Proposition 55K2082

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 27 avril 2018 sur la police des chemins de fer en vue d'instaurer une interdiction totale de fumer sur les quais.

General information

Authors
Ecolo Samuel Cogolati, Cécile Cornet, Guillaume Defossé, Laurence Hennuy, Nicolas Parent, Albert Vicaire
Groen Kim Buyst, Kristof Calvo, Barbara Creemers, Stefaan Van Hecke
Submission date
June 21, 2021
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
health policy smoking railway station tobacco rail transport public health

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR
Voted to reject
LDD
Abstained from voting
N-VA PVDA | PTB VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

May 5, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Joris Vandenbroucke

Ik verwijs naar het schriftelijke verslag, mevrouw de voorzitster.


Tomas Roggeman N-VA

Mevrouw de voorzitster, geachte collega’s, roken moet worden ontmoedigd. Roken doodt. Elke overheid heeft daarom de plicht om dat waar mogelijk te ontraden en om te investeren in preventie, in campagnes en in bewustwording van het publiek. Het rookverbod is ook evident in publieke gebouwen, in de horeca. Op locaties waar mensen samenkomen in gesloten ruimten, moeten we roken verbieden en passief meeroken zoveel mogelijk hinderen. Dat neemt niet weg dat het wetsvoorstel wel een paar nuances verdient. In de commissie was dat niet zo evident. Sommige collega's waren er nogal happig op om kritische bedenkingen bij onderhavig wetsvoorstel te interpreteren als een pleidooi voor roken, laat staan tegen rookpreventie, wat uiteraard geenszins het geval is. We kunnen alleen maar hopen dat het debat in de plenaire vergadering eerlijker zal verlopen.

Hoe het ook zij, een wettelijk verbod op roken in de openlucht is een hele stap. Of roken in de openlucht verboden moet worden, is een principiële vraag. In sommige situaties is het antwoord ja, als dat een gevaar biedt voor de veiligheid, bijvoorbeeld in een bos of in een heidegebied, waar brandgevaar bestaat. Het antwoord is ook ja in ruimten waar zich veel mensen dicht op elkaar gepakt bevinden, zonder mogelijkheid om zich te verplaatsen, buiten het bereik van sigarettenrook, bijvoorbeeld op de tribune van een stadium. Het gaat hier echter over treinperrons in de openlucht, waar geen veiligheidsrisico bestaat, waar mensen niet gekluisterd zitten aan een stoel, waar voorbijgangers de mogelijkheid hebben om zich vrijelijk te bewegen buiten de impact of omgeving van sigarettenrook die hen zou hinderen. Een rookverbod op de perrons in openlucht is dan ook verre van zinvol. De overgrote meerderheid van de treinperrons in openlucht in dit land is gelegen in landelijke gebieden waar de opstapcijfers vrij laag zijn. Ik verwijs graag naar de boutade van een collega dat men in sommige landelijke haltes vlugger staat de wachten naast een koe dan naast een medereiziger. Dat sterkt mij in mijn conclusie dat een algemeen rookverbod op de perrons in openlucht in elk station op elk moment van de dag niet aan de orde is. Zo'n verbod is als schieten met een kanon op een mug en draagt in de praktijk weinig tot niets bij aan de volksgezondheid.

Een rookverbod in open lucht, waar de rook vervliegt, waar er geen enkele hinder is voor andere reizigers en waar er geen enkel risico op passief meeroken bestaat, heeft geen enkele zin en dient vooral om het de roker moeilijker te maken.

Ik ben zelf geen roker, heb nooit gerookt en ben dat ook niet van plan; ik ben tegen tabak, maar ik ben wel voor de vrije keuze.

Als alle preventiecampagnes ten spijt mensen ervoor kiezen om, zich volledig bewust van de gezondheidsrisico's, toch te roken, wie zijn wij dan om die sigaret uit hun hand te slaan? Laten wij ontmoedigen, bewustmaken en wijzen op de risico's, maar verbieden op plaatsen waar dat geen aanleiding geeft tot hinder voor derden, heeft geen enkele zin.

Ontraden ja, verbieden neen, te meer omdat de praktijk afwijkt van de theorie. Als een rookverbod op openluchtperrons realiteit wordt, zal het gevolg zijn dat u de rokers verplicht om net buiten de stations te roken. Het gevolg daarvan zal niet alleen een grotere concentraties van rokers zijn, maar ook van sigarettenrook aan de ingangen van stations, wat alleen maar kan leiden tot meer hinder voor de reizigers en een groter risico op passief meeroken. Dat lijkt mij ook niet wenselijk voor de beeldvorming van de NMBS. In stations zonder rookruimtes – dat is de overgrote meerderheid – zullen spoormedewerkers worden verplicht om in uniform aan de ingangen van de stations te roken. Willen we dat de NMBS dat beeld uitdraagt? Ik acht dat alvast niet wenselijk.

Zullen we rokers ontmoedigen door hen te laten roken op meer zichtbare plaatsen? Mijn vrees is dat onderhavig voorstel net het tegenovergestelde zal bereiken. De indiener heeft in de commissie heel terecht gezegd dat zien roken doet roken. Ze heeft gelijk, maar het voorstel maakt dat net erger door rokers te centraliseren aan de ingang van de stations, waar iedereen moet passeren en waar ze goed in het zicht staan. De hinder zal toenemen, het slechte voorbeeld zal toenemen.

De doelstelling achter het voorstel is nobel, maar wordt getackeld door de praktische implicaties van het wetsvoorstel op het terrein zelf.

Ik concludeer.

Het gaat hier om een rookverbod tout court en niet een rookverbod ter preventie of ontrading van roken, want hiermee dreigt de hinder toe te nemen. Wie vandaag, na alle campagnes van onder andere Kom op tegen Kanker en Generatie Rookvrij, er toch nog voor kiest om te roken, zult u niet overtuigen met een verplichting om 100 meter op te schuiven. De kans dat iemand daardoor stopt met roken, is gering tot onbestaand. U lost geen probleem op, maar verschuift het alleen maar. U maakt het meer zichtbaar, waardoor u precies het omgekeerde bereikt van wat u met het wetsvoorstel beoogt.

Wij zullen ons bij de stemming dan ook onthouden.


Kim Buyst Groen

Mevrouw de voorzitster, collega's, het zal u niet verbazen dat ik het totaal niet eens ben met de vorige spreker. Ik wil dat ook beargumenteren.

Voor de Ecolo-Groenfractie paste dit wetsvoorstel in de eerste plaats in het creëren van een gezonde leefomgeving. Immers, een belangrijke dimensie van het gezondheidsbeleid is, naast het bestrijden van ziekte, ze ook voorkomen. Daarin past voor ons een allesomvattend en krachtig antitabaksbeleid, waarbij wij streven naar een rookvrije generatie, en dat is de belangrijkste doelstelling van dit voorstel.

Nog elk jaar sterven 14.000 mensen door tabak. Dat zijn er bijna 40 per dag. Wereldwijd is het de belangrijkste vermijdbare oorzaak van chronische ziekte en overlijden. Ook de gevolgen van passief roken worden vaak onderschat. De meeste rook komt in de omgevingslucht terecht, waarbij deze door de onvolledige verbranding meer schadelijke stoffen bevat.

Inderdaad, mijnheer Roggeman, ik heb het in de commissievergadering gezegd en ik zal het nu opnieuw zeggen: zien roken, doet roken. Ik heb ook in de commissievergadering gezegd dat ik zelf een ex-roker ben. Tien jaar geleden ben ik gestopt. De momenten waarop ik het moeilijkst had om het vol te houden, waren de momenten waarop ik andere mensen zag roken.

Door het rookvrij maken van de perrons via een algemeen rookverbod dragen wij bij tot de ambitie die voor onze fractie ongelooflijk belangrijk is, namelijk: een rookvrije generatie realiseren. Dat werd ook opgenomen in het regeerakkoord van de vivaldiregering. Diezelfde redenering zien wij trouwens bij grote voetbalclubs als Club Brugge en Anderlecht, die hun stadions volledig rookvrij maakten, en ook bij verschillende gemeente­besturen die rookvrije speel- en sportterreinen inrichtten, precies om een voorbeeld te stellen voor de maatschappij, voor onze jongeren. Door dergelijke plekken rookvrij in te richten, denormaliseren wij de sigaret. Dat is een eerste argument.

Naast de gezondheidsproblematiek draagt roken ook enorm bij tot de plasticsoep. Sigarettenpeuken zijn het op één na meest gevonden kunststofproduct voor eenmalig gebruik op de stranden van de Europese Unie. Een rookverbod op de perrons draagt dus ook bij tot sporen en perrons met minder sigarettenpeuken. Ook dat is voor onze fractie een heel belangrijk argument.

Door het rookvrij maken van perrons wordt ook het wachten voor de niet-roker aangenamer. Een ander belangrijk argument is bovendien dat het verbod de verwarring wegneemt. Ik weet immers niet of u het weet, maar vandaag mag wel worden gerookt waar er geen overdekte perrons zijn en niet waar de perrons half of volledig overdekt zijn. Op dit moment is het dus voor reizigers niet altijd duidelijk waar roken wel en niet mag. Een algemeen rookverbod zorgt voor meer helderheid in de regelgeving. Net zoals bij het reeds bestaande rookverbod in de stations geldt het verbod niet alleen voor klassieke tabaks­producten, zoals sigaretten, maar ook voor nieuwe vormen, zoals vapen en verhitte tabak.

Waarom ik vandaag bijzonder trots ben dat het wetsvoorstel hier ter stemming voorligt, is omdat het ook een mooie samenwerking heeft getoond met een lokaal bestuur. Het was op 25 november 2021 dat alle perrons in het station van Mechelen rookvrij werden gemaakt. Die maatregel kwam er op aangeven van mevrouw Rabau, gemeenteraadslid, en maakte deel uit van een project van Generatie Rookvrij. Mechelen startte op die manier met het proefproject, maar voor de algemene invoering werd op dat moment ook al naar ons, het federale niveau, gekeken. Wij moesten zorgen voor het wettelijke kader.

Dat is de reden waarom onze fractie het wetsvoorstel heeft ingediend en waarom wij inderdaad na een eerste toelichting verschillende adviezen hebben ingewonnen. Uit die adviezen kunnen wij een aantal elementen noteren. Uit het advies van de NMBS blijkt dat 69 % van de reizigers zich achter het principe van rookvrije perrons schaart. Uit een enquête van de Stichting tegen Kanker blijkt dat 62 % van de Belgen voor een rookverbod op de perrons is.

Ik hoor de argumenten van de oppositie. Ik hoor ook het argument dat het probleem wordt verplaatst naar de ingang van de stations. Daarop heb ik in de commissie al geantwoord. Dat antwoord wil ik hier vandaag herhalen. Ik wil wijzen naar voorbeelden uit het buitenland. In Nederland bijvoorbeeld heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een handige checklist opgesteld voor de gemeenten die het verbod willen invoeren of moeten invoeren, omdat zij een station hebben, om hen te helpen bij de voorbereiding van het rookverbod. Ook de NMBS gaf aan ver genoeg van de ingang de nodige asbakken te zullen plaatsen bij rookvoorzieningen, zodat reizigers niet per se hoeven te passeren. Wij zien in het proefproject in Mechelen ook dat het op die manier kan.

Stichting tegen Kanker wijst er in haar advies ook op dat de single-use-plasticsrichtlijn van de Europese Unie de mogelijkheid biedt om tabaksbedrijven de kosten te laten dragen voor de inzameling van de peuken. Deze regeling zou op gewestelijk niveau kunnen worden uitgewerkt – hopelijk luisteren de Gewesten mee.

In de commissie pasten we de oorspronkelijke tekst nog aan, omdat we het belangrijk vonden dat we verduidelijkten dat het niet de bedoeling was de uitzonderingen uit de algemene regeling inzake rookvrije plaatsen niet langer toe te laten. Dat betekent dat eventuele rookruimtes voor werknemers en rookruimtes in de horeca onder de strikte voorwaarden bepaald in deze wet ook opgenomen worden in deze regeling. Er wordt dus niet in een bijzondere regeling voor deze ruimtes voorzien in de stations. Zij kunnen zo mee evolueren met de algemene wetgeving.

De regeling zal ingaan op 1 januari 2023, omdat verschillende adviezen hebben aangegeven dat het belangrijk is in voldoende tijd te voorzien om reizigers en personeel over de aanpassingen te informeren. Generatie Rookvrij gaf in haar advies aan dat het belangrijk is de reizigers op voorhand te sensibiliseren, via talrijke communicatiekanalen zoals media, website, sociale media, luidsprekers in de stations enzovoort. Ze adviseert om te kiezen voor een positieve communicatie: de NMBS maakt al haar perrons rookvrij. Bovendien biedt de periode voor de inwerkingtreding op 1 januari 2023 de NMBS ook de kans om eventuele overgangsmaatregelen te nemen voor het personeel. Aangezien de NMBS achter het wetsvoorstel staat, hebben we er vertrouwen in dat ze haar personeel zal ondersteunen in de transitie naar rookvrije perrons en een rookstop bij haar personeelsleden.

Ik ben enthousiast dat we vandaag over deze tekst kunnen stemmen in het Parlement. Ik wil de collega's bedanken voor de constructieve debatten in de commissie. Voor mij is dit een belangrijke stap vooruit naar een samenleving die alsmaar meer rookvrij wordt.


Frank Troosters VB

Mevrouw de voorzitster, collega's, het zal u misschien niet verbazen dat ik iets minder enthousiast ben. Het Vlaams Belang erkent het belang van ieders gezondheid en de schade die actief of passief roken die kan toebrengen. Wat dit wetsvoorstel betreft, blijf ik echter op mijn honger inzake de argumentatie. Ondanks het feit dat de vorige spreekster haar best heeft gedaan om argumenten voor het wetsvoorstel te geven, ben ik nog steeds niet overtuigd.

Ik haal drie argumenten aan.

Het creëren van een gezonde leefomgeving wordt alvast niet bereikt met dit wetsvoorstel. Het spijt me, maar ik begrijp niet op welke wijze dit wetsvoorstel dat zou bewerkstelligen. Door het invoeren van een rookverbod op de perrons in open lucht zal een roker zich verplaatsen naar een andere locatie waar roken wel toegelaten is. Personen die passief meeroken op die perrons, zullen worden vervangen door personen die meeroken op de alternatieve locatie die de rokers zullen opzoeken. Ik bespeur hier een verplaatsing van het probleem. Hoe men dit ook organiseert, er zullen steeds mensen zijn die roken en mensen die passief meeroken. Ik zie daar dus geen winst in. Men boekt pas vooruitgang indien men mensen overhaalt om te stoppen met roken, maar daar draagt dit voorstel niet toe bij.

Het rookverbod op de perrons in het voorliggende wetsvoorstel komt neer op een bijkomend verbod. Ik kom daarmee bij uw derde argument, dat van de duidelijkheid, zodat men goed weet waar het al dan niet is toegelaten. Het blijft echter een bijkomend verbod. Wat eerst toegelaten was, is nu verboden. Dat impliceert dat sommige mensen verrast zullen zijn, niet akkoord zullen gaan en dit verbod zullen overtreden of in discussie zullen gaan met de handhavers. In dit geval zullen het personeelsleden van de NMBS zijn die het verbod moeten handhaven. Dat verbod zal dus tot discussies leiden. Hetzelfde gebeurde na het verplichten van het dragen van mondmaskers. Ook dat leidde soms tot discussies en agressie. Hier zal hetzelfde gebeuren, dat staat in de sterren geschreven.

Het staat daarenboven ook in de adviezen van de vakorganisaties van die werknemers geschreven, maar die adviezen worden blijkbaar genegeerd en naast zich neergelegd. Ik stel vast dat NMBS-personeelsleden steeds vaker het slachtoffer van verbaal of fysiek geweld worden, dat er een tekort aan operationeel personeel is en dat er een openstaand saldo van 90.000 compensatiedagen is. We riskeren dat met dit verbod nog erger te maken.

Een laatste argument dat ik net gehoord heb, was de plastic soup. Daarvoor bestaat er een gemakkelijke oplossing, namelijk asbakken en vuilbakken voorzien. Er is ook handhaving en bestraffing. Dat is in mijn ogen dus ook een non-argument.

Wij erkennen zeker het belang van de gezondheid en het feit dat roken schadelijk is, dat trekken we absoluut niet in twijfel. Ik hoor echter nog steeds geen goede argumentatie. Voor mij is dit nog steeds een zoveelste regeltje, een zoveelste verbod dat wordt ingevoerd, iets wat deze regering eigenlijk typeert. Een echt valabel en rationeel argument heb ik nog steeds niet gehoord. We zijn wel voorstanders van sensibiliseren en goede campagnes. Daarover verschillen we dus niet van mening. Overtuig de mensen om de vrije keuze te maken om te stoppen met roken, dat zou namelijk het beste resultaat zijn.

Wij delen dus de zorg voor een gezondere samenleving, maar zullen ons bij de stemming over dit voorstel onthouden.


Jef Van den Bergh CD&V

Collega's, ik zal het vrij kort houden. Collega Buyst heeft al heel wat argumenten aangehaald.

Ik moet zeggen dat ik me, net zoals bij het vorige wetsvoorstel dat we hier bespraken, in het begin even de vraag stelde of we dit wel moesten doen. Daarna heb ik echter alles even op een rijtje gezet. Ik las ook net nog het boek van Marc Michils, de algemeen directeur van Kom op tegen Kanker, waarin hij schrijft over zijn organisatie en de strijd die wordt gevoerd tegen kanker en voor een rookvrije generatie. Hij had het over de inspanningen die daarvoor geleverd worden en de redenen daarvoor. Dat alles heeft me echt verbaasd. Misschien had ik dat al langer moeten weten, maar 14.000 mensen sterven jaarlijks door roken en de gevolgen ervan, zoals kanker. Ik denk dat zo'n cijfer voor zich spreekt en dat het hierdoor een no-brainer wordt dat we richting een rookvrije samenleving moeten evolueren.

Zo evolueren we bijvoorbeeld ook in voetbalstadions richting een rookvrije omgeving. Niet enkel bij Club Brugge en Anderlecht, die mevrouw Buyst aanhaalde, maar ook bij KV Mechelen geldt er een rookverbod in het stadion. Ik dacht eerst dat het nooit zou lukken bij de supporters. Toch werkt het. Het lukt nog niet voor 100 % maar het evolueert toch in die richting. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld sportvelden en speelpleintjes.

De stappen vooruit naar een rookvrije omgeving waar mensen samenkomen, waar mensen geen andere mensen zien roken en waar ze niet noodgedwongen moeten meeroken, moeten worden gezet. De gevolgen van dat roken, waaronder het afval in de omgeving, bieden voldoende argumenten om hier ten volle achter te staan en hiermee een extra steen te leggen in het pad naar de rookvrije samenleving.

U krijgt dus alle steun voor dit wetsvoorstel, collega Buyst. Proficiat met uw initiatief, wij steunen dat ten volle.


Maria Vindevoghel PVDA | PTB

Collega's, het rookvrij maken van de openbare ruimtes zoals de perrons is een belangrijk maatschappelijk debat. We moeten er dan ook voor zorgen dat alle standpunten aan bod komen.

Roken is en blijft een hardnekkige verslaving waarmee reizigers en treinpersoneel te kampen hebben. Dat is een realiteit. Wij denken dat de doelstelling in de eerste plaats moet zijn om mensen van die verslaving af te helpen.

Wij hebben echter heel wat opmerkingen bij dit wetsvoorstel. In de eerste plaats gaat het dan over de handhaving. Wat op het eerste gezicht een goed idee lijkt, is in de praktijk toch niet zo evident. Wie zal er moeten controleren, de rokers aanspreken en boetes uitschrijven? Zal dat de stationschef zijn, die nu al op veel plaatsen afgeschaft is? Moet dat de loketbediende zijn, die op heel veel plaatsen al verdwenen is? Moet men Securail bellen? We weten allemaal hoelang het kan duren vooraleer zij ter plekke zijn. Zullen we de lokale politie belasten met deze taken? Gaan we soms voor camera's met gezichtsherkenning? Kortom, er is geen personeel voorhanden om dit verbod te handhaven.

Vandaag zijn er al heel veel problemen met agressie in en rond de stations. Het personeel van de NMBS staat dan ook niet te springen om daarbij ook nog eens politieagent te spelen. Dit zou weleens een trigger kunnen zijn voor nog meer gevallen van agressie tegen het personeel.

We moeten dus heel voorzichtig met deze zaak omgaan. Daarom is het ook belangrijk om te wijzen op het advies van de vakbond, die vooral het probleem van het aantal personeelsleden aankaart. In april werden er 3.882 treinen afgeschaft omdat er onvoldoende personeel was. Dat is hallucinant. Dat is momenteel de grootste kopzorg van de NMBS.

Ook de houding van de NMBS ten opzichte van dit onderwerp vinden wij een probleem. Er zijn namelijk nog veel winkels in de stations waar tabak wordt verkocht. Misschien moet men een voorbeeld nemen aan Nederland, waar de verkoop van tabak in die winkels verboden is. De NMBS zou er dus voor kunnen zorgen dat er geen aanbod van tabak en sigaretten is. Dat zou al een stap in de goede richting zijn.

Vanuit het standpunt van de werknemers vinden wij de timing van dit voorstel slecht, omdat er al zoveel problemen zijn met het personeelsbestand. Dat is nu de grootste kopzorg van het personeel. Hoe gaat de NMBS dit probleem trouwens aanpakken bij het personeel? Als personeel moet wachten, rookt het soms nog snel een sigaretje. Zal de NMBS ook effectief campagnes voeren, zoals dat in meer bedrijven gebeurt, om roken af te raden bij het personeel? De NMBS moet er nu in eerste instantie serieus werk van maken om het personeelskader aan te vullen, zodat er genoeg mensen zijn, inclusief loketbedienden, om de job goed te kunnen uitvoeren.

Rekening houdend met de belangen van de reizigers en het personeel zal de PVDA-PTB zich dan ook onthouden bij de stemming.


Joris Vandenbroucke Vooruit

Mevrouw de voorzitster, ik dank de indieners van het wetsvoorstel, dat wat mij betreft een kwestie van gezond verstand is en vooral ook de consequentie is van een gezondheidsbeleid omtrent roken, dat velen in het Parlement enkel lippendienst bewijzen. Als het erop aankomt het in de praktijk te brengen, verzinnen zij allerlei argumenten die volgens mij weinig uitstaans hebben met de realiteit. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de karikatuur die collega Roggeman maakt van rokers die samentroepen voor de ingang van onze stations, waar de niet-rokende medereizigers zich door een walm van rook zullen moeten wagen om zich naar het perron te begeven. Daar klopt natuurlijk niets van.

Ik heb er naar aanleiding van het voorstel wat meer opgelet – ik woon toevallig in de stad met het belangrijkste reizigersstation van Vlaanderen – en er roken niet zo verschrikkelijk veel mensen op het perron, om de eenvoudige reden dat men daar meestal maar een paar ogenblikken, in het slechtste geval maar een paar minuten vertoeft, tenzij men in de Kempen woont, waar men al wat langer op een trein moet wachten. Hoe dan ook vind ik het maar normaal dat men op een perron, dat wat mij betreft het verlengde van de binnenkant van de publieke ruimte die het station is, geen sigaret opsteekt, vlak naast medereizigers, die er niet voor hebben gekozen om die rook in te ademen. De Vooruitfractie staat dus meet af vierkant achter het voorstel.

Ik wil wel graag een belangrijk punt aanstippen, met name de handhaving van het rookverbod. Ik begrijp de vraag van het personeel van de NMBS om daar zeer goede afspraken over te maken, want een regel staat of valt natuurlijk met de handhaving ervan. Wij moeten opletten dat wij bepaalde personeelsleden niet in een rol duwen die zij eigenlijk niet hebben. Daarvoor zijn anderen beter geschikt, maar ik heb er alle vertrouwen in dat ook dat goed kan komen.


Mélissa Hanus PS | SP

Madame la présidente, je tenais simplement à réagir à certains propos que j'ai entendus au sujet de cette mesure.

La proposition de loi en question a pour enjeu une balance d'intérêts entre deux objectifs légitimes: débanaliser la cigarette, mais aussi préserver les droits des individus dans l'espace public. Comme je l'avais mentionné en commission, mon groupe a pris les contacts nécessaires avec les cheminots pour s'assurer que des garanties suffisantes pour une application réfléchie de la loi avaient été obtenues. C'est bien le cas.

Notre préoccupation majeure quant à la proposition de loi qui est soumise aujourd'hui à notre approbation concerne l'exécution des mesures qu'elle prévoit. À cette fin, un suivi accru nous permettra de vérifier l'efficacité d'un tel dispositif pour les individus présents dans une gare, qu'il s'agisse des navetteurs ou des membres du personnel. Je vous remercie de votre attention.


Josy Arens LE

Madame la présidente, tout d'abord, je voudrais remercier Mme Buyst pour le dépôt de ce texte important qui mérite la discussion que nous avons pour le moment. Je salue le fait qu'il s'agisse d'une proposition de loi et pas d'une proposition de résolution. Ce ne sera pas un texte qui sera dans une armoire quelque part mais un texte qui entrera en vigueur et qui fera bouger les choses.

Je m'engage bien évidemment à soutenir cette proposition de loi. Il est vrai que lorsqu'on connaît le coût du tabac sur la santé publique - certains ont précisé le nombre de victimes par an -, on ne peut pas être insensible à tout cela. C'est une belle proposition que je soutiendrai avec mon groupe.


Sophie Rohonyi DéFI

Chers collègues, je remercie notre collègue pour le dépôt de cet important texte qui porte sur le tabagisme, qui est un véritable enjeu de santé publique. Chaque année, près de 8 millions de personnes dans le monde décèdent des causes du tabac. En Belgique, chaque année, près de 20 000 décès sont directement causés par le tabac. C'est un chiffre interpellant quand on sait que 2 millions de nos concitoyens sont fumeurs.

Pour faire baisser ces chiffres, il est indispensable d'adopter des mesures qui soient toujours plus ambitieuses, diversifiées et complémentaires. Il faut lutter contre le tabagisme actif et passif dans tous les secteurs, partout où il sévit, partout où le tabac appauvrit, rend dépendant, rend malade, voire tue.

Je tiens à remercier les collègues d'Ecolo-Groen qui ont introduit cette proposition de loi. Une entreprise publique telle que la SNCB se doit de montrer l'exemple en acceptant que dès le 1ᵉʳ janvier 2023, l'ensemble de ses quais s'ajouteront à la liste des endroits où il est interdit de fumer, que ces quais soient couverts ou non.

J'entends que les collègues de la N-VA s'offusquent, stipulant que l'interdiction de fumer se justifierait où beaucoup de personnes sont concentrées au même endroit, ce qui ne serait pas le cas des quais, à leur humble avis. Ainsi, il y aurait une distinction entre les quais en ville et les quais à la campagne, pour lesquels cette interdiction de fumer ne se justifierait pas.

À l'instar de mes collègues, je ne vous suis pas. À la campagne, on observe qu'il y a moins de trains, un toutes les heures, là où dans les villes il y en a un toutes les 5 ou 10 minutes. Lorsqu'il y a moins de trains, il y a forcément une plus grande affluence. À la campagne, il y a aussi moins de quais. Dans ma commune de Rhode-Saint-Genèse, il y a deux quais, l'un pour aller vers Bruxelles et l'autre pour aller vers Nivelles.

Là aussi, j'espère que cela changera grâce au volontarisme de notre ministre de la Mobilité et que nous connaîtrons bientôt ce fameux RER dont on parle tant.

Lorsqu'il y a moins de quais, il y a forcément une plus grande concentration de voyageurs qui attendent sur ce même quai. Il y a ceux qui vont à Bruxelles-Central, puis ceux qui prennent le train qui arrive cinq minutes après pour aller à Anvers et encore ceux qui prennent le train qui arrive encore cinq minutes après pour aller à Bruxelles-Luxembourg. Toutes ces personnes sont concentrées sur le même quai pour prendre différents trains.

La différence qui s'appliquerait aux quais situés en ville comme à la campagne ne tient selon moi pas la route. Cette mesure que mon parti soutient ne doit pas, à notre sens, être vue comme une mesure punitive. Au contraire, elle doit être vue comme une mesure préventive et même incitative, à savoir une mesure qui participerait à notre objectif commun – je pense, je l'espère en tout cas – d'encourager nos concitoyens à prendre toujours plus le train et ce, dans des conditions agréables pour toutes et tous.

C'est aussi une mesure qui protégera les jeunes d'une exposition précoce au tabac dans des espaces publics tels que le sont ces quais de gare. Cette mesure, le secteur de la santé la sollicitait depuis longtemps, trop longtemps. Je pense principalement à la Fondation contre le Cancer ou à Générations sans tabac. Cette mesure, les citoyens la soutiennent aussi. C'est non négligeable puisque c'est finalement ce soutien qui sera un gage de son applicabilité et in fine de son efficacité. D'ailleurs, une enquête menée par la Fondation contre le Cancer démontre que 62 % des personnes qui ont été interrogées à ce sujet sont favorables à une interdiction de fumer sur les quais, notamment parce qu'elle rendrait l'attente beaucoup plus agréable pour les voyageurs qui ne fument pas. Cette mesure, la SNCB, elle aussi, la soutient. Elle l'a fait savoir en ces mots: "Les avantages à cet égard sont nombreux. Il y a entre autres bien sûr les effets bénéfiques sur la santé de tous les voyageurs et du personnel de la SNCB.". Cela a été rappelé par ma collègue socialiste à l'instant. "L'interdiction de fumer sur les quais permettra également de réduire le nombre de mégots sur les quais et dans les voies, ce qui améliorera aussi la propreté de la gare et le confort des voyageurs."

Ces constats, mon groupe les rejoint parce qu'ils soulignent bien tous les avantages qui sont liés à cette mesure d'interdiction sur le plan de la santé publique, mais aussi de la prévention et de l'environnement.

Je tiens également à rappeler qu'aux Pays-Bas, en France et au Royaume-Uni, cette interdiction de fumer sur les quais est déjà entrée en vigueur.

Nous avons tous les espoirs que cette mesure constituera une réelle plus-value dans notre lutte contre le tabagisme, mais encore faut-il que cette interdiction puisse être effectivement contrôlée. Or, selon l'Union des Villes et Communes, il serait difficile pour la police des chemins de fer, mais aussi pour la police locale d'effectuer ce contrôle, notamment en raison d'un manque de moyens. Il faudra donc que le vote de ce texte s'accompagne d'un véritable effort budgétaire à destination de nos communes pour que celles-ci puissent se préparer, d'ici la date d'entrée en vigueur de ce texte, donc d'ici le 1ᵉʳ janvier prochain, à la mise en place de cette interdiction tant en ce qui concerne les contrôles et les potentielles augmentations d'agressions envers le personnel qui pourraient en résulter qu'en ce qui concerne les autres aspects tels que le déplacement du problème des mégots à l'entrée des gares. Il faudra aussi miser sur l'information correcte des navetteurs via différents canaux d'information pour qu'ils puissent prendre connaissance de cette nouvelle interdiction. Nous veillerons à ce que le gouvernement fédéral puisse soutenir les entités fédérées dans cette importante démarche.

En conclusion, mon groupe soutiendra avec enthousiasme cette mesure d'interdiction de fumer sur les quais de gare, mesure qui devra s'inscrire dans le cadre d'une politique globale et structurelle de lutte contre le tabagisme qui devra être impulsée par un vrai plan interfédéral. Il s'agit, finalement, d'une nécessité pour notre santé à toutes et tous.


Jean-Marie Dedecker LDD

Mevrouw de voorzitster, ik moet u meedelen dat ik dit wetsvoorstel, tot ieders verwondering waarschijnlijk, niet zal goedkeuren.

Ik zal het wetsvoorstel niet goedkeuren, maar niet omdat ik de roker wil verdedigen. Net als u allemaal vind ik roken Russische roulette spelen met de gezondheid, het stinkt, het is vervelend en het verkort het leven. Ik zal het ook niet verdedigen vanuit het oogpunt van de rokers. Net zoals de heer Van den Bergh heb ik daarover nogal wat boeken gelezen omdat ik in mijn privéleven van heel dichtbij werd geconfronteerd met de gevolgen van roken. Mijn vader is gestorven aan longkanker. Hij had meer teer in zijn longen dan er op zijn oprit lag. Toen hij mij zei dat hij longkanker had, vroeg ik hem wat hij zou doen en hij antwoordde dat hij van dokter zou veranderen. Die opstandigheid zit dus waarschijnlijk wel in de genen omdat ik nogal hou van vrijheid.

Een boek dat ik heb gelezen en dat u misschien allemaal eens zou kunnen lezen, is het boek van Robert N. Proctor, The Nazi War on Cancer. Nazi-Duitsland was immers het eerste land dat antirookcampagnes voerde onder het motto ‘Uw lichaam is van de nazi en van de Führer’. Niet dat ik u daarvan verdenk, absoluut niet. Ik heb overdrijvingen genoeg meegemaakt in mijn lange carrière. In 1999 was er hier zelfs een groene minister – l'histoire se répète – Magda Aelvoet, die de chocoladesigaretten wilde verbieden, want dat leidde tot zwaarlijvigheid. Ik heb er niet genoeg van gegeten, maar ik heb wel last van zwaarlijvigheid. Ik heb echter nooit gerookt.

Waarom zeg ik dat? In uw wetsvoorstel, mevrouw Buyst, spreekt u over het percentage dat gewonnen is voor het rookverbod op perrons, wat betekent dat 38 % van de mensen dat niet is. Voor de groenen, een partij die nog geen 10 % van de maatschappij vertegenwoordigt, is 38 % niet veel. Hoe kan men dan rekening houden met die 38 %? Dat wil zeggen dat die 38 % het niet allemaal goed op een rijtje hebben. Bij die 38 % zijn er heel wat zwakke mensen, mensen die verslaafd zijn, mensen die niet naar het stadion van Anderlecht of Club Brugge gaan, maar die wel de trein moeten nemen. Dat is immers een noodzaak om bijvoorbeeld naar het werk te gaan. Als men de trein verlaat en een nicotineshot nodig heeft, dan heb ik daar respect voor.

De roker is een beetje de melaatse geworden in onze maatschappij. Het heeft altijd wel een reden. Er zijn inderdaad 16.000 doden. De roker is echter een melaatse in de maatschappij. We zijn begonnen met de roker te bannen uit zijn stamcafé. Hij was een asielzoeker in zijn eigen stamcafé: hij mocht nog buiten roken. Als hij nu de trein verlaat, mag hij ook al niet meer roken.

Ik woon aan de zee, met de gezondste lucht van het land. In Oostende, mijnheer De Vriendt, hebben ze misschien de beste kroketten, maar wij, in Middelkerke, hebben de gezondste lucht.

Ik kom terug op het tweede deel van uw wetsvoorstel, dat betrekking heeft op meeroken.

Daarover zijn ontzettend veel wetenschappelijke studies verschenen van het Vlaams Instituut Gezond Leven dat zegt hoe gevaarlijk meeroken is. Ik hou evenwel van het Vlaams Instituut van het Gezond Verstand. In een ondertussen voorbijgestreefde studie van 1998 vond de Wereldgezondheidsorganisatie toen nog geen negatieve effecten van het meeroken. Ik geef echter toe dat er negatieve effecten zijn. Vervolgens is er een studie verschenen van de National Association of Insurance Commissioners, dat zijn de rijkste verzekeraars van de wereld. Als zij iets zeggen, is het altijd in hun voordeel. Volgens hen leven rokers gemiddeld vier jaar, ofwel 1.460 dagen, korter. Niet alleen zij, maar ook de gereputeerde Britse Coventry Laboratory stelt dat iemand die dagelijks thuis en op het werk continu blootgesteld is aan passief roken, slechts één duizendste van de dosis rook van een roker binnenkrijgt. Van passief roken krimpt de levensverwachting dus met anderhalve dag.

Mijn vrouw rookt ook en dat is geen reden om te scheiden. We kunnen er wat lacherig over doen, maar voor mij gaat het vooral om de solidariteit met de zwakkeren, de verslaafden. Er is veel meer solidariteit met de cannabisrokers die 30% meer kans hebben op schizofrenie, dan met de rokers. Rokers worden uit onze maatschappij gebannen.

We evolueren stilaan naar een maatschappij van gezondheidsbetutteling, een repressieve gezondheidsstaat.

Ik weet dat er geen enkele rationele reden is om te roken. Ik heb het nooit gedaan in mijn leven, nooit! Ik heb daarvoor te veel aan sport gedaan. Maar een ander het recht ontzeggen om in open lucht een sigaretje te roken – of zelfs een sigaartje voor de rijken, ik weet dat dat niet ligt bij de linkse kerk – daar zal ik me altijd tegen verzetten. Hoe het ook zij, ik vind het nog altijd een recht om buiten een sigaretje te roken. Die betuttelings- en repressiemaatschappij laat ik aan mij voorbijgaan. Ik ben misschien nog een oude mei '68'er – ik zie de heer Mertens lachen – en ik zou eens een wetsvoorstel 'verboden te verbieden' moeten indienen. We zijn echt aan het evolueren naar een verbodsmaatschappij waarin alles wat plezier en soelaas brengt …

U hebt gelijk mevrouw: zien roken doet roken, zien eten doet eten – ik ben daar een voorbeeld van – en zien drinken doet drinken, maar als men stopt met drinken en eten gaat men dood, dus men moet oppassen.


Nicolas Parent Ecolo

Madame la présidente, "tout ce qui est excessif est insignifiant" et je ne vais pas m'attarder sur certains propos qui viennent d'être formulés. Manifestement, on confond parfois la séance plénière avec la buvette! Moi, je fais partie d'une génération tabac, j'ai grandi avec le tabac dans les buvettes de foot, chez le coiffeur, dans la voiture, dans le train, dans les cafés… Tout cela sans être fumeur.

On a connu ces dernières années les progrès de la législation qui ont rendu ces environnements partagés plus agréables pour toutes et tous, malgré les inquiétudes initiales. Aujourd'hui, où en sommes-nous? Des constats ont été formulés, notamment par le collègue Van den Bergh, et il convient de les répéter. En Belgique, le tabac tue chaque année 14 000 personnes, soit près de 40 personnes par jour. C'est un chiffre auquel on ne peut pas s'habituer, et il n'y a pas un jour à perdre par rapport à ce constat.

Notre stratégie, on la connaît. Il y a eu des législations: le prix sur le tabac, les lieux, les messages… Mais c'est assez inefficace, il faut reconnaître qu'on peut faire mieux, et c'est l'engagement du gouvernement, l'engagement de la majorité: à l'horizon 2028, une réduction de la consommation globale du tabac, particulièrement chez les plus jeunes. C'est aussi sur cette base que le mouvement "Générations sans tabac" a été initié, avec - notamment - la Fondation contre le Cancer.

"Générations sans tabac" a pour objectif de faire en sorte que les enfants nés après 2019 ne soient plus exposés au tabac. On a beaucoup parlé des fumeurs, on a moins parlé des nouvelles générations. C'est aussi à elles que ce texte s'adresse, avec pour objectif de limiter effectivement le tabagisme passif, mais aussi, à titre préventif, pour éviter la répétition des comportements entre générations et sortir de la boucle.

L'appel de "Générations sans tabac" est large. Il se tourne vers les particuliers, mais aussi vers les pouvoirs publics et les collectivités, avec les stades de football de la Pro League - qui ont adopté une interdiction générale de fumer dès la saison 2021-2022 - ou les communes, qui leur ont emboîté le pas en rendant les aires de jeux sans tabac, par exemple à Verviers. C'est également le cas en Flandre, dans certaines communes N-VA.

Monsieur Roggeman, vous m'avez dit en commission – je vous remercie d'ailleurs pour vos arguments, qui étaient constructifs par rapport à d'autres – que les interdictions dans ces communes visent avant tout à prévenir les incendies. En bon historien, comme vous, je suis allé vérifier le règlement de Beveren pour voir quel est le motif de l'interdiction de fumer sur les terrains de jeux et de sport en plein air.

Voici l'argument: "Beveren s'engage à faire en sorte que le plus grand nombre possible de lieux fréquentés par les enfants soient non-fumeurs. Cela réduit les risques que les enfants allument une cigarette plus tard, et ils sont également protégés contre les substances nocives contenues dans la fumée du tabac. Les fumeurs ne sont bien évidemment pas obligés d'arrêter de fumer. En outre, les recherches montrent que la grande majorité des fumeurs indiquent qu'ils ne souhaitent pas que leurs propres enfants commencent à fumer. Il existe donc une large base de soutien à cette initiative. Commune de Beveren". Vous pouvez aller voir le site de la commune.

Je partage cette analyse et cette stratégie soutenue par la N-VA au niveau local. À ces arguments plaidant pour un environnement sans fumée, y compris dans les environnements publics à l'air libre, Suzanne Gabriels, experte en prévention tabac à la Fondation contre le Cancer ajoute: "Le tabac est une addiction. Ce n'est pas un libre choix. En ce sens, des mesures qui interdisent de fumer sur des lieux sont efficaces pour affronter l'envie." Comme les Chemins de fer hollandais en tant qu'entreprise publique transportant chaque jour 900 000 navetteurs de différentes générations, la SNCB peut jouer un rôle d'exemple particulièrement fort dans cette nouvelle politique de prévention.

Après avoir interdit de fumer dans les trains en 2004 - je n'ai pas réécouté les débats de l'époque mais cela aurait pu être intéressant -, avoir étendu cette interdiction à ses gares et bâtiments accessibles au public en 2009, la SNCB souhaite rendre tous ses quais non-fumeurs. Cette proposition vise à concrétiser cette ambition et la SNCB s'y prépare avec l'expérience pilote à Malines qui nous rendra un avis d'ici quelques mois.

Cet avis couplé à l'amendement en plaçant l'interdiction effective de la mesure à la date du 1ᵉʳ janvier 2023 doit permettre d'organiser une campagne de communication positive pour que chacun puisse être mis au courant, personnel et navetteurs. Cela va permettre aussi de renforcer l'adhésion au message de santé publique qu'elle véhicule au-delà des clichés dont certains se font déjà le relais. La clarté et la force de communication sont des enjeux essentiels pour limiter une dimension marginale, des incompréhensions et in fine seulement, les amendes.

Mais nous pouvons être confiants. Selon une enquête réalisée par la SNCB auprès de ses clients, sept voyageurs sur dix déclarent être favorables à l'interdiction de fumer sur tous les quais. Ce n'est pas le seul avis positif reçu: SPF, ministre de la Santé, ministre de la Mobilité, Chemins de fer hollandais, Fondation contre le Cancer, c'est donc une large coalition et pas seulement la volonté d'un parti politique.

Le texte a suscité des questions. En ce qui concerne les syndicats, des contacts positifs et constructifs ont eu lieu sur la santé mais également sur les tensions entre le personnel et les navetteurs. L'amendement déposé vise à établir une période de transition prévue pour que la SNCB ait effectivement suffisamment de temps pour informer les voyageurs des nouvelles règles. Cette période de transition doit aussi nous permettre de tirer pleinement profit de l'expérience pilote de Malines et de Charleroi pour adapter les dispositifs et les messages vers les navetteurs et le personnel. Cette période de transition va également permettre la poursuite du dialogue entre la SNCB qui est volontaire et son personnel.

À côté de cela, il y a un débat plus large sur la sécurité dans les trains. Il a été initié aussi par notre groupe en commission pour notamment renforcer le personnel dans les gares et sur les lignes à risque.

Ce débat se poursuit également au sein du gouvernement, avec la ministre de l'Intérieur et le ministre de la Justice.

En ce qui concerne le déplacement des comportements vers les entrées de gare, je n'ai pas de boule de cristal. Mais dans quelle proportion et où? Les expériences pilotes nous permettront sans doute d'adapter la mise en place du dispositif sur le terrain.

Vous voyez des incidences négatives potentielles. Moi, je vois aussi des solutions, non seulement pour diminuer la consommation des fumeurs, mais également pour éviter que certains commencent, selon l'argument que "voir fumer fait fumer".

Les quais sans fumée, c'est aussi une décision importante sur le plan environnemental. L'interdiction de fumer sur les quais permettra de réduire le nombre de mégots au sol sur les quais, et donc sur les voies, ce qui améliorera la propreté de la gare et rendra l'espace partagé plus agréable.

Il y a aussi une dimension sociale, bien entendu. La pauvreté rend malade; la maladie rend pauvre. Les indices socio-économiques ont une incidence forte sur l'espérance de vie, la proportion de maladies chroniques, le besoin de soins. Dès lors, nous avons besoin d'une politique de prévention forte.

Bien entendu, ce débat sur la politique de prévention en matière de consommation du tabac dépasse les quais de gare. C'est d'ailleurs pour cela que des communes ont emboîté le pas et interdisent, elles aussi, le tabac sur les aires de jeux pour enfants.

À cette mesure s'ajoutent d'autres mesures visant notamment à l'amélioration de l'aide au sevrage pour réduire le nombre de fumeurs et aider les fumeurs. À ce sujet, le Fonds des affections respiratoires a lancé la campagne "Ensemble vers un nouveau souffle" qui mise essentiellement sur des activités de bien-être. La Fondation contre le Cancer a également lancé le "Buddy Deal" qui propose d'arrêter en duo, dès ce mois de mai.

C'est donc le bon moment. C'est le momentum pour permettre à la SNCB de contribuer à cette politique de prévention, pour que demain, nous puissions effectivement donner une chance à une génération sans tabac. Je vous remercie.


Tomas Roggeman N-VA

Mevrouw de voorzitster, ik heb aandachtig geluisterd naar de diverse interventies en ik heb ondanks de meningsverschillen een verbazend grote consensus vastgesteld over het principe achter het voorstel. Dat we mensen moeten ontraden te roken, heb ik bij elke spreker, over alle partijgrenzen heen, gehoord. Ik ben het eens met collega Van den Bergh dat te veel mensen roken en dat te veel mensen slachtoffer worden van roken.

De kernvraag is natuurlijk: hoe krijgen wij mensen van de sigaret af.

Mijn antwoord is dan dat wij moeten inzetten op rookpreventie. Mevrouw Buyst heeft zeer terecht verwezen naar tal van steden en gemeenten in Vlaanderen die inzetten op rookvrije generaties. De heer Parent heeft het nog concreter gemaakt door te verwijzen naar gemeenten en steden waar de N-VA mee in het lokaal bestuur zit, die ontradingscampagnes voeren, onder andere Beveren. Ik zal u zelfs een frappanter voorbeeld geven, mijnheer Parent. Ik zet als schepen van Volksgezondheid te Dendermonde zelf ontradingscampagnes op, plaats bordjes aan de speelpleinen om mensen te ontmoedigen om te roken en of ze te doen stoppen met roken omwille van rookvrije generaties. Mevrouw Dierick zit daar te gebaren. Zij werkt daaraan mee. Wat een prachtig voorbeeld van partijenoverschrijdende consensus.

Mensen bewustmaken, mensen overtuigen, dat is daarbij de leidraad. Maar uw voorstel gaat natuurlijk een stuk verder. Uw voorstel is niet gericht op ontrading. U wilt niet overtuigen. U wilt verbieden. Men mag niet roken. En waarom mag dat niet? Omdat het in de wet staat! Punt aan de lijn. Men kan een eind verder gaan roken; daar mag het wel. Zo staat het in het voorstel. Wees eerlijk, daarmee overtuigt u natuurlijk niet. De heer Vandenbroucke heeft intussen het halfrond verlaten. Hij noemde het een karikatuur dat rokers zouden verzamelen aan de ingang van de stations, maar dat is natuurlijk niet meer dan de logische consequentie. Mevrouw Buyst heeft zelf gezegd dat de NMBS asbakken wil plaatsen in de buurt van de ingangen van de stations. Dat rokers gebruik zouden maken van die asbakken, is natuurlijk geen karikatuur. Dat is eenvoudig de realiteit. Zij zijn ervoor uitgevonden.

Als zien roken, doet roken, wat ik samen met u vrees, is het laatste wat u moet doen de rokers verzamelen op een locatie in de buurt van de toegangen tot de stations, in het zicht van elke passant. Daarmee haalt u roken niet uit de normaliteit. Integendeel, u bestendigt het.

Het voorstel is daarom contraproductief. Het zal u dan ook niet verbazen dat wij bij ons standpunt blijven en dat wij ons zullen onthouden bij de stemming over het voorstel.


President Eliane Tillieux

Madame Buyst, vous avez la parole, mais nous allons veiller collectivement à ne pas recommencer tous les débats, lesquels furent riches lors des réunions de commission. En tout cas, comme co-auteur de la proposition de loi, vous pouvez conclure.


Kim Buyst Groen

Mevrouw de voorzitster, ik zal het heel kort houden.

Ik heb gezegd dat de NMBS asbakken zal plaatsen in de voorziene rookruimtes of plaats waar ze de rokers de kans wil geven om dan een sigaretje te roken. Ik heb niet gezegd dat dat aan de ingang zal zijn. In Mechelen bijvoorbeeld is dat eerder verder van de ingang. Het argument dat de heer Vandenbroucke gebruikt heeft, is hier ook van toepassing, namelijk dat het niet de bedoeling is dat iemand die de trein wil nemen lange tijd in het station verblijft. Normaal gezien ben je daar maar heel even.

Ik begrijp dat mensen dat nicotineshot nodig zouden hebben. Voor verslaafden is dat niet evident. Op het moment dat je de trein uitstapt, is echter toch niet het eerste wat je moet doen een sigaret opsteken. Je kan een beetje verder wandelen en daar dat nicotineshot opdoen.

Het allerbelangrijkste argument voor deze wet is de volgende generatie, die we doen opgroeien in een samenleving waarin het normaal is rookvrije ruimtes te hebben. Die volgende generaties ontraden we op die manier. Het wil niet zeggen dat we mensen doen stoppen met roken. Het zal gemakkelijker zijn om de sigaret te laten liggen, maar het is vooral voor de volgende, rookvrije generatie een heel belangrijk wetsvoorstel. Ik dank de collega's voor hun steun.