Proposition 55K3238

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant des dispositions diverses en matière d'énergie.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
March 21, 2023
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
natural gas electrical energy energy policy innovation hydrogen

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP Open Vld MR
Voted to reject
N-VA LDD VB
Abstained from voting
LE DéFI PVDA | PTB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

May 11, 2023 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De rapporteurs, de heren Cogolati en Warmoes, verwijzen naar het schriftelijk verslag.


Bert Wollants N-VA

Collega’s, over deze verzamelwet hebben we een hele discussie gevoerd in de commissie. We moeten die niet helemaal overdoen, maar wat ons natuurlijk nog altijd bijblijft, zijn twee elementen die het wat moeilijk maken.

Het eerste element is het element van de bevoegdheden. Zoals ik heb aangehaald in de commissie worden bepaalde definities verruimd, waardoor ze voortaan ook elementen bevatten die volgens ons nog altijd onder de bevoegdheid van de gewesten vallen. Als het gaat over specifieke bevoegdheden inzake waterstof heeft de minister aangegeven dat in de teksten een beperking tot de federale bevoegdheden ter zake voorzien is.

Tot heden is echter nog nooit uitgesproken welke die federale bevoegdheden nu exact zijn. We weten allemaal dat er enige tijd geleden een initiatief was om tussen de gewesten en de federale overheid tot een juridische uitklaring te komen van waar de bevoegdheden exact lagen. Dat bleek uiteindelijk een dood spoor, met als gevolg dat ieder zijn eigen weg is gegaan. Door hier nu te verwijzen naar de federale bevoegdheden, zonder duidelijk te maken welke die eigenlijk exact zijn, wordt de hele discussie verschoven naar een volgende fase. Daardoor vrezen we dat dit opnieuw voor onderlinge discussies zal zorgen. Dat is dus geen goede oplossing. Op de vraag waar de bevoegdheden dan exact lagen, heeft de minister in de commissie naar ons aanvoelen ook niet geantwoord. Dat maakt het natuurlijk nog complexer. Ik begrijp dat ze misschien net om die reden dat soort uitleg niet in de parlementaire voorbereiding bij deze wet wil.

Het tweede element is dat deze verzamelwet gedeeltelijk gedateerd is. Er staan elementen in die specifiek als bedoeling hadden om voor de low-carbon tender het kader te vormen, zodat dat die kon plaatsvinden. Er waren wel wat bezorgdheden op het vlak van bevoorradingszekerheid. Sinds het laatste verslag van Elia zijn die wat weggeëbd, wat natuurlijk niet wil zeggen dat ze niet opnieuw kunnen verschijnen. Die teksten staan nog allemaal in deze verzamelwet. We zullen die zo dadelijk ter stemming voorgelegd krijgen, maar de minister heeft al aangegeven dat ze niet zullen worden gebruikt. Ze heeft zelfs beloofd dat ze er bij een volgende aanpassing van de wet weer zullen worden uitgehaald. Ik zie dus niet goed in waarom het Parlement dergelijke ballast in de wet zou moeten goedkeuren. Het is dan ook onzorgvuldig. Volgens mij hadden die zaken er perfect uitgehaald kunnen worden.

Dat zijn de redenen, dat die bevoegdheidsoverschrijdingen - of de vrees daarvoor - niet voldoende uitgeklaard zijn en wij bovendien ballast in de wet krijgen, waarom onze fractie het ontwerp niet zal kunnen ondersteunen. Wij herhalen dus het stemgedrag dat wij ook in de commissie hebben aangehouden.


Kurt Ravyts VB

Mevrouw de minister, het betreft hier inderdaad een verzamelwet. Een van de voorliggende wetswijzigingen moest onder meer de basis leggen voor een gerichte veiling voor het leveringsjaar 2024-2025, de zogenaamde low-carbon tender, die rond koolstofarme technologieën zou werken, onder meer en vooral batterijprojecten en vraagbeheer.

Mijnheer Wollants, het is inderdaad waar dat deze regering qua bevoorradingszekerheid – mijnheer Van Lommel, daarrond draait het hier allemaal – permanent moet rijden en omzien. U kent ongetwijfeld nog Koen Bultinck, een voormalig Kamerlid, die dat altijd zei: men moet rijden en omzien. Klaarblijkelijk moet deze regering een stop-and-gobeleid ontwikkelen, niet alleen door de tijdelijke onbeschikbaarheid van een deel van het nucleaire park in Frankrijk, maar heel duidelijk ook door een aantal politiek-ideologische keuzes, namelijk het stelselmatig verder uitrollen van de kernuitstap. Dat doen wij immers, wij rollen die kernuitstap stelselmatig verder uit. Mijnheer Wollants, dat is uiteraard ook een keuze van de vorige federale regeringen.

De situatie in Frankrijk gaf onder andere aanleiding tot bijkomende sensitiviteiten in Elia’s adequacy and flexibility study van twee jaar geleden. Mogelijk zou er een tekort van 500 megawattuur aan capaciteit zijn voor de winter van 2024-2025, eigenlijk het jaar voor de feitelijke inwerkingtreding van het CRM-mechanisme. Mevrouw de minister, daarom hebt u in 2022 een winterplan uitgewerkt. Daarin kaderde die low-carbon tender, die wij uiteindelijk in het najaar van 2023 toch niet zullen organiseren, omdat het niet langer nodig is. Er is een soort voorafname op de volgende adequacy and flexibility study van Elia gekomen, waarin staat dat het eigenlijk niet meer nodig is. Er is geen nood aan bijkomende capaciteit om de bevoorradingszekerheid voor de winter van 2024-2025 bijkomend te versterken. Er is zelfs een licht overschot volgens de studie. Daarom hebt u beslist om in het najaar van 2023 niet tot die veiling over te gaan. Dat is dus inderdaad enigszins gedateerd.

U hebt de keuze om de betrokken bepalingen uit de voorliggende wet weg te laten wel onderzocht, maar u hebt de beslissing om ze weg te laten uiteindelijk niet genomen. Het is blijkbaar de bedoeling dat u die slapende bepalingen later dit jaar zult opkuisen in het kader van een aantal wetswijzigingen voor het CRM. Dat is nogal merkwaardig allemaal, Vivaldi blijft innoverend.

Een ander onderwerp is waterstof. Mevrouw de minister, de artikelen over waterstof in de voorliggende wet beperken zich volgens u tot de federale bevoegdheden ter zake, namelijk de invoer van energie in het kader van de bevoorradingszekerheid, de grootschalige energieopslag en -productie en het energietransport. Mijnheer Wollants, dat is de invulling, ik kan het ook niet helpen. U hebt misschien een andere invulling, maar het is onduidelijk wat de echte invulling is, aangezien er geen akkoord is tussen de Vlaamse en federale regering. Een nota daarover werd nooit gevalideerd door de Vlaamse regering. De Raad van State was wel zeer kritisch voor dit onderdeel van deze verzamelwet. De Raad heeft die schemerzone over de bevoegdheid voor klimaatneutrale waterstof zeer duidelijk aangemerkt.

Mevrouw de minister, low carbon tender of niet, we tasten voorlopig nog altijd in het duister over de bevoorradingszekerheid voor de winters na de kernuitstap. Collega Van Lommel volgt de onderhandelingen tussen de regering en ENGIE Electrabel van zeer nabij op. Vandaag is de nieuwe einddatum 30 juni 2023. Een einddatum heeft iets apocalyptisch, want als het tegen dan niet lukt een akkoord te sluiten, dan stort alles in elkaar. Dat is misschien een overdrijving, maar we blijven in onzekerheid leven en dat is het belangrijkste punt. Het is hallucinant dat we, hoewel we in het duister tasten, in de commissie voor Energie een uur lang blijven bakkeleien over een hoorzitting over SMR’s. Nog steeds zijn er verschillende collega’s in dit halfrond die nieuwe nucleaire infrastructuur als klimaatneutrale technologie blijven afweren, stoemelings of expliciet.

Vlaams Belang pleit ervoor om zo snel mogelijk nieuwe nucleaire infrastructuur aan te trekken en een echt aanbodbeleid te ontwikkelen. De energiemix van de toekomst moet hernieuwbaar én nucleair zijn. Vorig jaar nog zei de heer Bouchez, die zich teruggetrokken heeft uit het televisieprogramma Special Forces, naar aanleiding van deze low carbon tender, dat België tegen 2030 over vijf kernreactoren met een verlengde levensduur moet beschikken. De bouw van nieuwe reactoren, SMR’s, moet tegen dan zijn gestart. In 2024 zou een volgende regering – ik ga ervan uit dat de heer Bouchez een regering zonder de dames Van der Straeten, Khattabi, Leroy, De Sutter en de heer Gilkinet bedoelt – onmiddellijk moeten starten met de bouw van nieuwe kerncentrales. De locaties zouden nu al moeten worden vastgelegd.

Wij vinden dat zeer goed en zouden hem hierin graag steunen, maar wij zijn natuurlijk ook een klein beetje realistisch en houden van de eigenlijk gediskwalificeerde charmezanger Marco Borsato, een Nederlander, die ooit zong dat dromen bedrog zijn. Het is bij de heer Bouchez zoals bij Marco Borsato: als je wakker wordt naast hem, dan droom je nog. Wij voelen bijna dagelijks zijn adem en zien zijn gezicht en wij hopen dat een keer in de zoveel tijd dromen toch uitkomen.

Mevrouw de minister, er zijn duidelijk partijen in de huidige regering die andere plannen hebben dan u. Er is momenteel echter geen enkel lid van die partij aanwezig, waarvoor dank. (Gelach)


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mevrouw de minister, wij bespreken een wetsontwerp houdende diverse bepalingen. Ik zal de kwalificaties die de commissievoorzitter daarop heeft toegepast maar vermijden, maar zoals zo vaak zitten er dan goede en minder goede zaken in voor ons. Wij kunnen ons dan ook alleen maar onthouden, maar dat moet ik toch even motiveren.

Wij steunen, ten eerste, uiteraard de aanpassing van de definitie van aardgas, omdat wij er uiteraard voorstander van zijn om de uit de aarde gewonnen fossiele brandstoffen te vervangen door andere brandstoffen die geen of een minder groot klimaateffect hebben.

Ten tweede, het is al door de collega’s aangehaald dat u niet van plan bent de gerichte veiling voor de winters van 2024 en 2025 uit te voeren, omdat de nieuwe berekeningen van Elia van begin april 2023 aantonen dat dat niet meer nodig is. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar wij vinden het toch een beetje gek dat artikels in een wetsontwerp worden goedgekeurd in het volle besef dat ze nooit zullen worden toegepast en dat u van plan bent om ze eind dit jaar weer uit de wet te halen. Wat ons betreft, had het beter geweest om een amendement op het wetsontwerp te laten goedkeuren, zodat de artikels er meteen uit worden gehaald.

Wij hebben om verschillende redenen een groter probleem met de artikelen 14 en 15 van het wetsontwerp over het subsidiestelsel ten gunste van waterstof. Ten eerste is er de bevoegdheidsdelegatie aan de Koning, die eigenlijk neerkomt op een blanco cheque aan de regering. Onze mening is dat het Parlement ter zake moet kunnen beslissen. Ten tweede is het voor ons evident dat er nog fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek moet gebeuren naar waterstof. Dat onderzoek moet natuurlijk worden gevoerd met het oog op het algemeen belang en dus vanuit de overheid komen. Daarom verzetten wij ons tegen de toekenning van onderzoeksubsidies aan privéondernemingen, die vaak winstgevend zijn en dat niet nodig hebben en die alleen onderzoeken wat past in hun strategie van winstmaximalisatie.

Waterstof is voor ons een deel van de puzzel van de energietransitie en geen wonderoplossing. Voor ons, en zo ik begrepen heb in de commissie, ook voor u, mevrouw de minister, geldt als algemene regel elektrificeren wat kan en alleen waterstof voor wat elektrisch niet kan. Dat is een gevolg van de wetten van de natuur, de fysica en de chemie, die maken dat veel energie verloren gaat bij de omzetting van elektriciteit naar waterstof. Het is dan ook veel efficiënter om elektriciteit rechtstreeks te gebruiken, indien die beschikbaar is. Voor sectoren die niet of moeilijk geëlektrificeerd kunnen worden, bijvoorbeeld de zware industrie, staal en petrochemie of het zware transport, langeafstandscontainerschepen of -vliegtuigen, kan waterstof wel benut worden, maar niet voor andere toepassingen, bijvoorbeeld auto’s.

Met betrekking tot de opslag is het voor ons ook nog geen uitgemaakte zaak of waterstof de enige of meest geschikte technologie is. Dat zal moeten blijken. Waarschijnlijk zal een combinatie van technologieën nodig zijn.

Het gevolg is dat er voor ons inzake de productie van waterstof alleen geïnvesteerd kan worden in groene waterstof, dus geproduceerd op basis van hernieuwbare energie. Wij zijn gekant tegen het produceren van zogenaamde blauwe waterstof, met aardgas en carbon capture and storage. Dat is voor ons een model om het businessmodel van de gasindustrie in stand te houden. Vandaag waterstof produceren zonder overschot aan hernieuwbare energie verhoogt de uitstoot en is dus niet wenselijk. Momenteel is dat in ons land af en toe wel het geval, maar meestal niet. Het is eigenlijk alleen het geval als er zeer veel wind en zon is.

De productie van waterstof moet, volgens ons, voorafgegaan worden door een aanzienlijke ontwikkeling van hernieuwbare energie op een gecontroleerde en planmatige manier.

Dat betekent in een land als het onze natuurlijk ook dat de electrolysers om die waterstof te produceren niet volcontinu kunnen werken. Dat staat voor ons haaks op een private eigendom ervan, omdat een private ondernemer die in een installatie geïnvesteerd heeft, die natuurlijk zoveel mogelijk wil laten draaien om zoveel mogelijk winst te maken. Men kan hem dat niet kwalijk nemen, maar als ze dan moeten worden stopgezet omdat er niet voldoende hernieuwbare energie beschikbaar is, dan zullen de investeerders hiervoor gecompenseerd willen worden. Daarom is het onze visie dat de waterstofproductie in publieke handen moet gebeuren.

Wij verzetten ons tegen de import van waterstof van buiten de Europese Unie. Het zou wel kunnen als het exportland zelf al een overschot aan groene elektriciteit heeft, vanuit dezelfde redenering, maar bij ons weten is dat, zeker buiten Europa, nog nergens het geval. Wellicht zal dat in de toekomst wel kunnen in landen als Denemarken en Nederland, waarbij de Europese Unie dan zelf kan instaan voor de eigen hernieuwbare energiebevoorrading.

Mevrouw de minister, wij zullen ons bij de stemming over dit wetsontwerp onthouden.


Minister Tinne Van der Straeten

Wij hebben dit debat al uitvoerig in de commissie gevoerd.

Ik wil nog even reageren op het zogenaamde stop-and-gobeleid, waarbij men wel verklaringen aflegt maar vervolgens geen beslissingen neemt. Het feit dat de Low Carbon Tender niet wordt gelanceerd, is geen voorbeeld van een stop-and-gobeleid, maar wel van een vooruitziend beleid.

Wij hebben hierover vorig jaar vaak gesproken, toen we werden geconfronteerd met enerzijds, de inval van Rusland in Oekraïne en, anderzijds de problemen in Frankrijk met de onbeschikbaarheid van de nucleaire centrales. We hebben toen verschillende keren een assessment gemaakt over wat dit betekent voor onze bevoorradingszekerheid.

Aanvankelijk werd uitgegaan van een probleem voor de winter van 2024-2025. Dat probleem zou in de nieuwe adequacy- en flexibiliteitsstudie van Elia gekwantificeerd om zo het volume te kunnen berekenen.

Op die manier hebben wij parallel gewerkt. Er werd parallel al het nodige wetgevende werk opgestart. Wij hebben parallel met de Europese Commissie gesproken zodat, als het volume bekend zou zijn, we onmiddellijk tot de veiling zouden kunnen overgaan.

Uit de berekeningen van Elia bleek dat er geen tekort was, maar een overschot van 100 megawatt. Dat is op de eerste plaats een goede zaak want dat betekent dat we voor de winter van 2024-2025 in elk geval geen probleem hebben. In de commissie heb ik gezegd dat het inderdaad eleganter zou zijn geweest om die bepalingen er uit te halen. Het ontwerp van wet was evenwel reeds ingediend in het Parlement. We hebben daar geoordeeld dat het niet enkel het schrappen van een artikel betrof, maar dat het artikel ook doorwerkte in de definities. Daarom hebben we besloten dit mee te zullen doen met andere wetswijzigingen die er nog aankomen, waarmee we ook andere bepalingen kunnen opkuisen, bijvoorbeeld de strategische reserve die we dan ook niet meer nodig hebben voor de winter 2024-2025.

Voor de winters vanaf 2025 weet u dat we zeer intensief onderhandelen met de kernenergie-exploitant wat betreft de doorstart en levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3. Dat wilde ik nog graag even verduidelijken.


Bert Wollants N-VA

Mevrouw de minister, het blijft sowieso voor ons een vreemde manier van werken: eerst iets inschrijven dat we niet nodig zullen hebben, waarvan u hebt gezegd dat we het niet zullen gebruiken en dat u het er bij de eerstkomende gelegenheid uit zult halen. Het is een beetje uitgesteld werk, u schrijft het nu in om het er nadien terug uit te kunnen halen.

Ten tweede, uiteraard weten wij dat u onderhandelt over de verlenging van de levensduur van die twee centrales. We hebben reeds een tiental vragen gesteld om te vernemen hoe dat zit en hebben daar zeer parallelle antwoorden op gekregen, elke keer opnieuw. Vandaag moeten we uit de krant leren dat het alleen maar verder uit elkaar drijft en dat er heel wat discussie is over wanneer de centrales effectief zouden mogen starten. U ging ervan uit dat er een doorstart was richting 2025. We lezen dat ENGIE nog altijd spreekt over de winter 2026, wat opnieuw voor enige onzekerheid zorgt. Dit betekent dat we uiteraard zullen moeten bekijken wat er gebeurt als we niet kunnen rekenen op de in het verhaal meegetelde megawatt. Het zou kunnen dat u dan opnieuw naar de tafel moet om oplossingen te zoeken, maar dat is dan weer iets voor een andere avond.


Kurt Ravyts VB

Mevrouw de minister, taalkundig hebt u misschien gelijk wat het stop-and-gobeleid betreft, maar u kunt toch niet ontkennen – en collega Wollants is mijn getuige – dat u bij de lancering van het winterplan in commissie verschillende keren hebt beklemtoond dat dankzij het paradepaardje van de low carbon tender de energiebevoorradingszekerheid permanent zou worden gemonitord. Vandaar dat ik de omschrijving stop and go hebt gebruikt, ook al was dat misschien niet helemaal correct.

Ik zou het nog negatiever kunnen omschrijven, maar dat zou intellectueel oneerlijk zijn. Ik zou het woord improvisatie kunnen gebruiken, niet in de letterlijke zin van het woord, omdat u natuurlijk steeds moet verdergaan op actualiseringen in de monitoring door de netbeheerder. Hoe dan ook draagt dat bij tot de algemene sfeer van onzekerheid. Collega Wollants heeft daarnet zelfs heel omfloerst gezegd dat u, mocht het niet lukken op 30 juni, een en ander moet meenemen in de onderhandelingen, ook al zullen we er volgens hem altijd wel uitkomen. Dat alles voedt toch de sfeer van permanente onzekerheid.

Eigenlijk kunnen we niet met 100 % zekerheid zeggen hoe het gesteld zal zijn met de bevoorradingszekerheid in de winters nadat vijf van de zeven kerncentrales gesloten zullen zijn, wat ik betreur. Die onzekerheid blijft, vandaar dat ik dat ter gelegenheid van de bespreking van het ontwerp van verzamelwet nog even wilde aankaarten.