Proposition 55K1294

Logo (Chamber of representatives)

Proposition de loi modifiant l'arrêté royal n° 20 du 20 juillet 1970 fixant les taux de la taxe sur la valeur ajoutée et déterminant la répartition des biens et des services selon ces taux.

General information

Authors
VB Steven Creyelman, Erik Gilissen, Barbara Pas, Kurt Ravyts, Reccino Van Lommel, Wouter Vermeersch
Submission date
May 27, 2020
Official page
Visit
Status
Rejected
Requirement
Simple
Subjects
VAT economic policy reflation catering industry infectious disease

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR PVDA | PTB
Voted to reject
N-VA LDD VB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Feb. 4, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Sander Loones

Mevrouw de voorzitster, collega's, ik zal mij beperken tot een korter verslag, maar wil toch even verslag uitbrengen, gelet op het belang van het thema. Wij praten hier over een sector die erg zwaar getroffen is.

Onze restaurants en cafés zijn nog altijd gesloten. Zij hebben nood aan steun vandaag tijdens de sluiting, maar ook straks wanneer zij heropenen. Precies over dat tweede luik gaat voorliggend voorstel, dat van de Vlaams Belangfractie is.

Het voorstel wijst erop dat in juni 2020 een tijdelijke btw-verlaging van 6 % is goedgekeurd. Het voorstel van de heer Ravyts strekt ertoe die maatregel nu opnieuw in te voeren, te verlengen en uit te breiden. Tijdens de bespreking in de commissie wees de heer Ravyts erop dat de maatregel in 2020 was bedoeld om de zwaar getroffen horecasector een duwtje in de rug te geven. Net om diezelfde reden stelt hij voor de maatregel opnieuw in te voeren, zij het in een ruimere, permanente versie, waarbij naar een ruimer toepassingsgebied van die 6 % wordt toegewerkt.

Met het akkoord van de indiener laat ik hem graag zelf zijn eigen argumentatie ontwikkelen. Hij kan dat het best van allemaal in zijn eigen woorden. Dus beperk ik mij kort tot een verslag van wat de andere fracties en partijen hebben ingebracht tijdens de discussies in de commissie voor Financiën.

Niet alle partijen hebben zich over het thema uitgesproken. De partijen die dat wel hebben gedaan, zijn in de eerste plaats de MR, voor wie de heer Piedboeuf erop wees dat zijn fractie zich er ten volle van bewust is dat de horecasector in een moeilijke situatie zit en dat de regering samenwerkt, om een uitgebreid steunpakket voor te bereiden.

Er was ook de toelichting van de heer Matheï namens de CD&V-fractie, die aangaf dat de regering met een herstelplan bezig is. Tegelijk wezen de heer Matheï en de CD&V op het feit dat een dergelijke btw-verlaging, zoals ze wordt voorgesteld, in de optiek van zijn partij een hoge budgettaire kostprijs heeft.

Dat was ook de inhoud van het betoog van de heer Leysen namens de Open Vld, die ook stelde dat de verlenging van een tijdelijke btw-verlaging niet het geschikte instrument is om de horecasector te stimuleren.

Ten slotte heb ikzelf namens de N-VA-fractie het woord genomen in het debat, waarbij ik erop wees dat wij effectief geconfronteerd worden met een sector die gigantisch is getroffen en dat in 2020 een belangrijke maatregel werd getroffen, met name de inperking van de btw. Die maatregel heeft in de zomer van 2020 effectief een impact gehad, waardoor de sector zijn kaspositie, zijn liquiditeitspositie en dus ook zijn solvabiliteit heeft kunnen versterken.

Tijdens de discussies in de commissie is ook de vaststelling gemaakt dat het enigszins bevreemdend is dat in 2020 een aantal partijen wel voorstander was van een lagere btw en die verlaging wel van toepassing wilde maken voor de horecasector. Het ging specifiek over de Open Vld, de MR en de CD&V. Die partijen waren echter tijdens de besprekingen in de commissie blijkbaar geen voorstander meer.

Tot daar het verslag van de commissie. Ondertussen waren er nog andere gesprekken, onder meer in de media. Ik roep elke partij op om het belang van dit thema en de lagere btw ter harte te nemen.


Kurt Ravyts VB

Mevrouw de voorzitster, collega's, de vraag naar een btw-verlaging was de voorbije weken een van de meest geslaakte noodkreten bij verschillende door de covid­maatregelen getroffen sectoren. Het gegeven dat de horeca sinds 19 oktober 2020, ondertussen al 3,5 maand, verplicht de deuren moest sluiten, dat is langer dan de verplichte sluiting van vorig jaar, veroorzaakt een cascade-effect. Wat is toerisme zonder horeca? Wat is het hotelwezen zonder horeca? Wat is shoppen zonder horeca? Takeaway kan dit echt niet opvangen.

De sector van de kledingwinkels tekent een bijzonder sterke minverkoop op. Het verlies voor de modehandelaars is groot. Zelfs het komende zomerseizoen wordt negatief ingeschat. Deze sector dringt daarom aan op een financiële compensatie en een tijdelijke btw-verlaging. Ook de Kappersfederatie en de schoonheids­specialisten hadden het de voorbije weken over een btw-verlaging.

Collega's, zijn er de voorbije weken en maanden al specifieke overbruggingsmaatregelen voor de horeca genomen? Ja, ik verwijs naar het pakket van 500 miljoen euro van oktober en zelfs naar maatregelen van de volmachtenregering-Wilmès. De sector stipt echter terecht aan dat, hoe langer de sluiting aanhoudt, hoe meer deze steun onvoldoende blijkt. De tijdelijke btw-verlaging tot 6 % voor de horeca, weliswaar beperkt tot spijzen en alcoholvrije dranken, een maatregel waartoe besloten werd door de regering-Wilmès, met ingang van 8 juni 2020, liep af op 31 december 2021.

Ondertussen moet 41 % van de horeca­ondernemers gebruikmaken van het eigen spaargeld om het hoofd boven water te houden. Als er niets verandert, vreest 46 % binnen dit en twee maanden voor het einde van hun zaak. Uit de recentste enquête van de Economic Risk Management Group blijkt dat 29.000 jobs in de horecasector verloren dreigen te gaan.

Liquiditeitsproblemen, gebrek aan toekomst­perspectief. Het is voor ons onbegrijpelijk dat minstens de beslissing over de verlenging van de tijdelijke btw-verlaging nog steeds niet is genomen. Deze heeft er, zoals de heer Loones tijdens de bespreking in de commissie heeft gezegd, tijdens de zomermaanden, toen de horeca open was, voor gezorgd dat de horecazaken hun liquiditeitspositie, kaspositie en solvabiliteitspositie hebben kunnen vrijwaren. Er is dus meer dan ooit werk aan de winkel.

Een nieuwe btw-verlaging moet er komen, naast een pakket aan andere steunmaatregelen, voor de sector opnieuw kan opengaan.

Met dit jammer genoeg in de commissie verworpen wetsvoorstel willen wij echter meer. Wij bepleiten een structureel verlaagd btw-tarief van 6 %. Bij amendement wilden wij het toepassings­gebied van het verlaagd tarief overigens nog uitbreiden tot de alcoholhoudende dranken.

Waarom wilden wij deze btw-verlaging een structureel karakter geven en gingen wij dus niet uitsluitend voor een tijdelijke verlaging?

Collega's, de horecasector gaf al voor de covidcrisis aan dat er op het vlak van het door de overheid creëren van een duurzaam economisch klimaat, waarin het mogelijk wordt om rendabel te ondernemen, nog talrijke stappen moeten worden gezet. Het groot aantal faillissement waarmee de sector al voor de covidcrisis te kampen had, getuigt daarvan.

De btw-verlaging op niet-alcoholische dranken was en blijft voor deze sector een absolute prioriteit. Ze willen terecht al jarenlang een gelijk speelveld met de groot- en detailhandel. Een frisdrank wordt in dit land immers niet overal op dezelfde manier belast. De vertegenwoor­diger van de minister bevestigde tijdens de commissievergadering dat de regering effectief werkt aan een pakket van steunmaatregelen, met onder meer een verlaging van het btw-tarief. De spreker wees erop dat een btw-verlaging ook bij KB kan worden geregeld en dus zeer snel geïmplementeerd kan worden.

Waarop wacht men nog? De horeca vraagt met aandrang om op 1 maart of ten laatste 15 maart te kunnen heropenen. Steevast, ook vandaag, luidt het antwoord echter dat men de cijfers moet afwachten en dat voorspellingen moeilijk zijn. De premier heeft het zondag nog eens herhaald: er wordt pas heropend als het bij wijze van spreken voor de komende 100 jaar is.

Wellicht wordt het dan zelfs slechts een heropening onder voorwaarden. De sector overlegt in elk geval met deskundigen om zich voor te bereiden op de heropening en bespreekt nieuwe wetenschappelijke inzichten over de veiligheid van samenkomen in binnenruimtes. Een dergelijke heropening onder voorwaarden moet voor Vlaams Belang absoluut gepaard gaan met extra steunmaat­regelen.

Wij zijn er natuurlijk wel over verheugd dat deze avond werd bekendgemaakt dat ondernemingen nog tot eind juni betalingsuitstel krijgen van de banken, want de liquiditeitsnood is groot. Zeer belangrijk is ook dat de banken voor de definitie 'gezond bedrijf' zullen teruggrijpen naar 2019. Dat geldt alvast voor de ondernemingen die nog niet aan de negenmaandengrens zitten, maar ook voor de ondernemingen die al negen maanden uitstel kregen en dus echt wel in problemen zitten, zou er meer flexibiliteit komen, belooft minister Van Peteghem. Dat is alvast goed nieuws, maar het is niet genoeg.

De sector, de mensen in de horeca, hebben nood aan een langetermijnvisie, aan een nieuw relanceplan voor de horeca. Minister Van Peteghem zei gisteren in de commissie dat er volop teksten worden voorbereid en dat wordt onderzocht en bekeken of de tarifaire gunstmaatregel in de vorm van een btw van 6 % kan worden verlengd – ik zou zeggen: opnieuw invoeren. Ja, er wordt ook onderzocht of op het vlak van de inkomstenbelasting de 100 % aftrekbaarheid van receptiekosten kan worden verlengd. Alles wordt dus bekeken en onderzocht, maar de mensen uit de horecasector willen niet dat de zaken nog langer worden bekeken, wel dat de zaken worden beslist en uitgevoerd. Zij hebben trouwens geen boodschap aan de groene Gentse plannen om in de autovrije zone van de stad in tijden van takeaway nu ook bromfietsen te verbieden. Van psychologisch inzicht gesproken.

Mocht het Overlegcomité morgen toch perspectief bieden voor de horeca, al was het maar een tijdspad, bedenk dan, bij de stemming over dit wetsvoorstel straks, dat bij een eventuele heropening niet alle problemen van de baan zullen zijn, verre van. Twee derde van de ondernemers vreest twee tot vijf jaar nodig te hebben om deze crisis in de horeca financieel te boven te komen.

Daarom is een structurele btw-verlaging voor de horeca meer dan ooit aangewezen.