Proposition 55K1654

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant des mesures particulières pour la sélection des postulants "candidat militaire" et des mesures particulières relatives au travail à distance dans le cadre de la crise sanitaire liée au coronavirus COVID-19.

General information

Authors
CD&V Hendrik Bogaert
Ecolo Guillaume Defossé
Groen Wouter De Vriendt
MR Denis Ducarme
Open Vld Jasper Pillen
PS | SP Hugues Bayet
Vooruit Kris Verduyckt
Submission date
Nov. 18, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
recruitment defence policy epidemic infectious disease armed forces military personnel labour shortage disease prevention respiratory disease

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR
Voted to reject
N-VA LDD
Abstained from voting
PVDA | PTB VB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Dec. 15, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De rapporteurs zijn mevrouw Jadin en de heer Flahaut die verwijzen naar hun schriftelijk verslag.


Theo Francken N-VA

Mevrouw de voorzitster, vooreerst, ik ben blij dat de minister alvast binnenkomt, maar ik vind het opmerkelijk dat geen van beide rapporteurs aanwezig is in deze plenaire vergadering.


President Eliane Tillieux

Ils se référaient au rapport écrit.


Theo Francken N-VA

Hebben ze dat laten weten?


President Eliane Tillieux

Ja.


Theo Francken N-VA

Dat is wel gemakkelijk, niet?

Ik vind het belangrijk dat u als Kamervoorzitster probeert de regeling van de werkzaamheden op een correcte manier te organiseren. Ik zit al zeer lang in de Kamer. Ik vind het een kwestie van respect dat de rapporteur van een rapport aanwezig is tijdens de bespreking ervan in de plenaire vergadering.

Gewoon een mailtje sturen met de mededeling dat men naar het schriftelijk verslag verwijst, is dat niet wat gemakkelijk? Is dat de standaard­procedure die vanaf nu wordt toegepast? Ik heb dat nooit meegemaakt, maar corona maakt alles mogelijk. Het zal vanaf nu misschien altijd zo zijn. Ik weet het niet.


Ahmed Laaouej PS | SP

Madame la présidente, j'ai eu le plaisir et l'honneur d'être chef de groupe sous la précédente législature. M. Francken, à l'époque secrétaire d'État, ne participait pas toujours à nos travaux. Ce n'est pas un reproche; c'est un fait.

Je peux vous dire que, très régulièrement, M. Bracke, qui était alors président de la Chambre des représentants, était parfois confronté à la même situation concernant des rapporteurs issus des rangs de la majorité. L'opposition, dont nous faisions partie à l'époque, acceptait que de temps à autre, pour des raisons indépendantes de leur volonté – ce qui n'est pas toujours le cas –, les rapporteurs absents chargent un membre de leur groupe de rappeler qu'ils renvoyaient à leur rapport écrit. Il s'agit d'une forme de pratique qui ne correspond pas, effectivement, à ce qui devrait être, mais qui avait lieu, y compris – je me souviens – pour des députés rapporteurs de la majorité.

À M. Fancken qui dit ne pas s'en souvenir, je lui rappelle le proverbe "de mémoire de rose, on n'a jamais vu mourir un jardinier".

Pour le reste, M. Flahaut arrive. Si M. Francken le souhaite, on peut l'attendre pour qu'il renvoie à son rapport écrit ou poursuivre nos travaux. C'est comme vous le souhaitez, madame la présidente. Je m'en remets évidemment à votre magistère.


President Eliane Tillieux

Dans ce Parlement, la tradition est évidemment d'avancer. Il me semble que telle est généralement la volonté des membres.


Benoît Piedboeuf MR

Madame la présidente, pour répondre aux collègues, je viens de contacter Mme Kattrin Jadin qui m'a envoyé un message dans lequel elle fait savoir qu'elle renvoie au rapport écrit.


President Eliane Tillieux

Er moet ook rekening worden gehouden met de situatie van het coronavirus, waardoor heel veel Kamerleden niet in het halfrond aanwezig kunnen zijn.


Theo Francken N-VA

Mevrouw de voorzitster, ten eerste, corona is volgens mij een absoluut flauw excuus. Ik zie van de MR één lid zitten, hoewel ik meen dat een aantal MR-leden en alleszins meer dan één lid aanwezig mogen zijn. Ik zie dus niet in waarom dat argument kan worden ingeroepen. Misschien heeft mevrouw Jadin een medisch verslag, waardoor zij niet aanwezig kan zijn. Dat is natuurlijk iets anders. Indien zij om reden van coronaquarantaine of -ziekte niet aanwezig kan zijn in het halfrond, heb ik daarvoor natuurlijk alle respect en zal ik de laatste zijn om daar een opmerking over te maken. Bij mijn weten is dat echter niet het geval. U geeft in uw hoedanigheid van voorzitster van de Kamer aan dat corona een goede reden is om niet aanwezig te mogen of moeten zijn. Wanneer er slechts één MR-lid aanwezig is, hoewel ze met drie of vier leden aanwezig mogen zijn, dan is dat zowat het flauwste excuus dat ik al in maanden heb gehoord.

Er wordt gesteld dat, in de periode dat ik staatssecretaris was, er ook via mail of via een bericht werd verwezen naar het schriftelijk verslag. Ik weet dat niet, ik zal het navragen. Mijnheer Laaouej, ik wil u zonder enig probleem op uw woord geloven, maar dat is naar mijn mening op zich geen gezonde reflex.

Het gaat hier over een bijzonder omstreden wetsvoorstel dat met de karwats door het Parlement wordt gejaagd en waarvoor slechts één iemand van alle indieners aanwezig is, met name de heer Bayet, voor wie ik veel respect heb. Hij is een heel respectabel lid van de commissie voor Defensie. Neem mij niet kwalijk, de heer Vanden Burre is ook juist de zaal binnengekomen. Die geringe aanwezigheid betreur ik. Over die wetsvoorstellen is heel veel debat geweest, tot laat in de avond. Ik zal zo dadelijk ook mijn inhoudelijk exposé houden. Er kan dus ten minste het nodige fatsoen worden opgebracht door aanwezig te zijn. Ik ben bijzonder verheugd dat, zoals altijd, een sterke beer zoals André Flahaut aanwezig is. Hij is immers altijd in de couloirs de la Chambre. Het is dus heel goed dat hij de zaal binnenkomt.

Ik wil er toch op insisteren dat rapporteurs die verslag willen uitbrengen, dat indien mogelijk best op fysieke manier doen. Corona als excuus inroepen is bijzonder flauw, behalve natuurlijk wanneer de betrokkene zelf ziek is of door omstandigheden quarantainemaatregelen is opgelegd. Dat is natuurlijk van een totaal andere orde.


President Eliane Tillieux

Ondertussen is inderdaad onze collega, rapporteur Flahaut, de zaal binnengekomen.


Theo Francken N-VA

Mevrouw de voorzitster, ik heb twee weken geleden iets hallucinants meegemaakt in de Kamer.

We hadden de zoveelste vergadering over de beleidsverklaring en de begroting van onze nieuwe minister van Defense, onze MoD, Ludivine Dedonder, die op zich bijzonder interessant en relevant was. Ik denk dat het nog nooit gebeurd is in de recente parlementaire geschiedenis dat we zo lang en inhoudelijk hebben gedebatteerd over de toekomst van Defensie. Ik denk dat dit een meerwaarde was. Ik denk ook dat het een debat op hoog niveau was, zowel bij de oppositie als de meerderheid. Dat heeft soms op de zenuwen gewerkt van bepaalde leden van het Parlement en van de regering, maar ik denk wel dat het interessant was, want wij hebben een commissie voor Defensie die goed werkt en die ook probeert om op een constructieve manier over partijgrenzen heen naar een consensus te zoeken. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar ik moet zeggen dat ik blij ben dat ik lid ben van de commissie voor Defensie. Het is de enige commissie waarvan ik daadwerkelijk lid ben. Het is mijn oude liefde waar ik naar terugkom.

Mijn ontgoocheling was des te groter toen ik zag welk onbetamelijk en vreemd wetsvoorstel er door de meerderheidspartijen werd ingediend. Dat wetsvoorstel was niet of amper gelezen door de ondertekenaars. Ik heb de heer Ducarme zijn gezicht gezien. Ik heb mevrouw Jadin haar gezicht gezien. Ik heb een aantal leden van de meerderheid hun gezicht gezien toen ik inging op de inhoud ervan. Ze wisten nauwelijks waarover het ging. Dat was bijzonder pijnlijk.

Ik heb een aantal vragen gesteld aan de minister en ik heb daar op die avond geen antwoorden op gekregen. Dat was bedroevend. Ik hoop dat we in de toekomst op een andere manier zullen samenwerken, anders zullen onze militairen en onze Defensie de echte verliezers van dit verhaal worden.

Collega's, ik wil ingaan op de inhoud van dit wetsvoorstel en ik wil drie zaken opmerken.

Ten eerste, dat er in het kader van corona bijzondere maatregelen moeten worden getroffen voor onze landsverdediging, is normaal, daarmee heb ik geen probleem, dat is de logica zelve. Dat er in het kader van corona met betrekking tot Defensie een aantal bijkomende maatregelen moeten worden genomen, die in een wetsaanpassing horen, is evident. Als het gaat over thuiswerk, thuis-werkverkeer, de manier waarop coronamaatregelen moeten toepasbaar zijn op onze eenheden, de compagnies en bataljons, is dat normaal. Collega's, de meeste artikelen van dit wetsvoorstel hebben daarop betrekking. Op dat vlak steunt de N-VA deze maatregelen.

Er zijn echter twee artikelen waarmee onze fractie een groot probleem heeft, namelijk artikel 2 en artikel 9. Ik heb twee amendementen ingediend op die twee artikelen.

Artikel 2 gaat over de fysieke proeven en selectietesten bij Defensie. Artikel 2 zegt dat die selectieproeven worden opgeschort voor het wervingsjaar 2021 in het kader van alle aanwervingen, dat zijn er in totaal ongeveer 2.300 à 2.500. Dit jaar was het de ambitie om ongeveer 2.000 militairen aan te werven. Ik weet niet of wij dat gaan halen, gezien corona. Volgend jaar is de ambitie 2.300 à 2.500. Wij hebben morgen­ochtend een vergadering van de commissie voor Defensie over het legercontingent. Dan kunnen wij daarop dieper ingaan. Dat is grosso modo het ambitieniveau van Landsverdediging op vlak van aanwervingen. Ons leger telt ongeveer 25.000 militairen. Het gaat dus over 9 à 10 % van het totaal aantal militairen, die zullen worden aangeworven zonder fysieke fitheidstests. Ik heb daar een fundamenteel probleem mee.

Gelukkig hebben we nog veel bronnen binnen Defensie en heb ik mij kunnen informeren. Persoonlijk vind ik het een totaal gemiste kans, en een totaal gebrek aan ambitie en creativiteit, dat de generale staf en het kabinet Defensie geen alternatieven kunnen uitwerken op het vlak van selectieproeven. Er wordt gesteld dat de fysieke selectieproeven niet meer georganiseerd kunnen worden. Deze fysieke proeven vinden plaats in Neder-Over-Heembeek, in een sectie van ons militair ziekenhuis. Dat zijn kleine ruimtes waar alle loopbanden dicht bij elkaar staan. De anderhalvemeter­regeling is daar niet gegarandeerd. Defensie heeft dus beslist om voor niemand nog fysieke proeven te organiseren.

De politie heeft ook nieuwe rekruten en is bijzonder ambitieus. Er is zoveel geld dat er enorm veel personeel wordt aangeworven. Ik hoop dat dit allemaal lukt. Het zou goed zijn voor de veiligheid van ons land. Als vertegenwoordiger van een partij die inzet op veiligheid kan ik dat alleen maar toejuichen. Het zou mooi zijn. De politiescholen blijven echter fysieke proeven organiseren, weliswaar met een paar aanpassingen. Ze blijven echter selecteren op basis van fysieke testing. Defensie is echter gewoon gestopt. Er worden dus concreet al maanden, en dit zal nog maanden duren volgend jaar, mensen aangeworven bij Defensie die mogelijk fysiek niet helemaal in orde zijn.

Heel het fysiekeparaatheidsverhaal ligt mij erg na aan het hart, ik zet mij daar al tien jaar voor in hier in de Kamer. Tien jaar geleden werd ik voor de eerste keer lid van de commissie voor Landsverdediging. Ik heb toen enorm geijverd voor een aanpassing van de fysieke testing van kandidaat-militairen en militairen in opdracht. Ik vond het Xavier Waterslaeghers-imago van Defensie namelijk nefast. Ik verklaar mij nader, Xavier Waterslaeghers is een iconisch figuur in de Vlaamse televisiewereld die deels het negatieve imago van onze militairen heeft bepaald, namelijk een rondbuikig iemand die na de dienst, vaak niet te laat in de namiddag, graag zijn dagschotel bestelde en eigenlijk niet bijzonder actief was op het vlak van defensie. Ik vond dat altijd een heel negatieve beeldvorming die nog altijd aan Defensie kleeft.

Ik heb samen met Pieter De Crem, de toenmalige minister van Defensie, een heel nieuw verhaal geschreven waarin die fysieke paraatheid en de fysieke testing terug centraal kwamen te staan. Falen bij die fysieke testen werd op dat moment nooit gesanctioneerd, niemand kon je iets maken, ook al slaagde je vijf jaar op rij niet voor deze testen. Dat is nu eindelijk veranderd en we komen van heel ver. Ik vind het fantastisch dat we hier in tien jaar in geslaagd zijn, ook door de aanslagen en het feit dat onze militairen nu veel meer maatschappelijke waardering kennen dan ooit tevoren. Dat is dus een positief effect van een vreselijk iets als de aanslagen. Het klinkt vreemd om zoiets te zeggen, maar onze militairen lopen nu wel fier rechtop. Een van de positieve effecten is dat we ervoor zorgen dat onze militairen fysiek paraat zijn. Het zijn geen mensen meer met dikke buiken, ze verzorgen zichzelf op en top en kunnen daardoor ook beter voor ons land zorgen.

Mevrouw de minister, beste indieners, ik kan begrijpen dat door corona het heel moeilijk is om nog fysieke testen te laten plaatsvinden in een kleine zaal met loopbanden. Ik begrijp dat zeker, maar ik wil dan wel graag weten waarom er niet naar alternatieven wordt gekeken. In de politiescholen werden alternatieven uitgewerkt, bij Defensie kan dat blijkbaar niet. Dat begrijp ik niet. Ik merk een totaal gebrek aan creativiteit in het zoeken naar alternatieven, wat ik betreur, want ik denk dat wij daardoor drieduizend tot vierduizend mensen aanwerven die fysiek niet getest worden.

Als ik daarnaar kijk, maak ik enkele bedenkingen.

Ik denk dat de meeste jongeren niet voor Defensie willen werken wanneer zij daartoe fysiek niet paraat zijn, want wie zich onvoldoende fysiek capabel voelt, begint daar gewoonweg niet aan. Onmiskenbaar echter zullen er onder die duizenden wel enkele kandidaten fysiek totaal niet paraat zijn. Wanneer een van mijn kinderen zich wil aanmelden voor Defensie, wat misschien ooit gebeurt, dan zou ik dat persoonlijk, indien mijn kind fysiek niet fit is, afraden als vader. Dat advies geef ik ongeacht het bestaan van fysieke tests. Mijn advies luidt dat wie niet fit is, niet bij Defensie moet beginnen, aangezien men bij Defensie altijd fit moet zijn.

Hoe dan ook behoort het tot de opdracht van de overheid om dat te controleren, het is een basistaak van de overheid. Ik ben zelf geen pleitbezorger van een grote overheid, ik ben echt een conservatief, voor mij hoeft de overheid niet te groot te zijn, maar de overheid moet zich volgens mij wel op haar basistaken concentreren. Het behoort tot de basistaken na te gaan of iedereen die bij Defensie wordt aangeworven wel fysiek fit en psychologisch top is.

Dat dit nu wordt stopgezet zonder een alternatief, kan ik niet steunen. Ik vind het onbegrijpelijk van Open Vld en MR. Mijnheer De Maegd en mijnheer Piedboeuf, ik begrijp echt niet dat u dat in Wallonië kunt verkopen.

In 2021 wordt de grootste wervingscampagne van Defensie van de laatste dertig jaar gehouden. Met de paarsgroene-plus-Vivaldi-coalitie zegt u dat de fysieke testing niet belangrijk is. De politie en minister Verlinden zeggen daarentegen dat fysieke testing heel belangrijk is. Al kan het door corona niet zoals het vroeger, er is wel een alternatief uitgewerkt. Bij de politie is dat gebeurd, maar Defensie kan dat niet. Defensie heeft niet de creativiteit, zoals de politie, om een alternatief testingparcours uit te werken. Dat is totaal absurd. U kunt mij veel wijsmaken, maar u kunt mij niet wijsmaken – ik heb een klein beetje ervaring in de federale administratie – dat Defensie geen fysieke testing coronaproof kan organiseren.

Een bijkomende bedenking.

Alle officieren, kandidaat-officieren en miliciens moeten de eerste vier jaar, voor ze statutair benoemd zijn, elk jaar een fysieke testing doen. Die testing gaat nog elke maand door. Defensie is dus niet gestopt met alle fysieke testing. Ze blijven het doen voor wie al in het leger zit, coronaproof. Dat kan blijkbaar wel, maar voor de nieuwe rekruten doen ze het niet meer. Waar slaat dat op? Een nieuwe rekruut moet geen fysieke testing doen en mag zomaar binnenkomen. Geloof me dat sommigen in dit Parlement Defensie graag opnieuw als de tewerkstellingsbatterij willen zien die het was in de jaren 80 en 90 onder bepaalde ministers. Laat maar komen. Zoekt u werk? Ga maar naar het leger. Geen probleem, we hebben werk voor u. Zij mogen allemaal binnenkomen, maar de fysieke testing wordt nog elke maand georganiseerd voor de militairen die al in dienst zijn.

Het heeft dus niets te maken met coronaproof, want het wordt nog elke dag georganiseerd bij Defensie, alleen niet voor de nieuwe militairen.

Sta me toe toch wat argwanend te zijn. Dat is mijn natuur. Ik probeer niet paranoïde te worden, maar ik ben wat argwanend.

Sommigen willen van Defensie graag weer een grote tewerkstellingshub maken voor laag­geschoolden en mensen die niet aan de bak raken. Dat is fantastisch en brengt ook heel veel stemmen op. Als dan de fysieke test wordt uitgeschakeld in het eerste wetsvoorstel van de paars-groene Vivaldicoalitie, door een regeringslid van de Parti Socialiste, dan ben ik extra argwanend. Dat kan ik u zeggen. Gelet op de geschiedenis van Defensie, die ik zeer goed ken en al heel mijn leven volg, ben ik extra argwanend, want dan vraag ik mij af wat juist de bedoeling van de regering is – buiten de sinterklaaspolitiek waarover wij elke dag kunnen lezen en in het kader waarvan de jongens en meisjes van Ecolo er 3,4 miljard euro willen uitsmijten. De sinterklaaspolitiek is ongelofelijk, und kein Ende, maar dat zullen wij morgen bij het begrotingsdebat bespreken. Ik zal er staan om 10 uur 's morgens, ik kijk er al naar uit.

Ik vraag mij alleszins af wat de echte agenda van de regering is, als het eerste wetsvoorstel beoogt de fysieke selectieproeven uit te schakelen. Ik vraag mij dat af. Wilt u terug naar een leger uit de jaren 80 en 90 of wilt u doen wat wij, collega's van de MR en de Open Vld, in de Zweedse coalitie hebben gedaan, namelijk van het leger eindelijk opnieuw een topfit leger maken dat ons internationaal kan dienen, dat onze reputatie hooghoudt, dat internationaal durft opkomen tegen terreur, in de strijd tegen het islamisme? Is dat onze ambitie of is de ambitie weer om eender wie aan te nemen door alle selectieproeven weer uit te schakelen? Het kan niet op, een tewerkstellings­batterij zoals in de jaren 80 en 90. Wij kennen het allemaal, wij hebben allemaal al gezien wat dat zal geven.

Ik heb dan ook een amendement ingediend om artikel 2 te schrappen. Ik vind het onverantwoord dat er geen fysieke selectietesten meer zijn voor het leger. Dat moet stoppen. Ik wil dat er een alternatief wordt uitgewerkt. Als dat bij de politie kan, waarom kan het dan niet bij Defensie? Dat is volgens mij het beste argument.

Ik heb daarop geen antwoord gekregen.

Mijnheer Bayet, mevrouw Dedonder, ik hoop dat ik dat eindelijk kan krijgen. Waarom kan het bij de politie maar niet bij Defensie?

Mijn tweede amendement, collega's, gaat over artikel 9. Ik vind dit trouwens een verschrikkelijk slechte wetgeving. Legistiek is het een draak. Ik vind het schandalig dat dit niet wordt voorgelegd aan de Raad van State en dat u werkt met een wetsvoorstel om het snel door het Parlement te jagen. De Raad van State zou er gehakt van maken. Dit is gewoon een schandalige wetgeving. U moet artikel 9 eens lezen. Wij hebben in de commissievergadering een uur gepraat over de interpretatie van artikel 9. Het is onleesbaar.

Mevrouw de minister, ik weet niet wie op uw kabinet het artikel heeft opgesteld, maar het is onleesbaar: "De Koning kan aanvullende uitzonderlijke maatregelen nemen indien de gezondheidscrisis in verband met het coronavirus COVID-19 voortduurt." Wij hebben een hele discussie gehouden over het feit of die uitzonderlijke maatregelen die de Koning, de facto de ministerraad, kan nemen, alleen maar mogen zolang de coronacrisis aanhoudt. Dat staat er volgens mij totaal niet in, volgens de meerderheid wel. Als men in de wetgevende Kamer een uur praat over de interpretatie van één artikel van twee zinnen, dan is dat toch een teken dat uw wetgeving niet helemaal duidelijk is. Dat is het minste wat men kan zeggen. Het artikel is totaal onduidelijk.

Ik moet u eerlijk zeggen dat ik daar een fundamenteel probleem mee heb. Ik vind het onvoorstelbaar dat deze regering als eerste wetsvoorstel een voorstel indient om de aanpassing van het statuut van de militairen, de heilige graal van Defensie, te kunnen regelen via de regering.

Mijnheer Laaouej, mochten wij, onder Steven Vandeput in de Zweedse coalitie, nog maar hebben durven voorstellen de aanpassing van het statuut van kandidaat-militairen, het statuut van militairen, de heilige graal van Defensie, te delegeren naar de regering via een ministerieel of een koninklijk besluit, dan stond u op de voorpagina van Le Soir om dat aan te klagen als een pure schande. U zou aanklagen dat het eerste wat die ultraliberale regering van Charles Michel, la Suédoise, had voorgesteld, was om het statuut van Defensie aan te passen via een delegatiebevoegdheid die het Parlement aan de regering gaf. U zou op de bühne en op de voorpagina's van de kranten hebben gestaan. U zou in elke nieuwsuitzending op de Franstalige zenders gezegd hebben dat het een pure schande is dat zoiets niet meer beraadslaagd moet worden met de oppositie, in het Parlement, bij de wetgever. U zou er een grote schande van hebben gemaakt.

Welnu, wat is uw eerste voorstel? Artikel 9 van uw voorstel, mijnheer Laaouej, gaat over de aanpassing van het statuut van de militairen. Daarover werd gedurende veertig of vijftig jaar telkens overleg gepleegd met de sociale partners en met het Parlement. De heer Flahaut heeft het altijd in het Parlement gebracht. Nooit heeft de heer Flahaut het aangedurfd om daarover op zijn eentje te beslissen. Er werd altijd over gestemd na een tegensprekelijk parlementair debat met de oppositie. Nu, voor de eerste keer in de geschiedenis, kan het statuut van de militairen aangepast worden zonder de wetgevende Kamer daarbij te betrekken. Dat is wat er staat in artikel 9.

U roept de coronacrisis in als reden. Dat is enigszins begrijpelijk, maar uw formulering creëert een totale legistieke onduidelijkheid. Dit is legistiek prulwerk. Puur prulwerk. Lees het na. Het heeft kop noch staart. Ik heb daar een groot fundamenteel probleem mee. Wij zijn nooit zo ver durven gaan. Mochten wij dat gedaan hebben, dan zou de linkse oppositie, onder leiding van de heer Laaouej, ons afgebrand hebben. Dat zou ook terecht geweest zijn. Het eerste wat jullie nu voorstellen, is het te delegeren aan de regering. Ik vind dat onvoorstelbaar.

Beste collega's, wij staan aan het begin van een legislatuur. Het is de eerste keer dat ik het woord neem over een wetsvoorstel, maar het zal niet de laatste keer zijn. Ik wil wel één zaak heel duidelijk maken: er moeten een aantal regels gerespecteerd blijven. Een van die regels is dat de scheiding der machten op het vlak van de basisprincipes het best gerespecteerd blijft. Als het statuut van de militairen aangepast kan worden via een delegatiebevoegdheid aan de regering, dan overschrijden we een rode lijn. U kunt lachen zoveel u wilt, mijnheer Laaouej, maar dit is een precedent. U zult hier nog lang zitten, maar ik ook. Het is een precedent dat ik niet zal vergeten. Als u dat wapen gebruikt, dan zal ik dat mogelijk ook gebruiken. Maakt u zich vooral geen zorgen. Ik zal verwijzen naar deze avond, naar dit verslag. U delegeert het statuut van militairen naar de regering. Waarom zouden wij dat in de toekomst in een andere coalitie dan niet doen? Als u dan grote kritiek hebt, zal ik u verwijzen naar vanavond. Geen probleem. Het is niet omdat u nu machtig bent en in de regering zit, dat u de volgende keer nog zo machtig bent als u mogelijk opnieuw in de oppositie zit. Geen probleem. Het kan verkeren, ook in de politiek, zo werkt het nu eenmaal, maar wees toch voorzichtig als u bepaalde rode lijnen overschrijdt.

Het statuut van militair is de laatste veertig jaar nog nooit aangepast zonder dat het Parlement dat heeft goedgekeurd. U delegeert het naar de regering. Ik ben het daar totaal niet mee eens, los van de context. Dit is een puur principieel punt waarvoor u, met een grote vakbond binnen Defensie, veel respect zou moeten hebben. Dat is blijkbaar niet het geval.

Tot daar, mevrouw de voorzitster.


Hugues Bayet PS | SP

Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, avec cette proposition de loi, mes collègues de la majorité et moi-même avons l'intention de traiter un dossier qui relève simplement du bon sens. C'est l'adaptation de certaines règles et procédures à la Défense en fonction de la crise sanitaire qui n'est, hélas, pas encore derrière nous.

À cet effet, le texte que nous présentons aujourd'hui cherche à rencontrer deux objectifs. Le premier, c'est la possibilité de continuer les recrutements au sein de l'armée malgré les mesures sanitaires et le deuxième, c'est la modification de quelques règles relatives au télétravail puisque l'armée aussi doit s'adapter à la pandémie.

Comme vous le savez, il est plus que nécessaire de pouvoir continuer à embaucher du personnel au sein de la Défense. L'assemblée l'a d'ailleurs reconnu à la suite de la résolution sur les ressources humaines au sein de la Défense que mon groupe et moi-même avons déposée cet été. Cette priorité a également été reprise dans la note de politique générale de Mme la ministre qui en a fait un des points d'orgue de cette législature.

C'est évidemment exactement dans cette lignée que s'inscrit le premier objectif de la proposition, en prenant des mesures exceptionnelles afin d'assurer le recrutement par ces temps de pandémie durant toute l'année 2021. On sait tous que l'armée doit aussi faire face à son personnel qui est en maladie, qui télétravaille et on sait qu'il en manque à tous les étages.

Parmi ces mesures, on offre la possibilité au directeur général des ressources humaines de limiter le nombre de postulants ou de candidats officiers de carrière du recrutement normal pour les épreuves de sélection ou encore de ne pas organiser, le cas échéant, d'épreuves physiques lors des procédures de sélection ou encore de pouvoir mettre fin aux procédures de recrutement dans le cas où un ou plusieurs postulants s'avéreraient être positifs au covid-19.

Tout un chacun l'aura évidemment bien compris. On essaie ici de trouver un équilibre entre la nécessité de continuer à recruter, tout en veillant à la sécurité et à la santé des postulants et examinateurs, et non pas, comme j'ai pu l'entendre, à recruter des personnes qui n'auraient pas les capacités physiques pour faire partie de l'armée. J'en profite d'ailleurs pour rappeler qu'il n'y a pas que des para-commandos qui travaillent au sein de notre Défense mais toute une série d'autres catégories de personnel.

Avec le second objectif, ce que nous visons, c'est de garantir cette sécurité sanitaire en adaptant les règles relatives au télétravail qui sont applicables actuellement. Nous proposons dès lors d'augmenter non seulement l'indemnité journalière qui est liée au télétravail mais aussi les jours de télétravail autorisés dans la législation, selon les cas. Par ailleurs, de nouvelles mesures particulières doivent pouvoir être facilement prises en cas de persistance de la crise sanitaire liée au coronavirus (covid-19). C'est pourquoi nous entendons également habiliter le Roi à prendre des mesures complémentaires, le cas échéant, ce qui est, rappelons-le, une technique parlementaire très courante. Cela nous permettra de mettre sur un même pied d'égalité nos militaires avec les autres services fédéraux et non pas, comme je l'ai entendu aussi, de modifier les statuts. Il s'agit bien d'adapter les règles de travail au coronavirus.

Madame la ministre, chers collègues, la particularité et l'urgence de la situation en appellent à ce que nous prenions des mesures exceptionnelles. Mais ces mesures sont extrêmement bien balisées et surtout limitées dans le temps puisqu'elles ne peuvent courir que jusqu'au 31 décembre 2021 maximum. Elles sont exceptionnelles, limitées dans le temps et partielles car nous ne supprimons pas d'un coup de baguette tous les exercices physiques; nous offrons, parce que nous faisons confiance à notre personnel militaire, la possibilité au directeur général des ressources humaines d'évaluer la possibilité de continuer ou de modifier, le cas échéant, les tests d'aptitude physique, ce par secteur.

Il s'agit donc de mesures proportionnées qui permettront d'assurer la continuité du travail de recrutement dans de bonnes conditions au sein de la Défense, tout en n'hypothéquant pas pour autant la santé de notre personnel. En effet, il est vraiment de notre devoir de nous assurer que les personnes qui auront soutenu l'effort pour lutter contre le virus puissent, elles aussi, se sentir en sécurité au travail.


Annick Ponthier VB

Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, ook al hebben wij het voorliggende wetsvoorstel van de meerderheidspartijen een tweetal weken geleden uitvoerig in de commissie besproken, ik kom er hier graag even op terug. Er moet mij namelijk het een en het ander van het hart, los van het feit dat de indieners in de commissievergadering op weinig vragen konden antwoorden en zelfs soms onjuistheden verkondigden.

Vandaag is haast niemand van de indieners in de plenaire vergadering aanwezig, slechts twee van de zeven ondertekenaars. Gelet op de inhoud van het voorstel hoeft het niet te verbazen dat het de collega's van PS en Ecolo zijn. Nochtans is het voorstel bijzonder belangrijk. Het handelt over de rekrutering van kandidaat-militairen, een van de belangrijkste uitdagingen van Defensie de komende jaren. Zelfs de commissievoorzitter heeft zich niet de moeite getroost hier aanwezig te zijn, ook al zijn er nog zitplaatsen beschikbaar op de banken van zijn fractie, nietwaar collega Francken. Ook dat is een bijzonder pijnlijke vaststelling.

Persoonlijk vind ik kwaliteit altijd belangrijker dan kwantiteit, en dat in alle domeinen, ook voor Landsverdediging. Het lijkt erop dat de meerderheidspartijen het daar niet eens mee zijn, want naast enkele aanbevelenswaardige onderdelen in het voorliggend wetsvoorstel, bijvoorbeeld voorzieningen inzake telewerk in het kader van de huidige coronacrisis, zal het voorstel het bijkomend mogelijk maken om de fysieke proeven voor kandidaat-militairen voor heel het komend wervingsjaar op te schorten. Als reden halen de collega's de coronacrisis aan, maar volgens mij – ik word daarin bijgetreden door een aantal mensen bij Defensie – zijn er meer dan voldoende mogelijkheden om de sportproeven met respect voor sociale afstand te organiseren. Er kan bijvoorbeeld gewerkt worden met tijdslots, maximumcapaciteiten, proeven in de buitenlucht en testing onder strikte begeleiding van iemand die toeziet op de afstandsmaatregelen.

Waarom wil men dan toch de fysieke proeven een heel wervingsjaar kunnen negeren? De sportproeven zijn een belangrijk selectiecriterium bij de aanwerving van nieuwe rekruten, zeker voor militairen die ingezet kunnen worden bij operaties.

Ik kan hier slechts één conclusie uit trekken, dames en heren van de meerderheidspartijen. Ofwel onderschat of miskent u het belang van de fysieke paraatheid bij ons leger, ofwel grijpt u corona aan als handig excuus om de lat te verlagen en de instroom in ons leger te vergroten, ongeacht de fysieke geschiktheid of de motivatie.

Zult u de militairen die zich niet hebben voorbereid op fysieke proeven, omdat zij niet worden georganiseerd, en die vervolgens, wanneer de proeven over een bepaalde tijd opnieuw worden afgenomen, niet slagen, wegens fysieke ongeschiktheid ontslaan? Ik heb u die vraag tot tweemaal toe gesteld in de commissie­vergadering, maar u bleef mij tot op vandaag het antwoord schuldig. Ik betwijfel ten zeerste of u dat zult doen, gezien het nijpende personeelstekort bij Defensie.

De regering heeft zich voorgenomen komaf te maken met het personeelsgebrek door tijdens deze legislatuur 10.000 nieuwe rekruten, waarvan meer dan de vooropgestelde 2.300 in 2021, aan te werven. Om die belofte te kunnen invullen, mag men kennelijk – ik verwijs naar voorliggend voorstel – best niet te streng zijn. Dat lijkt althans het paars-groene credo. Zoveel mogelijk kandidaten moeten over de lat en dus legt men de lat best lager. Het personeelsprobleem bij Defensie verantwoordt volgens ons niet het openzetten van alle sluizen bij de aanwerving van kandidaat-militairen zonder degelijke selectie, waarvan – ik herhaal het – de fysieke test integraal deel uitmaakt. De zure vruchten van dat toch wel erg linkse recept van nivellering en niveauverlaging plukken wij overigens ook in ons onderwijs, dat nu op sneltempo van de wereldtop afzakt naar de middelmatigheid. Ook dat heeft te maken met een massale instroom, zij het natuurlijk van een andere aard. Collega's, het principe blijft echter hetzelfde.

Mevrouw de minister, in dat verband past – ik maak even een zijsprong – ook de verwijzing in uw regeringsverklaring naar het fameuze NEET-programma, waarbij vaak allochtone jongeren – wij moeten een kat een kat durven te noemen –, die nergens op de arbeidsmarkt terechtkunnen, bij Defensie zullen worden ingezet.

Collega's, hoewel het een nobel principe is om kansloze jongeren te activeren – laat dat duidelijk zijn –, zal het programma volgens ons – hier komt onze argwaan om de hoek kijken – leiden tot een instroom van gedemotiveerde rekruten zonder misschien de benodigde vaardigheden, waarover onze Defensie zich zal moeten bekommeren in tijden waarin zelfs de kerntaken van ons leger onder druk komen te staan. Onze militairen kunnen naar ons oordeel die bijkomende kopzorgen missen als kiespijn.

Het Vlaams Belang staat alvast voor kwaliteit boven kwantiteit in alle beleidsdomeinen, niet het minst bij onze militairen, die zich dag en nacht inzetten en waken over onze veiligheid. Landsverdediging verdient dan ook gemotiveerde werknemers, met aangepaste vaardigheden en kwaliteiten, waarvan fysieke fitheid zeker niet de minst belangrijke is. Daarom pleiten wij ervoor dat u de fysieke proeven te allen tijde laat plaatsvinden, met inachtneming van de gezondheidsmaatregelen. Volgens onze fractie is dat perfect haalbaar.

Ten slotte, kom ik nog even terug op de bepaling dat de Koning, dus de regering, aanvullende uitzonderlijke maatregelen kan nemen, indien de gezondheidscrisis in verband met het coronavirus voortduurt. Ik wijs er nogmaals op dat die bevoegdheid alleen bij het Parlement kan liggen. Overigens, wie bepaalt wanneer de gezondheids­crisis voorbij is? Is dat de regering? Is dat de Koning? Zijn dat de virologen? Ik weet het niet, u moet het mij zeggen; een en ander is alvast bijzonder vaag geformuleerd. Mijn fractie ziet dan ook geen enkele reden om die bepaling in het voorstel op te nemen. Het is totaal onbegrijpelijk dat zo'n artikel in het voorstel werd ingevoegd.

Zoals ik reeds opmerkte bij het begin van mijn uiteenzetting, weten de collega's die het voorstel misschien node hebben ingediend, niet welke impact het zal hebben.

De Vlaams Belangfractie zal het niet goedkeuren.


Ministre Ludivine Dedonder

Madame la présidente, chers collègues, nous avons effectivement déjà eu l'occasion de discuter assez longuement de ce sujet en commission durant les semaines précédentes. Nous en parlerons encore demain matin puisqu'une demande visant à revenir en détail sur cette matière a été déposée. Je répéterai demain ce que je vais déjà vous livrer aujourd'hui, et que j'avais déjà dit lors de cette commission, tout comme de nombreux collègues.

D'abord, j'entends bien qu'il y a une certaine méfiance. Soit. Mais il ne faut pas pour autant noircir le tableau. Vous le voyez dans le commentaire de l'article 2 où il est écrit: "L'organisation des épreuves physique reste une priorité majeure pour la Défense." Ensuite, dans le commentaire de l'article 7, il est indiqué qu'il s'agit d'un caractère temporaire exceptionnel lié à la crise. En effet, il y a bien une crise sanitaire.

J'entends dire que l'on n'a jamais fait cela depuis 40 ans. Mais nous n'avons jamais connu une telle crise non plus depuis 40 ans!

Je précise tout de suite que je suis totalement en phase avec vous, comme je l'ai déjà dit à maintes reprises et lors de la présentation de la note de politique générale. Je veux aussi un personnel de qualité à la Défense. Arrêtez de dire que parce qu'on est socialistes, on va prendre tout et n'importe quoi! Pas du tout! Je ne vois d'ailleurs pas pourquoi cela entrerait en contradiction avec le fait de former des jeunes qui, pour le moment, n'ont pas d'emploi. Énormément de personnes se retrouvent sans emploi aujourd'hui. Je ne vois pas ce qu'il y a, finalement, de si critique dans l'idée de vouloir former des jeunes qui ne trouvent pas d'emploi.

Je reviens à cette proposition.


Theo Francken N-VA

(…)


Ministre Ludivine Dedonder

Je vais poursuivre pour répondre à vos questions.

Comme je l'ai dit, la crise sanitaire a obligé la Défense à prendre des mesures extraordinaires pour continuer à assurer le recrutement de candidats militaires, tout en veillant à protéger au maximum leur santé. La Défense, comme vous l'avez dit, doit recruter, et ne pouvait se permettre le luxe d'arrêter purement et simplement la sélection de candidats, mais elle devait, parallèlement, s'assurer que cette sélection se passe dans le respect des mesures sanitaires décidées par le gouvernement.

Comme vous l'avez dit aussi, sur le site de l'Hôpital Militaire, il n'est pas possible de passer les tests sportifs dans des conditions sûres, ni pour les candidats, ni pour les moniteurs sportifs qui effectuent les tests.

Diverses alternatives ont été présentées aux spécialistes du département d'état-major Opérations et Entraînement. Aucune de celles-ci n'a été jugée pertinente dans le contexte du covid. En effet, faire de tels tests sportifs dans une salle mesure principalement l'explosivité, mais pas l'endurance.

En outre, l'alternative des épreuves sportives en plein air n'est pas satisfaisante non plus dans la mesure où elles ne peuvent pas se dérouler dans les mêmes conditions pour tous les candidats. Des conditions atmosphériques différentes peuvent influencer les résultats. Vu que les épreuves sportives comptent pour l'établissement d'un classement, les candidats qui ne seraient pas acceptés pourraient faire valoir cet argument lors d'un recours.

Les épreuves sportives ont été temporairement suspendues. Je précise d'emblée que, même si la possibilité est effectivement prévue pour toute l'année 2021, l'objectif n'est pas de suspendre les épreuves physiques sur l'ensemble de l'année, mais bien pour la période où elles ne peuvent pas être organisées. Comme je l'ai dit, c'est une priorité pour la Défense.

Le fait que ces épreuves aient été suspendues pendant les dernières semaines suite au durcissement des mesures sanitaires n'a pas empêché la Défense de continuer à prendre des initiatives si cette situation devait malheureusement perdurer. C'est ainsi que les dispositions nécessaires ont été prises pour passer des tests sportifs adaptés à Heverlee, sur tapis de course. Il y aura une réévaluation de la situation sanitaire dès le début de l'année 2021. Si cette évaluation est positive, les tests sportifs pourraient alors reprendre.

Cela reste, je l'ai précisé, un élément important pour la Défense, mais la santé publique ne peut pas non plus être ignorée. Je ne veux pas que nous mélangions les débats ici.

La proposition de loi contenant des mesures particulières pour la sélection des candidats militaires dans le cadre de la crise sanitaire a défini très clairement cet aspect. Il est bien indiqué: "compte tenu des conditions de santé, l'organisation de ces tests reste cependant une priorité importante pour la Défense." C'est écrit noir sur blanc.

Le but de cette disposition est donc de pouvoir suspendre les tests sportifs uniquement si les mesures du gouvernement l'imposent en raison d'un nombre important d'infections. Je le répète, je l'ai déjà dit trois fois, je l'ai déjà dit la fois dernière lors de la commission, parce qu'il n'y a vraiment pas lieu d'être méfiant.

Concernant la police, vous donnez des informations. Moi, les informations dont je dispose m'indiquent que depuis le 1ᵉʳ novembre, les tests ont été suspendus jusqu'à réévaluation de la situation. Tout comme la Défense, la police a pris les mesures nécessaires qui s'imposent dans le cadre de la lutte contre le covid.

Pour répondre à une autre demande qui concernait l'accompagnement, les tests sportifs restent obligatoires tout au long de la carrière militaire. Pendant leur première année de formation, tous les nouveaux candidats militaires sont accompagnés à plusieurs niveaux et certainement au niveau physique.

L'article 9 donne une habilitation limitée dans le temps au Roi afin qu'il puisse, en cas de persistance de la crise sanitaire liée au covid, adopter des mesures exceptionnelles supplémentaires. C'est juste lié au fait que notre dispositif est ancré dans une loi tandis que pour tous les autres fonctionnaires, les dispositions covid sont réglées dans des arrêtés royaux. On est juste ici dans un cadre limité au covid. Je le répète.


Theo Francken N-VA

Mevrouw de minister, hartelijk dank voor uw antwoorden, die op geen enkele manier voldoening geven.

Er is een totaal gebrek aan creativiteit als het gaat over het organiseren van fysieke testing bij Defensie. Dat is al maanden bezig en het komt erop neer dat u dat wilt verlengen. Het is een erg cruciale periode voor de aanwerving bij Defensie, met duizenden nieuwkomers, en er is een totaal gebrek aan creativiteit.

Volgens u is de politie in november gestopt met de fysieke proeven en zijn ze aan het evalueren. Ze hebben het dus nog maanden gedaan, terwijl u al sinds mei of april niks meer doet. Andere legers, bijvoorbeeld in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de VS, blijven fysiek testen, maar bij ons kan dat niet, omdat de loopbanden te dicht bij elkaar staan in Neder-Over-Heembeek. Is dat nu niet absurd? Wat een grap. De fysieke testing vindt plaats in het militair hospitaal in Neder-Over-Heembeek. Dat kan daar niet coronaproof georganiseerd worden want die loopbanden staan te dicht bij elkaar. Dat wil ik nog aannemen, maar organiseer het dan anders. Doe de testen dan buiten, zoals vroeger. Zet de loopbanden verder uit elkaar. Organiseer de proeven in groepen. Militairen, kandidaat-officieren in hun eerste vier jaar tewerkstelling, voordat ze statutair benoemd worden, moeten nog altijd elke maand hun fysieke testen doen.

Mevrouw de minister, wordt er nog fysieke testing georganiseerd binnen Defensie sinds april 2020? Het antwoord is ja, maar niet voor de nieuwe rekruten.


Ministre Ludivine Dedonder

Vous ne m'écoutez pas, monsieur Francken!


Theo Francken N-VA

Ik heb goed geluisterd!


Ministre Ludivine Dedonder

Je suis désolée!

Ici, je parle d'épreuves techniques. Je vous ai expliqué qu'à l'intérieur des salles, l'explosivité peut être simplement mesurée mais pas l'endurance et qu'à l'extérieur, il peut y avoir des recours parce que les conditions atmosphériques ne sont pas les mêmes. Alors, nos militaires subissent-ils encore de l'entraînement actuellement? Oui, il y a encore de l'entraînement, mais ici, on parle de tests. C'est autre chose, mais vous ne voulez pas m'entendre!


Theo Francken N-VA

Je poserai donc ma question en français. Des tests physiques ont-ils été organisés dans l'armée belge depuis mars, oui ou non?


Ministre Ludivine Dedonder

Non! Tout comme la police ne le fait pas non plus en ce moment, pour les raisons qu'on invoque.


Theo Francken N-VA

Non, ce n'est pas vrai ce que vous dites! Ce n'est même pas la vérité! Vous êtes ministre. Vous connaissez les dossiers. Je vous en prie!


Ministre Ludivine Dedonder

Je viens de vous dire qu'on n'en avait plus organisé en raison de la crise!


Theo Francken N-VA

Mais non, ce n'est même pas vrai!


Ministre Ludivine Dedonder

Les test physiques! Vous me parlez des test liés au recrutement!


Theo Francken N-VA

Tous les mois, des tests physiques sont organisés pour les militaires qui visent une nomination statutaire. Tous les mois, il y a des tests physiques pour les militaires! Ce n'est même pas la vérité que vous dites! Vous ne connaissez pas votre dossier! Absolument pas!


Ministre Ludivine Dedonder

Vous non plus!


Theo Francken N-VA

U kent uw dossier totaal niet, er worden al acht maanden geen fysieke testen gedaan voor kandidaat-militairen maar wel voor militairen die nu in het leger zitten.


André Flahaut PS | SP

Monsieur Francken, j'ai demandé poliment la parole.

Madame la présidente, chers collègues, je voudrais simplement rappeler que le débat a eu lieu en commission. On a entendu, aujourd'hui, les mêmes arguments que ceux qui y ont été avancés.

Monsieur Francken, en vous répondant, la ministre a dit qu'elle vous répondrait encore demain. Je suis persuadé que vous lui reposerez la même question, que la ministre vous donnera les mêmes réponses et que vous utiliserez les mêmes arguments pour dire qu'elle ne connaît pas son dossier et qu'il y a une différence entre la police et les militaires.

Il y a effectivement une différence entre la police et les militaires. Mais ne peut-on pas clore cette partie du débat et progresser? Objectivement, je ne vois pas ce que ce genre d'échanges apporte aux uns et aux autres. En effet, vous ne parviendrez pas à convaincre la ministre et cette dernière ne parviendra pas à vous convaincre. Je sais que c'est le jeu dans ce Parlement, mais à un certain moment, il faut pouvoir l'arrêter.


Theo Francken N-VA

Dank u voor uw antwoord.

Ten eerste, het gaat niet over overtuigen. Ik weet wel dat ik de minister niet zal overtuigen. Het gaat over feitenkennis en dossierkennis.

Ten tweede, mijnheer Flahaut, u hebt tijdens de commissie gezegd dat u eigenlijk niet voor fysieke testen bent. Dat is heel duidelijk, dat is uw persoonlijk standpunt. Ik neem aan dat uw fractie dit standpunt niet deelt, maar ik weet het eigenlijk niet. Het is alleszins een standpunt dat uw minister niet deelt. Zo heb ik het wel begrepen uit de besprekingen. U bent persoonlijk niet voor fysieke testen. U vindt dat het allemaal niet veel zin heeft. Dat is uw persoonlijke mening, dat kan wel zijn, maar het gaat over de inhoud en het dossier.

Dat de heer Laaouej hier begint over mijn staatssecretariaat, over bescheidenheid, heeft er totaal niets mee te maken. Ik heb veel meegemaakt in mijn staatssecretariaat. Ik heb veel mogen nemen van de PS en van Laaouej en zijn vrienden en vriendinnen. Ik heb echter nooit het verwijt gekregen dat ik mijn dossier niet zou kennen. Dat heb ik nooit gehoord op vier jaar. Ik heb wel veel gehoord: racist, fascist, discrimination. Dat heb ik heel vaak gehoord, maar ik heb nooit gehoord dat ik mijn dossier niet zou kennen.


Ahmed Laaouej PS | SP

(…)


Theo Francken N-VA

Mijnheer Laaouej, u verwijt mij nu dat ik mijn dossiers nooit zou gekend hebben. Dat is een afleidingsmanoeuvre. Ik heb gewoon een eenvoudige vraag gesteld aan de minister, met name: werden er de afgelopen maanden fysieke selectieproeven in het leger georganiseerd? De minister zegt: neen. Het antwoord is: ja. Ze werden nog georganiseerd voor militairen die statutair benoemd wilden worden.

Dan rijst de vraag hoe men in godsnaam kan verklaren dat een militair die in het leger wil komen geen fysieke testen moet doen, terwijl een militair die statutair benoemd wil worden wel fysieke testen moet doen. Dat begrijp ik niet. Bij het ene wordt gezegd dit niet coronaproof te kunnen organiseren, bij het andere wordt het wel nog georganiseerd. Ik vind dat heel vreemd.

Mevrouw de minister, hoe komt het dat men om statutair benoemd te raken bij Defensie nog fysieke testen organiseert? Hoe komt het dat men dat niet doet om in het leger binnen te raken? Hoe komt dat? Dat is toch een heel eenvoudige vraag. Die afleidingsmanoeuvres van uw fractieleider sieren hem wel, omdat hij zijn minister wil beschermen, maar dit is een heel eenvoudige vraag en ik wil daar gewoon een antwoord op.

Als u het statuut van de militairen naar de regering wil delegeren, want dat is wat dit wetsvoorstel doet, dan mag ik hier – het is misschien de laatste keer in maanden dat ik hier nog eens een vraag mag stellen – een vraag stellen over het statuut van de militairen. De regering zal dan alles beslissen en het Parlement heeft niets meer te zeggen.

Dan mag ik toch de vraag stellen hoe het komt dat de fysieke testing nog wel coronaproof georganiseerd geraakt voor mensen die statutair benoemd willen worden, maar niet voor de mensen die bij Defensie in dienst willen komen?

Leg me dat eens uit, mevrouw de minister. Dat is mijn enige vraag.


Vanessa Matz LE

Madame la présidente, je ne vais pas parler du fond, mais de la forme.

M. Francken pourrait-il arrêter? Je ne suis ni socialiste ni libérale – et je siège dans l'opposition.

Vous décernez sans arrêt les bons et les mauvais points: d'abord aux libéraux qui n'étaient pas présents en début de séance pour défendre un rapport, puis aux socialistes et à Mme la ministre qui ne connaîtrait pas son dossier.

Monsieur Francken, pourriez-vous cesser de distribuer continuellement les bons et les mauvais points? Je pense que Mme la ministre vous a répondu. Sa réponse ne vous a pas convaincu. Vous employez alors un argument d'autorité qui consiste à dire qu'elle ne connaît pas ses dossiers, parce que vous n'êtes pas d'accord avec la réponse qu'elle a fournie. Je me demande simplement si, face à un ministre masculin, vous persisteriez dans cet acharnement! (Applaudissement sur plusieurs bancs)


Theo Francken N-VA

Mevrouw de Kamervoorzitster, heb ik het goed gezien dat u applaudisseert…


President Eliane Tillieux

Ja.


Theo Francken N-VA

… voor het seksisme­argument dat nu wordt bovengehaald?

Ik vind het gewoon schandalig, echt schandalig, dat u insinueert dat ik mevrouw de minister zou aanpakken, omdat zij een vrouw is en geen man. Dat is wat hier wordt geïnsinueerd.

En u applaudisseert daarvoor, als Kamervoorzitster, die de werkzaamheden van de Kamer op een neutrale manier moet dienen. Is dat wat u doet ten aanzien van een Kamerlid dat hier al vele jaren dient? Heb ik het goed begrepen dat u de onwaarschijnlijk laaghartige opmerking en sneer, alsof wat ik zeg seksistisch geïnspireerd zou zijn, steunt? Heb ik dat goed begrepen, mevrouw de voorzitster?

Mijnheer Laaouej, komt u nu ook al tussen voor de voorzitster? U bent de masculiene… – ik weet het niet – de damspeler of zo….

Mevrouw de voorzitster, kunt u toelichten waarom u applaudisseert als mevrouw Matz, een lid van de Kamer, insinueert dat, als ik gewoon een vraag stel over de inhoud aan de minister, zijnde of er de voorbije maanden fysieke testen georganiseerd zijn bij Defensie, ik dat doe omwille van seksistische inspiratie en dat ik vrouwen dus minderwaardig acht dan mannen?

U applaudisseert daarvoor, mevrouw de voorzitster. Ik vind dat stuitend. Ik heb dat nog nooit meegemaakt en ik zit twintig jaar in de Wetstraat. Het is totaal stuitend, daar zijn geen woorden voor.


President Eliane Tillieux

Monsieur Francken, vous utilisez votre temps de parole de manière exagérée. Indépendamment du sexe, indépendamment des hommes et des femmes dans cette assemblée, vous utilisez à mauvais escient votre temps de parole simplement pour créer des incidents. C'est contre cet état de fait que je m'insurge comme présidente de la Chambre.


Michel De Maegd MR

Madame la présidente, chers collègues, … monsieur Francken, si vous pouvez avoir l'élégance de vous taire quand on a donné la parole à un de vos collègues, ce ne serait pas mal!


President Eliane Tillieux

J'ai donné la parole à M. De Maegd.


Michel De Maegd MR

J'ai demandé la parole, je l'ai reçue.

Je vais donc vous demander de vous taire et vous reprendrez la parole si vous le souhaitez, mon cher monsieur Francken. Mais dans la vie, il faut savoir respecter les règles d'usage qui siéent, notamment dans un parlement.

Monsieur Francken, vous venez, vous-même, de vous prendre les pieds dans le tapis en disant à M. Laaouej: "Je vous vois. Vous êtes un soutien permanent masculin". Donc, vous utilisez l'aspect du genre en parlant à M. Laaouej pour déplorer le fait qu'on utiliserait l'aspect du genre pour défendre la ministre. Vous vous prenez les pieds dans le tapis. Cette discussion n'a donc aucun sens. Ce n'est pas l'aspect du genre, c'est l'aspect de la non-diligence qui est ici en jeu.


Darya Safai N-VA

Mevrouw de voorzitster, mag ik vragen dat wij hiervan geen genderproblematiek maken? Wij zijn volksvertegenwoordigers en wij hebben vragen. Wat maakt het uit of de minister een vrouw of een man is? U kunt niet beweren dat ik niet opkom voor vrouwenrechten. Ik doe dat al jaren. Als u respect hebt voor de mensen, man of vrouw, dan mogen wij de kwestie niet als een genderproblematiek bekijken. Zij is onze minister en wij zijn de volksvertegenwoordigers. Wij mogen vragen stellen aan al onze ministers, zonder te kijken of het een vrouw of een man is.


Peter De Roover N-VA

Mevrouw de voorzitster, los van de inhoud van het debat, dat stevig mag en desgevallend moet zijn, ik ken Theo Francken al even en ik heb nooit de indruk gehad dat hij mannen of vrouwen minder of meer stevig zou aanpakken wegens hun geslacht.

Ik wil aan collega Matz het volgende vragen.

Toen Theo Francken zopas nogal stevig van leer is getrokken tegen de heer Laaouej, was dat uit racisme? Toen collega Francken nogal stevig van leer is getrokken tegen collega Flahaut, is dat dan, omdat hij op basis van leeftijd wil discrimineren? Wanneer ik mij nu tot u wend, is dat omdat ik iets tegen francofonen heb?

Ik wil alle collega's oproepen om geen gemakkelijkheids­argumenten boven te halen om het debat af te ronden. Ik wend mij daarbij tot iedereen. Intentieprocessen zijn de zwakste argumentaties in procesvoering. Mevrouw Matz, ik denk dat u er goed aan had gedaan om niet te doen wat u hebt gedaan.


Servais Verherstraeten CD&V

Mevrouw de voorzitster, ik vond het in het begin een interessant debat, met tegenstrijdige standpunten over de vraag of er in deze coronatijden militairen moeten worden gerekruteerd en militairen en kandidaat-militairen voorafgaandelijk fysiek mogen worden getest. Ik ben geen specialist in het dossier en ken het ook niet in detail. Ik geef dat eerlijk toe. Nadien gleed het evenwel af. Na diverse collega's had collega Francken het woord. De minister heeft geantwoord. De minister heeft geantwoord. Misschien vond collega Francken dat antwoord niet voldoende en dat hoeft ook niet in een democratie; men mag van standpunt verschillen.

Wanneer iemand de andere ad hominem of ad feminam beschuldigt van een gebrek aan dossierkennis, kan men het daarmee eens zijn of niet, maar dat hoeft geen tien keer gezegd te worden om dan een kwartier tot twintig minuten lang opmerkingen erbij te sleuren die er totaal niet toe doen en die ik niet respectvol vind in de Kamer.

Collega De Roover, een wijs man, zei daarnet tot iedereen te spreken. Welnu, ik volg zijn voorbeeld en roep iedereen op om wanneer zij, nu er over het thema is gedebatteerd en de minister heeft geantwoord, nog inhoudelijk willen repliceren, dat doen zonder mekaar te beledigen, in wederzijds respect, zelfs al verschilt men van mening.


Theo Francken N-VA

Ik begrijp dat als ik het woord neem in de Kamer, dat bij sommigen altijd tot meer animositeit leidt. Dat is geen probleem hoor, ik kan daarmee leven.

Ik wil toch nog een en ander uitleggen.

Ten eerste, ik heb bij de bespreking van de beleidsbrief drie voorafgaande opmerkingen gemaakt aan de minister van Defensie. Iedereen die mij persoonlijk kent en die mijn hart voor de wereld van defensie kent, weet dat ik een enorm respect heb voor autoriteit en dus ook voor onze MOD en onze CHOD. Dat zal altijd zo zijn. Ik probeer dat op een hoog niveau uit te dragen, laat dat heel duidelijk zijn.

Ten tweede, seksisme is mij totaal vreemd. Ik heb daar totaal geen boodschap aan. Integendeel, ik revolteer al heel mijn leven tegen mensen die vrouwen als minderwaardig beschouwen en dat zal altijd zo zijn. Ik ben zo opgevoed. Zo'n insinuatie, mevrouw Matz, pik ik gewoon niet, op geen enkele wijze. Ik wil dat ook heel graag genoteerd zien in het verslag. Overigens vind ik het onbegrijpelijk, mevrouw de voorzitster, dat u applaudisseerde. Ik meen dat het altijd beter is dat u emotieloos de debatten probeert te leiden, maar goed.

Ten derde, mijnheer De Maegd, u zegt dat ik begon over "masculin", wat in het Nederlands natuurlijk ironisch bedoeld was. Als het u ontgaan is, dan wil ik bij dezen beklemtonen dat dit ironisch bedoeld was. Door de taalproblematiek in deze tweetalige hemisfeer moet men blijkbaar bijzonder voorzichtig zijn met ironie, zowel tegenover het grote publiek als tegenover de leden.

Ik kom nu terug op het inhoudelijke debat.

Toen ik mijn punt maakte over de dossierkennis, had dat niets te maken met het feit dat de minister een vrouw is. Of de minister een vrouw of een man is, interesseert mij persoonlijk totaal niet. Voor mijn part mag de minister van Defensie een non-binaire transgender uit Transnistrië zijn, dat interesseert mij persoonlijk absoluut niet. Hoe de minister is, is namelijk totaal irrelevant. Ik zou ook nooit proberen iemand daarop aan te vallen, want dat is gewoon absurd; dat is niet de manier waarop ik in het leven sta en dat geldt ook voor mijn partij. Ik heb gewoon een volgens mij pertinente vraag gesteld.

Als de fysieke selectieproeven bij Defensie stopgezet worden, dan zijn drie dingen volgens mij opmerkelijk.

Ten eerste, waarom gebeuren de proeven wel in de politiescholen? De minister heeft geantwoord dat die praktijk volgens haar informatie sinds 1 november on hold werd gezet. Ik zal mij daar verder over informeren bij mijn bronnen om er in de commissie op terug te komen.

Ten tweede, waarom kunnen de fysieke selectieproeven voor kandidaat-militairen in het buitenland, bijvoorbeeld in Nederland en Duitsland, wel plaatsvinden? Dat lijkt mij een terechte, relevante vraag. Als de Nederlanders en de Fransen het kunnen, waarom kunnen wij het dan niet? Is het seksisme, als ik zoiets vraag? Dat is gewoon absurd.

Ten derde – deze vraag zorgde voor heel wat agitatie, waarom worden er geen fysieke selectieproeven meer georganiseerd voor rekruten die tot het leger willen toetreden, terwijl dat wel gebeurt, ook de komende maanden, voor militairen die statutair benoemd willen worden? De reden is in het ene geval de coronamaatregelen. Vervolgens heb ik gevraagd – ik recapituleer even – of er de voorbije maanden volgens de minister nog fysieke selectieproeven bij Defensie waren georganiseerd. De minister antwoordt neen, maar volgens mijn informatie is het antwoord ja, weliswaar niet voor kandidaat-militairen maar wel voor militairen die statutair benoemd willen worden. Het maakt mij niet uit of dat persoon A is of persoon B. Het gaat gewoon over het feit dat men die fysieke proeven nog wel organiseert bij Defensie.

Dat zijn toch perfect legitieme vragen, to the point in het dossier.

Ik en mijn fractie komen tot de conclusie dat er bij de defensiestaf onvoldoende creativiteit aan de dag is gelegd om alternatieven uit te werken, zodat de fysieke selectieproeven toch konden worden georganiseerd. C'est tout. Meer heb ik niet gezegd.

Mevrouw de voorzitster, ik heb dat op mijn manier gedaan. Dat is alles. Dat er hier een en ander in mijn nek wordt geduwd, vind ik bijzonder betreurenswaardig.


Michel De Maegd MR

Madame la présidente, pour conclure cette pitoyable joute verbale, je voudrais simplement dire à M. Francken qu'il doit accepter d'être placé devant ses propres contradictions. En effet, il fustige le sexisme évoqué par Mm Matz en le pratiquant lui-même en parlant d'un soutien "masculin", en se réfugiant, ensuite, derrière l'ironie.

Monsieur Francken, pour que vous compreniez bien, l'ironie n'est évidemment pas une affaire linguistique, comme vous essayez de le faire croire. C'est une affaire de bon ou de mauvais goût. Et dans ce cas précis, quand vous déviez sur le genre et même sur l'état de transgenre, cela relève – permettez-moi de vous le dire – du très mauvais goût.


Ministre Ludivine Dedonder

Madame la présidente, je voudrais simplement répondre à la question précise qui m'a été posée parce que, pour le reste, j'estime avoir répondu.

Pour les statutaires, les épreuves sont également suspendues. Vous vérifierez, comme vous le ferez pour la police, et vous me direz ce qu'il en est demain.

Entre les deux vagues, il y a bien eu des épreuves physiques, comme je le disais tout à l'heure, pour les statutaires, mais elles sont désormais suspendues. De plus, tout a été fait dans le cadre sanitaire.

Pour terminer, ne pensez pas que vous m'impressionnez parce que vous criez fort! Ce n'est d'ailleurs pas un signe d'intelligence!

Par ailleurs, il n'y a pas qu'à vous que je dois prouver que je suis à ma place au sein de ce département. Cela fait deux mois que, suite à vos remarques, je dois me justifier dans la presse à ce sujet. J'espère que les gens se rendront compte de ma valeur, après avoir vu les actes que j'aurai posés. J'en ai assez que ma capacité à être au poste que j'occupe soit remise sur la table.

Vous n'êtes pas d'accord avec ce que je dis. Telle est pourtant ma position. Vous vérifierez. Mais d'autres membres approuvent visiblement mes propos.


President Eliane Tillieux

Monsieur Francken, c'est la dernière fois que je vous donne la parole.


Theo Francken N-VA

Mevrouw de minister, voor alle duidelijkheid, ik roep niet, maar ik heb wel een luide stem. Als ik roep, dan zou dat klinken zoals Denis Ducarme in het migratiedebat enkele jaren geleden, dat is nog van een andere orde. Voor alle duidelijkheid, ik roep niet en het ligt ook niet in mijn ambitie om hier te roepen.

Mijnheer De Maegd, het was wel degelijk ironie. U kunt dat slechte smaak vinden. Goed, dat is uw persoonlijke mening.

Mevrouw de minister, ik denk dat het belangrijk is dat ik u het volgende duidelijk maak.

In de commissie hebben wij al twaalf uur correct gedebatteerd. In deze plenaire samenstelling is de samenstelling anders, want momenteel zitten hier de toppers, de grote haaien van de Belgische politiek. Toch wil ik zeggen dat ik op een zeer intellectueel eerlijke manier probeer om uw beleid te wegen. Ik heb u vandaag proficiat gewenst met het akkoord dat u hebt gesloten met de verzekeringswereld over de bescherming en de verzekering van onze militairen op straat in België. Ik heb u proficiat gewenst met uw strijd tegen terreur, die u opnieuw voert met onze F-16's boven Syrië en Irak. Ik heb u proficiat gewenst met een heel aantal maatregelen op het vlak van personeel die u hebt genomen en die ik zal blijven ondersteunen. Ik neem het dan ook helemaal niet dat ik op een bepaalde manier word weggezet als een ongenuanceerde brulboei die alles wat u zegt tot op de grond afkraakt.

U kent mij waarschijnlijk nog niet, maar ik heb te veel respect voor Defensie, voor onze jongens en meisjes in onze bataljons en compagnies in België en in het buitenland. In die zin pik ik het dus gewoonweg niet dat u mij wilt afschilderen als iemand die altijd maar tegen uw beleid is of tegen uw persoon, laat staan dat het mij zou uitmaken of u man dan wel vrouw bent, want dat is al helemaal niet relevant, dat is gewoon niet waar. U bent onze MOD, onze minister of Defence, en ik ben oppositielid. Ik probeer Defensie goed op te volgen.

Ik hoop dat wij in de komende jaren op een goede manier kunnen samenwerken, want ik denk dat dat nodig is voor ons land, voor Defensie maar ook voor onze internationale samenwerking binnen de NAVO en andere organisaties. Dat is de ambitie. Wat u zegt over de toon en zo, kan allemaal wel zijn, maar inhoudelijk probeer ik zeker ook de goede dingen te beklemtonen. Op die manier bejegen ik u zeer correct. Als iets positief is, ben ik de eerste om te zeggen dat het ook goed is. Het is een kwestie van correct zijn. Dat weet u trouwens. Wanneer dat niet het geval is, dan denk ik dat wij zulke zaken beter ook eens uitpraten.