Proposition 55K0895

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi organisant le financement des mesures de fin de carrière pour les membres de la police locale pour l'année 2020.

General information

Authors
CD&V Franky Demon
Ecolo Cécile Thibaut
LE Vanessa Matz
MR David Clarinval, Benoît Piedboeuf, Philippe Pivin, Caroline Taquin
N-VA Joy Donné, Koen Metsu
Submission date
Dec. 18, 2019
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
municipal police pension scheme police early retirement

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Ecolo Open Vld N-VA LDD MR VB
Abstained from voting
Vooruit PS | SP DéFI PVDA | PTB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Jan. 30, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Tim Vandenput

Mijnheer de voorzitter, collega's, het wetsvoorstel regelt de overdracht van middelen die vrijkomen door de afschaffing van de preferentiële pensioenleeftijd bij de lokale politie naar de NAVAP-regeling. Zo begon de heer Joy Donné de toelichting bij het wetsvoorstel.

Deze middelen zullen zowel kunnen worden aangewend voor personeelsleden die ervoor kiezen om de non-activiteit op te nemen als voor personeelsleden die in een aangepaste betrekking wensen verder te werken. De huidige financiering liep af einde 2019 en als er niets gedaan wordt, komen de extra kosten rechtstreeks ten laste van alle politiezones.

Mevrouw Taquin, hoofdindiener van het wetsvoorstel, schetste de ontstaansgeschiedenis ervan en vulde aan dat het bedrag van 46 miljoen euro waarmee de verlenging van de NAVAP-regeling zal worden gefinancierd, komt uit het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen, dus niet uit de middelen van de federale overheid.

Enkele commissieleden namen het woord tijdens de voormiddagvergadering. Ikzelf heb toen geschetst dat deze regeling er gekomen is nadat de politievakbond Sypol in 2011-2012 naar de rechtbank stapte omdat men vond dat de ex-rijkswachters een beter prepensioenstelsel hadden dan de leden van Sypol, die te vinden zijn bij de gerechtelijke politie. Het Grondwettelijk Hof heeft toen de hele regeling, ook voor de ex-rijkswachters, onderuitgehaald en alles afgeschaft. De regering is toen als oplossing met de NAVAP gekomen. Vandaag ligt hier dit wetsvoorstel voor dat deze regeling met een jaar wil verlengen.

Laten wij duidelijk zijn, het gaat om een prepensioenregeling. Ik heb er in de commissie voor gepleit dat de volgende regering probeert te komen tot een structurele regeling die het prepensioenstelsel afschaft.

Mevrouw Thibaut van Ecolo-Groen gaf aan dat haar fractie het voorliggend wetsvoorstel dat de druk op de politiezones zal verminderen, zal steunen. Ook haar fractie ziet de financiering als een tijdelijke oplossing voor 2020 en hoopt in de toekomst een nieuw systeem te zien.

Mevrouw Dedonder van de PS gaf aan er voorstander van te zijn dat een politieman verlof kan opnemen voorafgaand aan het pensioen. Voor haar moet er ook een oplossing worden gezocht opdat de politiezones niet de kosten van de vervroegde uitstap moeten dragen. Voor haar fractie gaat het er evenwel om te weten wie de rekening zal betalen. De federale overheid heeft de kosten van de maatregel immers overgedragen aan de lokale overheden, iets wat mevrouw Taquin ook heeft gezegd in haar toelichting, namelijk via het Gesolidariseerde pensioenfonds. Het zijn in de praktijk dus de gemeenten, de provincies en de OCMW's die de rekening betalen. In 2016 betaalden de lokale overheden meer dan 29 miljoen euro. In 2017 ging het om meer dan 35 miljoen euro, in 2018 om 38 miljoen euro en in 2019 om 37 miljoen euro. Voor de PS-fractie is het onaanvaardbaar dat de lokale overheden op die manier onder druk worden gezet. Voor 2020 zal het gaan om een bedrag van 46 miljoen euro. De lokale besturen hebben inmiddels hun begroting reeds afgestemd op de bijdragepercentages voor de pensioenfondsen. Dat is gebaseerd op de afhoudingen van 2019. De spreekster kondigt aan dat de PS twee amendementen zal indienen om aan die problematiek tegemoet te komen.

De heer Demon van CD&V sluit zich aan bij de uiteenzetting van de twee indieners. Voor zijn fractie is het logisch dat een ad-hocregeling in afwachting van een permanent systeem in 2020 wordt verlengd.

Mevrouw Vanrobaeys van de sp.a geeft aan dat voor haar fractie de nood aan een regeling groot is. Er moet een oplossing komen voor deze politiemensen en het verschaffen van duidelijkheid en zekerheid aan de politiezones en de lokale besturen is van groot belang.

Zoals u in het verslag kon lezen, is er in de voormiddag een stemming geweest over het amendement van de PS. Tijdens die stemming over amendement nr. 1 op artikel 2 werd er foutief gestemd. Na afloop van de ochtendvergadering werd vastgesteld dat de uitslag 8-7 niet juist was: er waren 16 commissieleden aanwezig. Er was dus een materiële fout gebeurd.

De voorzitter heeft daarop beslist om de leden 's namiddags opnieuw samen te roepen en te bespreken wat er moest gebeuren met de eerdere stemming die foutief is gebeurd. Tijdens de namiddagvergadering heeft de voorzitter aan alle aanwezige commissieleden de materiële fout toegelicht, namelijk dat bij de telling van de stemming van amendement nr. 1 van de PS de stem van de voorzitter niet was meegeteld, waardoor het 8-7 werd en het amendement werd aangenomen.

Bij een correcte stemming had het dus 8-8 moeten zijn, want er waren 16 leden aanwezig. Er ontbrak dus een stem. In dat geval zou het amendement dus verworpen zijn geweest.

In de namiddagvergadering heeft een lid van de PS, die er in de voormiddag niet bij was, de voorzitter en een aantal commissieleden ervan beschuldigd politieke spelletjes te spelen en gezegd dat sommige commissieleden die 's voormiddags aanwezig waren ofwel niet hadden gestemd, ofwel naar buiten waren gegaan. Hij wees erop dat de fout niet met zekerheid kon worden bewezen.

Als rapporteur vond ik het heel merkwaardig dat iemand die tijdens de ochtendvergadering niet aanwezig was zomaar vrank en vrij kon poneren wat er niet is gebeurd. Ik heb dat ook tijdens de vergadering gezegd. Tot daar mijn bevindingen.

De voorzitter heeft de instructies van de Conferentie van voorzitters uitgevoerd. Die had beslist dat de commissie haar werkzaamheden zelf regelt en zelf moet beslissen om al dan niet te herstemmen. De voorzitter heeft moeten vaststellen dat er geen consensus was omdat de PS- en de sp.a-fractie niet akkoord gingen.


President Patrick Dewael

M. Thiébaut.


Éric Thiébaut PS | SP

Madame la présidente, j'étais présent ce matin-là en commission. Je me souviens très bien du vote. Comme il s'agissait d'un vote important, j'ai compté tous les bras. Nous les avons même comptés plusieurs fois.


President Patrick Dewael

Monsieur Thiébaut, vous interrompez le rapport. Vous interviendrez après.


Éric Thiébaut PS | SP

Madame la présidente, ce n'est pas un rapport, il y a une prise de position et un jugement sur un député, qui était là l'après-midi, soit notre chef de groupe.


Ahmed Laaouej PS | SP

Madame la présidente, M. Vandenput aura tout loisir de donner son interprétation de la manière dont les débats se sont passés, mais pas au moment où il présente le rapport. Il s'agit du rapport de la commission, établi par le secrétariat et finalement approuvé par l'ensemble des commissaires sur la base des remarques formulées et validées, ou pas d'ailleurs, par les autres commissaires. Monsieur Vandenput, ce n'est pas le moment de donner votre interprétation.


Rapporteur Tim Vandenput

Goed, mijnheer Laaouej, dan zal ik dat straks zeggen.

De voorzitter heeft dus de instructie vanuit de Conferentie van voorzitters duidelijk uitgevoerd. Hij heeft gezien dat er geen consensus was, waardoor het stemresultaat van de voormiddag behouden bleef. Daardoor ligt het wetsvoorstel, met het goedgekeurd amendement, hier nu ter bespreking.

Een lid van de PS heeft erop gewezen dat de mogelijkheid nog altijd openstaat om tijdens de plenaire vergadering een amendement in te dienen en ik heb begrepen dat mevrouw Taquin dat vandaag ook heeft gedaan.

Mevrouw de voorzitter, tot hier het rapport. Ik zal straks namens mijn fractie het woord in de algemene bespreking voeren.


Joy Donné N-VA

Ik sluit mij volledig aan bij het verslag van de rapporteur. Ik vind het ook hoogst merkwaardig dat iemand die niet aanwezig was in de ochtendvergadering van de commissie, de overige commissieleden de les komt spellen over wat er die ochtend gebeurd is. In de middagsessie heeft de voorzitter trouwens gesteld, op basis van wat hij van zijn secretaris had gehoord, dat er daadwerkelijk een vergissing is gebeurd in de telling en dat zonder die materiële vergissing het amendement verworpen zou zijn.

Het initiële voorstel, zoals het in de commissie werd geagendeerd, komt erop neer dat de betrokken politiezones niet door de federale overheid voor de NAVAP-regeling zullen worden vergoed, maar dat ze hun middelen daarvoor zullen krijgen uit het Gesolidariseerde pensioen­fonds. Dat is ook de logica zelve. De lokale besturen en de betrokken politiezones besparen immers geld, doordat ze de weggevallen pensioenlasten niet meer hoeven te dragen. Het is dan ook logisch dat het geld dat daardoor vrijkomt, wordt overgemaakt aan de politiezones, die de NAVAP-regeling moeten dragen. Op die manier zetten we gewoon het beleid van de afgelopen vier jaar voort. Het gaat om een voorlopige regeling, zoals ook de vorige spreker al aanhaalde, wat logisch is gelet op het feit dat de regering in lopende zaken is.

Voor de lokale besturen en de betrokken politiezones wordt dus het mechanisme van de afgelopen jaren voortgezet. Ik wil onderstrepen dat er, in tegenstelling tot wat anderen beweren, geen nieuwe lasten bijkomen. Integendeel, het amendement bevat in zijn verantwoording een extra zinsnede waarin is gestipuleerd dat het saldo van de kosten van het NAVAP-stelsel uit de federale schatkist wordt betaald. Dat is de afgelopen jaren zelfs nooit gebeurd. Het is een belangrijk engagement, gelet op het feit dat de politiezones de laatste twee kwartalen van 2018 en 2019 voor hun NAVAP-systeem niet meer vergoed werden. Dat is dus een bijkomende grote toegeving van de federale overheid aan de lokale besturen.

Ik wil er nog aan toevoegen en in herinnering brengen dat de regering-Michel I in 2018 in een extra dotatie voorzag ten gunste van de lokale besturen van 121 miljoen euro per jaar, zowel in 2018, 2019 als in 2020, juist om de pensioenkosten voor de lokale besturen een stuk draaglijker te maken. Het lijkt mij dan ook dat wij met het amendement terugkeren naar een evenwichtige regeling, waarin de lokale besturen niet overmatig worden belast.


President Patrick Dewael

Mijnheer Donné, daarmee hebt u uw eerste redevoering in de Kamer gehouden. Los van de grond van de zaak, feliciteer ik u voor uw maidenspeech. (Applaus)

De heer Crombez vraagt het woord.


John Crombez Vooruit

Mijnheer de voorzitter, ik heb gewacht tot na de toespraak van de heer Donné. Zowel de rapporteur als de eerste spreker halen hier de stemming over een amendement aan. Daarover wil ik het volgende zeggen. Het gaat over een stemming met als resultaat 8 stemmen voor en 7 stemmen tegen, een stemming die zo werd benoemd door de voorzitter, en waarvan er een beeldverslag bestaat. Als het in het Parlement toegelaten wordt dat het resultaat van een dergelijke geldige stemming in twijfel wordt getrokken, dan hebben we een groot probleem. Ik wil best geloven dat een stemming moeilijk kan verlopen. Iedereen moet opletten en tellen. In de video-opname is echter duidelijk te zien dat de commissievoorzitter de stemming als beëindigd verklaart met als resultaat 8 stemmen voor bij 7 stemmen tegen. Mogelijk zijn er materiële fouten begaan, waarop er beschuldigingen volgen, maar als het Reglement van de Kamer het toestaat dat een beëindigde stemming geherinterpreteerd kan worden, hoe kan het Parlement zijn werking dan nog organiseren? Het is wat het is. Zulke zaken gebeuren nog al in de commissievergaderingen. Er wordt gestemd bij handopsteking. Soms moet er opnieuw gestemd of opnieuw geteld worden. Wat hier nu echter al twee keer geïnsinueerd wordt, is ronduit gevaarlijk.


President Patrick Dewael

Mijnheer Crombez, wij hebben daarover met de fractieleiders al verschillende keren van gedachten gewisseld in de Conferentie van voorzitters. Uiteraard is de plenaire vergadering meester van haar werkzaamheden. In de plenaire vergadering kan een amendement ook opnieuw worden ingediend. Ik ben op de hoogte van de gedachtewisseling en discussies omtrent het verloop in de commissievergadering. Collega Vandenput heeft daarover verslag uitgebracht. We zullen het verdere verloop in deze algemene bespreking volgen. In de plenaire vergadering kunnen er eventueel nog amendementen worden ingediend. Hoe daarover zal worden gestemd, daarop kan ik nu niet vooruitlopen.


Peter De Roover N-VA

Mijnheer de voorzitter, natuurlijk kunt u op de stemming niet vooruitlopen. Het staat inderdaad iedereen vrij om welk amendement dan ook in te dienen. Dat staat echter totaal los van de gebeurtenissen in de commissievergadering.

Mijnheer de voorzitter, dit is een pijnlijke en al bij al niet zo onbelangrijke aangelegenheid. Bij de stemming in een commissie kan een Kamerlid om welke reden dan ook onaandachtig zijn en verkeerd stemmen of niet stemmen, wat wel eens gebeurt en zelfs de besten onder ons kan het overkomen, om mezelf niet te noemen. Goed, dan is dat maar zo. Het Kamerlid had dan maar aandachtiger moeten zijn. Wanneer dat leidt tot een stemresultaat van 8 stemmen voor bij 7 stemmen tegen, dan kan de fractievoorzitter het betrokken fractielid er eens ernstig over aanspreken.

Indien evenwel blijkt dat wanneer de stemming verkeerd uitvalt er herstemmingen worden gevraagd, is dat totaal onoorbaar. Op dat punt ben ik het absoluut met de andere leden eens. Er kan niet worden gevraagd het nog eens te proberen als om een of andere reden een stemming wordt gerateerd.

Indien echter een ambtenaar in de uitoefening van zijn taak vaststelt dat er een menselijke fout is gebeurd, moet die fout kunnen worden hersteld. Laat ons in alle eerlijkheid toegeven dat iedereen fouten kan begaan. Laten wij daar niet al te streng over oordelen. Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen. Er zullen hier wellicht geen stenen door het halfrond vliegen. Wanneer wordt vastgesteld dat er een foute telling heeft plaatsgevonden, omdat bijvoorbeeld de voorzitter niet is meegeteld, wat kan gebeuren, dan gaat het om een ernstig feit. Er wordt in dat geval immers niet gevraagd te herstemmen. Er wordt dan gevraagd te herstellen, omdat een stemming niet juist in het verslag is opgenomen. Dat is het punt. Een stemming van 8 stemmen voor bij 8 stemmen tegen is dan bijvoorbeeld opgenomen als zijnde een stemming van 8 stemmen voor bij 7 stemmen tegen.

Dat was natuurlijk inderdaad het beste onmiddellijk en ter plekke vastgesteld geworden. Ook daarmee ben ik het eens. Het zal nogmaals een goede reden zijn om alle leden tot ultieme alertheid aan te zetten, zeker bij het uitbrengen van stemmen. Er is nog een groot verschil tussen 10 stemmen tegen 3 dan 8 stemmen tegen 7. Als het bij het eerste voorbeeld 10 stemmen tegen 4 moet zijn, dan is dat geen erg, zo soepel zijn we wel met zijn allen.

In dit geval had die foute telling wel een heel verregaand effect. De werkzaamheden zijn namelijk voortgezet met invoeging van een amendement, waarna tijdens de lezing en bevestigd door de secretaris van de commissie – nogmaals, ik werp hem geen steen toe, want wij zijn allemaal mensen – is vastgesteld dat de plaatsgevonden stemming eigenlijk 8 stemmen voor bij 8 stemmen tegen was.

Wij zullen dan ook straks een amendement indienen, waarvan wij het effect zullen afwachten. Het zou eventueel in de feiten een en ander kunnen rechtzetten.

Ik betreur niettemin dat het woord van de secretaris van de commissie hier door bepaalde fracties in twijfel is getrokken. Ik wil ook mijn volste vertrouwen in die persoon uitspreken, dat wil ik hier genotuleerd hebben.


Ortwin Depoortere VB

Mijnheer de voorzitter, mijnheer Crombez, wij mogen geen loopje nemen met de waarheid. Ik zal dat ook proberen niet te doen. De feiten zijn de feiten. Ik wil de verslaggever uitdrukkelijk bedanken voor zijn objectief verslag. Ik wil ook de heer De Roover bedanken voor zijn toelichting.

De administratie heeft mij inderdaad gemeld dat er bij de telling een materiële vergissing gebeurd was. Ik had daarop twee keuzes. Ik kon alles blauwblauw laten en niets melden, maar ik heb ervoor gekozen om de weg van de democratie te volgen en de commissie opnieuw samen te roepen in de namiddag. Het enige wat ik daar geagendeerd heb, was de mogelijkheid om over dat amendement te stemmen. Ik heb die bespreking in de commissie bewust openbaar willen houden. Alle fracties en zelfs leden van fracties die in de voormiddag niet aanwezig waren, hebben daar hun zeg mogen doen, al dan niet met beschuldigingen ten aanzien van mijn persoon dat ik politieke spelletjes zou spelen, dat ik het commissiesecretariaat onder druk zou zetten enzovoort.

Ik wil erop wijzen dat de commissieleden van de commissie voor Binnenlandse Zaken mij nog niet hebben kunnen betrappen op een of ander politiek spelletje. Ik pik die beschuldiging ook niet. Ik heb geprobeerd om alle leden van de commissie aan het woord te laten om al dan niet tot een hertelling over te gaan. Ik heb gemerkt dat daar geen consensus over bestond. Ik heb toen wijselijk besloten om niet tot een herstemming over te gaan en het wetsvoorstel naar de plenaire vergadering te zenden, waar al dan niet opnieuw amendementen kunnen worden ingediend, zoals de Kamervoorzitter heel terecht opmerkte. Dat zijn de feiten, niet meer, niet minder.

Ik vind het heel flauw dat men er een staatszaak van wil maken en de zaak probeert te herleiden tot politieke spelletjes. Dat gaat er bij mij niet in.


John Crombez Vooruit

Mijnheer de voorzitter, ik ben het grotendeels eens met de uiteenzetting van de heer De Roover. Ik vind de insinuatie dat wij daarmee een steen zouden werpen naar de medewerkers in de commissie niet gepast. Ik ben het met u eens dat het om ons gaat. U moet eens zien hoe wij soms stemmen in de commissie. U hebt naar uzelf verwezen nog niet zolang geleden, maar dit geldt voor iedereen. Soms stemmen wij met onze ellebogen en de medewerkers moeten dat dan tellen. Dat is wat er vaak gebeurt.

Mijn punt is een ander. Mijnheer Depoortere, uw reactie ten opzichte van mij over spelletjes die u zou spelen gaat compleet naast het punt dat ik wil maken. Mijnheer de voorzitter, ik wil maar één punt maken en u zult dat zeer goed begrijpen. Het enige wat een democratische stemming regelt, is een Reglement. Als er in de commissie over iets wordt gestemd en de voorzitter deelt de uitslag van de stemming mee en sluit daarmee de sessie, dan is het dat. Als u na een stemming en de sluiting een nieuwe stemming over hetzelfde punt samenroept, dan raad ik u allemaal aan om daarover eens goed na te denken, want dan installeert u daarmee een heel groot probleem dat niet in het Reglement is voorzien.

Het incident is wat het was. Straks is er de stemming over het amendement. Dat is hoe het gaat, geen probleem. Het enige wat ik wil zeggen, is dat wij daarmee moeten oppassen. Als er geen feitelijk bewijs is dat er een probleem is met een stemming, dan moet men al van heel ver komen om iets opnieuw te laten stemmen.

Dat is waarvoor ik de collega's waarschuw die nu met veel enthousiasme daarover beginnen. Wees voorzichtig. Kijk naar het Reglement. Dat hebt u altijd aan uw kant en de ene keer bent u blij, de andere keer niet. Als u er nu niet blij mee bent, tant pis.

De voorzitter weet heel goed wat ik bedoel. Nieuwe stemmingen oproepen zonder feitelijk bewijs is heel delicaat.


President Patrick Dewael

Ik heb in de notulen van de Conferentie van voorzitters laten opnemen dat bij stemmingen in de commissies – en er zijn nogal wat stemmingen die aan mekaar gewaagd zijn, dat is nu eenmaal het lot van het huidige politieke spectrum – iedereen aandachtig zou zijn en op een heel visueel waarneembare manier aan de stemming zou deelnemen. Dat is niet altijd het geval, maar dat is hier nu niet het probleem.

Ik stel voor dat wij verdergaan en dat iedereen het recht en de vrijheid heeft om in deze plenaire vergadering de punten te maken die hij wil maken. Wij hebben deze discussie twee keer gevoerd in de Conferentie van voorzitters. Men kan hier amendementen indienen en wij zullen op het einde van de vergadering over deze amendementen, als ze worden ingediend, stemmen.


Ludivine Dedonder PS | SP

Monsieur le président, chers collègues, je ne m'étendrai pas sur l'historique ayant conduit à l'instauration de ce régime de non-activité préalable à la pension dont peuvent bénéficier certains policiers. Vous connaissez probablement toutes et tous l'arrêt de la Cour constitutionnelle. Personne ne peut non plus ignorer les mesures du gouvernement Michel qui ont imposé à tous, y compris aux policiers, de travailler plus longtemps avant de pouvoir partir à la pension.

Pour éviter que certains policiers ne soient laissés pour compte, il a fallu prendre une mesure qui se voulait temporaire, en attendant de trouver une mesure pour tous. Le moins que l'on puisse dire c'est que cela prend du temps.

Souvenez-vous, la reconnaissance de la pénibilité au travail, c'était la grande promesse du gouvernement pour faire avaler la pilule, pour faire passer ses attaques envers les pensions. Cette promesse n'a finalement jamais été tenue.

Chers collègues, nous sommes favorables – et nous l'avons toujours été – au fait que les policiers sanctionnés puissent prendre un congé préalable à la pension. Mais laissez-moi, à nouveau, regretter que cette mesure ne puisse pas s'appliquer à l'ensemble des policiers et que la solution structurelle promise n'ait jamais vu le jour, laissant la plupart d'entre eux sur le carreau.

Aujourd'hui, ce qui nous préoccupe, c'est de savoir qui va payer l'addition. Pour le PS, il est certain que ce n'est pas aux zones de police à supporter le coût du départ anticipé à la pension. C'est impératif, nous devons trouver une solution pour 2020 et déjà nous demander ce que nous ferons en 2021 et au cours des années qui suivront.

À l'époque, alors que le ministre M. Jambon avait plusieurs fois déclaré que le pouvoir fédéral prendrait à sa charge le financement de cette mesure, le gouvernement a finalement décidé, une fois n'est pas coutume, de transmettre le coût de la mesure aux pouvoirs locaux, au travers d'une ponction du Fonds de pension solidarisé des administrations provinciales et locales géré par le Service fédéral des Pensions.

Ce sont donc les communes, les provinces, les CPAS qui ont depuis 2016 payé la note et ce, au détriment de leur politique locale. Concrètement, les pouvoirs locaux ont déboursé pour cette mesure plus de 29 millions d'euros en 2016, plus de 35 millions d'euros en 2017, plus de 38 millions d'euros en 2018, et près de 37 millions d'euros en 2019. Avouons tout de même que l'ardoise est salée!

Beaucoup d'entre vous êtes des mandataires communaux; ou tout au moins, chacun d'entre vous, j'en suis convaincue, est attentif au bien-être des citoyens de sa commune. Mais comment voulez-vous améliorer le cadre de vie de la population si, sans cesse, on retire des moyens aux pouvoirs locaux?

L'histoire est un éternel recommencement. On ne compte plus le nombre de mesures prises par le gouvernement dont on a transféré le coût à nos communes. Dois-je vous rappeler le sous-financement des zones de secours, des zones de police, le tax shift, le service des sanctions administratives et, plus largement, les mesures contre les malades, contre les demandeurs d'emploi, et j'en passe, appauvrissant notre population et faisant accroître drastiquement le nombre de demandeurs du revenu d'intégration auprès de nos CPAS?

Les communes, les CPAS n'en peuvent plus. Elles sont asphyxiées, elles sont exsangues. Pour nous, ce ne sont pas les pouvoirs locaux, via le Fonds APL, qui doivent continuer à ouvrir les cordons de la bourse. Or, la proposition de loi initiale déposée par le MR, et redéposée aujourd'hui sous la forme d'un amendement, fait le choix de prolonger, pour 2020, ce que le gouvernement Michel avait fait jusqu'à présent, c'est-à-dire faire payer les pouvoirs locaux.

Non pas 37 millions d'euros comme l'an dernier! Mais 46 millions d'euros, chiffre actualisé, soit 9 millions supplémentaires à ce qui était prévu en 2019. Elle est là la charge supplémentaire!

Dans le schéma proposé, c'était donc soit les zones de police qui payaient, soit les autres pouvoirs locaux. Pour le PS, ce n'est pas équitable. Ce n'est surtout pas tenable. Et aujourd'hui, nous déplorons l'obstination du MR à vouloir absolument faire payer nos communes. Vous ne pouvez pas exiger le beurre, à savoir la satisfaction des policiers concernés, et vous garder l'argent du beurre en renvoyant la facture au niveau local.

J'espère sincèrement qu'au moment du vote, vous, les mandataires soucieux de votre zone de police, soucieux de votre commune, soucieux de vos concitoyens, vous en souviendrez et soutiendrez notre proposition amendée qui, d'une part, assure que les zones de police reçoivent un financement permettant de compenser entièrement le coût de la NAPAP et qui, d'autre part, prévoit que c'est l'autorité fédérale qui prend en charge le coût de la mesure qu'il a adoptée. C'est somme toute assez logique. Connaissez-vous beaucoup de monde qui fait payer par d'autres ce dont il a rêvé? Personnellement, mon voisin n'a jamais payé mes factures.

Avec notre proposition, nous rendons près de 50 millions d'euros aux pouvoirs locaux pour leurs politiques en faveur des citoyens.


Dries Van Langenhove VB

Mijnheer de voorzitter, inhoudelijk sluiten wij ons aan bij de standpunten die naar voren gebracht werden door de collega's Vandenput en Donné. Het is inderdaad slechts een tijdelijke oplossing, maar het is toch belangrijk dat wij de lokale overheden, en zeker en vast onze politiemensen, niet in de steek laten.

Mijnheer Crombez, u zei dat het Reglement soms meevalt en soms tegenvalt. In dit geval, er staat gewoon niets in het Reglement over zo'n materiële fout. Het is dan aan de commissie om de eigen werkzaamheden te regelen. Met betrekking tot de materiële fout is er ook gewoon geen precedent. Dat was het grote probleem; wij konden niet verwijzen.

Wij hebben nu wel een precedent gecreëerd en het is een gevaarlijk precedent. U trekt het misschien niet in twijfel, mijnheer Crombez, maar de heer Laaouej deed dat wel. Hij heeft de verklaringen van een personeelslid van de Kamer in twijfel getrokken. Dat is een gevaarlijk precedent, want dan kan men alles wat hier neergeschreven of gezegd is, alle zaken die worden opgemaakt door personeelsleden van het huis, in twijfel te trekken. Dat is een gevaarlijk precedent.

Eigen aan materiële fouten is dat wij hun hoedanigheid, het moment waarop en hoe ze zich manifesteren niet kunnen voorspellen. Een nog gevaarlijker precedent is dat wij aan een stemming op basis van zo'n materiële fout, gevolg geven. Dat is gevaarlijk. Als er in de toekomst door een fout in bijvoorbeeld het computersysteem een verkeerde stemming is, zullen wij dan verwijzen naar dit precedent om zo'n stemming dan ook goed te keuren? Ik hoop van niet.

Als er niets in het Reglement staat, kunnen wij hopelijk toch rekenen op gezond verstand.


Caroline Taquin MR

Monsieur le président, chers collègues, l'objectif de notre proposition de loi initiale est d'assurer la sécurité juridique du mécanisme de financement pour nos zones de police pour 2020. Pour rappel, ce financement s'est clôturé le 31 décembre 2019. Tout qui aurait souhaité soutenir la police aurait certainement déposé une proposition bien plus tôt.

La proposition de loi initiale sur laquelle notre assemblée avait voté l'urgence ne préjuge pas du financement structurel que le prochain gouvernement de plein exercice pourra décider. Je ne reviens pas sur les problèmes de procédure et de vote rencontrés lors des débats en commission, bien expliqués dans le rapport, mais il faut toutefois souligner que ces erreurs de procédure expliquent le dépôt de notre amendement. Celui-ci permet d'assurer la prolongation du financement du mécanisme NAPAP. Pour 2020, il s'agit de 46 125 000 euros pour nos zones de police. Ils seront financés via le fonds de pension solidarisé des administrations provinciales et locales et nombreux sont les chefs de corps et les bourgmestres qui sollicitaient une prorogation du système, en tout cas pour 2020.

En outre, nous insistons sur le fait que nous prévoyons aussi dans notre amendement une soupape de sécurité. Tout éventuel surcoût par rapport au montant précité sera pris en charge par la police fédérale en 2020. À cette fin, les crédits de la police fédérale seront adaptés en circonstance. La police fédérale supportera donc le surcoût éventuel mais recevra, si nécessaire, des moyens supplémentaires pour ne pas impacter les recrutements des aspirants inspecteurs. L'objectif est de soutenir les zones de police qui ont finalisé leur budget 2020. Cette soupape de sécurité répond donc à la préoccupation émise par certains concernant le plafonnement du montant.

Chers collègues, une fois encore, il s'agit d'une mesure qui vaut pour l'année 2020. Il fallait agir rapidement, c'est pourquoi le MR a déposé cette proposition de loi que certains d'entre vous ont cosignée.

Lorsqu'on parle de loyauté fédérale, je vous rappelle la déclaration publique du ministre régional wallon des Pouvoirs locaux, M. Dermagne: "Le comité de concertation a décidé de proroger d'un an les subsides accordés aux zones de police pour soutenir le régime de fin de carrière des membres de la police locale".

On ne peut être plus clair: proroger quelque chose, c'est prolonger quelque chose d'existant, et dès lors, le financement existant.

Par ailleurs, le sérieux de la gestion publique est de proposer un financement qui tienne la route. Aujourd'hui, on proroge d'un an. Ensuite, on peut évidemment discuter, pour les prochaines années, d'un autre financement qui allègerait les finances communales.


President Patrick Dewael

Mme Dedonder demande la parole pour une interruption. Le Règlement prévoit la possibilité d'être interrompu.


Ludivine Dedonder PS | SP

Madame Taquin, vous avez parlé d'un montant supplémentaire qui serait pris en charge par le fédéral. Pouvez-vous m'indiquer si c'est à partir des 37 millions ou des 46 millions, chiffre actualisé? Le chiffre qui a été transmis aux communes par le Service fédéral des Pensions est de 37 millions. Les communes ont établi leur budget sur cette base. Or le chiffre actualisé est aujourd'hui de 46,125 millions. J'aimerais savoir si ces 9 millions supplémentaires seront pris en charge par le fédéral ou si on parle encore d'un supplément au-delà de ces 46 millions.


Ministre David Clarinval

Monsieur le président, l'évaluation qui a été faite par les services de police date de 2015. Il sera demandé à la police de refaire une évaluation parce qu'en effet le montant exact qu'il faudra prévoir pour prendre en charge la totalité des NAPAP n'est pas encore clairement défini.

Nous avons prévu 46 millions dans la caisse qui est alimentée par les cotisations des policiers locaux statutaires, et ce depuis que Michel Daerden, ministre des Pensions, l'a décidé à l'époque. Il est donc tout à fait logique de l'utiliser.

Nous allons réévaluer le montant exact, et il est possible que ce montant soit plus élevé que 46 millions. Si tel était le cas, alors le fédéral s'engage à refinancer les services de la police du montant qui excède ces 46 millions, de telle sorte que 100 % des NAPAP soient pris en charge et que cela ne coûte pas un euro aux communes.


Ludivine Dedonder PS | SP

Monsieur le président, je rebondis sur la réponse de M. le ministre. On parle bien, au départ, de 37 millions d'euros. Cela signifie que 9 millions supplémentaires sont à charge des communes.


Ministre David Clarinval

Madame Dedonder, jusqu'à présent, la prise en charge ne se situait pas à 100 % Il a pu arriver en effet que certaines zones ne disposent que de 75 ou 80 % de la prise en charge de la NAPAP. Comme bourgmestre, j'ai connu cela dans une autre vie, voici quelque temps. L'avancée majeure est qu'à présent le taux de couverture atteindra 100 %, de telle sorte qu'aucune commune ne soit laissée sur le côté.

La réévaluation sera assurée par la police dans les semaines à venir, de manière à installer une totale prise en charge. En effet, ce sont bien 46,125 millions qui seront puisés dans la caisse. Si un complément est nécessaire, l'État l'apportera via le budget fédéral.


Ludivine Dedonder PS | SP

(…)


Ministre David Clarinval

Cette caisse est alimentée par les policiers locaux, comme le voulait M. Daerden à l'époque.


Ludivine Dedonder PS | SP

(…)


President Patrick Dewael

Non, non! Madame Taquin avait la parole. Madame Dedonder, je vous ai laissé parler mais nous n'allons pas continuer ainsi éternellement. Il nous faut aussi respecter l'ordre des orateurs.

Je vous en prie, madame Taquin.


Caroline Taquin MR

Monsieur le président, je vous remercie.

Chers collègues, comme je le disais, il s'agit une fois encore d'une mesure qui vaut pour l'année 2020. Il fallait agir rapidement. C'est pourquoi le MR a déposé cette proposition de loi, que certains d'entre vous ont cosignée. Je vous invite à adopter notre amendement ainsi que la proposition de loi elle-même. Vous disposez de toutes les informations utiles et nécessaires.

Je remercie les ministres Clarinval et Bacquelaine, ainsi que mon chef de groupe Benoît Piedboeuf pour le soutien qu'ils ont apporté à cette demande qui émane de la police, laquelle se trouve sous pression. De même, je salue les collègues signataires et ceux qui soutiendront la proposition et l'amendement.

Je conclurai mon intervention en précisant que la police appréciera fortement ce geste.


Franky Demon CD&V

CD&V heeft het voorliggend wetsvoorstel mee ingediend en is dus vanzelfsprekend voorstander van de voorgestelde regeling. De pensioenhervorming en het daaropvolgend arrest van het Grondwettelijk Hof hebben gezorgd voor een aantal problemen inzake het einde van de loopbaan bij de politiediensten.

In het regeerakkoord van 2014 werd hieraan terecht reeds aandacht besteed. Het koninklijk besluit van 9 november 2015 voorziet in een aantal bijkomende eindeloopbaanmaatregelen voor de betrokken personeelsleden. Het regeerakkoord gaf voorts aan dat de uittredingsregeling in ieder geval tot en met 2019 zou blijven bestaan en ook daarna, als er tegen dan geen geharmoniseerde vervroegde uittredingsregeling voor de gehele publieke sector zou zijn.

Aangezien dat meerkosten met zich meebrengt voor de lokale politiezones, besliste de regering om de middelen die voortkomen uit de geraamde besparingen in de pensioenuitgaven, te gebruiken om de meerkosten te financieren. Die regeling werd ook opgenomen in de wet van 6 juni 2016 en had uitwerking van 1 januari 2016 tot en met eind 2019. Om te vermijden dat de financiering stilvalt, is het dus onzes inziens logisch dat de regeling wordt voortgezet in 2020. Met het voorliggend wetsvoorstel brengen wij dat dan ook graag in de praktijk.

Tijdens de stemming van het wetsvoorstel in de commissie – wij hebben daar al veel over gehoord – ontstond er jammer genoeg commotie over de telling na de stemming over een amendement. Zoals de rapporteur reeds aanhaalde, werd dat amendement foutief – dat heb ik ook zelf ervaren – als aangenomen beschouwd. Daarom zal onze fractie dan ook elk amendement steunen dat die situatie weer kan rechttrekken.


Gaby Colebunders PVDA | PTB

Mijnheer de voorzitter, er was wat commotie, maar wij hebben ons daar vorige week buitengehouden om er geen politiek spelletje van te maken, zoals nu gebeurt, niet zozeer door links maar vooral door rechts. Het was echter duidelijk.

Wie 's ochtends erbij was, heeft gezien wat er is gebeurd, zoals de heer Thiébaut er terecht aan herinnerde. Ik vind het zeker ludiek dat commissarissen die enkel 's middags aanwezig waren, een mening hebben over dingen die 's ochtends gebeurden.

De situatie was duidelijk; wij hebben ook geteld. Maar wij wilden zeker geen olie op het vuur gooien en hebben die dag – ik kijk naar de voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken – niet gereageerd; wij keken louter naar wat het belangrijkste is en dat is het wetsvoorstel.

De vorige minister van Binnenlandse Zaken beloofde in te staan voor de eindeloopbaanmaatregelen voor onze lokale politiemensen, maar dat bleek een loze belofte. Toen de federale financiering daarvan werd besproken in de commissie, wentelde de vorige meerderheid de kostprijs hiervan af op de lokale besturen. De minister riep tournée générale, maar een halfuur later bleek zijn portefeuille leeg!

In de vorige legislatuur stemden wij tegen de voorgestelde regeling, omdat wij de mening waren toegedaan dat de regering haar woord had moeten houden. Onderhavig wetsvoorstel kan, in zijn oorspronkelijke vorm, op onze steun rekenen, omdat het verplicht gemaakte beloftes na te komen. Het is alleen een beetje jammer dat hier een voorstel ligt door een fout bij de telling of zoals velen concluderen, een materiële fout, en niet door goede inzichten.

Hoe dan ook, wij stemmen liever voor goede eindeloopbaanmaatregelen voor onze lokale agenten, voor het nakomen van gemaakte beloftes en voor de financiële gezondheid van onze lokale besturen. Kortom, wij gaan voluit voor het wetsvoorstel in de oorspronkelijke vorm en zullen de bijkomende amendementen niet goedkeuren.


Tim Vandenput Open Vld

Mijnheer de voorzitter, ik heb reeds in mijn mondeling verslag een aantal zaken toegelicht en gezegd hoe de NAVAP-regeling tot stand kwam. Laat het duidelijk zijn: onze partij is tegen elk stelsel van prepensioen, want eigenlijk gaat het hier over een brugpensioenstelsel. Wij vinden dat de volgende regering de kwestie structureel moet oplossen, ook de financiering ervan.

Het amendement van mevrouw Taquin betekent wel een verbetering. De minister van Begroting heeft reeds uitgelegd dat alles wat boven 46 miljoen euro uitkomt, via de federale politie zal worden betaald. De realiteit op het terrein is dat politiezones vandaag zelf voor de NAVAP-regeling moeten bijbetalen, omdat er niet genoeg geld is. Met het amendement van mevrouw Taquin zal dat niet meer het geval zijn. De politiezones, die dotaties krijgen van de federale overheid, maar ook van het gemeentelijke niveau, zullen niet langer moeten bijbetalen. Dat lijkt mij toch een verbetering ten opzichte van wat vandaag voorligt.

Wij zullen dit zeker steunen.


Anja Vanrobaeys Vooruit

Mijnheer de voorzitter, ik meen dat een van mijn eerste vragen ging over een verlenging van de financiering van de NAVAP-regeling. Het is immers belangrijk dat overheden, als zij eindeloopbaanregelingen treffen, ook zelf voorzien in de financiering ervan en lokale besturen daarvoor niet laten opdraaien.

In het amendement, dat wij samen met de PS hebben ingediend, vragen wij om lokale besturen te ondersteunen door in een financiering te voorzien die overeenkomt met de werkelijke kostprijs van de maatregel. Wij weten op het ogenblik nog niet hoeveel mensen in de toekomst van de NAVAP-regeling gebruik zullen maken. Het komt er dan ook op aan om middelen uit de schatkist te reserveren om lokale besturen te ondersteunen.

Dat is des te belangrijker, omdat lokale politiezones voor meer uitdagingen staan.

Ik heb daarover gesproken met de zonechef en hij zegt dat de uitdagingen enorm zijn. Cyberveiligheid, bijvoorbeeld, was vroeger enkel iets voor de federale politie, maar nu springt er al snel eens iemand binnen bij de lokale politie, van wie de wagen is gestolen en die heeft gezien dat die ergens in Frankrijk staat. Dat betekent dat de lokale politie extra middelen nodig heeft om in te zetten voor de lokale veiligheid en om de mensen op dat vlak op te vangen.

Voor ons is het voorliggend wetsvoorstel een goede zaak. Wij vinden dat het zo beter wordt voor de gemeentes en voor de lokale politiezones, die hierdoor meer middelen krijgen om te investeren in een lokaal veiligheidsbeleid.


Vanessa Matz LE

Monsieur le président, chers collègues, le mécanisme de financement du régime de fin de carrière de la police intégrée a été d'application de 2016 à 2019. Pour l'année 2020, le personnel opérationnel de la police locale peut continuer à en bénéficier.

Sans la proposition de loi, les zones de police auraient dû supporter directement le coût de la mesure. Il était donc essentiel de prolonger, pour 2020, le versement de subsides au profit des zones de police.

La proposition a été amendée pour déplacer la charge de la mesure du SFP vers le budget de l'Intérieur afin de faire supporter au fédéral la totalité du coût de la mesure. En effet, nous pensons qu'il lui incombe de financer la mesure qu'il a adoptée.

Nous soutiendrons le texte ainsi amendé.