel aansluiten.

Ik zal u een kort verslag brengen van de werkzaamheden in de commissie met betrekking tot het wetsontwerp tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden juli, augustus, september en oktober 2020.

Dat wetsontwerp werd besproken in de commissie voor Financiën en Begroting van 10 juni en vannamiddag, maar daarover zal collega-rapporteur Vanbesien verslag uitbrengen.

Eerst was er de inleidende uiteenzetting door de minister van Begroting, die toelichtte dat de regering genoodzaakt is onderhavig wetsontwerp ter goedkeuring voor te leggen teneinde de werking van de openbare diensten gedurende de maanden juli tot oktober 2020 te kunnen verzekeren.

Het is een derde schijf voorlopige kredieten voor dit jaar, berekend volgens de geldende regels ter zake. De basis is de aangepaste begroting 2019, de laatste goedgekeurde uitgavenbegroting.

In de nieuwe schijf voorlopige kredieten is er nog geen rekening gehouden met een aanpassing van de evenwichtsdotatie van de sociale zekerheid. Dat zal gebeuren in een gebeurlijke vierde schijf voorlopige kredieten op basis van de geactualiseerde ramingen van het globaal beheer van de sociale zekerheid, onder meer gelet op de invloed van de gezondheidscrisis.

De vereffeningskredieten van de derde schijf liggen finaal 193 miljoen euro hoger dan de wettelijke norm, die 4/12ᵈᵉⁿ van de aangepaste begroting 2018 is. Een gedetailleerde verantwoording van de redenen voor de afwijking in plus en in min vindt u uitgebreid terug in de memorie van het wetsontwerp en in het verslag, zoals toegelicht door de minister.

Gelet op de recent goedgekeurde bijkomende middelen ten belope van 1 miljard, zodat de interdepartementale provisie voor de bestrijding van het coronavirus nu 2 miljard bedraagt, recent goedgekeurd in de tweede schijf van voorlopige kredieten, wordt in de derde schijf geen verhoging voor dringende uitgaven in de COVID-19-crisis ingeschreven. De bestaande interdepartementale provisie van 2 miljard zou voorlopig moeten volstaan. Zo niet worden er maatregelen genomen.

Ten tweede, het Rekenhof geeft aan geen principiële opmerkingen te hebben en is van mening dat de voorwaarden van de wetgeving ter zake zijn nageleefd. Alle afwijkingen zijn afdoende verantwoord.

Ten derde, ik ga kort in op de bespreking door en vragen van de leden in de commissie, want vele amendementen werden opnieuw ingediend en komen straks eventueel ter sprake. Alle leden hopen dat er snel gediscussieerd kan worden over een volwaardige begroting. Het systeem van voorlopige kredieten is bedoeld om tijdelijk te zijn. Elkeen beklemtoont ook de noodzaak aan middelen om de coronacrisis te bestrijden. Er werden wel vragen gesteld en beantwoord door de minister over de aanwending van de provisie ter zake. De meeste van de leden in de commissie scharen zich ook achter de noodzaak om de continuïteit van de werking van de openbare diensten te verzekeren en erkennen dus de noodzaak van de gevraagde voorlopige kredieten.

Ten vierde, de minister antwoordt vervolgens op de vragen, opmerkingen en amendementen. Ik licht er enkele toe, die niet zullen terugkomen in de algemene discussie aanstonds, vermoed ik, of die ook niet vanmiddag in de commissie werden behandeld. Hij geeft, zoals gezegd, informatie over de besteding van de interdepartementale provisie, wat ondertussen ook nadien nog eens gedetailleerd is gebeurd in de commissie.

Inzake de NAVAP-regeling, het eindeloopbaanstelsel voor de operationele personeelsleden van de geïntegreerde politie, stelt de minister dat de discussie met de federale politie over de cijfers nog loopt, maar dat de federale politie op dezelfde manier zal worden behandeld als de lokale politie. Als de cijfers afgeklopt worden, zal het eindeloopbaanstelsel wettelijk geregeld worden. Indien er middelen nodig zijn, zal daarin worden voorzien, eventueel via de provisie.

Naar aanleiding van de informatie die de minister verstrekt, worden sommige amendementen inzake NAVAP ingetrokken en worden andere amendementen verworpen. Replieken en bijkomende vragen en antwoorden betreffen in hoofdzaak de amendementen, waarvan een deel opnieuw ingediend is. Ik ga daar niet verder op in, want ik wil geen dubbelwerk doen en het woord niet afnemen van collega's. De indieners zullen eventueel, indien ze dat wensen, hierover nog het woord voeren.

Tot daar, mijnheer de voorzitter, het verslag van de commissievergadering van 10 juni.


President André Flahaut

Ik schors de vergadering tot de heer Vanbesien, rapporteur, aanwezig is.

La séance est suspendue à 20 h 32.

La séance est reprise à 20 h 33.

Ik zie dat de heer Vanbesien ondertussen is aangekomen. Het gaat over een niet-onbelangrijke aangelegenheid en aangezien u rapporteur bent voor hetgeen deze namiddag heeft plaatsgehad, wilde ik niet starten zonder een mondeling verslag.

U hebt het woord, mijnheer Vanbesien.


Rapporteur Dieter Vanbesien

Mijnheer de voorzitter, deze namiddag heeft de commissie voor Financiën en Begroting gedurende tweeënhalf uur ongeveer samengezeten, maar ik zal het verslag zo bondig mogelijk maken.

De plenaire vergadering had de amendementen nrs. 15 tot en met 25 doorgestuurd naar de commissie. De commissie heeft echter vastgesteld dat het om twee soorten amendementen gaat: enerzijds de amendementen nrs. 15 tot en met 22 die reeds behandeld en weggestemd waren in de commissie en anderzijds de nieuwe amendementen nrs. 23, 24 en 25.

Wat de eerste groep betreft, staan de indieners erop dat zij die in de plenaire vergadering kunnen bespreken en dat er hierover kan worden gestemd. Aangezien alle amendementen naar de commissie werden gestuurd, moest er wel over worden gestemd. De consensus die wij daar hebben gevonden, is dat over alle amendementen in de commissie zou worden gestemd en dat zij eventueel opnieuw kunnen worden ingediend in de plenaire vergadering zodat zij kunnen worden besproken en er hierover kan worden gestemd.

Na die consensus heeft de N-VA gezegd dat zij verwijst naar de toelichting gegeven twee weken geleden in de commissie voor amendementen nrs. 15 tot 17. Het Vlaams Belang heeft hetzelfde gedaan voor de amendementen nrs. 18 en 19 en de PVDA-PTB hetzelfde voor de amendementen nrs. 20, 21 en 22. Al die amendementen werden deze namiddag verworpen in de commissie en zullen waarschijnlijk hier opnieuw worden ingediend of zijn reeds opnieuw ingediend zodat zij straks nog eens verworpen kunnen worden.

Ik kom aan de tweede groep, de drie nieuwe amendementen.

Amendement nr. 23 van de PVDA-PTB gaat over een coronabonus van 400 euro aan het personeel in de gezondheidszorg voor een totaalbedrag van 52,8 miljoen euro. Dat amendement werd verworpen door de commissie.

Amendement nr. 24 van de sp.a gaat over de geestelijke gezondheidszorg die structureel ondergefinancierd is, reeds van voor de lockdown. Dat is geen nieuw gegeven. Volgens de indiener had de regering beloofd daar werk van te maken, maar heeft zij dat nooit gedaan. Het gaat om een bedrag van 200 miljoen euro op jaarbasis, dat nu proportioneel voor de komende vier maanden wordt ingediend. Dit amendement werd aangenomen.

Het laatste amendement, nr. 25, ook van de sp.a, gaat over een solidariteitspremie gelijkaardig aan de consumptiecheque die door de superkern werd goedgekeurd. Het gaat dus om 300 euro voor het zorgpersoneel in de federale sectoren zoals ziekenhuizen en thuisverpleegkundigen. In totaal is daar een bedrag van 37,5 miljoen euro mee gemoeid. Ook dit amendement werd aangenomen.

Het wetsontwerp, inclusief de goedgekeurde amendementen, ligt hier straks ter stemming voor, samen met de verworpen amendementen die opnieuw worden ingediend door N-VA, Vlaams Belang en PVDA-PTB.


Minister Maggie De Block

Mijnheer de voorzitter, ik meen dat er een fout in het verslag is geslopen. De psychologische zorg van de eerste lijn is door een regering in volle bevoegdheid goedgekeurd. Er is dus wel degelijk een terugbetaling van die psychologische eerstelijnszorg geweest terwijl de heer Vanbesien zegt dat daar nooit werk van is gemaakt. Ten tweede was dat een eerste keer, een historische stap voor de terugbetaling van psychologische zorg in de eerste lijn, want ondanks al het socialistische 'gesmos' met geld is dat er vroeger nooit van gekomen.


Dieter Vanbesien Groen

Mijnheer de voorzitter, ik wil hier graag even op repliceren. Het gaat hier niet om een fout die in het verslag is geslopen want dat verslag is een weergave van het gesprek dat we zonet gehad hebben. Dat is dus effectief zo besproken en als de minister dat wil contesteren, dan kan dat in de inhoudelijke discussie. Het verslag is echter wel degelijk een correcte weergave van wat er gezegd werd.


Minister Maggie De Block

Mijnheer de voorzitter, in dat geval gaat het om een gebrek aan kennis in de commissie en heeft de verslaggever foutieve informatie in zijn verslag opgenomen zonder het te weten.


President André Flahaut

Een verslag is een verslag, ook al zit er misschien foute informatie in. De inhoudelijke bespreking zal aantonen wat juist is en iedereen kan daarin het woord vragen.


Wim Van der Donckt N-VA

Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst de rapporteurs bedanken, de heren Vanbesien en Bertels. Op de opmerking van mevrouw de minister zal mevrouw Depoorter straks reageren. Ik zal een algemene toelichting bij het standpunt van de N-VA geven.

Mijnheer de minister, we zien elkaar opnieuw in dit plenum voor de derde schijf van de voorlopige kredieten voor het jaar 2020. Eigenlijk is het al de derde en een halve schijf, want we hebben ook al een tussentijdse bijpassing van 1 miljard euro gehad. We zitten ondertussen al 1,5 jaar met voorlopige twaalfden. Ik durf de tel niet meer bij te houden van het aantal keren dat we de voorlopige kredieten de voorbije jaren al hebben moeten goedkeuren.

Ik breng graag de rechtsgrondslag van de voorlopige kredieten even in herinnering. Die zijn wel kristalhelder: "In principe zijn uitgaven van een nieuwe aard, die niet eerder werden gemachtigd door het Parlement, uitgesloten uit de voorlopige twaalfden".

Wanneer we in een situatie van een internationale pandemie zitten, is het werken met voorlopige twaalfden volgens onze fractie niet optimaal. Ik denk dat wij daarin niet alleen staan. U hebt dat zelf ook aangehaald in de commissie. U hebt expliciet gezegd dat u voorstander bent van het indienen van een begroting, maar klaarblijkelijk is niet iedereen in de regering deze mening toegedaan. Minstens zijn er hier en daar wel wat stoorzenders die het indienen van een normale begroting niet echt zagen zitten.

Mijnheer de minister, voor de coronacrisis gingen wij uit van een groei van ongeveer 1,4 % en een bbp voor 2020 van 486,9 miljard euro. Volgens de cijfers die u ons recent meedeelde, gaat het bbp dit jaar krimpen met maar liefst 10 % en is een V-vormig herstel van onze economie klaarblijkelijk van de baan. U sprak over het Nike-teken of de zogenaamde swoosh.

Gisteren nog meldde het Federaal Planbureau dat de coronacrisis de overheidsfinanciën nog kwetsbaarder heeft gemaakt dan al het geval was. Voor de federale overheid en de sociale zekerheid is de situatie thans bijzonder zorgwekkend. Wij kijken aan tegen een begrotingstekort tussen 10 en 12 % en een schuldgraad van maar liefst 120 % tegen eind 2020. Wij spreken over een overheidstekort voor de gezamenlijke overheden tussen 43 en 50 miljard euro. Hier en daar horen wij zelfs het bedrag van 60 miljard euro. Dat zijn gigantische bedragen, die een enorme impact zullen hebben op de werking van de overheid, en uiteraard ook op onze samenleving.

In deze schijf vinden wij de enorme budgettaire impact van de coronacrisis op de begroting zelfs nog niet terug. Wij lezen zinnen als: "deze voorlopige evenwichtsdotatie houdt nog geen rekening met de budgettaire impact van de coronacrisis." Of wat verder: "dit bedrag houdt nog geen rekening met de impact van de coronacrisis."

Het huidige 'begrotingsbeleid' steunt op twee pijlers. Ten eerste is er natuurlijk de bescherming van de volksgezondheid. En ten tweede is er het opvangen van de sociaal-economische effecten. Ik wil op dat punt wel zeer duidelijk zijn. De N-VA-fractie steunt uiteraard beide pijlers volledig.

Wanneer wij lezen dat er in 2020-2021 meer dan 100.000 banen verloren zullen gaan, en dat is dan nog een voorzichtige raming; sommigen spreken over aantallen tot een kwart miljoen, dan is de situatie bloedserieus. Voor ons is de tijd nu wel echt aangebroken om een echte, volwaardige begroting op te stellen. Ook al is er maar een minderheidsregering, die mogelijkheid bestaat, zodat wij deze ongeziene crisis eindelijk kordaat en efficiënt kunnen aanpakken.

Wanneer wij lezen dat de totale uitgaven voor de bestrijding van de coronacrisis al rond 14 miljard euro kan schommelen, kan ik niet anders dan benadrukken dat wij zo snel als mogelijk een helder en duidelijk zicht moeten hebben op de overheidsfinanciën.

Daarmee kunnen wij dan aan de slag gaan en – ik herhaal het nogmaals – een echte, effectieve begroting opstellen.

De interdepartementale provisie van 2 miljard euro, toegevoegd aan de vorige schijf van voorlopige kredieten, is eigenlijk maar bestemd voor ad-hocoplossingen. Ditmaal is zelfs geen nieuwe provisie toegevoegd.

Ik wil opnieuw benadrukken dat met de voorlopige twaalfden sommige partijen zich als onverantwoordelijke cowboys kunnen gedragen en de begroting met extra uitgaven bezwaren, zonder dat er nieuwe ontvangsten tegenover staan. De heer Verherstraeten heeft dat deze namiddag in de commissie ook nog eens heel uitdrukkelijk gesteld, verwijzend naar de amendementen van de verschillende andere partijen en naar de Maribel Fondsen – plus 130 miljoen euro – in de huidige schijf.

Voor ons is het heel belangrijk dat wij dergelijke avonturen vermijden. Ik heb dat de vorige keer ook al aangegeven, maar het blijft maar komen. Het is ook belangrijk dat wij een degelijk en gericht begrotingsbeleid op poten zetten, gelet op de huidige toestand van de overheidsfinanciën.

Wijzelf hebben een aantal bijkomende amendementen ingediend, om sommige naar onze visie onverantwoorde extra uitgaven eruit te halen. Het doel is dus geen bijkomende uitgaven te doen, maar wel uitgaven eruit te halen. Mijn collega's die hier in de plenaire zaal aanwezig zijn, zullen daarover later in het debat meer toelichting geven.

Tot slot, mijnheer de minister, collega's, wil ik benadrukken dat het belangrijk blijft dat de federale regering een daadkrachtig en efficiënt beleid kan voeren. Daarom moeten wij, zoals al door velen is opgemerkt, zo snel mogelijk een normale begroting hebben, hoewel dat in de huidige moeilijke tijden niet vanzelfsprekend is. Zoals ik al herhaaldelijk heb meegegeven, wil ik nogmaals benadrukken dat de mensen zekerheid en daadkracht nodig hebben, nu meer dan ooit. Het is aan u en aan ons, om hen dat te geven.

Mijnheer de minister, dat was mijn uiteenzetting. Ik kan u echter thans wel al meegeven dat wij de voorlopige twaalfden zullen goedkeuren.


Georges Gilkinet Ecolo

Monsieur le président, madame et monsieur les ministres, chers collègues, le fonctionnement sur base de douzièmes provisoires en matière budgétaire devrait être l'exception pour un État, pour une Région, pour une commune, pour toute entité publique. Pourtant, c'est devenu la norme pour notre État fédéral et cela constitue à nos yeux un problème politique et démocratique, au-delà d'être budgétaire.

Le dernier vrai débat budgétaire sur base de chiffres et d'analyses de la Cour des comptes a eu lieu en décembre 2018, soit il y a plus de deux ans et demi, avant qu'un parti membre de la majorité suédoise de l'époque décide de claquer la porte et de laisser ses partenaires Gros-Jean comme devant. Depuis, notre pays est sans gouvernement majoritaire et dès lors dans l'incapacité de tenir de tels débats budgétaires. La situation, qui n'était alors pas simple dès lors que le déficit causé par les choix politiques de la majorité suédoise était particulièrement important, s'est encore aggravée au cours de ces derniers mois à cause de la pandémie et de toutes ses conséquences en termes de ralentissement de l'économie, de recettes fiscales et de besoins supplémentaires en matière sociale et de soutien à l'économie. La pandémie n'a clairement pas amélioré la situation. La situation budgétaire est particulièrement préoccupante.

Face à cette situation dont nous ne sommes aucunement responsables, face à une base budgétaire que nous avions lourdement contestée à l'époque – car elle ne correspondait pas aux choix que les écologistes veulent porter en matière sociale, environnementale et démocratique –, notre attitude n'a pas varié. Nous avons, trimestre après trimestre, apporté notre soutien au vote des douzièmes provisoires parce qu'Ecolo et Groen sont des formations politiques responsables et que nous ne voulons pas faire porter aux serviteurs de l'État que sont les fonctionnaires, aux clients et fournisseurs de l'État les conséquences de cette crise politique. Un État, comme toute entité publique, a besoin d'un budget pour fonctionner, ne serait-ce que sous forme de douzièmes provisoires.

Il y a eu quelques exceptions à ce principe des douzièmes provisoires. Nous avons ainsi, avec d'autres partis, voté un amendement pour permettre un refinancement du secteur infirmier, mieux connu sous le nom de Fonds blouses blanches. Il s'agissait à l'époque d'une idée généreuse - raison pour laquelle nous l'avons soutenue - mais un peu vague quant à ses principes. Nous avons donc, en collaboration avec des collègues d'autres partis, pris en charge le travail technique afin de permettre l'affectation de ces moyens au bénéfice des infirmiers et des infirmières.

De même, nous avons soutenu l'augmentation de la provision interdépartementale - à concurrence de 2 milliards d'euros - pour subvenir aux besoins liés à la crise du coronavirus. Nous nous sommes entretenus à plusieurs reprises avec le ministre du Budget afin d'obtenir davantage de précisions sur l'utilisation de ces fonds, notamment l'achat de masques faciaux pour un montant de 500 millions d'euros. Cet achat indispensable aurait pu coûter beaucoup moins cher si, quelques mois plus tôt, on n'avait pas décidé de supprimer la réserve stratégique de masques et de ne pas la remplacer pour des raisons d'économie.

Par ailleurs, ainsi que l'a rappelé notre collègue Dieter Vanbesien, notre commission des Finances vient de voter deux amendements au principe des douzièmes provisoires, sur lesquels j'aimerais brièvement revenir.

Cette façon de faire n'est évidemment pas la méthode idéale. Pour nous, la priorité doit être donnée à la concertation avec les acteurs concernés. Même si un dialogue est en cours avec les représentants des travailleurs et des institutions afin d'essayer d'obtenir des moyens structurels, il nous paraît nécessaire, à un moment donné, de lancer un premier signal quant au soutien des soins de santé mentale.

En effet, nous avons été très préoccupés par les conséquences physiques de la pandémie, non seulement sur les personnes victimes du coronavirus mais aussi sur toutes les autres, qui ont été touchées par des affections diverses, qui se sont vues contraintes de reporter des interventions ou qui n'ont pu bénéficier de soins adéquats. La commission de la Santé a d'ailleurs consacré de nombreuses auditions à cette question et rédigé des résolutions sur le sujet. Cependant, nous n'insistons pas suffisamment sur les conséquences de cette crise en matière de santé mentale et psychologique.

Avant la crise, en tant qu'écologistes, nous étions préoccupés par un financement suffisant de ce type de soins de santé psychologique. Il faut soigner la tête avant de soigner le corps. Il est bien évident qu'après la crise du coronavirus, après le confinement, après ces mois vécus en vase clos, après ces pertes d'emploi, après ces deuils qui n'ont pas pu être vécus par de nombreuses familles, il faudra renforcer très nettement notre système de soins de santé mentale. La première enveloppe - même si on nous dit qu'un accord avait presque abouti au sein du gouvernement - permettra de financer correctement ces soins de santé mentale. Ce serait un premier pas.

L'autre enveloppe vise à octroyer aux travailleurs des soins de santé une prime ponctuelle. Celles et ceux qui croient que l'octroi de cette prime sera suffisant et constituera un geste à la hauteur des efforts réalisés par le personnel des soins de santé se trompent évidemment. C'est un geste important mais ce qu'attendent les travailleurs des soins de santé, c'est une reconnaissance et des moyens structurels pour bénéficier d'un salaire correct, pouvoir prendre des vacances pendant plus de deux ou trois semaines, pouvoir suivre des formations et avoir un taux d'encadrement qui s'inscrit dans la moyenne européenne. On ne pourra évidemment pas considérer que ces moyens octroyés, défiscalisés par ailleurs, le seront pour solde de tout compte à l'égard du secteur des soins de santé, infirmières et infirmiers, y compris ceux qui ne sont pas visés par la mesure et l'amendement, qui sont actifs dans les maisons de repos qui, elles, dépendent d'autres niveaux de pouvoir, les Régions.

Il nous semblait difficile, en tant qu'écologistes, de ne pas soutenir ces deux amendements, parce que nous voulons dire aux travailleurs et travailleuses du secteur des soins de santé combien ils sont importants à nos yeux, combien ils sont importants pour l'ensemble de la société. Mais c'est un premier pas qui ne suffira pas.

Nous appelons, tant pour ce qui concerne l'exercice budgétaire en tant que tel, et tant pour ce qui concerne le refinancement des soins de santé en particulier, à la constitution d'un vrai gouvernement avec une vraie majorité et avec un vrai projet de soutien du secteur non marchand au secteur des soins de santé.

Nous sommes, en tant qu'écologistes, disponibles pour le faire, pour y travailler, même si nous savons pertinemment, dans le contexte budgétaire que M. Clarinval et le gouvernement vont léguer au prochain gouvernement, que les choses ne seront pas évidentes à réaliser, qu'il faudra une gestion juste, une perception améliorée des recettes fiscales. Je ne peux que penser à la question de la lutte contre la fraude fiscale et à la contribution des revenus du capital; mais aussi à réaliser des économies là où c'est possible et où cela n'a d'impact ni sur le service au citoyen ni sur celles et ceux qui travaillent pour l'État et pour les citoyens.

Je voulais revenir sur ce contexte particulier, en espérant - et c'est là ma conclusion - comme lors de mes précédentes interventions à propos des douzièmes provisoires, que ce sera ma dernière intervention à propos des douzièmes provisoires. J'espère que nous pourrons le plus rapidement possible réaliser un exercice budgétaire sérieux, avec des dépenses là où c'est nécessaire, avec des recettes qui sont indispensables pour faire fonctionner la solidarité, pour investir pour demain et pour créer une société à la fois plus résiliente et plus positive pour nos concitoyennes et nos concitoyens. Je vous remercie.


Ahmed Laaouej PS | SP

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, les crédits provisoires ont pour vocation de permettre d'assurer la continuité du service public et celle de nos institutions. Au fond, malgré une forme d'instabilité politique, malgré les difficultés que nous connaissons, liées à la crise sanitaire, ils permettent à notre État, en toutes ses composantes, de fonctionner. Ils permettent à nos institutions de se déployer, d'assurer à l'ensemble de nos concitoyens les services auxquels ils ont droit, d'assurer leur santé, leur sécurité, ainsi que toutes les fonctions régaliennes, le fonctionnement de nos institutions judiciaires. Ils permettent aussi le fonctionnement de l'État en ce qu'il a d'important pour le déploiement de ses politiques publiques au service des gens. Je pense à la santé bien entendu. Mais nous avons encore vu cet après-midi l'importance des relations internationales à travers les textes que nous déposons au Parlement. Il ne suffit pas d'adopter des mesures, encore faut-il que celles-ci puissent être mises en oeuvre.

Si je prends la parole aujourd'hui, c'est pour rappeler malgré tout deux ou trois points d'attention. Nous savons, comme le disent la Banque nationale et le Bureau fédéral du Plan, que 2020 sera une année particulièrement difficile, avec 50 milliards d'euros de déficit annoncés. Nous vous demandons, monsieur le ministre du Budget, de veiller, avec votre collègue des Finances, à avoir un dialogue avec l'Europe pour faire en sorte que ce que nous appelons la dette publique corona, qui sera évidemment liée à la crise que nous traversons et qui s'est rapidement transformée en crise économique et sociale, puisse être immunisée de toutes considérations liées au pacte de stabilité. On ne comprendrait pas qu'on nous impose, par au-dessus, des politiques d'austérité qui n'ont pas lieu d'être, et dont on a vu d'ailleurs toute l'inefficacité ces dernières années.

Nous verrons en effet quel gouvernement se mettra en place et quelle stratégie – car il en faut bien une – il déploiera pour combiner la nécessaire relance économique et sociale avec l'importance de finances publiques qui puissent retrouver progressivement de quoi, précisément, assurer la vocation de notre État et de ses institutions, qui consiste à veiller au bien-être de la population. C'est un équilibre difficile. Sans doute est-ce là, bien sûr, que naîtront des confrontations et des oppositions de nature idéologique entre ceux qui considèrent que c'est en coupant dans les dépenses publiques que l'on arrivera à s'en sortir et ceux qui, au contraire, estiment que les dépenses publiques et les services publics vont concourir à la relance. En effet, comment imaginer que nous puissions mobiliser toutes nos forces vives si nous nous privons de certains leviers qui sont le fait des pouvoirs publics?

J'en profite pour ajouter que j'ai toujours trouvé aberrant cette façon de rapporter le niveau des dépenses publiques au PIB, en pointant le fait qu'un niveau élevé de celles-là en rapport avec celui-ci constituait forcément un handicap dans le concours international destiné à savoir qui avait l'économie la plus performante. Dois-je rappeler que, dans les dépenses publiques, on inclut les investissements, que ceux-ci contribuent eux-mêmes à la création de richesses – autrement dit, du PIB, lequel est un des deux termes de comparaison, soit dit en passant –, que les dépenses courantes qui permettent aussi de rétribuer un certain nombre de nos concitoyens pour du travail qu'ils effectuent concourent également au soutien de la demande intérieure et que, dès lors, elles soutiennent l'économie et la création de valeur ajoutée?

Et puis, faut-il aussi rappeler que l'État se tient, par différents biais, aux côtés de nos entreprises, par les investissements qu'il réalise en termes de logistique, de transport, d'aménagement du territoire, quand il ne s'agit pas de subsides directs? Bref, il nous faut nous extraire de certaines postures idéologiques.

Je tiens à saluer ici les membres de la commission des Finances, qui ont participé à un débat intéressant, durant lequel ont été entendus quatre économistes aux visions parfois différentes et nuancées. De la sorte, nous avons obtenu un panorama et une modélisation de ce qu'il conviendrait d'entreprendre pour mener une politique de relance efficace sur le plan économique.

Je ne parle même pas des aspects de justice sociale qui peuvent éventuellement nourrir des divergences, bien entendu, mais à quel moment un euro dépensé par l'État est-il efficace économiquement? Nous avons eu ce débat qui va d'ailleurs se poursuivre. Je pense vraiment que c'est tout à notre honneur d'assemblée parlementaire de nous réserver des espaces de temps pour débattre de ce genre de choses. Et ce n'est pas grave si nous avons des opinions divergentes. Au moins, nous prenons le temps de voir comment nous allons pouvoir, avec de l'expertise et avec des avis, concourir, les uns les autres, certains en majorité, d'autres en opposition, à ce qu'il y a de mieux pour le pays, pour gagner la bataille de l'emploi, la bataille de la relance économique et aussi, oserais-je le dire – et c'est ici que j'assume mon appartenance socialiste –, la bataille pour plus de justice sociale et de cohésion sociale dans notre pays.

Pour ce qui concerne les crédits provisoires, oui, nous avons eu cet après-midi une commission des Finances. Je remercie au passage Mme Kitir d'avoir été à l'initiative de cette demande. En l'absence de Mme Reuter qui n'a pu être présente pour des raisons indépendantes de sa volonté, cette réunion a été excellemment présidée par M. Bertels qui a laissé une grande place au débat, dans le respect des uns et des autres. Nous avons pu nous demander s'il n'était pas opportun et essentiel, tandis que le superkern a décidé de prévoir un chèque de 300 euros dans le chef des travailleurs salariés du secteur privé, que ce cadre que nous avons soutenu soit étendu à d'autres catégories socioprofessionnelles.

De fait et je n'en fais pas un élément de polémique, monsieur le ministre, en sortant du superkern, un membre de votre gouvernement a dit que si les communes et certains pouvoirs publics voulaient aussi donner ce chèque à leurs agents, ils pouvaient le faire. Chacun connaît la situation financière et budgétaire de certains pouvoirs locaux mais surtout, ce que ce membre oubliait de rappeler, c'est que ces pouvoirs locaux ne sont pas assujettis à l'impôt des sociétés. Or, le superkern, quand il a adopté cette mesure, a immédiatement dit que ce chèque de 300 euros pourrait être fiscalement déductible.

S'il y a ici des collègues impliqués au niveau local, je pense qu'ils ne me contrediront pas si j'affirme qu'une commune n'est pas soumise à l'impôt des sociétés. Une commune ne peut pas déduire de l'impôt des sociétés un chèque de 300 euros.

Toutefois, c'est la déclaration d'un membre du gouvernement (que je ne nommerai pas) qui a incité certains à se demander si des agents du service public au sens large ne pourraient pas, eux aussi, avoir droit à ce chèque de 300 euros.

C'est là que nous avons fait preuve d'un sens des responsabilités, en disant qu'à partir du niveau fédéral, il n'était peut-être pas possible de le financer pour tous ceux qui ne relèvent pas du secteur privé mais qui sont des travailleurs à part entière. Est alors arrivée la proposition de nos collègues du sp.a, que nous avons soutenue, et qui avait pour objectif de faire reconnaître le travail du personnel soignant, des infirmiers et infirmières, autrement dit de toutes ces personnes que nous avons, pendant des mois, considérées comme nos héros du quotidien.


President André Flahaut

M. Piedbœuf demande la parole pour une interruption.


Benoît Piedboeuf MR

J'aimerais apporter une petite correction, dans le sens où c'est peut-être un ministre du gouvernement qui a fait cette déclaration, mais la décision relative au chèque de 300 euros a, quant à elle, été prise par le kern élargi. Personnellement, je me suis réjoui de cette nouvelle, en espérant qu'un financement serait prévu, mais je me suis aperçu que ce ne serait malheureusement pas le cas.


Ahmed Laaouej PS | SP

Je vous confirme que cette décision a bel et bien été prise par le kern élargi. Il s'agissait de mon introduction, et nous avons d'ailleurs soutenu cette proposition.

Parmi ces catégories socioprofessionnelles qui doivent selon nous pouvoir être prioritaires, figure le personnel soignant. Dès lors, personne n'aurait compris que nous ne puissions pas décider, par un vote démocratique, de dégager une enveloppe en faveur de ces travailleurs, qui ont été en première ligne dans la lutte contre le coronavirus, afin de leur permettre de bénéficier eux aussi de ce chèque de 300 euros.

Je remercie mes collègues du sp.a d'avoir pris l'initiative de cette proposition, que nous soutenons bien entendu pleinement.


Wouter Vermeersch VB

Mijnheer de voorzitter, in december 2017 werd hier in het parlement voor het laatst een begroting goedgekeurd. Nu, bijna drie jaar later, ligt niemand van de verzamelde politieke klasse daar nog wakker van. Met het klassieke Belgische loodgieterwerk blijven we in dit land bijklussen op basis van de begroting die in december 2017 in dit parlement werd goedgekeurd. De financiële put in dit land stijgt ondertussen van 12 miljard euro vóór de coronacrisis naar 50 miljard euro vandaag.

Vijftig miljard euro aan welvaart wordt ook weggevaagd. De politici in dit land zijn vandaag bezig met het uitdelen van gratis treintickets, waarheidscommissies over een ver koloniaal verleden, de hondsdolheid van een kat uit Peru en de aankoop van miljoenen mondmaskers bij obscure Luxemburgse postbusvennootschappen. Dit zijn beschamende taferelen in het licht van de budgettaire realiteit. Mijnheer de minister, de raming en de verdeling van het zuurverdiende belastinggeld van de burger zou nochtans een van de belangrijkste taken moeten zijn van een volwaardige regering. Die hebben we natuurlijk niet in België.

Op 3 maart kwam Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, naar de kamercommissie voor Financiën en Begroting en we stelden hem toen de vraag, vlak vóór de coronacrisis, of de Belgische begroting eigenlijk nog wel in staat was om een zware recessie door te maken. De vraag werd toen wat weggewimpeld, bijna weggelachen. Niemand kon natuurlijk de impact van de coronacrisis voorspellen, ook wij niet. Het is eigen aan een recessie dat ze niet voorspelbaar is, denk aan de wereldwijde impact van een aanslag zoals op 11 september of de implosie van het bancaire systeem bij de bankencrisis, de explosie van de rente op staatsschuld bij de Eurocrisis of een wereldwijde pandemie zoals vandaag het geval is. Dit zijn allemaal zaken die niet onmiddellijk voorspelbaar waren, maar wel op gezette tijdstippen een economische neergang veroorzaakten.

Vandaag moeten wij vaststellen dat gouverneur Wunsch wel aan de alarmbel trekt. Er komen 200.000 werklozen bij, er is een welvaartsverlies van 50 miljard en, vooral, de staatsschuld stijgt naar wat hij noemt onhoudbare niveaus.

Dinsdag noemde het Planbureau de budgettaire toestand nog bijzonder onrustwekkend. We onthouden dus onhoudbaar en bijzonder onrustwekkend. De gouverneur van de Nationale Bank ging daarmee ook lijnrecht in tegen de voorstellen van PS-voorzitter Paul Magnette om een relanceplan op poten te zetten van maar liefst 37,5 miljard euro.

Wunsch wijst er terecht op dat België nu de prijs betaalt omdat het de voorbije jaren heeft verzuimd begrotingsbuffers aan te leggen. Landen die dat wel hebben gedaan, zoals Duitsland of Nederland, kunnen vandaag veel meer doen voor hun bevolking, maar niet België.

Het doet ons terugdenken aan de passage van minister van Financiën De Croo in De Zevende Dag van 29 maart. Journaliste Lisbeth Imbo vatte de situatie toen in essentie samen in haar vraag, of was het eerder haar vaststelling, aan het adres van minister De Croo.

Ik herhaal haar woorden: "Een land als België is aan de coronacrisis begonnen met een put. Is het niet het moment waarop de Belgische politiek nu eindelijk eens moet toegeven dat we helemaal niet voorbereid zijn, dat we onze kans gemist hebben om onze begroting op orde te krijgen en om sterk te zijn wanneer er een crisis op ons afkomt die niet voorzien kan worden? Een soort verantwoordelijkheidsgevoel van wij hebben ons land niet goed voorbereid?"

Tot daar de wel heel nauwkeurige analyse in De Zevende Dag. Uiteraard heeft minister De Croo deze bijzonder duidelijke vraag nooit beantwoord, want er is hier helemaal geen verantwoordelijkheidsgevoel over de putten van de Zweedse regering en de putten die eigenlijk al dateren van de regeringen-Verhofstadt.

Integendeel, de links-progressieve partijen in dit Parlement staan klaar met tientallen miljarden aan nieuwe uitgaven, maar ik zeg u duidelijk: die vlieger zal na corona niet meer opgaan. Heel wat sectoren vechten vandaag om te overleven, heel wat bedrijven dreigen failliet te gaan, honderdduizenden werknemers en zelfstandigen dreigen hun job te verliezen en ongelooflijk veel mensen hebben vandaag moeite om hun job te behouden.

Kom dus na corona niet meer aanzetten met miljarden voor klimaat of miljoenen voor asielzoekers, want onze mensen zullen dat niet meer pikken. Elke cent die nog rest in de staatskas, moet nu gaan naar onze eigen mensen.

Vorige week hebben wij echter hier in het Parlement nog gezien hoe partijen, van N-VA tot Groen, elkaar de loef afstaken om toch maar de grootste Europeaan te kunnen zijn. België zou tot 17 miljard euro bijdragen aan het coronaherstelfonds, en alle partijen in het halfrond juichen dat toe. Politieke wetmatigheden in dit Parlement worden compleet overhoop gehaald. U herinnert zich wellicht nog dat de kersverse fractieleider van Open Vld in zijn maidenspeech het fonds van 750 miljard euro verdedigde. Dat fonds bestaat voor twee derde uit niet-terugvorderbare subsidies, dus giften of transfers richting Zuid-Europese putten. In de commissie hebben de vertegenwoordigers van N-VA gepleit voor het uitdiepen van de interne markt. Liberalen pleiten voor honderden miljarden aan subsidies en Vlaams-nationalisten pleiten ervoor om de economische en fiscale autonomie van Vlaanderen steeds verder aan het federaal Europa, een België in het groot, te geven. Als het woord Europa valt, gaan de Vlaamse partijen onmiddellijk door de knieën. Als Merkel en Macron hun plannen ontvouwen, gaan de Vlaamse partijen plat op de buik.

Wij zijn dan ook niet te spreken over de maatregelen die in deze noodbegroting voorliggen.


President André Flahaut

Mijnheer Vermeersch, de heer Loones wenst u te onderbreken.


Sander Loones N-VA

Mijnheer Vermeersch, ik zal het kort houden.

Ik hou nogal van feiten. Enkele feiten zijn verifieerbaar. U beweert dat de Zweedse regering alleen maar budgettaire putten heeft achtergelaten. Welnu, toen wij met de Zweedse regering gestart zijn, bedroeg het begrotingstekort 3 % en toen N-VA de regering heeft verlaten was dat 0,8 %. U stelt ook dat wij eurofiele beloftes zouden maken en miljarden naar de Europese Unie willen sturen, terwijl wij gisteren in de commissie tegen een tekst hebben gestemd.

Als er één feit is in verband met de Europese Unie en haar plannen, dan zijn het wel de amendementen die Vlaams Belang gisteren in de commissie indiende. Een van die amendementen luidt dat wij op lange termijn de afspraken van het Verdrag van Maastricht op de schop mogen doen. De afspraken van het Verdrag van Maastricht bepalen nu net dat de begroting op orde moet staan, dat de schulden onder controle moeten zijn en dat het bankensysteem moet werken. Voor het Vlaams Belang mogen die afspraken weg.

Nog zo'n amendement van het Vlaams Belang: als er voorwaarden worden gekoppeld aan Europese centen die als steun worden gegeven aan een aantal Europese landen, dan zegt het Vlaams Belang in zijn amendement dat het tegen conditionaliteit is. Dat staat letterlijk, zwart op wit, in uw amendement, mijnheer Vermeersch. U stelt liever geen voorwaarden: ons belastinggeld kan naar Europa gaan en onmiddellijk worden doorgespoeld naar andere regio's in Zuid-Europa. Het doet er zelfs niet toe waaraan het geld besteed wordt: of het nu besteed wordt aan corona-uitgaven of niet doet er niet toe. Geen conditionaliteit, dus, mijnheer Vermeersch, het zou u sieren dat u bij de feiten blijft.

Ik heb nog een feit. Het Federaal Planbureau heeft uw verkiezingsprogramma destijds doorgerekend: met uw verkiezingsprogramma zouden wij de meest dieprode cijfers van allemaal hebben gehaald. Als ik het mij goed herinner, was het een begrotingstekort – een extra schuld erbovenop – van 8 miljard euro en wij zaten toen zelfs nog niet in tijden van corona. Dus, mijnheer Vermeersch, het zou u sieren om bij de feiten te blijven en dan zou u misschien iets geloofwaardiger overkomen.


Wouter Vermeersch VB

Mijnheer Loones, u moet toegeven dat de regering gestart is met een kleiner tekort dan waar zij uiteindelijk mee geëindigd is en daarvoor draagt u de verpletterende verantwoordelijkheid. Na de verkiezingen is gebleken dat de putten van de Zweedse regering ondertussen oplopen tot 14 miljard euro en daar bent u mee verantwoordelijk voor. U bent ermee verantwoordelijk voor dat wij vandaag budgettair niet voorbereid waren op de coronacrisis. Dat is ook de verantwoordelijkheid van uw partij.

U hebt het graag over feiten in de discussie over Europa. U hebt een resolutie ingediend tegen het Europees Herstelfonds, maar zodra Groen afkwam met zijn eigen resolutie, hebt u de uwe netjes laten vallen. U hebt ze zelfs niet ter stemming gebracht in de commissie, dus van uw spierballengerol is niets meer te zien.

Ik wil, tot slot, ook antwoorden op uw verwijzing naar de Maastrichtnormen. Uit wat de economen deze week in de commissie voor Financiën hebben verklaard, is toch een ding duidelijk geworden, met name dat via monetair beleid een aantal heel belangrijke relancemaatregelen kan worden genomen. Wij hebben echter – ook uw partij heeft dat gedaan – alle nodige hefbomen weggegeven aan Europa, alle hefbomen die wij nodig hebben om vandaag te zorgen voor de relance van onze economie. Wij zijn vandaag met de handen op de rug gebonden. Wij zijn afhankelijk van de Europese Centrale Bank, die uiteraard autonoom is. Wij hebben die monetaire maatregelen eigenlijk nodig om onze economie de nodige relance te geven, maar wij hebben die vandaag niet. Wat uw partij doet in het Europees Parlement, is steeds verder de autonomie van Vlaanderen afgeven. Als Vlaanderen ooit onafhankelijk wordt, zullen wij geen economische en fiscale hefbomen meer in handen hebben als het van de N-VA afhangt. Daar passen wij duidelijk voor, daar verschilt ons model zeker en vast.


President André Flahaut

Ik denk dat de heer Loones het niet met u eens is, want hij vraagt opnieuw het woord.


Sander Loones N-VA

Het is niet zozeer dat ik het niet eens ben met de heer Vermeersch, het zijn de feiten die de heer Vermeersch tegenspreken. Bij de start van de Zweedse regering was er een tekort van meer dan 3 %. Toen wij de regering hebben verlaten, was dat 0,8 %. Dat kan iedereen verifiëren.


Wouter Vermeersch VB

Daarvan is gebleken dat dat allemaal niet zo correct was.


Sander Loones N-VA

Dat kan iedereen verifiëren, die cijfers zijn gewoon bekend. Ze werden ook bevestigd door de Nationale Bank en alle instanties.

Wat mij vooral stoort, mijnheer Vermeersch, is dat u nu hier opeens opnieuw een riedel afsteekt van begrotingsorthodoxie, tegen sinterklaaspolitiek, terwijl iedereen in het Parlement kan zien met wie u meestemt. U keurt constant mee voorstellen goed met PTB en PVDA. Constant. Elke dag hier in het Parlement keurt u mee extra uitgaven goed. Dat kan een bewuste keuze zijn. Sociaal-economisch is uw partij een linkse partij. Ik heb daar geen bezwaar tegen. U zegt zelf dat u sociaal-economisch een linkse partij zou zijn. Kom er dan ook voor uit! Wees er fier op dat u allianties met de PTB, met de communisten, zoekt. Dat is een bewuste beleidskeuze, doet u dat gerust. Maar alstublieft, houd dan uw feitenvrije, hoge praatjes daar op het spreekgestoelte voor uzelf. Neem verantwoordelijkheid op voor de keuzes die u maakt. Neem verantwoordelijkheid op voor het feit dat met uw programma het tekort met 8 miljard euro extra zou stijgen. Neem verantwoordelijkheid op voor het feit dat de Vlaming uiteindelijk die factuur zal mogen betalen, mijnheer Vermeersch. Neem daarvoor verantwoordelijkheid. U staat misschien voor het failliet. Wij staan alleszins niet voor het feit dat de factuur van uw beleid, samen met dat van de communisten, naar Vlaanderen zal worden gestuurd.


Wouter Vermeersch VB

Ik wil daar even op antwoorden.

Inderdaad, mijn partij beoordeelt amendementen en wat hier in het Parlement aan de orde komt, niet op de indiener, maar op de inhoud. Wij hebben bijvoorbeeld nuance gebracht in de bepaling over de belastingparadijzen. Toen werd ons door links verweten dat wij verdedigers van het grootkapitaal zijn. Wij hebben tegen de totaal absurde coronataks gestemd en werden de rijkemanspartij genoemd. Anderzijds worden wij door u als meelopers van de communisten gezien. Het verschil is dat het Vlaams Belang in het Parlement een nieuwe wind doet waaien en amendementen uiteindelijk beoordeelt op de inhoud, niet langer op de indiener, zoals u kiest. Maar dat is niet onze keuze.

Tot slot, wil ik ook nog eens antwoorden op de berekening van het verkiezingsprogramma. U zegt dat er een put was bij het programma van het Vlaams Belang, maar u weet heel goed dat die put te maken had met het feit dat het Planbureau weigerde de transfers naar Wallonië te berekenen. Die bedragen 12 miljard euro per jaar en die heeft uw partij, toen zij in de regering zat, nooit willen behandelen of bespreken. Er is ook onze enorme nettobijdrage aan de Europese Unie; ook die wilde het Planbureau niet berekenen. Wij wachten ook nog altijd op de berekening van de kostprijs van de migratie, die nog steeds niet in het Parlement werd voorgesteld, ook al zou de minister van Financiën ze tegen de zomer hebben beloofd. Wij wachten nog altijd op de berekening van de kostprijs van de migratie. Als u ons programma uitvoert zullen we heel wat overhebben op de begroting, omdat wij ons eigen belastinggeld teruggeven aan onze eigen mensen.


Sander Loones N-VA

Mijnheer de voorzitter, ik wil feiten correct aanhalen. Ik heb zopas de analyse van het Planbureau van het verkiezingsprogramma opgezocht en ik heb mij vergist, want de put bedraagt niet 8 miljard euro maar 11 miljard euro. Mijnheer Vermeersch, ik zou geen verkeerde cijfers willen geven, uw cijfers zijn nog roder dan rood.


Wouter Vermeersch VB

De put van 11 miljard euro kan men vullen met alleen al de transfers, aangezien die 12 miljard euro bedragen. U geeft hier dus eigenlijk toe dat onze rekening klopt. Als we er de kostprijs van de migratie en de Europese Unie bijtellen, dan hebben we zelfs een overschot.

Collega's, dat gezegd zijnde, wij zijn niet te spreken over de maatregelen die in de voorgestelde noodbegroting voorliggen. Minister De Block wil vandaag bijvoorbeeld nog eens 55 miljoen euro extra uittrekken voor de opvang van asielzoekers. Het budget voor dit jaar werd al bijna verdubbeld en Vlaams Belang dient hier dan ook een amendement in om die 55 miljoen euro te schrappen. Wij willen die miljoenen voor de asielzoekers schrappen en het geld aan onze eigen mensen geven. Daar moet voor ons uiteindelijk de prioriteit liggen, want belofte maakt schuld.

Herinner u, begin april heeft minister van Financiën Alexander De Croo een bonus van 1.450 euro beloofd aan de zorgverleners, een zogenaamde coronapremie. Dat was een van de maatregelen waarover de restregering-Wilmès een akkoord had in de strijd tegen het coronavirus en de impact ervan. In de krant De Tijd had minister van Financiën De Croo het over 10.000 aanvragen van 1.450 euro, samen goed voor 14,5 miljoen euro.


President André Flahaut

Mijnheer Vermeersch, u hebt minister De Block genoemd en zij wenst te reageren.


Minister Maggie De Block

Mijnheer Vermeersch, u spreekt mij aan, ik zal het u nog eens uitleggen. Wij werken nog met de voorlopige kredieten op basis van 2018. Die zogezegde meervraag komt natuurlijk altijd terug. U zegt dat er een volwaardige begroting moet komen. Wij werken nog altijd op basis van de begroting van 2018. Ondertussen werden er al zaken toegestaan. Die worden natuurlijk verrekend en die zaken komen altijd terug. U zegt dat er elke keer bijkomt, maar als u het niet snapt, kan ik het u niet uitleggen.


Wouter Vermeersch VB

Ik snap het zeer goed, mevrouw de minister. Ik heb het juiste bedrag niet in mijn hoofd, maar ik dacht dat er in de begroting van 2018 200 miljoen euro was ingeschreven. Dit jaar hebt u er al bijna 200 miljoen bovenop gevraagd. Ik zie de heer Francken knikken. Hij is de specialist te zake en hij kan het bevestigen. U hebt dit jaar al bijna 400 miljoen nodig gehad. Dat is bijna een verdubbeling van de begroting van 2018.

Uiteraard komt u elke keer op de deur kloppen. Welnu, onze partij zegt al jaren dat de asielinstroom moet stoppen, zodat wij ons belastinggeld in de eerste plaats aan onze eigen mensen kunnen geven. Vergeet het om na de coronacrisis, zeker als we een zware economische crisis beleven, bij de mensen af te komen met nog meer geld voor asiel. Die vlieger zal jammer genoeg niet opgaan.

Ik had het over de belofte van uw collega-minister De Croo, namelijk een premie van 1.450 euro, goed voor 10.000 aanvragen en in totaal 14,5 miljoen euro. Het Vlaams Belang heeft die belofte van de minister in een tekst gegoten en in de commissie ingediend. De door de minister beloofde coronapremie hebben wij letterlijk, één op één, opgenomen in een amendement en ingediend. In de commissie heeft de PVDA dan de kopieermachine aangelegd. Ons amendement werd tijdens de vergadering letterlijk overgepend en er werd nog eens 10 miljoen euro bijgedaan. Voor deze vergadering heeft sp.a de kopieermachine opnieuw aangezet en er nog eens 10 miljoen euro aan toegevoegd.

Het is duidelijk dat er na het initiatief van het Vlaams Belang een opbod bezig is, maar het Vlaams Belang heeft uiteindelijk zijn rol als zweeppartij ten volle gespeeld. De ministers deden een belofte. Het Vlaams Belang heeft die belofte in een tekst in het Parlement ingediend en de andere partijen hebben het initiatief van het Vlaams Belang overgenomen. Het werd uiteindelijk goedgekeurd en dat juichen wij natuurlijk toe.

Wij hebben het Parlement opgezweept om te geven wat de vrouwen en de mannen in de zorg toekomt.

Het Vlaams Belang beoordeelt amendementen niet op de indiener en niet op het feit of de partij tot het zogenaamde linkse of rechtse blok behoort. Links en rechts zijn mijn inziens verouderde politieke begrippen uit een verouderde politieke cultuur. Het zal niemand ontgaan zijn dat het Vlaams Belang een nieuwe wind laat waaien in het soms muffe Parlement. Wij beoordelen amendementen op hun inhoud en niet op de indiener.

Dat hebben wij hier ook gedaan. Wij hebben de juiste keuze gemaakt. Vandaag zal niemand meer ontkennen dat de coronacrisis het belang van de zorgsector duidelijk heeft aangetoond.

De Belgische begroting was al bijzonder ziek vóór de coronacrisis. De kas is leeg. België was al vóór de coronacrisis een risicopatiënt. Die risicopatiënt is bijzonder zwaar geveld door corona. België had de hoogste sterftecijfers en oversterfte. De Belgische patiënt moest dus aan het geldinfuus en wordt kunstmatig met Vlaams belastinggeld in leven gehouden, beademd dus door de Vlaamse belastingbetaler.

De strategie van de partijen die de nieuwe regering willen vormen, is duidelijk: zij willen de factuur van de coronacrisis naar de Vlamingen doorsturen. België moet voor hen blijvend met Vlaams belastinggeld worden beademd.

Laat een zaak duidelijk zijn, het Vlaams Belang zal geen belastingverhoging op de kap van de Vlamingen steunen. Vandaag betalen de Vlamingen al de factuur van de massamigratie, de spilzieke Europese Unie, Wallonië en de Belgische logge politieke structuur. Daar mag geen coronafactuur meer bijkomen.

Wij zullen de Vlaamse kiezer blijven oproepen om samen met ons het geldinfuus naar Wallonië door te knippen en de beademing van België met Vlaams belastinggeld stil te leggen. België is dood. Leve Vlaanderen!


Servais Verherstraeten CD&V

Mijnheer de voorzitter, mevrouw en mijnheer de minister, collega's, vandaag ligt een ontwerp inzake voorlopige twaalfden op de banken. Normaal zou een debat daarover rimpelloos moeten verlopen.

Maar, zoals gezegd, het normale is vandaag in dit Huis het abnormale, en het abnormale wordt normaal.

Collega's, dit is de zevende editie van de voorlopige twaalfden. Ik ben daar niet fier op. Misschien zijn wij daar mee voor verantwoordelijk, maar ook al die andere fracties zijn mee verantwoordelijk.

Een begroting met voorlopige twaalfden is normaal een technische begroting. Dat wij die voor de zevende keer goedkeuren – ik herhaal dat ik er niet fier op ben – is noodzakelijk. Het is niet ideaal, maar het is noodzakelijk.

De eerste minister heeft vanmiddag nog eens opgeroepen om een volwaardige regering te vormen. Zij heeft overschot van gelijk. Als wij dat willen bereiken, collega's, moeten wij niet alleen vrijheid nemen, maar ook verantwoordelijkheid. Dan moeten wij ook durven uit onze egelstellingen te stappen. Ook dat is politiek.

Deze voorlopige twaalfden, in een periode vanaf maart 2020, zijn abnormale voorlopige twaalfden geworden omdat wij natuurlijk door de coronacrisis een pak meer uitgaven moesten doen, behoorden te doen, en meer dan terecht hebben gedaan. Ik denk aan medische materialen, aan beschermingsmaterialen, aan overbruggingskredieten voor zelfstandigen. Dat heeft uiteraard meer dan terecht extra uitgaven betekend voor de sociale zekerheid, waar de tijdelijke werkloosheid een slokop is geweest. Maar zoals in 2008-2009 met de bankencrisis de tijdelijke werkloosheid een pilaar was voor de start van het relancebeleid is zij dat nu ook. Gelukkig hebben wij dat in ons land. Verschillende landen hebben dat trouwens van ons gekopieerd.

Uiteraard zijn er in dergelijke tijden minder fiscale ontvangsten. Ze smelten als sneeuw voor de zon en er ontstaat een tekort, dat het bedrag van 50 miljard euro zal benaderen en meer dan 11 % van het bruto binnenlands product zal bedragen.

Collega's, hoe horen wij ons als volksvertegenwoordigers in het Parlement te gedragen?

Op de eerste plaats zou ik stellen dat in een democratie misschien geen spelregels bestaan en dat in een democratie misschien ook wel eens onder de gordel mag worden gebokst. Wanneer wij van de Belgen echter verwachten dat zij de wet respecteren die wij hier goedkeuren, wat terecht is, dan horen wij dat op de eerste plaats zelf te doen.

De vraag is wat met een wet van voorlopige kredieten en dus een begrotingswet kan en mag worden gedaan. Die vraag hebben wij onszelf opgelegd teneinde onszelf onder controle te houden. Wij zitten in een toestand van lopende zaken en met een regering die geen volheid van bevoegdheid heeft en die niet de maatregelen kan treffen die zij misschien wilde en moest treffen. Daarom moeten wij een ontsporing vermijden. Dat is wat de wetgever in een begrotingswet, die al jaren bestaat, gebetonneerd heeft ingeschreven.

Daarnet is daarop nog allusie gemaakt en ik heb ook in de commissie daarnaar verwezen.

Collega's, ik citeer even wat wij onszelf hebben opgelegd: "De voorlopige kredieten worden berekend op grond van de overeenkomstige kredieten in de laatst goedgekeurde algemene begroting." Dat is dus 2018. Nu komt het: "De voorlopige kredieten mogen niet worden aangewend voor uitgaven van een nieuwe aard, waartoe de wetgever voordien geen machtiging heeft verleend."

Wij mogen dus hier in de voorlopige twaalfden geen nieuwe uitgaven inschrijven waarvoor wij vooraf geen nieuwe machtiging hebben gegeven.

Dat is wat wij vandaag wel willen doen. Wij doen het omgekeerde van wat wij van de Belgen zelf verwachten.

De amendementen nrs. 24 en 25 werden goedgekeurd in de commissie en zullen straks ook goedgekeurd worden in de plenaire vergadering. We kunnen het hebben over de inhoud ervan of de methode. Ik verfoei de methode. Ik vind het onverantwoord. Ik schaam me voor onszelf. Ik sta echter wel achter de inhoud. Dit is evenwel niet het moment om dat te doen. Uiteraard hebben we, terecht, al zeer vele miljarden uitgegeven in het licht van corona. Uiteraard is dit in verhouding minder.

Diegenen die straks dit zullen goedkeuren, of dit daarstraks in de commissie hebben goedgekeurd, hadden bevoegdheden, hebben zichzelf machtiging gegeven. Ze hebben, behoudens de N-VA-fractie, vertrouwen gegeven aan deze regering. Ze hebben volmachten gegeven, met de N-VA, aan deze regering. Ze hebben elke zaterdag met de superkern kunnen samenzitten en daar kunnen discussiëren. In de loop van de week hebben ze hetzelfde kunnen doen met technici, 's zaterdags met de ministers en partijvoorzitters en de onvolprezen fractievoorzitter van de N-VA. Het was toen het moment om uw mouwen op te stropen voor deze dingen. Daar hebt u gezwegen. Nu komt u als een dief in de nacht, tegen de wet in, deze extra uitgaven door het Parlement jagen.

Ik had de inhoud van de amendementen gesteund als we samen aan de regeringsonderhandelingstafel hadden gezeten. Ik vind zelfs dat we voor de geestelijke gezondheidszorg misschien op termijn nog verder moeten gaan. De OESO beveelt ons dat ook aan. Mevrouw Van Hoof spreekt daar al jaren over. Ze heeft ter zake ook een resolutie ingediend, die trouwens binnenkort in de Kamer voor deze plenaire komt. Mevrouw de minister, u hebt de verdienste gehad om voor de eerste keer in middelen voor de eerste lijn psychologische hulp te voorzien, ter waarde van 22 miljoen euro. Dat zijn geen fortuinen, maar wel een eerste stap.

Daaraan zijn voorwaarden gekoppeld. Die voorwaarden, die drempels zijn niet evident. We leren dat de middelen daardoor in de praktijk niet opgebruikt geraken. Op dit ogenblik wordt slechts 500.000 euro van die 22 miljoen euro opgebruikt, niet meer. Onze goedbedoelde maatregel is duidelijk voor verbetering vatbaar. Wij horen die ook te verbeteren, maar waar hoort dat te gebeuren? Dat hoort te gebeuren met conventies binnen het RIZIV. Wat doet men? Gaat men eerst geld geven en als er dan straks geen conventie binnen het RIZIV komt, wat is men dan met dat geld? Eerst afspraken maken binnen het RIZIV en op basis van die afspraken in de nodige kredieten voorzien. Dat is goed bestuur.

Maar neen, dat doet men niet. Collega's, wij geven te weinig uit aan geestelijke gezondheidszorg. Wij geven minder uit dan de OESO aanbeveelt. Wij moeten meer uitgeven. Inhoudelijk sta ik achter de doelstelling van deze maatregel, maar de methode keur ik niet goed en de wijze waarop kan beter en vergt meer afspraken.


President André Flahaut

Mijnheer Verherstraeten, collega Pas wenst u te onderbreken.


Barbara Pas VB

Mijnheer Verherstraeten, ten eerste, ik vind het heel ontroerend dat u de wet en het volgen van de wet hier vandaag zo verdedigt. In uw functie als staatssecretaris, waar we samen een staatshervorming hebben besproken, was uw interpretatie van wetten en grondwetsartikelen net iets ruimer.

Ten tweede, u zegt dat het had moeten gebeuren in die kern van 10 en niet in het Parlement. Ik ben het wat dat betreft fundamenteel oneens met u. Als het ergens moet gebeuren, dan is het openlijk in een debat hier in de Kamer en niet in kernen, superkernen zonder statuut, in achterkamers waar achter gesloten deuren wordt gekonkelfoesd en waar bepaalde partijen worden uitgesloten.

Ten derde, u bent hier aan het 'neuten' over een paar miljoenen, terwijl ik u geen woord heb horen zeggen over het feit dat die regering, gesteund door slechts 38 zetels van de 150 in dit Parlement, zich voor miljarden engageert in dat Europees Herstelfonds. Van de 750 miljard euro waarvoor dit land zich mee engageert, gaat dit land voor 17 miljard euro instaan en daarover hoor ik u met geen woord reppen, maar wel over enkele miljoenen die aan onze eigen mensen toekomen. U moet mij toch eens uitleggen waarom u daarover zwijgt.


Servais Verherstraeten CD&V

Collega Pas, wat die uitsluiting betreft, hebt u gelijk en als het aan mij en onze fractie zou zijn, zal dat zo blijven voor eeuwen en eeuwen.

U beweert dat we met de zesde staatshervorming een grondwetsartikel zouden hebben overtreden. Ik daag u uit te zeggen welk. U hebt klachten ingediend tegen de toenmalige regering. Wij zijn zelfs voor het mensenrechten­comité mogen komen. Dat was gewoon een farce. Wij hebben ter zake alles gerespecteerd. Alle procedures die u en anderen hebben opgestart, werden afgewezen.

Wat het herstelfonds betreft, velen noemen ons land, met zijn kleine economie, de zoveelste staat van Duitsland. Economisch is dat voor een groot stuk waar. Dit land is afhankelijk van de economische groei van sterke economische motoren. Dit land en ook andere landen hebben er baat bij dat Europa herstelt en dat de economie gerelanceerd wordt. Daar zullen zeer veel Belgische ondernemers en later bijgevolg ook Belgische werknemers van profiteren. Zo is het gegaan in 2008 en 2009. Zo zal het ook nu gaan.

U zegt dat wij over een paar miljoentjes "neuten", om het met uw woorden te zeggen, maar 237 miljoen lijkt mij geen kleingeld te zijn.

Maar nogmaals, mijnheer de voorzitter, collega's, als dat geld met de juiste methode en op de juiste legistieke wijze wordt gespendeerd, dan kan dat uiteraard besproken worden. Over de wet moet in de Kamer worden gestemd, net zoals het debat over die wet ook hier wordt gevoerd. Wij zouden dat debat niet uit de weg zijn gegaan. Mijn argument luidt dat diegenen die aan de tafel uitgenodigd waren, daar hadden kunnen spreken, maar zij hebben daar gezwegen.

Collega's, hoe dan ook, ik had liever gezien dat de begroting tijdens de regeringsonderhandelingen werd besproken, zodat de wijze waarop op een meer correcte manier zou zijn gebeurd.

Wat de 37,5 miljoen betreft kan ik de vraag opwerpen wie er bezwaar heeft tegen een consumptiecheque van 300 euro voor mensen die in de storm hebben gewerkt, die wij zonder wapens noch bescherming naar de oorlog hebben gestuurd. De vraag luidt echter of dat de goede methode is, dan wel of de ontvangers ervan vragende partij zijn. Hebben de indieners van dat voorstel daarover overlegd met de sociale organisaties? Het antwoord is neen. Ik meende nochtans dat bij de groene, de rode en de communistische familie de herauten zaten van het sociaal overleg. Maar neen, dat hoeft niet. Welnu, de vakbonden, de vertegenwoordigers van die mensen, vragen geen one-shot, maar wel structurele maatregelen. Om die reden moeten de federale en de Vlaamse regering gezamenlijk dat sociaal overleg organiseren, zoals collega Van Hoof al geruime tijd zegt. Dat zou een betere werkwijze zijn. In het kader van dat sociaal overleg kan die premie perfect een onderdeel zijn, voor ons niet gelaten, voor ons prima. Ik vind wel, wellicht samen met een meerderheid in de Kamer, dat zij een beter statuut verdienen. Laten wij daaraan werken op een correcte wijze.

In het licht van de huidige politieke context betreur ik dan ook de goedkeuring van sommige amendementen. In mijn ogen gebeurde dat op een niet-wettelijke wijze. Als democraat accepteer ik de meerderheid van groen, rood, communisten en Vlaams Belang, een meerderheid die wij in de Kamer de jongste maanden geregeld moeten ondergaan. Het is een nieuwe alliantie, die ik weliswaar betreur.

Het wetsontwerp voor de voorlopige twaalfden zullen wij goedkeuren omdat wij willen dat de mensen hun uitkeringen krijgen en omdat de ambtenaren die het beste van zichzelf geven, hun loon verdienen.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Mijnheer de voorzitter, beste collega's, het is al de zevende keer dat we dit debat over de voorlopige twaalfden voeren. Ik wil hier geen debat voeren over het budget. Dat is nu niet aan de orde. Het is wel zo dat anderhalf jaar geleden een asociaal budget werd goedgekeurd en dat de voorlopige twaalfden dat asociaal karakter week na week en maand na maand voortzetten. Dat is het probleem.

Donc, la question qui se pose est la suivante: est-ce qu'on peut attendre du peuple que parce qu'il n'y a pas de gouvernement, il attende passivement? Il n'y a pas de gouvernement, donc il n'y a pas de budget. Vous ne pouvez pas attendre cela du peuple. Il y a un débat, il y a une démocratie participative, il y a une pression; il y a une lutte de classes, elle se passe devant nos yeux. Qui sont les premières victimes du COVID? Ce sont les travailleurs manuels. Les études le montrent.

Wie zijn diegenen die daar aan het front zaten, die het meest het virus hebben opgelopen? Dat zijn de arbeiders. Die klassenstrijd, die klasseninegaliteit, die zagen we hier voor onze ogen. Het debat gaat over wie de crisis gaat betalen.

Ça c'est vraiment passionnant! Pendant cinq ans, des ministres du budget nous ont dit ceci: "écoutez, il y a une règle qu'on ne peut pas changer, c'est l'austérité." Franchement, il y avait la gravité (9,81 m par seconde au carré) et puis l'austérité européenne! Deux données objectives sur lesquelles on ne pouvait pas débattre! Si on osait sortir un tant soit peu du cadre, c'était le scandale! En trois mois, tous ces dogmes libéraux tombent comme un vulgaire château de cartes. Le débat maintenant est de savoir si le déficit sera de trente, quarante ou cinquante milliards. On n'est pas à dix milliards près. Je n'ai jamais vu le ministre Clarinval balancer les chiffres comme ça. On était en train de débattre pour savoir s'il fallait quelques millions à droite ou à gauche pendant cinq ans et ici, hop, trente, quarante, cinquante milliards. C'est bien la preuve que l'austérité est un choix purement politique, dogmatique, idéologique et pas du tout une donnée qui nous serait venue de on ne sait où et dont on ne pourrait sortir. Le débat aujourd'hui est de savoir où va aller cet argent, et surtout qui va payer.

Men zegt: "PVDA - uitgaven, uitgaven, uitgaven". Wij zijn hier de enige partij die met inkomsten aankomen. Ik heb in de debatten gehoord dat er wordt gevraagd aan de liberale ministers hoe ze de put van 30, 40 of 50 miljard euro gaan vullen. Het antwoord is dan dat men op terugverdieneffecten rekent.

L'effet retour! Si on investit un euro, on en a deux en retour! Les libéraux n'ont plus que cela à la bouche: pour tout euro investi, il nous revient deux euros! C'est exactement le contraire de ce qui a été dit pendant cinq ans. Pendant cinq ans, on nous a dit que plus on serrait, mieux l'économie allait se porter. Il y un problème systémique!

Nous venons avec des solutions. La taxe "corona" que nous proposons, ce sont des rentrées. Il y a un problème, en Belgique, on est passé en quinze ans de un à vingt-neuf milliardaires en euros. Les riches se sont enrichis dans cette crise. Croyez-vous que c'était la crise pour tout le monde? Pas du tout! Pourquoi une taxe "corona" ne serait-elle pas possible?

Zelfs Paul De Grauwe is ervoor en hij is een liberale ex-senator, toch geen PVDA'er. Hij vindt toch ook dat dat juist zou zijn. Als u andere voorstellen hebt om geld binnen te brengen, kom ermee af. Wij komen ten minste met een concreet voorstel: een coronataks van 5 % boven 3 miljoen euro brengt 15 miljard euro op. Dat is een concrete maatregel waarover kan worden gedebatteerd; dat is verantwoordelijk zijn; wij komen niet gewoon met grote slogans over terugverdieneffecten en tutti quanti.

Mijnheer de voorzitter, ik merk dat er een vraag is van de N-VA, waar ik graag op antwoord.


Sander Loones N-VA

Ik gun u graag wat debat, maar u verwijst naar professor Paul De Grauwe. U komt met inkomstenvoorstellen, maar wij weten allemaal welke inkomsten dat zijn: belastingen, belastingen, belastingen, meer taks, taks, taks. Alles zult u belasten en op de vraag wie u zult belasten, antwoordt u steevast dat u de rijken zult belasten.

Wat zegt u nu echter op het spreekgestoelte: ik verwijs heel graag naar het voorstel van professor Paul De Grauwe. Intussen hebben wij gezien wat het voorstel van professor De Grauwe inhoudt, want vorige week stond het in Knack. Als een gezin, een koppel, samen 4.500 euro netto verdient, dan wil hij die extra belasten. Dat zijn volgens professor De Grauwe de rijken. Dat is wat u verdedigt: elk koppel dat samen meer dan 4.500 euro verdient, wilt u meer belasten. Taks, taks, taks. Ook voor u, de feiten tellen. Wanneer u zegt dat de rijken de crisis moeten betalen, wees dan ten minste eerlijk over wat u voorstelt: het zijn niet de rijken, die de crisis zullen betalen, het is de middenklasse, die de crisis zal betalen met uw voorstel.

U houdt daarnaast een heel betoog over hoe asociaal de Zweedse regering was en hoe asociaal de begroting was. U zegt zelfs zeer terecht dat de voorlopige kredieten nog altijd gebaseerd zijn op de begroting van de Zweedse regering. Dat is trouwens het enige goede ervan, maar u vindt ze gigantisch asociaal. Grote woorden, stoere praatjes, patati en patata, maar wat doet u in het Parlement? Stemt u tegen? Nee, dat durft u niet. Het lef daartoe hebt u niet. Als u de begroting die op tafel ligt, zo asociaal vindt, stem er dan tegen en neem ook daar de verantwoordelijkheid voor en vertel dan aan de mensen dat, wanneer hun pensioenen niet kunnen worden uitbetaald en wanneer zorgpremies niet kunnen worden betaald, dat is omdat u vindt dat de begroting zo asociaal is, dat zij uw tegenstem verdient.

Wat zijn de echte feiten, dierbare collega? Er wordt immers herhaaldelijk beweerd in het Parlement dat de uitgaven voor de gezondheidszorg zijn gedaald – de minister zit hier –, maar de feiten hebben ook daar hun rechten: de absolute uitgaven voor de gezondheidszorg zijn gestegen onder de Zweedse regering. Er is meer dan 3 miljard euro bijgekomen, maar ook dat is misschien een van de feiten die u liever ontkent. Wat u liever hoort, is taks, taks, taks en betalen, betalen, betalen, maar het is de middenklasse, die daarvoor de rekening zal krijgen, en wij weten bovendien welke middenklasse: de Vlaamse middenklasse.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Ik ben er nu echt van overtuigd dat u nooit ons voorstel hebt gelezen. Ik vind dat echt spijtig. Ik lees het programma van de N-VA en volg onder andere de politieke debatten. Ik wil weten waarom u de verkiezingen hebt verloren. Maar u leest kennelijk ons programma niet. Wij komen helemaal niet met een inkomensbelasting. Paul De Grauwe heeft het over inkomensbelastingen en vermogensbelastingen. PVDA heeft het exclusief over vermogensbelasting. Dat zijn geen vermogenswinstbelastingen of belastingen inzake lonen, maar dat is een belasting inzake vermogen. Komaan, u hebt toch een beetje fiscaliteit gestudeerd, dat kunt u toch begrijpen. Dat is een taks op het vermogen zelf.

La proposition que François Hollande a dû retirer en France concernait une taxe sur les revenus. Je ne propose pas une taxe sur les revenus. Je propose une taxe sur le patrimoine. Stock et flux! C'est quand même l'ABC quand on est en première année d'économie. Expliquez-lui! Faites un effort! Vous ne pouvez pas être d'accord.

In elk geval, stock is niet hetzelfde als flow.

Wij stellen die maatregel voor, net om de middenklasse niet te treffen. In onze definitie van de coronataks gaat het over alle fortuinen van meer dan 1 miljoen euro. Dat is 2,3 % van de bevolking. Zo treffen wij de middenklasse niet. Dat is de definitie van onze coronataks. Daarop kan geen uitzondering zijn.

Het gaat om patrimonium en dat werd geanalyseerd, centiel per centiel. Men kan daar voor of tegen zijn. Men kan voor de rijksten zijn, zoals dat bij de N-VA vaak het geval is. Als men voor die 2 % rijksten wil rijden, mag dat, maar wij doen dat niet. De overige 98 % wordt per definitie niet door onze coronataks getroffen. Dat is de definitie van onze taks.

U hebt er gewoon niets van begrepen. Dat is het ABC van de fiscaliteit. Dat leert men in het eerste jaar bachelor Economie. Dat is mijn eerste punt.

Ten tweede, wie heeft dan de middenklasse getroffen? Wie betaalt de btw van 21 % op gas en elektriciteit? Wie heeft dat goedgekeurd? De N-VA. Wie betaalt dat? De Vlaming. Wie heeft de verhoging van de accijnzen goedgekeurd? De Zweedse coalitie. Betalen gewoon. Wie moet al die taksen betalen?

De vraag is hier zeker waar dat geld vandaan moet komen.

Ten derde, waarom stemmen wij voor de voorlopige kredieten? Er was hier een belangrijk budgettair moment waar de stem van het volk hier te horen was in het amendement dat werd ingediend, niet een ten belope van 30 of 40 miljoen euro, maar een ten belope van 400 miljoen euro. Toen zei de N-VA dat dat niet mocht, dat men de kant koos van de populisten, maar nu is het dat men na de coronacrisis niet zo veel meer durft.

Kan een oppositiepartij iets doen? Ja, zij kon een wittewoedefonds van 400 miljoen euro laten goedkeuren. U hebt dat niet voor het plezier van de PVDA gedaan. Daar ben ik zeker van. U hebt dat gedaan, omdat u de druk van de witte woede allemaal hebt gevoeld in uw netwerken: mails, acties, lobbywerk, betogingen. U hebt allemaal die populaire druk gevoeld.


President André Flahaut

Mevrouw Depoorter wil onderbreken.


Kathleen Depoorter N-VA

Mijn partij werd genoemd, voorzitter.

Collega Hedebouw, u hebt hetzelfde goede geheugen als uw collega vorige week. U vermeldt de 400 miljoen voor de witte bloezen en u vergeet te vermelden dat u in eerste instantie de samenwerking met Vlaams Belang hebt binnengehaald om die 400 miljoen in de begroting te kunnen krijgen.

Inderdaad, nadien heeft de N-VA heel constructief meegewerkt, heeft de collega van de PS de vergadering voorgezeten en zijn wij ertoe gekomen dat wij een structurele maatregel hebben die effectief over de hele zorgsector kon worden uitgespreid.

Wij hebben daar terugverdieneffecten ingestoken. Wij zijn gegaan voor meer handen aan het bed. Het is toch wel bewezen dat dit middelen zal genereren. Dat was een heel ander verhaal dan het rondstrooien van 400 miljoen euro die u initieel van op het spreekgestoelte hebt vermeld.

Dat gewoon even terzijde.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Ik wil iedereen uitnodigen de notulen te herlezen van de plenaire vergadering waarin over dat fonds gestemd is. Wat heeft Vlaams Belang eerst aangeduid als stem? Onthouding. De linkse partijen hadden gezegd dat zij ervoor waren. Daar ben ik het mee eens, samenwerking is er geweest. Discussie is er geweest. Maar lees de notulen van de plenaire vergadering: onthouding.

Waarom? Omdat mathematisch gezien die stemmen niet nodig waren. Ik nodig iedereen uit de notulen van die fameuze plenaire vergadering te herlezen. Dan kan bevestigd worden wat er gezegd is.


Barbara Pas VB

Dit is hetzelfde verhaaltje dat wij vorige week ook al hebben gehoord van uw collega, mevrouw Merckx. Als u het verslag volledig leest, weet u zeer goed dat collega Vermeersch midden in zijn betoog gevraagd werd wat ons stemgedrag zou zijn op het amendement van de PVDA, terwijl hij op dat moment het amendement nog niet eens gelezen had.

Dat hij dan veiligheidshalve zegt: wij zullen ons onthouden, is begrijpelijk. Wij hebben de amendementen maar nadien ontvangen. Dat weet u zeer goed. Dat staat ook in dat verslag. Het enige wat telt, collega Hedebouw, is het stemgedrag. Hadden wij het toen niet gesteund, hadden wij tegengestemd, dan was het er nooit geweest.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

U bevestigt dat er een onthouding is geweest.


Barbara Pas VB

Neen, ik spreek volledig tegen wat u zegt. Ik bevestig niets.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Er wordt hier gezegd dat er geen coördinatie is geweest. Ze hebben tijdens het debat zelfs gezegd dat ze zich, in tegenstelling tot uiterst links, zouden onthouden. Dus er is effectief geen coördinatie geweest. Dat ziet men ook in de notulen. U hebt gezegd dat u zich zou onthouden bij de stemming.


President André Flahaut

Mijnheer Hedebouw, u werd nog eens onderbroken. Ik heb de indruk dat u graag wordt onderbroken, maar ik wil graag dat u opnieuw de draad van uw betoog opneemt.


Wouter Vermeersch VB

Mijnheer de voorzitter, ik moet ook dat tegenspreken.

Mijnheer Hedebouw, als u de videobeelden van die namiddag herbekijkt, dan ziet u dat ik naast u ben komen zitten in de plenaire vergadering. Mijnheer Goblet was zelfs heel boos dat ik naast u kwam zitten, want ik kwam om de juiste cijfers vragen.

Ik zag 67 miljoen euro staan en wilde dat bevestigd zien. Dat het uiteindelijk 400 miljoen euro op jaarbasis was, hebben wij in deze plenaire vergadering besproken. Dat kunt u zien op de videobeelden. Ik nodig iedereen uit om dat na te kijken.

Wij wilden weten wat wij stemden en wij hebben dat uiteindelijk gesteund. Het is een feit dat als wij hadden tegengestemd dat zorgbudget er nooit was geweest. Op dat moment hebben wij dus een wijze beslissing genomen, waar wij vandaag achter blijven staan. U moet correct zijn, wij hebben op dat moment de steun gegeven en u hebt dat dankzij onze steun gedaan.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Je ne vais pas continuer, mais il est clair qu'il s'abstient.

À propos du débat concret qui nous est soumis aujourd'hui au sujet des douzièmes provisoires, nous soutiendrons l'initiative du sp.a. Je pense que c'est important. C'est un peu l'opération "chose promise, chose due". Le gouvernement s'étant engagé, je pense qu'il est logique de donner cela.

Mais je veux mettre en garde tout ce Parlement sur les négociations actuelles de ce secteur, à ceux qui croient que nous allons nous en tirer avec des petits amendements de 1,25 million d'euros. Le secteur est fâché. Le secteur exige une vraie revalorisation salariale. Une vraie revalorisation salariale, ce n'est pas une petite prime annuelle. C'est une augmentation des salaires. Le secteur ne va pas attendre qu'un gouvernement se forme, il va exiger que dans le cadre de ce gouvernement provisoire, de l'argent soit lâché.

Madame la ministre, pour pouvoir donner ces 200, 300, 400 euros bruts qui sont revendiqués par beaucoup de personnes dans le secteur, il faudra 800 millions d'euros. Nous n'allons pas attendre un prochain gouvernement pour aller chercher ce rapport de forces et cette augmentation salariale.

Ce sont 134 000 personnes qui ont mené le combat sur le front. Ces héros que nous avons applaudis à 20 h 00, allons-nous leur donner ces augmentations salariales? Trouvez-vous normal de nettoyer un hôpital pour 1 420 euros par mois? Je vous pose la question sérieusement. Il faut arrêter les blocages salariaux votés par tous les partis de droite. Aujourd'hui, il est temps de revaloriser tous ces salaires. Madame la ministre, je vous appelle à débloquer les fonds, parce que vous savez très bien que si cela reste au niveau des hôpitaux, il n'y aura pas assez d'argent.

S'il faut aujourd'hui refinancer un secteur, c'est bien celui des hôpitaux - les 6-7 milliards d'euros -, pour arriver à faire "kif kif" et éviter ainsi la faillite. Mais il faudra trouver les 800 millions d'euros pour permettre ces revalorisations salariales. Je vous parle ici à court terme, madame la ministre. Vous ne pouvez pas prétendre qu'ils étaient les héros du quotidien et, en même temps, ne pas revaloriser leurs salaires. Cela ne va pas! Je vous le jure: la colère dans le secteur est énorme.

In Vlaanderen, in Brussel en in Wallonië. Toen men de eerste minister de rug heeft toegekeerd was dat geen symbolische actie, dat was fundamentele woede. Ons amendement handelde over 400 miljoen euro. Nu moet dat bedrag dringend verdubbeld worden. Er moet 800 miljoen euro vrijgemaakt worden voor de lonen van iedereen in de sector. Dat is wat dringend is, beste collega's.

Dernier élément et dernier amendement. Après la discussion générale, je laisserai la parole à mon camarade Gaby Colebunders. C'est la question des dépenses militaires. On a proposé un amendement. J'entends toujours dire sur les bancs du gouvernement qu'on n'a pas d'argent, qu'on ne sait plus dépenser. Chers collègues, comment est-il possible qu'une telle décision ait été prise par ce gouvernement, celle de dépenser 4 milliards d'euros pour l'achat de bombardiers F-35? Cela fait 15 milliards si l'on compte l'entretien en plus. Le gouvernement a acheté 34 F-35, des avions payés pour faire la guerre. Je vous rappelle qu'un F-16 coûte 8 000 euros par heure de vol. Savez-vous combien coûte l'heure de vol d'un F-35? 24 000 euros!

Het kost 24.000 euro per uur om met een dergelijke machine te vliegen. Vijftien miljard euro zal hier worden uitgedeeld om de F-35-bombardiers te kopen.

Collega's, ik vraag u hier om beslissingen te nemen en dat contract te verbreken. Er komen 35 à 40 miljard euro schulden op ons af. Durf die politieke moed te tonen.

Als ik moet kiezen tussen het herwaarderen van de lonen van de hele witte-woedesector en het uitgeven van 15 miljard euro voor F-35's, dan heeft mijn linkse hart de keuze gemaakt. Ik vraag u te stoppen met die F-35's, waarvan veel studies trouwens aantonen dat ze technisch gezien nog altijd niet to the point zijn.

Chers collègues, nous vous proposons aujourd'hui un amendement concret, clair et net pour casser cette décision du contrat des F-35, pour cas de force majeure. On ne peut pas assumer une dépense de 15 milliards pour des avions de guerre, alors que l'on va se trouver devant un trou budgétaire incroyable.

Chers collègues, j'espère que vous allez soutenir notre amendement. Je pense sincèrement que le PTB apporte des solutions budgétaires et non des banalités du type "effet-retour" à toutes les sauces. Parce que vous savez très bien que ce sont les travailleurs que vous allez faire payer. Et je ne suis pas d'accord!


Christian Leysen Open Vld

Mijnheer de voorzitter, ook al ben ik nu één jaar parlementslid en heb ik hier gestaan voor de eerste voorlopige twaalfden, twaalf maanden geleden, ik val van verbazing in verbazing.

Met welk misprijzen voor de beginselen van een verantwoord begrotingsbeleid en degelijk parlementair werk gaan wij hier te werk? Alles is urgent geworden. Adviezen worden liefst niet gevraagd. Alle coalities, ook de meest ongezonde allianties, zijn mogelijk. Nooit gezien, zei mijn collega daarjuist, waarbij extreemlinks en extreemrechts worden ingeschakeld wanneer het goed uitkomt. Het is een combinatie van alle variaties van traditioneel-links, niet staatsdragend-, maar staatsuitgavendragendlinks, groen-links, communistisch-links, en vermits de woorden nationalistisch en socialistisch niet mogen worden gebruikt, kameleon-links van het Vlaams Belang.

Op twee uur tijd werd opeens een amendement boven getoverd om dit jaar nog 100 miljoen euro extra uit te geven in het kader van wat vandaag een virtuele begroting is, een begroting van voorlopige twaalfden, een begroting waarbij geen begrotingscontrole nodig is, waarbij geen beleid gevoerd kan worden, waarbij geprobeerd wordt iets aan elkaar te lijmen, en terecht. Er zijn heel wat maatregelen die op de juiste plaats en op het juiste moment moeten worden beoordeeld. Tienduizend mensen hebben heel hard gewerkt in de zorgsector, en vandaag wil men aan 125.000 mensen een premie geven. De overheid zal die wel betalen. We zullen jaarlijks in 200 miljoen euro voorzien voor gratis psychologische hulp. Ik weet niet of dat ook voor het parlement geldt.

Collega's, is alle budgettaire gezond verstand verdampt of verdwenen in deze coronacrisis? Of gaat het hier alleen over een manoeuvre van de PS om haar pouvoir de nuisance tentoon te spreiden, omdat ze zich bewust is dat ze niet voor honderd procent incontournable is?


Ahmed Laaouej PS | SP

Monsieur le président, j'entends l'expression "pouvoir de nuisance du PS". Monsieur Leysen, soit on fait un débat sérieux, un débat budgétaire. Vous nous expliquez alors pourquoi les amendements que nous avons soutenus ne se justifient pas sur le fond, sur la forme, sur ce qu'ils représentent en termes de rééquilibrage entre les décisions qui ont été prises en superkern, et que nous avons soutenues vis-à-vis du secteur privé et, d'autre part, d'autres travailleurs qui ne relèvent pas du secteur privé mais, par exemple, du secteur public. Et pas n'importe lesquels! Celles et ceux que, ici, nous avons célébrés et remerciés à maintes reprises.

Non, vous, depuis cette tribune, vous vous autorisez à dire "pouvoir de nuisance du PS", parce que nous, socialistes, nous souhaitons adresser un signal positif, certes insuffisant, mais un signal positif au personnel infirmier et vous me parlez de nuisance? À travers nous, ce sont ces travailleurs-là que vous insultez, ceux qui étaient en première ligne dans les hôpitaux pour soigner les gens, pour les guérir, pour éviter qu'ils ne meurent et vous me parlez de nuisance.

Monsieur Leysen, vous prenez maintenant des airs de Giscard d'Estaing. Je rappelle quand même qu'il s'est bien planté lors de sa seconde élection présidentielle. Si vous voulez suivre le même chemin, libre à vous!

Je disais donc que soit on fait un débat sérieux et alors à ce moment-là, vous évitez les insultes, parce que "nuisance" c'est une insulte, soit on rentre dans autre chose, dans de la polémique mais je crois que notre Parlement vaut mieux.

Vous pouvez ne pas être d'accord pour certaines raisons, mais quand des partis politiques prennent leurs responsabilités et vous disent qu'il est à la fois possible de revaloriser le statut des infirmiers et des infirmières, du personnel soignant dans les maisons de repos par exemple et d'autres catégories de travailleurs qui méritent notre respect, je vous le dis clairement, monsieur Leysen, vous n'êtes pas à la hauteur du débat et moi, je ne vais pas accepter qu'à travers nous, ce soient ces travailleurs-là que vous insultiez. Que les choses soient claires, monsieur Leysen!


Christian Leysen Open Vld

Ik ben geen lid van de superkern. Ik ben daar niet aanwezig. Ik weet ook niet wat daar juist besproken wordt. Het verbaast mij echter, als ik het zo mag zeggen, dat u dit gebrekkig wetgevend werk erdoor probeert te 'chassen'. Wij zullen nog zien tot welke resultaten dit leidt. Wij hebben het gezien met de blouses blanches - na negen maanden begint men die grote slogan, die men in een amendement heeft gegoten, te proberen uitvoering geven.


Jan Bertels Vooruit

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Leysen, die middelen voor het jaar 2019 voor het Zorgpersoneelfonds kregen een uitwerking dankzij vele parlementariërs, u niet. Voor de middelen voor 2020 is er een uitwerking gekomen enkele weken geleden, misschien hebt u die mee goedgekeurd. Die middelen worden nu reeds aangewend op het terrein. Misken de kracht van die middelen niet. En misprijs die alstublieft niet.


Christian Leysen Open Vld

Ik misprijs die zeker niet, vermits ik mee heb gewerkt aan de invulling daarvan, samen met collega De Caluwé.

Mijn grote zorg is dat dit Parlement het parlement van de grote herverdeling wordt, niet van de herverdeling tussen rijk en arm maar van die tussen vandaag en morgen, dat alles nu wordt uitgegeven en niets meer voor morgen wordt overgehouden. De kas is reeds leeg. Iedereen draagt een rugzak van 40.000 euro schulden. Wij doen daar dit jaar 4.000 bij. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat men gelooft dat het geld uit de hemel zal komen dwarrelen. Als men geld uitgeeft dat men niet heeft, zal iemand ooit de rekening moeten betalen. Anders gaan wij rechtstreeks naar hyperinflatie, zoals Paul De Grauwe bevestigde. Honderd jaar geleden heeft men in Duitsland tot scha en schande dergelijke hyperinflatie gekend, met bankbriefjes van 200 miljard.


Sander Loones N-VA

Mijnheer Leysen, het nieuwe narratief, de nieuwe riedel van Open Vld is dat we voorzichtig moeten zijn met belastinggeld. We moeten goed bekijken waaraan we het besteden en er mag geen Sinterklaaspolitiek zijn. U verkondigt dat er degelijk parlementair werk moet worden geleverd en u doet dat met enige hovaardigheid, hoog op de kansel.

Laten we echter even kijken naar de feiten bij deze voorlopige twaalfden en de vorige versie die we dit jaar hebben goedgekeurd. Open Vld-minister De Block heeft boven op de normale kosten voor de asielopvang in 2019 150 miljoen euro extra gekregen en dit jaar is dat zelfs 180 miljoen euro extra. Vervolgens komt u hier op de kansel zeggen dat we toch wat moeten opletten met onze belastingcenten, terwijl de kosten van een Open Vld-minister met meer dan 50 % toegenomen zijn. Dat is een eerste feit.

Een tweede feit is dat verschillende fracties in dit Parlement de begroting enorm ernstig nemen. We voeren daar een debat over en doen wat van parlementsleden wordt verwacht, namelijk met amendementen komen. We doen dus zeer concrete tekstvoorstellen om de begroting bij te schaven, om te besparen bijvoorbeeld. De N-VA heeft verschillende amendementen ingediend om ervoor te zorgen dat er bespaard wordt, bijvoorbeeld op de steeds uitdijende asielopvang. Daar kunnen gerust wat miljoenen af die elders misschien efficiënter geïnvesteerd kunnen worden.

Wij komen net als heel wat andere fracties met amendementen maar van uw fractie en u zelf zien we niets. U bent parlementslid en u zegt dat u staat voor begrotingsorthodoxie, degelijk parlementair werk, besparingen en efficiënte besteding van overheidsmiddelen. Doe dan alstublieft uw job en kom met concrete wetsvoorstellen en amendementen om dat alles te bewerkstelligen. Ik heb net even naar uw voorstellen gekeken en ik zag vooral een voorstel om in de kunstensector wat extra subsidies uit te delen. Mij niet gelaten, het weze hen gegund. U kunt voorstellen wat u wil, maar kom dan alstublieft niet aan met het verwijt dat sommige fracties lichtzinnig omspringen met belastingcenten.

Een derde feit. Gisteren hadden wij een zeer interessante discussie over de Europese resolutie. Dat debat loopt al weken en de amendementen waren al meer dan een week geleden ingediend. Het gaat om een bijzonder belangrijk project, met 750 miljard euro aan uitgaven. Dat is natuurlijk enorm veel geld.

Wat was uw mening in de commissie voor Financiën? U had geen mening. Van die 750 miljard euro zullen er maar 5,5 miljard euro naar dit land terugkeren. Dit betekent dat elke Belg ongeveer 1.500 euro extra in de Europese pot zal stoppen en er maar 500 zal terugkrijgen. Een extra subsidie van meer dan 1.000 euro per Belg die uit dit land zal vertrekken. Alle fracties hebben daar het debat over gevoerd. We hebben uw mening daarover gevraagd. Wat was uw mening? U had geen mening!

Die Europese begroting, derde feit in dat stukje, zal ons mogelijk 17 tot 19 miljard euro extra kosten. Belgische belastingcenten die hier worden geïnd, zullen worden doorgestort aan de Europese Unie, terwijl wij al een begrotingstekort hebben van meer dan 50 miljard euro. Opnieuw hebben we daarover een debat gehad en uw mening daarover gevraagd. Wat was uw mening? U had geen mening!

Nog eentje. Nieuwe Europese belastingen. Ook daarover werd het debat gevoerd. De fracties hebben hun standpunten ingenomen. We hebben uw mening gevraagd. Opnieuw hetzelfde: geen mening. Wat was het ergste van al? Uw antwoord was, en iedereen kan het verslag erop nalezen: u had de teksten niet gelezen. U had zelfs de amendementen niet gelezen. U had gewoon de basistekst van de resolutie niet gelezen. Opnieuw, mij allemaal niet gelaten, u vult uw functie als parlementslid in zoals u dat wenst te doen, maar wat bescheidenheid zou u dan sieren. Als u zelfs niet de moeite doet wanneer er teksten komen die tot 19 miljard euro Belgisch belastinggeld betreffen, om dat te lezen, dan zou ik in uw plaats misschien met wat meer bescheidenheid spreken.


Christian Leysen Open Vld

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Loones, ten eerste, het beleid wordt gevoerd door een regering. Voor het feit dat wij sinds 2017 geen goedgekeurde begroting hebben, moet ik eerst naar u en uw fractie kijken.

Ten tweede, ik ben een pleitbezorger van minder maar betere wetten, regels en instellingen. U zal van mij dus geen plejade van nieuwe ideeën en voorstellen krijgen. Ik tracht en hoop te bekomen dat ik, wanneer mijn mandaat zal zijn beëindigd, een heleboel wetten en regels heb afgeschaft en desgevallend aangepast. Laat mij even doen.

Bij wetgevend werk is haast en spoed zelden goed. In alle bescheidenheid maak ik soms keuzes waarin ik energie steek. Voor mij zijn volle resoluties verklaringen door een vaste of toevallige meerderheid aan een regering die zelf nog naar een meerderheid zoekt. Dat zijn echter keuzes die ik maak.

Wij maken te weinig keuzes. Wij leven in de korte termijn. Misschien is op lange termijn durven te denken niet de praktijk van de politiek. Ik vertel zaken die u niet graag hoort. Ik zou liever veel meer parlementaire vergaderingen zonder streaming hebben. Indien er geen streaming is, merk ik immers dat de debatten inhoudelijk sterker zijn. Ik heb een bijzondere appreciatie voor een aantal werkvergaderingen die wij hadden, wat ik ook heb toegegeven.

Wat deze week nog belangrijker was dan de resolutie, was wat de Nationale Bank van België heeft verklaard. Er zullen in 2020 47 miljard euro minder inkomsten zijn, waarvan er 5 miljard euro netto minder inkomsten voor de burger zullen zijn. Zij hebben minder inkomsten, die echter grotendeels worden gecompenseerd. Er zullen 8 miljard euro minder inkomsten voor de bedrijven zijn. Een bedrag van 34 miljard euro, dus drie vierde van de ontbrekende inkomsten, is bij de overheid terechtgekomen.

Dat kan niet blijven duren. Dat bedrag van 5 miljard euro netto is immers 2 % van het beschikbaar inkomen. Indien wij nog veel cadeaus uitdelen, zal dat misschien nul worden. Acht miljard euro minder inkomsten voor de bedrijven betekent 10 % van de omzet. De overheid zal in 2020 17 % minder inkomsten hebben. Haar deficit zal ongeveer 20 % meer bedragen.

Neem mij niet kwalijk dat ik mij tot die basiselementen beperk en mijn verbazing daarover uit.

Wij leven hier enigszins in een virtuele wereld, alsof wij als parlementsleden een crisis kunnen aanpakken zonder dat die aan iemand iets kost. In werkelijkheid zullen sommigen meer onder een crisis lijden dan anderen, waarbij wij als parlementsleden wel zaken kunnen compenseren, maar iedereen zal moeten betalen. Ik vind dat wij die waarheid onder ogen moeten durven te zien. Daarom ben ik ongelukkig over de huidige werkmethodes. Ik denk dat we veel beter kunnen. Dat geldt voor alle partijen, ook voor de mijne. Er is natuurlijk de geschiedenis van onze partij; iemand merkte zelfs op dat de liberalen al zestig jaar aan de macht zouden zijn. Dat is natuurlijk niet waar; feit is wel dat we verantwoordelijkheid dragen. Maar ofwel kijken we altijd naar het verleden en doen wij aan zwaetepieten – we kunnen natuurlijk ook voor sinterklaas spelen -, ofwel – en dit is mijn voorstel – kijken wij naar de toekomst, naar het volgende jaar en de volgende generaties.

Wij zullen het wetsontwerp steunen.


Peter De Roover N-VA

Mijnheer Leysen, uw woorden klinken mij geregeld als muziek in de oren. Wanneer u ertoe oproept, verwoord naar Alice Nahon, om allemaal eens "diep in 't eigen hert" te kijken, dan is die opmerking terecht. Laten wij met het zwartepieten opletten.

Daarnet hebt u de linkerzijde verweten socialist te zijn, maar dat kunt u hen niet verwijten, aangezien men dat van hen kan verwachten. Zij zijn socialist. Stel u voor dat zij dat niet zijn, hoe saai zou het dan in het Parlement worden.

Ook heb ik alle begrip voor uw verklaring niet veel op te hebben met resoluties. Ik ben lid van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen en daar worden resoluties tegen een hoog tempo door de machine gepompt. Ik kan uw opinie dus volledig volgen.

Daarom stel ik voor om concreet te worden, niet over resoluties te spreken en evenmin socialisten te verwijten socialist te zijn. Ik vraag u om steun in verband met een van de maatregelen voorgesteld in de vergadering van de superkern, waarvan ik deel uitmaakte. Als u consequent bent met uw woorden, dan zult u zeker onze bondgenoot zijn. Het gaat om het plan om iedereen tien treinritten cadeau te doen; het bleken er later twaalf te zijn. Dat plan, zo was de afspraak, zou niets kosten, maar naderhand blijkt niets gelijk te zijn aan minstens 110 miljoen euro. Welnu, laten wij afspreken, zonder resoluties uit te vaardigen, dat u onze bondgenoot bent in het afschieten van dat plan. Dat is concreet, dat is geen resolutie. De eerste 110 miljoen zijn binnen.

Op de laatste vergadering van de superkern – misschien hebben er nog plaatsgevonden, maar ik had niet meer de eer om uitgenodigd te worden om evidente redenen; ik had namelijk het feestje verknoeid – was u niet aanwezig, maar uw partij was er wel vertegenwoordigd. Daarom spreek ik u aan. Welnu, laten we afspreken dat we ook dat feestje afmeten aan de lat die u hier voor ons hebt neergelegd en laten wij bijvoorbeeld eens de vraag stellen waarom er plotsklaps en zonder enige logica nog eens een cheque van 100 miljoen wordt uitgereikt via de OCMW's, waarbij er nog eens 10% wordt toegevoegd om de kosten die de OCMW's maken voor de uitdeling van de 100 miljoen, te vergoeden.

Ik zal mij beperken tot die twee concrete maatregelen. We zullen dat niet in een resolutie gieten, collega Leysen. Wij zullen parlementaire initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat die sinterklaaskeuzes niet worden uitgevoerd en ik reken erop dat u daarin onze concrete bondgenoot zult zijn, tegen de socialisten, want ik reken er niet op dat zij ons zullen helpen. Op u reken ik wel.


Vincent Van Quickenborne Open Vld

Mijnheer de voorzitter, ik wil mij natuurlijk richten tot de heer Leysen, maar ik denk dat hij niet aanwezig was op die vergadering van de superkern, tenzij ik mij heb vergist. Ik heb de samenstelling van de superkern gezien en er zaten daar heel veel supermensen in en ook de gewaardeerde collega De Roover.

Hij heeft mij trouwens ook in geuren en kleuren verteld dat het een interessante bijeenkomst was. Ik heb ook gezien dat collega De Roover aan al die vergaderingen heeft deelgenomen en dat hij tijdens de laatste vergadering is weggelopen. Die laatste was er te veel aan voor hem. Hij heeft niet veel gezegd, maar er was blijkbaar een incident met PS.

Op de voorlaatste vergadering, die fameuze vergadering, heeft men gesproken over de horecacheque en de railpassen. Ik heb mij laten vertellen, maar ik kan mij vergissen, dat die maatregelen zijn goedgekeurd door alle partijen, inclusief de partij van de heer De Roover, de N-VA.

Die railpassen zijn daar principieel goedgekeurd, met lange tanden. Ik geef toe dat dat bij ons ook met lange tanden was. U was daarbij. Iets wat ik enorm apprecieer in u, mijnheer De Roover, is dat een woord voor u een woord is. Als u uw woord geeft, dan houdt u dat.

Wat de OCMW's betreft, ik moet toegeven dat de heer De Roover neen heeft gezegd tegen die 100 miljoen, dat dat erover ging, dat dat te ver ging. Mijnheer De Roover, als u consequent bent met die beslissing, dan stel ik voor dat het belangrijkste OCMW van het land, met name het OCMW van Antwerpen, dat geld resoluut weigert. Als u dat doet, als u aan uw voorzitter en de burgemeester van de stad Antwerpen zegt dat u dat geld van het OCMW niet nodig hebt, dan bent u consequent. Ik ben benieuwd naar uw antwoord.


Peter De Roover N-VA

Ik denk dat het persoonlijk feit zeer gepast is, mijnheer Van Quickenborne. Ik meen dat u op een bepaald ogenblik zei: da's d'erover. Dat ben ik. Dat is een zeer persoonlijk feit.

Ik heb twee punten.

Ten eerste, uw bewering dat het probleem wordt opgelost wanneer alle N-VA-gemeenten of eentje van de cadeaucheque zullen afzien, neemt u natuurlijk zelf niet ernstig. Dat is een poging om u eruit te werken. Ik denk dat ze weinig overtuigend is. Laten we dat ineens voor iedereen doen. U bent onze bondgenoot. Laten we het niet alleen voor Antwerpen doen. Laten we dat voor iedereen doen.

Ten tweede, ik was inderdaad aanwezig. Dat ik niet veel gezegd heb, hebt u van horen zeggen. Ik heb niet alleen in het begin gesproken. Ik heb tot drie keer toe tijdens de vergadering gesproken. Er bleek ook een soort van politieke wetmatigheid te heersen: als iedereen ontevreden is, zijn we het eens. Tot ieders verbijstering werd dat feestje verbrod, omdat ik zei dat ik het niet eens was met de maatregel. Ik moest zelfs snel zijn, want men was al aan de rondvraag. Het was helemaal niet de bedoeling dat er iemand niet akkoord zou gaan.

Als u zegt dat een woord een woord is, dan spreekt u mij naar het hart. Als u zegt dat u een maatregel zult nemen die niets kost, dan moet u dat ook doen. Dat is het woord, dat gegeven is. Dat is ook het woord dat door uw voorzitter is gegeven. Daar werd op geen enkel moment een budget op gekleefd.

Collega Van Quickenborne, ik ken een goed restaurant. Ik stel voor dat we daar morgen gaan eten. Ik denk dat ik het voor 10 euro wel geregeld krijg: voorgerecht, hoofdgerecht, nagerecht en alle drank inclusief, met een lekkere pousse-café. Gaat u mee? U gaat mee en morgenmiddag zal ik u bellen dat het feest plaatsvindt, maar dat het 120 euro per persoon kost. U hebt gezegd dat u meeging naar het etentje, waarvan ik heb gezegd dat het 10 euro zou kosten. Wanneer u, nadat u gehoord hebt dat het 120 euro zal kosten, dan zegt toch niet te zullen meegaan, dan klaag ik dat u uw woord breekt. Dat verwijt u ons nu. U zei dat het niets zou kosten. Uw eigen voorzitter is onder die voorwaarden akkoord gegaan. 110 miljoen euro ligt net iets te ver van 0 om onder de categorie 0 te vallen.

Ik begrijp het, het is heel snel gegaan, en een mens ziet geen reden om mensen niet gratis de trein te laten nemen. Het openbaar vervoer stimuleren is allemaal wel heel goed, maar kom terug op die stommiteit en wees solidair met ons in het afschieten ervan.

Nu wil ik wel eens discussiëren over een envelop voor zorgpersoneel, want daar is nog iets voor te zeggen. Zij hebben wel inspanningen geleverd. Maar iedereen op 12 treinritten trakteren, omdat het woord corona erop gekleefd wordt, eerlijk, ik weet niet welke stroming daar een argument voor vindt. De liberalen volgens mij niet.


Barbara Pas VB

Mijnheer de voorzitter, wat mij eigenlijk zorgen baart in deze non-discussie, is dat de supermensen, zoals collega Van Quickenborne ze noemt, in de superkern op dat moment blijkbaar allemaal geloofden dat treinticketjes en treinritten gratis waren. Dat wie met het idee kwam, mevrouw Almaci, zo'n, economisch beeld heeft, dat verrast mij niet, maar het baart mij toch zorgen dat in de superkern blijkbaar iedereen ermee weg was dat het een gratis affaire was.

Collega Leysen, u zegt dat het parlementair werk niet ernstig genomen wordt, dat men een loopje neemt met de belangrijkheid van een budget en dat men het zomaar laat ontsporen. Ik vind dat u zeer slecht geplaatst bent om daar lessen over te geven. Wij hebben paars gehad en het is pas onder paars dat de budgetten volledig beginnen ontsporen zijn.

Paars betekende 27 miljard euro in de gootsteen zonder dat er een coronacrisis was, integendeel, in volle hoogconjunctuur. Iets meer bescheidenheid aan de dag leggen zou u dus sieren.


Christian Leysen Open Vld

Ik wilde niet onbescheiden zijn, maar ik denk dat wij allemaal wel voelen dat het zo niet meer werkt en dat wij eens goed moeten nadenken over onze werkwijze. Het kan en moet anders.

Ik denk dat wij er ons allemaal bewust van zijn dat, als er veel geld wordt verdeeld een deel daarvan belandt waar het niet moet belanden en dat een deel ervan belandt waar het niet nodig is. Hoe sneller wij beslissen, hoe groter dat aandeel is. Ik durf daar vandaag geen percentages opkleven. Het voorstel van collega Van Quickenborne is in dat opzicht een goed voorstel: wie het niet nodig heeft, heeft de moed…

Als mensen die een dag technisch werkloos waren, een cheque krijgen om hun energiefactuur te betalen en zij nog bij hun ouders wonen, dan is het normaal dat zij die terugsturen. Dat mag beter worden gedaan, want nu denken wij dat wij allemaal sinterklaas mogen spelen. Het is een beetje 'straf, straffer, strafst' geweest tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus.

Ik ga er volledig mee akkoord dat wij bijzonder waakzaam moeten zijn voor wat er op Europees niveau gebeurt. Wij hebben te veel instellingen, wij hebben te veel mensen die graag sinterklaas willen spelen.

U zult in mij en anderen een bondgenoot vinden voor een beleid dat op de lange termijn en op verantwoordelijkheid mikt.

Ondanks mijn slechte gevoel over de procedure die wij volgen, zal onze fractie de voorlopige twaalfden goedkeuren. Ik hoop met u allen goed te kunnen samenwerken.


President André Flahaut

Mijnheer Loones, er zijn nog drie mensen van uw fractie ingeschreven en daar bent u zelfs niet bij.


Sander Loones N-VA

Mijnheer de voorzitter, mijn fractieleider heeft een zeer duidelijke vraag gesteld waarop wij geen antwoord hebben gekregen van de spreker, hoewel wij in de laatste twee zinnen wel gehoord hebben dat hij tegen sinterklaaspolitiek is en voor verstandig budgettair beleid.

Mijnheer Leysen, zult u samen met ons het uitdelen van twaalf gratis treintickets tegenhouden?


Christian Leysen Open Vld

Mijnheer de voorzitter, ik laat eerst de andere collega spreken, daarna zal ik antwoorden. Ik wil niet…


Jan Bertels Vooruit

Mijnheer de voorzitter, de heer Leysen mag van mij antwoorden maar ik wil hem ook geen oneer aandoen en als hij mij voorrang geeft zal ik die nemen. Dat is geen probleem, ik ben flexibel en pragmatisch.

Collega's, we bespreken hier het wetsontwerp tot opening van voorlopige kredieten voor de volgende vier maanden.

Ik zal eerst vier grote principes behandelen en daarna de amendementen.

Het is intussen al de zevende keer dat we hier voorlopige twaalfden moeten goedkeuren. Wij hebben daarbij altijd onze verantwoordelijkheid genomen en we zullen dat opnieuw doen. Mijnheer Verherstraeten, ook al is de basis van die voorlopige twaalfden reglementair, toch heeft die begroting voor 2018 onze goedkeuring niet weggedragen. Net als de meeste collega's hier gedragen wij ons echter verantwoordelijk en stellen wij dat het absoluut nodig is dat er continuïteit is voor de openbare dienstverlening.

Ik heb het reeds in het verslag aangestipt en vele collega's zeggen het: nog beter is dat er een nieuwe federale regering komt, dat we eindelijk kunnen discussiëren over een volwaardige begroting, over de inkomsten en over de uitgaven. We moeten kunnen discussiëren over iets structureels.

Ik nodig de collega's uit om de verslagen te lezen van de ongelofelijk interessante hoorzittingen die we hebben gehad in de commissie voor Financiën, met verschillende experts en met de Nationale Bank. Wat is er uit die hoorzittingen gebleken? We moeten meer overheidsinvesteringen doen. Goede overheidsinvesteringen, ik zal het er zelf bij zeggen. Zij zijn absoluut noodzakelijk voor de relance van ons land, dat moeten we doen. Er werd ook gesproken over de rol van de ECB bijvoorbeeld, absoluut nodig. Er is ook over gesproken in de resolutie met betrekking tot Europa. Dat moeten we doen.

Welnu, collega's, de sp.a heeft daar een voorstel voor. Wij hebben een new social deal uitgewerkt om ons land opnieuw op de rails te krijgen, om allemaal samen vooruit te gaan. Die discussie willen wij onmiddellijk aangaan. Wij hebben een plan klaar. Laat ons de discussie voeren. U weet waar wij voor staan, wij willen daar open en bloot over discussiëren.

Wij hopen dat er snel een nieuwe federale regering komt, maar dat hangt niet van ons af. Wij willen wel. Mijnheer De Roover, het is heel simpel. Het kan heel snel gaan. Als we de new social deal goedkeuren, hebben we morgen een regering. Het staat u vrij. Kijk ernaar, zeg ja en het is oké. We hebben wel een probleem: wij willen een beetje wijzigen aan uw beleid. Dat beleid is voor ons niet oké. Maar u kunt er voor stemmen. (De heren Calvo en De Roover repliceren zonder micro)

Met de discussie over de inkomsten en de uitgaven moeten we, mijns inziens, niet wachten op een volwaardige begroting. We kunnen die discussie nu al voeren in de commissie voor Financiën. Daar liggen onze voorstellen neer.

Ik neem er de effectentaks tussenuit. Die is minder discutabel. Hij ligt prioritair neer. Laten we dit bespreken en niet wegduwen. Laten we daar open en bloot over discussiëren. Dat kunnen we nu doen. Ik ben daar vragende partij voor. Er liggen ook nog andere voorstellen klaar. Daar kunt u ons dus niet van onverantwoordelijkheid beschuldigen.

Bij een regering in lopende zaken, of bijna in lopende zaken moet het Parlement voor een aantal zaken zijn verantwoordelijkheid nemen. Dat is niet de eerste keer. Anders zouden er geen afwijkingen zijn van de voorlopige twaalfden. Nu zijn er een heleboel. Ook hier zullen we dat niet voor de eerste keer doen. Dankzij het Parlement en de collega's van de commissie voor Financiën en Begroting is bijvoorbeeld bij de vorige schijf voorlopige kredieten die nu nog geldt, 1 miljard provisie toegevoegd voor dringende COVID-19-maatregelen. Dat is dankzij het Parlement gebeurd, met meerderheden die gestemd worden. Het Parlement heeft zijn verantwoordelijkheid genomen voor de mensen. Wij willen dat nu opnieuw doen. Daarover gaat het, niet over ons ego als politici, zoals ik vorige week ook heb gezegd.

We hebben dat ook gedaan met het Zorgpersoneelfonds. Dat hebben we uitgewerkt en is nu in werking op het terrein. Ziekenhuizen werven daarmee mensen aan. U moet mij niet geloven, u moet het gewoon aan de ziekenhuizen vragen. Zij hebben daarvoor middelen ter beschikking gekregen en kunnen daarmee mensen aanwerven. De eerste mensen zijn al lang begonnen, gelukkig maar.

Voor de middelen 2020 hebben we dat ook gedaan, met heel velen samen. Dit is concreet uitgewerkt, ten goede van de mensen op het terrein, ten goede van de verpleegkundigen in de ziekenhuizen, de thuisverpleegkundigen en ten goede van de opleidingen. Dat zijn goede zaken en daar waren we twee weken geleden allemaal fier op. Dat was een goede zaak. Het Parlement moet dat doen en blijven doen. Ik zal dat in ieder geval blijven doen.

Voor de middelen en de bijkomende noden van de mensen is er amendement nr. 24 over de geestelijke gezondheidszorg. Ik heb ook in de commissie uiteengezet dat wij daarvoor een goede resolutie en een heel goed kader hebben uitgewerkt. Wij hebben dat samen met mevrouw Van Hoof, die daarnet nog aanwezig was, ingediend. Wij hebben in de commissie voor Gezondheid daarover een heel goede discussie gehad.

Collega's, onze geestelijke gezondheidszorg is ondergefinancierd is en er zijn meer middelen nodig voor een sterke gezondheidszorg. Iedereen is het daarover eens

Ik ben heel zen. Dat was het geval voor de lockdown en dat is zeker het geval na de lockdown. Kijk maar naar de oefeningen inzake veerkracht die er nu in onze ziekenhuizen zijn. (De heer De Roover spreekt zonder micro)


President André Flahaut

Dat klopt.

Collega's, de heer Bertels heeft het woord. Kunnen wij dus respect voor de spreker opbrengen? Dat is de vraag van de heer De Roover en ik treed hem bij.


Jan Bertels Vooruit

Mijnheer de voorzitter, iedereen heeft verklaard dat op dat vlak actie nodig is. Daar hebben wij pre-corona al op gewezen. Ik herinner u immers aan de discussie die wij met de minister en de ministers hebben gehad bij de bespreking van de vorige schijf van voorlopige twaalfden. Toen hebben wij dezelfde discussie gehad. Hetzelfde amendement is toen immers ingediend.

Daarover gaat het en dat heeft ook de heer Vanbesien aangegeven. Toen hebben wij het amendement ingetrokken omdat er een belofte van de regering was om er werk van te maken. Beloftes moeten worden nagekomen. Over de laagdrempelige en toegankelijke geestelijke gezondheidszorg is iedereen het immers eens. Ze moet er komen. Wij hebben daarvoor in de commissie voor Gezondheid een heel mooi kader uitgewerkt, waardoor dat mogelijk wordt.

Collega's, indien beloftes worden gemaakt, mag het niet bij woorden blijven. Er moeten ook daden volgen. Wij moeten die middelen aanwenden. U moet de tekst, die goed gemotiveerd is, goed lezen. De middelen die kunnen worden aangewend, moeten op basis van een multidisciplinair overleg worden besteed.

Dat is mogelijk binnen het conventiesysteem, binnen de overlegorganen van het RIZIV. Daar wordt gewerkt op basis van begrote middelen. Er worden middelen begroot in het kader van de gezondheidszorgbegroting en de conventies, de overlegorganen, werken dat uit. Dat is ook hiermee mogelijk. De actoren zijn daar zeker klaar voor, wat gebleken is uit de commissiehoorzittingen met de actoren op het terrein en de experts.

Zoals ik daarnet al zei, dit zal onmiddellijk effect kunnen resulteren, niemand zal dat ontkennen. Een derde van het huidige budget van de uitkeringsverzekering voor ziekten is gewijd aan mentale problemen. Wij moeten de mentale problemen oplossen, waardoor er minder uitkeringen zullen zijn. Er geldt zelfs een economisch argument, want de OESO heeft berekend dat psychische problemen ons 20 miljard euro kosten. Ik noem het geen returneffect, maar er is wel een onmiddellijk effect op het sociaal welzijn van onze mensen; daarvoor doen wij het.


Sander Loones N-VA

Mijnheer Bertels, wanneer u ertoe oproept verantwoordelijkheid te nemen, dan denk ik dat u een gevoelige snaar raakt, zeker in het Parlement en zeker met dit thema. Het gaat over mensen in de zorgsector die enorme inspanningen hebben geleverd tijdens de coronacrisis. De snaar is gevoelig omdat wij vinden dat die mensen serieus moeten worden behandeld. Wij willen absoluut vermijden dat er beloftes worden voorgehouden die niet snel kunnen worden ingelost. Ik meen dat de uiteenzetting van collega Verherstraeten zich in dezelfde context situeert.

Een begroting werkt op een bepaalde manier. Eerst wordt er in het Parlement zeer grondig gedebatteerd, men zoekt een meerderheid en wijzigt de wet. Nadien becijfert men de kostprijs en vervolgens wordt die kostprijs in de begroting ingevoegd. Dat is de normale manier van werken.

Vandaag echter draait u die volgorde om. U begint met de begroting en dan zegt u dat u er nadien wel voor zult zorgen dat het geld wordt uitgegeven en dat het terechtkomt bij wie het moet terechtkomen. Ik begrijp dat ongeduld, maar toch heb ik er wat vragen bij.

De discussie ten gronde wordt op dit moment in het Parlement namelijk wel al gevoerd. Ik verwijs naar de teksten van collega Van Hoof en onze N-VA-collega Kathleen Depoorter en ook uzelf bent daar heel actief mee bezig. Op dit moment wordt er in het Parlement een diepgaande resolutie afgewerkt waarin enkele maatschappelijke keuzes worden uitgediept en beslist.

De logische werkwijze zou erin bestaan om eerst dat te doen om vervolgens de budgettaire impact te bekijken en het te vertalen in de begroting. U doet echter net het tegenovergestelde. Ik ben daar specifiek bezorgd over omdat dit bij een vorige schijf van de voorlopige twaalfden al eens gebeurd is met het witteblousenfonds van 400 miljoen euro. Ook daar is de begroting gekaapt en heeft men beslist om die centen uit te geven waarna we negen maanden nodig hebben gehad om daarvoor de wettelijke basis te voorzien zodat de centen ook effectief op het terrein konden worden besteed. Ik wil hier alleen mijn zeer grote bezorgdheid uitspreken.

U neemt met dit amendement een belangrijke beslissing maar tegelijk ook een bijzonder grote verantwoordelijkheid. Wij geven de mensen in de zorgsector hier het signaal dat er een premie zal worden uitgereikt en ik hoop dat wij oprecht op u en de andere collega's zullen kunnen rekenen om ervoor te zorgen dat zij geen negen maanden moeten wachten op de effectieve uitreiking van die premie. Als dat wel het geval is, dan zal dat de verantwoordelijkheid zijn van de partijen die dit dossier op een oneigenlijke manier hebben aangepakt. Men is immers niet begonnen met de inhoud om te eindigen bij de centen, men wou liefst onmiddellijk de centen in de etalage plaatsen. Mijnheer Bertels, ik twijfel niet aan uw oprechtheid en ik meen zelfs dat u een aantal pistes in het hoofd hebt om dit te verwezenlijken. U zult het echter wel moeten waarmaken.


Jan Bertels Vooruit

Ik zal dat met veel plezier en verantwoordelijkheid proberen waar te maken. Ik zal straks nader ingaan op de zorgpremie want ik was nu aan het punt van de geestelijke gezondheidszorg. De geestelijke gezondheidszorg is niet zomaar de kar voor het paard spannen…


Sander Loones N-VA

(…)


Jan Bertels Vooruit

Goed, maar ik had het nog niet over de premie. Ik had het over de geestelijke gezondheidszorg. Het cijfer dat ik heb aangehaald komt van Zorgnet-Icuro dat daar een heel schema voor heeft uitgewerkt. De actoren op het terrein weten wat ze daarmee willen, binnen het kader dat wij schetsen. Als men het wil kan dat dus snel uitgevoerd worden en die wil is er bij de actoren.

Daar bestaat geen twijfel over. Alle partijen hebben gezegd dat ze willen, ze zijn vragende partij. Er is bijvoorbeeld een staten-generaal van de geestelijke gezondheidszorg geweest, waaruit allerlei plannen zijn gekomen. Het Kenniscentrum heeft een studie uitgevoerd. Er bestaan allerlei plannen die mooi uitvoerbaar zijn in de eerste, tweede en derde lijn, met de netwerken en verbindingen ertussen. Ook het multidisciplinaire overleg, waarnaar ik in het amendement verwezen heb, staat erin. Ik heb dat zelf niet uitgevonden. Ik heb daarover veel overleg gehad met de actoren op het terrein. De collega's hebben dat ook allemaal gehoord in de hoorzittingen over de geestelijke gezondheidszorg. Het is ook verwerkt in de resolutie over de geestelijke gezondheidszorg, die normaliter volgende week op de agenda komt. Ik geef daarvoor credits aan alle collega's die eraan meegewerkt hebben, ook collega's van de partij van de minister. Zij hebben daar ook positief aan meegewerkt. Collega's, op een bepaald ogenblik moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen om te doen wat wij beloofd en gezegd hebben.

Ik kom tot het amendement over de solidariteitspremie. Collega's, voor ons kan het absoluut niet dat de consumptiecheque, de 300 euro die gegeven kan worden ter onder­steuning van het culturele leven, de horeca en lokale winkels, sociaal en fiscaal vrijgesteld en betaald door de werkgever, wel zou toekomen aan bepaalde werknemers, wat mag en goed is, maar niet aan degenen die het volgens u allemaal het meest verdienen, namelijk het zorgpersoneel, wegens onder meer de financiële situatie van de ziekenhuizen. De ziekenhuizen hebben nu niet de financiële marge daarvoor. Wij zijn als federale overheid de grootste financier van de ziekenhuizen. Voor thuisverpleegkundigen geldt hetzelfde. Zij hebben niet de marge om die 300 euro te geven aan het zorgpersoneel. Dat is toch niet wat wij willen? Daarom willen wij ervoor zorgen dat het zorgpersoneel, en het liefst al het zorgpersoneel – voor de woon-zorgcentra moeten we kijken naar de deelstaten, maar wij zijn wel bevoegd voor het federale zorgpersoneel, die helden van de zorg in de federale gezondheidssectoren – die 300 euro kan krijgen op een gelijkaardige manier als de consumptiecheque kan worden bekomen.

Dat is ook belangrijk voor de geloofwaardigheid van de politiek, collega's. Wij zijn het niet die begonnen zijn met beloften aan het zorgpersoneel. Het zijn leden van de federale regering. Als er dan beloften worden gedaan, is het geloofwaardig dat wij na de woorden ook de daden laten volgen. Niet alleen applaus, maar ook financiële erkenning voor de helden van de zorg. Voor de federale gezondheidszorg moeten wij dat absoluut doen. Dat hebben wij hier dan ook mee geregeld.

Dat is ook nodig collega's, de mensen van de commissie voor Gezondheid weten dat ook, voor de motivatie van ons zorgpersoneel. De motivatie van het zorgpersoneel was in de behandeling van de coronacrisis zeer hoog. Ik hoop van ganser harte dat het niet opnieuw nodig is, maar misschien zullen wij ze opnieuw nodig hebben voor een tweede golf. Laten wij hopen van niet. Laten wij hen ook niet demotiveren door valse beloften. Wij moeten een gerichte investering doen voor ons zorgpersoneel, zodat zij die solidariteitspremie, die consumptiecheque, kunnen krijgen conform de regeling die er is.

Ja, ook dat is uitvoerbaar. Ja, mijnheer Loones, daar zijn pistes voor. Daar zijn zelfs precedenten voor. Ik heb ook de berekening gemaakt op basis van de precedenten die bestaan voor het personeel binnen de federale gezondheidssector. Ik ben niet over één nacht ijs gegaan. Ik had gehoopt dat de regering er zelf mee zou komen, maar die deed dat niet. Dus moet het Parlement zijn verantwoordelijkheid nemen.

Laat het duidelijk zijn, collega's, voor mij is dit geen of-ofverhaal. Dit is heel duidelijk een en-enverhaal. Ik herhaal wat ik hier vorige week gezegd heb: in de onderhandelingen voor een nieuw sociaal akkoord met het oog op verlaging van de werkdruk, de verbetering van de arbeidsomstandigheden, en de loon- en arbeidsvoorwaarden, krijgt de minister, die zichzelf een deadline heeft opgelegd, en die in de plenaire vergadering gezegd heeft dat er tegen 21 juli een nieuw sociaal akkoord zou zijn, alle steun. Dat moet.

Wij zullen structurele maatregelen moeten nemen.

Die mensen hebben daar recht op. We hebben dat zorgpersoneel nodig. Iedereen erkent hier dat er in het zorgpersoneel moet worden geïnvesteerd.

Mevrouw de minister, u hebt voor 110 % onze steun. U moet zeker een goed nieuw sociaal akkoord afsluiten. De discussie over IFIC laat ik aan u over. Ja, er moet een structurele herfinanciering komen in het kader van het sociaal akkoord voor ons zorgpersoneel. Het is én én.


Minister Maggie De Block

Mijnheer Bertels, dank u voor uw steun bij de onderhandeling van een nieuw sociaal akkoord die ik samen met mevrouw Muylle, de minister van Werk, en minister Clarinval voer, maar ik ben toch verbaasd. Hebt u zich echter geïnformeerd bij de andere mensen die rond de tafel zitten? De eerste eis van de vakbonden is immers de implementatie van IFIC aan 100 %. De tweede eis is geen premie. Een iemand aan de tafel heeft zelfs gezegd dat het cynisch zou zijn om een habbekrats te geven. Zij willen structurele loonopslag voor de volgende jaren.

Ik ben verbaasd dat u zegt dat u mij steunt voor het sluiten van een nieuw sociaal akkoord, terwijl u andere keuzes maakt. Dat hebt u vanavond gedaan met het goedkeuren van dat amendement. Misschien wilt u zich ook informeren over wat aan de tafel wordt gezegd? Wij zitten na vier of vijf vergaderingen inderdaad ver. Het zijn de vakbonden die gevraagd hebben om tegen 21 juli af te kloppen. Ik heb dat aanvaard. Ik vind dat het steeds vlotter verloopt.

U haalt iets anders aan dat zij unisono niet belangrijk vinden. De heer Hellendorf heeft namens het gemeenschappelijk vakbondsfront gezegd dat de premies voor hen niets betekenen. Zij willen een structurele loonopslag voor alle mensen in de zorg. Wat u doet is niet voor alle mensen in de zorg. U sluit categorieën uit. Dat wil ik niet doen.


Jan Bertels Vooruit

Mevrouw de minister, u hebt niet goed geluisterd. Het is een en-enverhaal.

Mijnheer Van Quickenborne, ik heb die eenmalige premie niet beloofd. Dat waren twee ministers van uw partij. Als men dat belooft, moet men dat ook doen. Als die ministers hun belofte niet kunnen, willen of mogen nakomen – dat laat ik allemaal in het midden – dan moet het Parlement maar zijn verantwoordelijkheid opnemen. Het is een en-enverhaal.

U weet heel goed dat er structurele maatregelen moeten komen, mevrouw de minister. Laat die onderhandelingen maar lopen tot 21 juli. Het zullen structurele arbeids- en loonsvoorwaarden moeten zijn.


Minister Maggie De Block

(…) 200 miljoen euro hier en 300 miljoen euro daar. Ik wil dat allemaal wel. Voor mij mag het 2 miljard euro zijn, maar het moet wel aan iedereen toekomen.


Jan Bertels Vooruit

Maar het komt toe aan iedereen waarvoor de federale regering bevoegd is, tenzij u federaal geld wilt geven aan iets anders. Het komt toe aan de hele federale gezondheidssector. U moet niet zeggen dat dat niet waar is. Iedereen is meegenomen.


Minister Maggie De Block

(…) dat de mensen van de woon-zorgcentra…


Jan Bertels Vooruit

Vallen de woon-zorgcentra onder de federale overheid? Dat zou u ondertussen toch al mogen weten.


Minister Maggie De Block

Ik zeg het u maar.


Jan Bertels Vooruit

Zij vallen niet onder de federale overheid. Ik neem aan dat u dat ondertussen weet.


Vincent Van Quickenborne Open Vld

Mijnheer Bertels, ik hoor u graag zeggen dat het een en-enverhaal is. Als dat zo is, hoe zult u dat dan financieren?


Jan Bertels Vooruit

Ik heb al gezegd dat er een voorstel van ons voorligt in de commissie voor Financiën. Stem het mee en het is meer dan gefinancierd.


Vincent Van Quickenborne Open Vld

(…) van de communisten, is het dat?


Jan Bertels Vooruit

Dat hebben wij niet ingediend, dat ligt daar niet.


Vincent Van Quickenborne Open Vld

Ik zie telkens opnieuw dat de creativiteit boven komt als men naar centen zoekt. Als men dan vraagt, hoe men de pensioenen en de minimumlonen wil verhogen, dan zal dat telkens met een taks gebeuren. De creativiteit van die taks komt daar opnieuw naar boven, maar intussen worden de gaten groter en groter. Eerlijk gezegd, het zijn nobele initiatieven, maar wat mij verontrust, is de lichtzinnigheid waarmee hier elke week geld wordt uitgegeven en waarmee putten groter worden gemaakt die achteraf door de toekomstige generaties gevuld zullen moeten worden. Ik verwacht meer verantwoordelijkheidszin van een partij als de uwe, die ik hoog inschat. Dit is een gevaarlijk budgettair risico dat u neemt, vandaar dat onze partij daarover bezorgd is en ik hoop dat er veel mensen bezorgd zijn.


President André Flahaut

Mijnheer Loones, ik denk dat u inzake spreektijd alle records breekt.


Sander Loones N-VA

Mijnheer de voorzitter, ik voel dat er enige spanning is, dus ik kom graag met een compromis. De treintickets komen nog, die liggen vandaag niet ter stemming voor.

Wat vandaag wel ter stemming voorligt, mijnheer Bertels, mijnheer Van Quickenborne, is om terug te keren naar het migratiebeleid zoals dat werd gevoerd onder collega Theo Francken. Van dat migratiebeleid heeft uw minister afstand genomen. Ze heeft zelfs letterlijk gezegd een ander beleid, een meer open beleid te willen voeren. Dat is een letterlijk citaat, denk ik, of het lijkt er toch sterk op. Door dat lakse beleid besteden wij vandaag 180 miljoen euro extra aan asielopvang, dus boven op de 400 miljoen euro die we normaal al geven komt 180 miljoen euro extra. Wij hebben een amendement ingediend om terug te keren naar het beleid van Theo Francken, wat wil zeggen dat wij 180 miljoen euro besparen. Daar kunnen we bijna vijf of zes keer de zorgpremie voor de zorgsector mee betalen. U hoeft dus niet te zoeken naar nieuwe taksen, wij hebben voor u een besparing. Het enige wat u straks moet doen, is op het groene knopje duwen wanneer het amendement van Theo Francken, een zeer goede collega, hier straks ter stemming voorligt.


President André Flahaut

Het ging over een open migratiebeleid, mijnheer Francken, en toen kwam u binnen.

Mijnheer Bertels, wilt u een poging doen om verder te gaan en min of meer af te ronden?


Jan Bertels Vooruit

Mijnheer de voorzitter, ik rond af.

Mijnheer Van Quickenborne, voor ons zijn dit verantwoorde uitgaven. Voor de meeste van de collega's zijn dit verantwoorde uitgaven. Wij zijn even bekommerd om de gaten in de begroting als u. Wij hebben daar andere oplossingen voor, u moet daar misschien eens naar kijken. Wij hebben onze new social deal voorgelegd. Wij hebben ons verkiezingsprogramma voorgelegd zoals jullie. Het is financierbaar. U moet er maar eens naar kijken en u kunt daar gerust in meegaan, dan lossen we dat probleem rechtvaardig en eerlijk verdeeld misschien ten goede op. Voor ons is deze uitgave, zowel voor de geestelijke gezondheidszorg als voor het zorgpersoneel dat dit verdient, niet iets als morsen met geld. Dit is gewoon verantwoord en die mensen verdienen het dit te krijgen.


Kathleen Depoorter N-VA

Mijnheer de voorzitter, collega's, dit is een bijzonder interessant debat, waar ik de woorden budgettaire orthodoxie en verantwoordelijkheid hoor vallen en waar er, enerzijds, op de borst wordt geklopt dat wij die zorgpremie geven en waar men, anderzijds, de zorg gaat vergelijken met F-35-toestellen.

Dat is hallucinant. We hebben het hier over de volksgezondheid en over de zorg voor onze patiënten. Het woord dat ik in geen enkele van die discussies heb horen vallen is het farmaco-economisch budgettaire inzicht. We zullen het budget van Volksgezondheid tegenover een vliegtuig, een auto of eender wat stellen.

Neen, collega's, in het budget van Volksgezondheid moeten we heel goed nadenken over hoe we omgaan met die zorg en hoe we de toekomst van de zorg zullen inrichten. Dan zijn we goed bezig, dan zijn we bezig voor de zorg en dan hebben we het niet over een premie, maar over structurele veranderingen.

Dan doen we dat ook op een wetenschappelijke basis.

Gezondheidseconomen genoeg wijzen ons erop dat wij in het budget van de gezondheidszorg 10 à 15% kunnen besparen, om opnieuw in de zorg te investeren en een toekomstplan te maken, waarin onze patiënten en onze zorgverstrekkers centraal staan. Dat heeft mij hier vanavond tijdens de drie uur dat ik hier nu zit, bijzonder ontgoocheld.

Ik nodig iedereen dan ook uit, om tijdens de komende parlementaire debatten daarover effectief in discussie te gaan en ons, weg van de symbooldiscussies, echt over het budget van de gezondheidszorg te ontfermen.

De efficiëntiewinsten zijn immers niet zomaar iets. Zij kunnen in de medische beeldvorming gerealiseerd worden. Zij kunnen in de globale medische dossiers gerealiseerd worden door een opschaling van de dossiers. Zij kunnen in biosimilars gerealiseerd worden. Zij kunnen in de facturatie van de ziekenhuizen gerealiseerd worden.

Al die concrete voorstellen kunnen en zullen in de commissie voor Volksgezondheid worden besproken en kunnen misschien ook erg interessant zijn voor de leden van de commissie voor Financiën.

Collega's, ik smijt nog een tip in de groep, indien wij in het domein van de volksgezondheid echt structureel willen werken en besparen. Een aantal partijen legt herfederalisering op tafel. Welnu, door te regionaliseren zullen wij structurele keuzes maken en dat zal structureel ook centen opleveren. Dat geef ik echter even terzijde mee.

Hoe dan ook, de collega van sp.a weet heel goed dat onze fractie veel liever eerst die discussie had gevoerd, vooraleer amendementen goed te keuren. Trouwens, nog leden wezen op het belang dat wij eerst een wettelijk kader zouden uittekenen om daarna in te vullen wat wij met de centen zullen doen.

Het verwonderde mij alvast dat de minister van bij de start van de bespreking van het rapport heel trots aankondigde dat er al middelen voor de geestelijke gezondheidszorg en eerstelijnspsychologie waren ingeschreven. Dat klopt. Die waren er. Met 500.000 euro per jaar en 500 aangesloten eerstelijnspsychologen hadden wij inderdaad eerstelijnspsychologie.


Minister Maggie De Block

Mevrouw Depoorter, het ging om 22 miljoen euro en voor 2020 is dat bedrag al hoger.


Kathleen Depoorter N-VA

Mevrouw de minister, u hebt het over het jaar 2019.

U hebt het KCE-rapport gelezen. Welnu, dat concludeert dat België vastgeroest is wat psychiatrische zorg betreft. Daarom is er een resolutie ter zake gekomen.


Minister Maggie De Block

Het gaat over psychologische zorg, geen psychiatrische zorg.


Kathleen Depoorter N-VA

Het gaat over de totaliteit van de geestelijke gezondheidszorg.


Minister Maggie De Block

De maatregelen zijn voor de psychologische zorg genomen, niet voor de psychiatrische zorg. Ik neem aan dat u dat verschil toch kent?


Kathleen Depoorter N-VA

U wil de twee scheiden? Mevrouw De Block, u bent arts, u weet wel beter.

Heel duidelijk is dat er terugverdieneffecten zijn; de heer Bertels heeft ernaar verwezen. Het is precies omdat er ook vanuit farmaco-economisch standpunt wordt nagedacht dat de N-VA-fractie heel graag is meegegaan in het voorstel van mevrouw Van Hoof en het mee heeft ondertekend. We kennen de noden, we kennen de problemen in de sector: jongeren en ouderen hebben onvoldoende toegang tot eerstelijnspsychologen. We gaan breder en dieper. Het was beter dat de regeling op een andere manier tot stand zou zijn gekomen, maar we zullen minstens de middelen kunnen besteden, nu ze ingeschreven zijn.

Ik heb het ook moeilijk met de vergelijking van de eenmalige kosten van 38 miljoen euro ten opzichte van recurrente kosten ten belope van 450 miljoen euro voor het opschalen van de IFIC. Dat is geen vergelijking, mevrouw de minister. Het klopt inderdaad dat de N-VA-fractie een koele minnaar is van eenmalige zorgpremies. Wij grijpen veel liever structureel in. Ik begrijp dat aan de tafel met de sociale partners de zorgpremie niet het eerste is waaraan wordt gedacht, uiteraard niet. Tegenover akkoorden die al in 2014 werden gesloten en waarvoor er nog steeds geen middelen werden vrijgemaakt, stelt u nu een eenmalige premie van 300 euro voor verpleegkundigen in federale instellingen en ziekenhuizen. Dat is geen correcte vergelijking.

Waar moeten we wel naartoe? We moeten naar een opschaling van de lonen. We moeten naar meer handen aan het bed. Het is wetenschappelijk aangetoond dat meer handen aan het bed resulteren in minder doden, in minder chronische zieken, in meer actieve mensen. Hoe krijgen we onze begroting nu het beste weer op orde? Door onze mensen aan de slag te krijgen, door onze activeringsgraad te verhogen. Zo gaan volksgezondheid en activering hand in hand. Zo moeten wij redeneren; dat wordt van ons verwacht.

Heel wat collega's hebben al opgemerkt dat we het niet zullen halen met een zorgpremie of coronacompensatie. Alleszins kan het niet dat wie in de privésector het beste van zichzelf tijdens de coronacrisis heeft gegeven, wel de premie ontvangt, terwijl de zorgverleners in de woon-zorgcentra, die ook dag en nacht hebben gewerkt, het 12 uur lang moesten doen met hetzelfde beschermingspakje, een mondmasker van de week voordien moesten dragen en zich daarmee maar beschermd moesten voelen, afscheid van collega's moesten nemen en stervenden begeleiden, uit de boot vallen. Vandaag moeten zij opnieuw aan de slag en misschien zullen ze weer ingezet worden bij een tweede golf. Ik vind dat zij die premie echt verdienen en dat we het voorstel ter zake mogen steunen. De vorm is dan wel niet zoals het hoort, maar niemand in het halfrond kan zeggen dat zij geen zorgpremie zouden verdienen.


Gaby Colebunders PVDA | PTB

Mijnheer de voorzitter, collega's, de heer Hedebouw heeft al een aantal zaken gezegd. Ik denk dat we de enige partij zijn die voorstellen naar voren heeft gebracht om geld in het laatje te brengen. Kleine voorstellen zijn ook voorstellen. Alle kleine beetjes helpen.

Het amendement dat we net hebben ingediend strekt ertoe om de lonen van de ministers te halveren. Misschien brengt dat op jaarbasis niet de grote getallen op die we vandaag hebben gehoord, maar symbolisch zou dat een enorme meerwaarde voor de bevolking kunnen betekenen.

Wij blijven deze dossiers naar voren brengen. Waarom blijven wij hierop hameren? Dat is duidelijk. Jullie leven met jullie politieke kaste in een bubbel, waarover menig viroloog de wenkbrauwen zou fronsen. Met tienduizend euro per maand behoren de ministers tot de allerbeste verdieners in ons land. Jullie delen een leefwereld met de 1 % van bankiers en bedrijfsleiders. Jullie moeten zichzelf de vraag stellen wie jullie vertegenwoordigen. De politiek moet net het volk vertegenwoordigen.

De PVDA leeft van een werknemersloon. Dat weten jullie. Op het einde van de maand moeten wij ook zien dat we toekomen, net zoals de bevolking, met alle maatregelen die jullie hier elke keer nemen. Wij voelen hoe hard dat sociale beleid van de afgelopen jaren er inhakt en jullie niet. Dat is echt wel een democratisch probleem.

Wij deden eerder al het voorstel van de eenmalige solidariteitsgeste naar aanleiding van de coronacrisis. Heel veel landen hebben ons dit voorgedaan: Bulgarije, Turkije, Griekenland, Marokko. Daar stortte de politiek een deel van het loon terug uit solidariteit. België mist die kans opnieuw.

Die eenmalige bijdrage was een belangrijk signaal geweest. Nog belangrijker is dat we de riante lonen van de politici structureel verlagen. Zo halen we de politiek uit zijn wereldvreemde bubbel.

Bovendien is vandaag het debat over de factuur van de coronacrisis hier langs alle kanten losgebarsten. We hebben cijfers gehoord waarvan we achterover vallen. We hebben alleen niet gehoord wie die rekening gaat betalen, maar we hebben wel een vermoeden.

We gaan miljarden in het rood. Wij zeggen daarop duidelijk: ga het geld halen waar het zit! Laat ook de politici die veel verdienen een duit in het zakje doen. Het wordt tijd dat de politiek met de voeten op de grond komt en eens een beetje voelt wat het betekent gewoon te moeten rondkomen met een loon. Daarom hopen wij erop eindelijk een meerderheid te vinden voor ons voorstel om de graaicultuur aan banden te leggen.


Sander Loones N-VA

Mijnheer de voorzitter, wij horen de collega van de PTB praten alsof wij allemaal in een bubbel zouden leven. Tegelijkertijd is er vandaag een amendement van zijn fractie om het budget voor alle gevechtsvliegtuigen te schrappen.

Dan stel ik mij oprecht de vraag: wie leeft er in godsnaam in een bubbel?

Zeer kort een aantal feiten, collega Colebunders.

Ten eerste, geen enkel departement heeft de jongste decennia zoveel bespaard als Defensie. Van elke 100 euro belastinggeld gaat slechts 1,6 euro naar Defensie.

Ten tweede, de F-35-toestellen gaan 40 jaar mee en in die 40 jaar tijd zullen zij samen 12 miljard euro gekost hebben. Alles inbegrepen. Vlieguren, personeel enzovoort. In diezelfde 40 jaar zal de gezondheidszorg 1.700 miljard kosten. De pensioenen nog eens 2000 miljard. Vergelijk die 3.700 miljard misschien eens met die 12 miljard voor de gevechtsvliegtuigen, en zeg dan alstublieft eens waar de verhouding verkeerd zou zitten.

Ten derde, er zijn contracten afgesloten om die vliegtuigen te kopen. Wie die contracten zou opzeggen, wat u blijkbaar voorstelt, collega, zal ook de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen voor het feit dat er schadevergoedingen moeten worden betaald. Belastinggeld dat op een onnuttige manier zou worden besteed.

Ten vierde, corona leert dat wij ons moeten beschermen. Vandaag hebben wij een gezondheidscrisis. Een aantal jaren geleden hadden wij een terreurcrisis. In de toekomst mogen wij ons helaas opnieuw verwachten aan nieuwe veiligheidscrisissen. Laten wij hopen niet te veel en niet te snel.

Wat zien wij? Defensie heeft daarin een rol te spelen, en ja, ook onze luchtgevechtscapaciteit speelt daarin een belangrijke rol. Daarop zegt de heer Van Hees in de commissie dat dit voor verre buitenlanden is en allemaal niet belangrijk voor de veiligheid hier op ons grondgebied. Dat is gewoon niet juist. Ook de gevechtscapaciteit is enorm belangrijk voor de beveiliging van het luchtruim van dit land, van Nederland, van heel de Europese Unie en van onze NAVO-partners. Die gevechtscapaciteit is eveneens belangrijk om terroristen te bestrijden in de landen waar zij wonen, zoals het Midden-Oosten.

Ten vijfde en ten slotte, Limburg. In het midden van de coronacrisis was Limburg de zwaarst getroffen provincie. Defensie heeft er toen voor gezorgd dat de mensen die te ziek waren en niet konden worden opgevangen in Limburgse ziekenhuizen op een veilige manier werden vervoerd naar andere ziekenhuizen in het land. Wie denkt een spanningsveld te moeten creëren tussen gezondheid en veiligheid bewijst niemand een dienst, als zeker de Limburgers niet.


Gaby Colebunders PVDA | PTB

Mijnheer de voorzitter, ik vind het leuk dat ik mag antwoorden op punten die ik via ons amendement niet eens naar voren heb gebracht.

Mijnheer Loones, met N-VA hebt u alvast wel bewezen dat jullie de beste waren in Latijn, maar wiskunde was niet jullie sterkste punt.

Ik wil wel antwoorden op wat u aanhaalt. Het gaat over keuzes maken. Laten we naar Limburg gaan. Ik heb in de Fordfabriek gewerkt. Op een gegeven moment waren wij allen ons werk kwijt, een fiasco voor heel Limburg. Ik moet een keuze maken tussen ofwel de PlayStation die mijn kinderen met kerstmis vragen ofwel hen een boterham geven. Welke keuze zou u maken, mijnheer Loones? Ik stel u de vraag, u mag antwoorden, maar u hoeft niet. Ik zal zelf antwoorden: ik zorg eerst dat mijn kinderen boterhammen hebben; daarna komt de PlayStation.

Mensen van onze bevolking hebben honger. U hebt daarnet wel twintig keer gezegd en met cijfers beargumenteerd hoe goed jullie beleid was. Welnu, ik zal u zeggen wat ik als graadmeter neem. De kinderarmoede in België is alleen maar gestegen, de armoede in het algemeen in België eveneens, en ook het aantal werklozen in België is gestegen. Dat is dankzij jullie.

Op het einde van de rit, vlak voor de coronacrisis, blijkt het begrotingstekort 13 miljard euro te bedragen. Dat komt door jullie beleid. Dan wil ik wel de eindafrekening maken over de kostprijs van de F-35's en de eventuele opbrengst ervan. Al onze voorstellen en amendementen brengen geld op. U brengt andere dossiers naar voren, die totaal niets te maken hebben met mijn amendement. Maar ja, zo kennen we jullie.


President André Flahaut

Mijnheer Loones, ik zie dat u het woord vraagt. Ik ben zeer gul geweest in alle onderbrekingen. Komaan, het debat van in de commissievergadering wordt hier geheel overgedaan. Het is ondertussen 23.30 uur. Ik weet niet of u zich nog vragen stelt bij de relevantie van een en ander. Ik heb een motie ontvangen. Er staat nog een punt op de agenda. Ik begrijp niet waar men naartoe wil. Sprekers van alle fracties zijn aan bod gekomen. Er wordt nu gewoon een spel gemaakt van de ene naar de andere en terug. U kunt niet beweren dat ik u het woord niet gegeven heb, mijnheer Loones. Minstens zes of zeven keer hebt u het woord gehad, daarnet nog in repliek op de heer Colebunders. U hebt feiten naar voren gebracht waarover de heer Colebunders zelfs niet had gesproken. Laten wij nu toch proberen om deze algemene bespreking af te ronden. De heer Colebunders heeft zijn uiteenzetting ook beëindigd.

Ik vraag dat de regering kort een toelichting geeft.


Theo Francken N-VA

Mijnheer de voorzitter, ik wil graag nog een amendement bespreken.


President André Flahaut

Mijnheer Francken, wij zijn nu met de algemene bespreking bezig. Eerst houden we een algemene bespreking. Wanneer die is afgerond, bespreken we de amendementen. Zo werkt dat.

Mijnheer Donné, u vraagt nog het woord? Mag ik er vanuit gaan dat dit de laatste tussenkomst is? (Instemming)


Joy Donné N-VA

Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen kort te zijn.

Mijnheer de minister, wij bespreken vandaag de nieuwe voorlopige twaalfden, met een nieuw pleidooi van mij voor de politiediensten. Ik doe dat telkens, zowel in de commissie als in de plenaire vergadering, bij elke bespreking van de voorlopige kredieten, zolang er geen finale oplossing is voor het eindeloopbaanstelsel van de politie.

Een deel is al opgelost: voor de lokale politie hebben wij een oplossing gevonden in het begin van het jaar op initiatief van een wetsvoorstel van onder andere mevrouw Taquin en mijzelf. U hebt daar toen gevolg aan gegeven, waarvoor dank.

Wat betreft de federale politie – dat heb ik in de commissie vorige week ook opgemerkt – zijn er echter nog altijd geen kredieten uitgetrokken, zowel voor de vertrekkers als voor de blijvers in het NAVAP-systeem. Die middelen zijn nochtans dringend nodig. Ik heb u toen ook het bedrag meegedeeld dat nodig is voor de financiering: het gaat om 34 miljoen euro op jaarbasis. U hebt tijdens de commissievergadering beloofd actie te ondernemen. Mijn amendement werd niet aanvaard. U hebt gezegd dat u zou kijken of er via de interdepartementale provisie kan worden gewerkt, maar u hebt het engagement aangegaan om voor de federale politie een oplossing te vinden, zowel voor de vertrekkers als voor de blijvers en dat die oplossing gevonden zou worden vóór de plenaire vergadering waarop de voorlopige twaalfden aan bod zouden komen, vandaag dus.

Ik was enkele dagen geleden dan ook aangenaam verrast toen ik las dat u in de kern gepleit hebt en de toestemming zou hebben gekregen om een subsidie van 34 miljoen euro te verlenen aan de federale politie voor 2020, waarmee het NAVAP-systeem gedekt zou zijn, zowel voor de vertrekkers als voor de blijvers. Ik zou u daar graag voor willen bedanken, maar ik ga eerst naar uw uitleg en toelichting luisteren.

Ik zou alvast willen vragen om rekening te houden met de hoogdringendheid van deze middelen. Aangezien u zou willen werken via de interdepartementale provisie in de begroting, zou ik u willen vragen om zo snel mogelijk en zeker vóór de start van het reces op 21 juli een herverdelingsbesluit te treffen zodat de door u aangegane engagementen nageleefd zullen worden. Ik zou graag de bevestiging krijgen dat vóór het reces de middelen ter beschikking zullen worden gesteld voor onze politie. Aangezien zij onze gemeenschap ten dienste staan en dagelijks het beste van zichzelf geven, is het niet meer dan rechtvaardig dat wij hun die nodige ondersteuning geven.


Ministre David Clarinval

Monsieur le président, je vais tenter d'être bref tout en répondant à toutes les questions qui m'ont été posées.

Tout d'abord, je souhaiterais dire à M. Van der Donckt qu'on ne va pas refaire le débat sur les chiffres macroéconomiques qu'on a eu l'occasion d'aborder de manière très détaillée en commission. Je ne peux que les réitérer ici. Les chiffres annoncés restent toujours dans la même mesure.

Comme d'autres membres de cette assemblée, je déplore le fait que nous travaillons toujours en douzièmes provisoires. J'aurais aussi préféré avoir un vrai budget de plein exercice. Je vous avoue, comme je l'ai déjà fait en commission, que j'ai tenté de voir s'il était possible – non pas avec un autre parti du gouvernement mais avec un contact en dehors des trois partis du gouvernement – de faire un budget de six mois. Je n'ai pas senti un enthousiasme débordant dans les échanges que j'ai eus. Dès lors, je n'ai pas été plus loin. C'est la raison pour laquelle nous continuons à travailler en douzièmes provisoires.

Monsieur Gilkinet, monsieur Bertels et d'autres, pour ce qui est des deux amendements votés cet après-midi, comme je l'ai dit tout à l'heure et comme l'a rappelé ma collègue, Maggie De Block, sur le fond, que ce soit la prime ou l'intervention pour les soins psychologiques, le gouvernement est favorable aux mesures qui ont été évoquées. La plupart des partis du kern élargi étaient d'ailleurs présents lors de ces débats. Comme l'a dit Maggie De Block, nous avons déjà rencontré les organisations syndicales à cinq reprises pour objectiver et avoir un accord avec elles pour refinancer les hôpitaux mais aussi revaloriser les salaires de ces travailleurs. Le travail avance bien. Il est clair que nous ne sommes pas encore parvenus à une conclusion mais nous devrions pouvoir y arriver assez vite.

Pour ce qui est du fond des deux amendements, je répète que nous n'avons pas émis de reproche. Par contre, nous trouvons la forme un peu déplorable pour plusieurs raisons. Tout d'abord, ces deux amendements viennent perturber ces négociations. Comme l'a précisé Mme De Block, les syndicats ont clairement dit qu'ils ne demandaient pas la prime. Je peux le confirmer. Ils ont demandé d'autres choses mais ils ont bien dit: "La prime n'est pas une revendication que nous formulons."

Donc, en proposant ces amendements, vous intervenez directement dans les négociations. Ensuite, cela représente un coût estimé grosso modo à 237 millions d'euros sur une base annuelle. Ce n'est pas rien, et aucun financement n'est prévu. C'est donc un peu la même histoire que pour d'autres événements similaires. On prévoit des dépenses mais on n'a pas les recettes correspondantes. De plus, je n'ai pas de base légale pour dépenser cet argent.

S'agira-t-il d'une prime? Vous n'avez fait qu'inscrire un montant dans le budget. Vous n'avez pas prévu de mécanisme légal pour le dépenser. Si c'est une prime, sera-t-elle défiscalisée? Je n'en sais rien. On pourrait imaginer des impôts sur ces revenus. Soyons de bon compte. Je n'ai pas de base légale pour pouvoir appliquer ces deux amendements. Nous serons donc inévitablement amenés à en reparler. Je ne vois pas comment je pourrais les appliquer.

Par ailleurs, je vous l'ai dit en réunion, monsieur Bertels, cela crée des discriminations. Vous avez assumé que ces primes ne seraient octroyées qu'au personnel de soin fédéral. Or, des membres du personnel de soin qui ont été en première ligne, que nous avons applaudis parce qu'ils le méritaient, n'auront pas cette prime. Je pense à ceux qui travaillent dans les maisons de repos, et à d'autres niveaux. Vous assumez donc le fait qu'il y aura une discrimination parmi ceux qui ont travaillé pendant cette crise du COVID-19.

J'ajouterai un dernier élément. Je suis peut-être un peu dur, mais je trouve qu'il y a une forme de manque de loyauté de la part de certains partis qui ont assisté à tous les superkerns, qui ont participé aux discussions et qui aujourd'hui, en passant par la fenêtre comme l'a dit M. Verherstraeten, viennent faire voter ce texte alors qu'ils avaient l'occasion de le faire via les superkerns. Je déplore donc la forme, et je prends acte de la décision.

Monsieur Laaouej, j'ai bien entendu votre question sur l'immunisation de la dette publique corona envers la Commission européenne. Je partage évidemment cet objectif comme je vous l'ai dit en commission, mais je n'ai pas plus qu'il y a quinze jours la certitude que cela sera le cas. Je ne suis pas encore en mesure de vous le confirmer. Je l'espère cependant.

Monsieur Vermeersch, pour les 55 millions d'euros que vous évoquez à propos de Fedasil, comme Mme Maggie De Block vous l'a confirmé, nous nous basons sur le budget de 2018. À l'époque, des réserves étaient constituées et ont été utilisées à raison de 87 millions, qui doivent donc être compensés. C'est pourquoi ces montants ont été inscrits. De plus, 10 millions ont été transférés. Vous n'ignorez pas que cette année est un peu particulière, puisque l'Office des étrangers a été fermé, entraînant des problèmes de flux. Ce sont toutes ces raisons qui justifient le montant évoqué.

Monsieur Hedebouw, à propos des avions, M. Loones a apporté beaucoup d'arguments parfaitement valables et qui rejoignent les miens: quand on casse un contrat, on paie des indemnités. Je n'aborderai que cet aspect, comme M. Loones a donné plusieurs éléments pertinents. En l'espèce, non seulement cette rupture de contrat nous coûterait cher, mais de plus nous ne respecterions pas nos engagements envers l'OTAN et nos partenaires internationaux. Je sais qu'au PTB, l'Alliance atlantique n'est peut-être pas le partenaire que vous privilégiez dans vos accointances internationales. En tout cas, pour ce qui nous concerne, un accord est important. Nous souhaitons donc le respecter.

Enfin, monsieur Donné, vous avez raison au sujet du régime NAPAP (non-activité préalable à la pension). Je vais vous transmettre les informations en ce domaine. Voici quinze jours en commission, je m'étais engagé à venir ici avec une solution. Je l'ai trouvée. Elle a été négociée avec le commissaire général de la police fédérale ainsi qu'avec mon collègue Pieter De Crem et l'Inspection des finances, de façon à nous mettre d'accord sur les chiffres. En guise de synthèse, je vous informe que, pour la police locale, nous allons accorder un montant de 51 millions d'euros, lesquels s'ajoutent aux 46 millions qui avaient déjà été actés en ce début d'année, de manière à aboutir à un total de 97 millions d'euros qui couvrent à 100 % les régimes NAPAP communaux. C'est donc plus que par le passé, puisque l'enveloppe précédente ne couvrait qu'une partie des NAPAP. Pour la police fédérale, nous sommes parvenus à un accord, dans la mesure où il existait auparavant des différences d'interprétation quant aux chiffres. C'est un montant de 34 millions d'euros qui est prévu à cet effet. En outre, 13 millions étaient déjà programmés dans les budgets précédents. Avec les 21 millions supplémentaires, nous couvrons à 100 % les régimes NAPAP fédéraux. Par ailleurs, dans cet accord, nous avons ajouté une cerise sur le gâteau, à hauteur de 30 millions pour des investissements policiers. Nous avons ainsi répondu à des demandes nécessaires en matière d'IT, de matériel roulant et d'équipement radio.

Il est clair que cet accord a été validé en kern de même que par l'Inspection des finances. Mais je m'engage à vous déposer avant le 21 juillet un texte qui reprend trois éléments.

Premièrement, ce texte comprendra une partie relative aux régimes NAPAP, que je viens d'évoquer. Deuxièmement, il comprendra les modifications des dotations aux entités fédérées, dont je vous ai parlé en commission. La loi de financement des entités fédérées prévoit que nous octroyions aux Communautés et aux Régions des montants au prorata de la croissance de l'année précédente. La croissance de l'année précédente étant évidemment beaucoup plus grande que celle de cette année, nous nous sommes mis d'accord, avec les Communautés et les Régions, pour ne pas leur octroyer le montant prévu afin de lisser dans le temps l'impact du coronavirus. En effet, si nous donnions le montant prévu cette année, nous devrions donner un montant beaucoup plus faible l'année prochaine. Les Communautés et les Régions, unanimes, ont souhaité que cela soit lissé pour éviter un impact brutal l'année prochaine.

Troisièmement, je pense qu'il faudra aussi, malheureusement, venir avec un nouveau milliard pour faire face aux dépenses; il s'agira donc d'un troisième milliard dans la provision interdépartementale.

En résumé, je devrai vous présenter avant le 21 juillet – c'est normalement possible –, si vous êtes d'accord évidemment, ce texte qui reprendra le dossier NAPAP, les modifications pour les entités fédérées et un milliard de plus pour la provision interdépartementale. C'est un peu un texte pot-pourri, comme le dirait mon collègue de la Justice. Il s'agira d'un seul texte, parce que la situation est ce qu'elle est. Je vous remercie déjà pour la collaboration que vous m'apporterez afin de conclure ces trois éléments très importants.

Monsieur le président, je crois avoir répondu aux principales questions. Je n'entre pas dans toutes les polémiques qui ont émaillé ce débat, très intéressant au demeurant.


Wouter Vermeersch VB

Mijnheer de minister, ik wil even corrigeren wat u zei over de kosten van asielzoekers. We hebben het daar al vaak over gehad. Het budget waarin werd voorzien in de begroting 2018 bedroeg 262 miljoen euro. Als men daar nu vier maanden van neemt, vier twaalfden, dan komt men uit op 87 miljoen euro. Uiteindelijk wordt hier 142 miljoen euro uitgegeven of een verhoging met 55 miljoen euro ten opzichte van het budget 2018. Bij de eerste voorlopige twaalfden werd al een verhoging gevraagd met 87 miljoen euro en bij de tweede voorlopige twaalfden een verhoging met 42 miljoen euro. Als men die zaken samen neemt, ziet men dat er een overschrijding is van het budget, de originele 261 miljoen euro, met 84 %. Dat is een feit, dat staat zo in de begroting, dat leest men zo uit de tabellen af, daar moet men geen groot wiskundige voor zijn. Dat wil ik toch correct zien, dat er bijna een verdubbeling is van het budget dit jaar. We zullen afwachten wat het wordt voor de laatste maanden van 2020, maar houden ons hart vast voor wat er nog komt. Dat moet toch zeker rechtgezet worden.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Monsieur le président, j'ai entendu le ministre indiquer qu'une prime n'allait pas tout résoudre. C'est évident.

Monsieur le ministre, l'initiative de ma collègue du sp.a est de vous rappeler une promesse que vous avez faite il y a quelques semaines.

Je vous ai entendu répéter, ainsi que la ministre De Block, qu'il faut une solution structurelle. Puis-je interpréter cela comme étant un accord de principe de la part des ministres sur le cahier de revendications du secteur, qui est négocié aujourd'hui et qui est estimé à 700 ou 800 millions?


Ministre David Clarinval

Les négociations sont en cours et je ne m'engage sur aucune enveloppe.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Il n'y a pas de refus de la part du gouvernement minoritaire de pouvoir satisfaire les demandes budgétaires.


Ministre David Clarinval

Mes collègues Muylle et De Block et moi-même assistons aux réunions avec les représentants syndicaux. Nous écoutons et nous travaillons sur des revendications. Cela va probablement aller vers le haut mais je ne peux vous dire à quelle hauteur exactement.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Je retiens que cela va aller vers le haut. Nous saurons à quelle hauteur dans les jours à venir. C'est un signal important de la part du ministre.


Sander Loones N-VA

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoorden, in het bijzonder om de bezorgdheden van collega Joy Donné mee te nemen en die investeringen in onze politie te garanderen, investeringen in zowel pensioenen als materieel.

Wij hebben deze voorlopige twaalfden enkele weken geleden voor de eerste keer bestudeerd en besproken in de commissie voor Financiën en Begroting. Toen hebben wij u expliciet gevraagd of wij in extra middelen dienden te voorzien in de coronaprovisie, omdat de 2 miljard euro niet zou volstaan. Wij vroegen of wij al in wat extra moesten voorzien, om zeker te zijn. Uw antwoord was toen negatief. Vanmiddag in de commissie voor Financiën en Begroting is ook op geen enkele manier ter sprake gekomen dat deze provisie zou moeten worden uitgebreid. Het is dus wat verrassend om te vernemen dat dit nu wel het geval zal zijn.

Dat betekent dat wij opnieuw een beetje kunst- en vliegwerk zullen hebben, zowel in de commissie voor Financiën en Begroting als hier in de plenaire vergadering, om nog voor 21 juli een aangepaste versie van deze voorlopige twaalfden goed te keuren. Dat had vermeden kunnen worden als wij dat vanmiddag in de commissie ineens hadden gedaan. Dat was misschien iets transparanter geweest.


Ministre David Clarinval

Pour ce qui concerne la provision, je veux être transparent avec vous. Lors de la dernière séance de commission, l'addition relative à la provision était de l'ordre de 1,8 milliard d'euros. Je pense que tout le monde s'en souvient. Vous conviendrez également que 1,8 milliard d'euros, c'est quasiment 2 milliards d'euros. Nous sommes bien d'accord. Or certains dossiers sur la table pourraient très rapidement faire passer le cap des 2 milliards d'euros. Je prends ici un exemple qui ne surprendra personne. Je crois d'ailleurs déjà en avoir parlé avec M. Bertels. Si le dossier de la SN Brussels Airlines venait sur la table, on dépasserait largement les 2 milliards d'euros.

Nous sommes fin juin et vous n'ignorez pas qu'après le 21 juillet, arrivent les vacances parlementaires…

Et gouvernementales! Je voudrais effectivement bien prendre des vacances cette année-ci. Je ne vous le cache pas.

En attendant, je n'ai pas envie de tomber avec une provision interdépartementale trop courte en plein mois d'août. Je suppose que vous n'avez pas non plus envie que je vous rappelle. Même M. Hedebouw n'a pas envie que je le rappelle le 15 août pour venir voter cela.

Par conséquent, c'est un peu à titre de précaution que je demanderai, dans les prochains jours, un troisième milliard pour permettre de passer le mois d'août et le mois de septembre et pour que nous puissions, je l'espère, nous revoir en septembre-octobre, à la rentrée parlementaire, sans avoir dû faire appel à vous en plein cœur des vacances. C'est donc un peu un troisième milliard de précaution mais je ne vous cache pas qu'on risque quand même d'en avoir besoin, en partie en tout cas.

Je voulais être transparent avec vous. Monsieur Loones, je suis d'accord avec vous. Voici quinze jours, les chiffres étaient de 1,8 milliard mais les choses évoluent très vite pour le moment. Par ailleurs, des négociations sont encore en cours avec le secteur des soins de santé et je n'exclus pas qu'il y ait là aussi des demandes. Un homme averti en vaut deux!