Proposition 55K1642

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 30 août 2013 portant le Code ferroviaire.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Dec. 4, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
EC Directive European Union transport and mobility rail transport

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA MR
Voted to reject
PVDA | PTB
Abstained from voting
VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Jan. 14, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Marianne Verhaert

Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.


Nicolas Parent Ecolo

Madame la présidente, chers collègues, comme cela a été dit en commission, il s'agit d'une transposition technique d'une directive européenne. Il est néanmoins question d'avancer vers une Europe du rail à travers une plus grande simplification et une uniformisation des démarches administratives pour les opérateurs ferroviaires. C'est une avancée en matière d'intégration des réseaux européens. Ce n'est pas la panacée. Cela s'inscrit toutefois dans un sillon positif.

La sécurité des voyageurs et du personnel est également un point d'attention avec des objectifs clairs de gouvernance à travers un renforcement de l'indépendance des agences de contrôle, en cas d'accident. L'article 9 du texte vise, en outre, le respect des conditions de travail. C'est un aspect important qui nécessite la poursuite du dialogue social entamé au niveau belge.

La commission a pu disposer d'avis larges et constructifs des entreprises ferroviaires, des syndicats, de l'Union européenne, des organismes de sécurité et d'enquête. Ces avis sont positifs ou neutres ou veillent encore à attirer l'attention de la commission et du Parlement sur des questions essentielles concernant, entre autres, la sécurité en général et la sécurité du personnel (conditions de travail).

Il ne faut pas faire dire au texte ce qu'il ne dit pas. Il ne s'agit pas d'un texte de positionnement sur, par exemple, la libéralisation du rail ou d'un texte qui va résoudre tous les problèmes. Mais c'est un texte qui, à travers des modalités techniques, vise à mettre en œuvre une Europe du rail, une Europe où on peut se déplacer plus facilement en train de Bruxelles à Vienne, de Bruxelles à Malmö, de Bruxelles à Berlin, de Bruxelles vers le Sud de l'Europe ou vers les pays voisins. C'est une ambition que nous soutenons pour rendre le rail plus concurrentiel par rapport aux modes de transport polluants.


Maria Vindevoghel PVDA | PTB

Collega's, ook wij konden niet akkoord gaan met de voorgestelde technische aanpassing van het spoorpakket. Dat moest nog vóór het kerstreces op een drafje behandeld worden, ook al gaat het om een document van 772 bladzijden. Wij hebben toen voorgesteld het advies van verschillende instanties te vragen en dat is ook gebeurd.

Dat een voorstel technisch van aard is, betekent echter niet dat het niet tevens politiek kan zijn. De collega van Ecolo verweet me zelfs dat ik bij onderhavige tekst te veel aan politiek deed. Het gaat hier echter over het vierde spoorpakket en aangezien dat van groot maatschappelijk belang is, is het natuurlijk ook een politieke kwestie.

Het vierde pakket lokte in 2016 in heel Europa, terecht, veel verzet uit bij de vakbondsorganisaties. De eerste twee pakketten toonden immers de gevolgen van de liberalisering voor het goederenvervoer en het internationaal vervoer al heel goed aan. Tijdens de bespreking van het regeerakkoord stelde ik al dat het goederenvervoer illustreert dat liberalisering geen goede zaak is: elk jaar opnieuw komt Lineas smeken om financiële steun terwijl de arbeids- en loonvoorwaarden er niet goed zijn. In de landen waar men al veel verder staat met de liberaliseringspolitiek, zien we dat die een catastrofe geworden is.

De Britse situatie toont duidelijk aan dat de liberale ideologie van concurrentie tegengesteld is aan de noden van de bevolking. De diensten en het materieel gaan erop achteruit, met alle gevolgen van dien voor de veiligheid. De ticketprijzen stijgen er en men begint nu weer spoorlijnen in overheidshanden te geven.

Vooral Nederland toont vandaag al de consequenties van het vierde spoorpakket. Binnenkort heeft men daar nog slechts tien volledig bemande stations met ticketbalies. Reizigers moeten zich nu tot een praatpaal wenden of een app gebruiken. Ondertussen voert men in het parlement een debat over het terugdringen van de marktwerking bij het spoor, de omgekeerde richting uit dus. In Nederland kende men de award aan de nationale spoorwegen toe, wat Vivaldi hier met de NMBS deed. Dat is een goede zaak. In Nederland zijn er wel al meerdere privéspelers actief in het reizigersvervoer en die zullen de gunning aan de NS, een politieke beslissing, nu aanvechten voor de rechtbank door gebruik te maken van de regels uit het vierde spoorpakket. De Nederlandse liberale regering wordt zo als het ware gegijzeld door de private vervoersbedrijven en ze zien geen weg meer terug.

Dat is precies wat ons te wachten staat. We zijn nog niet vergeten dat ook Vivaldi de deur heeft opengezet voor de liberalisering via enkele proefprojecten zonder de Europese regelgeving.

Dat een regelgevende en technische actualisering nodig is om een beter geïntegreerd treinnetwerk in de gehele Europese Unie tot stand te brengen, spreekt voor zich, maar niet zonder voldoende sociale bescherming voor werknemers, reizigers en milieu. De roekeloze en verplichte liberalisering van onze spoorwegenmarkt is zeker niet de weg naar een betere toekomst voor het spoor. Wij zijn voor meer internationale samenwerking, maar dan zonder de uitverkoop van de openbare dienst.

Wij zullen tegen deze liberale dogma's stemmen, die onder een dun laagje modernisering een sprong terug betekenen van tientallen jaren wat betreft de rechten van de werknemers, de kwaliteit van de dienstverlening en de veiligheid van de burgers. We zien welke ravage de liberalisering in andere sectoren teweeggebracht heeft, zoals in de luchtvaart. We willen geen 'ryanisering' van het spoor. We moeten gaan voor een efficiënt en duurzaam vervoerssysteem dat de uitstoot van broeikasgassen drastisch vermindert. De spoorwegen zijn een nuttige manier om dit doel te bereiken. Het is absoluut noodzakelijk dat we in dit vervoersmiddel investeren en het toegankelijk maken. Dit moet in handen van de overheid blijven. Het vierde spoorpakket is voor ons dus stap in liberalisering waarin wij niet willen meegaan.

Zelfs de NMBS zegt in de aanbeveling – ik citeer: "als spooronderneming belast met de opdrachten van openbare dienstverlening in België, volgt de NMBS elke ontwikkeling op het vlak van liberalisering van de spoorwegmarkt op de voet. De omzetting van de technische pijler van het vierde spoorpakket is hierin een belangrijke stap." Ik zeg dat niet, de NMBS zegt dat.

ACV-Transcom heeft opmerkingen gemaakt, jammer genoeg te laat, na de bespreking in de commissie. ACV-Transcom heeft een aantal elementen gesuggereerd op het vlak van veiligheid en arbeidsomstandigheden van de werknemers. Een van de belangrijkste punten van kritiek is het gebrek aan toezicht op de rijtijden die een invloed kunnen hebben op de veiligheid. Het jaarverslag van 2020 van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) stelt dat er controle is van documenten maar niet van rijtijden en arbeidstijden. Nog volgens de DVIS is het beheer van de onderaanneming een heel kwetsbaar punt omdat het onvoldoende uitgewerkt is om de problematiek van de rijtijden op een correcte manier te kunnen inschatten.

De Europese transportfederatie (ETF) onder­streept dat de veiligheid zal moeten bewaakt worden en werknemers hun rechten moeten kunnen verdedigen.


Ministre Georges Gilkinet

Madame la présidente, oui, ce texte est conséquent, très technique mais aussi politique! Je suis d'accord sur ce sujet avec Mme Vindevoghel. C'est un projet qui fait avancer la Belgique du rail. Il s'agit, comme l'a très bien décrit M. Parent, de faciliter le passage de frontières, de coordonner les mécanismes de contrôle, d'agrément du matériel et de faciliter le transport de marchandises et de personnes de pays à pays. En cela, il s'inscrit très largement dans les ambitions du gouvernement de faire du rail la colonne vertébrale de la mobilité, de développer le transport de marchandises, qui se développe fortement au plan international, et d'apporter des alternatives écologiques et sécurisées à d'autres modes de transport plus polluants pour le transport international de personnes.

Il ne concerne donc pas les autres projets du gouvernement que j'ai le plaisir de défendre en commission de la Mobilité. Il ne concerne pas ce qu'il se passe aux Pays-Bas, mais qui est certainement très intéressant. Il n'a pas trait à la libéralisation du rail. Il consacre de nombreux progrès en matière ferroviaire. Il est d'ailleurs largement soutenu. Il l'a été en commission de la Mobilité, que je remercie. Il l'a été par de nombreux acteurs, dont je me réjouis du soutien. Et je remercie ceux qui ont travaillé sur ce texte: mon prédécesseur François Bellot et surtout le SPF Mobilité qui a remarquablement coordonné le travail technique de transposition de cette directive importante pour construire l'Europe du rail.

Je me réjouis donc du vote de ce texte d'ici quelques minutes, madame la présidente.