Proposition 55K0346

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, en ce qui concerne l'affichage des tarifs par les dispensateurs de soins.

General information

Authors
Vooruit Jan Bertels, Karin Jiroflée, Gitta Vanpeborgh
Submission date
Sept. 16, 2019
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
display health care profession health expenditure consumer information health policy health care health insurance

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP Open Vld MR PVDA | PTB VB
Abstained from voting
N-VA LDD

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Oct. 21, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Valerie Van Peel

De rapporteur is mevrouw Hennuy, die verwijst naar haar schriftelijk verslag.


Kathleen Depoorter N-VA

Mevrouw de voorzitster, collega's, het voorliggende wetsvoorstel heeft al een behoorlijk parcours afgelegd in de commissie. Het is er al een paar keer teruggekomen.

De N-VA is voorstander van het duidelijk communiceren naar de patiënt hoeveel een behandeling zal kosten. Het is noodzakelijk dat onze patiënten weten waar ze aan toe zijn. Het is vandaag de Dag tegen Kanker en we dragen allemaal een geel lintje om onze steun te betuigen aan onze patiënten. Niets is erger dan een zware diagnose te krijgen, zijn hele leven overhoop gegooid te zien en dan ook nog eens zorgen te hebben hoeveel de behandeling zal kosten en of men ze wel kan betalen. Duidelijkheid ten aanzien van de patiënt is een boodschap die wij steunen.

Onze fractie heeft ook een aantal initiatieven genomen die ertoe moeten leiden dat een patiënt niet voor verrassingen komt te staan wanneer hij in behandeling is. Wanneer een patiënt naar een geconventioneerde arts gaat en voor verder onderzoek wordt doorverwezen, moet hij de garantie krijgen dat de conventie ook voor de vervolgonderzoeken wordt gerespecteerd. Dat is een heel belangrijke stap, want wanneer patiënten door de ene arts naar een andere arts worden doorverwezen voor bijvoorbeeld een anatomo-pathologisch onderzoek en zij die arts zelf niet spreken, moeten zij duidelijkheid krijgen over hoeveel dat zal kosten en weten of er gegarandeerd wordt dat het onderzoek ook onder de conventie wordt uitgevoerd als die mogelijkheid er is.

Mocht dat niet het geval zijn, mocht er geen mogelijkheid tot conventie zijn bij een zorgverstrekker waarnaar de patiënt wordt doorverwezen of mocht de specialist in kwestie niet geconventioneerd zijn, dan is het aan die zorgverstrekker om heel duidelijk met zijn patiënt te communiceren en hem duidelijk te maken dat de conventie niet gegarandeerd wordt bij de doorverwijzing.

Mevrouw de voorzitster, collega's, het voorliggende wetsvoorstel heeft al een behoorlijk parcours afgelegd in de commissie. Het is er al een paar keer teruggekomen.

De N-VA is voorstander van het duidelijk communiceren naar de patiënt hoeveel een behandeling zal kosten. Het is noodzakelijk dat onze patiënten weten waar ze aan toe zijn. Het is vandaag de Dag tegen Kanker en we dragen allemaal een geel lintje om onze steun te betuigen aan onze patiënten. Niets is erger dan een zware diagnose te krijgen, zijn hele leven overhoop gegooid te zien en dan ook nog eens zorgen te hebben hoeveel de behandeling zal kosten en of men ze wel kan betalen. Duidelijkheid ten aanzien van de patiënt is een boodschap die wij steunen.

Onze fractie heeft ook een aantal initiatieven genomen die ertoe moeten leiden dat een patiënt niet voor verrassingen komt te staan wanneer hij in behandeling is. Wanneer een patiënt naar een geconventioneerde arts gaat en voor verder onderzoek wordt doorverwezen, moet hij de garantie krijgen dat de conventie ook voor de vervolgonderzoeken wordt gerespecteerd. Dat is een heel belangrijke stap, want wanneer patiënten door de ene arts naar een andere arts worden doorverwezen voor bijvoorbeeld een anatomo-pathologisch onderzoek en zij die arts zelf niet spreken, moeten zij duidelijkheid krijgen over hoeveel dat zal kosten en weten of er gegarandeerd wordt dat het onderzoek ook onder de conventie wordt uitgevoerd als die mogelijkheid er is.

Mocht dat niet het geval zijn, mocht er geen mogelijkheid tot conventie zijn bij een zorgverstrekker waarnaar de patiënt wordt doorverwezen of mocht de specialist in kwestie niet geconventioneerd zijn, dan is het aan die zorgverstrekker om heel duidelijk met zijn patiënt te communiceren en hem duidelijk te maken dat de conventie niet gegarandeerd wordt bij de doorverwijzing.

Bij het voorstel dat hier ter stemming voorligt, hadden wij een aantal kanttekeningen. Die hebben we in de commissie heel duidelijk gemaakt en ik ga ze nog eens herhalen.

De grootste fout die we kunnen maken is kwetsbare patiënten, die het al moeilijk hebben, via een exhaustieve, lange lijst van prijzen in het ongewisse laten of in twijfel brengen. Als die lijst wordt uitgehangen zal het voor de patiënt niet altijd eenvoudig zijn om eruit af te leiden welke nomenclatuur en hoeveel behandelingen hij nodig heeft. Sommige behandelingen worden immers terugbetaald per acht beurten terwijl dat voor andere per achttien gebeurt. De patiënt moet dat heel duidelijk kunnen inschatten. Hoe kwetsbaarder de patiënt, hoe moeilijker het echter voor hem is om aan de hand van een lijst te weten te komen hoeveel het hem zal kosten.

De opmerking over de maximumfactuur heb ik ook meegenomen. Door in de lijst op te nemen of men in aanmerking komt voor de maximumfactuur of niet, kan u daar deels aan tegemoetkomen, maar niet altijd. Wij blijven dus met de bezorgdheid zitten dat die lijst, waarmee we symbolisch aan de patiënt willen duidelijk maken dat we transparant zijn, niet meer is dan een symbool wanneer de communicatie van de zorgverstrekker er niet op volgt. Daarom hebben wij opnieuw een amendement ingediend waarin we heel duidelijk stellen dat het communicerende luik van de zorgverstrekker met de patiënt te allen tijde gegarandeerd moet worden, zodat de patiënt duidelijk geïnformeerd wordt.

Een tweede bemerking van onze N-VA-fractie gaat over de verwijzing naar de meest gangbare praktijken. Wij hebben daarover een amendement ingediend dat u tot mijn spijt niet hebt aangenomen. De prijzen moeten geafficheerd worden, het zou voor de zorgverstrekker toch duidelijk moeten zijn wat de overheid bedoelt met de meest gangbare verstrekkingen.

Bij het voorstel dat hier ter stemming voorligt, hadden wij een aantal kanttekeningen. Die hebben we in de commissie heel duidelijk gemaakt en ik ga ze nog eens herhalen.

De grootste fout die we kunnen maken is kwetsbare patiënten, die het al moeilijk hebben, via een exhaustieve, lange lijst van prijzen in het ongewisse laten of in twijfel brengen. Als die lijst wordt uitgehangen zal het voor de patiënt niet altijd eenvoudig zijn om eruit af te leiden welke nomenclatuur en hoeveel behandelingen hij nodig heeft. Sommige behandelingen worden immers terugbetaald per acht beurten terwijl dat voor andere per achttien gebeurt. De patiënt moet dat heel duidelijk kunnen inschatten. Hoe kwetsbaarder de patiënt, hoe moeilijker het echter voor hem is om aan de hand van een lijst te weten te komen hoeveel het hem zal kosten.

De opmerking over de maximumfactuur heb ik ook meegenomen. Door in de lijst op te nemen of men in aanmerking komt voor de maximumfactuur of niet, kan u daar deels aan tegemoetkomen, maar niet altijd. Wij blijven dus met de bezorgdheid zitten dat die lijst, waarmee we symbolisch aan de patiënt willen duidelijk maken dat we transparant zijn, niet meer is dan een symbool wanneer de communicatie van de zorgverstrekker er niet op volgt. Daarom hebben wij opnieuw een amendement ingediend waarin we heel duidelijk stellen dat het communicerende luik van de zorgverstrekker met de patiënt te allen tijde gegarandeerd moet worden, zodat de patiënt duidelijk geïnformeerd wordt.

Een tweede bemerking van onze N-VA-fractie gaat over de verwijzing naar de meest gangbare praktijken. Wij hebben daarover een amendement ingediend dat u tot mijn spijt niet hebt aangenomen. De prijzen moeten geafficheerd worden, het zou voor de zorgverstrekker toch duidelijk moeten zijn wat de overheid bedoelt met de meest gangbare verstrekkingen.

We hebben voorgesteld om die lijsten samen met de beroepsverenigingen op te stellen. U hebt dat voorstel niet gevolgd en wij blijven dat zeer jammer vinden.

Deze discussie hebben we al heel uitgebreid gevoerd. De N-VA is absoluut voorstander van de geest van het voorstel. We hopen dan ook dat we met u mee zullen kunnen stemmen, dat u ons amendement grondig bekijkt en dat we dat alsnog kunnen invoeren. Een patiënt die enkel een lijst ziet, is wat mij betreft een onvoldoende geïnformeerde patiënt. Er moet duidelijkheid komen van de zorgverstrekker voor de persoon die voor hem zit. Onduidelijkheid is immers echt de vijand van elke zieke persoon die in de wachtkamer zit.


Hervé Rigot PS | SP

Monsieur le président, chers collègues, notre système de soins de santé doit être au cœur de nos préoccupations. Je le disais encore tout à l'heure dans le cadre des questions d'actualité. C'est ce que, nous, socialistes, répétons avec force et conviction. Depuis toujours, nous défendons sa qualité mais aussi son accessibilité. La proposition de Vooruit va tout à fait dans ce sens et je tiens à remercier nos collègues pour cette excellente et indispensable initiative.

Cette proposition de loi, c'est du concret pour les patients. C'est du concret maintenant. Un affichage clair des principales prestations chez les différents dispensateurs de soins va permettre enfin au patient de savoir à quoi s'attendre lorsqu'il devra ouvrir son portefeuille et payer ses soins.

La transparence est primordiale. Mon groupe a pris de nombreuses initiatives dans ce sens. Je rappelle, à titre d'exemple, la mise en place du formulaire d'admission, l'obligation de voir figurer des informations claires sur les sites internet des hôpitaux, l'obligation aussi d'avoir dans chaque hôpital une personne de contact auprès de laquelle le patient peut obtenir les informations utiles et personnalisées sur les détails de la facturation qui lui sera appliquée.

La transparence, c'est aussi l'obligation pour les dispensateurs de soins d'informer clairement qu'ils sont ou non conventionnés, complètement ou partiellement.

Aujourd'hui, un pas de plus vers cette clarté et vers la transparence est franchi en permettant au patient de connaître au préalable les tarifs qui seront pratiqués par le prestataire de soins qu'il souhaite consulter via un affichage obligatoire des prestations les plus courantes. C'est un pas de plus vers la protection du patient car il se retrouve souvent perdu face au coût de certaines prestations habituelles dont il a besoin. Et qui peut dire avec certitude qu'il sait quel est le montant qu'il paiera demain? Pas moi en tout cas! Pas souvent les proches que je côtoie, pas souvent les concitoyens qui ont souvent cette crainte de la facture, d'avoir de mauvaises surprises et quelquefois des catastrophes financières.

Le fait de ne pas savoir peut aussi mener à des conséquences dramatiques: le report par peur des soins nécessaires, voire pire leur annulation et le renoncement. C'est ce que nous devons absolument éviter, chers collègues!

Avec ce texte, le patient saura donc au préalable combien coûte telle ou telle prestation, de quel montant il sera remboursé et quels seront les suppléments éventuels; bref, ce qu'il devra débourser de sa poche au moment de franchir la porte du médecin.


Kathleen Depoorter N-VA

We hebben voorgesteld om die lijsten samen met de beroepsverenigingen op te stellen. U hebt dat voorstel niet gevolgd en wij blijven dat zeer jammer vinden.

Deze discussie hebben we al heel uitgebreid gevoerd. De N-VA is absoluut voorstander van de geest van het voorstel. We hopen dan ook dat we met u mee zullen kunnen stemmen, dat u ons amendement grondig bekijkt en dat we dat alsnog kunnen invoeren. Een patiënt die enkel een lijst ziet, is wat mij betreft een onvoldoende geïnformeerde patiënt. Er moet duidelijkheid komen van de zorgverstrekker voor de persoon die voor hem zit. Onduidelijkheid is immers echt de vijand van elke zieke persoon die in de wachtkamer zit.


Hervé Rigot PS | SP

Monsieur le président, chers collègues, notre système de soins de santé doit être au cœur de nos préoccupations. Je le disais encore tout à l'heure dans le cadre des questions d'actualité. C'est ce que, nous, socialistes, répétons avec force et conviction. Depuis toujours, nous défendons sa qualité mais aussi son accessibilité. La proposition de Vooruit va tout à fait dans ce sens et je tiens à remercier nos collègues pour cette excellente et indispensable initiative.

Cette proposition de loi, c'est du concret pour les patients. C'est du concret maintenant. Un affichage clair des principales prestations chez les différents dispensateurs de soins va permettre enfin au patient de savoir à quoi s'attendre lorsqu'il devra ouvrir son portefeuille et payer ses soins.

La transparence est primordiale. Mon groupe a pris de nombreuses initiatives dans ce sens. Je rappelle, à titre d'exemple, la mise en place du formulaire d'admission, l'obligation de voir figurer des informations claires sur les sites internet des hôpitaux, l'obligation aussi d'avoir dans chaque hôpital une personne de contact auprès de laquelle le patient peut obtenir les informations utiles et personnalisées sur les détails de la facturation qui lui sera appliquée.

La transparence, c'est aussi l'obligation pour les dispensateurs de soins d'informer clairement qu'ils sont ou non conventionnés, complètement ou partiellement.

Aujourd'hui, un pas de plus vers cette clarté et vers la transparence est franchi en permettant au patient de connaître au préalable les tarifs qui seront pratiqués par le prestataire de soins qu'il souhaite consulter via un affichage obligatoire des prestations les plus courantes. C'est un pas de plus vers la protection du patient car il se retrouve souvent perdu face au coût de certaines prestations habituelles dont il a besoin. Et qui peut dire avec certitude qu'il sait quel est le montant qu'il paiera demain? Pas moi en tout cas! Pas souvent les proches que je côtoie, pas souvent les concitoyens qui ont souvent cette crainte de la facture, d'avoir de mauvaises surprises et quelquefois des catastrophes financières.

Le fait de ne pas savoir peut aussi mener à des conséquences dramatiques: le report par peur des soins nécessaires, voire pire leur annulation et le renoncement. C'est ce que nous devons absolument éviter, chers collègues!

Avec ce texte, le patient saura donc au préalable combien coûte telle ou telle prestation, de quel montant il sera remboursé et quels seront les suppléments éventuels; bref, ce qu'il devra débourser de sa poche au moment de franchir la porte du médecin.

Je tiens également à dire que ce texte est le fruit d'un travail constructif entre les membres de la majorité. Nous avons pris le temps de demander de nombreux avis auprès des acteurs de terrain aux différents stades du parcours de ce texte. Un travail considérable a également été réalisé afin que cette mesure soit pratiquement praticable. En effet, pour le patient, il doit s'agir d'un accès facile à des informations claires et compréhensibles, et pour le prestataire, cela doit être une action facile à entreprendre qui ne nécessitera pas de charge administrative trop importante.

Bref, c'est une belle avancée: couplée aux dernières décisions prises par le Conseil général de l'INAMI dans le cadre du budget de soins 2022, elle vise à permettre une généralisation du tiers payant et ne pourra qu'être bénéfique – j'en suis convaincu – à l'ensemble des patients.

Monsieur le président, chers collègues, la santé est notre bien le plus précieux, je vous le disais encore tout à l'heure. Nous le répétons sans cesse et nous le répéterons encore. C'est un credo pour nous, socialistes, avec cette volonté constante de défendre notre système de soins dans son ensemble, sa qualité, son accessibilité et sa transparence.


Nathalie Muylle CD&V

Mijnheer de voorzitter, collega's, het voorstel waarnaar collega Depoorter ook heeft verwezen, is inderdaad al een aantal keer teruggekomen. Het is ook een aantal keer heen en weer gegaan tijdens een vorige legislatuur. Het heeft toen al op tafel gelegen en toegegeven, ik was er in de vorige legislatuur maar een koele minnaar van. Dat had vooral te maken met de angst waar collega Depoorter ook over gesproken heeft met betrekking tot transparantie.

We weten allemaal dat de tariefstructuren heel complex zijn. Ik herinner mij het voorbeeld dat ik een aantal jaar geleden gegeven heb, en dat ik in mijn nota's teruggevonden heb: de diensten oftalmologie hebben 1.161 nomenclatuurnummers, gynaecologie meer dan 800. Ik dacht toen het volgende. Als dat allemaal in de wachtkamer moet worden geafficheerd, met alle verschillende tariefstructuren (terugbetaling, eigen aandeel, conventiestatus, de maximale supplementen), dan riskeert men het omgekeerde effect. Zo'n affichage mag er niet voor zorgen dat het net minder transparant wordt en patiënten afschrikt. Dat is precies wat we met dit voorstel willen vermijden. We weten allemaal dat er qua toegankelijkheid en transparantie een duidelijk probleem is en dat we heel wat maatregelen moeten nemen om die te verbeteren.

Tijdens deze legislatuur hebben we veel overleg gepleegd met de collega's, ook op basis van de adviezen, en bleek er een groot draagvlak om dit te doen. Ik vind dat er een aantal betekenisvolle garanties in de tekst zijn opgenomen die het mogelijk maken om die stap te zetten. Het is de bedoeling dat een model van affichage wordt uitgewerkt, samen met de actoren van het terrein, zoals het Verzekeringscomité, waar zowel mutualiteiten als artsenvertegenwoordigers aan tafel zitten, en ook altijd in samenspraak met de overeenkomstencommissies.

Wat de discussie over de gangbare verstrekkingen betreft, ga ik ervan uit dat dit op een degelijke manier wordt uitgewerkt, ook rekening houdend met wat de meest gangbare verstrekkingen zijn.


Hervé Rigot PS | SP

Je tiens également à dire que ce texte est le fruit d'un travail constructif entre les membres de la majorité. Nous avons pris le temps de demander de nombreux avis auprès des acteurs de terrain aux différents stades du parcours de ce texte. Un travail considérable a également été réalisé afin que cette mesure soit pratiquement praticable. En effet, pour le patient, il doit s'agir d'un accès facile à des informations claires et compréhensibles, et pour le prestataire, cela doit être une action facile à entreprendre qui ne nécessitera pas de charge administrative trop importante.

Bref, c'est une belle avancée: couplée aux dernières décisions prises par le Conseil général de l'INAMI dans le cadre du budget de soins 2022, elle vise à permettre une généralisation du tiers payant et ne pourra qu'être bénéfique – j'en suis convaincu – à l'ensemble des patients.

Monsieur le président, chers collègues, la santé est notre bien le plus précieux, je vous le disais encore tout à l'heure. Nous le répétons sans cesse et nous le répéterons encore. C'est un credo pour nous, socialistes, avec cette volonté constante de défendre notre système de soins dans son ensemble, sa qualité, son accessibilité et sa transparence.


Nathalie Muylle CD&V

Mijnheer de voorzitter, collega's, het voorstel waarnaar collega Depoorter ook heeft verwezen, is inderdaad al een aantal keer teruggekomen. Het is ook een aantal keer heen en weer gegaan tijdens een vorige legislatuur. Het heeft toen al op tafel gelegen en toegegeven, ik was er in de vorige legislatuur maar een koele minnaar van. Dat had vooral te maken met de angst waar collega Depoorter ook over gesproken heeft met betrekking tot transparantie.

We weten allemaal dat de tariefstructuren heel complex zijn. Ik herinner mij het voorbeeld dat ik een aantal jaar geleden gegeven heb, en dat ik in mijn nota's teruggevonden heb: de diensten oftalmologie hebben 1.161 nomenclatuurnummers, gynaecologie meer dan 800. Ik dacht toen het volgende. Als dat allemaal in de wachtkamer moet worden geafficheerd, met alle verschillende tariefstructuren (terugbetaling, eigen aandeel, conventiestatus, de maximale supplementen), dan riskeert men het omgekeerde effect. Zo'n affichage mag er niet voor zorgen dat het net minder transparant wordt en patiënten afschrikt. Dat is precies wat we met dit voorstel willen vermijden. We weten allemaal dat er qua toegankelijkheid en transparantie een duidelijk probleem is en dat we heel wat maatregelen moeten nemen om die te verbeteren.

Tijdens deze legislatuur hebben we veel overleg gepleegd met de collega's, ook op basis van de adviezen, en bleek er een groot draagvlak om dit te doen. Ik vind dat er een aantal betekenisvolle garanties in de tekst zijn opgenomen die het mogelijk maken om die stap te zetten. Het is de bedoeling dat een model van affichage wordt uitgewerkt, samen met de actoren van het terrein, zoals het Verzekeringscomité, waar zowel mutualiteiten als artsenvertegenwoordigers aan tafel zitten, en ook altijd in samenspraak met de overeenkomstencommissies.

Wat de discussie over de gangbare verstrekkingen betreft, ga ik ervan uit dat dit op een degelijke manier wordt uitgewerkt, ook rekening houdend met wat de meest gangbare verstrekkingen zijn.

Verstrekkingen kunnen in een wachtkamer immers zodanig worden omschreven dat geen kat begrijpt waarover het gaat. De bij de uitwerking van het model betrokken partijen zullen ervoor moeten zorgen dat een en ander op een eenvoudige, duidelijke en begrijpbare manier voor de patiënt gebeurt en dat ter zake ook de meest gangbare verstrekkingen vrij eenvoudig worden geafficheerd. Ze zijn nu ook al heel makkelijk te raadplegen. Van een aantal specialisten kan nu al perfect worden geconsulteerd op de websites van een aantal organisaties wat de patiënt vandaag moet betalen, wat het eigen aandeel is en wat de maximumsupplementen zijn. Daarom is het belangrijk dat de oefening met de stakeholders wordt gedaan.

Ik heb in de commissie ook aangegeven dat voor CD&V de sanctie zwaarder had gemogen. Ik ben daar ook duidelijk in geweest. Als men het traject met alle partners doorloopt en vervolgens tot een model komt, moet de afspraak ter zake ook worden gehonoreerd en moeten voldoende sancties worden ingebouwd.

Mij gaat het voorstel echter niet om het sanctioneren. Het gaat om het informeren. Het is belangrijk dat wij hier een eerste stap vooruitzetten.

Hebben wij nu een eindpunt bereikt? Neen, dat hebben wij niet. Mevrouw Depoorter heeft gelijk als ze stelt dat het geen verhaal is van alleen maar afficheren of het mooi op een website plaatsen van alle info. Het is veel meer dan dat. Het is de verantwoordelijkheid van heel veel mensen, vandaag in de eerste plaats van de zorgverstrekkers zelf, maar ook van heel veel actoren op het terrein om de informatie ter zake te geven, ook door ziekenhuizen of sociale diensten van ziekenhuizen. Wij kennen alle actoren op het terrein. Het is dus geen verhaal van enkel een affiche en de zaak is klaar.

Toch geldt ook bij dit voorstel, clichématig uitgedrukt, the proof of the pudding is in the eating. Die stap moeten wij zetten. Wij moeten nagaan wat die stap teweegbrengt. De oefening die hier vandaag voorligt, is slechts een eerste stap, maar wel een eerste stap die onze steun verdient, vooral omdat het een eerste belangrijke stap is op het vlak van transparantie en van meer toegankelijkheid.

Zal een evaluatie nodig zijn? Dat zal heel zeker het geval zijn. Zullen wij misschien moeten bijsturen? Ik vermoed van wel. Die eerste stap is voor ons echter voldoende om voorliggend voorstel te steunen.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Mijnheer de voorzitter, met het wetsvoorstel dat vandaag voorligt, zullen alle zorgverleners in de loop van 2022 verplicht de tarieven van hun meest gangbare zorgverstrekkingen moeten uithangen in hun praktijk en op de website.

Voor de PVDA is dat een stap vooruit. Wij steunen het wetsvoorstel. Wanneer het goed is, moet dat ook gezegd worden, wat wij dan ook doen. Wij steunen het voorstel.


Nathalie Muylle CD&V

Verstrekkingen kunnen in een wachtkamer immers zodanig worden omschreven dat geen kat begrijpt waarover het gaat. De bij de uitwerking van het model betrokken partijen zullen ervoor moeten zorgen dat een en ander op een eenvoudige, duidelijke en begrijpbare manier voor de patiënt gebeurt en dat ter zake ook de meest gangbare verstrekkingen vrij eenvoudig worden geafficheerd. Ze zijn nu ook al heel makkelijk te raadplegen. Van een aantal specialisten kan nu al perfect worden geconsulteerd op de websites van een aantal organisaties wat de patiënt vandaag moet betalen, wat het eigen aandeel is en wat de maximumsupplementen zijn. Daarom is het belangrijk dat de oefening met de stakeholders wordt gedaan.

Ik heb in de commissie ook aangegeven dat voor CD&V de sanctie zwaarder had gemogen. Ik ben daar ook duidelijk in geweest. Als men het traject met alle partners doorloopt en vervolgens tot een model komt, moet de afspraak ter zake ook worden gehonoreerd en moeten voldoende sancties worden ingebouwd.

Mij gaat het voorstel echter niet om het sanctioneren. Het gaat om het informeren. Het is belangrijk dat wij hier een eerste stap vooruitzetten.

Hebben wij nu een eindpunt bereikt? Neen, dat hebben wij niet. Mevrouw Depoorter heeft gelijk als ze stelt dat het geen verhaal is van alleen maar afficheren of het mooi op een website plaatsen van alle info. Het is veel meer dan dat. Het is de verantwoordelijkheid van heel veel mensen, vandaag in de eerste plaats van de zorgverstrekkers zelf, maar ook van heel veel actoren op het terrein om de informatie ter zake te geven, ook door ziekenhuizen of sociale diensten van ziekenhuizen. Wij kennen alle actoren op het terrein. Het is dus geen verhaal van enkel een affiche en de zaak is klaar.

Toch geldt ook bij dit voorstel, clichématig uitgedrukt, the proof of the pudding is in the eating. Die stap moeten wij zetten. Wij moeten nagaan wat die stap teweegbrengt. De oefening die hier vandaag voorligt, is slechts een eerste stap, maar wel een eerste stap die onze steun verdient, vooral omdat het een eerste belangrijke stap is op het vlak van transparantie en van meer toegankelijkheid.

Zal een evaluatie nodig zijn? Dat zal heel zeker het geval zijn. Zullen wij misschien moeten bijsturen? Ik vermoed van wel. Die eerste stap is voor ons echter voldoende om voorliggend voorstel te steunen.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Vanochtend zag ik in een lokale Facebookgroep van burgers van mijn wijk een berichtje verschijnen van iemand die een afspraak had met de dermatoloog in een bepaalde straat, waar geen bancontact was. Die persoon vroeg of iemand wist hoeveel daar zou moeten worden betaald. Het is dus wel van belang om daar meer duidelijkheid in te scheppen voor de patiënten. Die tarieven moeten op voorhand gekend zijn.

Mevrouw Vanpeborgh, u stelde in de commissie dat het effectief tegemoetkomt aan de schrik van mensen omdat ze niet weten wat de zorg kost. Zo komen ze nadien niet voor verrassingen te staan. Dit voorstel is voor ons dus effectief een positieve tussenstap, maar het verandert niets aan het probleem zelf van de vaak te hoge prijzen voor consultaties en zorgverstrekkingen. In mijn praktijk zie ik dat mensen zich heel bewust zijn van de prijzen van sommige behandelingen en een bezoek aan de tandarts of huisarts daarom uitstellen. De cijfers over het zorguitstel om financiële redenen zijn bijzonder verontrustend, ondanks dat wij een rijk land zijn. Recent nog deed ACV Puls een ondervraging bij de huishoudhulpen. 80% daarvan verklaarde dat zij doktersbezoeken uitstellen. Slechts 20% verklaarde dat niet te doen. Eén ondervraagde zei dat elke uitgave moest worden afgewogen. Elke factuur betaalde die persoon in schijven af, en hij of zij had niet de middelen om zelf naar de dokter te gaan. Dat geld werd opzij gezet voor het moment dat een van de kinderen ziek werd. Dat is de realiteit.

Volgens de PVDA is de beste en structurele oplossing tegen die angst voor onverwacht hoge facturen en zorguitstel het gratis maken van de consultaties bij de huisarts. Daar hebben wij dan ook een wetsvoorstel voor op tafel liggen in het Parlement. De PVDA en Geneeskunde voor het Volk voeren daar niet alleen al jarenlang campagne voor, maar zetten dat ook elke dag in de praktijk om. We pleiten dan ook voor een verplichte veralgemening van de derde-betalersregeling over de hele eerste lijn. Vandaag bewegen de lijnen, want het verbod op de derde-betalersregeling zal binnenkort worden opgeheven. Dat is een stap in de goede en juiste richting naar een universelere aanpak. Het probleem daarmee is echter dat de arts nog altijd kan beslissen of hij de derde-betalersregeling zal toepassen of niet.

Mijnheer de voorzitter, met het wetsvoorstel dat vandaag voorligt, zullen alle zorgverleners in de loop van 2022 verplicht de tarieven van hun meest gangbare zorgverstrekkingen moeten uithangen in hun praktijk en op de website.

Voor de PVDA is dat een stap vooruit. Wij steunen het wetsvoorstel. Wanneer het goed is, moet dat ook gezegd worden, wat wij dan ook doen. Wij steunen het voorstel.

De derde-betalersregeling komt erop neer dat de persoon alleen het remgeld betaalt en niet het deel dat hij of zij terugkrijgt van het ziekenfonds.

Selectieve maatregelen kunnen contraproductief zijn, omdat ze kunnen leiden tot stigmatisering, waarbij patiënten die recht hebben op de derde-betalersregeling, niet tegen hun arts in durven te gaan als die weigert dat systeem toe te passen. Tijdens de hoorzittingen in de commissie voor Gezondheid, onder andere over het wetsvoorstel dat ertoe strekt dat patiënten zonder geld op consultatie bij de huisarts kunnen, werd de al te grote willekeur aangeklaagd wanneer de arts beslist of hij al dan niet de regeling toepast. Door de derde-betalersregeling te veralgemenen, vermijdt men net willekeur en stigmatisering.

Ik wil hier dan ook even uit het persbericht van gisteren van het Vlaams Patiëntenplatform citeren: "In een volgende stap zouden wij bij het Vlaams Patiëntenplatform graag zien dat de derde-betalersregeling automatisch wordt toegepast. Nu moet elke zorgverlener voor zich beslissen of hij de derde-betalersregeling al dan niet toepast. Patiënten zullen dus moeten vragen om het systeem toe te passen. Dat creëert opnieuw een drempel. Een automatische regeling zou de financiële toegankelijkheid van de gezondheidszorg echt verhogen."

Alleszins adviseerde het Belgian Anti-Poverty Network affichering. Ik citeer: "Zolang de veralgemening van de derde-betalersregeling voor alle geneeskundige verstrekkingen in de eerste lijn geen realiteit is op het terrein en aangezien conventionering niet verplicht is, stellen wij voor om alle zorgverleners te verplichten om de patiënten te informeren over het al dan niet toepassen van de derde-betalersregeling." Wij hebben die aanbeveling als amendement bij de tekst in de commissie ingediend, zodat niet alleen de tarieven zouden worden geafficheerd, maar ook het toepassen of niet van de derde-betalersregeling. U wierp echter op dat dat zulks het wetsvoorstel complexer maakte en dat de discussie gescheiden moet blijven. Ik ben het daar niet mee eens. Ook al is de opheffing van het verbod op de derde-betalersregeling een positieve stap, zonder een verplichting tot de derde-betalersregeling is er ruimte voor meer willekeur en verwarring bij de patiënten. Het is perfect haalbaar om in het affichemodel te laten opnemen of de arts de derde-betalersregeling toepast of niet. Voor ons is dat eenzelfde discussie.

Mijnheer de minister, in De Standaard van 18 oktober zei u ook dat u wel wilt onderzoeken of een verruiming van de verplichte toepassing wenselijk is. We zien dus ook op dat vlak zaken bewegen en dat vinden wij zeer positief.

Vanochtend zag ik in een lokale Facebookgroep van burgers van mijn wijk een berichtje verschijnen van iemand die een afspraak had met de dermatoloog in een bepaalde straat, waar geen bancontact was. Die persoon vroeg of iemand wist hoeveel daar zou moeten worden betaald. Het is dus wel van belang om daar meer duidelijkheid in te scheppen voor de patiënten. Die tarieven moeten op voorhand gekend zijn.

Mevrouw Vanpeborgh, u stelde in de commissie dat het effectief tegemoetkomt aan de schrik van mensen omdat ze niet weten wat de zorg kost. Zo komen ze nadien niet voor verrassingen te staan. Dit voorstel is voor ons dus effectief een positieve tussenstap, maar het verandert niets aan het probleem zelf van de vaak te hoge prijzen voor consultaties en zorgverstrekkingen. In mijn praktijk zie ik dat mensen zich heel bewust zijn van de prijzen van sommige behandelingen en een bezoek aan de tandarts of huisarts daarom uitstellen. De cijfers over het zorguitstel om financiële redenen zijn bijzonder verontrustend, ondanks dat wij een rijk land zijn. Recent nog deed ACV Puls een ondervraging bij de huishoudhulpen. 80% daarvan verklaarde dat zij doktersbezoeken uitstellen. Slechts 20% verklaarde dat niet te doen. Eén ondervraagde zei dat elke uitgave moest worden afgewogen. Elke factuur betaalde die persoon in schijven af, en hij of zij had niet de middelen om zelf naar de dokter te gaan. Dat geld werd opzij gezet voor het moment dat een van de kinderen ziek werd. Dat is de realiteit.

Volgens de PVDA is de beste en structurele oplossing tegen die angst voor onverwacht hoge facturen en zorguitstel het gratis maken van de consultaties bij de huisarts. Daar hebben wij dan ook een wetsvoorstel voor op tafel liggen in het Parlement. De PVDA en Geneeskunde voor het Volk voeren daar niet alleen al jarenlang campagne voor, maar zetten dat ook elke dag in de praktijk om. We pleiten dan ook voor een verplichte veralgemening van de derde-betalersregeling over de hele eerste lijn. Vandaag bewegen de lijnen, want het verbod op de derde-betalersregeling zal binnenkort worden opgeheven. Dat is een stap in de goede en juiste richting naar een universelere aanpak. Het probleem daarmee is echter dat de arts nog altijd kan beslissen of hij de derde-betalersregeling zal toepassen of niet.

De derde-betalersregeling komt erop neer dat de persoon alleen het remgeld betaalt en niet het deel dat hij of zij terugkrijgt van het ziekenfonds.

Selectieve maatregelen kunnen contraproductief zijn, omdat ze kunnen leiden tot stigmatisering, waarbij patiënten die recht hebben op de derde-betalersregeling, niet tegen hun arts in durven te gaan als die weigert dat systeem toe te passen. Tijdens de hoorzittingen in de commissie voor Gezondheid, onder andere over het wetsvoorstel dat ertoe strekt dat patiënten zonder geld op consultatie bij de huisarts kunnen, werd de al te grote willekeur aangeklaagd wanneer de arts beslist of hij al dan niet de regeling toepast. Door de derde-betalersregeling te veralgemenen, vermijdt men net willekeur en stigmatisering.

Ik wil hier dan ook even uit het persbericht van gisteren van het Vlaams Patiëntenplatform citeren: "In een volgende stap zouden wij bij het Vlaams Patiëntenplatform graag zien dat de derde-betalersregeling automatisch wordt toegepast. Nu moet elke zorgverlener voor zich beslissen of hij de derde-betalersregeling al dan niet toepast. Patiënten zullen dus moeten vragen om het systeem toe te passen. Dat creëert opnieuw een drempel. Een automatische regeling zou de financiële toegankelijkheid van de gezondheidszorg echt verhogen."

Alleszins adviseerde het Belgian Anti-Poverty Network affichering. Ik citeer: "Zolang de veralgemening van de derde-betalersregeling voor alle geneeskundige verstrekkingen in de eerste lijn geen realiteit is op het terrein en aangezien conventionering niet verplicht is, stellen wij voor om alle zorgverleners te verplichten om de patiënten te informeren over het al dan niet toepassen van de derde-betalersregeling." Wij hebben die aanbeveling als amendement bij de tekst in de commissie ingediend, zodat niet alleen de tarieven zouden worden geafficheerd, maar ook het toepassen of niet van de derde-betalersregeling. U wierp echter op dat dat zulks het wetsvoorstel complexer maakte en dat de discussie gescheiden moet blijven. Ik ben het daar niet mee eens. Ook al is de opheffing van het verbod op de derde-betalersregeling een positieve stap, zonder een verplichting tot de derde-betalersregeling is er ruimte voor meer willekeur en verwarring bij de patiënten. Het is perfect haalbaar om in het affichemodel te laten opnemen of de arts de derde-betalersregeling toepast of niet. Voor ons is dat eenzelfde discussie.

Mijnheer de minister, in De Standaard van 18 oktober zei u ook dat u wel wilt onderzoeken of een verruiming van de verplichte toepassing wenselijk is. We zien dus ook op dat vlak zaken bewegen en dat vinden wij zeer positief.

Desalniettemin is het punt van het Netwerk tegen Armoede duidelijk: zolang de derde-betalersregeling niet algemeen verplicht is, is het volgens ons nodig dat de arts afficheert of hij de regeling toepast of niet. Daarom dienen wij vandaag ons amendement opnieuw in en hopen wij dat men ons volgt, dat is onzes inziens een logische toevoeging. Het is zeer belangrijk voor de patiënt te weten of de derde-betalersregeling toegepast zal worden of niet.


Gitta Vanpeborgh Vooruit

Eerst en vooral dank ik alle collega's voor de verrijkende debatten in de commissie en ook vandaag weer. De argumenten die hier op tafel gelegd worden, vind ik belangrijk en verdienen een antwoord.

Ik ga even terug in de tijd. Toen ik nog geen jaar geleden Parlementslid werd, was onderhavig voorstel een van de eerste die op mijn bureau belandden en maakte ik mij de bedenking hoe het mogelijk was dat zo'n tekst nog nooit was goedgekeurd, terwijl het mij toch vanzelfsprekend leek dat alle zorgverleners duidelijkheid over hun conventiestatus en over de tarieven die zij hanteren, aan de patiënten geven. Ik heb toen de elf amendementen bij de hand genomen. Die waren zeer leerrijk. Men leert zo waar de knelpunten zitten: bij één artsensyndicaat en bij andere organisaties. Op basis daarvan diende de meerderheid een aantal amendementen in, die wij in commissie toelichtten. Bij de bespreking ervan beloofden we ook ze ter advies aan diverse instanties voor te leggen om na te gaan of wij het juist hadden. Dat hebben wij ook gedaan. Wij hebben in de tweede adviesronde elf adviezen gekregen en die waren allemaal positief, met uitzondering van het advies van één artsensyndicaat, met name BVAS-ABSyM. Het ging hoofdzakelijk over technische correcties. Dat mag en moet ook gezegd worden. Hier en daar werden er ook wel bedenkingen en suggesties meegegeven. Ik wil die herhalen, want die komen ook terug in sommige bedenkingen van voorgaande sprekers.


Sofie Merckx PVDA | PTB

Desalniettemin is het punt van het Netwerk tegen Armoede duidelijk: zolang de derde-betalersregeling niet algemeen verplicht is, is het volgens ons nodig dat de arts afficheert of hij de regeling toepast of niet. Daarom dienen wij vandaag ons amendement opnieuw in en hopen wij dat men ons volgt, dat is onzes inziens een logische toevoeging. Het is zeer belangrijk voor de patiënt te weten of de derde-betalersregeling toegepast zal worden of niet.


Gitta Vanpeborgh Vooruit

Eerst en vooral dank ik alle collega's voor de verrijkende debatten in de commissie en ook vandaag weer. De argumenten die hier op tafel gelegd worden, vind ik belangrijk en verdienen een antwoord.

Ik ga even terug in de tijd. Toen ik nog geen jaar geleden Parlementslid werd, was onderhavig voorstel een van de eerste die op mijn bureau belandden en maakte ik mij de bedenking hoe het mogelijk was dat zo'n tekst nog nooit was goedgekeurd, terwijl het mij toch vanzelfsprekend leek dat alle zorgverleners duidelijkheid over hun conventiestatus en over de tarieven die zij hanteren, aan de patiënten geven. Ik heb toen de elf amendementen bij de hand genomen. Die waren zeer leerrijk. Men leert zo waar de knelpunten zitten: bij één artsensyndicaat en bij andere organisaties. Op basis daarvan diende de meerderheid een aantal amendementen in, die wij in commissie toelichtten. Bij de bespreking ervan beloofden we ook ze ter advies aan diverse instanties voor te leggen om na te gaan of wij het juist hadden. Dat hebben wij ook gedaan. Wij hebben in de tweede adviesronde elf adviezen gekregen en die waren allemaal positief, met uitzondering van het advies van één artsensyndicaat, met name BVAS-ABSyM. Het ging hoofdzakelijk over technische correcties. Dat mag en moet ook gezegd worden. Hier en daar werden er ook wel bedenkingen en suggesties meegegeven. Ik wil die herhalen, want die komen ook terug in sommige bedenkingen van voorgaande sprekers.

Sommigen zeiden dat het wetsvoorstel goed is, maar dat het niet alles oplost. Er zijn inderdaad complementaire acties nodig. Ik heb dat ook in de commissie beklemtoond, mevrouw Depoorter. We werken stap voor stap en alleszins is het verhaal hiermee nog niet afgelopen. Ik heb in de commissie ook gewezen op het belang van een publiekscampagne, die er eindelijk moet komen om het publiek te informeren over de conventiestatus. Wij gebruiken dat woord hier, maar dat is in de wereld hierbuiten niet altijd evident. Mevrouw Depoorter, u klaagde ook aan dat de ziekenhuisfacturen nog steeds niet transparant zijn. Inderdaad, we lossen dat probleem hiermee niet op; wij moeten daarmee verder. Ik ben er vast van overtuigd dat we het publiek gezondheidswijzer moeten maken.

We moeten mensen ook duidelijk maken wat hun rechten zijn. In 2022 bestaat de wet op de patiëntenrechten 20 jaar. Dat is een uitgelezen moment om de patiëntenrechten nog te versterken. Men moet de mensen duidelijk maken dat er niet alleen de derde-betalersregeling is, maar dat ook tal van andere statuten korting op de zorgkosten met zich kunnen brengen.

Een andere bedenking luidde – ik kom daarmee ook terug op een opmerking van mevrouw Muylle en mijnheer Creyelman – dat de boete toch wat hoger had moeten liggen. Die was in het oorspronkelijke voorstel opgetrokken van 125 naar 1.000 euro. Wij hebben daar lang over gepalaverd, maar uiteindelijk beslist om de boete op 125 euro te houden. Zorgverleners zullen wel online of in de wachtzaal hun tarieven en hun conventiestatus moeten afficheren, wat voor de eerste keer een visuele controle mogelijk maakt. Tegelijk zullen ze wel worden afgestraft voor de supplementen die zij durven te vragen. Bovendien kan de boete in de toekomst altijd nog worden verhoogd.

Zoals in een advies werd gevraagd, hebben wij de apothekers van de regeling uitgesloten. Die worden namelijk via het RIZIV terugbetaald en bovendien moeten zij – u had daar zeker een punt – alles etiketteren en wordt dat stevig gecontroleerd.

Dat sterkt mij in de gedachte dat controle ook in dit geval mogelijk moet zijn, zowel door de Economische Inspectie als door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV.

Wij hebben lang gediscussieerd over dat affichemodel, over de vraag of het aan ons om de definitie van de meest gangbare verstrekking te bepalen en om te zeggen hoe de lijst er moet uitzien. We hebben daar met de beroepsgroepen over gesproken en uiteindelijk was het heel duidelijk dat we het aan hen moesten overlaten. In de overeenkomstencommissies van het RIZIV zijn al die beroepsgroepen immers vertegenwoordigd en ik heb er alle vertrouwen in dat zij daar met kennis van zaken zullen kunnen zeggen welke de meest gangbare verstrekking is en een leesbaar model zullen kunnen ontwikkelen.

Ik heb al gezegd dat we hen de nodige tijd moeten geven. Als het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, dan moeten we de minister vragen om al die overeenkomstencommissies te vragen hun job te doen en zo'n affichemodel te ontwikkelen. Wij moeten hen daarvoor een redelijke termijn geven. Op dit moment denk ik aan een jaar, maar we moeten dat halverwege evalueren en een stand van zaken opmaken om te zien of het lukt en waar er moet worden bijgestuurd. Dat is ook een heel belangrijk gegeven.

Ik kom nog heel even terug op de opmerkingen die hier door de collega's werden geformuleerd. Ik begin met u, mevrouw Merckx. U zei dat het goed is, een stap vooruit, maar dat die zorgkosten toch een bezorgdheid blijven. Ik deel uw mening. Er is het budget voor gezondheidszorg dat door het RIZIV werd goedgekeurd, namelijk 45 miljoen voor tandzorg, en ook de inzet van de mondhygiënisten, die nu eindelijk erkend zijn en het werk van de tandartsen kunnen verlichten. Verder is er ook de maximumfactuur, waar de drempel wordt verlaagd tot 250 euro voor de kwetsbare gezinnen.

Sommigen zeiden dat het wetsvoorstel goed is, maar dat het niet alles oplost. Er zijn inderdaad complementaire acties nodig. Ik heb dat ook in de commissie beklemtoond, mevrouw Depoorter. We werken stap voor stap en alleszins is het verhaal hiermee nog niet afgelopen. Ik heb in de commissie ook gewezen op het belang van een publiekscampagne, die er eindelijk moet komen om het publiek te informeren over de conventiestatus. Wij gebruiken dat woord hier, maar dat is in de wereld hierbuiten niet altijd evident. Mevrouw Depoorter, u klaagde ook aan dat de ziekenhuisfacturen nog steeds niet transparant zijn. Inderdaad, we lossen dat probleem hiermee niet op; wij moeten daarmee verder. Ik ben er vast van overtuigd dat we het publiek gezondheidswijzer moeten maken.

We moeten mensen ook duidelijk maken wat hun rechten zijn. In 2022 bestaat de wet op de patiëntenrechten 20 jaar. Dat is een uitgelezen moment om de patiëntenrechten nog te versterken. Men moet de mensen duidelijk maken dat er niet alleen de derde-betalersregeling is, maar dat ook tal van andere statuten korting op de zorgkosten met zich kunnen brengen.

Een andere bedenking luidde – ik kom daarmee ook terug op een opmerking van mevrouw Muylle en mijnheer Creyelman – dat de boete toch wat hoger had moeten liggen. Die was in het oorspronkelijke voorstel opgetrokken van 125 naar 1.000 euro. Wij hebben daar lang over gepalaverd, maar uiteindelijk beslist om de boete op 125 euro te houden. Zorgverleners zullen wel online of in de wachtzaal hun tarieven en hun conventiestatus moeten afficheren, wat voor de eerste keer een visuele controle mogelijk maakt. Tegelijk zullen ze wel worden afgestraft voor de supplementen die zij durven te vragen. Bovendien kan de boete in de toekomst altijd nog worden verhoogd.

Zoals in een advies werd gevraagd, hebben wij de apothekers van de regeling uitgesloten. Die worden namelijk via het RIZIV terugbetaald en bovendien moeten zij – u had daar zeker een punt – alles etiketteren en wordt dat stevig gecontroleerd.

U zegt dat dit nog niet genoeg is en mevrouw Depoorter vraagt wat men doet voor gezinnen die hier net buiten vallen. Zo ziet men natuurlijk waar de verschillen zitten, maar het is goed dat er iets gebeurt. Mevrouw Depoorter, ik ben in mijn thuisstad voorzitster van een bijzonder comité en ook daar kunnen mensen terecht voor financiële steun voor zorg, zelfs als ze niet het statuut van kwetsbaar gezin of individu hebben. Er worden dus echt wel inspanningen gedaan.

Dat brengt mij bij het derde-betalersysteem. In de commissie heb ik voorgesteld om dat er nu niet bij te betrekken, omdat het de zaken nog complexer maakt. Eigenlijk heb ik zonet argumenten gehoord om het derde-betalersysteem er nu niet bij te zetten. De discussie daaromtrent is namelijk nog niet volledig uitgeklaard, al zit er gelukkig wel beweging in de zaak. U kent ons standpunt. Wij zijn alleszins voorstander van een verplichte derde-betalersregeling voor kinderen en jongvolwassenen. Tijdens de hoorzittingen kreeg dat standpunt overigens veel bijval. We zijn er echter nog niet helemaal uit, wat precies het argument is om de discussie daarover apart te voeren. Met de beweging die op komst is, is het de moeite waard om dat apart te bekijken.

Eerder deze middag heb ik minister Kitir nog ondervraagd. Wij kunnen hier wel heel veel wetsvoorstellen bedenken en uitschrijven, maar we moeten nagaan of er ook gemonitord wordt. Ook voor de derde-betalersregeling is de monitoring en opvolging heel belangrijk. Als we zien dat het niet loopt zoals wij verwachten, kunnen en moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen en bijsturen.

Mevrouw Muylle, op wat u opmerkte over de sanctie, heb ik al geantwoord dat die wel krachtiger mocht zijn.

Mevrouw Depoorter, ik kom nu bij uw opmerkingen. Meerderheid of oppositie, ik vind het belangrijk dat we naar elkaar luisteren en daaruit leren. U had drie bekommernissen.

Dat sterkt mij in de gedachte dat controle ook in dit geval mogelijk moet zijn, zowel door de Economische Inspectie als door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV.

Wij hebben lang gediscussieerd over dat affichemodel, over de vraag of het aan ons om de definitie van de meest gangbare verstrekking te bepalen en om te zeggen hoe de lijst er moet uitzien. We hebben daar met de beroepsgroepen over gesproken en uiteindelijk was het heel duidelijk dat we het aan hen moesten overlaten. In de overeenkomstencommissies van het RIZIV zijn al die beroepsgroepen immers vertegenwoordigd en ik heb er alle vertrouwen in dat zij daar met kennis van zaken zullen kunnen zeggen welke de meest gangbare verstrekking is en een leesbaar model zullen kunnen ontwikkelen.

Ik heb al gezegd dat we hen de nodige tijd moeten geven. Als het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, dan moeten we de minister vragen om al die overeenkomstencommissies te vragen hun job te doen en zo'n affichemodel te ontwikkelen. Wij moeten hen daarvoor een redelijke termijn geven. Op dit moment denk ik aan een jaar, maar we moeten dat halverwege evalueren en een stand van zaken opmaken om te zien of het lukt en waar er moet worden bijgestuurd. Dat is ook een heel belangrijk gegeven.

Ik kom nog heel even terug op de opmerkingen die hier door de collega's werden geformuleerd. Ik begin met u, mevrouw Merckx. U zei dat het goed is, een stap vooruit, maar dat die zorgkosten toch een bezorgdheid blijven. Ik deel uw mening. Er is het budget voor gezondheidszorg dat door het RIZIV werd goedgekeurd, namelijk 45 miljoen voor tandzorg, en ook de inzet van de mondhygiënisten, die nu eindelijk erkend zijn en het werk van de tandartsen kunnen verlichten. Verder is er ook de maximumfactuur, waar de drempel wordt verlaagd tot 250 euro voor de kwetsbare gezinnen.

U zegt dat dit nog niet genoeg is en mevrouw Depoorter vraagt wat men doet voor gezinnen die hier net buiten vallen. Zo ziet men natuurlijk waar de verschillen zitten, maar het is goed dat er iets gebeurt. Mevrouw Depoorter, ik ben in mijn thuisstad voorzitster van een bijzonder comité en ook daar kunnen mensen terecht voor financiële steun voor zorg, zelfs als ze niet het statuut van kwetsbaar gezin of individu hebben. Er worden dus echt wel inspanningen gedaan.

Dat brengt mij bij het derde-betalersysteem. In de commissie heb ik voorgesteld om dat er nu niet bij te betrekken, omdat het de zaken nog complexer maakt. Eigenlijk heb ik zonet argumenten gehoord om het derde-betalersysteem er nu niet bij te zetten. De discussie daaromtrent is namelijk nog niet volledig uitgeklaard, al zit er gelukkig wel beweging in de zaak. U kent ons standpunt. Wij zijn alleszins voorstander van een verplichte derde-betalersregeling voor kinderen en jongvolwassenen. Tijdens de hoorzittingen kreeg dat standpunt overigens veel bijval. We zijn er echter nog niet helemaal uit, wat precies het argument is om de discussie daarover apart te voeren. Met de beweging die op komst is, is het de moeite waard om dat apart te bekijken.

Eerder deze middag heb ik minister Kitir nog ondervraagd. Wij kunnen hier wel heel veel wetsvoorstellen bedenken en uitschrijven, maar we moeten nagaan of er ook gemonitord wordt. Ook voor de derde-betalersregeling is de monitoring en opvolging heel belangrijk. Als we zien dat het niet loopt zoals wij verwachten, kunnen en moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen en bijsturen.

Mevrouw Muylle, op wat u opmerkte over de sanctie, heb ik al geantwoord dat die wel krachtiger mocht zijn.

Mevrouw Depoorter, ik kom nu bij uw opmerkingen. Meerderheid of oppositie, ik vind het belangrijk dat we naar elkaar luisteren en daaruit leren. U had drie bekommernissen.

Uw eerste bekommernis is de communicatie met de patiënten. U hebt gelijk als u stelt dat een affiche niet alles oplost. Ik deel uw bekommernis. In principe wordt er verondersteld dat alle zorgverleners informeren. Op dat vlak wil ik u geruststellen. Het heeft niets met uw amendement te maken, maar twee dagen geleden heb ik toevallig in mijn mailbox een uitspraak ontvangen van het Hof van Cassatie, vers van de pers, daterend van 6 september 2021, tegenover de vzw Emmaüs. De rechter stelt heel duidelijk dat de zorgverstrekker op eigen initiatief de patiënt moet inlichten over de financiële gevolgen van een verstrekking. Met recht en reden. Die uitspraak maakt samen met ons voorstel dat amendement inhoudelijk overbodig. Ik geloof erin en het is ook bij het Hof van Cassatie zo uitgedragen. Er leeft duidelijk een groot verantwoordelijkheidsgevoel bij de zorgverstrekkers.

Het wetsvoorstel, de amendementen en subamendementen die wij geschreven hebben, zijn tien keer de revue gepasseerd bij diverse adviesinstanties. Ik stond soms versteld van die adviezen, maar ze waren wel belangrijk. Een aantal keren zijn we bijvoorbeeld door het RIZIV op de vingers getikt omdat we niet de juiste juridische terminologie gebruikten. Ook dat is wel belangrijk.

Het is niet dat ik uw bekommernis niet deel, maar ik aanvaard dit amendement niet, want het is niet geschreven op basis van een advies en het is ook niet ter advies voorgelegd. Ik weet nu uit ervaring dat dit heel belangrijk is.

Hiermee heb ik alle opmerkingen en bedenkingen beantwoord. Ik heb dat met veel respect gedaan, want men leert daar veel uit. Ik wil eindigen met een dankwoord aan alle mensen die hieraan meegewerkt hebben, ook alle mensen die in de commissie mee gedebatteerd hebben. Dat heeft mij als nieuweling ongelooflijk verrijkt. Ik ben er slimmer door geworden en het heeft me nog meer overtuigd, mevrouw Depoorter, dat dit geen eindpunt is. Het is een beginpunt, een eerste stap vooruit en we moeten daarmee verder. Ik hoop dan ook dat alle partijen dit wetsvoorstel uiteindelijk zullen goedkeuren.

Uw eerste bekommernis is de communicatie met de patiënten. U hebt gelijk als u stelt dat een affiche niet alles oplost. Ik deel uw bekommernis. In principe wordt er verondersteld dat alle zorgverleners informeren. Op dat vlak wil ik u geruststellen. Het heeft niets met uw amendement te maken, maar twee dagen geleden heb ik toevallig in mijn mailbox een uitspraak ontvangen van het Hof van Cassatie, vers van de pers, daterend van 6 september 2021, tegenover de vzw Emmaüs. De rechter stelt heel duidelijk dat de zorgverstrekker op eigen initiatief de patiënt moet inlichten over de financiële gevolgen van een verstrekking. Met recht en reden. Die uitspraak maakt samen met ons voorstel dat amendement inhoudelijk overbodig. Ik geloof erin en het is ook bij het Hof van Cassatie zo uitgedragen. Er leeft duidelijk een groot verantwoordelijkheidsgevoel bij de zorgverstrekkers.

Het wetsvoorstel, de amendementen en subamendementen die wij geschreven hebben, zijn tien keer de revue gepasseerd bij diverse adviesinstanties. Ik stond soms versteld van die adviezen, maar ze waren wel belangrijk. Een aantal keren zijn we bijvoorbeeld door het RIZIV op de vingers getikt omdat we niet de juiste juridische terminologie gebruikten. Ook dat is wel belangrijk.

Het is niet dat ik uw bekommernis niet deel, maar ik aanvaard dit amendement niet, want het is niet geschreven op basis van een advies en het is ook niet ter advies voorgelegd. Ik weet nu uit ervaring dat dit heel belangrijk is.

Hiermee heb ik alle opmerkingen en bedenkingen beantwoord. Ik heb dat met veel respect gedaan, want men leert daar veel uit. Ik wil eindigen met een dankwoord aan alle mensen die hieraan meegewerkt hebben, ook alle mensen die in de commissie mee gedebatteerd hebben. Dat heeft mij als nieuweling ongelooflijk verrijkt. Ik ben er slimmer door geworden en het heeft me nog meer overtuigd, mevrouw Depoorter, dat dit geen eindpunt is. Het is een beginpunt, een eerste stap vooruit en we moeten daarmee verder. Ik hoop dan ook dat alle partijen dit wetsvoorstel uiteindelijk zullen goedkeuren.


Sophie Rohonyi DéFI

Monsieur le président, chers collègues, mon groupe partage pleinement l'objectif poursuivi par cette proposition de loi, à savoir améliorer la transparence des tarifs médicaux. Mais la démarche proposée ne nous paraît malheureusement pas suffisamment convaincante.

Je m'en explique. Nos collègues de Vooruit ont bien sûr tout à fait raison de s'inquiéter du fait que nombre de médecins ne respectent pas l'obligation qui leur incombe d'indiquer leur statut de conventionnement. Je crois aussi que de trop nombreux patients ne comprennent pas ce que signifie ce statut de conventionnement et ce qu'il implique pour leur portefeuille. Si nous pouvions commencer par faire respecter les obligations existantes, adopter un langage pédagogique et privilégier le dialogue avec le patient, cela serait déjà une très bonne chose.

Passer à un affichage des tarifs nous paraît toutefois plus complexe. Ces informations sont d'ailleurs déjà disponibles auprès des mutuelles ou encore sur le site officiel de l'INAMI. La complexité des tarifs est ainsi telle que l'information par affichage risque d'être faussée, par exemple selon que l'on bénéficie, ou non, d'un tarif préférentiel; sans compter l'incidence du dossier médical global, ou encore, d'un éventuel trajet de soins.

Résumer tout cela sur une affiche, dans une salle d'attente, sans plus d'explications, sans grille de lecture, nous paraît peu efficace. J'entends bien que les autrices de la proposition visent ici les prestations les plus courantes, et donc un affichage compréhensible, mais sans les préciser. Il ne faut donc pas créer dans le chef des patients des attentes qui ne pourraient pas être pleinement rencontrées pour tous.

Certains arguments me laissent d'ailleurs perplexe. Je cite un extrait du rapport, dans lequel Mme Jiroflée expliquait, en tout cas pour ce qui concerne les prestations les plus courantes, puisque c'est de cela dont il s'agit: "Leur affichage pourrait dissiper en partie la crainte du patient de recevoir une facture élevée; cette crainte entraînant une sous-consommation des soins de santé."

Je me permets de reprendre cet argument parce que si le patient se trouve déjà dans la salle d'attente de son médecin, cela signifie qu'il a déjà décidé de se faire soigner, ce qui nous fait penser que l'information doit plutôt venir en amont, pour susciter la consultation.

De plus, se faire soigner comporte aussi un coût de traitement en aval, inconnu à ce stade dans la salle d'attente, de sorte qu'un dialogue franc et transparent avec le médecin s'impose plus logiquement.

Enfin, je partage d'autres réserves qui ont été exprimées par certains collègues, comme par exemple les suppléments d'honoraires, qui pénalisent aujourd'hui les patients.

En conclusion, chers collègues, ne souhaitant pas compromettre la démarche entreprise par un vote négatif alors que nous ne sommes pas suffisamment convaincus pour exprimer un vote positif, l'abstention nous paraît, dès lors, constituer le vote le plus approprié.

Monsieur le président, chers collègues, mon groupe partage pleinement l'objectif poursuivi par cette proposition de loi, à savoir améliorer la transparence des tarifs médicaux. Mais la démarche proposée ne nous paraît malheureusement pas suffisamment convaincante.

Je m'en explique. Nos collègues de Vooruit ont bien sûr tout à fait raison de s'inquiéter du fait que nombre de médecins ne respectent pas l'obligation qui leur incombe d'indiquer leur statut de conventionnement. Je crois aussi que de trop nombreux patients ne comprennent pas ce que signifie ce statut de conventionnement et ce qu'il implique pour leur portefeuille. Si nous pouvions commencer par faire respecter les obligations existantes, adopter un langage pédagogique et privilégier le dialogue avec le patient, cela serait déjà une très bonne chose.

Passer à un affichage des tarifs nous paraît toutefois plus complexe. Ces informations sont d'ailleurs déjà disponibles auprès des mutuelles ou encore sur le site officiel de l'INAMI. La complexité des tarifs est ainsi telle que l'information par affichage risque d'être faussée, par exemple selon que l'on bénéficie, ou non, d'un tarif préférentiel; sans compter l'incidence du dossier médical global, ou encore, d'un éventuel trajet de soins.

Résumer tout cela sur une affiche, dans une salle d'attente, sans plus d'explications, sans grille de lecture, nous paraît peu efficace. J'entends bien que les autrices de la proposition visent ici les prestations les plus courantes, et donc un affichage compréhensible, mais sans les préciser. Il ne faut donc pas créer dans le chef des patients des attentes qui ne pourraient pas être pleinement rencontrées pour tous.

Certains arguments me laissent d'ailleurs perplexe. Je cite un extrait du rapport, dans lequel Mme Jiroflée expliquait, en tout cas pour ce qui concerne les prestations les plus courantes, puisque c'est de cela dont il s'agit: "Leur affichage pourrait dissiper en partie la crainte du patient de recevoir une facture élevée; cette crainte entraînant une sous-consommation des soins de santé."

Je me permets de reprendre cet argument parce que si le patient se trouve déjà dans la salle d'attente de son médecin, cela signifie qu'il a déjà décidé de se faire soigner, ce qui nous fait penser que l'information doit plutôt venir en amont, pour susciter la consultation.

De plus, se faire soigner comporte aussi un coût de traitement en aval, inconnu à ce stade dans la salle d'attente, de sorte qu'un dialogue franc et transparent avec le médecin s'impose plus logiquement.

Enfin, je partage d'autres réserves qui ont été exprimées par certains collègues, comme par exemple les suppléments d'honoraires, qui pénalisent aujourd'hui les patients.

En conclusion, chers collègues, ne souhaitant pas compromettre la démarche entreprise par un vote négatif alors que nous ne sommes pas suffisamment convaincus pour exprimer un vote positif, l'abstention nous paraît, dès lors, constituer le vote le plus approprié.