Proposition 55K2808

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi transposant partiellement la directive (UE) 2019/1158 du Parlement européen et du Conseil du 20 juin 2019 concernant l'équilibre entre vie professionnelle et vie privée des parents et des aidants et abrogeant la directive 2010/18/UE du Conseil, et réglementant certains autres aspects relatifs aux congés.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
July 7, 2022
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
EC Directive work contract labour law paid leave motherhood national implementing measure parental leave

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR PVDA | PTB VB
Voted to reject
N-VA LDD

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Sept. 29, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

Mme Ellen Samyn, rapporteur, renvoie au rapport écrit.


Björn Anseeuw N-VA

Ik zal de hele bespreking die we in de commissie hebben gehad niet overdoen. We hebben daar een interessante gedachtewisseling over gehad. We verschillen ook wel fundamenteel van mening over een aantal zaken.

Het spreekt voor zich dat een zwangerschap niet mag worden misbruikt als reden om iemand te ontslaan. De manier waarop deze Europese richtlijnen in dit ontwerp worden omgezet, zou wel eens het perverse effect kunnen hebben dat werkgevers wel twee keer zouden nadenken vooraleer ze bijvoorbeeld jonge vrouwen zouden aanwerven. Hier wordt immers een weerlegbaar vermoeden ingesteld dat, als een werkgever een contract van bepaalde duur van een zwangere vrouw of zelfs haar partner niet vernieuwt, de niet-hernieuwing geacht wordt verband te houden met de geboorte van het kind. De werkgever moet met andere woorden voortaan aantonen dat het daar niets mee te maken heeft. Die omgekeerde bewijslast maakt het in bepaalde gevallen erg moeilijk voor werkgevers, maar kan het perverse effect hebben dat zij wel twee keer nadenken voordat ze zo'n kandidaat-werknemer zouden aanwerven. Dat kan echt niet de bedoeling zijn.

De essentie van onze kritiek op dit wetsontwerp is inderdaad dat de tewerkstellingskansen van werknemers met kinderen weleens gehypothekeerd zouden kunnen worden, in het bijzonder die van alleenstaande vrouwen en moeders. Dat kan echt niet de bedoeling zijn. Het is een goede zaak dat men misbruiken wil aanpakken, maar we moeten natuurlijk wel goed nadenken over de manier waarop men dat wil doen. Er staan een aantal goede principes in dit ontwerp, maar de manier waarop kan toch wel een aantal ongewenste gevolgen hebben. De omgekeerde bewijslast, het wantrouwen ten aanzien van de werkgever kunnen echt niet de bedoeling zijn.

Ten tweede wordt met dit wetsontwerp een nieuw verlofstelsel in het leven geroepen, terwijl ook wel een duidelijke belofte werd gemaakt in het regeerakkoord. Het systeem van verlofstelsels zou worden bekeken en vereenvoudigd. Het tegendeel is waar. Er worden altijd maar verlofstelsels bijgevoegd. Nu gaat het om zorgverlof. Er wordt ook een nieuwe uitkering in het leven geroepen. Ik begrijp dat de vivaldiregering tuk is op uitkeringen uitkeren. Dat is niet altijd nodig en is niet altijd de juiste weg om te bewandelen. Ook hier is dat niet zo, tevens omdat er al een aantal mogelijkheden bestaan in de huidige verlofstelsels en de huidige regelgeving om tegemoet te komen aan een aantal noden die moeten worden gelenigd voor het flexibel invullen van de werktijd in functie van het gezin.

Ik zei het daarstraks al bij mijn mondelinge vraag en ik zal die kritiek straks opnieuw herhalen als het gaat over de arbeidsdeal, deze regering bezondigt zich aan regelneverij, aan gold-plating, waardoor het steeds moeilijker wordt om in vertrouwen tussen werkgever en werknemer een aantal afspraken te maken over het afstemmen van werk en privéleven. Dat kan echt niet de bedoeling zijn.

Deze regering is in dat bedje ziek en dat vertaalt zich ook in hoe deze Europese richtlijn wordt omgezet. Dat gebeurt op een manier waarbij de arbeidsorganisatie opnieuw wordt bemoeilijkt. De creatie van een nieuw recht, een nieuwe uitkering wordt immers gekoppeld aan het recht om het verlof op te nemen op de dag van de aanvraag. Met andere woorden, werkgevers worden opnieuw voor bijkomende uitdagingen gesteld.

Enig overleg tussen werkgever en werknemer is in heel veel gevallen echt wel mogelijk. Ik begrijp dus niet waarom die uitzonderlijke gevallen, waar er misschien wel een probleem kan zijn – we gaan niet alles over één kam scheren – de regel moeten gaan bepalen. Dat kan echt niet de bedoeling zijn. Ook daar zal men ongewenste effecten hebben, door dat recht op uitkering en zorgverlof te koppelen aan het recht om dat verlof op te nemen op dezelfde dag.

Een aantal maatregelen in dit wetsontwerp zorgt voor mogelijkheden die vandaag al bestaan, zonder die nieuwe regelgeving, zonder die betutteling vanuit de overheid. Ze zorgen ook voor een onnodige extra administratieve belasting voor de werkgever. En vooral, ze vertrekken vanuit een fundamenteel wantrouwen ten aanzien van de werkgevers en werknemers. Blijkbaar gaat deze regering ervan uit dat die twee geen afspraken kunnen maken onder elkaar, dat alles in regeltjes moet worden gegoten. Op die manier installeert men zelf voor een stuk dat wantrouwen op de werkvloer, door middel van die nieuwe regelgeving, en dat kan echt niet de bedoeling zijn. Niemand wordt daarvan beter en gelukkiger.


Cécile Cornet Ecolo

Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, je souhaite intervenir pour souligner l'excellente qualité de ce texte et la nécessité de lire celui-ci parallèlement à celui de la secrétaire d'État à l'Égalité des chances et des genres et à la Diversité, Sarah Schlitz.

Cette transposition va plus loin que la directive. Ce texte donne un bon signal. C'est une bonne garantie. C'est une bonne protection pour les parents. En effet, aujourd'hui, les femmes sont davantage en charge de leur famille en termes de soins et davantage pénalisées dans leur carrière.

Ce texte apporte une meilleure protection contre le licenciement, en lien avec la naissance, des papas et des mamans. Il permet aussi une adaptation du temps de travail, de l'horaire des personnes qui prennent soin d'un enfant ou d'un membre de la famille, avec des formules souples de travail.

On trouve dans ce texte l'inversion de la charge de la preuve en cas de licenciement ou de non-renouvellement d'un CDD en raison de la parentalité. C'est bien une protection qui est offerte parce que, malheureusement, c'est ce à quoi on est confronté dans la "vraie vie". L'inversion de la charge de la preuve donne un signal encore plus ferme que les papas et les mamans doivent pouvoir faire respecter leur droit au travail tout en apportant les soins adéquats à leur famille. Ce texte apporte donc une protection contre le licenciement lié à la maternité, à la naissance, à l'adoption, mais aussi pour les personnes qui aident un membre de leur famille.

En tant qu'écologistes, nous nous réjouissons particulièrement de ces évolutions au niveau des responsabilités familiales, même si ce terme ne figure pas encore dans ce volet. En tout cas, l'apport juridique de ce texte, c'est aussi un ajout symbolique pour notre société à qui un signal est donné. Ce gouvernement dit que la maternité et la paternité ne peuvent pas grever la possibilité d'avoir une vie professionnelle épanouissante et juste.

Nous soutenons donc évidemment ce texte qui vise à soutenir la solidarité, la protection des travailleurs et des travailleuses, mais aussi l'égalité entre les hommes et les femmes.


Sophie Thémont PS | SP

Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, mon parti a toujours lutté pour l'avancée de la situation des travailleurs, hommes et femmes, qui constituent notre société.

Ce projet de loi s'inscrit clairement dans cette ligne rouge parce qu'il étend la protection des travailleurs, en particulier lorsqu'ils sont très vulnérables sur le marché du travail. On sait que ce sont particulièrement les femmes qui, lorsqu'elles deviennent mères, sont majoritairement concernées par les discriminations qu'entraîne une répartition encore bien trop inégale des tâches familiales ou des prises de congé de soins. Voici enfin un projet qui tend à favoriser la participation des femmes au marché du travail! En outre, c'est un moyen d'atteindre un meilleur taux d'emploi.

Je peux citer un exemple: le renforcement du droit au congé de naissance pour les travailleurs sous contrat temporaire que le projet prévoit en garantissant la prolongation de ces contrats. C'est une avancée significative pour les mères et les pères qui subiraient des pressions pour ne pas accéder à leurs droits de parents. Trop souvent, à l'heure actuelle, aucun contrat n'est donné au travailleur lorsqu'il exprime le souhait de prendre ce congé de naissance. Pourtant, ces jours de congé pour le père ou la coparente permettent une plus juste répartition des soins aux enfants en permettant au père et à la co-parente de donner le bain au bébé, de prendre les rendez-vous chez le pédiatre, de préparer les repas, c'est-à-dire de s'impliquer dans la vie de l'enfant dès le départ.

Un plus grand équilibre est favorisé entre les femmes et les hommes pour les années à venir, sans compter l'aide logistique que cela apporte à une mère qui vient tout juste d'accoucher et qui a besoin de repos pour récupérer; sans cela, ce ne serait pas la peine de parler de congé de maternité. C'est un véritable enjeu de l'égalité entre les hommes et les femmes, moteur de mon engagement politique.


Ellen Samyn VB

Collega's, voor gezinsvriendelijke maatregelen vindt u in het Vlaams Belang een partner. Dat neemt echter niet weg dat mijn fractie een aantal opmerkingen heeft bij onderhavig wetsontwerp, waarvoor de pen duidelijk door de PS werd vastgehouden.

De opmerkingen van de werkgevers op het wetsontwerp zijn grotendeels terecht en we delen zeker een aantal bezorgdheden. De werkgeversorganisaties wijzen terecht op het administratieve kluwen. Door de vele initiatieven van het Parlement en de regering wordt het systeem van de verlofstelsels minder begrijpelijk en brengt het rechtsonzekerheid met zich mee. Ik merkte reeds in de commissie op dat de extra boete van zes maanden brutoloon in geval van onterecht ontslag, waarbij bovendien de bewijslast wordt omgekeerd, dermate zwaar is. Dat kan er zelfs voor zorgen dat kleine bedrijven die maar één of enkele werknemers in dienst hebben, failliet gaan. De Vlaams Belangfractie is allesbehalve tegen dat soort verlof, maar het zou misbruikt kunnen worden om ontslag te verhinderen. Bijkomend blijft de vraag hoe een werkgever zal kunnen controleren of het zorgverlof werd gebruikt waarvoor het werd bedoeld, namelijk het verlenen van persoonlijke zorg of steun aan een gezinslid of familielid dat door een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.

Collega's, we betreuren dat er in het wetsontwerp geen melding wordt gemaakt van de overdraagbaarheid van het ouderschapsverlof naar de langstlevende partner in geval van vroegtijdig overlijden van de andere partner. Ook de suggestie om geboorteverlof toe te kennen bij adoptie, werd niet aangehouden. Er is weliswaar geen sprake van een geboorte, maar wel van het opnemen van een nieuw kind in het gezinsverband. Het Vlaams Belang staat voor een gezins- en kindvriendelijk klimaat. Kinderen zijn onze toekomst en verdienen alle nodige zorg. Op zich hebben we niets tegen de doelstellingen van de Europese regelgeving ter zake, integendeel. Ik kan me echter niet van de indruk ontdoen dat men in de uitwerking van het wetsontwerp doelgericht de werkgevers viseert. Dat is de verkeerde keuze. Men moet ondernemerschap aanmoedigen, want het creëert werkgelegenheid en bijgevolg welvaart.

Werkgevers en werknemers zouden veel meer aan hetzelfde touw moeten trekken. Flexibiliteit komt van twee kanten. Wie flexibel is, krijgt dat ook terug. Door de krapte op de arbeidsmarkt in Vlaanderen zijn ondernemers meer dan ooit bewust dat ze rekening moeten houden met de wensen van hun werknemers. Een gelukkige werknemer presteert beter, heeft een grotere voldoening van zijn werk en zal ook de juiste balans vinden om werk en gezin te combineren.


Nahima Lanjri CD&V

Vandaag kunnen wij de wettekst over work-lifebalance eindelijk goedkeuren. Dankzij de inspanningen die wij in ons land al veel langer leveren, brengen de voorliggende bepalingen met het oog op een beter evenwicht tussen werk en privéleven maar een beperkt aantal wijzigingen met zich. Immers, heel wat maatregelen die in de richtlijn worden voorgesteld, doen we al veel langer in ons land. Ik denk aan het ouderschapsverlof van 4 maanden. Dat bestaat bij ons al veel langer. Europa vraagt een geboorteverlof van 10 dagen. Maar dat is bij ons al heel lang een feit. In België duurt het geboorteverlof 15 dagen en over een paar maanden kunnen ook meeouders een geboorteverlof van 20 dagen genieten.

De op het eerste gezicht kleine wijzigingen zullen voor sommigen toch een aanzienlijke impact hebben en het verschil maken. Zo krijgt wie als uitzendwerknemer gewerkt heeft, sneller recht op ouderschapsverlof, waar ik trouwens in mijn wetsvoorstel ook al voor gepleit heb. Zo kan de duur van de uitzendarbeid vóór de vaste tewerkstelling ook in de berekening van de betrokken werknemers anciënniteit worden meegenomen.

Ik wil zelfs een stap verder gaan. Ik vind dat de anciënniteit ook voor andere werknemers moet meetellen voor het recht op ouderschapsverlof. Er zijn dus zeker nog stappen te doen op dat vlak.

Daarnaast krijgen werknemers via de richtlijn die wij nu omzetten, ook het recht per jaar 5 dagen zorgverlof op te nemen, naast het bestaande mantelzorgverlof. Op die manier kunnen zij op een flexibele manier hulpbehoevende familieleden bijstaan. De werknemer die even respijt nodig heeft om voor zijn of haar zieke partner of kind te zorgen, kan dat nu krijgen. Hij of zij zal alleen maar meer tevreden worden, omdat dat kan, uiteraard in overleg met de werkgever. Onderhavige wettekst betekent mooie stappen. Wij zullen deze omzetting zeker steunen.

Wat ons betreft, zijn er echter nog veel meer verbeteringen mogelijk. Ik heb er al een paar genoemd. Als gezinspartij willen wij zeker ook pleiten voor de verlenging van het geboorteverlof wanneer het kindje gehospitaliseerd wordt. Vandaag is geboorteverlof wel al mogelijk voor de mama's, maar nog niet voor de papa's. Ik heb een paar maanden geleden ter zake een wetsvoorstel ingediend.

Wij hebben ook een voorstel ingediend, zoals Groen, om het ouderschapsverlof ook toe te kennen aan pleegouders.

Wij hebben ook een voorstel ingediend om het mantelzorgverlof een stuk flexibeler en meer op maat te maken.

Mijnheer de minister, wij wachten al sinds het begin van de regeerperiode op de hervorming van de verlofstelsels, waarrond u werkt en waarvoor u op het advies van de sociale partners wacht. Wie al langer zitting heeft in het Parlement, herinnert zich dat we eigenlijk al meer dan tien jaar wachten op een deftig voorstel van hervorming van de sociale partners. Ik roep u dan ook op, mijnheer de minister, het nodige te doen opdat er snel een advies van de sociale partners op tafel ligt, samen met een voorstel dat ook gedragen wordt door de sociale partners. Verschillende fracties hebben in de commissie voor Sociale Zaken al voorstellen ter verbetering van de verlofstelsels geformuleerd, maar botsen steeds op de waarschuwing dat er gewacht wordt op het voorstel van de sociale partners. Zorg er dus alstublieft mee voor dat dat er snel komt.

Intussen zullen wij het voorliggende initiatief voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven zeker mee goedkeuren.


Nadia Moscufo PVDA | PTB

Madame la présidente, je vais commencer par une petite anecdote pour réfuter les éventuelles thèses qui existeraient dans ce Parlement, selon lesquelles il n'y aurait pas de discrimination supplémentaire pour les femmes sur le marché du travail, et plus particulièrement dans les secteurs employant des femmes non qualifiées. Personnellement, quand j'ai été engagée chez Aldi, en 1987, la première question que mon patron m'a posée, c'était si je voulais encore avoir des enfants – j'en avais déjà un. J'ai bien évidemment répondu non, et quatre mois plus tard, je suis tombée enceinte.

J'ai donc menti et je l'assume, parce qu'il y a effectivement une discrimination dans la société. Je peux vous le dire parce que j'ai encore des contacts avec tous ces secteurs particulièrement féminins, c'est encore le cas aujourd'hui. Du coup, nous allons évidemment soutenir le texte qui est sur la table aujourd'hui. Je ne vais pas répéter les avancées car elles ont été suffisamment bien expliquées par mes collègues, mais nous pensons bien évidemment qu'il faut aller plus loin sur deux aspects très concrets.

Le premier concerne l'indemnité même des congés parentaux. Nous pensons que cette indemnité doit être augmentée. En effet, la réalité sur le terrain veut que ce soit le membre du couple qui a le salaire le moins élevé qui prenne ce congé, et il s'agit généralement des femmes. Je parle ici des couples, mais si nous considérons les familles monoparentales, le problème ne se pose même pas, il est hors de question de réfléchir à un congé parental. Voilà pour ma première remarque pour vous inciter à aller plus loin, monsieur le ministre.

Le deuxième aspect est le droit octroyé aux parents de prendre congé quand leurs enfants sont malades. Nous voulons bien évidemment soutenir ce droit mais, pour le moment, selon le texte qui est sur la table, ce congé est sans solde. La directive européenne ne vous obligeait pas à faire en sorte que ce congé soit sans solde, mais elle ne vous interdisait pas non plus d'octroyer une rémunération au travailleur qui souhaite en bénéficier. Nous soutenons donc l'octroi d'un congé avec une rémunération.

Je vais ajouter un point qui est essentiel pour le parti des travailleurs et des travailleuses que nous revendiquons d'être. Ce point ne fait pas partie de la directive, mais nous voulons continuer à soutenir et à protéger – et, dans l'état actuel des choses, il va vraiment falloir le faire – les aides et subsides collectifs alloués pour faire face aux difficultés des femmes.

Je prends l'exemple des garderies pour enfants malades, parce que certaines femmes préfèreraient continuer de travailler si elles pouvaient compter sur davantage de gardiennes pour rester avec leur enfant souffrant. Nous devons chercher plus de solutions collectives afin que les femmes prennent leur place dans la société. Je vous remercie de votre attention.


Anja Vanrobaeys Vooruit

Mevrouw de voorzitster, voorliggend wetsontwerp geeft uitvoering aan een Europese richtlijn. Het doel ervan is dat de werknemers beter beschermd zijn wanneer zij een soms moeilijk evenwicht proberen te vinden tussen werk en gezin. De regelingen zijn vooral bedoeld om werknemers vooruit te helpen, vooral de werknemers die naast hun job iemand in hun naaste omgeving bijstaan die het bijzonder moeilijk heeft.

Ik wil er één punt uitlichten. Ik hoorde daarnet de N-VA zeggen dat de bijkomende ontslagbescherming vooral vrouwen zou kunnen discrimineren. Ik ben eigenlijk tevreden dat die extra bescherming nu ook wordt voorzien voor vaders en meeouders die het geboorteverlof opnemen. Zoals u weet, heeft deze regering dat vanaf 2021 uitgebreid van 10 tot 15 dagen en vanaf 2023 tot 20 dagen. Uit de cijfers blijkt dat dit echt wel een antwoord biedt op een maatschappelijke nood. Bijna 90 % van de vaders en de meeouders neemt dat geboorteverlof effectief op.

Toch zijn er nog altijd werknemers die het niet durven opnemen vanwege de druk die de werkgevers op hen uitoefenen of die het niet kunnen opnemen vanwege een tijdelijk of precair arbeidscontract. Voor Vooruit moet iedereen het recht hebben om zorgeloos bij zijn baby te kunnen zijn en die te leren kennen tijdens de eerste maanden na de geboorte. We kunnen niet ontkennen dat dit voor veel mensen de belangrijkste gebeurtenis in hun leven is, dus dat zou echt los moeten staan van het statuut waaronder men werkt. Of men nu een gewone werknemer is, met een interimcontract werkt of zelfstandige is, die gebeurtenis is voor iedereen dezelfde en ik meen dat iedereen de tijd wil nemen om bij zijn kind te zijn.

Ik had een wetsvoorstel ingediend om het geboorteverlof uit te breiden tot de interimwerknemers, maar ook dit wetsontwerp legt de basis voor interimwerknemers om het geboorteverlof op te kunnen nemen en een betere bescherming te genieten wanneer zij dat doen. Dit wetsvoorstel wil er voor zorgen dat ook wie zich in een meer precaire situatie bevindt zijn rechten kan laten gelden.

Wij steunen dit wetsontwerp, dat voor heel wat vooruitgang zorgt, maar dat belet mij niet om, ook al is dat een regionale bevoegdheid, nogmaals te pleiten voor meer kwaliteitsvolle en betaalbare collectieve diensten. Dat is een belangrijk element van de arbeidsmarkt.

Ik heb daarnet allerlei vragen gehoord over een goedwerkende arbeidsmarkt. Wat gebeurt er als je wil werken, maar geen plaats vindt in de kinderopvang? Wat gebeurt er als je wil werken, maar een kind met een zware handicap hebt thuis? Dat kind kan wel erkend zijn, maar staat op een wachtlijst voor het budget. Dan moet een ouder de zorg thuis opnemen, aangezien er gewoonweg geen opvangplaats is voor het kind. Dit oplossen is heel belangrijk voor een goedwerkende arbeidsmarkt en even belangrijk voor alle werknemers die toch proberen te gaan werken, zichzelf te ontplooien, maar ook de zorg opnemen voor hun naasten en geliefden.


Catherine Fonck LE

Madame la présidente, monsieur le ministre, nous soutiendrons cette transposition de directive. C'est une évidence, d'autant plus que les dispositions de cette directive européenne sont pour la plupart, si pas toutes, déjà réglées parfois de longue date dans notre droit du travail. Donc, ne pas soutenir la directive reviendrait à ne pas soutenir le droit du travail belge actuel.

Je me permets cependant de répéter ici deux éléments importants que j'ai eu l'occasion d'aborder en commission. Si une avancée significative avait pu être réalisée à travers une transposition ambitieuse de la directive, c'était évidemment sur le congé pour aidants proches. Á ce sujet, le gouvernement s'est borné à faire une transposition a minima de cette directive européenne. C'est donc un signal faible qui est adressé à tous les aidants proches. Or on sait que, s'ils n'étaient pas là, l'État serait dans l'incapacité d'assumer leur extraordinaire investissement, que ce soit à l'égard d'une personne âgée en perte d'autonomie ou d'un enfant ou d'un adulte porteur d'un handicap.

Je voudrais rappeler que le Conseil Supérieur National des Personnes Handicapées, dans un rapport tout récent, démontre combien, en Belgique, nous restons très faibles en la matière et combien une réforme ambitieuse se justifie. Monsieur le ministre, je regrette la façon dont le gouvernement s'est positionné sur ce volet. Vous le savez, si vous ne pouvez aller en deçà d'une directive européenne, vous pouvez aller au-delà. C'est donc une occasion manquée.

Le second point que je veux souligner et qui me pose question, c'est la manière dont on transforme le "congé de paternité" pour l'appeler "congé de naissance". Je le comprends pour certains aspects. Par contre, tout ramener au congé de naissance revient à considérer des parents d'adoption, des parents d'accueil comme étant des parents de seconde zone ou des demi-parents. L"'après-naissance" est un moment important. C'est là aussi une évidence pour tous les parents qui adoptent. Ils ne sont pas nombreux.

Ceux qui sont concernés doivent pouvoir être pris en considération comme s'il s'agissait d'une naissance, ainsi que les parents d'accueil. J'ose espérer que cette dénomination de "congé de naissance" ne donnera pas lieu à l'avenir à une remise en question des parents adoptifs et des parents d'accueil. C'est un message que j'envoie non seulement au gouvernement actuel, mais aussi aux suivants. En effet, même lors d'une prochaine législature, il y a un risque que ces parents, qui sont trop souvent considérés comme des demi-parents, soient laissés de côté et remis en question. Ce serait totalement inacceptable. Soyons-y attentifs, car ils sont autant parents que les autres.


Ministre Pierre-Yves Dermagne

Madame la présidente, je voudrais revenir sur quelques éléments. D'abord, comme Mme Fonck vient de le dire, et d'autres avant elle, nous pouvons être fiers en Belgique d'avoir anticipé une série de dispositions prévues dans cette directive européenne, d'avoir été précurseurs en matière d'égalité des genres sur le marché du travail, sur la nécessaire conciliation entre vie professionnelle et vie familiale, et d'avoir inclus ces dispositions dans notre droit positif belge depuis plusieurs années maintenant.

Ensuite, il s'agit d'une étape et non de la fin d'un trajet. J'entends différentes interventions au sujet de demandes que j'estime légitimes, concernant les aidants proches, les familles d'accueil, ou encore l'accompagnement des familles au quotidien, même si ceci déborde les compétences de notre Parlement. J'ai entendu des questions sur les structures d'accueil, les crèches, qui peuvent constituer des pièges à l'emploi et des freins pour toute une série de travailleuses. C'est un combat que nous devons poursuivre collectivement.

Enfin, et c'est peut-être l'élément neuf par rapport à la seconde lecture en commission, le texte prévoit une intervention subsidiaire du législateur. Vous savez que la première main a été laissée aux partenaires sociaux.

Vous savez aussi que les partenaires sociaux nous avaient demandé, à travers un courrier signé par le président du Conseil national du Travail, de prolonger le délai prévu et de laisser les partenaires sociaux transposer eux-mêmes, via des conventions collectives de travail, plusieurs chapitres contenus dans ce projet de loi. Je me réjouis de pouvoir vous annoncer que, ce mardi 27 septembre, ils ont conclu plusieurs conventions collectives.

En raison de cet accord, nombre de propositions figurant dans ce projet ne trouveront pas à s'appliquer directement. Je m'en félicite, parce que, comme je l'indiquais tout à l'heure en réponse aux questions de Mmes Lanjri et Vanrobaeys, la concertation sociale me semble offrir une véritable plus-value. Si les employeurs et les syndicats peuvent aboutir à un accord, c'est toujours quelque chose de positif et, dans le fond, de bien meilleur qu'une intervention du législateur.