Proposition 55K1104

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (I).

General information

Authors
CD&V Servais Verherstraeten
DéFI François De Smet
Ecolo Georges Gilkinet
Groen Kristof Calvo
LE Catherine Fonck
MR Benoît Piedboeuf
N-VA Peter De Roover
Open Vld Egbert Lachaert
PS | SP Ahmed Laaouej
Vooruit Meryame Kitir
Submission date
March 21, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
executive power health policy infectious disease public health disease prevention

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA MR
Voted to reject
LDD PVDA | PTB
Abstained from voting
VB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

March 26, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Patrick Dewael

Er zijn twee rapporteurs, de heren Donné en Thiébaut. Ik geef het woord aan de heer Thiébaut.


Rapporteur Éric Thiébaut

Monsieur le président, en théorie, je dois partager ce rapport avec mon collègue Donné que je ne vois pas. Je vais donc le faire tout seul, ce qui est un peu embêtant car je m'étais mis d'accord avec lui. Le voilà!


President Patrick Dewael

Les deux rapporteurs sont présents. C'est lui qui commence. Il y a au moins un accord entre vous et la N-VA!


Rapporteur Joy Donné

Mijnheer de voorzitter, we hebben de taak in twee gesplitst. Hebben het woord gevoerd tijdens de algemene bespreking van het wetsvoorstel: de heren Calvo, Donné, Laaouej, Van Langenhove, Piedboeuf, Demon, Hedebouw en Lachaert, de dames Kitir en Fonck en de vice-eersteminister en minister van Begroting en Ambtenarenzaken belast met de Nationale Loterij en Wetenschapsbeleid.

De commissie heeft beslist het advies van de Raad van State in verband met de splitsing van het wetsvoorstel, de bepalingen onder artikel 74 van de Grondwet, enerzijds, en artikel 78, anderzijds, te volgen. Ze maakt bijgevolg toepassing van artikel 72, 2, tweede lid van het Reglement. De Raad van State merkt evenwel op dat het wetsvoorstel overeenkomstig artikel 72, 2 van het Reglement van de Kamer in twee dient te worden gesplist met, enerzijds, de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet en, anderzijds, de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.


Rapporteur Éric Thiébaut

Premièrement, à la suite de ce que vient d'exposer mon collègue Donné, les rapporteurs présentent un rapport unique sur toutes ces dispositions.

Deuxièmement, un seul vote a eu lieu en commission sur l'ensemble de la proposition de loi. Néanmoins, il doit être considéré comme portant sur les deux propositions de loi.

Troisièmement, deux textes adoptés en commission sont établis et transmis à la séance plénière sous la forme de deux textes distincts. Leur article 1ᵉʳ, qui porte un intitulé distinct, est scindé. La commission parlementaire de concertation en sera informée.

MM. Van Langenhove et Depoortere ainsi que M. Calvo et consorts ont déposé des amendements. Les amendements 10 à 13 ont été adoptés. Par conséquent, les amendements 1,2, 4 et 6 à 9 sont devenus sans objet. Les amendements 3 et 5 sont rejetés. L'ensemble de la proposition de loi telle qu'amendée et corrigée sur les plans légistique et linguistique a été adoptée par 14 voix contre 1 et 2 abstentions.

Je remercie mon collègue pour le travail de synthèse très difficile que nous avons accompli ensemble.


Peter De Roover N-VA

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vicepremier, collega's, het debat dat wij nu voeren, is een van de meest fundamentele debatten die een volksvertegenwoordiging vanuit staatsrechtelijk oogpunt kan voeren. Gelukkig vindt een dergelijk debat in dit Huis slechts hoogst uitzonderlijk plaats, want het gaat hier niet over een of ander technisch akkefietje.

Het valt absoluut te begrijpen dat de aandacht van de publieke opinie vandaag niet in eerste instantie gericht is op de tribunes en het halfrond. Maar ook in crisisomstandigheden is het belangrijk dat iedereen in volle ernst de eigen job uitvoert. Me dunkt dat het behoort tot de kernopdracht van Kamerleden om te waken over de democratische basisregels. Dat is wat nu op tafel ligt. Ik hoop en ik neem aan dat wij allen bondgenoten kunnen zijn in de bewaking van de grenzen daarvan.

Bij bijzondere machten geeft het Parlement aan de regering de ruimte om deels in zijn plaats te treden en daarmee het beginsel van de scheiding der machten voor een stuk on hold te zetten. Vooral in kringen van juristen werden de voorbije dagen stevige bedenkingen geformuleerd bij de tekst zoals die nu voorligt. Welnu, zij hebben gelijk; dat bevestig ik als mede-indiener van het voorstel. Ik begrijp hun bekommernissen ten volle en laat die bekommernissen ook een duidelijke waarschuwing inhouden. Bijzondere machten zijn altijd problematisch en gaan per definitie naar en soms over de rand van het democratisch oorbare. Een diepgaande behandeling in de commissie vanochtend is dan ook geen zaak van politieke spelletjes, maar wel van de eigen opdracht ernstig nemen. Toch heb ik de tekst, zoals ik zei, mee ingediend, omdat de verantwoordelijkheid van een politicus natuurlijk altijd breder gaat dan het bureau in een studeerkamer, zoals het coronavirus zich ook niet laat inperken door opinieartikelen.

De Raad van State bepaalt in zijn advies dat voldaan moet worden aan vier belangrijke voorwaarden om bijzondere machten te kunnen verantwoorden. Daaraan wordt in deze situatie voldaan.

Wanneer wij vandaag naar of misschien zelfs over de grens gaan van wat een normale democratie kenmerkt, vraagt dat van op de Kamertribunes toch een duidelijke waarschuwing aan het adres van de regering. Onze fractie steunt de bijzonderemachtenwet, omdat er geen schijn van indruk mag bestaan dat obstakels worden gelegd die een snelle en doeltreffende aanpak van de coronacrisis zouden kunnen hinderen. Parlementaire procedures moeten met een welwillende wetgevende macht geen obstakels vormen, maar zij zouden dat inderdaad kunnen zijn. Wij zien dus de logica van de bijzondere machten in deze bijzondere omstandigheden dan ook zeker in.

Het kan echter niet de bedoeling zijn, collega's, dat wij de democratie afschaffen. Het kan niet eens de bedoeling zijn dat wij de controle door het Parlement afschaffen. Wat wij wel doen vandaag, is de grootste verantwoordelijkheid leggen bij de regering. Zij zal dan ook verantwoording moeten afleggen voor wat zij daarmee doet en niet zal doen.

De risico's zijn duidelijk. Ten eerste, een bijzonderemachtenwet biedt de mogelijkheid om te snel te handelen. Het is natuurlijk de bedoeling van bijzondere machten om sneller te kunnen handelen dan gebruikelijk, maar behoedzaamheid is zeker noodzakelijk. Ten tweede, wij lopen het risico dat de regering slordig werk levert. Het is daarom dat de rol van de Raad van State en andere adviesinstanties zo essentieel is. Daarom hebben wij daarvoor bij de totstandkoming van het voorstel ook geijverd, met dank trouwens aan de fracties die ons daarin zijn gevolgd. Ten derde, crisismaatregelen die alleen in acute omstandigheden nodig zijn, kunnen structureel worden en in normale tijden ongepaste effecten hebben. Ook daarvoor moeten wij opletten.

Mag ik echter, geachte vice-eersteminister van de regering, nadrukkelijk wijzen op een vierde risico, namelijk het onnodig gebruikmaken van de bijzondere machten? Bijzondere machten maken het, zoals gezegd, mogelijk om snel op te treden, wanneer de normale weg via het Parlement een doeltreffende aanpak verhindert. Het is een zwaar misverstand te menen dat het Parlement geen rol meer zou kunnen spelen. In de gevallen waarin extreme spoed niet noodzakelijk is, moet de normale parlementaire weg worden verkozen. Ik wijs erop dat artikel 2 van het voorliggend wetsvoorstel duidelijk stipuleert dat de Koning – lees de regering – maatregelen kan nemen. Er staat niet in dat zij dat via die weg moet doen.

Ik beklemtoon dat hier graag en ik roep de regering op om in die geest te handelen. Als wij vandaag de regering deze bijzondere ruimte geven, dan wil dat uiteraard niet zeggen dat wij ook vandaag al, vooraf en per definitie, onze zegen geven over de mate en de manier waarop zij daarvan gebruik zal maken.

Mijnheer de vicepremier, wij kunnen vandaag niet weten in welke mate u de genoemde en de andere risico's zult vermijden. Het debat over het gebruik van de bijzondere machten volgt later. Wij zullen dat scherp voeren, gezien de inzet, maar dat is vandaag niet aan de orde.

Het is wel met het volle besef van de risico's dat wij hebben aangedrongen op een advies van de Raad van State over het voorstel en ik dank de Kamervoorzitter dat hij van die vraag heeft gebruikgemaakt. Het advies heeft er trouwens toe geleid dat er vanochtend belangrijke verbeteringen aan het voorstel werden aangebracht.

Ook daarom vroegen vrij uitdrukkelijk een vastgelegde evaluatie na drie maanden en wij beklemtonen dat een ernstige opvolging van het gebruik van de bijzondere machten van het allergrootste belang is. De constructie die door de regering werd opgezet om de uitvoering van de bijzondere machten te begeleiden, ademt een sterke geur van particratie uit; vandaar de andere, meer parlementsvriendelijke invulling, waarvoor onze partij heeft gekozen. Dat mag voor ons Huis niet volstaan, vandaar het belang van de commissie die straks wordt opgericht.

Wij zeggen vandaag als verantwoordelijke wetgevers namens de N-VA-fractie dat bijzondere machten zinvol kunnen zijn bij de aanpak van de uitdagingen waarvoor we staan. Of de regering er ook zinvol en met gepaste terughoudendheid van gebruik zal maken, zal pas blijken door de feiten.

Mijnheer de vicepremier, leden van de regering, gebruik het heel uitzonderlijk instrument van de bijzondere machten zinvol en u vindt onze fractie aan uw zijde. Misbruik de bijzondere machten en onze fractie zal u daarover met de gepaste gestrengheid rekenschap vragen.

Vandaag staan de fundamenten van de democratie en de rechtsstaat op de agenda. Een te enge, dogmatische benadering zou een doelmatige en doeltreffende bestrijding van het coronabeest kunnen hinderen en dan laten wij al de mensen in de steek die nu op het veld hard werken om de coronacrisis te bestrijden.

Een te grote tolerantie bij de beoordeling later zou ons medeplichtig maken aan het ondermijnen van die fundamenten. Mijn fractie heeft niet de ambitie om zich aan een van beide fouten te bezondigen.


Georges Gilkinet Ecolo

Madame la présidente, les pouvoirs spéciaux, par définition, ne peuvent être utilisés que dans des situations très spéciales, extraordinaires. Ces conditions sont très clairement définies par le Conseil d'État. En l'occurrence, elles sont remplies. C'est la crise sanitaire qui nous frappe avec violence, comme elle frappe l'ensemble du monde.

Pour les écologistes, il est évident que la situation nécessite une réponse exceptionnelle, à la hauteur de la situation exceptionnelle que nous vivons. Il était évident d'apporter notre soutien aux solutions à mettre en œuvre. Personne ne peut prédire l'évolution de la situation dans notre pays et ailleurs. Personne ne peut prédire la durée et la gravité de la crise sanitaire.

Personne ne peut affirmer avec certitude que ce Parlement sera en capacité, demain, d'agir avec la rapidité et l'efficacité nécessaires face aux urgences qui se posent au quotidien: après la question sanitaire, les questions économiques, les questions sociales, les questions de sécurité intérieure. Rien ne doit être laissé au hasard. Nous devons être prêts, à la hauteur des enjeux, capables d'agir rapidement et efficacement.

Ce qui mobilise les soignants sur le terrain, ce qui mobilise celles et ceux qui assurent les services essentiels, dans le secteur de l'aide aux personnes ou dans la distribution, petite ou grande; ce qui mobilise et motive celles et ceux qui acceptent de rester confinés chez eux pour éviter de contaminer d'autres personnes et pour arrêter la propagation du virus; tout cela doit également mobiliser ce Parlement.

C'est pour cela que nous avons d'abord suggéré cette logique de pouvoirs spéciaux, que nous avons apposé notre signature sur cette proposition de loi, tout en ne faisant pas partie de la majorité ni du gouvernement; c'est pour cela aussi que nous voterons ce texte.

Est-ce à dire qu'il s'agit d'un chèque en blanc au bénéfice du gouvernement minoritaire intérimaire de crise? Évidemment, non! Le texte a été pesé. Il délimite les domaines d'action sur lesquels on peut agir dans le cadre de ces pouvoirs spéciaux. D'abord, la santé; ensuite, la protection des plus faibles, les questions économiques, la question du redéploiement de notre économie qui devra se poser très tôt – de notre économie, mais plus largement, de la société.

La durée de ces pouvoirs spéciaux est de trois mois, prolongeables trois mois via un nouveau vote de ce Parlement. Cela a été précisé par un amendement qui a été intégré au texte ce matin. Une procédure, aussi, avec une obligation de ratification par la loi dans l'année des décisions prises par arrêté de pouvoirs spéciaux.

Le Conseil d'État a été interrogé. C'était également notre demande. Il a émis des remarques qui ont permis d'améliorer et de préciser le texte. La question de la protection des droits sociaux reste une évidence. On ne peut pas, à leur sujet, mettre de côté les mécanismes de concertation paritaires. Ce sera une de nos préoccupations. Il ne s'agira pas de profiter de cette crise pour revenir sur des protections sociales essentielles conquises de haute lutte. Ce n'est évidemment ni aux travailleurs, ni aux patients, ni aux allocataires sociaux ou aux pensionnés de payer les effets de cette crise.

Pour les futurs arrêtés de pouvoirs spéciaux, ni le Conseil d'État ni les interlocuteurs sociaux ne pourront être mis de côté. Nous avons besoin tout à la fois de mesures solides juridiquement, mais également de mesures portées à la fois par ce Parlement et par la société, pour pouvoir gérer cette crise que nous vivons, et gérer la suite, la période du redéploiement de notre modèle économique et social.

Nous avons décidé, tout à l'heure en Conférence des présidents, selon une autre demande formulée par les écologistes, de mettre en place une commission spéciale Corona, si je peux l'appeler ainsi. Elle permettra au Parlement, comme il est prévu dans cette loi de pouvoirs spéciaux, d'être associé étroitement aux décisions qui seront prises.

Surtout, au niveau politique, nous avons entendu l'engagement de la première ministre et de l'ensemble du gouvernement à pratiquer largement la concertation, à respecter chacun, à faire un usage raisonnable, intelligent et concerté de ces pouvoirs spéciaux. Mais nous ne sommes évidemment pas naïfs. Nous ne serons ni distraits ni inattentifs quant à l'usage qui en sera fait. Les arrêtés de pouvoirs spéciaux qui seront pris seront passés au peigne fin par les écologistes, disséqués et évalués, et si nécessaire, contestés et corrigés. Les membres du gouvernement en affaires courantes, qui ne l'est plus, d'ailleurs, qui sont plutôt des membres du gouvernement temporaire de crise, seront sous surveillance et nous ne les épargnerons pas, monsieur Clarinval, s'ils se trompent, s'ils en profitent ou s'ils prennent de mauvaises décisions.

Plus positivement, nous n'oublierons pas de lui formuler des suggestions par rapport à la gestion de cette crise. Nous avons communiqué hier au gouvernement 50 premières propositions, 50 premières urgences que nous avons identifiées de façon à l'aider dans son travail de gestion de la crise.

Nos objectifs pour la suite de la gestion de cette crise sanitaire sont évidents: limiter les effets de la pandémie, accorder enfin au personnel de santé tous les moyens de protection qui sont nécessaires pour pouvoir sauver un maximum de vies et protéger les plus fragiles, faire en sorte que la crise ne fasse pas de victimes indirectes – ceux qui sont au bord du gouffre, ceux qui perdent leur emploi, ceux qui étaient déjà malades –, amortir le choc économique, comme nous proposons de le faire avec le ministre De Croo avec la loi sur les garanties bancaires, qui sera votée tout à l'heure et qui intégrera, grâce à un amendement soutenu à l'unanimité, le secteur non marchand, et réfléchir à la manière de penser différemment la société demain.

Tout cela, c'est le sens de la signature que nous avons apposée sur le document et du vote que nous allons poser mais aussi de la vigilance et de la volonté propositionnelle qui sera la nôtre en cette période particulière.

Pour la suite, nous verrons. La première ministre a dit à la tribune de cette Chambre qu'elle demanderait à nouveau la confiance dans les six mois. Y aura-t-il un gouvernement de plein exercice? Peu importe. À ce stade, ce qui compte, c'est la capacité de l'État, des forces démocratiques, du gouvernement et du Parlement d'unir leurs forces pour lutter contre le coronavirus, de prendre toutes les leçons de la crise que nous vivons et de la dépendance qui est aujourd'hui la nôtre d'économies lointaines et de la fragilité de notre système de soins de santé consécutive à trop d'années d'austérité qui lui ont été imposées.


President Patrick Dewael

Collega Gilkinet heeft ervoor gezorgd dat de heer Calvo nog twee minuten spreektijd krijgt. Dat zal in de gemeenschappelijke fractie wellicht zo doorgesproken zijn, neem ik aan. Het woord is aan de PS-fractie.


Ahmed Laaouej PS | SP

Madame la présidente, chers collègues, le pays traverse une crise particulièrement profonde, d'une gravité que personne ne contestera. Comme je l'ai dit tout à l'heure, prendre des mesures urgentes et nécessaires constitue, selon moi – et je ne tiens pas à dramatiser à l'excès –, une question de vie ou de mort. Nous le voyons bien. Dans certains pays, des médecins décèdent. Chez nous, certains de leurs confrères sont déjà atteints par le coronavirus.

C'est dire si, ici, nous devons fournir un effort considérable qui doit mobiliser toutes les forces vives de la nation. Cela signifie que nous devons pouvoir aussi adapter – et ce n'est guère réjouissant – le fonctionnement de nos institutions. C'est la raison pour laquelle mon groupe votera ces pouvoirs spéciaux, par lesquels le Parlement se déleste – si je puis dire – d'une partie de ses prérogatives constitutionnelles. Néanmoins, le Parlement le fera sur une base constitutionnelle, selon un cadre précis, mais nécessaire.

Oui, nous devons voter ces pouvoirs spéciaux, parce qu'il y a urgence à trouver des remèdes et à mobiliser notre industrie pharmaceutique, nos laboratoires, nos universités et nos chercheurs. Il y a urgence à pouvoir, d'emblée, veiller à limiter et résorber les importants effets négatifs sur le plan social. Voyons le nombre de travailleurs qui, aujourd'hui, sont précarisés en raison du chômage temporaire. Voyons le nombre de ceux qui travaillent dans des conditions inacceptables, parce qu'ils sont insuffisamment protégés contre le risque de propagation de la maladie. Voyons également les pénuries constatées dans certains secteurs, pourtant jugés vitaux, notamment sur le terrain de l'aide à domicile et des aides-soignantes. Entendons l'appel des infirmiers et des infirmières qui demandent des masques et souhaitent que leur statut soit considéré. Regardez l'effort fourni par les blouses blanches, qui rappellent au gouvernement la nécessité du fameux Fonds "blouses blanches", que nous avions pourtant voté ici parce que nous avions entendu leur appel.

Oui, il est nécessaire de pouvoir entendre celles et ceux qui, en première ligne, luttent contre la maladie. Dès lors, il importe que ces pouvoirs spéciaux permettent aussi de répondre à leurs demandes.

Comme je l'ai dit, nous éviterons évidemment toute polémique pour l'instant. Le mot 'polémique' n'est pas en soi ni grossier ni vulgaire. Quand c'est nécessaire, il faut pouvoir dire qu'il y a un problème et en débattre. Au fond, n'est-ce pas cela le sens premier de la "polémique"? Mais en même temps, il faut constater que nous devons d'emblée tirer les leçons de ce qu'il s'est passé. Le cafouillage relatif aux masques est inacceptable. C'est la raison pour laquelle les pouvoirs spéciaux – qui doivent être sociaux, c'était ma conclusion mais je le dis dès maintenant – doivent vous amener à éviter ces cafouillages.

Il faut maintenant que notre ligne d'approvisionnement soit sécurisée et fiable pour faire en sorte que ce que nous commandons arrive rapidement et là où ça doit arriver, avec la qualité requise, qu'il s'agisse des masques, du matériel hospitalier ou de traitement médical, ou qu'il s'agisse des traitements pour soigner les patients atteints par le virus.

Ces pouvoirs spéciaux ne seront pas un chèque en blanc. Nous l'avons dit et d'ailleurs notre Parlement a décidé de mettre en place une commission de suivi dans laquelle nous siégerons et où les ministres seront appelés à venir expliquer les arrêtés royaux de pouvoirs spéciaux qui seront adoptés par le gouvernement. En amont de cela, ces arrêtés royaux devront être portés à la connaissance de l'ensemble des formations politiques représentées dans ce Parlement mais il faut aussi impérativement intégrer la concertation sociale.

On voit bien, en parlant de cafouillage, ce qu'il est arrivé avec un arrêté ministériel qui visait à prendre des mesures d'ordre public et qui indiquait l'heure de fermeture maximale des magasins. Certains s'en sont réjouis pour considérer qu'on allait ouvrir l'ensemble des magasins et des supermarchés jusqu'à 22 heures. S'il y avait eu un peu de concertation sociale à ce sujet, ce problème ne se serait pas posé.

C'est la raison pour laquelle il faut intégrer la concertation sociale mais aussi faire respecter les équilibres sociaux qui caractérisent notre État moderne, notamment l'équilibre entre d'une part, les intérêts économiques et d'autre part, les intérêts des travailleurs. C'est précisément notre modèle social, qui ne doit pas, si je puis dire, être en chômage temporaire pendant la gestion de cette crise. Les partenaires sociaux eux-mêmes sont demandeurs.

Il nous faut aussi, à travers ces pouvoirs sociaux, … Décidément, ma langue a à nouveau fourché: ces pouvoirs spéciaux qui doivent être sociaux, …

Freud disait qu'il y a deux types de lapsus: le lapsus révélateur et le lapsus non révélateur. Ceci est un lapsus révélateur!

Plus sérieusement, chers collègues, il est essentiel de faire en sorte que ce qui se trouve dans cette loi d'habilitation soit respecté à la lettre, en particulier ce dispositif qui prévoit qu'aucune des mesures ne doit porter atteinte à la protection sociale et au pouvoir d'achat des travailleurs et de leurs familles. C'est fondamental! C'est pour nous la pierre angulaire du dispositif.

Si certains croient pouvoir profiter de ce moment tragique, disons-le, pour démanteler toute une série de droits sociaux fondamentaux, nous, groupe PS, leur répondons que cela se fera sans nous. Dès lors, notre vigilance sera de tous les instants pour faire en sorte qu'on puisse combiner une lutte efficace de la crise sanitaire et des dangers du coronavirus et, en même temps, éviter qu'en raison de cette crise, nos concitoyens ne soient plongés dans une forme de précarisation ou de misère. Le texte est clair. Il devra être respecté.

De la même manière, comme le dit le Conseil d'État, il nous faut, en tant que démocrates, être vigilants. Je sais que nous sommes une grande majorité à partager ces valeurs – c'est peut-être moins vrai pour d'autres – et à considérer que les mesures que nous allons prendre et qui touchent à certaines restrictions, notamment de liberté de circulation voire d'autres droits fondamentaux, doivent l'être avec toujours la main tremblante de celles et ceux qui sont conscients que les libertés publiques et droits fondamentaux, qu'ils soient consacrés dans la Constitution ou dans des textes internationaux ou européens de protection des droits de l'homme, sont, chaque fois et chaque fois que nécessaire, la lumière qui doit éclairer le chemin du législateur ou du gouvernement en pouvoirs spéciaux. Nous demandons donc une proportionnalité dans les mesures qui seront prises avec le réflexe que doit avoir chaque démocrate à chaque fois qu'il est question, d'une manière ou d'une autre, d'une restriction quelconque à ces libertés et droits fondamentaux.

Pour le reste, chers collègues, beaucoup de choses ont déjà été dites. Allons à l'essentiel! Oui, il faut que ces pouvoirs spéciaux nous permettent désormais d'être d'une efficacité infaillible quant à la manière dont nous allons pouvoir offrir, à l'ensemble de nos concitoyens, les capacités d'endiguement de la propagation de la pandémie en même temps que des réponses de traitement, des réponses thérapeutiques.

Les hôpitaux doivent, pour cette raison, être en tête de nos priorités. C'est capital. De la même manière, il faut du soutien et de l'échange d'informations entre nos universités et nos laboratoires privés et publics, pour trouver les médicaments et les vaccins qui nous permettront de guérir le plus grand nombre possible de patients atteints. C'est pourquoi nous vous demandons, là aussi, de redoubler d'efforts.

En outre, nous vous demandons de profiter de ces pouvoirs spéciaux pour mettre en place un dépistage massif. Il est temps de le faire. Il n'y a plus à tergiverser. Il faut pouvoir le faire immédiatement.

Sur le terrain économique et social, nous souhaitons que vous soyez prêts à exercer un contrôle des prix. Le risque d'inflation n'est pas à exclure. Il pourrait lui-même engendrer une forme de précarité. Bien entendu, il n'y aura pas de saut d'index. Que les choses soient claires! Néanmoins, un risque inflatoire pourrait entraîner, dans un premier temps, une forme de précarisation. Dès lors, il ne faut pas s'interdire ni de contrôler ni de bloquer les prix. Il faut en tout cas confier à l'Observatoire des prix le soin d'exercer un contrôle sévère.

Nous avons pris un certain nombre de mesures pour venir en aide, par des financements et des avances de trésorerie, au secteur économique. Une proposition de loi sera débattue et votée tout à l'heure. Il va de soi qu'il faudra pouvoir aussi en faire l'évaluation.

De même, sur le terrain social, il faut veiller à ce que les personnes qui sont en chômage temporaire contre leur gré ne soient pas les victimes de cette crise sanitaire qui ne doit pas devenir une crise sociale. C'est la raison pour laquelle tout doit être étudié pour faire en sorte que le revenu disponible n'en soit pas atteint. C'est pourquoi il est aussi essentiel de suspendre la dégressivité des allocations de chômage, et d'assouplir les règles concernant la carte de chômage, afin de ne pas occasionner, par exemple, des files interminables qui ne se justifient pas devant certains bureaux.

Pour le reste, nous souhaitons vous dire ceci en conclusion, monsieur le ministre. Mon lapsus révélateur, renouvelé à trois reprises, est indicatif de ceci. Si nous comprenons bien ce qui s'est passé en 2008, et si nous voulons véritablement surmonter ce à quoi nous sommes confrontés, d'abord sur le terrain de la santé, mais aussi sur le plan social, il faut rester du côté de nos concitoyens les plus fragilisés. C'est comme cela qu'on préparera la relance d'une politique sanitaire efficace, la relance économique et la relance sociale, et que nous ferons en sorte que notre cohésion sociale soit maintenue malgré l'épreuve terrible que notre pays subit.


Dries Van Langenhove VB

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, mevrouw de eerste minister, mevrouw de minister van Volksgezondheid, beste collega's, de situatie is meer dan ernstig. Wij zitten op dit moment in de grootste gezondheidscrisis die onze generaties hebben meegemaakt. Wij stevenen bovendien af op een diepe economische crisis die ons voor enorme uitdagingen stelt.

Een crisis die, in tegenstelling tot wat nu en de komende maanden beweerd zal worden, perfect voorkomen had kunnen worden. Als de regering reizigers uit risicogebieden had gecontroleerd vanaf het moment dat duidelijk werd hoe ernstig dit virus was, had het coronavirus nooit zo'n vrij spel kunnen krijgen in ons land. Er is te laat en veel te amateuristisch gereageerd.

Om nog maar te zwijgen over de vele blunders die begaan zijn. Van het flagrant liegen tegen de burgers over de effectiviteit van mondmaskers en alcoholgel tot het vernietigen van onze noodvoorraad beschermende kledij zonder die nadien te vervangen, waardoor zorgpersoneel zonder beschermende kledij naar het front moest om deze crisis te bedwingen.

Ook de zogenaamde experts die enkele weken geleden nog een positief reisadvies gaven voor Noord-Italië en die zegden dat het nutteloos was de terugkerende reizigers te controleren, hebben boter op het hoofd. Net als trouwens de vele burgers die zo onverantwoordelijk zijn geweest de richtlijnen te negeren en over de grens op café te gaan.

De regering is dus niet als enige verantwoordelijk voor het uit de hand lopen van deze crisis, maar de regering draagt wel de eindverantwoordelijkheid.

Voorkomen is beter dan genezen. Wij hadden de coronacrisis minstens gedeeltelijk kunnen voorkomen, maar zij is er nu jammer genoeg. Nu moeten wij haar overwinnen.

Beste collega's, ik ben het er mee eens dat drastische tijden vragen om drastische maatregelen. Dat begrijpen de burgers. Dat begrijpt ook mijn fractie. Maar het is onze taak als Parlementsleden ons niet alleen constructief op te stellen in deze drastische tijden, het blijft ook onze taak, en meer zelfs, onze plicht, erover te waken dat de maatregelen proportioneel blijven en de grondrechten van ons volk niet in het gedrang brengen.

Wanneer een regering die blunder na blunder begaat en maandenlang de ernst van het coronavirus heeft geminimaliseerd het vertrouwen vraagt om volledig autonoom te kunnen beslissen over de aanpak van een crisis die zij zelf mee veroorzaakt heeft, gaan er bij mij en bij heel wat geïnformeerde burgers een aantal alarmbellen af.

Vertrouwen moet men immers verdienen. In de afgelopen maanden heeft de regering het vertrouwen van de burgers niet verdiend; integendeel, de regering heeft het vertrouwen van de burgers beschaamd.

Een volmachtenwet is iets zeer uitzonderlijks en vergt nog meer dan anders onze allergrootste oplettendheid. We stemmen hier over de modaliteiten voor het tijdelijk afgeven van de meest fundamentele bevoegdheid van het Parlement, namelijk de wetgevende macht afstaan aan de uitvoerende macht. Mijn fractie heeft daarover toch nog enkele serieuze bedenkingen. We staan daarin niet alleen, zo bleek uit het zeer kritisch verslag van de Raad van State dat gisterenavond werd uitgebracht, maar ook uit de commentaren van tal van grondwetspecialisten en rechtsgeleerden.

Ten eerste stellen we ons vragen bij de manier waarop deze tekst tot stand is gekomen. De zogezegde 'Grote Unie' waarover premier Sophie Wilmès spreekt, gaat over de regering, aangevuld met de partijvoorzitters van tien partijen. Wat is het statuut van dit orgaan? Waarom staat hier niets over in de wettekst? Wat zijn de bevoegdheden van dit orgaan? Voor zover wij weten, ligt de bevoegdheid om de regering te controleren bij het Parlement, bij de verkozenen des volks, niet bij de partijvoorzitters. De particratie heeft in dit land de democratie al meer dan genoeg uitgehold, al genoeg verziekt. Wij zullen niet kritiekloos toekijken hoe de particratie haar wurggreep op onze democratie en op onze democratische politieke besluitvorming nog verstikkender sluit.

In de krant lezen wij dat de partijvoorzitters wekelijks achter gesloten deuren zullen controleren hoe de volmachten worden uitgeoefend. Dit druist in tegen alles waarvoor een gezonde democratie zou moeten staan. Het opvolgen van de volmachten hoort, ten eerste, te gebeuren door het Parlement in plaats van door de partijvoorzitters en moet, ten tweede, in het openbaar gebeuren, niet in de achterkamers van de politiek. Die twee elementen, openbaarheid en eerlijke vertegenwoordiging, zijn in het belang van de transparantie en de democratie waarop onze burgers en belastingbetalers recht hebben.

Collega's, we zijn met niet zoveel vandaag, mag ik toch even respect vragen voor de tussenkomst? Mevrouw de voorzitter?

Nog een element dat de werking van het Parlement en onze democratie ernstig in het gedrang brengt, is het feit dat alle checks-and-balances enkel worden vernoemd in de memorie van toelichting. In de wettekst zelf vinden we daarover niets terug. Dit is trouwens een verontrustende rode draad doorheen het hele wetsvoorstel.


President Patrick Dewael

Collega Laaouej, met deze afstand is praten nog vervelender, dat moet ik wel toegeven.


Dries Van Langenhove VB

Dank u, mevrouw de voorzitter. De toelichting verschilt enorm van de uiteindelijke tekst en dit wekt zeer weinig vertrouwen. Dat zeg niet alleen ik, maar ook de Raad van State en heel wat specialisten.

Ook wat de maatregelen rond transparantie betreft, zien we hetzelfde gevaarlijk fenomeen. De Raad van State bevestigde in zijn verslag deze kritiek en heeft eveneens principiële bezwaren bij het gebrek aan transparantie waarmee de volmachten omschreven zijn.

Opdat er geen misbruik van kan worden gemaakt, is het van het allergrootste belang dat volmachten zo specifiek en concreet mogelijk worden uitgewerkt. Anders gaat het om een blanco cheque, die in België naar goede gewoonte ongedekt zal blijken. Ieder lid van de commissie voor Binnenlandse Zaken die deze ochtend samenkwam, is het erover eens dat veel van deze maatregelen broodnodig zijn. Toch mogen ze geen reden zijn om de democratische controle uit te schakelen.

Ik zal niet alle technische kwesties van deze ochtend herhalen, maar ik wil het hierover toch even hebben. Deze controle, die tot de essentie van onze taak en plicht als volksvertegenwoordigers behoort, wordt immers nergens in dit voorstel verzekerd. Integendeel, ze wordt verregaand uitgeschakeld, zeker voor de partijen die niet bij die 'Grote Unie' voor de volmachtenregeling betrokken worden. Op die manier neemt men een gevaarlijk loopje met de werking van ons Parlement en onze democratie.

Niet alleen de Raad van State is hier zeer kritisch over, grondwetspecialist Hendrik Vuye meent zelfs dat "elke democratische controle verdwijnt, ook wat de fundamentele rechten en vrijheden betreft". Mijn fractie is er dan ook van overtuigd dat dit voorstel een aantal bruggen te ver gaat. Door de vaagheid van een aantal bepalingen zijn die volgens ons zelfs strijdig met artikel 105 van de Grondwet, dat de Koning – lees de regering – geen andere macht heeft dan die welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, de regering uitdrukkelijk toekennen. Ook met betrekking tot de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende bestuursniveaus doet de gebrekkigheid van deze tekst ons vrezen voor een al even gebrekkige toepassing van heel wat van de nodige maatregelen.

Als we deze fundamentele punten van kritiek naast elkaar plaatsen, kunnen we niet anders dan concluderen dat dit wetsvoorstel veel te verregaand en veel te gebrekkig is. Mijn fractie heeft zich, ondanks het dedain dat sommige regeringsleden koesteren voor de gewone Vlaming, altijd zeer constructief opgesteld. Wij hebben dan ook een aantal amendementen ingediend om bepaalde gebreken van deze wettekst te verhelpen. Zo willen we tegemoetkomen aan de kritiek van grondwetspecialisten en de Raad van State. Wij rekenen daarvoor op minstens evenveel constructiviteit van uw kant.

Laat mij de politici die binnenkort de taak van het Parlement zullen overnemen vanuit de achterkamers van de politiek toch even een vriendelijk bedoelde waarschuwing geven. Het laatste woord zal altijd aan het volk zijn. Als u het vertrouwen van het volk blijft beschamen, dan zal het volk bij de volgende verkiezingen korte metten maken met de partijen die zich in de komende maanden antidemocratisch of anti-Vlaams zouden betonen. Zeg in 2024 niet dat ik u niet heb gewaarschuwd.


Benoît Piedboeuf MR

Madame la présidente, je voulais réagir. À force d'entendre des âneries, cela finit par énerver. L'orateur précédent n'arrête pas de dire qu'il y aurait une espèce de condescendance envers la Flandre, etc. Il faudrait arrêter de dire des bêtises. Nous avons exactement, au niveau du gouvernement fédéral et des groupes parlementaires, le même respect pour la Flandre que pour la Wallonie.

Cela n'a absolument aucun sens d'avoir ce type de raisonnement et d'entretenir une espèce de haine, une espèce d'eugénisme antifrancophones, qui est totalement injustifiée. Je commence vraiment à en avoir assez de ce genre de langage. Jusque maintenant, je l'ignorais, mais maintenant je ne vais plus l'ignorer, parce que franchement, cela commence à me sortir de partout.


President Patrick Dewael

Het was niet zo persoonlijk, vond ik, mijnheer Van Langenhove. Heel kort, u hebt nog een halve minuut.


Dries Van Langenhove VB

Ik denk niet dat er mensen zijn die de politiek in België de afgelopen jaren actief hebben gevolgd die niet op de hoogte zijn van het dedain en zelfs de haat van premier Wilmès voor Vlamingen.


Franky Demon CD&V

Zoals vorige week tijdens het debat over de regeringsverklaring vaak is gezegd: uitzonderlijke omstandigheden vereisen uitzonderlijke maatregelen. Niemand die er nog aan twijfelt dat we in uitzonderlijke omstandigheden leven. De coronacrisis is een crisis zonder voorgaande. Er is dan ook geen draaiboek beschikbaar.

Er is een wereldwijde gezondheidscrisis die in ons land gelukkig nog goed onder controle blijft en waarvan we hopen dat dit ook zo blijft. Naast de impact op de gezondheidszorg heeft deze crisis ook een gigantische economische impact. Ongeveer een miljoen werknemers is momenteel tijdelijk werkloos. Dit zijn drie op de tien werkende Belgen in de privésector.

Uit onderzoek blijkt ook dat een op de vier Belgische bedrijven de economische schok die we meemaken niet aankunnen als er twee maanden geen inkomsten binnenkomen, omdat ze over onvoldoende eigen middelen als buffer beschikken om deze crisisperiode door te komen. Dit is een ernstige problematiek omdat de afgekondigde maatregelen om de coronacrisis te bestrijden meer dan waarschijnlijk niet op 5 april zullen stoppen. Er dreigt dus een wereldwijde economische recessie die onze bedrijven, zelfstandigen en werknemers zwaar en diep zal treffen.

De maatregelen die de federale en de andere regeringen in dit land de voorbije dagen hebben aangekondigd, moeten onze bedrijven en zelfstandigen helpen om deze crisis door te komen. Tegelijk moet de regering erover waken dat ze de koopkracht van de gezinnen ondersteunt, zodat ze blijven consumeren. Om deze crisis zowel op het vlak van de gezondheidszorg als op sociaal-economisch vlak krachtdadig en efficiënt te kunnen aanpakken, zijn bijzondere machten voor de regering ons inziens absoluut verantwoord.

De regering moet immers vooral snel op de omstandigheden kunnen inspelen, aangezien de toestand dag na dag evolueert en maatregelen dus ook snel en adequaat nodig kunnen zijn.

De komende weken en wellicht maanden worden een immense stresstest voor de ziekenhuizen, maar ook voor de bedrijven en de banken, die de bedrijven doorheen de crisis moeten helpen. Ook voor de huidige regering wordt het een stresstest.

Bijzondere machten zijn niet ongrondwettelijk. Zowel het Hof van Cassatie als de Raad van State zijn van oordeel dat bijzondere machten mogelijk zijn op basis van artikel 105 van de Grondwet, dat als volgt luidt: "De Koning heeft geen andere macht dan die welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk toekennen."

De machtiging die de regering van het Parlement vraagt om maatregelen in de strijd tegen het coronavirus te treffen, zijn voor onze fractie om verschillende redenen verantwoord.

Ten eerste, zoals ik reeds heb aangegeven, vereisen uitzonderlijke omstandigheden uitzonderlijke maatregelen.

Ten tweede, de regering heeft vorige week hier het vertrouwen van een ruime meerderheid gekregen, waarbij zij aankondigde volmachten aan het Parlement te zullen vragen.

Ten derde, de volmachten worden gevraagd voor een beperkte periode van drie maanden, met de mogelijkheid van een eenmalige verlenging met drie maanden.

Ten vierde, de regering heeft zich ertoe geëngageerd transparantie te bieden aan het Parlement over de aanpak die zij voorstelt binnen de diverse domeinen die in het machtigingsvoorstel aan bod komen.

Ten slotte, de volmachten zijn afgebakend. Bovendien wordt aangegeven welke aangelegenheden of delen daarvan buiten de bijzondere machten worden gehouden.

Belangrijk voor onze fractie zijn de volgende aspecten in het wetsvoorstel.

De volmachten kunnen geen afbreuk doen aan de sociale bescherming en de koopkracht van de gezinnen. Het indexmechanisme van lonen, wedden en sociale uitkeringen, welvaartsaanpassingen aan de sociale uitkeringen in het kader van de welvaartsenveloppe of de toegangsvoorwaarden kunnen niet worden gewijzigd.

De bijdragen aan de sociale zekerheid, belastingen, taksen en rechten mogen niet worden aangepast of gewijzigd. Tijdelijke betalingfaciliteiten, zoals uitstel van betaling van voorschotten en kwadraatsaldi, zijn mogelijk in het kader van een afbetalingsplan. Er kan echter niet worden geraakt aan de parameters voor de berekening van de bijdragen.

De verplichting met betrekking tot de betaling en terugbetaling van belastingen en taksen kan niet worden gewijzigd, maar wel in de tijd worden verschoven.

Alle noodzakelijke maatregelen kunnen worden genomen om de verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, zowel op het vlak van de volksgezondheid als inzake de openbare orde. Directe en indirecte steunmaatregelen aan economische sectoren en gezinnen kunnen worden genomen, de consumenten kunnen worden beschermd en de financiële stabiliteit kan worden gegarandeerd.

Er kunnen snel maatregelen worden genomen om de sectoren te vrijwaren die zorgen voor de bevoorradingszekerheid en om de openbare dienstverlening te waarborgen. De goede werking van de rechterlijke instanties kan worden verzekerd. De volmachten laten ook toe om de nodige administratieve en strafrechtelijke sancties uit te vaardigen om de handhaving van de genomen maatregelen af te dwingen indien nodig.

Belangrijk voor onze fractie is ook dat de besluiten die de wettelijke bepalingen kunnen opheffen, wijzigen, aanvullen of vervangen, zoals bepaald in de artikelen van de wetten van de Raad van State, met uitzondering van de besluiten die betrekking hebben op de volksgezondheid en de openbare orde, voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd. Er wordt wel in de mogelijkheid voorzien om de adviestermijnen in te korten.

Na de bekrachtiging door het Parlement kan het Grondwettelijk Hof de besluiten toetsen. Het klopt dus niet dat de burger machteloos staat. De mensenrechten gelden uiteraard nog steeds.

Ik lees commentaren, net ook nog door de vorige spreker aangehaald, van grondwetspecialisten die beweren dat deze volmachten zeer verregaand zijn en niet democratisch zouden zijn, omdat ze niet alleen betrekking hebben op sociaal-economische aangelegenheden en de gezondheidsproblematiek, maar ook op de openbare orde. Met de volmachten zouden mensen van hun vrijheid beroofd kunnen worden, zoals de heer Vuye beweert.

Daar geef ik twee kanttekeningen bij.

Ik stel vast dat de bewegingsvrijheid van mensen nu reeds door de voorzorgsmaatregelen van de regering, zonder volmachten dus, ingeperkt is. Dat is om redenen van volksgezondheid absoluut verantwoord. De overgrote meerderheid van de mensen leeft die voorzorgsmaatregelen goed na, maar jammer genoeg doen sommigen dat niet en dan moet de overheid krachtdadig ingrijpen.

Bovendien gaan wij ervan uit dat de regering daadwerkelijk nooit maatregelen zal nemen die de vrijheid van de burgers onnodig of disproportioneel zullen inperken.

Tot slot wens ik te benadrukken dat het zeer belangrijk zal zijn dat de Kamer wordt betrokken bij de besluiten in de uitvoering van de bijzondere machten.


Raoul Hedebouw PVDA | PTB

Beste collega's, mijnheer de minister, wij moeten nu bij hoogdringendheid belangrijke en directe beslissingen nemen om de strijd tegen het coronavirus te winnen. Daarover gaat de discussie vandaag niet. Ook de Partij van de Arbeid voelt die urgentie aan. Dat is ook een van de redenen waarom wij ons constructief willen opstellen. Vorige week hebben wij als oppositiepartij het budget van 1 miljard euro mee goedgekeurd. Dat is voor ons evident. Wij willen ook op politiek vlak alle goede maatregelen steunen die de regering zal nemen, hoewel wij er niet meer over zullen kunnen stemmen. Het is duidelijk dat wij, als er bijvoorbeeld beslissingen worden genomen om bepaalde sectoren te sluiten, die beslissingen zullen steunen.

Nous soutiendrons les éventuelles réquisitions de masques et/ou de réactifs. Nous soutiendrons évidemment les mesures visant à apporter de l'oxygène à notre économie. Le débat politique continuera au niveau du Parlement. Quoi qu'il en soit, on pourra compter sur notre soutien et celui du peuple. D'ailleurs, les témoignages de solidarité sont assez impressionnants, que ce soit à l'égard des éboueurs, des chauffeurs de bus, de nos infirmiers et infirmières.

Het gaat nu over alle openbare diensten die ons helpen: politiemannen en -vrouwen, de gemeenten, iedereen die ons helpt om de crisis door te geraken. Het is belangrijk dat die solidariteit, ondersteuning en constructieve houding er zijn. In die zin kunt u zeker rekenen op de steun van de Partij van de Arbeid.

Dat is trouwens ook een van de redenen waarom wij een ontmoeting met mevrouw de eerste minister hebben gevraagd. Spijtig genoeg waren wij niet bij de groep van tien om de discussie te voeren, maar wij verwachten in elk geval zeker nog een ontmoeting om onze positieve voorstellen naar voren te schuiven. Wij hebben daarover nog geen antwoord gekregen, maar hebben nog altijd hoop dat die discussie zeker kan doorgaan.

De discussie van vandaag gaat over de vraag of het in het geval van zo'n grote crisis nuttig is om de democratie te verengen. Zou het niet beter zijn om ze uit te breiden?

Voici la question qui nous est posée aujourd'hui: en période de crise, ne vaudrait-il pas mieux étendre l'assise démocratique au lieu de la restreindre? Ces pouvoirs spéciaux, en confiant l'exclusivité du pouvoir au gouvernement, vont évidemment soustraire une partie d'un débat essentiel que nous devrions aborder. Comme groupe de gauche, comme groupe social, notre crainte est qu'un agenda antisocial soit établi à travers ces pouvoirs spéciaux. Ne me dites pas: "Raoul, tu es en train de rêver! Il n'y aura évidemment rien d'antisocial." Il suffit pourtant de voir qu'un des premiers arrêtés ministériels portait sur le passage des horaires des magasins de 7 h 00 à 22 h 00 – une revendication qui n'avait jamais été émise ces dernières années. Le site du MR va encore un petit peu plus loin, en mettant en avant fièrement cette question de flexibilité. Cela ne va pas! Les caissières et les magasiniers sont épuisés. Ils bossent comme pas deux pour réassortir les rayons et sont exposés à la maladie, en raison de protections insuffisantes. Et que fait le gouvernement? Il accède à une demande de Comeos, fédération patronale, pour étendre les horaires.

Cette crainte que, derrière les pouvoirs spéciaux, ne se glisse un débat social gauche-droite est justifiée. Regardons ce qu'il se passe à l'étranger. Cinq heures après avoir obtenu les pouvoirs spéciaux, le gouvernement Macron a pris les mesures suivantes: possibilité d'augmenter la durée hebdomadaire de travail à 60 heures, de réduire le repos compensatoire à 9 heures, de travailler le dimanche et sept jours sur sept. L'encre des pouvoirs spéciaux n'était pas encore sèche.

Chers collègues, nous sommes placés devant un vrai problème. On va me rétorquer que la définition des pouvoirs spéciaux est très précise. Ainsi, quelques collègues estiment avoir reçu des garanties. Avons-nous lu le même texte? Dans les années 1990 et 2000, les pouvoirs spéciaux ont été votés. Le Conseil d'État avait régulièrement relevé qu'ils avaient été définis positivement, c'est-à-dire qu'il était indiqué que tel secteur ou telle compétence tombait sous la coupe des pouvoirs spéciaux – sous-entendu pas les autres secteurs et compétences. C'était cela, la démarche politique sous Martens-Gol et Dehaene. Or, dans le texte qui nous est soumis aujourd'hui, c'est exactement la logique inverse. Autrement dit, le gouvernement prend toutes les compétences et en exclut certaines. J'ignore si vous avez lu le même texte que moi.

Ik lees over artikel 3 in de memorie van toelichting: "Met het oog op een nauwkeurige afbakening van de bijzondere machten is het aangewezen met negatieve aanwijzingen te werken en met name de aangelegenheden of de gedeelten van aangelegenheden aan te geven die de wetgever buiten de bijzondere machten wenst te houden."

Wat hier staat, is dat alle federale aangelegenheden onder de volmachten vallen, behalve een paar die daarin zijn ingeschreven. Welke zijn dat dan? Geen indexsprong, geen vermindering van de sociale bijdragen en fiscaliteit.

Al de rest valt onder de speciale bevoegdheden. Dat is keiveel. Dat gaat over buitenlandse zaken, de relatie met Europa en de wereld, sociale zaken, financiën, gezondheid, de NMBS en transport. Het gaat dus over alle materies, behalve die drie.

Des collègues de gauche me disent qu'il y a une garantie qu'on n'attaquera pas le pouvoir d'achat. Soyons clairs, je ne soupçonne pas les partis de droite d'une attaque sur le pouvoir d'achat. Ils l'ont déjà fait, ils ne viendront pas avec un nouveau saut d'index! La question concerne ici le Code du travail, qui est cité comme pouvant faire l'objet d'arrêtés royaux. C'est sur la flexibilité que viendra l'attaque! Qui peut me garantir qu'on ne décidera pas d'une flexibilité des horaires de travail? Qui peut me garantir qu'aucun arrêté royal ne modifiera ou ne diminuera les congés payés? Personne! C'est là le problème! Qui peut me garantir qu'il n'y aura pas un arrêté royal qui modifiera les horaires de travail dans les entreprises? Qui peut me garantir qu'il y aura des conditions aux aides aux banques?

Vous nous demandez, en tant que parti de gauche qui défend les travailleurs, de lâcher ces garanties en donnant une pleine confiance et des pouvoirs spéciaux au gouvernement! Vous ne pouvez pas nous demander cela!

L'attaque sur le pouvoir d'achat ne se fera pas par un saut d'index, elle se fera par une absence de mesure compensatoire supplémentaire sur le chômage économique. Comme vous le savez, le chômage économique est plafonné. Dans les faits, beaucoup de travailleurs vont se retrouver avec un revenu de remplacement de 60 %. C'est 40 % de perte de pouvoir d'achat!

40 %, dat is keiveel. Een antisociale maatregel zou zijn om geen bijkomende maatregelen te nemen omtrent die 40 %. Mensen gaan zoveel geld verdienen. Het zou een groot probleem zijn op economisch vlak, zoals Paul De Grauwe zegt, dat we een dergelijke inzinking krijgen inzake de vraag omdat de koopkracht met 30 % tot 40 % zal verminderen, waardoor het systeem gewoon zal imploderen.

On va avoir un problème énorme au niveau de la demande. Il est question de 40 %. Je ne sais pas si tout le monde se rend compte! C'est terrible! On n'a aucune garantie sur ces questions.

Quand je lis les compétences qui nous sont proposées, à l'article 5, § 1, 3°, on parle d'apporter un soutien direct ou indirect, de prendre des mesures protectrices pour les secteurs financier, économique, marchand et non marchand, les entreprises et les ménages qui sont touchés en vue de limiter les conséquences de la pandémie. Vous imaginez de quel mandat il est ici question! Vous êtes mandatés pour donner des milliards aux banques.

Au point 4, il est question de garantir la continuité de l'économie, la stabilité financière du pays, le fonctionnement du marché ainsi que la protection du consommateur. On parle donc de protéger le fonctionnement du marché. Or c'est à cause de ce fameux marché capitaliste que les masques de protection coûtent vingt fois plus cher qu'avant la crise. En effet, conformément à l'un des grands mécanismes du capitalisme triomphant, plus on a besoin de quelque chose, plus on paie. Pour ce qui me concerne, j'aurais pu vivre dans une société animée par une autre logique suivant laquelle plus on a besoin de quelque chose, moins on doit payer. Il aurait été alors question de la valeur d'usage des produits. Mais, dans ce cas, il est question de la valeur d'échange.

On se retrouve donc aujourd'hui dans une situation où des acteurs présents sur le marché spéculent et se font quantité d'argent parce qu'il y a une énorme demande mondiale de masques. Et vous me demandez de voter en faveur d'un mandat visant à continuer d'accepter que le marché fonctionne de la sorte. Chers collègues, je ne peux pas voter en ce sens.

Ik lees artikel 5, 5°: "Aanpassingen door te voeren in het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht, met het oog op de bescherming van de werknemers en van de bevolking, de goede organisatie van de ondernemingen en de overheid, met vrijwaring van de economische belangen van het land en de continuïteit van de kritieke sectoren." Hier hebben we het.

Het arbeidsrecht staat er gewoon in. En dan is er de discussie die we vanmiddag met onze eerste minister hebben gehouden.

Beste collega's, ik vind het een beetje problematisch om te zeggen dat er hoogdringendheid is, en dat er dus geen politiek debat is. De maatregelen, via koninklijke besluiten, die vanavond en morgen zullen worden genomen, zijn al een zekere markering van een links of rechts debat.

Welke sectoren moeten sluiten en welke niet? Natuurlijk zijn de belangen van de grote bazen van die sectoren niet dezelfde als die van de werknemers. Laten wij niet naïef zijn. Mevrouw Wilmès gaf op 13 maart een lijst van de essentiële sectoren. U kunt het checken in de teksten, beste collega's: een essentiële sector is een sector die niet kan worden gesloten, ook als hij de regels niet respecteert. Dat staat in het ministerieel besluit.

Dat is dus niet niks, een essentiële sector. De lijst is gewoon vier keer zo lang geworden op vijf dagen tijd. Wie heeft daarvoor gezorgd? De telefoon van de eerste minister zal wel vaak gerinkeld hebben door alle patronale federaties met de vraag of hun sector nog open kan blijven. Resultaat, vandaag, op 3 miljoen werknemers werken er 2 miljoen in een essentiële sector.

Dat is toch een politieke discussie? Ik, als lid van een linkse partij, vind dat met het oog op de stijgende lijn van de viruscrisis, een maximum aan sectoren moet sluiten. De mensen moeten thuisblijven.

Natuurlijk niet het personeel van de ziekenhuizen, natuurlijk niet het personeel voor het transport van geneeskundige producten, natuurlijk niet het personeel van de voedingssector. Laten wij stoppen er karikaturen van te maken.

Maar wat heeft het voor nut dat in Antwerpen chemiebedrijven nog altijd plastic stoelen produceren? Waarover gaat het nu? Dat een bedrijf in Limburg verwarmingstoestellen mag blijven produceren?

Une entreprise limbourgeoise continue à produire des chauffages. Allez, nous allons arrêter! À quoi cela rime-t-il de continuer à faire fonctionner de telles entreprises? Ce n'est pas sérieux! Ces gens sont obligés de prendre leur voiture, d'aller au travail, de côtoyer des travailleurs dans des conditions dans lesquelles il n'est pas possible de respecter les règles de confinement. C'est un débat gauche/droite. Il faut arrêter de dire qu'en période de crise, il n'y a plus de tels enjeux! Je ne suis pas d'accord avec cela.

En conclusion, je pense qu'il y a encore un dernier problème démocratique.

La Ligue des Droits Humains nous indique qu'il y a un problème sérieux, aujourd'hui, pour la protection de la vie privée. Plusieurs professeurs d'université le disent.

Er zijn er een paar die duidelijk zeggen dat ze begrijpen dat er maatregelen nodig zijn, maar zij maken zich tegelijkertijd toch ook zorgen. Dat zeggen ons professoren van de universiteit van Antwerpen. Wat zeggen de Duitse liberalen van de FDP, geen PVDA-bron dus?

Je me permets de citer les libéraux allemands: "Les mesures drastiques actuelles pourraient être nécessaires pour ralentir la propagation du coronavirus. Mais elles ne doivent pas causer de dommages durables au caractère libéral des démocraties européennes. Notre démocratie libérale est fondée sur l'idée qu'il existe un lien indissociable entre le pouvoir étatique démocratiquement légitime et certains droits civils et humains." Ce sont les libéraux allemands qui le disent, monsieur le président.

"Dans un tel système, les droits individuels peuvent également être appliqués contre le pouvoir de l'État. Le premier ministre hongrois Viktor Orbán veut une démocratie illibérale. En conséquence, il veut profiter de la crise du coronavirus pour suspendre le Parlement jusqu'à nouvel ordre et gouverner par décrets. Certains voudraient également que le pouvoir exécutif allemand prenne des mesures encore plus sévères. Ces fantasmes doivent être clairement rejetés. Les restrictions actuelles sont l'exception absolue et devraient le rester."

Les libéraux allemands demandent donc de ne pas diriger par décrets. Ici, les libéraux belges disent qu'ils veulent diriger par arrêtés royaux. Je ne comprends pas! Réellement, nous aurions pu prendre de nombreuses mesures ici au sein de ce Parlement, à toute vitesse. Il me paraît clair que s'il fallait un permis de bâtir ou des réquisitions, vous auriez eu notre soutien total. Vous le savez très bien. Nous ne sommes pas là pour jouer à de petits jeux politiciens. Il y a des urgences. C'est important! De ce côté, notre posture n'est pas celle d'autres partis ici présents. Je ne suis pas en train de dire que les Wallons et les Flamands se crachent dessus. Il y a de la solidarité.

Oui, il faut prendre des mesures urgentes. Nous ne serons pas dans cette opposition stérile. Nous voulons être une opposition constructive et il est important de le dire. Quelles que soient les tendances politiques, il y a un débat et un combat à mener sur le terrain. Nous sommes tous là pour les soutenir. Mais je ne comprends pas pourquoi nous devons aujourd'hui décider de déléguer l'ensemble des pouvoirs du Parlement pendant trois à six mois au gouvernement, alors que nous aurions très bien pu continuer ce débat ici, au niveau du Parlement. C'est la raison pour laquelle, chers collègues, le PTB votera contre ces pouvoirs spéciaux, mais sera toujours disponible pour appuyer d'autres mesures constructives au cours des semaines à venir.


President Patrick Dewael

Men moet zich altijd hoeden voor politici die voorhouden dat zij geen politieke spelletjes willen spelen.

Si les hommes ou les femmes politiques le disent eux-mêmes ou elles-mêmes, il y a toujours lieu de conserver une certaine méfiance. Ceci est une remarque tout à fait objective. Vous savez que je joue mon rôle avec une impartialité totale.

Ik geef het woord aan de heer Lachaert.


Egbert Lachaert Open Vld

Mijnheer de voorzitter, ik was oorspronkelijk niet van plan het woord te nemen, maar ik ga het toch doen. Ik luister altijd met heel veel plezier naar de heer Hedebouw, zeker als hij alle liberale en democratische principes opsomt. Jammer genoeg hebben niet alle communistische regimes in de geschiedenis dat gerespecteerd, zoniet waren er wat minder doden gevallen in de geschiedenis.

Wat wij natuurlijk moeten doen, is extreme maatregelen nemen. Ons land beleeft een kritieke situatie. Wij zien vandaag dat het aantal besmettingen met het coronavirus op één dag verdubbeld is, van 600 gisteren naar 1.200 vandaag. Wij zijn dus nog niet aan het einde van deze crisis.

Ik denk dat zij die vorige week nog dachten dat wij dit met de gewone parlementaire werkzaamheden met een regering in lopende zaken zouden kunnen oplossen, waarbij we het normale proces doorlopen om week na week hier discussies over teksten te voeren, hoorzittingen te organiseren in commissies en zo vooruit te gaan, die illusie intussen kunnen opbergen.

Wij hebben een regering nodig die, hoewel ze geen meerderheid heeft met de deelnemende partijen in het Parlement, moet kunnen werken, vooruitgaan en krachtdadig moet kunnen besturen. Vandaag gaat dat over de volksgezondheid, de elementen die nodig zijn, de discussies over de testen, de discussies over de mondmaskers.

Het gaat ook over sociaal-economische zaken. We moeten mensen uit de nood helpen. Er waren in het begin van deze vergadering vragen over de mensen die hun werk verliezen, die hun job moeten stopzetten, die moeten worden geholpen. Mensen die een handelszaak moeten stoppen, moeten worden geholpen.

Wij hebben tot nu toe zeer lineaire maatregelen genomen: tijdelijke werkloosheid, een overbruggingsvergoeding voor de zelfstandigen, maar over de tijd heen zullen er wellicht fijnmazerige oplossingen nodig zijn om een goed evenwicht te hebben, om degenen te helpen die problemen hebben.

We moeten er echter ook voor zorgen dat de basis van de economie overeind blijft en dat zij die kunnen werken blijven werken. Daarvoor moeten wij ook maatregelen nemen.

Ik wil niet verzanden in de discussie om iedereen al dan niet naar huis te sturen, zonder enige oplossing. Dan vrees ik dat we de factuur die daarna op ons afkomt niet zullen kunnen betalen.

De regering zal dus op diverse vlakken moeten bijsturen door de tijd heen. Vandaag is dit op het vlak van de volksgezondheid en op sociaal-economisch vlak. Volgende week kan het over de bevoorradingszekerheid of andere elementen gaan.

De Kamer van volksvertegenwoordigers geeft met deze wet inderdaad een deel van onze bevoegdheden af aan de uitvoerende macht, die ze overneemt. Wij doen dat echter niet zomaar. Een aantal beslissingen die wij vandaag in de marge van andere bijeenkomsten hebben genomen, komen ernstig tegemoet aan de bezwaren van sommigen dat de volksvertegenwoordiging alle macht afgeeft. Dat is niet het geval.

Uit het advies van de Raad van State blijkt dat ook duidelijk. Alles wat de regering met de volmachtbesluiten zal doen, moet binnen het jaar door ons allemaal worden bekrachtigd. Dat houdt ook in dat er regelmatig overleg moet zijn tussen ons, de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de regering over de manier waarop zij omgaat met de uitvoering van de volmachtenwet, die wij zullen goedkeuren.

Op voorstel van onze voorzitter, de heer Dewael, hebben wij deze middag in de Conferentie van voorzitters een belangrijk statement gemaakt door de oprichting van een eigen bijzondere en tijdelijke parlementaire commissie, die zoals de andere commissies werkt, maar waarin ook samen met de regering de werkzaamheden in uitvoering van de volmachtenwet zullen worden opgevolgd.

Daarbij zal iedereen aanwezig zijn die aanwezig kan zijn. U weet immers hoe een parlementaire commissie met zeventien leden werkt. Men kan als lid van de assemblee in de commissie aanwezig zijn.

Het wordt dus geen verhaal waarbij achter gesloten deuren op zaterdagochtend binnen de regering wordt overlegd. Op dat overleg is iedereen hier aanwezig uitgenodigd. De zeventien leden zullen de opvolging doen.

Op zich komen die maatregelen tegemoet aan de bestaande kritiek. Er wordt een krachtdadige tool aan de regering gegeven om te besturen. De fora en de macht zijn aanwezig om de regering te controleren en op te volgen.

Daarom zal mijn fractie de voorliggende volmachtenwet goedkeuren, met het vertrouwen dat de regering met die volmachten het noodzakelijke zal doen om het land de komende tijd te besturen.


Meryame Kitir Vooruit

Mijnheer de voorzitter, ik heb het vanochtend al gezegd: uitzonderlijke tijden vragen uitzonderlijke maatregelen. Daarom zullen wij straks stemmen over een volmachtenwet.

Dat gebeurt niet elke dag. Vele collega's hebben al gezegd dat het in crisistijd belangrijk is dat men snel maatregelen en beslissingen kan nemen. Het is soms niet mogelijk om de hele parlementaire procedure te doorlopen, als men snelle en kordate beslissingen wil nemen. In het belang van de veiligheid en de gezondheid van de mensen, in het belang van al ons zorgpersoneel, maar ook in het belang van onze werknemers en bedrijven zal sp.a haar steun aan de voorliggende volmachtenwet verlenen.

Dat wordt geen blanco cheque, zoals sommigen onder u vandaag beweren. De volmachtenwet is beperkt in de tijd en in bevoegdheden. De sp.a heeft ook speciaal laten opnemen dat er zeker geen maatregelen genomen kunnen worden die de koopkracht van de gezinnen of de bestaande sociale bescherming zouden kunnen aantasten. Dat gaat in de brede zin, mijnheer Hedebouw, niet enkel over de voorstellen die u hebt opgenoemd. Daar zullen wij zeker op toezien.

Het is ook zeker niet de bedoeling dat het Parlement zichzelf buitenspel zet. Het Parlement heeft eigenlijk een zeer belangrijke rol tijdens de coronacrisis. Onze controlerende rol is nu meer dan ooit belangrijk: wij moeten controle uitoefenen op wat de regering beslist, wij moeten controle uitoefenen op de manier waarop de regering omgaat met de volmachten en wij moeten ook controle uitoefenen op alle andere beslissingen die de regering neemt. Wij hebben vanmiddag al een debat gevoerd over het aantal mondmaskers en de bescherming, maar ook over de bescherming van de mensen die in tijdelijke werkloosheid worden geplaatst. Het Parlement is dus niet technisch werkloos, de leden kunnen perfect nog wetsvoorstellen indienen, agenderen, bespreken en daarover stemmen.

Het allerbelangrijkste is misschien nog dit: het is niet omdat wij constructief zijn en omdat wij begrip tonen voor de situatie dat er van de volmachtenwet misbruik mag of kan worden gemaakt door de regering. In dat verband herhaal ik wat ik vanochtend al zei: ik begrijp nog steeds niet waarom de regering de farmawet, die al een hele procedure heeft doorlopen in de commissie, die er goedgekeurd werd en klaar is om in plenaire vergadering te worden besproken, van de agenda heeft gehaald met de coronacrisis als argument, terwijl met de goedkeuring van die wettekst heel wat geneesmiddelen tegen astma, hoge bloeddruk, epilepsie, de ziekte van Alzheimer, depressie en bepaalde kankers, voor de patiënt goedkoper zouden worden.

Wie in volle gezondheidscrisis een wettekst tegenhoudt die ervoor zorgt dat de geneesmiddelen voor de patiënten goedkoper zouden zijn, moet bij zichzelf te rade gaan en zich afvragen welke belangen hij dient. Dient hij de belangen van de patiënten of die van de Big Pharma?

Onze partij sp.a is constructief en begrijpt dat uitzonderlijke tijden uitzonderlijke maatregelen vragen. De volmachten zijn uitzonderlijk. De Raad van State was vrij positief in zijn advies. Wij hebben vanochtend in de commissie enkele amendementen gesteund die tegemoetkomen aan de technische opmerkingen van de Raad van State.

Wij zullen de volmachtenwet steunen en tegelijkertijd ook onze rol in het Parlement opnemen en de regering blijven controleren en voorstellen indienen.


Catherine Fonck LE

Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, l'essentiel a été dit. Je voudrais simplement, au nom de mon groupe, exprimer certains éléments. La situation est gravissime et demande que nous puissions avancer dans l'urgence de la manière la plus efficace possible, à la fois pour gérer cette crise sanitaire exceptionnelle mais aussi pour gérer la crise socioéconomique qui, malheureusement, s'y ajoute.

Monsieur le vice-premier ministre, cela nécessite que le gouvernement aille plus vite, de manière plus forte et plus efficace. Les derniers chiffres ne sont absolument pas étonnants et, malheureusement, les chiffres à venir ne seront pas surprenants, même s'ils seront, en tout cas dans les prochains jours, très certainement encore bien plus graves que ceux d'aujourd'hui. Ceux-ci ne sont en effet malheureusement que la pointe de l'iceberg et ne révèlent pas la totale réalité.

Y aller plus vite, plus fort et de manière plus efficace exige du gouvernement une souplesse d'action et il est vrai que ces pouvoirs spéciaux permettent cette souplesse et cette rapidité d'action. Ce n'est évidemment pas un blanc-seing. Cela doit pouvoir être utilisé en dernier recours et de manière strictement conditionnée dans un cadre précis, dans des circonstances exceptionnelles comme c'est le cas aujourd'hui, avec des pouvoirs qui sont limités à la seule gestion de la pandémie et de ses conséquences, dans une durée qui est limitée et avec un encadrement. Le gouvernement ne peut seul utiliser ces pouvoirs mais le Parlement doit pouvoir être associé à l'utilisation de ces pouvoirs. C'est le cas, monsieur le président, avec l'initiative que vous avez prise sur la mise en place d'une commission permanente qui permettra de suivre la manière avec laquelle le gouvernement utilise ses pouvoirs spéciaux dans le cadre de cette crise COVID-19.

Cette concertation, si je peux me permettre, ne doit pas seulement être une concertation avec le Parlement. Dans le fond, le gouvernement a tout intérêt à s'appuyer sur l'expertise du terrain. D'abord, sur la crise sanitaire. Certes, vous avez mis en place des task forces. En même temps, on le voit, le fossé entre les procédures sur papier et la réalité de terrain est énorme. Puisez et appuyez-vous sur la réalité quotidienne du terrain pour pouvoir être plus efficaces dans la gestion sanitaire de cette crise. C'est une demande que je me permets de formuler ici.

Sur le volet socioéconomique, nous avons aussi besoin de l'expertise du terrain. Je sais que cette expertise a été utilisée par le gouvernement. Vous avez eu énormément de contacts avec le terrain, et en tout cas les grands partenaires du côté syndical et du côté des employeurs. Vous avez d'ailleurs eu une concertation beaucoup plus forte avec les partenaires sociaux qu'avec les soignants. J'ose espérer que les choses peuvent évoluer et changer positivement du côté sanitaire.

Mais j'entendais certains dire qu'on allait faire tout et n'importe quoi avec les pouvoirs spéciaux. Voyons aussi le positif que cela peut apporter, y compris sur le plan socioéconomique. Il est vrai qu'on peut être frappé, parfois, de la manière dont, dans certaines entreprises, les règles de confinement ne sont peut-être pas suffisamment et correctement respectées.

Le fait que le gouvernement bénéficie de pouvoirs spéciaux lui permet de prendre très rapidement un arrêté permettant d'augmenter le nombre d'inspecteurs sociaux. Ce nombre est très faible aujourd'hui. En province du Hainaut, il y en a cinq, pour une province très grande – 1,2 à 1,3 million d'habitants. Vous avez la capacité, par exemple, d'augmenter rapidement le nombre d'inspecteurs qui peuvent aller s'assurer que le confinement est aussi respecté correctement dans les entreprises des secteurs cruciaux qui continuent, aujourd'hui, à faire fonctionner le pays.

Il faut évidemment éviter qu'il y ait des failles aux mesures de confinement que la majorité des Belges respectent aujourd'hui, et ce respect est une bonne chose.

Quand j'en vois certains agiter le chiffon rouge en présentant les pouvoirs spéciaux comme étant un dispositif antisocial, je voudrais répondre simplement qu'il est possible pour le Parlement, avec les acteurs de terrain, de contrôler et de mettre la pression sur le gouvernement pour insuffler une dynamique collective positive. Je viens d'en donner un exemple – et je pourrais évidemment en donner d'autres – pour ce qui concerne la gestion de la crise sanitaire.

Comme je l'ai dit, cette confiance que nous accordons au gouvernement à travers les pouvoirs spéciaux n'est pas illimitée. Du reste, ce que le législateur fait aujourd'hui, il peut le défaire demain. Cela ne veut pas dire que nous vous refuserons collectivement trois autres mois après l'évaluation, mais la responsabilité du gouvernement qui obtient ces pouvoirs spéciaux est aussi de respecter le cadre qui est très clairement délimité par la proposition de loi. Nous serons donc vigilants à son application et son respect.

En conclusion, monsieur le président, vous l'aurez compris, ces balises et les circonstances exceptionnelles que nous vivons nous amènent à voter en faveur de cette loi qui accorde les pouvoirs spéciaux au gouvernement.


François De Smet DéFI

Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, soyons francs, il y a trois semaines, je n'aurais pas cru prendre la parole ici pour défendre l'octroi de pouvoirs spéciaux à un gouvernement minoritaire et dont ma formation ne fait pas partie. Il y a trois semaines, je n'aurais pas non plus cru que le tiers de l'humanité serait en quarantaine, que les avions ne voleraient plus, que les frontières seraient fermées, que des rues et des Parlements seraient aux trois quarts vides et que nous devrions faire face à ce qui apparaît comme l'épreuve collective la plus redoutable depuis la dernière guerre.

Nous vivons des moments exceptionnels et cela demande des actes exceptionnels tant au plan de la santé publique qu'à celui de la pérennité de notre système socioéconomique. Jamais sans doute dans l'histoire de notre pays, les pouvoirs spéciaux – ce procédé qui doit demeurer exceptionnel dans une démocratie parlementaire – n'auront revêtu pareille urgence car c'est tout simplement la vie de nos concitoyens qui est en jeu.

Sur la technicité, il y a d'importants garde-fous juridiques et institutionnels qui sont mis en place: l'obligation de circonscrire les matières pour lesquelles ces pouvoirs sont accordés, la consultation obligatoire du Conseil d'État, la communication pour information à la Chambre, le fait que les arrêtés pourront modifier une loi mais en étant confirmés par le pouvoir législatif dans un délai d'un an à partir de leur entrée en vigueur. Si la situation est d'une extrême gravité et justifie des mesures exceptionnelles, l'équilibre entre les trois pouvoirs et la corrélation entre continuité de l'État et prérogatives du Parlement demeurent des fondements essentiels. Je pense que cet équilibre est respecté dans ce texte.

Nous serons des partenaires scrupuleux mais constructifs de votre action en gardant notre liberté de parole et de suggestion tout au long de cette période. Nous souhaitons que votre gouvernement, dans le cadre strict de l'actuelle crise, réussisse et parvienne à obtenir ce résultat de nous sortir de cette épidémie le plus rapidement possible. Nous demandons à ce propos que soient examinées d'urgence deux mesures. D'une part, un plus grand développement des tests pour toute personne, soignante ou non, qui n'est pas en télétravail dans ce pays. Il est trop tard pour un dépistage massif qui aurait peut-être eu son sens au début de l'épidémie mais il est utile et pertinent de dépister ceux qui ne sont pas confinés. Je crois que c'est même un ingrédient d'un contrat social élémentaire: soit l'État demande aux gens de rester chez eux en télétravail, soit il les contraint à sortir parce que leurs tâches sont essentielles pour la vie de tous les jours et alors il faut à tout le moins que ces travailleurs soient testés pour leur santé et celle de leur entourage.

Par ailleurs, nous demandons la mise en place d'un monitoring permanent permettant, enfin, de confronter les besoins recensés sur le terrain en termes de matériel – on peut parler des fameux masques souhaités par la profession médicale – afin d'avoir un œil réel sur les commandes en cours et les stocks.

À ce propos, permettez-moi, chers collègues, de faire une parenthèse. Nous serons loyaux, mais nous ne serons pas amnésiques. Comme tout le monde, je sais que le temps n'est pas à la polémique. Nous n'en avons ni le temps, ni vraiment les moyens. Néanmoins, je veux dire de manière très claire, au nom de mon groupe, au vu des informations qui fusent de plus en plus, qu'en aucun cas, cet octroi de pouvoirs spéciaux ne vaut quittance ou décharge du bilan du gouvernement précédent, en particulier en matière de gestion des soins de santé et de leur financement. Car les faits sont là. Non, notre pays n'était pas préparé à affronter cette pandémie. Vous me direz que les pays voisins non plus; c'est vrai. Mais ce n'est pas une raison, ce n'est pas une excuse.

Comment est-il possible que, dans un pays comme le nôtre, aujourd'hui encore, au moment où nous parlons, on puisse manquer de masques et de matériel en général pour protéger non seulement le personnel soignant dans les hôpitaux, mais aussi les infirmières à domicile ou tout simplement le personnel soignant qui exerce à l'extérieur?

Durant toute une législature, notre pays a, à tout le moins, désinvesti dans ses soins de santé avec des conséquences parfois peu visibles pour le grand public, mais pourtant lourdes. Au point que l'on découvre aujourd'hui que notre pays n'a pas jugé utile de conserver une réserve stratégique de masques.

J'ai confiance dans la capacité de ce gouvernement à sortir de cette crise. Mais après, il faudra investiguer et comprendre comment nous en sommes arrivés là.

À côté de cela, chers collègues, il y a une responsabilité plus collective qui nous engage tous. Car soyons de bon compte: cette crise sanitaire a surpris et tétanisé le monde entier. À part quelques pays d'Asie qui, parce qu'ils ont été confrontés à une épidémie antérieure, ont su réagir, nous avons tous été dépassés. Puisse donc cette crise nous sortir d'une certaine nonchalance et nous permettre de gouverner autrement! Nous n'avons pas seulement besoin de gestionnaires. Nous avons aussi besoin de visionnaires.

La politique, ce n'est pas seulement additionner des colonnes de recettes et de dépenses, c'est aussi anticiper le monde tel qu'il sera demain. Ce n'est pas juste une affaire de chiffres, c'est aussi une affaire d'imagination. Si nous faisons tous des erreurs, ce qui nous grandira, c'est ce que nous en ferons.

Enfin, je voudrais souligner combien cette période de confinement donne aussi du relief à un phénomène largement structurant de nos sociétés, à savoir l'inégalité réelle et grandissante au sein de notre population.

Même avec une menace aussi unique, aussi universelle que ce COVID-19, qui peut frapper le plus riche comme le plus pauvre, nous nous apercevons que nous sommes complètement inégaux. Nous sommes inégaux car, selon le pays où nous tombons malades, nous pouvons être pris en charge ou non. Inégaux face à une quarantaine qui n'est pas semblable à vivre si nous sommes dans une villa quatre façades ou un appartement modeste. Nous sommes aussi inégaux, nous l'avons vu, face à la pénibilité des tâches. Certains peuvent télétravailler et d'autres doivent rester sur le terrain. Nous découvrons tous que ces derniers sont absolument essentiels et indispensables. Si demain, nous voulons préserver à la fois le libéralisme économique et l'État providence, il faudra que nos politiques se destinent, d'urgence, à réduire cette fracture-là.

Il est temps maintenant, de nous rassembler, chers collègues, autour d'un seul objectif: lutter de toutes nos forces contre la propagation de ce COVID-19 et apporter tout le soutien logistique et financier au personnel soignant médical et hospitalier, aux infirmiers, à ceux qui sont en première ligne et sans armes, et à qui nous devons d'ores et déjà tous exprimer notre plus infinie gratitude.

Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, c'est dans cet esprit de gravité teinté d'espoir que le groupe DéFI accordera son vote à cette loi d'habilitation.


Jean-Marie Dedecker LDD

Mijnheer de voorzitter, het coronavirus is geen excuus voor een lockdown van de democratie. Beste collega's, dit zijn niet mijn woorden, maar de woorden van de socialistische fractieleider in het Europees Parlement, mevrouw Iratxe Garcia Pérez.

Het is gevaarlijk kritisch te zijn in tijden van crisis. De burgers hebben immers iets anders aan het hoofd dan politieke machtsspelletjes. Maar net omdat deze gezondheidscrisis de aandacht van de mensen volledig opeist, is een kritische blik belangrijk in deze uitzonderlijke omstandigheden. Nood mag dan al wet breken, maar mag daarbij de democratie niet onderuithalen. De voorbije weken werd het Parlement drie keren uitgeschakeld.

Eerst gaf dit Parlement, na een debat met 12 van zijn 150 Parlementsleden in dit halfrond, het vertrouwen aan een noodregering met de kleinste minderheid en de grootste gedoogsteun ooit in onze 190-jarige Belgische geschiedenis. Wilmès II regeert met een minderheid van 38 zetels, toegekend op basis van de verkiezingen van zes jaar geleden, 25 mei 2014, en met, op enkele uitzonderingen na, blauwe ministers van tweederangsgarnituur. Het is alsof de verkiezingen van 26 mei 2019 nooit hebben plaatsgevonden.

Vorige week zondag beslisten tien partijvoorzitters om het Parlement buitenspel te zetten en het witte laken volledig naar zich toe te trekken. De partijbonzen kenden zichzelf een zitje toe in de wekelijkse superkern. Deze junta is samengesteld uit de premier, de vicepremiers, negen partijvoorzitters en één fractieleider van deze Kamer, en dicteert de invulling van de volmachten. Dit 'clubje van tien' heeft geen enkele democratische legitimiteit, mijnheer de voorzitter, en wordt ook niet opgenomen in de nieuwe volmachtenwet, waardoor we enkel kunnen besluiten dat het hier om een zachte staatsgreep gaat, een putsch van machtsgeile politieke partijen, met de partijvoorzitters aan de knoppen.

In dit 'clubje van tien' zitten amper drie Kamerleden. Georges-Louis Bouchez, voorzitter van de MR, werd op 26 mei 2019 zelfs niet verkozen en moest gecoöpteerd worden in de Senaat. Eén lid, Joachim Coens, voorzitter van CD&V, nam vorig jaar niet eens deel aan de verkiezingen. Twee partijen werden uitgesloten, maar de Kamerfractie Ecolo-Groen slaagde erin om twee vertegenwoordigers naar de zaterdagse superclub af te vaardigen. Ze dienden meteen vijftig voorstellen in die ze op de superkern met zijn tweeën zullen toelichten en verdedigen. Moet ik misschien zeggen, collega Calvo, met vetorecht? Onafhankelijke Parlementsleden kunnen dat niet, maar niet-verkozen partijvoorzitters kunnen het wel. Waar is onze democratie gebleven?

Mag ik dit Parlement erop wijzen dat partijvoorzitters gekozen worden door de partijleden om hun partij te leiden, niet om het land te besturen? Parlementsleden daarentegen worden door all Belgen verkozen om hen hier te vertegenwoordigen. Dit is geen parlementaire democratie meer maar een zuivere particratie, een dictatuur van de partijen, waar niet het stembiljet van 26 mei telt maar wel de partijlidkaart.

Beste collega's, ik blijf me zelfs afvragen of die volmachten echt nodig zijn. We zien immers dat de Vlaamse regering de crisis perfect bestrijdt zonder volmachten. Vandaag wordt ons gevraagd om deze lilliputterregering verregaande bevoegdheden te geven zonder dat daarbij bepaald wordt hoe dit Parlement enige controle zal uitoefenen. Het is alsof we een leerling van de rijschool zouden vragen om een rally te rijden terwijl de rij-instructeur geblinddoekt en gemuilkorfd op de achterbank zit.

Daarnaast wordt de rechterlijke controle van de Raad van State nu ook nog onbeschaamd gedeeltelijk afgeschaft. Dat is niet verwonderlijk als ik zie dat de Raad van State in zijn advies insinueert dat de indieners hun huiswerk eigenlijk zouden moeten overdoen. Volgens de Raad van State gaat de machtsusurpatie van de partijvoorzitters wel heel ver. Zo vraagt hij zich openlijk af of de volmachtenwet wel verenigbaar is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Collega's, ik lees even wat de Raad in zijn advies geschreven hebben. Men waarschuwt voor mogelijke inmenging in het privé- en gezinsleven, in de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, in de vrijheid van meningsuiting en in de vrijheid van vereniging.

De Raad van State merkt ook nog op dat het gros van de artikelen te ruim omschreven wordt. Hij noteert bovendien dat de eventuele verlenging waarin de volmachtenwet voorziet op verschillende vlakken ongrondwettelijk is.

Hij merkt op dat er een tegenspraak is tussen de memorie van toelichting en de voorgestelde wetsartikelen, dat er problemen zijn met de bepaling van de grondwettelijke bevoegdheidsgrondslag, problemen met de bekrachtigingen, met de termijnen van uitvoering en zelfs met de strafmaten. Met een dergelijke diagnose, beste collega's, komt men normaal op de afdeling palliatieve zorg terecht.

Met de volmachten en de superkern zet u zichzelf dubbel schaakmat, beste collega's-Parlementsleden. U wordt gemuilkorfd en in een dwangbuis gestopt. Straks wordt u nog gemummificeerd en in een cryokamer geplaatst. Dan kunt u ontdooid worden als het de partijvoorzitters past.

Ik begrijp heel goed, beste collega's, dat u deze volmachten zult goedkeuren. In tijden van angst en emotie zal een tegenstem al vlug vertaald worden alsof men de bestrijding van het coronavirus saboteert. Perceptie is in de politiek op korte termijn altijd belangrijker dan waarheid.

Daarenboven weet ik ook heel goed dat wie het dictaat van zijn partijvoorzitter negeert een paria wordt. Hij wordt in quarantaine geplaatst alsof hij besmet is met het virus van onbetrouwbaarheid. Daarna volgt nog de broodroof bij het opstellen van de kieslijsten voor de volgende verkiezingen. Geloof mij, beste collega's, ik ben ervaringsdeskundige in deze materie.

Luister goed, mijnheer Calvo, in tijden van crisis is er naast emotie en angst ook moed nodig. Een gezonde portie ratio en veel gezond verstand.

Ik vraag u bijzonder waakzaam te zijn, collega's. Wat u hier vandaag goedkeurt, is een blanco cheque. Het gaat immers niet om bijzondere volmachten, maar om buitengewone volmachten. Het is de eerste keer dat dit gebeurt sinds de Tweede Wereldoorlog. Besef dat u de wetgevende macht nu afgeeft aan de uitvoerende macht.

In een uitzonderingstoestand toont zich de ware soeverein, zegt de rechtsfilosoof Carl Schmitt in zijn Politische Theologie. De echte soeverein in dit land is nu een kransje partijvoorzitters. Zij bepalen alle akkoorden, en er is zelfs geen wettelijke procedure om hen te controleren.

Wie de macht heeft om de rechtsstaat op te heffen, heeft de macht pas echt in handen. Beste collega's, ik reken erop dat u binnen drie maanden rechtzet wat u vandaag afgegeven hebt aan een schimmige, zaterdagse superclub, namelijk de soevereiniteit van het volk.


Kristof Calvo Groen

Mijnheer de voorzitter, de verleiding is groot om te reageren op verschillende redes, maar ik zal mij beperken tot de essentie. Ik heb heel veel begrip voor de waarschuwingen die de collega's hebben meegegeven in dit debat. Ik heb minder begrip voor de collega's die zich heel fel afzetten tegen hetgeen hier vandaag voorligt.

Ik deel een aantal bezorgdheden, maar onze fractie kan niet anders dan dit ondersteunen. Het is een kwestie van consequent zijn. Men kan niet, enerzijds, vragen aan de regering om sneller en efficiënter op te treden tegen corona en, anderzijds, die regering deze mogelijkheid ontzeggen. Men kan hier niet zeggen "eendracht maakt macht" en tegelijkertijd doen alsof wij normale tijden beleven, waarin wij het debat om het debat voeren. Ja, de waarschuwingen zijn terecht, maar de keuze van de tien partijen om dit te doen, is volgens mij op dit moment, in deze fase van corona, het moment waarop mensen zich zorgen maken over een tekort aan bedden op intensive care, de logische keuze.

Het is ook de moedigste keuze. Ze is minder comfortabel dan de keuze die sommigen hier maken, zij die zich plots ontpoppen tot dé vertegenwoordigers van de parlementaire democratie en verder niet erg actief zijn in dit Huis. De mensen die vandaag het risico nemen en aan de onderhandelingstafel gaan zitten, die tonen een vorm van moed. Collega Dedecker, die moed is zelfs nog vele malen kleiner dan de moed die de mensen op het terrein opbrengen.

U bent hier echt niet de enige die bezorgd is om de parlementaire democratie.

Collega Hedebouw, met alle sympathie, maar u bent ook niet het enig Parlementslid met een sterk linkse en sociale overtuiging. Onze fractie heeft de voorbije jaren met heel veel passie en heel veel overtuiging oppositie gevoerd tegen de Zweedse regering. Als de huidige regeringspartijen echter de bereidheid tonen om in deze moeilijke tijden rond de tafel te gaan zitten, dan gaan wij in op die uitgestoken hand, niet om hetzelfde te doen, maar om dingen ook bij te sturen.

Dat hebben wij trouwens vandaag al aangetoond. In het bankenverhaal was er oorspronkelijk geen aandacht voor de non-profit. Welnu, dat werd door mijn Ecolo-Groencollega's op tafel gelegd en er zijn enkele bezorgdheden uitgesproken. Minister De Croo heeft zich ertoe geëngageerd om daarmee aan de slag te gaan. Dat vind ik ernstig parlementair werk.

Trouwens, dat is geen parlementair werk in de achterkamertjes, collega Dedecker. Dat is deze namiddag gebeurd in de commissie voor Financiën. Verschillende collega's die vandaag de parlementaire democratie aanhangen, hebben voor die commissie verstek gegeven. Deze namiddag werd er een bankendeal besproken voor enkele miljarden euro's, in alle openbaarheid gelivestreamd op de website van de Kamer. Wij konden dat met zijn allen bespreken, niet met de partijvoorzitters, maar onder volksvertegenwoordigers. De herauten van de parlementaire democratie waren echter afwezig. Hun bijdrage aan dat debat was nihil.


Jean-Marie Dedecker LDD

Mijnheer Calvo, ik wil een aantal zaken opmerken. Ik loop hier tenslotte al twintig jaar rond, weliswaar met enkele onderbrekingen.

Vandaag durf ik te spreken op basis van wat ik hier meegemaakt heb. Ik heb hier namelijk al enkele crisissen meegemaakt, vooral ook gezondheidscrisissen. De eerste was de dioxinecrisis. Tijdens de dioxinecrisis zijn er 20 miljoen kippen overleden, wat een half miljard euro gekost heeft aan de gemeenschap. Het heeft alleen enkele zelfmoorden onder pluimveehouders opgeleverd. Wel bracht die crisis Open Vld aan de macht, waarvan ik toen zelf deel uitmaakte, dus ik weet zeer goed hoe het in elkaar zit. Andere crisissen die ik vernoem zijn SARS en de gekkekoeienziekte.

Ik richt mij nu ook tot de socialisten, hier aan de overkant gezeten. Ik heb ook de Mexicaanse griep meegemaakt. In die tijd was mevrouw Laurette Onkelinx minister van Volksgezondheid.

Ik heb de heer Hedebouw hier een paar weken geleden gehoord over GlaxoSmithKline. GSK ligt in de achtertuin van mevrouw Onkelinx.

Men heeft destijds voor de Mexicaanse griep 108 miljoen euro aan vaccins besteld en mondmaskers voor 12,7 miljoen inwoners. Wat is er gebeurd met de Mexicaanse griep? Niets. Ook toen werden hier in het Parlement bijzondere machten gegeven aan de regering; vandaar dat ik ietwat wantrouwig sta ten opzichte van die bijzondere machten, mijnheer Calvo.

Wat is er met die vaccins gebeurd? U kunt dat lezen in het boek van het Rekenhof: er werden er 9 miljoen vernietigd, voor een bedrag van 85 miljoen euro. Ik hoor hier al de hele namiddag palaveren over mondmaskers. Er waren toen 4,7 miljoen mondmaskers over. Waar heeft men ze gestockeerd? Op een legerbasis. Men is enkele maanden geleden gaan kijken en ze waren vernietigd.

Mijnheer Calvo, ik zou echt niet zitten grijnzen. Ik hoop dat u uw werk doet. Als aanhangsel van Ecolo zult u dat wellicht doen, want het is uw enige bestaansreden. Het is momenteel ook de enige reden voor uw lilliputterpartij. Ik zal het niet hebben over de kleintjes, want ik behoor er zelf ook toe. Ik hoop dat u er bij kunt zijn.

Als parlementariër heb ik het recht om wantrouwig te staan tegenover het verlenen van bijzondere machten, zeker als ik weet dat u ze in het verleden hebt misbruikt.


Ahmed Laaouej PS | SP

Monsieur le président, il faut avoir un peu de dignité dans cette assemblée! Il y a des gens qui meurent! Un peu de respect pour les gens qui souffrent!


Jean-Marie Dedecker LDD

Mijnheer Laaouej, wat heeft dat ermee te maken? Ik heb wellicht meer respect dan u. Ik heb meer respect dan u.


President Patrick Dewael

Mijnheer Calvo, ga door met uw uiteenzetting.


Ahmed Laaouej PS | SP

Cela se voit! Un peu de dignité!


Kristof Calvo Groen

Mijnheer de voorzitter, ik wil me bij die laatste oproep van collega Laaouej zeker aansluiten. Anderzijds ben ik wel blij met het betoog van collega Dedecker. Het helpt ons om zijn houding en zijn uiteenzetting beter te begrijpen. Eigenlijk is het een grote mea culpa. U zegt: toen ik Parlementlid was in de meerderheid, toen ik nog lid was van een partij, heb ik mij laten doen als volksvertegenwoordiger. Ik heb toen mijn job niet goed gedaan, in die periode. In die dossiers heb ik toen nagelaten om die volmachten, om die particratie, om die partijvoorzitters, voldoende uit te dagen. Ik begrijp nu beter uw houding.


Jean-Marie Dedecker LDD

Als u dit beweert, mijnheer Calvo, moet u de notulen van de vergaderingen van destijds lezen. Nee, mijnheer Calvo, ik zat toen ook in de oppositie.


President Patrick Dewael

Collega's, de heer Calvo heeft het woord, als tweede van zijn fractie. Hij zou kort even afsluiten, we zullen geen polemiek houden ad vitam aeternam. Laten we het sereen en rustig houden, want de omstandigheden buiten nopen ons daartoe. Dank u.


Kristof Calvo Groen

Absoluut. Dat brengt mij bij het tweede punt van mijn korte uiteenzetting. Inderdaad, het Parlement beslist in deze fase ook nog over heel veel. Het heeft eigenlijk in grote mate zelf in handen welke rol het opneemt in deze crisis. Daarom ben ik blij dat die wekelijkse afspraak is gemaakt over die bijzondere commissie. Ik denk dat dit noodzakelijk is. Eerder deze week was daarvoor minder enthousiasme, maar ik ben blij dat we daarin deze week stappen hebben gezet en vandaag die commissie kunnen installeren.

Ik wil aan de regering duidelijk maken dat het Parlement kort op de bal kan spelen. Naast het werken met volmachten, kunnen wij werken zoals met het dossier van vandaag. Ik denk niet dat collega De Croo te klagen heeft over de snelheid waarmee het Parlement dit behandeld heeft. Het Parlement toont dus ook dat het slagkrachtig kan zijn. Dat hebben we trouwens de voorbije tijd in lopende zaken met een minderheidsregering geregeld getoond. Er werden meer akkoorden gesloten in dit Parlement dan er akkoorden gesloten werden tussen partijvoorzitters of tussen de entiteiten van dit land. Ik wil de regering vragen om met die bereidheid, die breed aanwezig is in het Parlement, heel actief aan de slag te gaan.

Ik verwijs dan nog heel kort naar de voorstellen waarnaar sommige collega's al hebben verwezen. Dat zijn voorstellen waarmee onze fractie in het Parlement aan de slag wil gaan en zij verdienen ook uw aandacht, mijnheer de minister. Het kan niet zijn dat werkzoekenden in deze periode hun uitkering nog verder zien dalen; het kan niet zijn dat mondmaskers de mensen die hen nodig hebben, niet bereiken; het kan niet zijn dat er voor bepaalde producten woekerprijzen worden gehanteerd; het kan niet zijn dat er veel mensen in tijdelijke werkloosheid zitten en er tegelijkertijd in bepaalde sectoren een tekort is. Daarvoor komen in het Parlement allerlei oplossingen naar boven borrelen en ik hoop dat wij daaraan de komende tijd samen kunnen werken.


President Patrick Dewael

Mijnheer Clarinval, u hebt het woord.