Proposition 54K2211

Proposition de résolution relative aux efforts fournis par la Coopération belge au Développement en vue de réaliser les objectifs de développement durable en matière d'égalité des genres et d'émancipation des femmes à l'échelle mondiale.

General information ¶

Authors

Groen Wouter De Vriendt
PS | SP Gwenaëlle Grovonius
Vooruit Fatma Pehlivan, Dirk Van der Maelen

Submission date

Dec. 5, 2016

Official page

Visit

Subjects

sustainable development gender equality resolution of parliament development aid position of women woman

Contact form ¶

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.

Discussion ¶

March 15, 2018 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source

Mijnheer de voorzitter, mevrouw Capoen en ikzelf verwijzen graag naar het schriftelijk verslag.

Ik geef in de algemene bespreking eerst het woord aan de eerste indiener van het voorstel van resolutie, zijnde mevrouw Pehlivan.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vorige week donderdag 8 maart 2018 was er de Internationale Vrouwendag. Dat is elk jaar een dag waarop weinig te vieren en des te meer onrecht te betreuren valt.

Collega's, wereldwijd zijn er 28 kindhuwelijken per minuut. Meer dan drie miljoen meisjes worden jaarlijks besneden. Ook krijgen 131 miljoen meisjes geen scholing. Dat zijn maar enkele cijfers die wij tijdens de SheDecides-meeting vorige week op de Internationale Vrouwendag te horen kregen. Dergelijke cijfers zijn niet alleen een bewijs van een onverdedigbare onrechtvaar­digheid, zij zijn ook een belemmering om de duurzame ontwikkelingsdoelen te behalen en alle mensen, vooral de vrouwen, kansen op geluk en welvaart te geven.

Collega's, alle studies zijn het erover eens dat inzetten op welzijn en op vrouwenrechten een algemene positieve impact heeft op de maatschappij. Het zorgt voor een hogere welvaart, voor meer veiligheid, voor meer zekerheid en voor meer kansen voor kinderen om zich te ontwikkelen. Kortom, investeren in vrouwen is investeren in verandering en verbetering. Door nu consequent en ambitieus te investeren in Afrikaanse vrouwen, en in vrouwen wereldwijd, versterken wij hun rol in de samenleving, waardoor wij een grotere impact kunnen hebben op de armoede, wereldwijd.

Collega's, gelukkig is er in het Belgische ontwikkelingsbeleid een sterke aandacht voor gender. Ik heb het dan niet alleen over het SheDecides-initiatief van de minister, maar ook over de inzet van alle partijen in dit Parlement. In 2013, 2015 en 2017 hebben wij hier immers unaniem resoluties over dit thema goedgekeurd. Resoluties inzake kindhuwelijken, het belang van goede gezondheidszorg en onderwijs. Dat waren voorstellen van de verschillende politieke families. Wij hebben die unaniem goedgekeurd.

Collega's, deze resolutie bouwt voort op de eerdere initiatieven en spendeert aandacht aan de manier waarop wij een sterker ontwikkelingsbeleid mogelijk kunnen maken. Wij vragen naar genderdata. Genderdata, de vergaring van data die systematisch de genderdimensie in kaart brengen, zijn nodig om meetbare resultaten te behalen.

Hier in België hebben wij heel veel knowhow op het vlak van datavergaring en dataverwerking. Deze resolutie vraagt dan ook die kennis, die ervaring die wij hebben, te integreren in de genderstrategie van ons ontwikkelingsbeleid. Niet alleen ter versterking van onze eigen programma's en de gewenste impact van die programma's, maar ook om met onze partners die kennis en die ervaring die wij hebben te delen.

Met harde cijfers zwart op wit staan vrouwen en actiegroepen in onze partnerlanden sterker als ze van de overheden een beter beleid vragen of eisen. De overheden in het Zuiden kunnen dan een sterker genderbeleid voeren.

Collega's, zonder een wereldwijde versterking van het genderbeleid zal het voor het UNDP onmogelijk zijn om de doelen inzake duurzame ontwikkeling te behalen. Daar zullen we dan ook de prijs voor betalen, met een onveiligere maar ook armere wereld. Daarom is het belangrijk dat de regering de verzoeken in deze resolutie zo vlug mogelijk in de praktijk omzet. Zo kunnen wij daar vanuit België samen met onze partners aan werken. We kunnen dan resultaten halen bij de uitdaging waar we voor staan. We zullen er ook op toezien dat de minister de aanbevelingen in deze resolutie snel in de praktijk brengt. Zo kunnen we het Belgisch genderbeleid zowel vanuit de oppositie als vanuit de regering in onze partnerlanden versterken.

Collega's, wij hebben deze resolutie in de commissie unaniem goedgekeurd. Ik wil alle collega's danken voor hun waardevolle inbreng. Er waren amendementen van verschillende collega's die de resolutie versterkt hebben. Ik dank hen dus voor hun steun. Ik hoop dat we de resolutie hier in de plenaire vergadering net als in de commissie unaniem zullen kunnen goedkeuren.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal het vrij kort houden.

De inhoud van de resolutie is al zeer uitgebreid aangehaald door de indiener ervan, mevrouw Pehlivan. Kort geschetst is er nog steeds ongelijkheid voor meisjes, dit vanaf de geboorte. Het is duidelijk dat we actie moeten ondernemen om deze genderkloof weg te werken. Dat moet gebeuren op basis van de SDG's, met name SDG 5 die staat voor achieve gender equality and empower all women and girls. Hoe moeten we dit doen? Door meer te meten, data te verzamelen en die data vervolgens ook beschikbaar te stellen.

De N-VA-fractie had vrij weinig opmerkingen inzake deze resolutie, want de resolutie is eigenlijk conform het regeerakkoord en ook conform de beleidsnota van minister De Croo. Een en ander kadert ook binnen de hervormingen die minister De Croo en deze regering al doorgevoerd hebben. Een grotere inzet op data-evaluatie en digitalisering kan altijd op onze steun rekenen, zeker in budgettair krappe tijden. Het budget, dat vaak beperkt is, kan daardoor namelijk beter en efficiënter aangewend worden.

Dit thema wordt druk gevolgd in de Kamer. Mevrouw Pehlivan haalde al enkele resoluties aan, waaronder de resolutie over de strijd tegen gedwongen kindhuwelijken. Graag wil ik ook nog verwijzen naar een resolutie over onderwijs voor meisjes in ontwikkelingslanden, waarvan ik ook indiener was en welke resolutie in feite ook reeds een concrete toepassing is van het principe van de nu voorliggende tekst.

De N-VA-fractie zal bijgevolg de resolutie, zoals geamendeerd na de hoorzittingen in de commissie, ondersteunen door ze mee goed te keuren.

Monsieur le ministre, chers collègues, les dernières élections présidentielles américaines ont eu de lourdes conséquences  en interne, évidemment, mais hélas également aussi à l'échelle internationale. Je pense notamment à la décision de ré-instaurer la règle dite du bâillon mondial, qui va à l'encontre de la santé sexuelle et des droits reproductifs. La décision de l'administration Trump entraîne, pour les associations impliquées dans la planification familiale et les droits des femmes dans les pays en développement, un manque de 600 millions de dollars par an. Cette politique renforce les oppositions aux droits sexuels et reproductifs qui existent malheureusement déjà. Elle mettra également certains des objectifs de développement durable, qui appellent notamment à un accès universel à la santé sexuelle et reproductive d'ici 2030, totalement hors d'atteinte.

Cette décision est évidemment inacceptable et appelle une réaction de la communauté internationale. Non, les droits sexuels et reproductifs ne peuvent être pris en otage par la politique conservatrice des États-Unis ou de n'importe quel autre pays d'ailleurs!

La Belgique a réellement un rôle de fer de lance à jouer en la matière. Je salue, dès lors, les initiatives prises par notre pays, notamment dans le cadre de la campagne SheDecides. Je suis aussi heureuse de constater que le mouvement SheDecides a mobilisé environ 450 millions de dollars de fonds supplémentaires et ce, principale­ment en provenance de bailleurs européens.

Toutefois, cela ne suffit pas pour combler le déficit de financement. En effet, si nous avons la chance de vivre dans un pays qui a, depuis des années, fait de la santé, des droits sexuels et reproductifs une priorité, les conservateurs, de par le monde, mènent, eux, une politique acharnée contre l'égalité entre les hommes et les femmes, mais également contre les droits sexuels et reproductifs au sens large, niant de ce fait le droit des femmes à décider.

De telles discriminations ne peuvent se justifier, ni par la tradition, ni par la culture, ni par la religion. Elles sont tout simplement inacceptables. Ce combat nous rappelle également que rien n'est jamais acquis, tant les pressions conservatrices, dans de nombreux pays et dans les forums internationaux, sont fortes. Ces conservatismes en matière d'égalité, de planning familial ou de lutte contre les IST, sape les efforts pour éradiquer, par exemple, la faim ou la pauvreté dans le monde.

J'appelle ainsi le gouvernement à faire de la planification familiale non uniquement un problème de santé publique, mais bien un programme de développement plus large.

Mon groupe a toujours mis en avant l'importance des droits des femmes dans l'action diplomatique et de développement belge, comme le prouve la résolution adoptée sous la précédente législature sur les droits sexuels et reproductifs ou sous celle-ci sur les mariages précoces.

Dès lors, je pense que ce texte, que j'ai cosigné, est important, car il remet une nouvelle fois ce débat en haut des priorités de notre assemblée. J'espère qu'il en sera de même pour l'agenda du gouvernement et ce, malgré les coupes budgétaires auxquelles sont notamment confrontés les départements de la Coopération au développement.

Ce texte de ma collègue socialiste Fatma Pehlivan, que je remercie évidemment, demande une série d'initiatives concrètes à prendre par exemple, afin d'évaluer la dimension du genre dans la Coopération belge au développement sous l'angle budgétaire, notamment. Il a pu être adopté de manière constructive en commission, ce que je tiens évidemment à saluer.

Mon groupe le soutiendra, bien sûr, et sera toujours attentif à la cohérence des politiques belges en matière d'égalité homme-femme et de droits, que ce soit en Belgique ou de par le monde.

Merci beaucoup pour votre attention.

Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, en votant aujourd'hui ce texte, la majorité prouve qu'elle n'est pas fermée aux propositions des partis de l'opposition. Au contraire! Nous soutenons celles-ci lorsqu'elles sont pertinentes et utiles, comme c'est le cas de la présente proposition de résolution, pour laquelle je remercie Mme Pehlivan.

Monsieur le président, plus que pertinente et utile, je dirais même que cette proposition est primordiale. Nous sommes aujourd'hui une semaine après le 8 mars, Journée internationale des femmes. Je regrette d'ailleurs qu'elle ne soit pas nommée de manière officielle "Journée internationale des droits des femmes", comme j'ai eu l'occasion de le souligner à plusieurs reprises. À cette occasion, nous avons pu entendre partout à travers le monde de nombreux témoignages, de nombreux récits démontrant, si besoin en est encore, que la situation est loin d'être réglée en matière d'égalité des genres et d'émancipation des femmes.

L'égalité des sexes est un droit fondamental. Elle est également le meilleur moyen d'affronter les défis globaux et urgents auxquels nous devons faire face, que ce soit en matière climatique, en matière économique, en matière de développement durable, en matière de sécurité et bien d'autres encore. L'agenda 2030, en faveur duquel se sont engagés l'ensemble des États membres des Nations Unies, grâce à ses dix-sept objectifs de développement durable, constitue une feuille de route ne laissant personne sur le côté. Chacun des dix-sept points est imprégné par la volonté et la nécessité de l'absolue égalité des sexes.

Chers collègues, il ne peut y avoir de développement durable sans cette égalité. En effet, les inégalités en affectent chaque dimension. Les femmes sont sur-représentées dans les catégories des personnes les plus pauvres: 330 millions d'entre elles, je le répète, vivent avec moins de 1,9 dollar par jour. Dans deux tiers des pays, elles sont plus susceptibles de souffrir de l'insécurité alimentaire que les hommes. À travers les violences sexuelles dont elles font cruellement l'objet, elles sont victimes, comme en République démocratique du Congo, de traitements cruels et inhumains dont elles portent les stigmates toute leur vie.

À travers le monde, quinze millions de filles, je rappelle encore ce chiffre, ne peuvent apprendre ni à lire ni à écrire. En cas de catastrophe due au changement climatique, par exemple, les femmes ont quatorze fois plus de chances de mourir que les hommes. Il ne s'agit là malheureusement que de quelques exemples. Ce n'est donc que grâce à l'égalité entre hommes et femmes, entre filles et garçons, ce n'est qu'en garantissant les droits des femmes et des filles que nous pourrons assurer la justice et l'inclusion, que nous pourrons préserver notre environnement et que nous pourrons développer des économies bénéficiant à chacune et à chacun.

Monsieur le ministre, si nous voulons passer des promesses aux actions, il faut réellement passer à la vitesse supérieure. Nous ne pouvons plus nous contenter de belles paroles. Nous devons nous attaquer aux inégalités en profondeur et aux discriminations. Il faut investir dans des politiques publiques efficaces en la matière. Pour ce faire, nous avons besoin de données sérieuses et en nombre suffisant afin d'évaluer leur efficacité. C'est la raison pour laquelle nous défendons et que nous voterons ce texte avec enthousiasme. Je le redis, il s'agit là d'une problématique primordiale pour notre avenir. Nous ne pouvons donc que partager les demandes adressées par ce texte de Mme Pehlivan au gouvernement, dont je sais qu'il prend cette cause à cœur.

Il nous faut des données pour évaluer la dimension du genre dans la Coopération belge au développement, de manière transparente. Inciter nos partenaires à en faire de même est donc essentiel. Intégrer ces données dans tous les projets et programmes futurs l'est également, bien entendu.

Il est impératif d'éviter quelque remise en cause que ce soit de l'agenda 2030 et de chacun de ses objectifs.

Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, il est de ces problématiques qui vont, de par leur importance, bien au-delà du clivage majorité/opposition. Nous sommes aujourd'hui face à l'une d'entre elles. C'est la raison pour laquelle j'invite chacune et chacun à soutenir ce texte, à montrer par là l'importance que revêt ce sujet pour nous tous.

Voilà pourquoi je suis certain que cette proposition de résolution sera adoptée à une large majorité – à l'unanimité, je l'espère – par notre assemblée!

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dat er zoveel resoluties worden aangenomen op het vlak van gender­ongelijkheid betekent dat er nog altijd een probleem is. Genderongelijkheid is vooral het gevolg van politieke, maar ook van maatschappelijke keuzes. Dat maakt ook dat de aanpak ervan een politieke verantwoordelijkheid is en blijft.

Namens mijn fractie hoop ik dat deze resolutie, die in de commissie over de grenzen heen van meerderheid en oppositie werd goedgekeurd, daadwerkelijk een vertaling krijgt in het beleid.

Mijnheer de minister, ik weet dat u bijzonder gevoelig bent voor het evenwicht tussen mannen en vrouwen, dus ik heb er alle vertrouwen in dat daaraan zal blijven gewerkt worden. Voorbeeld daarvan blijft de campagne SheDecides.

Vooral twee aandachtspunten in de resolutie vragen misschien bijkomend beleid.

Ten eerste, data kunnen maar worden verzameld en geanalyseerd in de mate dat er voldoende kennis en capaciteit is. Daarom is het belangrijk dat het beleid oog heeft voor en investeert in voldoende statistische diensten. Dit geldt niet alleen voor ons land. Ik weet dat de genderdienst als sedert twintig jaar door twee personen wordt bemand en dat er geen zijn bijgekomen, hoewel de taken alsmaar toenemen. Dat geldt ook voor de statistische capaciteit in de partnerlanden. Zonder statistische kennis blijft het risico groot dat bepaalde groepen en hun noden onzichtbaar blijven in de statistieken.

Daarom, en dat is mijn tweede punt, zijn er ook budgettaire middelen nodig om te investeren in gendergelijkheid in ontwikkelingslanden. Een van de vragen in de resolutie betreft het budgettair in kaart brengen van de genderdimensie van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Dit heeft het voordeel dat het Parlement kan zien of er voldoende middelen gaan naar het genderbeleid en of die middelen efficiënt worden gebruikt. Tot slot, geeft het ook de mogelijkheid om na te gaan of de SDG 5, de duurzame ontwikkelings­doelstelling 5, omtrent vrouwen en empowerment, stellig wordt nageleefd.

Mijnheer de minister, u kunt rekenen op onze steun om deze budgettaire middelen in kaart te brengen en te verhogen. Daarom blijft het belangrijk om te voorzien in specifieke en voldoende middelen voor gendergelijkheid omdat vrouwen, vooral in ontwikkelingslanden, de motor zijn voor verandering.

Mijnheer de voorzitter, ik wil kort mijn steun uitdrukken voor deze resolutie.

Ik meen dat de meeste elementen vermeld zijn. Ik heb nog een aantal aandachtspunten. Zoals al door de meeste sprekers gezegd, is gender­gelijkheid een van de prioriteiten in het Belgische ontwikkelingsbeleid. In alle analyses van de OESO-DAC scoort België relatief goed. Ongeveer 60 % van de programma's en interventies die wij doen hebben een genderdimensie, en dat percentage ligt een stuk hoger dan het Europees gemiddelde.

Ik ben het er volledig mee eens dat wij meer moeten zoeken naar data, dat wij onze interventies beter moeten staven en dat wij betere gendergebaseerde en gedifferentieerde data moeten hebben om de impact van onze interventies te kunnen meten. Wij zijn absoluut bereid om bijkomende inspanningen te doen om de data beter te differentiëren.

Genderbudgettering is ook vermeld in de resolutie. De DGD zal dit jaar hierover een opleiding organiseren.

Ik ben bijzonder tevreden dat deze resolutie, ingezet door mevrouw Pehlivan, unaniem door het Parlement kan worden goedgekeurd. Ik dank u voor het mooie werk.