Projet de loi relative aux mesures temporaires visant à garantir la continuité de la navigation pendant la crise liée au coronavirus SARS-CoV-2.
General information ¶
- Author
- Open Vld Marianne Verhaert
- Submission date
- April 29, 2020
- Official page
- Visit
- Status
- Adopted
- Requirement
- Simple
- Subjects
- administrative formalities vessel infectious disease
Voting ¶
- Voted to adopt
- Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP Open Vld N-VA LDD MR PVDA | PTB VB
- Abstained from voting
- DéFI
Contact form ¶
Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.
Discussion ¶
May 14, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)
Full source
President Patrick Dewael ⚠
Le rapporteur est M. Van den Bergh.
Rapporteur Jef Van den Bergh ⚠
Mijnheer de voorzitter, de commissie voor Mobiliteit heeft het wetsvoorstel besproken in haar vergadering van 12 mei, afgelopen dinsdag, in een hybride vergadering met fysiek aanwezige leden en met leden op afstand via videoconferentie. Het voorstel heeft de hoogdringendheid gekregen tijdens de plenaire vergadering van 30 april. De Kamervoorzitter besliste om een advies te vragen aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State. Dat advies werd tijdig ontvangen om de bespreking in de commissie van afgelopen dinsdag te kunnen houden. Omwille van de hoogdringendheid werd daar ook afgesproken om met een mondeling verslag het voorstel vandaag ter bespreking voor te leggen aan de plenaire vergadering.
Mevrouw Verhaert heeft voor de toelichting bij het wetsvoorstel verwezen naar de schriftelijke tekst van de toelichting. Zij heeft ook vier amendementen ingediend tijdens de bespreking om tegemoet te komen aan een aantal eerder technische opmerkingen van de Raad van State.
Wat betreft de algemene bespreking en de artikelsgewijze bespreking onderschrijft de heer Pieter Despiegeleer de noodzaak aan dringende maatregelen voor de scheepvaart. Hij verwijst daarbij naar de zware tol die wordt geëist door de pandemie bij de zeevarenden, zoals ook blijkt uit een bepaald onderzoek.
Mevrouw Buyst beaamt de doelstellingen van het wetsvoorstel, maar stelt zich vragen bij het feit dat de maatregelen reeds werden gecommuniceerd door het directoraat-generaal van de Scheepvaart op 18 april en vraagt zich dan af waarom dit een maand later dan nog in het Parlement moet worden besproken. Zij stelt zich ook een aantal vragen bij het artikel 7 van het wetsvoorstel betreffende de repatriëring van de zeevarenden. Welke initiatieven heeft de Belgische overheid tot nu toe genomen met het oog op een snelle repatriëring? Werd dit artikel besproken met de sociale partners? Zij wijst erop dat het artikel geen einddatum bevat en dat dit mogelijk een risico inhoudt voor een permanente mogelijkheid tot afwijking van de geldende cao.
Mevrouw Verhaert reageert daarop als indienster dat de beslissing om al dan niet langer aan boord te blijven, uitsluitend bij de zeevarenden zelf ligt. Voorts is de retroactiviteit verantwoord door het essentiële karakter van de scheepvaartsector. Hierover werd ook overlegd met de sociale partners en dit is hoe dan ook een tijdelijke regeling met het oog op COVID-19-crisis.
Ook minister Bellot verwijst naar het tijdelijke karakter van de voorgestelde maatregelen, wat ook uit de titel van het wetsvoorstel blijkt.
Mevrouw Vindevoghel betreurt eveneens dat artikel 7 niet uitdrukkelijk de tijdelijkheid van de maatregel vermeldt. Er werd echter afgesproken dat die tijdelijkheid in het verslag nog eens zou worden benadrukt, wat bij deze is gebeurd.
De heer Roggeman benadrukt eveneens de noodzaak van de maatregelen die in het wetsvoorstel worden opgenomen. Hij vraagt bij artikel 12 van het wetsvoorstel wel of de maatregelen specifiek voor de scheepvaart en niet voor de binnenvaart gelden, wat in het antwoord van minister Bellot werd bevestigd.
Tot slot wijst mevrouw Verhaert er nog op dat er zeker geen overschrijding van de bevoegdheden is, aangezien de drie Gewesten een positief advies hebben gegeven.
Bij de stemmingen waren er vier amendementen bij de artikelen 5, 6, 11 en 13. Die amendementen werden alle vier unaniem goedgekeurd. De 13 artikelen werden ook unaniem goedgekeurd, met uitzondering van artikel 7, waarbij er een stemming van 12 stemmen voor en 3 stemmen tegen was. Het geheel werd met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
Ministre François Bellot ⚠
Monsieur le président, je ferai un petit commentaire au sujet des trois propositions de loi. Le débat a été très intéressant et naturellement directement lié à la crise du coronavirus. Je pense que chaque parlementaire a pris la mesure des difficultés du secteur du transport, qu'il soit maritime, ferroviaire ou aérien.
Je tiens aussi à souligner – car quand les choses vont bien, on le dit rarement – que la SNCB est une des seules compagnies ferroviaires européennes qui fonctionne à nouveau à 100 %, et ce, depuis le 4 mai 2020. C'est grâce aux cheminots, à toutes les mesures prises en interne et au support de toutes les autorités – régionales, locales ou fédérales. On peut féliciter les cheminots au premier chef, mais aussi celles et ceux qui ont retroussé leurs manches pour qu'il en soit ainsi.
President Patrick Dewael ⚠
Monsieur le ministre, nous vous remercions.
Nous ne pouvons que nous joindre à vos félicitations adressées à l'ensemble des cheminots. Je suis tout à fait d'accord avec vous pour signaler que, quand c'est bien, il faut le dire – et surtout quand c'est bien. Malheureusement, ce n'est pas la règle qui prévaut aujourd'hui.