Proposition 55K3561

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant des dispositions financières diverses.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Oct. 6, 2023
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
law of banking financial institution financial legislation disciplinary proceedings

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP Open Vld MR
Voted to reject
N-VA LDD VB
Abstained from voting
LE DéFI PVDA | PTB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Dec. 7, 2023 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

Les rapporteurs, MM. Hugues Bayet et Dieter Vanbesien, renvoient au rapport écrit.

De heer Anseeuw heeft het woord in de algemene bespreking.


Björn Anseeuw N-VA

Mevrouw de voorzitster, mijn collega Van der Donckt zal dit punt voor zijn rekening nemen.


President Eliane Tillieux

Uw naam staat nochtans op mijn lijst.


Björn Anseeuw N-VA

Ik stel vast dat wat vandaag in de plenaire vergadering gebeurt, symptomatisch is voor de commissie­vergaderingen van de voorbije maanden, namelijk de desinteresse van de meerderheid om haar eigen werk goed te keuren. Zelfs dat zelfrespect heeft ze niet, ook vandaag niet in deze plenaire vergadering. De camerabeelden liegen niet. Wie ze herbekijkt, zal zien dat er helemaal geen sprake was van een quorum.


Wim Van der Donckt N-VA

Mevrouw de voorzitster, er was enige verwarring vanwege de wijziging van de volgorde van de te bespreken ontwerpen.

Mijnheer de minister, het belangrijkste thema van dit wetsontwerp houdende diverse financiële bepalingen is de uitwerking van de bankierseed. U weet dat ik daarover in de commissie wel wat opmerkingen heb gemaakt. Die bankierseed, die in 2019 werd uitgewerkt, wordt grondig bijgestuurd, in die zin dat er een sterke uitbreiding is van het toepassingsgebied. De zelfstandige agenten in bank- en beleggingsdiensten, hun personeel en alle personeelsleden van de banken die rechtstreeks deelnemen aan bankverrichtingen zullen onder die bankierseed vallen.

Die bankierseed is een idee van Groen. Mevrouw Almaci, toenmalig voorzitster van Groen, was de initiatiefneemster van de wet inzake de bankierseed. Zij verklaarde het volgende: "De bankierseed kan vergeleken worden met de eed van Hippocrates voor artsen of de eed aan de balie van advocaten."

Ondanks deze ronkende verklaring was het op de groene banken in de commissie bijzonder stil, muisstil zelfs. Er was geen enkele tussenkomst hunnerzijds, zelfs niet bij de tweede lezing. Men zou nochtans verwachten dat men deze triomf zou verdedigen en die scalp aan de riem zou hangen, maar dat gebeurde dus niet. Ik kan ergens wel begrijpen waarom, want het resultaat van dit ontwerp, met alle respect, mijnheer de minister, is bedenkelijk.

De vergelijking met de eed van geneesheren en advocaten gaat natuurlijk niet op, want daar gaat het om zelfstandigen. Ik meen begrepen te hebben dat u deze wet van toepassing zult verklaren op een veertigduizendtal mensen, van wie de meesten gewoon werknemers zijn. De uitbreiding van de bankierseed naar de bankagenten en zo goed als alle bankpersoneel, is voor ons niet wenselijk. De zelfstandige bankagenten vallen reeds onder een strikt wettelijk kader dat toeziet op hun bekwaamheid en betrouwbaarheid, wat logisch is. De kredietinstelling in wier naam en voor wier rekening de agent optreedt, houdt toezicht op de bankagent. De werknemers werken dan weer onder toezicht van hun werkgever. Daar komt nu dus een tuchttoezicht bovenop.

Op basis van een klacht zal een tuchtprocedure worden opgestart wanneer er niet eerlijk en integer gehandeld wordt, wanneer er niet op vakbekwame en professionele wijze gehandeld wordt, wanneer er geen rekening met de belangen van de klant gehouden wordt en wanneer men niet billijk handelt. De vraag die ik u ook in de commissie heb gesteld is wat we hieronder moeten verstaan. Dat is eigenlijk een open vangnet. Het creëert de mogelijkheid van willekeur en rechtsonzekerheid.

Hoe zal in godsnaam een tuchtoverheid, in casu de FSMA, de eerlijkheid en integriteit van iemand bepalen? Hoe ziet men of iemand niet eerlijk of niet integer is? Op het zicht? Ik denk het niet. In het strafrecht zijn heel wat misdrijven terug te vinden waarbij men zeker is dat wanneer ze gepleegd worden, de pleger geen eerlijk en integer persoon is. Dat zijn natuurlijk strafbaarstellingen voor specifiek omschreven misdrijven zoals diefstal, bedrog, oplichting en misbruik van vertrouwen.

In casu is dat allemaal niet aanwezig. Bovendien dienen bankagenten en bankpersoneel in de praktijk niet alleen rekening te houden met de belangen van de cliënt, maar ook met de belangen van de bank. De bankierseed wordt dan ook zeer eenzijdig benaderd. Als ze alleen rekening houden met de belangen van de klant, zal dit zelfs in conflict komen met de uitgebreide bankregulering in het kader van de toekenning van een lening en het aanbieden van een zicht-, deposito- of termijnrekening of beleggingsproducten.

U begeeft zich met dit wetsontwerp op juridisch bijzonder glad ijs, mijnheer de minister. Welke sancties kan de FSMA dan opleggen? Het gaat over een waarschuwing of berisping dan wel over een beroepsverbod van maximum drie jaar. Voor de leidinggevende en onafhankelijke functies gaat dat tot maximum vijf jaar. In de eerste twee gevallen kan deze tuchtsanctie gekoppeld worden aan de verplichting om bepaalde opleidingen te volgen. Een gebrek aan vakbekwaamheid valt inderdaad wel te remediëren met een cursus, maar geldt dat ook wat de definitie van eerlijkheid en integriteit betreft? Waar zult u die mensen naartoe sturen? Welke opleiding zult u die mensen laten volgen?

Ondanks het feit dat de bankierseed een groen, progressief idee is, verbaast het dat geen enkele socialist zich verzet tegen de sanctie van een beroepsverbod in hoofde van werknemers. In de commissie hebt u geantwoord dat die tuchtprocedure losstaat van de burgerrechtelijke procedures. Dezelfde feiten zullen echter vaak aan de oorsprong liggen van beide procedures. Meer zelfs, wij verwachten dat een tuchtprocedure onder de bankierseed weleens kan worden misbruikt door de banken om de contractuele relatie met een personeelslid te beëindigen. Op die manier wordt uiteraard de bescherming van het arbeidsrecht aan die werknemers ontnomen. Daarmee gaan wij absoluut niet akkoord.

In de commissie hebt u ook gezegd dat het opleggen van een beroepsverbod door de FSMA niet automatisch het ontslag van de werknemer betekent. Wat betekent het dan wel? Wat moet die man dan doen als hij een beroepsverbod heeft als bankier of als aangestelde in een bank? Wat moet hij dan doen? Moet hij wachten tot er een procedure begonnen wordt bij de arbeids­rechtbank? Wat als er door die procedure blijkt dat er geen vuiltje aan de lucht was? Dan heeft die man ondertussen wel een beroepsverbod opgelopen. Wie zal daarvoor verantwoordelijk gesteld worden? Is dat de werkgever of de FSMA, die dan een eventuele schadevergoeding zal moeten betalen?

Met andere woorden, mijnheer de minister, dit wetsontwerp is misschien wel goed bedoeld, maar het hangt met haken en ogen aan elkaar en zal eerder leiden tot rechtsonzekerheid dan tot de bescherming van de klanten van de bank.

Om die reden kan onze fractie dit ontwerp niet goedkeuren. Integendeel zelfs, wij zullen tegenstemmen.


Wouter Vermeersch VB

Mijnheer de minister, fijn dat u tussen de vergaderingen van de eurogroep door tijd maakt voor dit Parlement en prioriteit geeft aan het parlementaire werk. Zo hoort het.

Misschien kunt u dit Parlement al een primeur geven en zeggen of er al een doorbraak is inzake de nieuwe Europese begrotingsregels? Wij zijn daar uiteraard bijzonder benieuwd naar.

Nu over dit wetsontwerp. Mijnheer de minister, wij willen het vooral hebben over de bankierseed. In de vorige legislatuur werd in dit Parlement door mevrouw Meyrem Almaci een wetsvoorstel ingediend tot invoering van de bankierseed. Toen de indienster werd geïnterviewd, kreeg zij de vraag voorgeschoteld of die eed ook van toepassing zou zijn op de zelfstandige tussenpersonen. Mevrouw Almaci antwoordde toen – ik citeer: "De eed moet worden afgelegd door natuurlijke personen die onder de verantwoordelijkheid van een kredietinstelling werken; de eed is niet van toepassing op zelfstandige tussenpersonen."

Wat blijkt? Het toepassingsgebied van de bankierseed wordt wel degelijk uitgebreid tot de zelfstandige tussenpersonen.

Mijnheer de minister, tijdens de eerste lezing heb ik u de vraag gesteld of u en uw kabinet grondig overlegd hebben met de betrokkenen in dit dossier. Wat blijkt? De zelfstandige bankagenten werden op geen enkele manier betrokken bij of gehoord over de uitbreiding van het toepassingsgebied.

Dit zorgt ervoor dat er geen rekening gehouden werd met hun terechte bezorgdheden en commentaren. De bankagenten worden door deze wet niet langer buiten het toepassingsgebied gehouden. Oorspronkelijk was de bankierseed enkel van toepassing op natuurlijke personen die onder de verantwoordelijkheid van een kredietinstelling werken. Dat was toch de bedoeling. Dit was het opzet van de originele wet. Daar waren ook gegronde redenen voor.

De bestaande wetgeving legt reeds minimum­voorwaarden op inzake passende deskundigheid en professionele betrouwbaarheid aan die zelfstandige bankagenten. De FSMA beoordeelt die passende deskundigheid reeds en kan die bankagenten ook controleren en aanspreken. Bankagenten vallen niet alleen onder het toezicht van de FSMA, maar worden ook bijkomend gecontroleerd door de kredietinstellingen waarvoor ze optreden.

Om nu nog in een bijkomend toezicht en sancties te voorzien, terwijl de bankagenten reeds onder het toezicht van de FSMA en de kredietinstellingen vallen, was niet het opzet van de originele wetgeving die in dit Parlement werd goedgekeurd.

Wij vinden dat het toepassingsgebied pas kan worden uitgebreid als er eerst overleg wordt georganiseerd met die sectororganisaties van de zelfstandige bankagenten. Er dient bijkomend advies te worden ingewonnen over de vraag of dit wel de meest effectieve manier is om een cultuurwijziging te realiseren in die financiële sector.

Mijnheer de minister, daarom hebben wij amende­menten ingediend om het toepassingsgebied van dit wetsontwerp terug te brengen naar het originele opzet. Dat zou voor ons een aanzienlijke verbetering zijn van hetgeen hier voorligt. Ik herhaal onze oproep om eerst te overleggen met de sector en om zeker na te gaan of dit de meest effectieve manier is om de wet aan te passen.


Catherine Fonck LE

Monsieur le ministre, d’habitude, je ne suis pas les matières de votre commission ni les compétences que vous portez comme ministre. Cela m’arrive une fois de temps en temps, un peu plus ces derniers temps, je le reconnais. Sur ce dossier, j’étais intervenue de manière plus particulière à la suite de la mobilisation des agents bancaires indépendants qui, manifestement, ont été embarqués dans l’aventure de ce projet de loi sans que nous ne percevions aujourd’hui encore les raisons pour lesquelles vous les y avez embarqués. Vous avez développé un certain nombre d’explications en commission. Je vais être franche avec vous. Vos explications ne m’ont absolument pas convaincue.

La décision d’extension du serment bancaire aux agents bancaires indépendants, pour nous, n’est pas une mesure justifiée. D’ailleurs, dans votre majorité – les collègues rappelaient il y a quelques instants –, en juin 2019, Mme Almaci déclarait que ce serment ne s’appliquerait pas aux agents bancaires. Il est vrai que, quand on regarde les autres dispositions légales et singulièrement la loi du 22 mars 2006, elles réglementent déjà le statut des agents bancaires, en imposant des conditions minimales d’expertise adéquate et d’honorabilité professionnelle pour pouvoir être et rester inscrit en tant qu’intermédiaire en services bancaires et en services d’investissements. C’est d’ailleurs la FSMA qui évalue notamment l’expertise adéquate des personnes responsables.

Permettez-moi de revenir un bref instant sur ce qu’il s’est passé en commission! Je vous ai en effet interrogé deux fois, si je ne me trompe, vous demandant si le statut légal actuel des agents bancaires indépendants avec le pouvoir de contrôle attribué à la FSMA fonctionnait correctement. Vous n’avez pas répondu à cette question. Je déduis de cette absence de réponse de votre part que le statut des agents bancaires indépendants ne pose aucun problème. Il n’y a donc aucune raison objective qui motive aujourd’hui l’extension du serment bancaire aux agents bancaires indépendants.

J'ai donc déposé ici en plénière des amendements qui visent à maintenir les agents bancaires en dehors du serment bancaire. Et si la majorité persistait dans cette décision, qui n'est ni justifiée, ni compréhensible, alors mon groupe ne soutiendra pas ce projet de loi.


Vincent Van Peteghem

We hebben uiteraard al veel over het onderwerp en zijn toepassingsgebied gesproken. Ik ben er mij natuurlijk van bewust dat sommige belangen­groepen er alles aan doen om bankagenten uit te sluiten van het toepassingsgebied van de wet. Ik ben er samen met de regering toch van overtuigd dat het belangrijk is om daar rekening mee te houden. Er bestaat zoiets als gelijke behandeling. Ik zou het moeilijk te rechtvaardigen vinden dat verschillende regels van toepassing zouden zijn, afhankelijk van het statuut dat iemand heeft, waardoor de behandeling van het dossier van de klant bij een kredietinstelling daarvan afhangt. De klanten mogen in beide gevallen dezelfde ethiek verwachten. Anderzijds is het belangrijk voor de transparantie voor de klanten dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen wie juist zijn of haar dossier behandelt, afhankelijk van de arbeidsovereenkomst of de agentschaps­overeenkomst. Ik zie om eerlijk te zijn geen enkele reden om agenten en natuurlijke personen anders te behandelen. Dat hebben we in de commissie al heel uitvoerig toegelicht en wil ik hier nog even herhalen.

Heel veel van de zaken zijn al in de commissie besproken. Mijnheer Vermeersch, ik wil herhalen dat er uiteraard overleg is geweest, ook met BZB-Fedafin. We hebben hen recent nog geconsulteerd over het uitvoeringsbesluit. U geeft terecht aan dat dit boven op andere regels komt, zoals de MiFID-regels. Het grote verschil met de bestaande controleregels is dat we nu naar individuele personen kunnen kijken en hen kunnen sanctioneren met de bankierseed. We moeten dus niet enkel kijken naar de kredietinstelling of het bankagentschap zelf.

Ik heb begrepen dat sommige Kamerleden daarmee niet akkoord gaan, maar toch denk ik dat we een goed wetsontwerp voorleggen. Enkele keren is al verwezen naar mevrouw Almaci. Zij heeft destijds inderdaad hard mee aan dit dossier getrokken. Ik denk dat het goed is dat het voorliggend kader opnieuw wat duidelijkheid zal brengen qua transparantie en ethiek in de sector.


Wouter Vermeersch VB

Mijnheer de minister, u zegt dat u ondertussen overlegd hebt. Tussen de eerste en de tweede lezing van dit wetsontwerp had alleszins nog geen overleg plaatsgevonden. Om die reden werden wij door de sector aangeschreven. Bij de eerste lezing had ik u trouwens expliciet gevraagd of u met iedereen overlegd had, maar wij hebben in de periode tussen de eerste en de tweede lezing moeten vaststellen dat dit absoluut niet het geval was.

In uw reactie op onze bemerkingen en amendementen spreekt u vooral over het creëren van een gelijk speelveld. Die redenering gaat natuurlijk niet op, omdat in tegenstelling tot het personeel van kredietinstellingen, de bankagenten onder de bestaande wetgeving reeds persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de niet-naleving van de gedragsregels door henzelf of door hun personeelsleden. De FSMA verlangt dat de agentuurovereenkomsten ten persoonlijken titel worden afgesloten, waardoor de bankagenten ten gevolge van hun agentuurovereenkomst steeds persoonlijk aansprakelijk zijn voor de naleving van de gedragsregels door zichzelf en hun medewerkers. Niet alleen gelden voor de bankagenten reeds individuele gedragsregels, bovendien vallen zij onder het toezicht van de FSMA. De FSMA kan op basis van de huidige wetgeving reeds sancties opleggen, waaronder ook de schorsing en de schrapping, wat uiteindelijk neerkomt op een al dan niet tijdelijk beroeps­verbod. U zegt dus dat u een gelijk speelveld creëert, maar dat is absoluut niet de correcte insteek. Wij volgen die redenering niet. Daarom zullen wij onze amendementen aanhouden.


Catherine Fonck LE

Monsieur le ministre, votre argumentation est de dire qu'il n'y a pas de différences au niveau du secteur, qu'il y a un secteur "monolithique" et que tout le monde doit être soumis au même régime. Sauf qu'aujourd'hui, pour les agents bancaires indépendants, il y a justement un statut à part qui est réglementé par la loi du 22 mars 2006. Vous dites qu'il n'y a pas de raison de faire de différence mais ce n'est pas juste. La réalité est tout autre aujourd'hui avec ce statut à part réglementé.

Par ailleurs, si vous aviez amené l'argument selon lequel il y a eu des difficultés à plusieurs reprises et qu'il faut donc modifier les règles, j'aurais pu entendre votre raisonnement et vous suivre. Mais ce n'est pas le cas. Il n'y a manifestement aucun problème qui justifie aujourd'hui cette différenciation. Il n'y a pas non plus de raison de vouloir faire un bloc monolithique alors qu'il y a déjà des différences qui ont été construites avec ce statut particulier réglementé.

Pour ces raisons, nous nous abstiendrons sur ce texte.