Proposition 55K0522

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 6 mars 2007 modifiant la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées et l'arrêté royal du 22 mai 2003 relatif à la procédure concernant le traitement des dossiers en matière des allocations aux personnes handicapées, en vue de permettre l'octroi automatique d'allocations.

General information

Authors
CD&V Nawal Farih, Nahima Lanjri
Submission date
Oct. 2, 2019
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
administrative formalities disabled person social-security benefit

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR PVDA | PTB VB
Abstained from voting
N-VA LDD

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

March 12, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Jean-Marc Delizée

Madame la présidente, je renvoie à mon rapport écrit.


Björn Anseeuw N-VA

Collega's, mijn fractie, de N-VA, onderschrijft volmondig het principe van de automatische rechtentoekenning. Vandaag kan een volwassen persoon met een handicap aanspraak maken op een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en/of op een integratietegemoetkoming.

Het recht op een IVT is afhankelijk van de financiële noden van de rechthebbende, het recht op een integratietegemoetkoming hangt dan weer af van de zorgnoden van de betrokkene. Het is een arts van de Directie-generaal Personen met een handicap die dit laatste recht beoordeelt.

Tot de leeftijd van 21 jaar kan een persoon met een handicap aanspraak maken op verhoogd kindergeld, of wat wij in Vlaanderen de zorgtoeslag voor specifieke ondersteunings­behoeften noemen. In Vlaanderen is het aan een arts van Kind en Gezin om dit recht te beoordelen.

Eigenlijk gaat het hier om een wet die al in 2007 werd goedgekeurd, maar die nooit in werking getreden is omdat het koninklijk besluit daartoe tot vandaag niet genomen werd. De vraag is dan ook waarom hiervoor een wetsvoorstel nodig is, terwijl een koninklijk besluit zou moeten volstaan.

Die vraag is op zich niet onbelangrijk. Een koninklijk besluit kan namelijk worden genomen in het raam van een gecoördineerde aanpak. Nu ligt hier een wetsvoorstel voor op basis waarvan de wet van 2007 uiterlijk op 1 januari 2021 in werking moet treden. Alleen blijft een aantal belangrijke vragen onbeantwoord.

Zo is er, bijvoorbeeld, een gegevensstroom nodig tussen de deelstaten, die bevoegd zijn voor de kinderbijslag, en het Directie-generaal Personen met een handicap. Die gegevensstroom is er vandaag niet. Enig concreet perspectief op die gegevensstroom is er evenmin. Wat wij wel weten uit ervaring, is dat het opzetten van zulke gegevensstromen in minder dan een jaar tijd niet vanzelfsprekend is. Ik vermoed dat u mij dit eufemisme zal vergeven.

Dit wetsvoorstel dreigt dus een lege doos te worden. Dat is natuurlijk het laatste wat wij willen. Dan is de vraag wat erger is: iets niet invoeren zonder dat het voorbereid is, of een valse verwachting scheppen. De automatische rechtentoekenning komt erop neer dat men aan een rechthebbende toekent waar hij of zij recht op heeft, zonder dat men die belast met een hoop administratie.

In de periode van 1 januari 2019 tot 31 augustus 2019 hebben 10.206 personen met een handicap bijkomende kinderbijslag ontvangen die geldig is tot hun 21ˢᵗᵉ verjaardag; 75 % van hen heeft de overgang naar het IVT-stelsel aangevraagd. De overige 25 % deed dat niet. Niet zelden was dat een bewuste keuze. Ook die keuze moet worden gerespecteerd. Om dat te doen, worden zij die de uitkering niet wensen te ontvangen voortaan getrakteerd op extra administratie. Zij zullen voortaan actief kenbaar moeten maken dat ze geen gebruik willen maken van dat recht. Zo wordt de ene papierwinkel vervangen door een andere.

De Directie-generaal Personen met een handicap berekende ook dat dit wetsvoorstel een extra werkdruk van 2,5 % zou genereren. Op zich, collega's, is dit natuurlijk geen reden om het wetsvoorstel niet te steunen. Als men echter weet dat de achterstand in de verwerking van de dossiers er nu al groot is, dan is het eigenlijk niet ernstig om de mensen hier nu wijs te maken dat deze bijkomende werklast verwaarloosbaar is zonder extra mensen en middelen. Zoals gezegd, de N-VA onderschrijft het principe van de automatische rechtentoekenning, alleen is dit wetsvoorstel niet ingebed in een gecoördineerde aanpak die al die praktische problemen, al die obstakels, op een goede, doordachte manier aanpakt en wegwerkt.

Dit is geen goed bestuur. Dit is, in het slechtste geval, profilering op de kap van kwetsbaren. Meer nog, het zorgt ervoor dat de kans bestaat dat u met dit wetsvoorstel personen met een handicap een rad voor de ogen draait. Dat is het laatste wat wij willen doen en om die reden zullen wij ons ook onthouden bij de stemming.


Jean-Marc Delizée PS | SP

Madame la ministre, chers collègues, je voudrais d'abord remercier les collègues du groupe CD&V qui ont déposé cette proposition de loi qui apporte une avancée pour certaines personnes handicapées et qui va organiser un examen d'office par la Direction générale Personnes handicapées (DGPH), qui dépend du SPF Sécurité sociale. C'est plus un examen d'office qu'un droit automatique car il y a un dossier qui suivra et cela fera en sorte qu'avant que ces personnes qui bénéficient d'allocations familiales majorées atteignent 21 ans, elles seront interrogées sur leurs intentions par l'administration. Les chiffres de l'administration montrent que parmi ces jeunes qui bénéficient d'allocations familiales majorées, 25 % n'introduisent pas de demande d'allocation de revenu ou d'allocation d'intégration.

La question est de savoir pourquoi. Cela peut être un choix délibéré et c'est tout à fait respectable si ces personnes ne souhaitent pas entrer dans le système de l'ARR/AI. Cela peut être dû à une méconnaissance de l'administration ou à une procédure trop compliquée. Si parmi ces 25 % – ce qui fait quelques milliers de bénéficiaires –, il y a des personnes qui auront accès à leurs droits, c'est une avancée. En ce sens, je ne considère pas que c'est une boîte vide, comme le disait l'orateur précédent, mais bien une avancée car on va vers une sorte d'automaticité de leurs droits.

Pour ces personnes qui, bien souvent, ne bénéficient pas de revenus élevés, le fait d'obtenir l'allocation de remplacement de revenu fait quand même la différence. On sait aussi qu'il y a un fort taux de risque de pauvreté parmi ce public. Le vrai débat porte donc sur le relèvement des allocations minimales des personnes handicapées. On sait que beaucoup d'entre elles vivent sous le seuil de pauvreté et c'est certainement un défi pour les années à venir.

Nous avons également débattu de la question du travail administratif au sein de la DGPH. Elle nous dit qu'il y aura une charge de travail supplémentaire modérée et qu'un échange de données avec les entités fédérées devra être mis en œuvre. Les administrations auront jusqu'au 1ᵉʳ janvier 2021 pour régler les choses au plan technique.

Il y a eu des problèmes dans le passé, il ne faut pas le nier. On a beaucoup parlé des retards, de la durée de traitement, des questions informatiques. Tout cela rentre dans l'ordre et, à ma connaissance, la durée d'examen des dossiers est revenue en dessous des six mois et il n'y a plus d'arriéré tel qu'on en a connu auparavant. Rien n'empêche donc de procéder à cet examen d'office des jeunes en situation de handicap.

Comme il l'a fait en commission, notre groupe votera en faveur de ce texte, en rappelant quand même ce qui a été dit par le Conseil Supérieur National des Personnes Handicapées. Pour lui, le véritable enjeu, ce ne sont pas des mesurettes mais une vraie réforme de la loi de 1987 qui fixe les allocations pour les personnes handicapées. Cette loi est absolument obsolète et très compliquée. Ce qu'il attend du politique dans les temps à venir, en fonction d'un éventuel futur gouvernement, c'est vraiment de revoir de cette loi, de la simplifier et de pouvoir donner aux personnes handicapées un accès à leurs droits.

Pour aujourd'hui, nous votons cette avancée. Nous espérons, dans le futur, pouvoir travailler de manière plus générale sur la loi de 1987. Je vous remercie.


Hans Verreyt VB

Mevrouw de voorzitter, het spreekt voor zich dat het Vlaams Belang het wetsvoorstel zal steunen.

Als sociale partij die opkomt voor de belangen van onze mensen en van onze mensen met een handicap betreuren wij dat de wet van 6 maart 2007 nooit is uitgevoerd, alsook dat door de vorige regeringen niet meer initiatieven werden genomen om die wet wel uit te voeren.

De automatische toekenning van een extra uitkering aan hen die er recht op hebben, is de logica zelve, natuurlijk na een onderzoek om na te gaan of de betrokkene nog steeds aan de voorwaarden voldoet.

Ik mag er in 2020 toch van uitgaan dat ook de informaticatoepassingen van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid vorderingen hebben gemaakt, zodat het ambtshalve onderzoek en de toekenning technisch mogelijk zijn.

Ongeacht of het nu gaat over een inkomensvervangende tegemoetkoming dan wel over een integratietegemoetkoming, de correcte uitwisseling met de deelstaten voor bijvoorbeeld de rechthebbende van verhoogde kinderbijslag mag vandaag geen probleem meer zijn.

Wij erkennen dus niet enkel de verdienste van het voorstel dat ook een administratieve vereenvoudiging voor de betrokkene beoogt, maar wij ondersteunen het ook ten volle.

Ingeval de DG Personen met een handicap niet om kan met de extra werklast van het ambtshalve onderzoek, dat momenteel op 2,5 % wordt begroot, is het aan ons, met name aan het Parlement en aan de regering van aanslepende zaken, om de nodige middelen in te schrijven voor die dienst en voor de aanpassingen aan het informaticasysteem. Het Parlement moet te allen prijze voorkomen dat de wet van 2007 nog langer dode letter blijft.

Een en ander maakt ons echter niet blind voor de keuze van de betrokkenen die dat liever niet hebben. Het kan best zijn dat mensen verkiezen hun situatie niet te laten onderzoeken of al met zekerheid weten dat zij niet langer aan de voorwaarden voldoen. Een opt-out van het ambtshalve onderzoek blijft altijd mogelijk, ook na de goedkeuring van voorliggend wetsvoorstel.

Het Vlaams Belang beoordeelt ieder voorstel op zijn inhoud. Voorliggend wetsvoorstel kunnen wij ten volle en met overtuiging ondersteunen.


Nahima Lanjri CD&V

Mevrouw de voorzitter, collega's, iedereen weet dat mensen met een handicap het moeilijk hebben en kwetsbaar zijn. Het is voor hen ook heel moeilijk om de tegemoetkomingen waarop zij recht hebben aan te vragen.

Iemand met een verhoogde kinderbijslag vanwege zijn handicap die 21 wordt, moet tegenwoordig een hele administratieve mallemolen doorlopen om een inkomensvervangende tegemoetkoming en integratietegemoetkoming te verkrijgen. Eerst moet de betrokkene een online aanvraagformulier van de federale overheidsdienst invullen met zowel administratieve gegevens als een zelfevaluatie over de zelfredzaamheid. Na ontvangst van dat formulier neemt de FOD contact op met de behandelend arts om de medische informatie van de persoon met een handicap op te vragen. De arts ontvangt die vraag via zijn mailbox of via een brief per post. De arts moet de informatie uit het Globaal Medisch Dossier van zijn patiënt toevoegen aan het elektronisch formulier van de FOD of via de post aan de FOD bezorgen.

Om er zeker van te zijn dat de arts de gegevens bezorgt, neemt de dienst DG HAN tegelijkertijd ook contact op met de persoon met een handicap met de vraag om zijn of haar arts op de hoogte te brengen van de aanvraag, zodanig dat de arts de nodige gegevens kan aanleveren. De FOD gaat dan ook nog na of de persoon met een handicap voldoet aan de voorwaarden om een tegemoetkoming te krijgen op basis van de medische en administratieve gegevens. Meestal is dat het geval, want uit informatie die wij van DG HAN hebben gekregen, blijkt dat slechts 17 % van de aanvragers niet in aanmerking komt. Die evaluatie kan gebeuren op basis van papieren stukken, maar in sommige gevallen nodigt de evaluerend arts van de FOD de persoon met een handicap uit voor een onderzoek. Ten slotte wordt er een beslissing genomen, die wordt geregistreerd in het dossier. De persoon in kwestie wordt van de beslissing op de hoogte gehouden.

Dit even om aan te tonen dat er heel wat stappen moeten worden doorlopen om dat aan te vragen.

Jaarlijks ontvangen er nu ongeveer 15.000 mensen met een beperking een verhoogde kinderbijslag en zullen zij op hun 21ˢᵗᵉ verjaardag hoogstwaarschijnlijk in aanmerking komen voor die federale tegemoetkoming, ofwel een integratietegemoetkoming en een inkomensvervangende tegemoetkoming of een van beide.

Uit cijfers van onze administratie blijkt dat maar liefst een op vier mensen met een handicap die aanvraag vandaag niet doet, voornamelijk omdat hij niet op de hoogte is van het bestaan van dat recht. Men weet niet dat men daarop recht heeft, dus vraagt men het niet aan. Of het is ook omdat de aanvraagprocedure veel te ingewikkeld is, zoals ik daarnet heb geduid.

De maatregel die wij vandaag goedkeuren, dit automatisch onderzoek om na te gaan of mensen met een beperking recht hebben op een uitkering, is dan ook geen overbodige luxe, maar wel een noodzaak. Dat merk ik ook op het terrein. De sociale diensten van ziekenfondsen, maar ook tal van verenigingen voor mensen met een handicap krijgen heel vaak mensen over de vloer die niet of onvoldoende geïnformeerd zijn over hun rechten of die zelf het initiatief niet nemen om een dergelijke aanvraag in te dienen.

Herman Janssens, een stafmedewerker van de KVG (Katholieke Vereniging Gehandicapten), ondervond dat aan den lijve. Hij vroeg pas een tegemoetkoming aan toen hij 24 was. Ik citeer hem even: "Ik had dat al kunnen doen toen ik 21 jaar werd, maar als student wou ik zo weinig mogelijk met mijn handicap bezig zijn. Ik was bezig met mijn studies. Mijn ouders waren van mening dat ik er geen recht op zou hebben, want ik woonde nog thuis. Ik weet ook niet hoe ze aan die foute informatie zijn gekomen. Ze vonden het ook beter dat ik een inkomen uit arbeid zou verwerven, maar het een stond het ander uiteraard niet in de weg. Door mijn handicap zou het nog een hele tijd duren voor ik een job vond. Ik hoorde pas over de tegemoetkomingen aan gehandicapten toen een vriend met een handicap mij erover informeerde en dat was dus drie jaar te laat."

Deze persoon heeft zelf ondervonden dat hij niet op de hoogte was. Hij heeft drie jaar verloren omdat hij die aanvraag niet had ingediend, terwijl hij er recht op had.

Hij zegt nu dat "aanvraagprocedures voor sommige personen met een beperking en hun omgeving te lang en te complex blijven. Automatische toekenning van tegemoetkomingen zal het niet opnemen van rechten ongetwijfeld verminderen. Wij zijn dan ook tevreden dat er met deze wetswijziging tegemoetgekomen wordt aan onze vragen."

Ook uit onderzoek van de KUL blijkt dat veel mensen met een handicap moeite hebben om hun dagelijkse administratie en geldzaken te beheren.

Veertig procent van de uitkeringsgerechtigden weet niet hoe men een tegemoetkoming of een vervangingsinkomen kan krijgen. Terwijl in ons land wel 15 % van de bevolking met een inkomen onder de armoedegrens moet rondkomen, is dat percentage bij mensen met een beperking dubbel zo hoog, namelijk 30,5 %. Het is dus absoluut geen overbodige luxe dat de overheid voortaan zelf onderzoekt of iemand recht heeft op een uitkering, zeker voor de zwaksten in onze samenleving, namelijk mensen met een beperking.

Het Parlement besliste inderdaad reeds op 6 maart 2007 dat het recht op die uitkeringen eigenlijk automatisch onderzocht zou moeten worden, maar het koninklijk besluit dat de datum van inwerkintreding moest bepalen, bleef altijd uit. Wij zijn 13 jaar later en het KB is nog altijd niet uitgevaardigd. Daarom heb ik het initiatief genomen dat via een wet te regelen.

De voorliggende wetswijziging werd met een zeer ruime meerderheid goedgekeurd in de commissie; alleen de N-VA-fractie onthield zich. Ik ben heel blij dat wij hiermee ervoor kunnen zorgen dat de administratie DG HAN eindelijk automatisch zal onderzoeken of personen met een handicap recht hebben op een uitkering op basis van gegevens die zij, zodra de desbetreffende personen 20 jaar worden, van de deelstaten ontvangt. Momenteel gaat het over ongeveer 15.000 personen per jaar. Zo laat zij geen kostbare tijd verloren gaan en kan zij op tijd onderzoeken of de betrokkenen op 21 jaar, als ze geen verhoogde kinderbijslag meer ontvangen, recht hebben op de integratie­tegemoetkoming dan wel op de inkomens­vervangende tegemoetkoming. De DG HAN zal de betrokkenen via een brief daarvan op de hoogte brengen, waarna die kunnen aangeven geen beroep op die uitkeringen te zullen doen. Ik denk dat dat er niet veel zullen zijn.

Uiteindelijk is het de bedoeling om het wetsvoorstel, dat wij straks hopelijk opnieuw met een ruime meerderheid zullen goedkeuren, uiterlijk op 1 januari 2021 in werking te laten treden. Zo geven wij de administratie voldoende tijd om zich te organiseren voor de nodige gegevensuitwisseling met de deelstaten.

Als dat lukt voor de administratie, mag dat voor ons uiteraard ook vroeger dan 1 januari 2021.

Collega's, met onderhavig voorstel zetten we alweer een stap verder naar de automatische toekenning van rechten. Er is nog heel veel werk in dat domein. We moeten dat niet alleen doen voor personen met een handicap, maar voor zoveel mogelijk anderen. De goedkeuring van de voorgelegde tekst mag dus geen eindpunt zijn.

Ik wil ten slotte de collega's bedanken die in de commissie constructief hebben meegewerkt om de automatische toekenning te verwezenlijken. Ik wil ook minister Muylle en haar administratie, de DG HAN, bedanken. Zij hebben uitdrukkelijk te kennen gegeven dat ze de wetsbepalingen op het terrein zullen en willen organiseren. Als het van hen afhing, hadden we dat al veel vroeger gedaan.

Collega's, dank u wel voor de steun straks. Ik denk dat we hiermee echt een verschil kunnen maken in het leven van 15.000 mensen per jaar.


Nadia Moscufo PVDA | PTB

Monsieur le président, nous allons soutenir la proposition de loi, parce que nous sommes d'accord avec la philosophie générale avancée. Selon nous, l'attribution automatique des allocations pour les personnes handicapées contribue partiellement à lutter contre le risque de pauvreté.

D'un autre côté, nous avons quand même deux remarques. Pour nous, le véritable enjeu de la lutte contre le risque de pauvreté va se jouer par rapport à l'augmentation de toutes ces allocations de revenus au niveau du seuil de pauvreté.

En outre, cette loi modifie la loi du 6 mars 2007 qui prévoyait déjà de rendre ces droits automatiques. Il aurait suffi que le Roi prenne un arrêté royal pour que cela puisse être d'application. C'est une loi de 2007. Treize ans que cette automaticité aurait pu être appliquée. Ce constat nous permet aussi de douter de la volonté des gouvernements précédents de faire vraiment de la lutte contre la pauvreté une priorité.

Dans cette loi est mise en avant une volonté qu'elle soit d'application au plus tard en 2021. Nous serons vigilants, en tant que groupe politique, pour qu'elle soit effectivement appliquée dans la réalité.


Jan Bertels Vooruit

Mijnheer de voorzitter, mevrouw Lanjri heeft de bestaande situatie en degene die er uiterlijk op 1 januari 2021 zal zijn goed geschetst. De sp.a-fractie staat achter elke verwezenlijking van het principe van de automatische rechtentoekenning. Wij benaderen dit dus positief omdat we het zien als een vooruitgang. Die vooruitgang willen we trouwens voor meerdere uitkeringen bewerkstellingen. Hier gaat het dan nog om de financieel meest kwetsbare personen, namelijk die met een handicap.

De non take-up zoals dat in het jargon heet, is met 25 % effectief te groot. Alle maatregelen die kunnen vermijden dat een inkomensvervangende tegemoetkoming en/of een integratietegemoet­koming niet wordt opgenomen, moeten we steunen. We moeten ervoor zorgen dat die tegemoetkomingen wel terechtkomen bij de mensen die ze nodig hebben. Na 14 jaar moet dat principe nu ook werkelijkheid worden.

Het komt de bevoegde minister toe om ervoor te zorgen dat de DG Personen met een handicap de nodige middelen krijgt, zowel inzake personeel als informaticamaterieel. Mijnheer Anseeuw, de lopende informatiseringsprojecten zijn nog geïnitieerd door een collega van u. Het zou uiteraard beter zijn als die projecten al afgewerkt waren. Die middelen zijn echter nodig om de informatiestromen te kunnen organiseren. De directeur-generaal heeft aangekondigd dat ze er ook zullen komen.

Dit wetgevend initiatief is positief, maar we moeten toch eens de uitdaging aangaan om het hele systeem van uitkeringen voor personen met een handicap te moderniseren. Ook de verhoging van de uitkeringen moet daarbij aan bod komen, want er zijn nog te veel personen met een handicap die nu onder de armoededrempel leven. Daar moeten we absoluut iets aan doen.