Proposition 55K0978

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant des dispositions diverses concernant la cotisation fédérale destinée au financement du Fonds social gaz et électricité.

General information

Authors
Ecolo Albert Vicaire
Groen Tinne Van der Straeten
MR Michel De Maegd
N-VA Bert Wollants
PS | SP Malik Ben Achour
PVDA | PTB Greet Daems, Thierry Warmoes
Vooruit Kris Verduyckt
Submission date
Jan. 28, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
electrical energy price of energy gas social policy

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI N-VA LDD MR PVDA | PTB VB
Abstained from voting
Open Vld

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

May 28, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Patrick Dewael

Mme Yngvild Ingels, rapporteur, renvoie au rapport écrit.

Ik geef het woord aan de heer Wollants.


Bert Wollants N-VA

Mevrouw Van der Straeten, ik dank u voor dit initiatief. Collega's, ik meen dat dit een goede zaak is. In het verleden hebben we al op een andere manier gewerkt om voor een rechtzetting te zorgen voor het Fonds Gas en Elektriciteit. Op een bepaald moment had men er immers voor gekozen om de middelen voor dat fonds niet langer te indexeren. Men kan dat 1 jaar, 2 jaar of misschien zelfs 3 jaar doen, maar op termijn gaat dat een probleem vormen. Deze middelen worden immers gebruikt om ervoor te zorgen dat ook de zwaksten in de samenleving mee kunnen met de energietransitie.

Wij denken te lang en te vaak alleen aan het curatieve deel, namelijk ervoor zorgen dat de factuur betaald wordt. Dat is natuurlijk belangrijk, maar deze middelen worden ook gebruikt voor het preventieve luik. Als men diezelfde euro ook kan gebruiken om ermee te investeren in een energiezuinige koelkast of iets dergelijks, dan heeft dat elk jaar opnieuw zijn waarde. We stellen vast dat in de afgelopen jaren de kosten verbonden aan bepaalde delen van de energietransitie vaak veel hoger waren voor diegenen die aan de slag moesten met versleten toestellen in een aftands huis. Het is dus belangrijk dat we hier stappen vooruit zetten.

Tegelijkertijd moesten we ook vaststellen dat er in het verleden middelen zijn opgepot die nooit gebruikt zijn. Dat had toen zijn redenen, maar we moeten met die middelen wel beleid maken want daarvoor zijn ze immers aan de consument gevraagd. We moeten ze ten goede kunnen aanwenden, in de juiste richting. In de toekomst zullen we hier opnieuw naar moeten kijken want de fondsen die we nu aanwenden, zijn uiteraard niet onuitputtelijk.

We geven hiermee wel een belangrijk signaal dat het Fonds Gas en Elektriciteit kan blijven doen wat het moet doen en dat de OCMW's ermee kunnen blijven werken. Zo kunnen we iedereen meenemen in dit energieverhaal, hoewel er zeker nog een opdracht overblijft met betrekking tot de mensen die het moeilijker hebben.


Tinne Van der Straeten Groen

Collega's, het Platform tegen Energiearmoede, dat beheerd wordt door de Koning Boudewijnstichting heeft in februari 2010 12 getuigenissen verzameld van mensen met een betaalachterstand. 28 pagina's verhalen uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië.

Eén op vijf gezinnen in ons land heeft moeite om de factuur te betalen. Eén van die mensen is Felix uit Brussel. Hij vertelt in het verslag het volgende, ik citeer: "Voor elektriciteitsfacturen zie ik elke maand of ik ze kan betalen. Als dat niet kan, wacht ik even om te betalen. Maar de maand nadien is het nog altijd hetzelfde. Betalen is nooit mogelijk. Er wordt niets verspild in huis. Wij hebben alleen een tv en een frigo. De verwarming werkt op gas. Wij verbruiken de verwarming niet altijd. En elektriciteit verbruiken wij enkel om eten klaar te maken en om het water van de douche te verwarmen."

Het is nu een jaar geleden dat ik naar dit Parlement ben teruggekeerd. Ik ben teruggekeerd met de vaste ambitie mee te werken aan oplossingen voor mensen als Felix. Meer nog, met de ambitie sociaal en groen met elkaar te verbinden.

Met dit voorstel helpen wij vandaag 120.000 mensen die een beroep doen op het OCMW omdat zij problemen hebben met hun energiefactuur. Deze maatregel is goed voor hun portemonnee, want het OCMW helpt mensen bij het betalen van hun factuur. Het is ook een maatregel die goed is voor de planeet, want het OCMW helpt ook mensen te investeren in een betere koelkast of in een spaardouchekop.

Dit is maar een eerste stap. Er is veel meer nodig. Zeker door de crisis vergroot de kwetsbaarheid enorm. Vandaar dat wij voorstellen hebben om het sociaal tarief uit te breiden tot een grotere doelgroep, voorstellen die binnenkort in het Parlement besproken zullen worden.

Vandaag is natuurlijk vandaag. Vandaag zetten wij deze eerste stap. Ik wil dan ook iedereen bedanken, over de fractiegrenzen heen, voor de goede samenwerking, eerst in december en nu in de afgelopen maand, om de middelen vrij te maken in het slapend fonds om mensen als Felix te kunnen helpen.

Meer nog dan naar de stemming vandaag, kijk ik uit naar de volgende discussies die wij in de commissie zullen houden en daarna hier in de plenaire om mensen die kwetsbaar zijn voor energiearmoede een structurele oplossing te kunnen geven.


Albert Vicaire Ecolo

Monsieur le président, au-delà de ce qu'a dit Mme Van der Straeten, je souhaite aussi remercier les membres de la commission Climat qui ont soutenu et amendé ce texte. Nous avons travaillé en bonne intelligence et je m'en réjouis.

Même si chacun s'accorde à dire qu'il est primordial de lutter contre la précarité énergétique, une question épineuse demeure. Qui va payer? Mme Van der Straeten a proposé un financement via le Fonds de réduction forfaitaire pour le chauffage au gaz et à l'électricité, méthode qui a été validée par la Cour des comptes et qui n'impacte pas la facture de gaz ou d'électricité du consommateur, il faut le rappeler.

En 2017, plus de 120 000 personnes ont bénéficié du Fonds gaz et électricité pour être soutenues dans leur consommation d'énergie. Avec l'indexation proposée aujourd'hui, ce sont davantage de personnes qui pourront être aidées. Elles pourront avancer vers la transition énergétique, vers plus de confort, vers plus d'estime de soi, créant au passage des emplois dans le secteur du bâtiment – l'isolation, la régulation, l'installation de nouveaux moyens de chauffage, l'électroménager. Tout cela est vecteur d'emplois. Plus que jamais, nous avons besoin de ces emplois non délocalisables. C'est une des facettes du Green Deal qu'Ecolo-Groen souhaite mettre en place pour une société plus solidaire, plus verte et plus forte.

Pour conclure, je tiens à dire que loin de moi l'idée de nous arrêter ici. Nous ne réussirons pas la transition énergétique si nous laissons tous ces ménages sur le bord du chemin. Pour lutter contre la précarité énergétique, de grands enjeux nous attendent encore. Le premier, c'est d'élargir, comme l'a dit Mme Van der Straeten, les conditions permettant l'accès au Fonds gaz et électricité. Le second sera de trouver une source de financement structurel pour les fonds en question. Je gage que chacun sera à nouveau au rendez-vous pour aider nos concitoyens les moins favorisés à se fournir dignement en énergie et pour, en conséquence, créer d'autres emplois.

Je vous remercie, monsieur le président, chers collègues.


President Patrick Dewael

Monsieur Vicaire, félicitations pour votre maiden speech! (Applaudissements)


Kurt Ravyts VB

Mijnheer de voorzitter, onze fractie heeft de wet van 20 december 2019 die de artikelen 2 en 3 van het KB van 19 december 2018 niet bekrachtigde, mee goedgekeurd. Dat was een eerste broodnodige stap voor vandaag. De bedoeling was ook om de kosten van de indexeringen niet door te rekenen in de factuur van de eindafnemers door de federale bijdrage te verhogen, maar de kosten te dekken door gebruik te maken van beschikbare, slapende fondsen. De kosten van de indexeringen voor 2019 en 2020 worden gefinancierd door het saldo van het slapend fonds voor forfaitaire verminderingen voor verwarming met gas en elektriciteit.

Het voorliggend wetsvoorstel heeft tot doel de bepalingen van de artikelen 2 en 3 van het KB van 17 december 2019 niet te bekrachtigen en toe te laten dat het saldo van het eerder vermeld slapend fonds zou worden gebruikt voor de financiering van de jaarlijkse indexering van de bedragen die worden gestort aan het sociaal fonds gas en elektriciteit en dus, kort gezegd, aan de OCMW's.

Met andere woorden, vandaag wordt hier een wettelijke basis verzekerd voor de indexering in afwachting van een structurele herziening van de fondsen, want dat aspect kwam ook naar boven tijdens de hoorzittingen over de fondsen. Het wetsvoorstel zorgt er ook voor dat de CREG niet meer moet wachten op een KB om het saldo van het slapend fonds concreet aan te wenden, te bestemmen of te alloceren in het wetstratees. De CREG kan nu handelen.

Wij hebben het wetsvoorstel goedgekeurd omdat wij meegaan in het stapsgewijs verder metselen aan een robuust, sociaal energiebeleid. Onze voorwaarde was wel dat dit niet mocht leiden tot een verhoging van de federale bijdrage, die dan weer een impact zou hebben op de factuur van de eindafnemers.

Toch is het duidelijk dat de instrumentalisering van het kwestieuze slapend fonds een eindig verhaal is. Het Rekenhof heeft berekend dat voor elektriciteit de kosten voor de indexeringen voor dit en volgend jaar zullen kunnen worden gefinancierd. Op basis van een extrapolatie zou het fonds ook nog de indexering voor 2022 kunnen financieren, maar voor 2023 zou het niet langer over voldoende middelen beschikken. Met betrekking tot gas zal enkel de indexering voor dit jaar kunnen worden gefinancierd, maar niet meer de volledige indexering voor volgend jaar. Met andere woorden, er zal een externe bron moeten komen om de structurele kostprijs van de indexering op te vangen, als men de federale bijdrage op termijn niet wil verhogen.

Ook het debat over de vraag of er een nieuw fonds moet komen teneinde, ongeacht de brandstof, een volledige sociale bescherming te bieden en de billijkheid tussen alle consumenten te verzekeren, ligt eigenlijk nog altijd open.

Het is juist, mijnheer Warmoes, dat het indexeringsmechanisme zelf ook moet worden herzien. Het volgt immers onvoldoende de evoluties inzake energiearmoede.

Collega's, onze fractie staat open voor alle mogelijke oplossingen die de factuur, vandaag eigenlijk een belastingbrief, niet impacteert.

Vorige week hoorden wij in de commissie hoe de coronacrisis, die ook een sociale crisis is, de energiearmoede op allerlei manieren nog acuter maakt.

De vaste leden van de commissie kunnen getuigen dat wij onbevangen meedenken en steun verlenen aan het parlementair werk rond energiearmoede. Vandaag hebben wij opnieuw initiatieven, mevrouw Van der Straeten heeft ernaar verwezen, met betrekking tot het onderzoek naar het mogelijkerwijze uitbreiden van de doelgroep die van sociale tarieven geniet. Het Platform tegen Energiearmoede vraagt heel duidelijk een uitbreiding van de toegang tot het sociaal tarief voor mensen met een laag inkomen voor wie deze crisis de betaalmoeilijkheden nog heeft verergerd.

Energiecheque of uitbreiding van de doelgroep? De vraag ligt open. Ook voor ons is het belangrijkste criterium dat de maatregel in de coronacontext zo gericht mogelijk is, waarbij er aandacht moet zijn voor alle schakels in de keten, dus ook voor de repercussies voor de leveranciers.

We stellen evenzeer vast dat er op gewestelijk niveau onvoldoende beweging komt in de samenstelling van de eindfactuur. Heel wat openbare dienstverplichtingen verzwaren de factuur. Aanbeveling 2 van het Platform tegen Energiearmoede is heel duidelijk. Er moet een debat komen over de verschillende componenten van de factuur. Welke elementen moeten in de factuur worden opgenomen en welke elementen moeten met andere middelen worden gefinancierd? Dan duikt in dit gremium onvermijdelijk ook een noodzakelijke 6 % btw en geen 21 % btw op voor de meest kwetsbare gezinnen. Op gewestelijk vlak gaat het hier ook over de nettarieven. In de commissie wezen de OCMW's ook op de wenselijkheid van een specifieke COVID-19-enveloppe binnen het Fonds Gas en Elektriciteit, in te zetten volgens dezelfde voorwaarden en bruikbaar zonder tijdslimiet.

Ik heb goed geluisterd toen mevrouw Van der Straeten bijna stoemelings een en ander opperde…

Of tenminste op een laconieke wijze…

Mijnheer Calvo, hou u rustig. Ik bedoel het niet pejoratief. Ik bedoel het net positief. U luistert niet.

Ik heb goed geluisterd toen mevrouw Van der Straeten een en ander opperde – dat is mooier – over de mogelijke aanwending van een deel van het regulatoir saldo bij de netbeheerders voor deze enveloppe.

Er moet volgens onze fractie inderdaad een einde komen aan de structurele onderfinanciering van het sociale energiebeleid van de OCMW's. Daarom onderschrijven wij dit wetsvoorstel voluit.


Michel De Maegd MR

Chers collègues, je voudrais à mon tour remercier Mme Van der Straeten pour son initiative, ainsi que l'ensemble des collègues avec lesquels nous avons mené des travaux constructifs pour aider les citoyens les plus fragiles dans ce dossier.

Les CPAS peuvent octroyer une aide aux ménages en difficulté de paiement de leurs factures d'énergie, via le Fonds gaz et électricité. Cependant, les moyens de ce fonds étaient gelés à leur niveau de 2012. Déjà en décembre, lors du vote de l'arrêté royal relatif aux fonds sociaux gaz et électricité, notre groupe a déposé, avec d'autres groupes, un amendement afin de mettre fin au gel de cette indexation. La proposition que nous traitons aujourd'hui permettra de financer pendant quelques années cette indexation et, ce, en utilisant le solde restant du Fonds de réduction forfaitaire pour le chauffage au gaz naturel et à l'électricité, afin de ne pas répercuter ces montants sur les clients des fournisseurs d'énergie.

Encore une fois, le travail en commission a été positif. Le texte a été adopté à une très large majorité. Cette mesure répond à la demande des fédérations des CPAS insistant sur l'urgence de libérer les moyens financiers indispensables au travail de terrain.

Enfin, la mesure est importante mais elle n'apporte pas de solution structurelle. Elle s'appuie sur la seule utilisation des fonds dormants. Mais lorsque ceux-ci seront épuisés, il faudra bien sûr à nouveau financer l'indexation via la facture des consommateurs finaux. Il convient donc, comme cela a été souligné en commission, de réaliser une évaluation des fonds, de leur utilité, des besoins, notamment pour lutter efficacement, dans un proche avenir, contre la précarité énergétique. Je vous remercie.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Monsieur le président, les CPAS auront bien besoin de l'indexation du Fonds gaz et électricité et nous espérons qu'ils y auront vite accès. Les représentants des CPAS étaient en effet très clairs lors des auditions que nous avons tenues en janvier et encore la semaine passée: ils doivent disposer de moyens nécessaires. Ils sont à genoux et cette indexation permettra de renflouer un peu leurs caisses. Ils demandent aussi 30 millions d'euros supplémentaires pour le Fonds gaz et électricité qui n'est toujours pas autosuffisant. Ils doivent donc mettre de leur poche. Or les poches du CPAS ne sont pas très remplies.

Cette proposition apporte six avancées. Ce n'est qu'un premier pas. Il en faudra d'autres, comme la révision du mécanisme d'indexation lui-même. Il faudra cependant réfléchir à d'autres moyens que les fonds dormants pour l'indexation du Fonds gaz et électricité. Il faudra trouver des moyens d'ici peu car les fonds servant à financer le dégel de l'indexation ne vont pas durer longtemps. Le PTB se battra pour que cela se fasse en dehors du cadre actuel.

Le financement du Fonds via la cotisation fédérale alourdit la facture d'électricité des ménages, alors que l'électricité en Belgique est déjà une des plus chères d'Europe. Nous avons signé cette proposition de loi et nous sommes heureux de pouvoir collaborer avec les autres partis.

Il faut continuer à aller dans ce sens pour combattre la précarité énergétique qui est en augmentation du fait de cette crise qui creuse encore les inégalités. La précarité énergétique est un problème multidisciplinaire lié notamment au logement. La Fondation Roi Baudouin appelle d'ailleurs à ce que des investissements publics soient faits pour améliorer les logements.

Je rappelle que, lors des auditions, la FEBEG a démontré par des illustrations que la majorité des ménages n'avait même pas les moyens d'isoler son logement. Nous soutenons donc cette revendication relative aux logements et nous espérons que nous pourrons à nouveau collaborer à l'avenir avec les autres partis pour continuer à combattre la précarité énergétique.

Chers collègues, vous l'aurez compris, nous avons souscrit à cette proposition et, bien entendu, nous voterons également pour cette proposition en séance plénière.


Bram Delvaux Open Vld

Mijnheer de voorzitter, collega's, ook onze fractie keurde eind 2019 het wetsvoorstel goed om de federale bijdrage ter financiering van het Sociaal Energiefonds te indexeren voor de middelen van 2019. Belangrijk daarbij te vermelden, is dat de goedkeuring gekoppeld was aan de voorwaarden dat de maatregel niet op de eindfactuur zou komen en dat hij begrotingsneutraal zou zijn. Dat hebben wij ook letterlijk in de tekst, in het bijzonder in artikel 2, derde lid, van het wetsvoorstel van 20 december 2019 laten opnemen. De FOD, de CREG en het Rekenhof gaven destijds geen uitsluitsel in hun advies op onze vraag of het, wat de begrotingsimpact betrof, al dan niet ging om een ESR-uitgave. Om die reden hebben wij tijdens de commissievergadering van 6 mei 2020 de minister nogmaals expliciet gevraagd uitsluitsel daarover te geven. Op 13 mei 2020 kwam dan het antwoord dat het wel degelijk om een uitgave gaat die aan de ESR-verplichting onderhevig is.

Daarom hebben wij ons tijdens de stemming in de commissie onthouden. Daarmee willen wij niet gezegd hebben dat de OCMW's het niet moeilijk hebben hun taken inzake energiearmoede altijd even goed te vervullen. Trouwens, de problematiek ligt onze fractie ook na aan het hart. Laten we echter inzetten op een holistische aanpak en op structurele maatregelen met oog voor preventie, zoals de verbetering van de energie-efficiëntie van woningen en toestellen, een lagere energiefactuur en spaarzaam verbruik. Ook over het hergebruik van het sociaal tarief, waarover nu in de commissie discussies lopen, kunnen wij verder praten. Laten wij openstaan voor wat mogelijk is en vooral in het Parlement structurele maatregelen nemen.

Het zijn bijzondere tijden, die bijzondere maatregelen vergen, een mantra dat wij hier vaak horen, soms terecht maar niet altijd. Het lijkt erop dat sommigen van de gelegenheid gebruik willen maken om aan alles en nog wat geld uit te geven. In voorliggend wetsvoorstel stellen de indieners dat de maatregel maar 228.533 euro zou kosten. Nu blijkt dat enkel de meeruitgave te zijn ten opzichte van de indexering in 2019, terwijl de echte meerkosten eigenlijk oplopen tot 6.364.990 euro. Voor beide jaren komt het dus neer op een begrotingsuitgave van 12,5 miljoen euro.

Wij hebben hier al vaak de vraag gekregen wat er zal gebeuren wanneer het Verwarmingsfonds op is. Op die vraag hebben wij op het moment geen antwoord.

Wij hebben ons hiertegen niet willens nillens verzet en wij zullen dat ook vandaag niet doen. Ik wilde alleen nog even een aantal feiten duiden, om de collega's scherp te houden inzake de budgettaire implicaties van de wetsvoorstellen die hier worden goedgekeurd. Daarom zal mijn fractie zich ook vandaag bij de stemming hierover onthouden.


Kris Verduyckt Vooruit

Mijnheer de voorzitter, collega Van der Straeten gaf daarstraks een specifiek voorbeeld van energiearmoede. Dergelijke voorbeelden, ook het voorbeeld van Dylan van vorige week, stellen de problemen heel scherp. Uiteraard is het belangrijk om te weten over hoeveel personen het daarbij gaat en dat is afhankelijk van de definitie van energiearmoede. De CREG, onze onafhankelijke regulator, concludeert dat 400.000 gezinnen in dit land in het beste geval de factuur voor elektriciteit en gas vrezen of onvoldoende budget hebben om hun huis deftig te verwarmen.

Ik ga graag in op twee redenen waarom wij het wetsvoorstel zullen goedkeuren. Ten eerste, men ziet bij kwetsbare gezinnen heel vaak dat net zij door een gebrek aan informatie of door een gebrek aan middelen slechte keuzes maken. Er werd hier reeds verwezen naar structurele oplossingen. Maar wij geloven bijvoorbeeld niet in de oplossing van de energiecheques, omdat onze energiemarkt ontzettend complex is. Ik heb zelf een voorstel met betrekking tot de slapende contracten ingediend, om wat meer transparantie in die markt te krijgen. Dat is een van de problemen van die markt vandaag.

Sommigen werpen op dat er toch een sociaal tarief bestaat en dat biedt voor veel mensen misschien gedeeltelijk een oplossing, maar dat is zeker niet voldoende, als het gaat over investeringen in energietransitie en die investeringen zijn net nodig –l collega Wollants merkte het terecht op – om onder andere oude verwarmingsketels te vervangen. Daarvoor is het tarief onvoldoende en is het fonds heel belangrijk.

Net zoals het vorige voorstel dat hier besproken werd, zal ook het voorgelegde voorstel het klimaat niet redden, maar het is opnieuw een stapje in de goede richting.

Het volgende aspect waarop ik wil ingaan, heeft te maken met de coronacrisis, een woord dat kennelijk in geen enkele uiteenzetting in het Parlement ontbreekt. De verschillende parlementen in België hebben heel wat algemene maatregelen genomen en spelen heel kort op de bal. Dat is op zich goed, maar die algemene maatregelen moeten vooral onderdeel zijn van de eerste fase. Als de relance er straks aankomt, moeten we veel specifieker te werk gaan en heel goed het doel waar we straks willen uitkomen en wie we op welke manier zullen helpen, voor ogen houden. Onderhavig voorstel past perfect in dat kader: inderdaad, niet iedereen zal hetzelfde bedrag krijgen. Bovendien geven wij de OCMW's in het veld de verantwoordelijkheid ter zake, want zij weten perfect wie ze voor zich hebben en hoe ze de mensen goed kunnen helpen, een aanpak waar de sp.a-fractie zich volledig achter kan scharen.

Dat zijn twee redenen te meer waarom wij het voorstel niet alleen mee hebben ondertekend, maar ook zullen goedkeuren.


Sophie Rohonyi DéFI

Monsieur le président, chers collègues, la présente proposition de loi entend soutenir les personnes qui sont touchées par la précarité énergétique, et ce via le Fonds social gaz et électricité.

On se souviendra que les moyens de ce fonds fédéral étaient gelés depuis 2012. Ce n'est qu'en décembre 2019 que notre assemblée a décidé à l'unanimité d'indexer ledit fonds en l'augmentant de 6 millions d'euros pour le faire passer de 53 millions d'euros à 59 millions d'euros. Il s'agit ici d'une avancée que mon groupe soutiendra, bien entendu.

Il la soutiendra parce qu'il ressort d'une étude de la CREG qu'aujourd'hui, en Belgique, au moins 400 000 ménages vivent dans la précarité énergétique. Les isolés, les familles monoparentales, mais aussi ceux dont les revenus sont les plus bas, sont les plus vulnérables.

Selon le dernier baromètre de la précarité énergétique réalisé à la demande de la Fondation Roi Baudouin, plus d'un ménage sur cinq vit en situation de précarité énergétique en Belgique. Ce chiffre varie très peu depuis 2009. Cette précarité concerne 27,6 % des ménages en Wallonie, 25,6 % à Bruxelles et 15 % en Flandre.

Les personnes qui disposent de moyens financiers limités risquent de consacrer une part proportionnellement trop élevée de leur budget à l'énergie (précarité énergétique mesurée), de devoir fortement restreindre leur consommation (précarité énergétique cachée) ou de ne pas oser chauffer leur habitation (précarité énergétique ressentie). Dès lors, faire partie d'un ménage ne disposant pas de revenus du travail aggrave, de manière considérable, le risque de se retrouver dans une situation de précarité énergétique. Cela concerne plus de 35 % des ménages sans emploi. Enfin, la précarité énergétique touche les femmes appartenant à des familles monoparentales, mais aussi les femmes isolées de plus de 65 ans.

Selon les estimations de la Cour des comptes, le coût total de l'indexation du Fonds tant pour l'électricité que pour le gaz s'élèverait à plus de 6,3 millions d'euros pour 2020 et à plus de 7 millions d'euros pour 2021.

Cette enveloppe budgétaire supplémentaire importante permettra donc de mieux lutter contre la précarité énergétique des ménages. Nous tenions à saluer cette mesure et à en remercier le principal auteur.

En conséquence, mon groupe soutiendra la présente proposition de loi, mais aussi toute autre initiative parlementaire ultérieure, afin de lutter plus efficacement contre la précarité énergétique, mais aussi d'améliorer le pouvoir d'achat des ménages les plus vulnérables.