Proposition 55K0437

Logo (Chamber of representatives)

Proposition de loi modifiant les lois du 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative en ce qui concerne la surveillance de l'exécution de ces lois.

General information

Authors
VB Ortwin Depoortere, Barbara Pas, Frank Troosters, Tom Van Grieken, Dries Van Langenhove, Hans Verreyt
Submission date
Sept. 30, 2019
Official page
Visit
Status
Rejected
Requirement
Simple
Subjects
Brussels region administrative supervision municipality use of languages

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR PVDA | PTB
Voted to reject
N-VA LDD VB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Sept. 17, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Frank Troosters VB

Mijnheer de voorzitter, collega's, nu ligt het wetsvoorstel voor tot wijziging van de wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken wat betreft het toezicht op de uitvoering van deze wetten. Zoals de voorzitter meedeelde, werd dit voorstel al behandeld in de commissie, welk verloop ik niet zal herhalen, maar wel kort wil samenvatten. Iedereen weet dat wie in dienst treedt bij het Brussels plaatselijk bestuur, de kennis van beide landstalen moet hebben, uitgezonderd vakwerklieden die niet met het publiek in aanraking komen. Om hun kennis van de tweede landstaal te bewijzen, moeten de kandidaten een examen afleggen bij Selor. De vice-gouverneur is belast met de controle en het toezicht op de geldende bepalingen en bij overtreding van de bepalingen mag hij overgaan tot een schorsing.

Na een schorsing zijn er twee mogelijkheden: ofwel trekt de gemeente het geschorst besluit in, ofwel, indien de gemeente dat niet doet, moet het besluit vernietigd worden door de plaatselijke voogdijoverheid. Inzake de Brusselse gemeenten valt de voogdij onder de daarmee belaste minister van de Brusselse regering, inzake de OCMW's onder twee collegeleden van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Het probleem is, wanneer de vernietiging door de toezichthoudende overheid niet binnen bepaalde termijnen gebeurt, dat er een situatie met een onwettige aanwerving ontstaat, terwijl de betrokken personen wel gewoon aan het werk mogen blijven. Dat zet natuurlijk de deur open voor misbruiken, ondanks het feit dat de Raad van State de vernietiging nochtans bevolen heeft.

In het wetsvoorstel zitten heel veel cijfers, die allemaal besproken werden, maar ik beperk mij nu tot de cijfers van 2019, de recentste cijfers. Bij de gemeenten was 70 % van de benoemingen onwettig en bij de OCMW's is het nog veel erger, want 89 % van de benoemingen was er onwettig. Die cijfers illustreren wat wij eigenlijk al lang weten. Het is algemeen bekend dat sinds de voogdij van de Brusselse gemeenten naar de Brusselse gewestelijke instanties is overgegaan, de vernietiging van de onwettige benoemingen dode letter is gebleven. Sterker nog, als wij het taalhoffelijkheidsakkoord bekijken dat binnen de Brusselse regering is afgesloten, wat eigenlijk een taalovertredingsakkoord is, kunnen wij besluiten dat de Brusselse gewestelijke voogdijinstanties gewoon lak hebben aan de geldende taalwetten.

Het wetsvoorstel komt erop neer dat naast de schorsingsbevoegdheid ook de vernietigingsbevoegdheid direct bij de vice-gouverneur wordt neergelegd. Om twee redenen is dit wetsvoorstel heel belangrijk. Ten eerste, bestaande misbruiken, in de praktijk verfransing in de Brusselse besturen, worden een halt toegeroepen. Ten tweede, het voorstel voorkomt dat het in de toekomst nog erger wordt.

In dat verband verwijs ik naar een schrijven van Luckas Vander Taelen in De Standaard.

De voorbereidende nota van de preformateur Egbert Lachaert laat de toekomst voor de Nederlandstaligen in Brussel er niet echt goed uit zien.

"In de zogenaamde voorbereidende nota van Egbert Lachaert staan wel degelijk voorstellen over Brussel. Dat is dan ook het enige goede nieuws voor de Nederlandstalige Brusselaars. De onderhandelaars hebben toch enige interesse voor hun stad. Wie de Brusselse ideetjes van Lachaert leest, vergaat het enthousiasme snel. Je zou kunnen verwachten dat een Vlaamse preformateur eens en voor altijd een einde zou willen maken aan die onwettige toestand en zou voorstellen om de schorsing van de vice-gouverneur bindend te maken."

Dat is eigenlijk waar ons wetsvoorstel op neerkomt.

"Helaas. Lachaert wilt net het tegenovergestelde. Hij schuift zelfs een aloude Franstalige eis naar voren, die voor Brusselse Vlamingen altijd onaanvaardbaar is geweest: tweetalige diensten, eentalige ambtenaren. In de praktijk komt het erop neer dat de Vlamingen bijna paria's worden in Brussel en een apart loket zullen krijgen. Dit als voorsmaakje voor de anti-Vlaamse Vivaldi-coalitie van Egbert Lachaert."

Daarom dienen wij dit wetsvoorstel in. We willen de vernietigingsbevoegdheid leggen bij de vice-gouverneur, conform de technische bepalingen in het document. Ik vraag aan iedereen die een beetje Vlaamse of Nederlandstalige reflex heeft om dit voorstel te steunen.