Proposition 55K1270

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi étendant aux travailleurs salariés le bénéfice du régime du chômage temporaire pour force majeure corona en cas de fermeture de l'école, de la garderie ou du centre d'accueil pour personnes handicapées de leur enfant.

General information

Authors
CD&V Nahima Lanjri
Ecolo Marie-Colline Leroy
Groen Barbara Creemers
MR Florence Reuter
Open Vld Tania De Jonge
PS | SP Ludivine Dedonder, Marc Goblet, Sophie Thémont
Vooruit Anja Vanrobaeys
Submission date
May 20, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
work labour law infectious disease parental leave

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR PVDA | PTB VB
Voted to reject
N-VA LDD

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Oct. 8, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Patrick Dewael

De rapporteur is collega Willaert. Zij verwijst naar het schriftelijk verslag.


Björn Anseeuw N-VA

Collega's, de coronacrisis stelt de hele samenleving al maanden op de proef.

Ook voor werkende ouders is het niet altijd gemakkelijk wanneer het kinderdagverblijf, de klas of de school wegens corona van de ene op de andere dag sluit. Op dat moment moet er, zeker bij jongere kinderen, snel in een andere opvang worden voorzien, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. Ook voor heel wat werkgevers is het al sinds half maart een hele opdracht om de arbeidsorganisatie van hun bedrijf, vaak kmo's, te verzekeren. Problemen met de arbeidsorganisatie hebben immers onvermijdelijk een impact op de omzet en op een niet eens zo lange termijn ook een schadelijk effect op de tewerkstelling. Het moet dan ook duidelijk zijn dat de belangen van de werkgever en de werknemer in deze dezelfde zijn. Een goede samenwerking is dus van het allergrootste belang.

Dit wetsvoorstel staat evenwel haaks op dit uitgangspunt. Het zorgt ervoor dat werknemers recht hebben op tijdelijke werkloosheid zodra hun minderjarig kind niet naar de klas, het kinderdagverblijf of de school kan omdat het kinderdagverblijf, klas of school wegens corona moet sluiten. Voor kinderen met een handicap geldt de leeftijdsgrens van 18 jaar niet. De werknemer heeft dat recht zolang het kind niet opnieuw in de klas, de kinderopvang of de school terecht kan.

Dat tijdelijke werkloosheid nu een recht voor de werknemer wordt, is zonder voorgaande. Tijdelijke werkloosheid wordt normaal gezien door de werkgever toegekend. Op die manier kan ook rekening worden gehouden met de arbeidsorganisatie in het bedrijf.

Met dit wetsvoorstel kan een werknemer zonder overleg van het werk wegblijven en wordt het opvangprobleem naar de werkgever opgeschoven. Dat is ook geen goede zaak. Overleg in deze is zeer belangrijk, want de belangen van de werkgever zijn ook de belangen van de werknemer. Ook al weet ik dat sommigen hierin een tegenstelling zien, voor mij is het een valse tegenstelling. Het wetsvoorstel impliceert bovendien dat een mogelijk opvangprobleem alleen kan worden opgelost door de ouders gedurende de hele opvangperiode zelf thuis te laten blijven en niet te laten werken. De werkelijkheid is evenwel anders. Vandaag al worden dergelijke problemen vaak opgelost door bijvoorbeeld alternatieve uurroosters af te spreken of door thuiswerk te faciliteren. Het wordt nog erger. Ook ouders zonder opvangproblemen kunnen met dit wetsvoorstel probleemloos van het werk wegblijven. Wanneer een ouder van een kerngezonde zestienjarige het juiste attest aan de werkgever bezorgt, dan heeft ook die werknemer recht op tijdelijke werkloosheid. Dat is geen goede zaak.

Eergisteren keurden in de commissie alle partijen behalve de N-VA het wetsvoorstel goed. Toen ik tijdens de bespreking in de commissie het voorbeeld aanhaalde van de kerngezonde zestienjarige die perfect voor zichzelf kan zorgen, voerden verscheidene leden aan dat dergelijk "misbruik" veeleer de uitzondering dan de regel zou zijn. Ikzelf heb het woord "misbruik" nooit in de mond genomen. Als straks dit wetsvoorstel definitief wordt goedgekeurd, wordt wat u als "misbruik" bestempelt, in de wet verankerd als een recht. Het is toch wel bijzonder dat u wetens en willens wat u als misbruik bestempelt, straks als recht in de wet zult verankeren.

Met voorliggende wet wordt bovendien de inactiviteit georganiseerd waar die perfect kan worden vermeden, zeker wanneer de uitkering die de betrokkenen voor dat soort werkloosheid krijgen beduidend hoger ligt dan de uitkering voor bijvoorbeeld thematische verloven, zoals ouderschapsverlof, zelfs nog zonder rekening te houden met extra vergoedingen van de regio's. Het is dus des te vreemder dat de huidige paars-groene regering, onder leiding van de liberalen dan nog, die veel te ruime maatregel goedkeurt, hoewel zij de ambitie heeft om de werkzaamheidsgraad te verhogen tot 80 %.

Wat helemaal van de pot gerukt is, is dat wanneer diezelfde kerngezonde zestienjarige puber niet naar school mag, niet alleen mama maar ook papa samen met mama mag thuisblijven. Erger nog, ook tijdens het weekend, wanneer kinderen sowieso niet naar school gaan, is die tijdelijke werkloosheid een recht voor die ouders, wat onbegrijpelijk is.

Op die manier komen wij bij de essentie van het probleem. Wanneer immers een maatregel wordt getroffen, moet het altijd de bedoeling zijn dat ze een reële nood lenigt. In het andere geval wordt de sociale zekerheid nodeloos op kosten gejaagd, worden werkgevers, waaronder heel wat kleine bedrijven, onnodig in de miserie geduwd en worden op termijn ook jobs in gevaar gebracht, waardoor de werknemer in kwestie zelf in de problemen wordt gebracht. Wat is immers de nood die hier moet worden gelenigd? Dat is niet per se de opvang van het kind zelf maar wel de organisatie van die opvang. Daarvoor moet niet elke ouder de hele periode van sluiting zelf thuisblijven.

Met deze wet hoeft de noodzaak van de werkonderbreking niet eens te worden aangetoond. Dus zullen meer werknemers dan nodig een werkloosheidsuitkering krijgen, zullen veel meer werkgevers dan nodig hun arbeidsorganisatie onder druk zien komen te staan en zullen veel meer jobs dan nodig op de helling komen te staan. Collega's, het is bijzonder kwalijk dat u een recht wil openen voor een groep mensen, ongeacht of zij dat recht nu nodig hebben of niet.

Wij hebben in de commissie een ontzettend boeiende bespreking gehad. Mevrouw Ludivine Dedonder van de PS gaf, toen het over misbruik ging, aan dat het geen zin had om te focussen op misbruik. Ik moet bekennen dat die woorden mij niet erg hard verwonderden, maar ze blijven niettemin opvallend.

Collega Reuter hield het erop dat het risico van misbruik met valse doktersbriefjes vele malen groter was. Collega Leroy… (Rumoer op de banken)

Ik merk enige nervositeit bij de collega's van de PS. Collega Laaouej, u kunt het vervelend vinden dat collega Dedonder, lid van uw fractie, in de commissie heeft gezegd dat het geen zin heeft te focussen op misbruiken. Wij vinden dat daar wel aandacht aan moet worden geschonken, u kennelijk niet. Ik begrijp dat u het vervelend vindt, maar de feiten hebben hun recht.

Collega Leroy gaf toe dat misbruiken zich misschien wel voordoen. Daarna verankerden zij allen samen datgene wat zij zelf als misbruik bestempelden als recht in de wet. Il faut le faire.


President Patrick Dewael

Mijnheer Anseeuw, collega Leroy wenst u te onderbreken.


Marie-Colline Leroy Ecolo

Monsieur Anseeuw, j'espère qu'il ne s'agit pas d'un problème de compréhension linguistique. Il y a à peu près une minute trente, vous décriiez la parole de Mme Dedonder en disant "qu'elle se fichait des abus". Une minute trente après, vous dites que moi, j'ai évoqué des abus avec vous, alors que vous ne parliez pas de cela. Déjà durant les débats, vous avez usé de cet exercice autour du mot abus. Vous avez essayé de retourner les arguments en disant que nous parlions d'abus. Nous n'avons jamais parlé d'abus!

Ce que nous avons fait en commission, rappelez-vous, c'est simplement préciser ce que vous disiez en évoquant systématiquement une situation catastrophique. Tout d'un coup, des parents par dizaines et par centaines, utiliseraient ce congé, ce chômage de force majeure, alors qu'ils n'en auraient pas besoin. Tout ce que nous avons dit, j'interprèterais cela comme un abus, c'est-à-dire utiliser un droit dont on n'a pas besoin. Je vous ai parlé de confiance et je le répéterai tout à l'heure. Je vous l'ai dit: il n'est pas question d'abus, il est question de faire confiance et de proposer aux parents une alternative à la quarantaine. Vous ne pouvez pas à la fois dire que Ludivine Dedonder parle d'abus, que je parle de non-abus, et inversement. Tout cela devient incompréhensible pour les gens qui écoutent. J'aimerais que vous éclaircissiez cet élément de langage, au minimum, si possible, monsieur Anseeuw.


Björn Anseeuw N-VA

Collega Leroy, u haalt nu aan dat u niet over misbruik zou hebben gesproken. Ik vind dat eigenlijk bijzonder. U had die opmerking daarstraks moeten maken, op het ogenblik dat het verslag ter sprake kwam, ook al is er verwezen naar het schriftelijke verslag. In dat verslag is wel uw toegeving dat er zich misschien misbruik zou voordoen, genoteerd.

U schudt nu ontkennend het hoofd, maar het staat letterlijk zo in het verslag. Die opmerking moet u niet tegen mij maken, die opmerking moet u tegen de rapporteur maken. Overigens, u hebt dat ook gezegd. De commissievergadering was openbaar. De beelden kunnen worden herbeken. Ik stel gewoon vast dat collega Dedonder, collega Reuter en ook u een opmerking hebben gemaakt over misbruik, terwijl ik dat woord nooit in de mond heb genomen.

Het is ongetwijfeld vervelend dat ik hier duidelijk aangeef dat wat u als misbruik in de commissie bestempelde straks in een wet verankerd wordt, maar dat is de keuze die u maakt. Wij zullen die keuze niet maken.

Collega De Jonge van Open Vld onderstreepte bovendien dat de combinatie van sterk verhoogde uitkeringen en het feit dat het akkoord van de werkgever niet vereist is, risicovol is. Zij heeft daarin gelijk. Meer nog, zulks kan het economisch herstel bedreigen. Dat ouders zonder akkoord van de werkgever tot het eind van het jaar voltijds het werk kunnen onderbreken met een uitkering die 70 % van hun inkomen bedraagt, gaat voor de spreekster te ver, waarna collega De Jonge de hele mikmak heeft goedgekeurd. Ik stel voor, mevrouw De Jonge, dat u de komende weken wat kmo's bezoekt. U zult er welgekomen zijn.

Natuurlijk hebben wij van de N-VA begrip voor ouders die door corona meer tijd nodig hebben voor de zorg…


Tania De Jonge Open Vld

Mijnheer Anseeuw, ik weet niet in welke commissie ik dat zou hebben gezegd. Ik heb in de commissie enkel gezegd dat wij geen voorstander zijn van de verlenging van het ouderschapsverlof, maar dat wij er wel voorstander van zijn om de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht als alternatief in te bouwen. Dat is wat hier vandaag op tafel ligt.


Björn Anseeuw N-VA

Ik citeer letterlijk uit het verslag, waar niemand een opmerking over heeft gemaakt. Als u straks de beelden herbekijkt van uw betoog, zult u vaststellen dat het verslag wel degelijk strookt met wat u hebt gezegd in de commissie. U kunt intussen van gedachten zijn veranderd en dat zou niet de eerste keer zijn. Wat u echter hebt gezegd in de commissie, is gezegd. Het staat ook in het verslag. Het is bijzonder vreemd dat iedereen een probleem maakt van een verslag terwijl het, toen het aan de orde kwam, niemand een opmerking heeft geformuleerd. Mevrouw De Jonge, ik raad u aan om wat kmo's te bezoeken, ze zullen u met open armen ontvangen, of met eieren en tomaten, wie weet.

We hebben natuurlijk begrip voor ouders die door corona meer tijd nodig hebben voor de zorg van hun kinderen, vooral wanneer het gaat over kinderen met een beperking. De voorliggende regeling vertrekt echter niet vanuit een reële nood. Met een regeling die niet vertrekt vanuit een reële nood, een regeling die inactiviteit onnodig aantrekkelijk maakt, een regeling waarbij men ervan uitgaat dat ouders laten thuisblijven van het werk om een opvangprobleem op te lossen, de enige oplossing is, een regeling die daarmee de continuïteit van onze bedrijven, waaronder heel wat kmo's, nodeloos in gevaar brengt, die nodeloos jobs bedreigt, die ook nog eens de sociale zekerheid onnodig op kosten jaagt, kunnen wij niet instemmen. We hebben bij de bespreking van het wetsvoorstel steevast gepleit voor een fijnmaziger maatregel, die veel gerichter was, waarbij minstens ook de noodzaak van de werkonderbreking op een of andere manier moet kunnen worden aangetoond en geobjectiveerd. Maar men had geen oor naar onze argumenten.

Om die reden zullen we straks tegenstemmen.


Marie-Colline Leroy Ecolo

Monsieur le ministre, chers collègues, je voudrais rappeler quelques éléments avant de parler de cette loi-ci.

Aux alentours du 15 mars 2020, les parents se retrouvent dans une situation très compliquée. Non seulement ils ne savent pas comment ils vont faire pour continuer à travailler, qu'ils soient indépendants, en première ligne, ou dans une entreprise où ils pressentent une forme de chômage, ils ont très peu de réponses, mais en plus ils sont dans une situation où leurs enfants ne pourront plus aller à l'école. Sauf éventuellement avec un système de garderie. Toutefois, on leur demande à ce moment-là de limiter la présence dans les garderies pour que le confinement soit le plus efficace possible.

Depuis sept mois, ces parents s'appliquent à respecter les demandes, les règles, les consignes pour que tout le monde puisse sortir de la situation actuelle le plus rapidement possible. Inquiétude, anxiété, angoisse, fatigue, etc. L'été se passe. La situation est toujours compliquée.

Le 1ᵉʳ septembre, on apprend qu'il y aura aussi des dispositifs mis en place, tout aussi légitimes. Je n'y reviens pas. Il s'agit de mettre en quarantaine certains groupes, certaines classes. Il ne faudra pas dix jours avant que la première classe soit mise en quarantaine. Depuis, des centaines d'enfants ont été mis en quarantaine et des parents ont dû trouver des solutions. L'important est de se souvenir des solutions qui avaient déjà dû être trouvées précédemment: des congés, des congés annuels, des congés sans solde, etc.

Là, à nouveau, on leur demande de prendre un congé, du jour au lendemain de surcroît. Ainsi, hier, l'école communale de Moustier a décidé vers 17 heures de la fermeture aujourd'hui. Je pense que la bourgmestre a commencé à téléphoner aux parents vers 21 heures pour les prévenir que ce matin, les enfants ne pouvaient pas aller à l'école.

Cette situation est absolument insupportable. En plus, on savait que le 30 septembre, le congé appelé 'congé parental corona' prenait fin. Il ne répondait pas explicitement à cette situation-là mais il n'y avait même plus cette option-là.

Dès lors, il fallait trouver une solution d'urgence, une solution qui réponde aux nouvelles difficultés, aux mises en quarantaine soudaines.

Nous avons essayé la voie gouvernementale, mais c'était compliqué, c'était l'impasse. Rappelez-vous la situation qui prévalait voici une quinzaine de jours. Nous avons donc décidé de passer par la voie parlementaire dont je reconnais l'efficacité.

Il est vrai que nous avons travaillé dans l'urgence, mais avec sérieux. Je tiens d'ailleurs à profiter de l'occasion qui m'est donnée pour remercier les services qui ont rédigé les rapports très rapidement et de manière très efficace pour nous permettre de débattre de cette proposition de loi en séance plénière aujourd'hui.

Nous avons choisi de travailler sur la base du chômage pour force majeure. Ce n'est peut-être pas la situation idéale. Ce n'est peut-être pas la meilleure des réponses. Nous aurions peut-être pu travailler sur la base d'un congé. Mais c'était la voie qui permettait de travailler le plus rapidement, le plus efficacement, en prévoyant une indemnité de 70 %. Il nous a donc semblé que c'était la voie la plus intéressante.

D'autres options ont été citées. On aurait pu demander aux grands-parents de prendre le relais. Mais cette solution s'est vite avérée être impossible. On aurait pu faire appel à des gardes-malades, mais on n'allait quand même pas confier des enfants potentiellement malades à ces derniers. On aurait pu demander à des membres de la famille, mais cela n'était pas non plus possible car on a tous envie de sortir de cette crise. Il n'y avait donc pas de solution. Un enfant mis en quarantaine doit être gardé au sein de sa bulle la plus proche. Il n'existe pas d'autres possibilités. Ce faisant, certaines personnes ne peuvent pas faire autrement que de faire appel à leur employeur pour force majeure. Et c'est là qu'intervient ce dernier.

Il est vrai que cela peut être compliqué pour une entreprise, mais comme l'a rappelé le ministre de la Santé, cette crise est injuste. Et la seule façon de surmonter cette crise, c'est, sans doute, la solidarité. Tout le monde doit apporter sa contribution.

Il est également vrai que l'on va parfois donner un peu plus, peut-être un peu trop. Mais les écologistes que nous sommes préfèrent donner un peu plus que trop peu, comme a tenté de le faire – si je me souviens bien – la N-VA avec la prime énergie en Flandre pour les personnes en chômage temporaire, à laquelle tout le monde a eu droit finalement.

Ici aussi on peut se dire qu'il s'agit d'un aide élargie. Et pourquoi pas en fait? Pourquoi ne pas se dire que les gens, après sept mois d'une crise sans précédent, passée dans l'angoisse, qu'ils soient employeurs ou employés, sont capables de mesurer à sa juste hauteur leur besoin d'une aide, d'un soutien, d'une indemnité ou d'un appel, dans une situation comme celle-ci, qui relève de la force majeure?

Voici une autre raison. Que préfère-t-on? Des travailleurs qui vont quand même aller chercher leur dernière once d'énergie, puis prendre le congé sans solde parce qu'il n'y a pas d'autre option, puis revenir au travail épuisés, à bout de nerfs, avec des difficultés financières accrues? Je le redoute, et je veux protéger ces parents d'un burn-out. Cela n'est bon ni pour le travailleur, ni pour sa reconnaissance, ni pour son bien-être, ni pour l'employeur, ni pour la société.

Tous ces éléments mis bout à bout nous ont fait dire qu'il valait mieux aujourd'hui offrir une option qui, franchement, n'est pas non plus l'aubaine la plus incroyable du monde! On parle ici d'une indemnité de chômage de force majeure pour la durée d'une quarantaine. Aujourd'hui la durée de quarantaine est fixée à sept jours pour les écoles. Cela signifie cinq jours puisqu'il y a le week-end. Ce n'est pas non plus la réforme la plus transcendantale de l'univers. Je dois même l'avouer moi-même. C'est juste une aide très ponctuelle.

Nous avons beaucoup discuté en commission et je comprends franchement cette situation. Est-ce juste et équitable? Oui, c'est équitable à partir du moment où c'est solidaire et où cela vise à réduire des situations catastrophiques financièrement, économiquement, pour la santé mentale, et pour les enfants. Nous ne sommes pas obligés d'aller beaucoup plus loin pour justifier cette proposition de loi.

C'est pour cela que notre groupe Ecolo-Groen soutiendra et votera cette loi aujourd'hui.


Sophie Thémont PS | SP

Madame la présidente, chers collègues, comme vous le savez, depuis le 30 septembre, le congé parental coronavirus a pris fin. Les parents sont inquiets parce qu'ils voient que les chiffres de la propagation du coronavirus ne sont pas bons, qu'ils sont conscients que des mesures risquent d'être prises pour protéger notre santé et celle des plus vulnérables et qu'ils savent ne pas détenir de véritable solution à la fermeture éventuelle de l'école, de la crèche ou du centre d'accueil de leur enfant.

Toutes et tous, nous avons été interpellés par des parents et par la Ligue des familles, qui nous ont demandé d'agir. Nous les avons entendus. Ensemble, nous avons pris nos responsabilités en aboutissant à cette proposition de loi. Avec effet rétroactif au 1ᵉʳ octobre, ce texte permettra aux parents confrontés à la fermeture de l'école, de la crèche ou de l'institution de leur enfant de s'absenter du travail pour rester à ses côtés. Pour bénéficier de ce droit, il leur suffira simplement de fournir une attestation de fermeture à leur employeur. De plus, ce droit sera correctement indemnisé, puisque les parents pourront bénéficier d'une allocation couvrant plus de 70 % de leur rémunération.

C'est pour nous, au Parti socialiste, une véritable avancée sociale. Nous nous réjouissons de pouvoir confirmer la mesure par un vote aujourd'hui, en séance plénière.

Par ailleurs, il a été confirmé que les travailleurs indépendants pourront bénéficier du droit passerelle. Du côté des agents de l'État, les agents contractuels pourront bénéficier de ce droit; en outre, nous veillerons à ce qu'une solution soit trouvée prochainement au bénéfice des agents statutaires.

Chers collègues, je vous remercie pour le soutien que vous avez accordé à cette proposition de loi. Je me joins à Mme Leroy pour remercier les services de leur efficacité qui a permis l'inscription de ce point à l'ordre du jour.


Ellen Samyn VB

Mijnheer de voorzitter, om de balans tussen werk en gezin in tijden van corona te bewaren, werd het corona-ouderschapsverlof in het leven geroepen. Het corona-ouderschapsverlof werd meermaals verlengd, maar eindigde op 30 september jongstleden.

In de commissie voor Sociale Zaken werd in eerste instantie door mevrouw Dedonder, nu minister, een voorstel ingediend om het corona-ouderschapsverlof te verlengen tot eind dit jaar, maar zoals wel eens meer voorvalt in de commissie voor Sociale Zaken werd het initieel voorstel overgeamendeerd. Er werd zelfs met alle partijen, behalve het Vlaams Belang, een werkvergadering belegd om het wetsvoorstel opnieuw te ontwarren.

Wat uiteindelijk voorligt, heeft niets meer te maken met het corona-ouderschapsverlof, maar voorziet voor de werknemer in het recht om tijdelijke werkloosheid op te nemen, mits voorlegging van een quarantaineattest, in geval van sluiting van een school, opvang of opvang voor personen met een handicap, zodat men zelf zijn kind kan opvangen.

Midden juni kaartte ik reeds bij minister Muylle aan dat ouders van kinderen met een handicap, ouder dan 12 jaar, die niet aan het nodige aantal punten kwamen in de vorige regeling uit de boot vielen, maar helaas kon deze regeling toen niet meer worden rechtgezet of aangepast in het vorige corona-ouderschapsverlof.

De uitbreiding tot alle min-achttienjarige kinderen, maar in het bijzonder alle min-achttienjarige gehandicapte kinderen zonder onderscheid, beantwoordt nu wel aan mijn eerder geformuleerde verzuchtingen en is dan ook een goede zaak. Veel ouders van kinderen die uit de boot vielen, hebben zelf geen corona-ouderschapsverlof kunnen opnemen tijdens de grote vakantie, wat voor hen niet alleen financieel, maar ook fysiek en psychisch zwaar was.

Onze fractie zal dit voorstel dan ook zonder meer goedkeuren, maar ik wens toch enkele bedenkingen te formuleren.

De vraag tot het inroepen van deze vorm van tijdelijke werkloosheid gaat van de werknemer uit. Daarmee wordt een precedent gecreëerd, aangezien het inroepen van tijdelijke werkloosheid tot op heden steeds op initiatief van de werkgever gebeurde. Hier wordt dus opnieuw een bijzondere inspanning van de werkgever gevraagd.

De financiële impact van deze maatregel is klaarblijkelijk nog niet bestudeerd en de overheid heeft dus geen idee wat die uiteindelijk zal zijn, want het virus is nog niet aan het eind van zijn latijn.

Nogmaals, wij steunen dit wetsvoorstel in het belang van de ouders die helaas niet terechtkunnen bij grootouders of derden omwille van de risicogroep waartoe zij behoren en we steunen dit wetsvoorstel zeker ook in het belang van de ouders van alle gehandicapte kinderen.


Nahima Lanjri CD&V

Mijnheer de voorzitter, collega's, hoewel er van een volledige lockdown geen sprake meer is, blijft corona ons leven overhoop gooien. Ieder van ons kan er op elk moment mee geconfronteerd worden. Ouders kunnen bijvoorbeeld 's avonds van de school of van de crèche een telefoontje krijgen met de mededeling dat hun kind de volgende dag niet meer welkom is, omdat de crèche, een klas of zelfs de hele school preventief moet worden gesloten vanwege gevallen van corona­besmettingen. Op dat moment zit de ouder met de handen in het haar, zeker wanneer er geen grootouders zijn om op terug te vallen, evenmin vrienden, familie of buren die het kind kunnen opvangen en wanneer alle vakantiedagen opgebruikt zijn. Toch wordt er van die ouder verwacht dat hij of zij de volgende dag terug op het werk staat. Veel ouders worden met die realiteit geconfronteerd, nu nog meer dan aanvankelijk. Het nu voorliggend wetsvoorstel probeert dat op te lossen en dat komt geen dag te vroeg. Heel wat ouders zitten namelijk met de handen in het haar wanneer zij met een dergelijke situatie geconfronteerd worden.

Wat nu voorligt, is het quarantaineverlof. Het klopt dat er in het begin sprake was van een verlenging van het corona-ouderschapsverlof, maar al heel gauw hebben we gezien dat dit geen oplossing was. De maatregel moet namelijk snel kunnen worden ingeroepen. De betrokken ouders hebben geen nood aan een structurele maatregel, terwijl corona-ouderschapsverlof bedoeld was om bijvoorbeeld halftijds of één dag per week gedurende een lange periode op te nemen.

Wat nu voorligt, is iets totaal anders. Ouders krijgen in een telefoonbericht te horen dat hun kind de volgende dag niet meer naar de school of naar de crèche kan. Preventieve quarantaine gaat vrijwel onmiddellijk in en de periode omvat thans een week. Om dat op te lossen, hebben we gekozen voor de weg van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Ik ben dan ook blij dat ik het wetsvoorstel in die richting heb kunnen amenderen, totdat we een oplossing hadden gevonden. Wat de oplossing precies is, maakt niet uit, want het zal de ouders worst wezen hoe wij het hier allemaal regelen, als zij maar een oplossing hebben voor hun kind. Dat doen we nu: wij zorgen ervoor dat ouders die met een dergelijke mededeling geconfronteerd worden en die geen opvang hebben, quarantaineverlof kunnen aanvragen. Ik geloof echt dat ouders die een andere oplossing hebben, geen quarantaineverlof zullen aanvragen, maar wie geen oplossing heeft, heeft het recht om dit aan te vragen bij zijn of haar werkgever, die de aanvraag doorstuurt naar de RVA.

Dit geldt uiteraard voor alle minderjarigen. Ik heb trouwens altijd bepleit dat het ouderschapsverlof moest worden opgetrokken tot de leeftijd van 18 jaar.

Mevrouw Samyn, voor kinderen met een handicap is de leeftijd zelfs opgetrokken tot 21 jaar. Ik vind dat ook niet meer dan logisch. Als het kind niet naar een instelling kan en thuis geen zorg of opvang meer kan krijgen, dan is er via het amendement dat ik heb ingediend nu ook voor hen een oplossing. Het gaat om een goede oplossing want ze is flexibel en kan zonder al te veel poespas aangevraagd worden. In tegenstelling tot het gewone ouderschapsverlof gaat dit snel en bovendien krijgt men een iets hogere vergoeding, namelijk 70 % van het loon plus de dagvergoeding van 5,63 euro en eventueel nog een bedrag dat de werkgever bijpast.

Er blijft natuurlijk wel nog wat loonverlies bestaan. Wij willen ouders die eigenlijk verplicht zijn om verlof op te nemen niet te veel sanctioneren. Daarom werken we via het systeem van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Zo verliezen deze mensen niet te veel inkomen.

Ik heb er vertrouwen in dat werkgevers en werknemers steeds samen de beste oplossingen zoeken als zij plots geconfronteerd worden met een tijdelijke sluiting van de school of de crèche. Dit quarantaineverlof kan dan een oplossing bieden. Ik geloof dus in een goede samenwerking tussen werknemers of contractuele ambtenaren en hun werkgevers. Niemand laat zijn werkgever immers graag plots in de steek en laat het werk zomaar liggen, maar als het echt niet anders kan, dan kan dit systeem een oplossing bieden. Dit is trouwens een noodoplossing voor een heel korte periode.

Ik ben heel blij dat we samen aan deze noodoplossing hebben kunnen werken en ik wil iedereen bedanken die dit wetsvoorstel, dat ik mee mocht ondertekenen, mogelijk heeft gemaakt. Verder wil ik het kabinet van minister Muylle bedanken voor de technische bijstand bij het opstellen van een aantal amendementen. Dat was belangrijk om alles juridisch en inhoudelijk volledig sluitend te maken. Nu hebben we een goed wetsvoorstel dat we straks met veel plezier zullen goedkeuren.

Mijnheer Anseeuw, u was erop aan het wachten: iedereen heeft dit voorstel in de commissie goedgekeurd, ook leden van de oppositie, van Vlaams Belang en van de PVDA-PTB, dus niet alleen de meerderheid. De enige fractie die het wetsvoorstel niet heeft goedgekeurd en er vierkant tegen was, was uw fractie.

Ik stel dan ook voor, mijnheer Anseeuw, dat u aan uw achterban zegt dat u blijkbaar vindt dat het opvangprobleem waar ouders plots mee geconfronteerd worden, geen echt probleem is en dat wij daar niets aan moeten doen. U hebt tegen dit wetsvoorstel gestemd, u hebt al aangekondigd dat u er straks ook tegen zult stemmen, dus ik hoop dat u of uw familie of uw kiezers het nooit zullen nodig hebben en het niet zullen moeten aanvragen. U gelooft er immers niet in, dus dan moet u er ook geen gebruik van maken. Zeg dan ook maar aan uw kiezers dat u er niet achterstaat dat wij een oplossing zoeken voor hun opvangprobleem.


Björn Anseeuw N-VA

Mevrouw Lanjri, u hebt kennelijk niet goed geluisterd naar wat ik daarnet heb gezegd. Wij hebben natuurlijk wel oog en oor voor de nood die moet worden gelenigd, namelijk de organisatie van het opvangprobleem, maar het voorliggende voorstel reduceert de mogelijke oplossingen. Zelfs als er twee ouders in het gezin zijn, mogen zij allebei thuisblijven, zowel in de week als in het weekend, wanneer het kind anders ook niet naar school kan. Dat is bijzonder onlogisch, vooral omdat men daarmee de continuïteit van een aantal bedrijven, vooral kmo’s, niet het minst in Vlaanderen, in het gedrang kan brengen. Wij vinden het bovendien niet ernstig om te zeggen dat kerngezonde pubers van 16 jaar oud, die overdag gerust op een veilige manier voor zichzelf kunnen zorgen, een of twee ouders naast zich moeten hebben.

U hebt vandaag opnieuw het riedeltje aangehaald dat u erop vertrouwt dat al die werknemers daar geen oneigenlijk gebruik van zullen maken en ik hoop dat de meeste dat niet zullen doen, maar er zullen er ongetwijfeld ook zijn die het welgekomen of gemakkelijk zullen vinden en het kan toch niet zijn dat een recht wordt geopend voor een groep mensen, onafgezien van het feit of die groep dat recht wel nodig heeft. Dat is niet ernstig en daartegen verzetten wij ons. U maakt bovendien een recht van de tijdelijke werkloosheid, die altijd wordt toegekend, terwijl er anders altijd overleg is tussen de werknemer en de werkgever. U zei dat u vertrouwt op de goede samenwerking tussen hen, maar in de feiten is dat niet zo, want u maakt er een recht van en dus zet u eigenlijk in de wet dat dat overleg overbodig is. Wel, voor ons is dat broodnodig en allesbehalve overbodig.

Dat zijn de redenen waarom wij dit voorstel niet willen goedkeuren. Wij hebben wel gezegd dat wij oor en oog hebben voor de nood, namelijk voor de organisatie van de kinderopvang, maar daarvoor moeten die ouders niet allemaal per definitie gedurende de hele periode van de sluiting thuisblijven.

In dit wetsvoorstel wordt het aantonen van de nood van de werkonderbreking niet eens gevraagd, dus dit is geen goede wetgeving. Daarom keuren wij dit voorstel niet goed, niet omdat wij geen oor en oog hebben voor de noden van bepaalde ouders.


Nahima Lanjri CD&V

(…)


President Patrick Dewael

Je respecte l'ordre des groupes. Il faut le comprendre.

Ik laat niet toe dat er gepingpongd wordt. Ik geef eerst het woord aan mevrouw Reuter, en dan ga ik het lijstje verder af.

Mevrouw Lanjri, u bekijkt maar of u nog in de tweede ronde tussenbeide wil komen.


Florence Reuter MR

Monsieur le président, je vous reconnais: la volonté de faire respecter nos droits! C'est très bien.

Monsieur le ministre, chers collègues, il était effectivement indispensable que tous les enfants puissent rentrer à l'école au mois de septembre. Je l'ai répété au sein de cette assemblée. On savait que ce ne serait pas simple. On savait qu'il y avait des risques. On ne compte plus le nombre d'élèves mis en quarantaine depuis la rentrée scolaire, le nombre de classes fermées mais aussi de crèches ou encore de milieux d'accueil pour enfants handicapés. Il fallait donc une solution d'urgence pour les parents qui travaillent et qui n'avaient pas du tout de solution pour garder leur enfant.

C'est vrai, à défaut, le risque de certificats médicaux existait non pas par abus mais simplement parce que ces parents n'avaient pas d'autre choix. Et, si ce risque était réel, c'était au final aux entreprises d'en payer le prix.

Soyons sérieux, monsieur Anseeuw! Croyez-vous vraiment qu'un travailleur va accepter de perdre 30 % de son salaire pour tenir la main de son grand ado de 16 ans? Je suis une maman de grands ados. Je ne pense pas qu'ils aient besoin de moi pour leur tenir la main. Il fallait dès lors une solution qui soit juste à la fois pour les entreprises, nos PME, nos TPE et pour les travailleurs salariés et/ou indépendants.

Le congé corona qui a été créé pendant le confinement et qui a pris fin le 30 septembre 2020 ne répondait plus à cette urgence et à la situation actuelle de reprise de l'activité scolaire avec des procédures strictes de mise en quarantaine. Il fallait donc une alternative équilibrée qui ne vienne pas davantage mettre à mal le fonctionnement et l'organisation des entreprises, en ajoutant encore un nouveau congé aux nombreuses possibilités qui existent déjà. Mais il fallait une alternative qui permette tout de même aux parents de se retourner et de s'organiser dans l'urgence, sans exposer bien sûr des grands-parents à la contamination. Rappelons que tout le monde n'a pas la possibilité de télétravailler. Certaines fonctions ne le permettent pas et il n'est pas toujours possible de travailler à domicile avec des enfants en bas âge.

Il fallait donc une solution, temporaire bien sûr, et liée à l'évolution constante de la situation.

Ce "congé quarantaine" permet donc cet équilibre. Il permet d'utiliser le chômage temporaire pour force majeure sur la base d'un certificat spécifique de quarantaine. Et on l'a rappelé, la quarantaine, maintenant, c'est sept jours. C'est donc pour nous, libéraux, une bonne solution équilibrée; car le virus continue à se propager. La prudence est plus que jamais d'actualité, et nous ne pouvons prendre de risques.

Encore une fois, à ceux qui estiment que c'est un privilège dont certains travailleurs pourraient abuser, je m'inscris en faux. Il s'agit seulement d'apporter une solution pratique pour les familles, une solution flexible, je le répète, une solution temporaire à des travailleurs qui n'ont pas d'autre choix sans devoir pénaliser les entreprises. Il est donc évident que mon groupe soutiendra cette proposition. Je remercie tous les collègues pour le travail sérieux effectué. Je vous remercie.


Nadia Moscufo PVDA | PTB

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, enfin, nous sommes là pour voter cette proposition de loi qui devait absolument répondre à une grande urgence sur le terrain. Je ne sais pas où habitent les personnes qui ont combattu cette proposition de loi depuis le début, mais en tout cas, ici, elle répond aussi et surtout à ce que nous ont expliqué les associations de terrain. Je nommerai principalement la Ligue des familles, qui se réjouit d'ailleurs aujourd'hui du vote de cette proposition.

Je vais d'abord peut-être citer la coordinatrice de la Ligue des familles: "Nous avions plaidé pour un congé que les parents pourraient prendre du jour au lendemain dès l'annonce de la fermeture de la crèche ou de l'école, sans demander l'accord de leur employeur, et nous avons été entendus. C'est un grand soulagement. Nous sommes plus réservés en ce qui concerne la rémunération. Ce congé sera rémunéré à hauteur de 70 % du salaire. C'est certes mieux que le congé parental "corona" précédent, mais une perte de 30 % du salaire reste problématique pour certains parents. Il s'agit néanmoins d'une solution sérieuse qui va répondre aux attentes."

C'est pour répondre à cette réalité-là que nous avons mené des débats en commission.

Il n'était d'ailleurs pas très logique qu'on doive le discuter en commission parce que le gouvernement en affaires courantes a décidé que, quand il y avait des cas de COVID-19 dans les écoles, celles-ci devaient fermer. À juste titre selon nous. Malheureusement, ce gouvernement en affaires courantes n'est pas allé jusqu'au bout de sa réflexion. En effet, ce gouvernement aurait dû mettre sur pied un arrêté royal pour prolonger directement le congé corona mais aussi faire une proposition pour augmenter la rémunération nécessaire à l'ensemble des parents et plus particulièrement aux femmes. En effet, il ne faut pas se leurrer, ce sont majoritairement les femmes qui restent à la maison quand leurs enfants ne peuvent pas aller à l'école. Pour nous, c'est vraiment un grand pas en avant dans la lutte pour l'égalité des femmes sur le terrain du monde du travail. On s'en réjouit donc.

Il était aussi important que ce soit un droit. On ne remet évidemment pas en question le fait que certains employeurs soient de bonne volonté et soient prêts à discuter avec le travailleur pour qu'il puisse être en congé du jour au lendemain, mais des retours nous indiquent que "notre employeur, ce n'est pas notre pote". On ne va pas discuter avec son employeur tranquillement. On voit autour de ces débats qu'il y a des intérêts divergents entre les employeurs et les travailleurs. Dans cette période de corona, il faut évidemment choisir son camp. Nous avons choisi le nôtre et je m'inscris en faux face à tous ceux qui crient que cela va être la catastrophe pour les employeurs. Jusqu'à preuve du contraire, depuis le début de cette pandémie, c'est la sécurité sociale qui a fait que les travailleurs ont pu un petit peu tenir la tête hors de l'eau. La sécurité sociale n'a pas été fondée par les employeurs mais par les travailleurs. De cela, on se réjouit. C'est la lutte des travailleurs qui a permis d'obtenir cette sécurité sociale.

On veut souligner positivement le fait d'être allé au-delà des 18 ans pour les enfants porteurs d'un handicap. On regrette toutefois que les deux amendements que nous avions déposés n'aient pas été soutenus par l'ensemble des partis qui soutenaient ce projet. Le premier amendement concernait la rémunération. Comme cela a déjà été dit, perdre 30 % de son salaire, ce n'est vraiment pas rien. Je pense plus particulièrement aux femmes qui ont des temps partiels ou de petits salaires. Pour elles, 30 % c'est énorme. Le deuxième amendement portait sur quelque chose qui existait dans l'ancien système du congé parental: la protection contre le licenciement. Là, on regrette que dans le nouveau système, on n'ait pas continué dans ce sens. Malgré tout cela, nous sommes en faveur de cette loi que nous allons voter aujourd'hui.


Tania De Jonge Open Vld

Mijnheer de voorzitter, beste collega's, zoals we allemaal weten heeft de coronacrisis een belangrijke impact gehad op het onderwijs, maar ook op andere sectoren. Tijdens de lockdown waren scholen gesloten en bleven de meeste kinderen thuis bij de ouders die ofwel tijdelijk werkloos waren, ofwel thuis aan het werk waren. Vaak hilarische situaties voor gezinnen waarbij de combinatie van werk en thuis en kinderen heel moeilijk is. Vooral die combinatie van thuiswerk en opvang van jonge kinderen, maar ook de begeleiding van kinderen bij afstandsonderwijs, was verre van evident. Heel wat ouders hebben 's ochtends of 's avonds laat nog extra uren moeten werken om het werk in te halen dat ze overdag niet of veel minder konden doen.

Er werd echter snel geschakeld door de voormalige regering. Op 1 mei werd het corona-ouderschapsverlof ingevoerd. Oorspronkelijk was hierin enkel voorzien voor de maanden mei en juni, nadien werd het verlengd tot 30 september 2020. Het ging om extra ouderschapsverlof, boven op het krediet van vier maanden klassiek ouderschapsverlof waar elke ouder sowieso recht op heeft. Het ging niet om een recht, met andere woorden: de werkgever moest inderdaad akkoord gaan. Dat is ook de reden waarom wij hebben gezegd dat het verlengen van ouderschapsverlof een risico was, omdat het niet noodzakelijk gekoppeld is aan quarantaine. Het corona-ouderschapsverlof was een succes: op het hoogtepunt in de maand juni namen net geen 69.000 mensen het corona-ouderschapsverlof op. Bijna 70 % van hen nam het op in een eenvijfderegeling. Dit wetsvoorstel was in zijn oorspronkelijke vorm bedoeld om het corona-ouderschapsverlof te verlengen. Ik zei al dat wij daar geen voorstander waren.

Inmiddels zijn de scholen natuurlijk weer opengegaan, maar sommige kinderen kunnen tijdelijk wegens een quarantainemaatregel niet naar school. Voor die ouders stelt zich dan ook effectief tijdelijk een probleem, dat ook bestond tijdens de lockdown. Toch is de verlenging van het ouderschapsverlof volgens onze fractie geen goed idee. Het verlof was immers bedoeld voor de vele ouders die tijdens de lockdown het thuiswerken hebben moeten combineren met de zorg voor jonge kinderen waarvoor zij geen opvang hadden. De lockdown is echter al even voorbij. Het is dus niet nodig een algemene maatregel te verlengen om een probleem op te lossen dat enkel in heel specifieke gevallen rijst.

Tegenwoordig moeten sommige klassen en bij uitbreiding opvangcentra en crèches in quarantaine gaan nadat is gebleken dat een leerkracht, een begeleider of een leerling besmet is geraakt met het COVID-19-virus. De kinderen moeten thuisblijven en in dat geval zijn de ouders de facto verplicht thuis te blijven om voor het kind te zorgen of ervoor te zorgen dat er opvang is, zelfs voor zestienjarigen. Niet elke zestienjarige is immers gelijk. Sommige kinderen hebben de maturiteit om alleen thuis te blijven, anderen hebben die maturiteit niet.

Het is dan ook veel logischer om voor die situatie, die in feite een situatie van overmacht is, een oplossing uit te werken via de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Wij hadden dat al tijdens de commissie voorgesteld. Er zijn in die zin ook al amendementen ingediend waartoe dat voorstel heeft geleid. Ik dank de leden die het mee hebben uitgewerkt. Wij zijn heel blij dat onze suggestie werd gevolgd.

Op basis van een specifiek attest af te leveren door de school, de crèche of het centrum voor de opvang van kinderen met een beperking, zullen de betrokken ouders dankzij deze wet in tijdelijke werkloosheid worden geplaatst. Op het attest moet duidelijk de periode vermeld staan waarin het kind niet naar de school, de crèche of het centrum kan gaan.

Aangezien het om een situatie van overmacht gaat, moeten wij de situatie als dusdanig ook behandelen. Daarom geven wij aan de werknemers het recht om daarvan gebruik te maken op basis van het attest. Dat is anders dan bij het corona-ouderschapsverlof waarvoor de toestemming van de werkgever vereist was. Het gaat hier echter opnieuw om een heel specifieke situatie. Wij gaan ervan uit dat werkgevers en werknemers ook daarover op een constructieve manier overleg zullen plegen. Hebben wij er immers al eens bij stilgestaan dat, wanneer een kind besmet is en de ouder quarantaineverlof of tijdelijke werkloosheid wegens overmacht aanvraagt, de betrokken bedrijfsleider misschien niet het risico zal nemen om de betrokken werknemer te laten werken in het bedrijf? Is daarbij al eens stilgestaan?

Vaak hebben de betrokken werknemers ook nog verlofdagen of inhaalrust openstaan en kan het aangewezen zijn om daarvan eerst gebruik te maken.


Björn Anseeuw N-VA

Mevrouw De Jonge, u hebt daarnet een toelichting gegeven bij het attest dat een werknemer moet gebruiken om van dat recht gebruik te maken. Vindt u het normaal dat in een gezin met twee werkende ouders beide ouders thuis kunnen blijven gedurende de volledige opvangperiode van het kind?

U juicht hier toe dat dit een recht is. Op die manier krijgt ook een groep die dit niet nodig heeft hiermee het recht. Het overleg tussen werkgevers en werknemers om misschien alternatieven te onderzoeken zoals thuiswerk of andere uurroosters is blijkbaar niet zo belangrijk.

Vindt u het normaal dat beide werkende ouders in een gezin, voor dat ene kind dat niet naar school kan, tegelijk thuis mogen blijven? Vindt u dat normaal? Vindt u dat verantwoord?


President Patrick Dewael

Mevrouw Lanjri zegt dat de heer Anseeuw nu mocht onderbreken, terwijl zij dat daarnet niet mocht. Ik geef mevrouw Lanjri nu de gelegenheid om haar punt te maken tegenover de heer Anseeuw. Laat het debat maar gaan.


Nahima Lanjri CD&V

Mijnheer Anseeuw, ik wilde zeggen dat we het debat dat we in de commissie hebben gevoerd hier niet moeten overdoen. Een aantal vragen is al in de commissie beantwoord, maar blijkbaar heeft u daar geen oren naar.

U vroeg: achtien jaar, moet dat? Voor de ene zestien- of zeventienarige kan het wel, voor de andere met gedragsproblemen of leerproblemen misschien niet. Wij weten dat niet, maar die ouders weten zelf wanneer ze dat verlof moeten aanvragen.

De RVA is nu bezig om alles uit te werken en de aanvraagformulieren op te stellen. Ik denk echt niet dat ouders dit verlof zullen opnemen als het niet nodig is, er is tenslotte een inkomensverlies. Men zal dat zeker niet met twee gaan opnemen als het niet nodig is.

U hebt blijkbaar geen vertrouwen in de mensen. U gaat altijd uit van het slechtste in de mensen. U denkt dat iedereen dit nu gaat aanvragen, dat iedereen hiervan misbruik gaat maken. Dat zijn uw woorden. U gaat er al van uit dat er geen overleg is. Ik heb in de commissie ook altijd gezegd dat dit een recht is omdat het snel moet gaan. Als men een week in quarantaine moet gaan, moet men onmiddellijk een oplossing hebben. Men is dan niets met het gewone ouderschapsverlof. Het moet snel kunnen gaan. Het is de werknemer die het aanvraagt. Er zal ook dialoog zijn. Maar het is een recht. Als iemand effectief geen andere oplossing heeft, zal die persoon de tijdelijke werkloosheid kunnen aanvragen. Doch, ik ben ervan overtuigd dat niemand zijn job zal riskeren als het niet nodig is.

Dat is het verschil, mijnheer Anseeuw, tussen u en mij. Blijkbaar vindt u dat er geen oplossing moet komen voor dit probleem. Daar blijf ik bij.


President Patrick Dewael

Gelukkig zijn er verschillen.


Björn Anseeuw N-VA

Weet u, collega Lanjri, er zijn tussen ons veel meer verschillen dan dat ene dat u opnoemt. Ik meen dat u niet goed geplaatst bent om te zeggen hoe andere Kamerleden hier het debat moeten voeren. Wij hebben daar een voorzitter voor, en die doet dat voortreffelijk.

De vraag die ik daarstraks aan collega De Jonge heb gesteld, of zij het logisch vindt dat beide werkende ouders tegelijk kunnen thuisblijven voor één kind dat niet naar school kan, is in de commissie niet eens aan bod gekomen. Ik heb inderdaad heel veel vragen gesteld, maar deze vraag is niet eens aan bod gekomen. Wat u zegt, klopt dus niet.

Ik geef mevrouw De Jonge nu de kans te antwoorden op mijn vraag of zij het logisch vindt dat door deze wetgeving twee werkende ouders uit hetzelfde gezin tegelijk kunnen thuisblijven voor één kind dat niet naar school kan.


President Patrick Dewael

Die gedachtewisseling hebben wij nu gehad. Mevrouw De Jonge, mag ik u vragen verder te gaan?


Tania De Jonge Open Vld

Mijnheer de voorzitter, ik zal toch antwoorden op de vraag.

Mijnheer Anseeuw, ik sluit mij aan bij wat mevrouw Lanjri zegt. Het gaat heel vaak om het vertrouwen tussen werknemers en werkgevers. Ik ga ervan uit dat een gezin plichtbewust is en dat voor de opvang van een kind slechts één ouder tijdelijke werkloosheid wegens overmacht aanvraagt.

Daaraan verbonden, er is altijd een dialoog tussen werknemer en werkgever. Altijd. Want de werknemer moet de werkgever aanspreken om aan te geven dat hij in een noodsituatie zit. Want daar gaat het over. Plots krijgt men de melding van de crèche, of van het zorgcentrum voor mensen met een beperking, of van de school, dat het kind in quarantaine wordt geplaatst omdat heel de klas in quarantaine moet.

Ik ga ervan uit dat als ouders in zo'n situatie terechtkomen, daar met gezond verstand mee omgaan en dat één van beide ouders de tijdelijke werkloosheid zal aanvragen. Ik ga daarvan uit. Ik vraag mij af wat de loyaliteit ten opzichte van de werkgever is van twee ouders die dit tegelijkertijd zouden aanvragen. Bovendien gaat het inderdaad om zeven dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Als het overleg met de werkgever plaatsvindt, kan nog een ander voorstel gedaan worden. Dan kan de werkgever nog aan zijn werknemer voorstellen om inhaalrust of resterende verlofdagen op te nemen. Uiteindelijk vormt die tijdelijke werkloosheid nog altijd loonverlies voor die werknemer. Daar moet men ook bij stilstaan.

Mijnheer de voorzitter, de heer Anseeuw wil mij onderbreken, of mag ik mijn redenering verder afwerken? Met alle respect.


President Patrick Dewael

Ik zal er geen commentaar bij geven, want ik heb mij voorgenomen om deze vergadering af te ronden zonder enig incident met iemand.


Björn Anseeuw N-VA

Verscheidene collega's, en ook u, mevrouw De Jonge, hebben het hier over vertrouwen versus wantrouwen. Het is niet zo dat ik elke werknemer wantrouw. Ik stel vast dat u, en anderen, heel veel vertrouwen hebben in alle werknemers. Op zich is daar niets mis mee. Ik vraag mij dan alleen af waarom er dan nog zo'n attest nodig is, als iedereen daar toch zo verstandig mee zou omspringen. Het is natuurlijk het ene of het andere. Mijn vraag was voor alle duidelijkheid ook eerder retorisch van aard.


President Patrick Dewael

Dat had ik ook zo begrepen. Mevrouw De Jonge, u mag antwoorden op retorische vragen, maar u mag ook uw betoog voortzetten.


Tania De Jonge Open Vld

Ik zal mijn betoog voortzetten, want ik heb het gevoel dat dit een dovemansgesprek is.

Werkgevers kunnen natuurlijk familiaal verlof toestaan of naar andere oplossingen zoeken, in overleg met de werknemer. Bij tijdelijke werkloosheid is er inderdaad meestal een inkomstenverlies. Het zal voor de werknemer dus voordeliger zijn om voor die paar dagen een andere oplossing te vinden.

Dit wetsvoorstel zorgt voor een vangnet voor ouders die op korte termijn moeten kunnen voorzien in de opvang van kinderen bij hen thuis. Het is dus geen verlenging van het corona-ouderschapsverlof, maar een specifieke oplossing binnen het kader van de tijdelijke werkloosheid, zoals we ook al voorstelden in de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen.

We zullen dit voorstel dan ook met veel plezier ondersteunen.


President Patrick Dewael

Mevrouw Vanrobaeys, het heeft een tijdje geduurd, maar nu is het woord aan u.


Anja Vanrobaeys Vooruit

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, beste collega's, midden september kreeg ik telefoon van een vriendin, die vertelde dat zij om 15.30 uur door de school werd opgebeld om onmiddellijk haar zoon op te halen. Vanaf de dag erna sloot de school een week, mogelijk zelfs veertien dagen. Die vriendin vroeg mij wat ze moest doen en op welke manier ze dat moest oplossen. Afgaande op de krantenartikels, is zij zeker niet de enige die dat sindsdien aan de hand had. Hier eens sluit er een crèche of opvang, daar een school. Elke keer worden de betrokken ouders van de ene op de andere dag geconfronteerd met het probleem dat zij hun kinderen thuis moeten opvangen.

Midden september, toen wij daarover debatteerden in de commissie, werd er gewezen op de alternatieven, zoals de jaarlijkse vakantie. Sommige ouders hebben hun vakantiedagen echter al opgenomen. Onbetaald verlof is ook een optie, maar er is al heel veel inkomensverlies geleden. Niet iedereen kan thuiswerken. Niet iedereen heeft alternatieve uurroosters. Ook het ouderschapsverlof, een maatregel die eind september eindigt, is geen afdoende oplossing voor ouders die van de ene op de andere dag verlof nodig hebben om hun kind op te vangen.

Om die reden diende ik in eerste instantie een amendement in om voor ouders wiens kinderen in preventieve quarantaine moeten een soort verlof voor te stellen analoog met het hospitalisatieverlof. Dat laatste is een verlof voor medische bijstand dat heel snel en flexibel, in geval van hospitalisatie, door ouders kan worden opgenomen. Dat gaf mij inspiratie om ook een oplossing uit te werken voor snel ingaande quarantainemaatregelen.

Mevrouw Lanjri zei daarnet al dat de betrokken ouders in nood zijn en een oplossing nodig hebben. Van in het begin heb ik bereidheid getoond om te overleggen, zodat we een meerderheid vonden om iets uit te werken, zodat ouders niet meer met de handen in het haar zitten omdat ze niet weten wat ze de dag nadien met hun kinderen moeten doen. Het is een oplossing via de tijdelijke werkloosheid geworden.

Ik ben er ontzettend tevreden over dat wij over de partijgrenzen heen een oplossing hebben uitgewerkt voor ouders met kinderen die in preventieve quarantaine moeten.

Ik stel mij toch heel wat vragen bij de vertragingsmanoeuvres die N-VA hier heeft uitgevoerd. In wat voor een wereld leeft u eigenlijk als u denkt dat ouders die de voorbije maanden al heel wat inkomensverlies hebben geleden nu voor hun plezier nog eens zullen thuisblijven aan 70 % van hun loon? Dit is een oplossing voor mensen in nood. Wat u doet, is ouders die hun verantwoordelijkheid opnemen en hun kinderen thuis opvangen omdat wij allemaal samen moeten strijden tegen dit virus, stigmatiseren en met de vinger wijzen.

Ik wil de collega's met wie ik heb samengewerkt – ik weet niet of het u is opgevallen, maar het zijn allemaal vrouwen – hartelijk bedanken voor die samenwerking, waardoor we dit wetsvoorstel hier vandaag kunnen goedkeuren. Ik wil ook de vorige minister van Werk, mevrouw Muylle, bedanken omdat zij mee het voorbereidend werk heeft gedaan en omdat zij, ondanks die vertragings­manoeuvres, al aan de RVA de opdracht heeft gegeven om dit uit te rollen, zodat ouders er gebruik van kunnen maken.

Ook voor zelfstandigen is de richtlijn verspreid dat zij hun kinderen kunnen opvangen door het overbruggingsrecht en ik hoop dat er binnenkort inderdaad een oplossing komt voor de ambtenaren. Ik wil daarbij toch wel uitgaan van een gelijke behandeling tussen de contractuele en de statutaire ambtenaren. Ik denk dat een aanpassing van de omzendbrief daarvoor volstaat. Tot slot, wil ik de diensten bedanken, die de vertragings­manoeuvres toch wat hebben gecounterd door het schriftelijk verslag vandaag heel snel af te leveren.

Onze fractie zal dit wetsvoorstel vol overtuiging steunen omdat wij ervan overtuigd zijn dat dit een oplossing biedt aan ouders die in nood verkeren en omdat het kan meehelpen om de verspreiding van het virus tegen te gaan.


Catherine Fonck LE

Monsieur le président, chers collègues, j'avais déposé une proposition de loi en choisissant une voie un peu différente puisqu'il était question d'un congé corona remanié doublement. En effet, elle visait à permettre la prise de congé immédiate et non pas avec un délai, comme prévu dans le projet corona initial. Mais cette prise de congé était conditionnée à la mise en quarantaine, suite à la décision de fermeture d'une crèche, d'une classe ou d'une école.

La voie qui a été choisie ici avec notamment l'appui de la ministre Muylle est évidemment une voie positive. Cependant, le chômage temporaire pour force majeure ne vise que les salariés. Rien n'est prévu dans le texte pour les indépendants. Or, nous avions prévu, dans notre texte initial, un volet relatif aux indépendants. Il serait important que, via un arrêté royal pris dans le cadre de l'extension du droit passerelle, cette mesure leur soit appliquée, tout comme elle devrait l'être pour les fonctionnaires. Il faut donc prendre en compte les enfants et répondre aux familles, quel que soit leur statut professionnel.

J'ai entendu les débats et je voudrais réagir sur quelques points. Il est notamment question des adolescents et de la question de savoir s'ils sont autonomes ou non. Je comprends que la question puisse se poser. Mais il me semble impossible de prévoir, dans une loi, des règles qui sont très variables d'une famille à l'autre, d'un adolescent à l'autre. Sur ce point, l'ONEM a un rôle important à jouer avec la transposition pour l'application de cette loi, mais aussi avec la rédaction d'une circulaire explicative.

J'en arrive ainsi à un autre point qui m'interpelle. Cette mesure n'est évidemment pas prise pour le plaisir des parents. Il y a un enjeu sanitaire, mais avec des fermetures de classes, d'écoles, de crèches qui sont imposées par les autorités, du jour au lendemain. On a tous eu à connaître des directions d'écoles qui se sont retrouvées dans des situations extrêmement difficiles à gérer, en devant, du jour au lendemain, téléphoner à tous les parents pour les informer qu'ils ne pourraient pas emmener leur(s) enfant(s) à l'école le lendemain. Une fois que les autorités imposent des mesures, elles doivent trouver des solutions pour les personnes concernées.

Il a également été question de l'impact économique. Il est non négligeable, que ce soit pour l'indépendant qui emploie du personnel ou pour une petite ou moyenne entreprise, qui doit se passer du jour au lendemain d'un salarié. Ceci étant, le fait de passer par le chômage temporaire permet que cette absence ne soit pas à charge des entreprises. Soyons de bon compte, il est certain que ces parents auraient fait appel à la possibilité d'un certificat médical, ce qui aurait eu des conséquences pour l'employeur qui aurait dû payer.

En outre, du côté des entreprises, n'oublions pas une chose: certes, l'impact économique de la crise est important, mais moins bien on gère la crise sanitaire, plus l'impact économique augmentera. Casser les chaînes de transmission et isoler les porteurs dans les écoles et dans les crèches permettra aussi d'atténuer la crise sanitaire que nous traversons, et donc de réduire cet impact économique.

Enfin, on peut voter des textes et puis ne pas nécessairement partager l'avis de collègues. Personnellement, je m'inscris dans une opposition complète par rapport aux propos de la collègue du PTB, selon qui, dans la crise sanitaire, il faut choisir son camp: les travailleurs ou les employeurs. Vous dites vous-même, madame Moscufo, que vous choisissez le camp des travailleurs.

Je ne suis pas du tout d'accord avec vous. Dans cette crise sanitaire, nous devons être attentifs aux travailleurs, quel que soit leur statut (salarié, indépendant ou fonctionnaire), mais nous devons être extrêmement attentifs aussi aux employeurs. D'ailleurs, je m'étonne de votre posture par rapport à cela puisque, à un certain moment, vous nous avez dit qu'il fallait défendre l'horeca, défendre le secteur culturel, etc.

Eh bien je vous le dis, chère madame: les petits indépendants dans le secteur horeca, qu'il s'agisse de cafés ou de restaurants, les petits indépendants dans le secteur culturel emploient des salariés; quand ces salariés, du jour au lendemain, ne se présentent pas au travail, les petits indépendants dans ces secteurs que vous prétendez défendre font face à des situations difficiles!

Mon groupe votera ce texte mais j'insiste sur le fait que nous ne choisissons pas le camp des travailleurs contre celui des employeurs; nous voulons défendre et apporter des solutions tant aux travailleurs qu'aux employeurs.


Nadia Moscufo PVDA | PTB

Madame Fonck, sans vouloir polémiquer avec vous, je voudrais clarifier.

Je disais cela en réponse à une autre formation politique. Je suis évidemment, avec mon parti, très consciente que les petites entreprises et les petits indépendants sont aussi les victimes de cette crise, au même titre que les travailleurs. Cependant, en discussion en commission, nous avons aussi fait allusion à la pression que le Voka avait mise pour freiner cette proposition de loi. Quand je faisais la remarque sur les employeurs, je m'adressais à ces dizaines de multinationales qui ont réalisé des bénéfices encore plus grands grâce à la crise COVID-19, et pas aux petites et moyennes entreprises.


President Patrick Dewael

Le dernier orateur, M. De Smet, va concilier toutes ces divergences.


François De Smet DéFI

Quelle pression! J'ignore si je dois vous dire merci cette fois-ci, monsieur le président! Je vais essayer de conclure, mais je serai succinct.

À circonstances exceptionnelles, mesures exceptionnelles. Je crois que nous sommes face à une proposition qui devrait rassembler, au-delà des seuls intérêts partisans, et je me réjouis de voir que c'est globalement le cas. Depuis début septembre, la Ligue des familles avait en effet appelé à un congé spécifique pour faire face aux nombreuses fermetures de classes et de crèches, mais aussi à une protection des parents contre le licenciement, aussi longtemps que le système des codes couleurs persisterait dans les écoles.

La situation des parents dont les enfants sont privés d'école et de crèche est préoccupante, particulièrement depuis la rentrée. Soit parce que les enfants sont directement atteints de COVID-19, soit parce que les enfants sont mis en quartorzaine alors que les deux parents travaillent.

Déposée au mois de mai 2020, cette proposition prévoyait initialement, comme vous le savez, une prolongation du congé corona. Adoptée et soutenue par les partis du kern+10 jusqu'au 31 décembre 2020, elle permettait également de rendre le congé corona plus accessible, plus flexible et mieux indemnisé. Toutefois, force était de constater qu'elle ne rencontrait pas totalement les préoccupations de nombreux parents devant faire face à la fermeture des écoles et des crèches. Ce sera à présent le cas. Nous trouvons positifs que cette proposition ne prévoit plus de droit de veto de la part de l'employeur. Pour bénéficier du nouveau congé parental corona, le travailleur devra uniquement en informer son employeur et fournir sans délai une attestation de la crèche, de l'école ou du centre d'accueil pour personnes handicapées confirmant la fermeture.

De la même manière que nous avons soutenu, durant le processus du kern+10, la mise en place du congé corona, nous continuerons à apporter notre soutien aux mesures visant à soutenir les parents travailleurs, victimes directes ou indirectes de la crise sanitaire. C'est une mesure équilibrée, de bon sens et qui devrait largement rassembler. C'est pourquoi DéFI la soutiendra évidemment. Je vous remercie.


Ministre Pierre-Yves Dermagne

Goedenavond, mijnheer de voorzitter, dames en heren, leden van het Parlement, je tiens à remercier les membres de cette assemblée qui ont porté cette proposition sur la voie parlementaire. Ce dispositif important devient de plus en plus nécessaire pour de nombreux parents, en raison de la fin du congé parental coronavirus et, surtout, avec l'explosion des contaminations et la multiplication des fermetures de classes, d'écoles ou encore d'institutions pour personnes handicapées.

Le dispositif qui est proposé ici est, bien entendu, une mesure d'urgence - comme Mme Reuter l'a souligné - qui s'inscrit dans un contexte inédit – que je ne rappellerai évidemment pas – et qui doit servir à répondre à des cas de force majeure, ainsi que l'a indiqué Mme De Jonge. Mmes Leroy, Lanjri et Vanrobaeys ont, exemples précis et concrets à l'appui, rappelé que c'est au pied levé que les parents doivent trouver des solutions – quelques heures, voire quelques minutes avant l'ouverture des classes – pour garder leurs enfants. Pour la petite histoire, j'en ai, du reste, fait l'expérience avant de rentrer dans cette salle de séance plénière.

Aujourd'hui, la voie parlementaire rejoint la voie gouvernementale, puisque, comme vous le savez, ce dispositif figure dans l'accord de gouvernement. Sans présumer du vote de cette assemblée ce soir, j'ai tout de même pris les devants.

Ik heb de RVA al gevraagd om een standaard­formulier voor te bereiden, zodat we het recht onmiddellijk kunnen activeren voor ouders die het nodig hebben. Voorts heb ik collega Petra De Sutter gewezen op de noodzaak om een soortgelijk systeem in te voeren voor de ambtenaren.

Elle m'a répondu immédiatement qu'elle avait sollicité son administration pour mettre en place un dispositif similaire pour les fonctionnaires statutaires, de telle manière que, les employés, les fonctionnaires contractuels, les fonctionnaires statutaires ou encore, via le droit passerelle, les indépendants, chacune et chacun confronté à cette situation et à ce cas de force majeure puisse faire en sorte de garder ses enfants.

Comme certains l'ont dit ici, je ne pense pas que ce dispositif fera l'objet d'abus. C'est en tout cas la confiance que je porte en la population belge. Comme cela a été évoqué, personne ne choisit volontairement de réduire son traitement de 70 %. C'est d'ailleurs quelque chose qui devrait faire réfléchir certaines et certains par rapport à la dégressivité des allocations de chômage.