Proposition 55K1219

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant ajustement de la loi du 23 mars 2020 ouvrant des crédits provisoires pour les mois d'avril, mai et juin 2020.

General information

Submitted by
Chamber of representatives (2020-03-17 - 2020-10-01)
Submission date
May 6, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
national budget provisional twelfth

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR PVDA | PTB VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

June 11, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Patrick Dewael

De heer Vanbesien verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

De heer Van der Donckt heeft het woord in de algemene bespreking.


Wim Van der Donckt N-VA

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank de heer Dieter Vanbesien virtueel voor zijn bijzonder interessante verslag. Hij zal het wel hebben gezien. In het andere geval zullen de leden van Groen de boodschap ongetwijfeld wel overbrengen.

Mijnheer de minister, toen wij de besprekingen over de voorlopige twaalfden voor april, mei en juni 2020 op 11 maart 2020 aanvatten, leefden wij nog in een andere tijd. Jammer genoeg heeft ondertussen de coronacrisis alle lagen van onze bevolking en de maatschappij doordrongen.

Op 12 maart 2020 werden de eerste maatregelen in de bestrijding van het coronavirus aangekondigd. Vermits wij toen nog geen echt zicht hadden op de werkelijke kostprijs van die maatregelen, hebt u toen een amendement op het initiële wetsontwerp ingediend om een interdepartementale provisie van 1 miljard euro toe te voegen aan de voorlopige kredieten voor de periode april, mei en juni 2020.

Omdat de N-VA van oordeel is dat de regering in onzekere tijden zekerheid moet bieden aan de bevolking en ook omdat de regering middelen moet hebben om daadkracht te tonen, heeft onze fractie uw amendement volmondig gesteund, zowel in de commissie op 16 maart 2020 als tijdens de plenaire vergadering van 19 maart 2020.

Het was evenwel voor ons toen al heel duidelijk dat die provisie van 1 miljard euro absoluut niet zou volstaan. Op die manier kon de regering met dat bedrag van 1 miljard euro echter aan de meest dringende noden tegemoetkomen, bijvoorbeeld en niet het minst voor de bijkomende investeringen in de gezondheidszorg.

Het wetsontwerp dat thans ter stemming voorligt, voegt boven op dat bedrag van 1 miljard euro nog eens 1 miljard euro aan die interdepartementale provisie toe omdat die eerste schijf van 1 miljard euro uiteraard ondertussen al volledig is besteed, wat wel te begrijpen is.

Mijnheer de minister, u hebt tijdens de commissievergadering geantwoord op onze vragen over de besteding van die middelen. U zal ook volgende dinsdag bijkomende toelichtingen verschaffen. Wij weten bijvoorbeeld ondertussen dat van dat eerste miljard euro zowat 830 miljoen euro naar de FOD Volksgezondheid is gegaan.

Wij begrijpen meer dan wie ook dat de noden bijzonder hoog zijn.

In de commissie stelde ik al dat onze fractie, die zich daarin gesteund voelt door andere fracties, het bijzonder belangrijk vindt om een gedetailleerd overzicht te krijgen van de verdeling van de eerste schijf en ook van de tweede schijf, in totaal dus voor 2 miljard euro.

Een essentiële voorwaarde voor de toekenning van de middelen uit die provisie is dat de uitgaven gerelateerd zijn en blijven aan de bestrijding van de coronacrisis, wat daarnet overigens ook al door collega Leysen werd aangehaald. Wij moeten daarmee zeer verstandig omgaan. Deze provisie mag uiteraard niet gebruikt worden om putten te vullen of kosten te dekken die niets te maken hebben met de pandemie die momenteel jammer genoeg lelijk huishoudt. Om die reden is een gedetailleerd overzicht voor onze fractie bijzonder belangrijk. Bovendien vragen wij continu updates over de actuele bestedingen.

Ik wil nog benadrukken dat het ontzettend belangrijk is dat de federale regering een daadkrachtig en efficiënt beleid kan voeren. Daarom moeten wij zo snel mogelijk een normale begroting krijgen, al is dat in de huidige tijden begrijpelijkerwijs niet vanzelfsprekend. In de commissie heb ik dat gisteren al aangekaart en uit uw reactie kon ik afleiden dat u daarmee wel akkoord kunt gaan.

De mensen hebben op dit ogenblik, nu meer dan ooit, zekerheid en rechtlijnigheid nodig. Het komt dan ook ons, ministers en Parlementsleden, toe om alles in het werk te stellen om aan de mensen die zekerheid, rechtlijnigheid en vastberadenheid te geven. Om die reden zullen wij de aanpassing van het wetsontwerp steunen.


Wouter Vermeersch VB

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, met deze uitzonderlijke procedure wordt aan dit Parlement om 1 miljard euro extra gevraagd. Een provisie van 1 miljard euro, een spaarpotje van 1 miljard euro, in Belgische termen is het misschien beter om te spreken van een extra put van 1 miljard euro.

Herinner u, collega's, in maart hebben wij al een put van 1 miljard euro vrijgemaakt. Hier komt dus nog een extra put van 1 miljard euro bij. Wat ons vooral verbaast, is de manier waarop dat gebeurt. Uw minderheidsregering heeft op eigen houtje besloten om boven op het miljard dat wij in maart 2020 vrijmaakten nog een extra miljard uit te geven, zonder daarin eerst het Parlement te kennen.

Op 26 mei 2020 hebt u dit waslijstje van ongeveer 917 miljoen euro aan coronamaatregelen voorgelegd aan de commissie voor Financiën, maar u zei toen dat al zeker 200 miljoen euro extra aan nieuwe uitgaven vastlagen. Het Parlement wordt vandaag dus eigenlijk gevraagd om deze beslissingen en uitgaven retroactief te bekrachtigen.

Eerst het geld uitgeven en dat pas daarna goedkeuren, is de omgekeerde gang van zaken. Ik ben nieuw in dit Parlement, maar normaal doet de regering een voorstel en beslist het Parlement. Dat is hier niet gebeurd. Wij vinden dat niet de correcte gang van zaken.

Wij beleven uitzonderlijke tijden, die uiteraard uitzonderlijke maatregelen vergen. Na de coronacrisis komt een heel zware economische crisis. Zo'n 50 miljard euro aan welvaart werd ondertussen weggevaagd en op de voorpagina's van de kranten staat dat ons begrotingstekort ondertussen is opgelopen tot 50 miljard euro.

Als er een tweede golf van het virus komt, wat wij hopen dat nooit gebeurt, dreigen wij nog eens een extra 35 miljard euro aan welvaart te verliezen.

Net zoals mijn partij de eerste was om in dit Parlement vragen te stellen over de economische impact van de coronacrisis, willen wij vandaag ook waarschuwen voor de diepte van deze economische crisis. Wij zullen dit extra bedrag van 1 miljard euro goedkeuren, maar niet zonder in dit Parlement het nodige voorbehoud te formuleren.

Ik wil in aanvulling op de uiteenzetting van de gewaardeerde collega Van der Donckt nog twee extra opmerkingen maken. Ten eerste, mijnheer de minister, uw vraag vandaag naar extra geld toont volgens ons pijnlijk aan hoe de impact van de coronacrisis in het begin heel zwaar werd onderschat.

Op 11 maart was de restregering nog van plan om slechts 15 miljoen euro extra uit te geven, boven op de gewone begroting.

Mijnheer de minister, amper vijf dagen later kondigde u in een persbericht aan dat u een uitzonderlijke begrotingsprovisie van 1 miljard euro vooropstelde. Nu, nadat dat eerste miljard werd uitgegeven, sneller dan verwacht, trekt de regering versneld een tweede schijf van 1 miljard euro open. De situatie werd in maart dus zwaar onderschat, net zoals vandaag de grootteorde van de economische crisis van de komende weken en maanden wordt onderschat. Ik verwijs onder andere naar de bijna surrealistische gelatenheid waarmee de voorlopige twaalfden gisteren in de commissie werden goedgekeurd.

De gouverneur van de Nationale Bank waarschuwde deze week nog dat het begrotingstekort en de staatsschuld in dit land op middellange termijn naar onhoudbare niveaus stijgen. Dat zijn niet onze woorden maar de woorden van de gouverneur van de Nationale Bank: het tekort en de staatsschuld stijgen naar onhoudbare niveaus. Dat staat natuurlijk in schril contrast met de gelatenheid binnen de muren van dit Parlement. Wij krijgen dit buiten het Parlement aan niemand meer uitgelegd.

Een tweede kritische noot is dat men zich oprecht kan afvragen of dat eerste miljard eigenlijk wel efficiënt werd uitgegeven. Dan druk ik mij, met alle respect, nog heel voorzichtig uit en ben ik nog bijzonder vriendelijk. Wie het waslijstje van de minister doorloopt, ziet toch een aantal blunders van de coronaregering passeren.

Zo zien wij 48 miljoen euro voor de mondmaskers van Defensie, die onder andere werden aangekocht bij de omstreden Luxemburgse postbusvennootschap Avrox. Dat wordt hier meewarig door Open Vld een achterhoedegevecht genoemd, respectloos voor de zuurverdiende belastingcenten van onze burgers. Het is een dossier dat bovendien week na week ophef blijft veroorzaken in de media, laatst nog over de wasbaarheid van deze maskers.

Zo zien wij ook dat 7 miljoen euro werd uitgegeven voor de mondmaskerfilters van minister Koen Geens, die uiteindelijk niet compatibel bleken met de bestelde mondmaskers.

Wij zien ook dat 3 miljoen euro werd uitgegeven aan de repatriëring van Belgische inwoners in het buitenland, maar dat is ook allesbehalve vlot verlopen.

Tot slot, mijnheer de minister, rekenen wij er met onze goedkeuring van dit miljard op dat een kleine 15 miljoen euro van dit extra miljard wordt aangewend om één van de beloften van deze minderheidsregering na te komen. Herinnert u zich, collega's, begin april heeft minister van Financiën Alexander De Croo een bonus van zo'n 1.500 euro beloofd aan de zorgverleners. Een zogenaamde coronapremie voor dokters, verplegers en alle andere zorgverstrekkers die in de afgelopen crisis het beste van zichzelf hebben gegeven.

Dat was een van de maatregelen waarover de minderheidsregering een akkoord had. De regering rekende op zo'n 10.000 aanvragen, wat de kostprijs ervan op 15 miljoen euro brengt. Wij klappen dagelijks met de hele buurt in onze handen en hangen witte lakens uit de ramen om respect te tonen voor de vrouwen en mannen in de zorg. Het is één zaak om deze mensen terecht de helden van de oorlog tegen het coronavirus te noemen, maar laten wij ze nu ook belonen. Wij willen dat de minderheidsregering zich aan die belofte houdt, zo niet zullen wij volgende week bij de bespreking van de voorlopige twaalfden in het Parlement een amendement indienen om de beloofde coronabonus alsnog toe te kennen. Belofte maakt schuld.


Christian Leysen Open Vld

Mijnheer de voorzitter, voor mij is het de vijfde keer dat wij hier over voorlopige twaalfden praten, voor sommigen is het de zevende keer. Ik heb altijd begrepen dat voorlopige twaalfden een tijdelijke noodmaatregel zijn om een korte periode te overbruggen in afwachting van de indiening van een echte begroting. Als men aan de zevende editie is, dan is het natuurlijk geen voorlopige maatregel meer, maar een werkstuk waaraan heel wat bijpassingen zijn en waaraan door de coronacrisis ook een interdepartementale provisie is toegevoegd. Ik wijs erop dat raadsheer Pierre Rion gezegd heeft dat wij daarmee zeer ver van de oorspronkelijke geest van de voorlopige twaalfden afwijken.

Ik ben echter verbaasd over een aantal collega's. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet, zou ik zeggen. Ik overloop het lijstje. Zij zeggen dat men voorzichtig moet zijn, maar zij willen coronapremies betalen, zij willen een btw-verlaging op de elektriciteit, zij steunen een voorstel van DéFI om de btw op zeep te verlagen, de N-VA wil een nultarief voor beschermkledij, de sp.a stelt voor om de btw te verlagen op hoorapparaten. Er zit 600 miljoen euro in de tunnel van het helikoptergeld van de PS en na de mijnwerkerspensioenen wil men nog eens een soortgelijke maatregel in overweging nemen voor de politiediensten.

Ik ben natuurlijk bezorgd. Ik lees dat Marc Coucke zegt dat, als hij zijn bedrijf zou besturen zoals het Parlement dat vandaag doet met de overheidsbegroting, hij al lang failliet zou zijn. De drempel voor een land om failliet te gaan, ligt natuurlijk veel hoger, maar landen kunnen ook failliet gaan.

Ik kan mij alleen aansluiten bij wat de eerste minister daarnet heeft gezegd: het is hoog tijd dat er een regering komt die een begroting maakt, want een begroting veronderstelt ook dat men een begrotingscontrole doet. Voorlopige kredieten repetitief aanduiden is uiteindelijk een begrotingspolitiek zonder begrotingscontrole en dat kan niet blijven duren.

In de uitzonderlijke omstandigheden van vandaag zullen wij onze steun aan deze aanpassing geven voor de kosten die zijn gemaakt en die duidelijk werden toegelicht. Ik heb het volle vertrouwen dat de minister zeer breedvoerig uitleg geeft over de evolutie van de uitgaven, zoals hij dat de voorbije weken in de commissie ook steeds uitvoerig en goed deed.


Wouter Vermeersch VB

Mijnheer Leysen, ik weet niet of u De Tijd leest, maar onder die 50 miljard euro staat 13,5 miljard euro. Die was er al voor corona. U doet alsof dat niet bestaat, maar dat is de pijnlijke erfenis van u en uw partij. U mag dat hier niet ontkennen. Wij zullen u daaraan blijven herinneren.

We zijn hier niet bezig met de bespreking van de voorlopige twaalfden. Dit is een aanpassing van de vorige voorlopige twaalfden die wij in maart hebben toegekend. Volgende week zullen wij de nieuwe voorlopige twaalfden bespreken.


Jan Bertels Vooruit

Collega's, de nieuwe schijf van de voorlopige twaalfden zal voor iets later zijn. Jullie vergissen zich soms van debat.

We hebben allemaal nood aan een volwaardige begroting. We hebben dat gisteren nog eens gezegd. Voor een volwaardige begroting is echter ook een volwaardige regering nodig.

Collega's, om een regering te vormen moet men in dit land samenwerken. Ik nodig iedereen uit om de eigen starre ideologische paden te verlaten en samen te werken en een regering te vormen. We willen allemaal een regering. Handel er dan ook naar. Iedereen!

Dan over het voorliggende dossier. De sp.a zal steun verlenen aan dit extra krediet van 1 miljard euro dat aan de interdepartementale provisie wordt toegevoegd, bij de 1 miljard euro die al werd toegevoegd dankzij het Parlement bij de voorbereiding van de wet van 23 maart.

Die 1 miljard euro volstaat niet. Wij hebben een lijstje gekregen waarvoor dat geld is gebruikt: maskers, geneesmiddelen, beschermende kledij enzovoort. Die steun verlenen wij, want – dat staat uitdrukkelijk in het wetsontwerp – die 1 miljard euro extra in de interdepartementale provisie kan uitsluitend voor de bestrijding van COVID-19 en de sociaal-economische gevolgen ervan worden aangewend.

De regering moet, met steun van het Parlement, die nodige en dringende uitgaven kunnen doen om de crisis daadkrachtig aan te pakken. Wij gaan mee in die geest. Het extra miljard – we hebben het er al over gehad, ook met mevrouw De Block – zal waarschijnlijk ook gebruikt moeten worden voor een bijkomende financiering van die ziekenhuizen. Die dringende uitgaven moeten wij dus kunnen doen.

Wat er naast die dringende uitgaven nog nodig is, collega's, is een efficiënt, effectief en evenwichtig relanceplan, een verhaal van en voor iedereen. Voor de sp.a-fractie betekent dat steun voor gezinnen, inwoners en bedrijven die getroffen zijn door deze crisis. Het gaat in de richting van wat wij een new social deal noemen, met een sterke overheid, waarbij iedereen – getroffen bedrijven, gezinnen en inwoners – kan vooruitgaan. Het plan moet evenwichtig en mooi in balans zijn. Ik hoop dat wij, dankzij samenwerking, daartoe deze week nog kunnen komen.


President Patrick Dewael

De minister heeft het woord.


Ministre David Clarinval

Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, je tiens d'abord à remercier les membres de la Chambre qui ont soutenu ce texte en commission. Je ne serai pas très long dans ma présentation. En effet, il s'agit simplement de libérer des crédits supplémentaires à hauteur d'un milliard d'euros, qui viendront s'ajouter au premier milliard d'euros déjà prévu dans la loi du 23 mars 2020. Ils seront utilisés exclusivement pour la lutte contre le coronavirus et les impacts socioéconomiques de la crise. Si ces besoins s'avèrent inférieurs, la provision ne sera évidemment pas consommée entièrement.

Je peux vous donner un état des lieux de la situation en date du 2 juin; il est identique à celui que je vous ai donné en commission avant-hier. Mardi prochain, comme promis, nous ferons le point de manière très précise, comme vous l'avez demandé, monsieur Van der Donckt, SPF par SPF. Nous aurons ainsi une vue très détaillée de l'usage de cette provision. Je répéterai simplement ici qu'en date du 2 juin, 904 millions d'euros sont déjà utilisés; 820 pour le SPF Santé, principalement des achats de masques de protection, du matériel de protection et des tests et médicaments.

Vous avez déjà parlé des quarante-huit millions, qui sont liés à la commande, faite par la Défense, de masques de protection pour la population. Il y a quinze millions pour des subventions aux CPAS dans le cadre de l'aide sociale et sept millions pour l'achat de filtres. Il y a trois millions pour l'achat de médias; il s'agit d'une campagne de promotion contre la maladie. Il y a trois millions pour le financement de l'étude COV-AID par le Centre fédéral d'expertise, trois millions pour le rapatriement des Belges à l'étranger, un million pour la police qui a dû acheter des masques, un million pour les missions de surveillance et le fonctionnement du Centre de Crise, et un dernier million pour prolonger l'accueil hivernal des sans-abri. Je vous ai présenté le même tableau il y a deux jours. Comme je viens de le dire, je vous donnerai, mardi, des éléments supplémentaires et davantage de détails, SPF par SPF.

Pour le reste, je ne pense pas qu'il y ait eu d'autres questions spécifiques. Monsieur le président, j'ai ainsi fait le point sur la situation actuelle. Je vous remercie pour votre attention.