Proposition 55K0210

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, concernant la publicité pour les produits à base de tabac.

General information

Authors
CD&V Els Van Hoof
LE Catherine Fonck
Vooruit Karin Jiroflée
Submission date
Aug. 5, 2019
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
consumer protection advertising tobacco public health

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA MR PVDA | PTB VB
Abstained from voting
LDD

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Feb. 20, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Barbara Creemers

Mevrouw de voorzitter, alleen nog maar de titel van de voorgestelde wettekst is al een hele mondvol. Het is voor mij dan ook belangrijk het verslag heel even toe te lichten, des te meer omdat de lezers van het verslag zullen hebben opgemerkt dat er nog een aantal wetsvoorstellen aan gekoppeld zijn.

Het oorspronkelijke wetsvoorstel waarop wij ons hebben gebaseerd, komt van mevrouw Fonck en gaat over het verbod op reclame voor tabaksproducten. Tijdens de bespreking in de commissie werden daaraan nog een aantal wetsvoorstellen toegevoegd. Het gaat over de wetsvoorstellen van mevrouw Van Hoof over de verkoop van tabaksproducent in automaten en over de reclame voor en verkoop van tabaksproducten. Er volgde nog een extra voorstel van mevrouw Fonck over het opvoeren van de strijd tegen het roken. Een wetsvoorstel van mevrouw Jiroflée werd ook in de bespreking meegenomen en gaat over een volledig reclameverbod voor tabaksproducten.

Tijdens een daaropvolgende vergadering van de commissie kwamen er nog twee wetsvoorstellen van mevrouw Fonck, het eerste over de regeling voor rookvrije plaatsen. Dat gaat in concreto over het rookverbod, wanneer kinderen in de auto zitten. Nu ligt de grens daarvoor op 16 jaar en het voorstel is om die grens naar 18 jaar op te trekken. Het tweede wetsvoorstel gaat in tegen de algemene aanvaarding en verspreiding van de e-sigaret.

De commissie besliste vervolgens voort te gaan op het wetsvoorstel over het algemeen reclameverbod op tabaksproducten van mevrouw Fonck en mevrouw Jiroflée, zoals vandaag ter bespreking ligt. Op hetzelfde moment stemden wij ook over het rookverbod in de auto. Dat werd terug naar commissie gezonden en komt dus op een ander moment aan de orde.

Ook werd er beslist om de voorstellen rond verkooppunten, automaten en e-sigaretten naar werkgroepen, waarin de parlementsleden onderling aan de slag gaan, te verwijzen.

Tijdens de voorbereiding van het wetsvoorstel over het reclameverbod hebben wij adviezen gevraagd aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen en kmo's, alsook aan de Stichting tegen Kanker, aan UNIZO en, omdat zij in de verdere besprekingen betrokken partij waren, ook aan Perstablo en ProDiPresse. Alle genoemde adviezen werden in het verslag opgenomen.

Wie met de materie al aan de slag ging, weet dat er al een reclameverbod op tabaksproducten bestaat, waarop er nog een aantal uitzonderingen zijn, zoals de reclame op de voorgevels van tabaks- en krantenwinkels en op de toonbanken ervan.

Mevrouw Fonck, de indiener van het wetsvoorstel, wees er tijdens de algemene bespreking op dat het wel heel vreemd was om in januari te starten met de regelgeving rond neutrale verpakkingen van sigaretten, maar tegelijkertijd wel nog uitzonderingen op reclame toe te staan, vandaar dat zij dat nu wilde aanpakken. De mede-indiener, mevrouw Jiroflée, voegde hieraan toe dat het een stap is in de richting van de rookvrije samenleving, waaraan wij werken.

Als u het schriftelijk verslag uitpluist, zult u zien dat alle collega's zich akkoord verklaarden met het voorstel. Het werd dus unaniem goedgekeurd, maar er is wel een amendement op het oorspronkelijke wetsvoorstel aangenomen, waardoor de inwerkingtreding van de wet een beetje wordt verlaat: oorspronkelijk zou de wet over zes maanden in werking treden, maar die datum is nu vastgelegd op 1 januari 2021 om tegemoet te komen aan de vraag van de winkels om zich in orde te stellen met de administratie en de inrichting van hun winkel. Zo hebben zij daar voldoende tijd voor.

Ik veronderstel dat het stemgedrag in de plenaire vergadering hetzelfde zal zijn als in de commissie. Onderhavige tekst is zeker niet de laatste, die u uit de commissie voor Gezondheid rond tabak voorgelegd zult krijgen, want er staan nog heel wat wetsvoorstellen klaar om besproken te worden.


Yoleen Van Camp N-VA

Collega's, de N-VA-fractie zal het voorliggende wetsvoorstel steunen, zoals wij dat ook in de commissie duidelijk onderstreepten. Hoewel wij de problematiek rond roken al flink hebben kunnen terugdringen, telt dit land nog altijd 19 % rokers. Dat is 5 % minder dan 10 jaar geleden en 10 % minder dan 20 jaar geleden. Het aantal gaat wel gestaag achteruit, maar er blijft nog veel werk op de plank.

Het is misschien interessant om op te merken dat het aantal rokers bij mannen een pak hoger is. Of dat eraan ligt dat wij, vrouwen, stressbestendiger zijn of dat de mannen van ons stress krijgen, staat volledig buiten onze discussie. Ook interessant om op te merken is dat zelfs roken communautair getint is. In Vlaanderen is het aantal rokers, zeker bij jongeren, al veel feller teruggedrongen dan in Brussel en Wallonië met respectievelijk 8 % tegenover 15 en 14 %.

Roken blijft de belangrijkste oorzaak van vroegtijdig overlijden in Europa en dat kost ons, ondanks de opbrengsten van de accijnzen, 11 miljard euro per jaar. Dat heeft de SOCOST-studie in de vorige legislatuur heel duidelijk naar voren gebracht.

Als we maatregelen nemen in verband met tabak, dan proberen we daarbij ook rekening te houden met wie al rookt. Het blijkt immers dat drie vierde van de rokers zelf graag zou willen stoppen. De rokers hier zullen kunnen getuigen dat het een zeer zware verslaving is en dat het dan ook zeer moeilijk is om ervan af te raken. Vandaar onze inspanningen in de commissie om vooral de instroom in te perken en ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk mensen beginnen met roken.

Ik kom dan bij ons standpunt inzake het voorstel over het reclameverbod. We zien dat de meeste rokers jong gestart zijn, want de helft van hen is tussen 16 en 18 jaar beginnen te roken. Adolescenten zijn gevoelig voor afhankelijkmakende stoffen en voor reclame. Het voorstel zal dus niet alleen de bevolking in het algemeen, maar de jongeren in het bijzonder beschermen tegen het starten met roken.

Wat de reclame betreft, heb ik hier de tabel meegenomen voor wie niet bij de hoorzittingen aanwezig kon zijn. Die leert ons dat na de felle stijging in de aanloop naar 2000 en de eerste verbodsbepalingen op reclame op tabak het aantal jongeren dat tabak gebruikt, daalt. Jongeren zijn gevoelig voor reclame en het is dan ook heel duidelijk dat reclame een grote rol speelt bij het beginnen met roken. Vandaag willen we net voorkomen dat zij met roken beginnen.

Samengevat, onze fractie steunt elk voorstel dat de gezondheid van onze bevolking en in het bijzonder die van jongeren ten goede komt. Het verheugt ons dat we in de commissie samen heel constructief naar een oplossing hebben kunnen zoeken die ook billijk is voor de sector. Die moet inderdaad de tijd krijgen om zich aan te passen. Soms zijn we het niet met elkaar eens en zijn er pittige discussies, maar deze keer konden we bijzonder constructief samenwerken. Ik wil de indieners van het voorstel dan ook zeker feliciteren met de constructieve samenwerking.

Zoals de rapporteur al heeft gezegd, werken wij hierop voort in een werkgroep. Ik hoop dat we op die manier nog veel voorstellen kunnen goedkeuren om de gezondheid van de bevolking te beschermen. Ik kijk uit naar de verdere samenwerking.


Laurence Hennuy Ecolo

Monsieur le président, chers collègues, les écologistes n'ont jamais hésité entre santé et tabac quoique cela leur a coûté par le passé. En 1997, Ecolo et Agalev étaient dans l'opposition et ont soutenu la loi interdisant la publicité pour le tabac qui entrait en vigueur en août 2003. Mais la loi n'interdisait pas toutes les publicités. Or la Fondation contre le Cancer répète depuis des dizaines d'années – et c'est d'ailleurs la première de ses recommandations – que la publicité a une influence néfaste sur les fumeurs, surtout sur les plus jeunes. L'interdiction de la publicité pour le tabac a eu des effets évidents sur le nombre de fumeurs.

Nous voilà trente ans plus tard et nous y sommes enfin! Nous avons complètement supprimé la publicité pour le tabac. Nous allons donc faire un pas de plus vers une génération sans tabac.

Je voudrais remercier les collègues de la commission de la Santé pour les débats constructifs. C'est également de bon augure pour les travaux que nous allons entamer en groupe de travail pour aller encore plus loin sur la limitation des lieux de vente, l'exposition des produits et les mesures de contrôle. Sans préfigurer du résultat, je trouve que nous sommes dans un bon trend.

Le chemin vers une génération sans tabac est encore très long. Un plan antitabac global et interfédéral reste l'instrument le plus adéquat pour y arriver. Nous devons élargir notre palette d'intervention en intégrant davantage la prévention en combinant des actions sur les volets économique, social et sanitaire. Plusieurs pays européens y sont parvenus en mettant en place une gouvernance nationale et régionale pour placer la lutte contre le tabac comme une priorité de santé publique. Leurs gouvernements se sont fixé un objectif clair: tous les enfants d'aujourd'hui devront devenir la première génération sans tabac.


Hervé Rigot PS | SP

Monsieur le président, chers collègues, la loi de 1977 relative à la protection de la santé du consommateur fixe une interdiction de publicité ou de parrainage pour les produits du tabac. Si la Belgique avait fait un grand pas, il lui restait encore un pas à faire pour aller au bout des choses. Jusqu'alors, nous autorisions encore la publicité à l'intérieur de magasins de tabac et des librairies et sur leurs devantures.

Selon la dernière enquête relative au tabac, un fumeur sur cinq indiquait avoir vu une publicité pour le tabac au cours des trois derniers mois, principalement dans les librairies et magasins de tabac. Pourtant, 69 % des répondants à cette enquête estimaient que la publicité sur le tabac devait s'arrêter.

Le texte porté par Mme Fonck et nos collègues est un texte important. Nous tenons à la remercier pour son combat sans relâche contre le tabac. Chers collègues, nous aurons probablement des divergences dans d'autres dossiers, mais pour celui-ci, nous vous félicitons pour votre acharnement. Nous vous soutiendrons aujourd'hui.

Nous sommes également satisfaits de constater qu'un amendement a pu être pris pour reporter ces mesures jusqu'au 1ᵉʳ janvier 2021 et ainsi répondre à l'appel légitime de tous les libraires et de tous les magasins de tabac qui devront adapter leur commerce pour répondre à une perte financière. C'est un fait!

Chers collègues, je vais vous dire quelque chose d'énorme: le tabac tue! C'est énorme! Mais ce qui l'est encore davantage, c'est de constater aujourd'hui le nombre de fumeurs actifs. Ce qui est encore plus énorme, c'est de constater, au travers de ces fumeurs actifs, malheureusement, tous les fumeurs passifs. Le tabac tue souvent les uns comme les autres, mais toujours dans la douleur, dans celle de ceux qui fument, ont fumé mais aussi dans celle des familles.

Il y a 40 ans, j'ai été fumeur passif, comme bon nombre d'entre vous, à l'arrière de la voiture de mes parents qui fumaient tous les deux. C'était normal, c'était banal, c'était la vie, c'était avant. Il y a 30 ans et durant 20 ans, j'ai été fumeur actif. J'étais jeune, peut-être con, influençable et surtout influencé. Aujourd'hui, je suis délivré de cet esclavage et j'en suis très heureux.

En tant que père, je ferai tout pour que jamais mon fils ne fume. Je ne vais pas lui interdire car je ne crois pas en l'interdit. Mais je mettrai tout en œuvre: l'écoute, l'information l'échange avec lui et je soutiendrai également des textes comme celui que nous proposons aujourd'hui. Je le ferai parce que je ne veux pas le voir souffrir et parce que je ne veux pas souffrir avec lui. Je le ferai simplement parce que je l'aime. C'est la raison pour laquelle, tout à l'heure avec le groupe PS, j'appuierai sur le bouton vert et ce sera en quelque sorte une petite déclaration d'amour. Je vous remercie.


Steven Creyelman VB

Mijnheer de voorzitter, ik kan u meedelen dat het Vlaams Belang dit voorstel zal steunen. Het kadert immers in de strijd tegen tabak en roken en dus in de strijd tegen kanker.

De enige bemerking die we hadden, is het feit dat de dagbladhandelaren – die toch de voornaamste verkopers zijn van het hier geviseerde product – een deel van hun inkomsten zien verdwijnen. Met het amendement dat in de commissie is goedgekeurd, werd echter ook daaraan tegemoetgekomen. We zullen dus zoals gezegd het voorstel steunen.


Caroline Taquin MR

Monsieur le président, chers collègues, brièvement, je tiens au nom du groupe MR à indiquer que nous soutiendrons ce texte, notamment pour deux raisons précises.

Premièrement, car il faut continuer la lutte contre la consommation du tabac. C'est une question de santé publique. Considérant que toute forme de publicité publique ne peut qu'encourager à cette consommation néfaste, il fallait la réduire. Cette réduction fait d'ailleurs partie de notre programme.

Deuxièmement, cette loi proposée au vote ce jour intègre l'amendement que le MR a déposé pour donner du temps au secteur, à nos libraires, ces indépendants qui subissent de nombreuses modifications législatives depuis plusieurs années, impactant leur activité de proximité et de lien social dans un quartier. Ils ne sont déjà plus que 3 500. C'est d'ailleurs dans le cadre de cette attention que nous avions demandé, lors des travaux en commission, des avis du secteur et des fédérations professionnelles pour adopter une loi applicable dans un délai raisonnable, c'est-à-dire qui prend en compte les difficultés de ce réseau d'indépendants de proximité.

C'est pour cette raison qu'amendée, cette proposition de loi prévoit dorénavant une entrée en vigueur de l'interdiction de la publicité vers le public dans presque une année, le 1ᵉʳ janvier 2021. Ceci donne en effet plus de temps aux libraires pour s'adapter, ce qui était indispensable pour ne pas alourdir leurs difficultés et ce, tout en garantissant l'intérêt de santé publique.

Je remercie et je salue le travail très constructif réalisé en commission.


Els Van Hoof CD&V

Mijnheer de voorzitter, ik steun de uiteenzettingen van de collega's, maar ik wil nog een aantal gegevens toevoegen om het belang van deze strijd tegen tabak te onderstrepen, die ik sinds de vorige legislatuur samen met mevrouw Fonck voer.

Wat is het belang? Een op vijf Belgen rookt. Verslaving is uiteraard geen eigen keuze, maar de gevolgen zijn onmiskenbaar. Roken in ons land is verantwoordelijk voor 15.000 doden per jaar. Dat zijn 40 doden per dag. Om het nog plastischer voor te stellen, dat is een vliegtuig per week.

Dit alles kost de verschillende Belgische overheden vele miljarden euro's, zeker op het vlak van gezondheid. De cijfers die ik net heb gegeven, komen uit de gezondheidsenquête van 2018 en zijn uiteraard alarmerend. We moeten vooral vermijden dat jongeren starten met roken.

Ook in de vorige legislaturen werden heel wat stappen gezet. Twee legislaturen geleden was er het verbod op roken in de horeca. In de vorige legislatuur hebben we gewerkt aan de verhoging van de accijnzen op tabak. Er is een betere terugbetaling van het starterspakket van rookmedicatie. We hebben het neutrale pakje ingevoerd. Er is het verbod op roken in de wagen. We hebben de leeftijd voor de aankoop van een pakje vastgelegd op 18 jaar.

Het werk is uiteraard nog niet af. Het is belangrijk dat we deze krachtige totaalaanpak blijven voortzetten. Ik denk dat de WHO op het vlak van verslaving drie belangrijke principes naar voren schuift. Ten eerste, de prijs moet worden verhoogd. Ten tweede, de toegankelijkheid moet worden verminderd. Ten derde, de aantrekkelijkheid moet worden verminderd.

Het wetsvoorstel dat vandaag voorligt en dat ik ook mee heb ingediend, gaat over het verminderen van de aantrekkelijkheid, wat ook de WHO belangrijk vindt.

Ik ben blij dat we dit vandaag reeds goedkeuren. Binnenkort wordt immers het neutrale pakje ingevoerd. We moeten vooral vermijden dat de reclame in de dagbladhandel wordt verhoogd. Omdat het neutrale pakje de aantrekkelijkheid van roken zal verminderen, is het een beetje tegenstrijdig dat ook daar de investeringen zullen stijgen op het vlak van reclame omdat het pakje het minder aantrekkelijk maakt om te roken.

Wij moeten nog verder gaan dan wat vandaag ter stemming ligt. Ik ben blij dat er een informele werkgroep werd opgericht om verder na te denken en naar het economisch aspect te kijken.

Zoals collega Creemers zei, wij hebben daarom een aantal wetsvoorstellen neergelegd, zowel rond de unieke verkooppunten als rond het terugdringen van de tabaksautomaten. De dagbladhandel is daarvan ook vragende partij. Wij zien dat men ook in het buitenland evolueert naar unieke verkooppunten. Dat speelt in op het tweede punt van de Wereldgezondheidsorganisatie, die zegt dat men tabak minder toegankelijk moet maken. Vooral voor jongeren is dat van belang.

Ik hoop dat wij in die informele werkgroep snel tot een conclusie kunnen komen er een meerderheid kunnen vinden en met die voorstellen snel naar de plenaire vergadering kunnen komen en ze goedkeuren. Wij moeten die 15.000 doden per jaar vermijden en we moeten actie blijven ondernemen. Daarom steun ik ook het initiatief van de Nationale Coalitie tegen Tabak, die wil evolueren naar een tabaksvrije samenleving.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Monsieur le président, je serai moins lyrique que M. Rigot. Ce sera pour un autre thème, peut-être.

We weten sinds vele jaren dat tabak kankerverwekkend is. Het verbieden van reclame op tabak is dan ook een logische maatregel in het belang van de volksgezondheid. Reclame op tabak is sinds vele jaren verboden in ons land, maar er waren wel nog uitzonderingen op deze wet. Dat gebeurt wel vaker in ons land: er zijn wetten en er zijn uitzonderingen. Zo blijft het dus tot op vandaag mogelijk om reclame te maken aan de voorgevel en in de tabakswinkel zelf. Het volledig verbannen van reclame is een eis van de Stichting tegen Kanker en staat vandaag eindelijk op de agenda. Met de PVDA steunen wij dit.

Er was ook een extra reden om dit te doen. Door het invoeren van een neutrale verpakking voor sigaretten is er de legitieme vrees dat de tabaksindustrie deze neutrale verpakking zou compenseren met extra reclame in en aan de voorgevel van de winkels. Directe en indirecte reclame is een belangrijke strategie voor de tabaksindustrie om mensen verslaafd te maken en te houden aan tabaksproducten, waarmee ze miljarden winst maken. De tabaksindustrie maakte dan ook gretig gebruik van de huidige uitzondering. Veel reclameaffiches hangen in en rond scholen en dat is geen toeval.

Uit onderzoek blijkt hoe de tabaksindustrie zich actief richt op jongeren, omdat dit voor hen heel doeltreffend is. Hoe meer jongeren worden blootgesteld aan tabaksreclame, zo blijkt uit onderzoek, hoe meer kans dat ze later dan ook tabak gaan gebruiken. Jong geleerd, is oud gedaan en dat heeft de tabaksindustrie goed begrepen. Ik zie het ook vaak in mijn praktijk als huisarts: hoe vroeger mensen beginnen met roken, hoe moeilijker het vaak is om van die verslaving af te geraken op latere leeftijd. Zeven op de tien rokers hebben spijt eraan begonnen te zijn en twee op de drie willen graag stoppen met roken.

De gezondheidsvoordelen van het afschaffen van de uitzondering zijn ontegensprekelijk, maar we weten dat veel krantenwinkels hun inkomsten halen uit die verkoop en wij steunen net als de Stichting tegen Kanker het idee om na te gaan hoe we die winkels kunnen helpen naar een reconversie met verkoop van andere producten.

Er is verder nog veel werk aan de winkel om te komen tot een coherente politiek om tabaksverbruik te verminderen in ons land. Zo besteedt België slechts 28 cent per inwoner aan preventie, waar de internationale aanbeveling is om 2 euro per persoon te besteden.

Daar beslissen wij hier niet over, hoor ik u al zeggen, dat is een bevoegdheid van de deelstaten. Ook in dit geval is het duidelijk: om tot een coherente politiek inzake tabaksvermindering te komen; kunnen wij enkel vaststellen dat de verschillende staatshervormingen een probleem zijn. Terwijl de tabaksindustrie mondiaal georganiseerd is, is het voor ons moeilijk een coherent beleid uit te werken door de onnodige en dure versnippering van de bevoegdheden in ons land.

Dit hield ons niet tegen in de commissie voor Gezondheid constructief samen te werken aan de verschillende wetsvoorstellen die op de tafel liggen. Wij van de PVDA willen die verder actief steunen.


Karin Jiroflée Vooruit

Vandaag konden we lezen dat België van de zeventiende naar de tiende plaats klimt op de Tobacco Control Scale. Fijn, zeven banken vooruit. Maar het kan nog veel beter. En als we het beter willen doen, komen we vanzelf uit bij reclame. De nefaste invloed van goede tabaksreclame kennen we onderhand. Het genereert…

(De spreker hoest langdurig)

Dit komt niet door het roken, laat dat heel duidelijk zijn. (Hilariteit)

Het genereert lucratieve inkomsten en het levert almaar een nieuwe stroom aan rokers op, zodat de tabaksindustrie blijft renderen. Concreet leidt dat tot ernstige tabaksgerelateerde aandoeningen, waaraan veel mensen voortijdig overlijden. In België overlijden elk jaar liefst 20.000 mensen vroegtijdig door tabaksgerelateerde aandoeningen.

Gelukkig hebben we inzake reclame al heel wat maatregelen genomen. Reclame voor tabakswaren wordt nog altijd verder aan banden gelegd. Het mag in ons land alleen nog maar in zeer uitzonderlijke gevallen: aan de gevel of achter de toonbank van een tabakswinkel of krantenwinkel waar tabakswaren worden verkocht. Maar laat die krantenwinkel nu net een plek zijn waar heel vaak jongeren rondhangen. Ze spreken er 's morgens vóór school af, kopen er 's middags hun snack en na schooltijd nog een snoepje. Uitgerekend daar komen ze dus voortdurend in aanraking met die toch wel heel inventieve en – laten we wel wezen – vaak heel aantrekkelijke reclame voor tabak.

Wij zijn vandaag dus bijzonder blij dat wij ook dat poortje verder kunnen sluiten, want de sp.a-fractie wil zich volledig aansluiten bij het initiatief Generatie Rookvrij. Wij willen streven naar een maatschappij waarin ieder kind rookvrij kan opgroeien.

Ik wil alle collega's bedanken voor de enorm fijne samenwerking bij de behandeling van deze tabaksvoorstellen. Ik hoop van harte dat wij ook in de toekomst zullen kunnen samenwerken om nog een aantal stappen vooruit te zetten. Gelet op de reeds ingediende voorstellen, waarover wij het in een werkgroep al gehad hebben, kunnen wij nog een aantal zaken doen die tegemoetkomen aan de vraag van alle gezondheidswerkers, maar vooral aan de gezondheid van onze kinderen en jongeren.


Catherine Fonck LE

Monsieur le président, chers collègues, ce n'est pas une déclaration d'amour que je vais faire. C'est plutôt une déclaration d'un désamour total pour le tabac. J'ai tout simplement vu trop de patients en souffrir et en mourir. Pour ces patients et pour nos jeunes, qu'il faut particulièrement protéger du tabac, il nous faut encore franchir des étapes.

Certes, aujourd'hui une nouvelle étape est franchie. Elle est importante. L'objectif n'est évidemment pas de montrer du doigt les fumeurs, mais au contraire de continuer à les accompagner pour sortir du tabagisme. L'objectif est ici, à travers la publicité, de protéger d'abord et avant tout les non-fumeurs et singulièrement les jeunes. Ceux-ci, on le sait, sont très exposés à la stratégie redoutable des cigarettiers, qui usent et abusent de tous les trucs et de toutes les ficelles pour avoir des publicités particulièrement attrayantes dans le but d'attirer nos jeunes vers le tabac. Ils font en sorte que leurs présentoirs soient hyper-attractifs, avec le logo des marques, alors que, malgré cela, on tente d'y mettre des paquets neutres.

Il fallait donc franchir cette étape. C'est chose faite aujourd'hui. Mais la stratégie contre le tabac ne s'arrête pas là. Un cancer sur trois, 14 000 décès prématurés, des milliers de patients souffrant de pathologies cardiovasculaires ou pulmonaires sont la conséquence du tabagisme. Lutter contre cela est l'objectif de la stratégie de santé publique que nous voulons suivre. Je me réjouis que l'on puisse franchir ces étapes ensemble.

En ce qui concerne les libraires, j'ai eu de nombreux contacts avec leurs fédérations. L'impact peut être non négligeable sur leur chiffre d'affaires. En même temps, ils ont salué positivement cette avancée. Comme eux, je plaide pour que l'on diminue le nombre de points de vente en Belgique. Ceci permettrait dès lors de les réserver aux libraires et aux petits commerçants, en exerçant un contrôle plus important, notamment pour protéger nos jeunes. À titre de comparaison, la France compte deux fois plus de points de vente que la Belgique alors même que la France est six fois plus grande.

La mesure entrera en vigueur au 1ᵉʳ janvier 2021 en même temps que l'obligation totale du paquet neutre. C'est évidemment cohérent de le faire simultanément mais, surtout, de ne pas permettre un paquet sur des présentoirs avec les logos du tabac.

Chers collègues, je ne m'arrêterai pas là, vous l'avez compris. D'autres parmi vous mènent également ce combat. Nous avons ce groupe de travail. J'espère que nous pourrons arriver à une belle unanimité lors du vote mais aussi sur d'autres dossiers relatifs au tabac.

Je vous remercie, en tout cas, de cette collaboration très constructive en commission. Je voudrais également, en notre nom à tous, saluer la Fondation contre le Cancer mais aussi l'Alliance nationale contre le tabac ainsi que l'ensemble des médecins et des soignants qui s'investissent au quotidien. Leur objectif, qui j'espère deviendra le nôtre, est d'avancer et de créer demain les fameuses générations sans tabac qu'ils portent à raison.

Poursuivons ensemble ce combat d'abord et avant tout pour les patients mais également pour protéger nos jeunes et les non-fumeurs!


Sophie Rohonyi DéFI

Monsieur le président, chers collègues, nous ne pouvions, en effet, plus tolérer que, bien que la publicité sur le tabac était en principe interdite, une exception fut encore prévue pour les buralistes et les marchands de journaux vendant du tabac.

Nous nous devions d'assurer une certaine cohérence à notre lutte contre la dépendance au tabac et à la poursuite d'une génération sans tabac, et ce, avec un véritable volontarisme politique. Il ressort d'ailleurs que la population belge que nous représentons, en ce compris les fumeurs, comprend cet objectif. Un sondage réalisé par la Fondation contre le Cancer a ainsi établi que la majorité des sondés soutenaient l'adoption de mesures antitabac plus drastiques parmi lesquelles l'interdiction totale de la publicité dans les points de vente. La population semble donc avoir compris que l'adoption d'un plan national antitabac, dans lequel intervient la fin de toute publicité pour le tabac, est une haute exigence de santé publique, le tabac étant la cause principale du cancer du poumon favorisant aussi celui du sein, de la sphère ORL ou encore du côlon.

Le tabac est également un haut facteur de risque d'autres maladies dont les maladies cardiovasculaires, des bronchites chroniques et diverses maladies respiratoires. Il est responsable de plus de 20 000 décès prématurés par an dans notre pays. Ce plan antitabac devrait ainsi être une priorité du prochain gouvernement fédéral en termes de santé publique mais aussi de respect de nos engagements internationaux, puisque la Belgique a ratifié la convention-cadre de l'Organisation mondiale de la Santé pour la lutte antitabac, qui souligne que l'interdiction globale de la publicité réduira la consommation des produits du tabac.

Je me réjouis que le Parlement n'a pas attendu un gouvernement de plein exercice pour s'atteler à ce plan. Il s'agit ici d'assurer, comme je l'ai précisé, une cohérence à notre politique antitabac. Comment peut-on, en effet, admettre la publicité dans certains magasins et dans leur devanture alors que nous l'avions interdite sur les paquets par le biais de l'introduction du paquet neutre?

Tout au long des débats en commission, nous avons été contactés par des buralistes et des libraires s'inquiétant de cette proposition de loi et de ses conséquences pour leur secteur et leur avenir. Nous devons comprendre les difficultés de gestion que cette mesure engendrera pour leur commerce et comprendre leur ressenti en ce que leur métier est déjà confronté à nombre de contraintes qui atténuent leur marge bénéficiaire sans compter la concurrence des grandes enseignes. Mais ils doivent aussi comprendre notre devoir de protéger notre population, ce que Mme Fonck a rappelé, et en particulier les jeunes, du tabagisme actif comme passif et, par conséquent, de l'effet incitatif de la publicité pour le tabac.

C'est ainsi qu'une disposition transitoire a été prévue avec une entrée en vigueur non plus dans six mois, mais le 1ᵉʳ janvier 2021, et ce afin de permettre aux marchands de s'adapter.

Ne perdons, toutefois, pas de vue qu'à côté de cela, nous devrons tout mettre en œuvre pour limiter le nombre de points de vente de tabac afin de compenser leur perte de chiffre d'affaires, tout comme nous devrons les aider à diversifier leurs sources de revenus afin de ne plus être, à terme, dépendants des ventes de tabac.


Jean-Marie Dedecker LDD

Mijnheer de voorzitter, mijn betoog gaat niet over de verdediging van tabak. Ik zeg dat op voorhand.

Mijn betoog gaat erover dat ik verontrust ben. Ik zal de tabak niet verdedigen, mijnheer Rigot. Ik vind het wel verkeerd terug te vallen op zijn persoonlijke leven. Ik kan u bijvoorbeeld zeggen dat mijn vader gestorven is aan longkanker, en er zat meer teer in zijn longen dan op de autobaan. Hij had zeven kinderen, mijnheer Rigot. Ik heb u graag horen spreken daarnet over hoe u in de wagen zat. Dat was bij ons ook zo. Er waren zeven kinderen. Er heeft geen enkele gerookt, en een paar ervan hebben het heel ver gebracht in de sportwereld.

Mijn verhaal zit daar niet. Mijn verhaal gaat over de surveillancestaat. Ik wilde eerder al interveniëren toen mevrouw Jiroflée zo mooi zei dat er hier nogal wat op de banken van het Parlement ligt. Dat is inderdaad wat mij verontrust. Vandaag verbiedt men hier reclame voor tabak. Ik ben tegen tabak. Wie vandaag rookt, speelt roulette met zijn eigen leven. Ik kan dat allemaal begrijpen.

Omdat u het zo mooi zei, mevrouw Jiroflée, besloot ik te interveniëren. Ik zag in het programma voor de volgende werkweek: verbieden van de verkoop aan minderjarigen van metalen patronen met stikstofmonoxide. Wie in de horeca gewerkt heeft, zal wel weten dat men daar schuiven vol van heeft, want dat wordt gebruikt om slagroom te spuiten. Maar, hier zullen wij daar vlug een wet tegen maken.

Vorig jaar verschoot een kameel zich een bult bij het vuurwerk, en vuurwerk werd door het Vlaams Parlement verboden.

Vanmiddag zijn wij begonnen met het vragenuurtje. Ik hoor de heer Geens nog zeggen dat de Raad van State gisteren een wet vernietigd heeft die reclame van gokkantoren voor gokken verbood. Vandaag ligt er een wetsvoorstel voor om gokken te verbieden tot 21 jaar. Publiciteit mag ook niet meer. Ik weet niet of men hier nog voeling heeft met de werkelijkheid. Als men vandaag naar het voetbal kijkt, ziet men dat 16 van de voetbalploegen in eerste klasse en ontzettend veel wielerploegen reclame voeren voor gokkantoren.

Wij zijn bezig met een verbodsmaatschappij.

Ik pleit vandaag niet ter verdediging van het roken, maar wat is het volgende?

Zwaarlijvigheid? Zwaarlijvigheid is een beschavingsziekte. Ik lijd er zelf aan, maar dat is mijn eigen schuld. Zult u straks de suikerhoudende dranken of de reclame ervoor verbieden? Wat is het volgende? Alcohol? Er zijn veel meer doden door verslaving aan alcohol dan aan sigaretten. Komen straks misschien de fossiele brandstoffen aan de beurt?

Ik vind dat de overheid de taak en de morele verplichting heeft om burgers bewust te maken van het gevaar, maar wie het gevaar dan negeert, wil het niet kennen of maalt er niet om. Dat is nog altijd de vrije keuze van het individu.

Ik zal mij onthouden bij de stemming. Het gaat mij niet over tabak, maar over het feit dat wij een surveillancestaat geworden zijn, met allerhande betuttelende wetten die voor een juridische basis van onverdraagzaamheid zullen zorgen.

Ik besluit met de woorden van een heel beroemd schrijver, die u ongetwijfeld kent, mijnheer de voorzitter. De Argentijn Mario Vargas Llosa was een kettingroker en zei ooit: "Stukje bij beetje zelfmoord plegen is een recht dat op het lijstje van de elementairste mensenrechten zou mogen staan."