Proposition 55K2896

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de santé.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Sept. 27, 2022
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
health care profession emergency medical treatment health policy health care public health medical institution

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP Open Vld MR
Abstained from voting
LE DéFI N-VA LDD PVDA | PTB VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Nov. 24, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

Mevrouw Gitta Vanpeborgh, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.


Kathleen Depoorter N-VA

Mevrouw de voorzitster, collega's, voorliggend wetsontwerp regelt alweer een aantal bepalingen binnen de gezondheidszorg. Belangrijk is de toegang tot verpleegkundige gegevens en personeelsgegevens, om wetenschappelijke studies te verrichten binnen het Federaal Kenniscentrum KCE. Wij gaan daarmee absoluut akkoord. Meten is weten. Hoe meer wij meten, hoe beter wij ons beleid kunnen enten op de kennis die wordt vergaard.

Bij het luik van de dringende medische hulpverlening hebben wij nog een aantal bemerkingen. Ik heb ze geformuleerd in de commissie. Mijnheer de minister, u hebt geantwoord dat u voor de ambulancediensten bevestigt dat 75 % van de facturen door het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening zullen worden gedragen. Ik had dat graag nog eens bevestigd gekregen. Dat is immers een heel belangrijk punt en een belangrijke bezorgdheid voor de ambulancediensten.

Inzake de tekortregeling binnen de ziekenhuizen hadden wij de bezorgdheid dat u verwijst naar de term 'ziekenhuisbeheerder'. Dat zou tot een belangenconflict kunnen leiden wanneer de term 'ziekenhuisbeheerder' niet wordt gespecificeerd naar het dagelijks bestuur van het ziekenhuis. Ik heb het verslag nog eens nagelezen. U hebt ter zake op de vraag van mevrouw Frieda Gijbels geantwoord dat het om een juridische term en een verzamelnaam gaat. Niettemin blijven wij met de vraag zitten of die specificering niet echt noodzakelijk is, om zeker te zijn dat daaruit geen belangenconflicten voortkomen. Onze informatie blijft duiden op het feit dat een belangenconflict effectief zou kunnen plaatsvinden.

Over de regeling rond tabak heeft mevrouw Mieke Claes gesproken in de commissie. Voor ons is de doelstelling goed, maar wij vragen ons af of u met die regeling uw doel zal halen. Wij hebben dat heel duidelijk aangegeven. Ik heb u zelfs het voorbeeld gegeven van de nachtwinkel rechtover mijn apotheek, die meer succes heeft tijdens de wachtdienst dan ikzelf. Een en ander heeft wellicht te maken met het feit dat in die winkel fijnere zaken worden verkocht dan pillen en zalven. Het heeft echter ook met de tabak te maken. Wat is de regeling die u inzake de verkoop van tabak in de nachtwinkels hebt uitgewerkt? Hoe gaat u daarmee om ten opzichte van de tabakautomaten, die toch maar een klein deel van de tabakverkoop uitmaken?

Mijn collega Mieke Claes vroeg u ook of u contact had opgenomen met Horeca Vlaanderen, omdat het heel moeilijke tijden zijn voor de cafés en horecazaken. Het is eigenlijk jammer dat u dat niet gedaan hebt. Wij weten immers allemaal hoe precair de situatie is. Die mensen hebben allemaal corona meegemaakt. Nu is er de energiecrisis. Het zou toch heel jammer zijn mochten daaruit financiële problemen voortkomen. Het is dus een beetje jammer dat u hier opnieuw geen overleg hebt gepleegd met de sector. Dat is een beetje een rode draad, mijnheer de minister. Wij halen het echter toch zeker aan.

Samenvattend, wij zijn uiteraard voorstander van heel wat globale maatregelen die genomen moeten worden, het ontraden van roken, het begeleiden van mensen in rookstop. Wij hebben echter wel bemerkingen bij de manier van werken, zijnde het overleg, het behalen van de doelstelling en het feit dat het niet volledig is. U zult hiermee misschien een heel klein pasje in de goede richting zetten, maar u pakt het probleem niet echt aan.


Dominiek Sneppe VB

Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, dit is weer een wet houdende diverse bepalingen, het is weer een samenraapsel van verschillende wijzigingen. Wij steunen heel veel dingen in dit wetsontwerp, ik wil mij hier beperken tot de artikelen waar wij eigenlijk niet echt achter staan. Het zal dus gaan over de artikelen in verband met Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening.

Er is sprake van een te omslachtige procedure, die veelal nog op papier gebeurt. Wij kunnen dit alleen maar toejuichen, administratieve vereenvoudiging en efficiëntiewinst zijn een goede zaak. Ik vrees echter dat daar het goede nieuws stopt. Mijnheer de minister, hebt u ook rekeninggehouden met de ambulancediensten zelf? Wij vrezen van niet. U zegt dat u hebt samengezeten, maar uit hetgeen hier voorligt leiden wij af dat het een typisch Vandenbrouckeoverleg was.

Een belangrijke impact voor de ambulancesector zit in volgend citaat: "Om de werking van het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening te vereenvoudigen en de kosten te beperken, wordt niet langer voorzien dat het Fonds gesubrogeerd wordt in de rechten van de ambulancediensten. Deze laatste zullen meer tijd krijgen om zelf hun facturen te innen bij de patiënten, namelijk één jaar." Door het afschaffen van de subrogatie voor het Fonds blijven de ambulancediensten schuldeiser en dienen ze dus ook extra inspanningen te leveren voor het innen van de niet-betaalde facturen. Zoals gezegd wordt de termijn van zes maanden naar één jaar gebracht. De extra inspanningen en extra kosten in deze periode zijn ten laste van de ambulancediensten. Aan een structureel ondergefinancierde sector extra kosten toevoegen, lijkt mij nogal gedurfd.

Mijnheer de minister, wanneer de factuur na zes maanden niet is betaald, denkt u dat deze wel betaald zal worden als de ambulancediensten nog eens zes maanden langer proberen?

Het Fonds verwerkt jaarlijks 55.000 dossiers. Als de sector zes maanden extra dient te overbruggen, verliezen de ambulancediensten in totaal 1.237.500 euro aan kapitaal in deze periode. U moet het maar durven om in een structureel ondergefinancierde sector financiële middelen gedurende zes maanden weg te halen.

Het aandeel van de factuur dat het Fonds op zich zal nemen, bedraagt momenteel 76 %. Om de ambulancediensten een stimulans te geven om zelf de factuur te innen, zullen ze – indien ze dat ook effectief doen – 100 % van het bedrag krijgen. U vraagt dus aan de ambulancesector om nog meer tijd te spenderen aan administratieve afhandeling. Het zal nu misschien wel digitaal gebeuren, maar goed, ze spenderen toch nog heel wat tijd om hun facturen betaald te krijgen.

Dat gebeurt terwijl de sector eigenlijk ook kampt met een heus personeelstekort. U lijkt soms te vergeten dat de ambulancesector ook een deel van de zorgsector is. Zij hebben eveneens te kampen met te weinig personeel, waardoor de mensen vaak lange shiften moeten draaien om de dringende medische hulp te kunnen garanderen.

Wat u hier doet, is een besparing op het Fonds op de kap van de sector. In uw beleidsplan hebt u het nochtans over een "reddingsoperatie voor de dringende geneeskundige hulp". Een reddingsoperatie, mijnheer de minister, is zeker nodig als we de 112 rollende willen houden. U hebt er 162 miljoen euro voor over, weliswaar gespreid over drie jaar, terwijl deze sector eigenlijk elk jaar 400 miljoen euro nodig zou hebben. 162 miljoen euro is dus een peulschil.

Mijnheer de minister, ik stel voor dat u eens een week meeloopt met een ambulancedienst, zodat u aan den lijve kunt ondervinden wat de noden van deze sector zijn. Deze sector moet eigenlijk volledig hervormd worden. Een hervorming van de opleiding, een hervorming en opwaardering van de centrale 112 en het garanderen van de veiligheid van de opgeroepen ambulanciers moeten prioritair zijn.

Voor het Vlaams Belang is het duidelijk dat dit voorstel een besparingsoperatie is voor het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening ten nadele van de ambulancediensten, met een mogelijke impact op de leefbaarheid van de ziekenwagendiensten en de continuïteit van de 112-dienstverlening.

Kortom, daaruit volgt uiteindelijk een mogelijk negatieve impact voor de patiënten.

Daarom vragen wij de aparte stemming voor de artikelen over de dringende medische hulp, zodat wij duidelijk kunnen maken dat het Vlaams Belang de belangen van de dringende medische hulpdiensten dient, en daarmee uiteraard ook de belangen van de patiënten die deze hulpdiensten nodig hebben.


Caroline Taquin MR

Madame la présidente, chers collègues, ce projet renforce la lutte contre le tabagisme. On sait en effet que, depuis 2015 déjà, le Conseil Supérieur de la Santé (CSS) recommande de circonscrire la vente libre et les facilités d'accès au public des produits de tabac.

L'objectif du projet est double: réduire les accès à ces produits de tabac et garantir l'interdiction de vente aux mineurs.

La vente de tabac à l'aide de distributeurs automatiques est effectivement déjà interdite dans plusieurs États de l'Union européenne, comme en France. Ces appareils dans notre pays ne garantissent pas l'interdiction d'achat aux mineurs et, si ces automates ne sont plus très nombreux, ils sont toutefois souvent placés dans des lieux sans contrôle, même social.

Cette modification de la loi de 1977 va donc dans le bon sens, dans le droit fil du dernier avis du CSS de juin dernier, pour réduire les tentations d'achat de primo-fumeurs car, de facto, avec cette fin des automates, l'achat ne sera possible que dans des espaces limités et contrôlés.

Évidemment, ceci ne signifie pas qu'il faille réduire les efforts et les actions de prévention. Pour ce qui est de l'aide, c'est tout aussi important pour les fumeurs qui veulent arrêter de fumer. Il faut miser sur des mesures ciblées et différenciées entre fumeurs jeunes et fumeurs adultes. D'ailleurs le CSS, dans son avis de juin, indique aussi à ce sujet que des dispositifs peuvent aider au sevrage tabagique pour les fumeurs adultes et ce, en utilisant des alternatives moins nocives que la cigarette traditionnelle. La dépendance peut être forte et des produits permettant une désaccoutumance progressive, moins nocifs, peuvent être une solution pour des personnes qui n'arrivent pas à arrêter, même si la volonté est là. Il faut donc pouvoir inclure ces solutions du type cigarette électronique, comme le précise cet avis du CSS, dans la lutte que nous menons en la matière et notamment pour atteindre les objectifs de 2028.

Ce projet permet en outre de limiter les impacts socioéconomiques en octroyant une année de transition aux opérateurs économiques qui travaillent dans le secteur de ces automates distributeurs de tabac. L'entrée en vigueur de la suppression est effectivement prévue dans un an. C'est important en termes logistiques et économiques.

Le MR soutiendra donc cette mesure claire, concrète et aussi équilibrée.


Els Van Hoof CD&V

Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, ik wil namens mijn partij nog even kort het woord nemen over het verbod op de verkoop van tabaksproducten via automaten. Met cd&v kiezen we allang resoluut voor een krachtig antirookbeleid, gebaseerd op de principes van de Wereldgezondheidsorganisatie. Die principes zijn: doe iets aan de prijs, aan de toegankelijkheid en aan de aantrekkelijkheid.

Tijdens de vorige legislatuur hebben we op die drie domeinen al belangrijke stappen gezet. Uiteraard gaat het dan om de verhoging van de accijnzen op tabak, maar ik denk bijvoorbeeld ook aan de belangrijke maatregelen inzake neutrale sigarettenpakjes en het optrekken van de leeftijd tot 18 jaar, naast het verbieden van roken in de wagen. Met cd&v zijn we dan ook tevreden met elke stap die we kunnen zetten op weg naar een rookvrije generatie.

Ook deze legislatuur hebben we een aantal stappen gezet. Ik denk aan het wetsvoorstel, samen met de collega's Jiroflée en Fonck, inzake het verbieden van reclame aan de gevels van winkels. Dat was een eerste stap. Nu hebben we ook in de begroting een belangrijke stap gezet inzake de verhoging van de accijnzen op tabaksproducten, wat uitstekend past binnen een antitabaksbeleid. Daarnaast komt er nog een interfederaal tabaksplan, waaruit hopelijk nieuwe initiatieven zullen voortvloeien.

Met het voorliggende wetsontwerp wordt een volgende stap gezet in het terugtrekken van de verkoop van tabaksproducten via automaten. Zelf heb ik zes jaar geleden al een voorstel in die zin ingediend, dat nu gekoppeld wordt aan een voorstel van collega Muylle, om de toegankelijkheid van sigaretten te verkleinen via een verbod op tabaksautomaten. Dat vloeide voort uit een voorstel van de Hoge Gezondheidsraad in 2015, maar een andere reden is even belangrijk, namelijk dat de tabaksautomaten vandaag niet goed werken. De agecoins liggen vaak op de automaten zelf en het vergrendelingssysteem werkt niet afdoende.

Tegenwoordig geldt nog wel een uitzondering voor tabaksautomaten in supermarkten en hypermarkten. Wij willen evolueren naar een systeem van unieke verkooppunten, met name in kranten- en tabakswinkels, waardoor de toegankelijkheid nog verder verkleint. Ik begrijp echter dat bepaalde zaken nu al moeilijk liggen voor Horeca Vlaanderen en uiteraard ook voor de supermarkten, die actief lobbyen. Overleg zou volgens mij belangrijk kunnen zijn om het draagvlak te vergroten, ook al denk ik dat ze de nodige stappen zullen zetten. Toch is de cd&v-fractie nu uiteraard al heel tevreden met elke stap die kan worden gezet om de doelstelling van een rookvrije generatie te bereiken. Daarom ondersteunen wij dit wetsontwerp.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Mevrouw de voorzitster, wij zullen ons onthouden bij de stemming over dit wetsontwerp. Er staan wel positieve zaken in dit ontwerp, maar bij bepaalde zaken stellen wij ons toch vragen.

Positief is de toegang tot gegevens die aan het KCE wordt gegeven om studies over het zorgpersoneel te kunnen uitvoeren. Dat juichen we toe.

We steunen ook de maatregel met betrekking tot de tabaksautomaten. Het is logisch dat het verbod voor kinderen moet worden nageleefd.

Ik stel mij echter wel vragen over de manier waarop onze regering naar een rookvrije samenleving wil evolueren en vooral over de plannen voor het verhogen van de accijnzen. Is het de bedoeling om de problemen met roken enkel met een bestraffende belasting op te lossen? Ik denk toch dat we dit in een breder kader moeten zien. Kijk bijvoorbeeld ook naar de tabakstopprogramma's. Er zijn al rookstopprogramma's uitgewerkt. Daaraan zijn wel kosten verbonden, bijvoorbeeld voor medicatie. Het raadplegen van een tabacoloog is ook niet gratis en wordt niet volledig terugbetaald. Het is ook een complexe materie, want een deel van de bevoegdheden ligt bij de regio's. Ik denk dat we daar veel meer op moeten inzetten.

Ik denk ook dat we ervoor moeten zorgen dat de huisartsen meer tools hebben om mensen te helpen bij het stoppen met roken. Ik vind tevens dat we preventie in een breder kader moeten zien en de financiële verantwoordelijkheid deels bij de tabaksproducenten moeten leggen, in de plaats van alleen bij de tabaksconsument. Ik weet niet of er ook aan die pistes wordt gedacht?

We zijn het ook niet eens met de beslissing betreffende de ambulancefacturen. Er is daadwerkelijk een probleem met onbetaalde ambulancefacturen. Wanneer patiënten hun rekening aan de ambulancedienst niet betalen, dan heeft die ambulancedienst zes maanden de tijd om dat geld te innen. Als dat niet binnen die periode lukt, dan krijgen de ambulancediensten een vergoeding van een fonds dat voor een derde door de verzekeringssector en voor twee derde door de overheid wordt gefinancierd. Omdat veel mensen de factuur niet binnen de voorziene termijn betalen, gaat u die termijn nu verlengen, zodat het fonds minder moet terugbetalen en de ambulancediensten efficiënter achter de mensen aan kunnen gaan voor het innen van de facturen. De oplossing wordt bij de ambulancesector zelf gezocht. Daardoor ontgaat hen een stuk financiering, terwijl ze al in slechte papieren zitten.

Het is dus een rare manier om het probleem te bekijken. Hoe komt het dat mensen hun ambulancefactuur niet betalen? Dat is het echte probleem. Moeten we daar niet over nadenken? Vandaag is er echter een ongelooflijke koopkrachtcrisis. Het aantal onbetaalde ambulancefacturen neemt toe en zal blijven stijgen in de huidige omstandigheden. Er wordt 62 euro aangerekend, ongeacht de afstand die de ambulance moet afleggen, ongeacht of de patiënt naar het ziekenhuis moet worden afgevoerd of niet. Dat bedrag is volledig ten laste van de patiënt. Voor sommige mensen is die 62 euro de factuur te veel, zij kunnen dat niet betalen. Voor wie met een klein inkomen moet rondkomen kan 62 euro veel geld zijn. Waarom doet u niets aan de facturen zelf? Waarom verlaagt u ze niet? Waarom doet u enkel iets aan de manier om die factuur uiteindelijk te innen bij de patiënt?

Wat betreft de tekortenregeling voor ziekenhuizen komt er een soort technische invoering, waardoor de FOD Volksgezondheid niet meer betrokken wordt bij die tekortenregeling. Maandag heb ik gemeenteraad gehad in mijn regio, waar de grootste intercommunale een groot openbaar ziekenhuis is dat zonder extra ingrepen afstevent op een tekort van 30 miljoen euro. Zij zitten immers met heel wat extra kosten door de inflatie en de energiekosten. Het ziekenhuis zou op 2 tot 3 miljoen euro extra steun kunnen rekenen met wat vandaag op tafel ligt. Ik woon in de regio van Charleroi en het is evident dat de gemeenten daar absoluut het geld niet hebben om onze intercommunale te helpen. Wat is uw plan om de ziekenhuizen te helpen?


Karin Jiroflée Vooruit

Mijnheer de minister, ook ik wil nog graag even kort reageren wat het verbod op tabaksautomaten betreft in hoofdstuk vier. Generatie Rookvrij, geïntroduceerd door Kom Op Tegen Kanker, vind ik een bijzonder geslaagd concept, omdat we met onze hele samenleving ervoor proberen te zorgen dat de volgende generatie kinderen gewoonweg nooit ziet roken en dus ook geen zin krijgt in roken. Om dat te bewerkstelligen, denk ik dat wij een heel strakke tijdslijn moeten aanhouden. De beperking van verkoopplaatsen is daarbij een krachtig instrument.

Ook de Hoge Gezondheidsraad is die mening toegedaan. Dat ziet de Hoge Gezondheidsraad gebeuren door het aantal verkooppunten te beperken tot tabakswinkels en krantenwinkels en door een reclameverbod. Het reclameverbod is verstrengd en kan worden afgevinkt. Het verbod op tabaksautomaten kan nu ook worden afgevinkt, al wordt er hier een uitzondering gemaakt voor de semigeautomatiseerde verkoop. Mijnheer de minister, ik hoop dat u ook wat dat betreft op korte termijn de Hoge Gezondheidsraad helemaal zult kunnen volgen.

Het verbod geldt volgens uw toelichting ook duidelijk voor e-sigaretten en e-liquids toe. Wij kennen u daarvoor zeker heel goede punten toe, want ik ben ervan overtuigd dat die ondingen meer jongeren aan het roken helpen dan dat ze volwassenen van het roken afhelpen, wat de industrie ook moge beweren.

Ik ben mij ervan bewust dat de sector het moeilijk heeft met de voorliggende beslissingen, maar ik vind dat u dat heel goed opvangt door de sector de tijd te geven om zich aan te passen.

Een gezonde samenleving bouwen we niet alleen op door mensen te genezen, maar vooral door te voorkomen dat mensen ziek worden. Die weg volgt u, mijnheer de minister, dus onze Vooruitfractie zal ook onderhavig wetsontwerp met overtuiging goedkeuren.


Maxime Prévot LE

Madame la présidente, monsieur le ministre, je me limiterai à évoquer quelques points.

Pour ce qui concerne tout d'abord le tabac, nous soutenons évidemment toute mesure qui vise à empêcher de commencer à fumer ou qui encourage le sevrage tabagique. À nos yeux, l'interdiction des distributeurs automatiques de tabac est donc une mesure positive. Nous considérons même que les distributeurs automatiques qui pourraient subsister dans les supermarchés devraient être installés en dehors de la vue des consommateurs, tout comme les produits du tabac.

Nous redéposons donc un amendement qui vise à interdire l'exposition des produits du tabac. Il s'agit, selon nous, d'une mesure raisonnable qui permet de renforcer la stratégie antitabac que le gouvernement souhaite déployer. Si cet amendement était voté, l'interdiction complète de la publicité pour le tabac deviendrait, enfin, chose faite.

Je voudrais également dire un mot sur l'aide médicale urgente. Vous annoncez une réforme importante. Incontestablement, les mesures prévues dans ce projet de loi ne constituent pas encore une réforme d'ampleur. L'enjeu essentiel de l'aide médicale urgente, c'est accessibilité et le coût pour le patient ainsi que la qualité de la prise en charge. Mais je suppose que nous aurons l'occasion d'y revenir ultérieurement lors des discussions sur la réforme que vous nous annoncez.

Enfin, pour ce qui concerne le déficit des hôpitaux, comme nous, vous aurez pris connaissance du cri d'alarme qui a été lancé par l'ensemble des hôpitaux. En commission, notre cheffe de groupe, Catherine Fonck, vous a demandé, monsieur le ministre, quelles étaient les conséquences de cette modification sur la réglementation en matière de déficit dans le cas d'une association englobant un hôpital public et un hôpital associatif. Comment peut-on faire la différence entre les activités liées à tel ou tel hôpital, compte tenu de l'évolution des activités hospitalières dans le cadre d'associations et de réseaux hospitaliers? Comment définir la partie du déficit à couvrir? Il est évidemment important d'avoir ces précisions pour pouvoir évaluer l'incidence de votre modification législative sur l'évolution du paysage hospitalier.

En commission, vous avez dit que vous n'étiez en mesure de répondre à la question et que vous répondriez ultérieurement. Dès lors, monsieur le ministre, pouvez-vous nous dire, aujourd'hui, ce qu'il en est? Pouvez-vous apporter des éléments de clarification aux acteurs hospitaliers concernés?


Sophie Rohonyi DéFI

Monsieur le ministre, chers collègues, ce projet de loi est un projet de loi fourre-tout comme on en a plutôt l'habitude. Il comporte des avancées concernant certaines problématiques qui ont trait à la santé mais qui n'ont pas nécessairement de lien entre elles, et c'est la raison pour laquelle je reviendrai uniquement sur trois d'entre elles.

La première, comme on l'a évoqué, concerne le tabac. On le sait, l'une des grandes ambitions de ce gouvernement est d'aboutir à une génération sans tabac et c'est bien évidemment un objectif que nous partageons, en particulier au regard des ravages causés par le tabac, à savoir des maladies qui causent près de 14 000 décès par an, un état de dépendance qui entraîne à terme la mort d'un fumeur sur deux. Le tabac est aussi la cause d'un cancer sur trois. Nous sommes face ici à un véritable problème de santé publique qui touche également notre environnement. Il est donc important d'aboutir effectivement à la suppression des distributeurs automatiques de tabac, en complément d'autres mesures que nous avons d'ailleurs déjà adoptées au sein même de cet hémicycle, comme l'augmentation des accises sur le tabac ou encore l'interdiction de fumer en voiture en présence de mineurs d'âge.

Malgré cela, je partage le goût de trop peu qui a été exprimé par certains de mes collègues. Pourquoi?

Premièrement, la distinction opérée entre les établissements du secteur de l'horeca et l'exception faite pour les supermarchés me semblent inopportunes. On sait qu'aujourd'hui, la vérification de l'âge de l'acheteur reste l'un de talons d'Achille de nos politiques anti-alcool et a fortiori dans les supermarchés, comme vous l'avez reconnu, monsieur le ministre, en commission. On peut donc se demander, de manière légitime, s'il en sera autrement pour le tabac.

Deuxièmement, cette distinction n'est pas assez précise quant à certains types d'établissements. Peut-on considérer que les night shops profiteront eux aussi de cette exception?

Troisièmement, il ressort également de certaines études que peu de fumeurs achèteraient en fait des cigarettes dans ces distributeurs. Ceux qui le feraient finiraient simplement par se tourner vers d'autres points de vente. On peut se poser à nouveau la question de savoir quel sera l'impact concret de cette mesure, en particulier auprès des plus jeunes. Ceux-ci, on le sait, commencent de plus en à fumer, non plus via la cigarette classique, mais via la cigarette électronique rendue de plus en plus attractive. Certes, supprimer ces distributeurs, même s'il eût fallu aller plus loin et ne prévoir aucune exception, est une mesure qui va dans le bon sens, mais il n'empêche que nous aurions pu aller plus loin, notamment en interdisant purement et simplement la publicité pour le tabac. C'est elle qui incite en effet à la consommation, qu'il s'agisse de publicité directe ou indirecte, par la simple vue de ces distributeurs ou de ces points de vente. C'est la raison pour laquelle nous soutiendrons l'amendement qui a été exposé à l'instant par M. Maxime Prévot.

Le deuxième point que je souhaiterais brièvement aborder concerne le Fonds d'aide médicale urgente, dont vous dites vouloir simplifier le fonctionnement. Toutefois, nous voyons mal comment confier le recouvrement des factures des patients aux services ambulanciers, qui sont déjà débordés, simplifiera à terme la situation.

Troisième point, s'agissant de l'octroi au KCE de l'accès aux données infirmières et personnelles, nous avons en effet constaté durant la crise sanitaire que cet organisme pouvait nous être d'une grande utilité pour objectiver les phénomènes, et ainsi, nous aider à adopter des mesures ciblées et plus efficaces. Je pense notamment au covid long, dont le KCE a été chargé de définir les contours, en vue d'organiser une meilleure prise en charge des patients qui en souffrent. Cependant, les données qu'il pourrait exploiter à cette fin seraient pseudonymisées, au lieu d'être anonymisées. En d'autres termes, cela signifie qu'il serait tout à fait possible d'identifier les patients concernés à partir de leur profil, alors que leurs données - faut-il le rappeler - sont sensibles et nécessitent une protection maximale.

Pour toutes ces raisons, monsieur le ministre, vous l'aurez compris, nous nous abstiendrons sur ce projet de loi. Je vous remercie de votre attention.


President Eliane Tillieux

Merci, madame Rohonyi. Monsieur le ministre, souhaitez-vous intervenir?


Minister Frank Vandenbroucke

Zonder te hernemen wat ik in commissie al heb gezegd, wil ik eerst over de ambulancediensten spreken. Wij hebben daarmee uitgebreid overleg gepleegd. Er werd in juni zelfs een volledige bevraging bij de ziekenwagendiensten gedaan. Uit die bevraging, waaraan net geen 70 % deelnam, bleek onder meer dat de verlenging van de indieningperiode van 6 maanden naar 12 maanden een goede zaak was. Voorts leerden we daaruit dat de ziekenwagendiensten de huidige procedure veel te omslachtig vinden. Ze vinden de voorgestelde vereenvoudiging dus een goede zaak. Ik zal niet op alle argumenten terugkomen. Alleszins kwam dat uit het overleg naar voren.

Mevrouw Depoorter, ik herhaal wat ik heb gezegd en dat ik dat doe, illustreert dat ik het ook echt meen. U bent bezorgd over het tussenkomstpercentage van 75 % van de kosten. De sector is daar ook bezorgd over. Dat percentage wordt jaarlijks bij ministerieel besluit vastgelegd. De voorbije jaren heeft men steevast een tussenkomst van 75 % aangehouden. De verzekeringssector neigde veeleer naar 60 %. Ik vind dat men met het percentage van 75 % een goed evenwicht heeft waarbij men enerzijds de ambulancediensten aanmoedigt om zo veel mogelijk zelf te factureren – dan krijgen ze de volle 100% - en anderzijds kan bogen op een financiële garantie bij wanbetalingen.

Mevrouw Merckx, mijns inziens valt 62 euro, hoewel dat niet niets is, toch niet te vergelijken met de vaak zeer hoge niet-gereglementeerde facturen voor niet-dringend patiëntenvervoer, wat een deelstaatbevoegdheid is. Er bestaat ook de mogelijkheid dat de ambulancediensten een afbetalingsplan voorleggen aan de patiënt. Vandaag spreken we over een vangnet in de vorm van het fonds.

Mevrouw Sneppe, de ziekenwagendiensten gaven in hun bevraging aan dat er na de eerste factuur tot 30 % wanbetalers zijn en dat het aandeel wanbetalers daalt tot maximaal 10 % binnen de 12 maanden. De wijziging van 6 naar 12 maanden heeft om die reden ook wel degelijk een impact; het blijft alleszins interessanter voor de ambulancediensten om zelf de factuur te kunnen innen, want dan krijgen ze natuurlijk 100 %.

Mevrouw Sneppe, ik herhaal niet alle cijfers, maar merk toch op dat we een immense financiële investering doen in die sector. Er komt meer dan 162 miljoen bij tegen het begin van 2025. Tegenover de ongeveer 79 miljoen waarmee wij die sector vandaag federaal financieren, is dat een immense, bijkomende maar absoluut noodzakelijke investering.

Ik kom tot het probleem van de ziekenhuizen. Mijnheer Prévot, ik meen eerlijk gezegd dat de vraag van mevrouw Fonck over een concreet geval ging, namelijk over de ziekenhuisgroepering Hôpitaux Universitaires de Bruxelles, waarin Erasmus, het universitair ziekenhuis van de ULB, maar met een privéstatuut, Bordet en HUDERF, twee Brusselse openbare ziekenhuizen, zich hebben verenigd. Haar vraag luidde namelijk of het deficit van Erasmus gedekt wordt door het Brusselse OCMW? Wel, volgens de wetgeving die hier voorligt, is dat sowieso niet het geval. Daarover gaat de wetgeving niet. Enkel de eventuele tekorten van Bordet en HUDERF worden daardoor gedekt, volgens het aandeel van de ULB en de stad Brussel in de raad van bestuur. Maar dat kan anders beslist worden in onderling akkoord tussen de ULB en de stad Brussel. Onderhavig ontwerp gaat daar niet over.

Monsieur Prévot, je viens de répondre à la question. Vous trouverez les détails dans le rapport.

S'agissant de la question plus générale du financement des hôpitaux, la situation est difficile pour pas mal d'hôpitaux mais les efforts que nous avons faits sont très conséquents. Je citerai notamment la réduction des cotisations patronales pour tout le non-marchand, un effort en partie acquis définitivement de 390 millions d'euros, les 80 millions d'euros pour les six premiers mois de l'année pour la facture d'énergie. Les efforts sont conséquents.

Ik kom dan bij het belangrijke punt van de tabak. Om te beginnen mijn dank, mevrouw Van Hoof, voor de goede punten die u hebt gegeven. U hebt er inderdaad veel zelf rond gedaan, zoals u in herinnering bracht. Zeer goed, ik ben blij dat we draagvlak ontwikkelen. Dit is één stap. We overleggen over het anti-tabaksplan, een interfederale aangelegenheid. Ik wil daar verder in gaan, maar vandaag wil ik daar niet op vooruitlopen. Wat de nachtwinkels betreft, is er inderdaad geen algemeen verbod op verkoop, tenzij aan minderjarigen. Mevrouw Depoorter, u denkt waarschijnlijk dat dit toch niet gecontroleerd wordt. Collega's van de commissie Volksgezondheid, eigenlijk moeten we eens op studiereis naar de apotheek van mevrouw Depoorter, dan kunnen we zowel de apotheek bezichtigen als die nachtwinkel, dat begint zich stilaan op te dringen. Ik vraag u niet om die nachtwinkel te controleren, maar kan u wel zeggen dat mijn inspectie de nachtwinkels controleert. Maar ik loop er niet op vooruit, het overleg loopt. We kunnen bijkomende acties en initiatieven en maatregelen nemen inzake verkoopspunten, maar dat is niet uitgemaakt, het overleg loopt.

Mevrouw Merckx zegt dat we ook andere dingen moeten doen dan zaken duur maken of verbieden. Dat is juist. In het interfederale plan waarover we overleggen, bekijken we ook ondersteunende, positieve acties, zoals terugbetaling van nicotine replacement therapy. De waarheid is, mevrouw Merckx, dat daar vaak wat minder aandacht voor is in het publieke debat. Men is geagiteerd door verbodsbepalingen en doet daar wat druk over. Inderdaad, die positieve maatregelen zijn belangrijk. Preventie, vroege interventie, we moeten op al die pijlers een zeer sterk anti-tabaksplan vestigen. De bedoeling is inderdaad om een rookvrije generatie te krijgen, dat zou ik echt willen. Ik zou willen dat het tabaksgebruik tegen het jaar 2040 drastisch verminderd is, daar moeten we al het mogelijke voor doen. Geen enkele maatregel zal op zichzelf voldoende effect hebben, we hebben een geheel aan maatregelen nodig. Wat we hier doen is een beperkte stap, maar geen onbelangrijke.

Ik ben het eens met wat mevrouw Jiroflée heeft gezegd over de periode. Mevrouw Jiroflée zegt te begrijpen dat men klaagt dat 12 maanden misschien niet eens zo'n lange overgangsperiode is, maar eerlijk gezegd, 12 maanden lijken toch wel redelijk. Wat de semigeautomatiseerde verkoop betreft, de verkoop van tabak als zodanig is niet verboden. In de uitzondering is voorzien voor de systemen die bestaan en waarvan we denken dat ze wel kunnen functioneren, vooralsnog in supermarkten en dergelijke. Het debat is inderdaad niet gesloten.


Kathleen Depoorter N-VA

U bent allemaal welkom bij mij in de apotheek om de ronde te doen en dan kunnen we ook nog een aantal andere problemen bekijken die zich in het Gentse voordoen.

Mijnheer de minister, het is ernstig. Als we maatregelen nemen rond tabak en het ontraden van het gebruik ervan, zeker ten aanzien van jonge gebruikers, dan moeten we ervoor zorgen dat het ook efficiënt is. Ik weet dat er controles gebeuren, maar uit onderzoeken waarover er af en toe berichten in de pers verschijnen, blijkt dat de toegankelijkheid van tabaksproducten nog steeds heel groot is en dat de bezorgdheid reëel is.


Dominiek Sneppe VB

Mijnheer de minister, ik wil nog even terugkomen op uw reddingsoperatie van de dringende medische hulpverlening. U hebt er 162 miljoen voor over, gespreid over 3 jaar. Dat is inderdaad een investering, maar nog veel te weinig voor een sector die heel wat middelen tekortkomt en die toch noodzakelijk is. Wat zouden we immers doen zonder die dringende medische hulpverlening?

In uw beleidsnota staat dat u zult werken aan een algemeen wetgevend kader voor zowel de dringende als de niet-dringende medische hulp. Het is ook daar dat het schoentje vaak knelt, want de dringende medische hulp wordt vaak opgeroepen voor niet-dringende medische hulp.

We zullen elkaar misschien wel vinden op de weg van de hervorming, maar met uw 162 miljoen euro op 3 jaar zult u er zeker niet geraken. Ik kijk dan ook uit naar uw aangekondigde hervorming.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Monsieur le ministre, en ce qui concerne les factures d'ambulance, vous dites qu'elles sont moins élevées que celles relatives au transport non urgent, mais je ne sais pas si ces factures entrent en ligne de compte dans les maxima facturés. Ce serait peut-être une piste pour faire en sorte que ces factures soient payées pour les citoyens ayant régulièrement besoin de recourir à ce type de transport.

En ce qui concerne le tabac, j'entends bien que vous travaillez à un plan plus global. La complexité institutionnelle de notre pays fait en sorte que la prévention est d'un côté et le curatif de l'autre. Je me pose vraiment des questions et je ne sais pas jusqu'où vous comptez aller, mais je suppose que nous y reviendrons. Une nouvelle hausse des accises sur le tabac coûterait très cher, et est-ce vraiment la solution pour inciter les citoyens à arrêter de fumer? Je ne vous ai pas entendu non plus sur la responsabilisation de l'industrie qui, in fine, a quand même une responsabilité dans le sens où elle vend des produits addictifs. Je pense qu'il s'agit là également d'un débat que nous devons avoir.

Enfin, pour ce qui est des hôpitaux, vous dites qu'énormément de choses vont se faire. Si j'ai bien compris, un montant de 195 millions d'euros provenant des réductions de cotisations patronales pour l'indexation serait réservé aux hôpitaux. Il s'agit d'un cinquième de milliard. Je vous ai posé la question dans le cadre de la note de politique générale, mais vous n'avez pas répliqué.


Ministre Frank Vandenbroucke

Tout le secteur non marchand profite d'un effort pour l'année 2023 de 390 millions d'euros. La moitié de ce paquet global pour l'ensemble du non-marchand est définitivement acquise, l'autre moitié est un report vers 2025. Je n'ai pas les chiffres pour le seul secteur fédéral et je le déplore.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Effectivement, il serait intéressant de connaître les chiffres précis pour les hôpitaux. D'après ce que j'ai compris, à l'hôpital que je connais le mieux – l'Intercommunale de Santé Publique du Pays de Charleroi et les entités qui y sont rattachées –, ils tablent sur un déficit de 30 millions d'euros et pensent avoir droit à 2 ou 3 millions d'euros. Que comptez-vous faire pour ce qui est de la différence de 27 millions d'euros?

Ce ne sont pas les communes de Charleroi et environs qui vont pouvoir payer cette somme. Il va donc falloir que nous en discutions encore sérieusement, afin de ne pas mettre en péril nos institutions de soins de santé.