Proposition 55K1880

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 27 avril 2018 sur la police des chemins de fer en ce qui concerne la procédure applicable à la suppression des passages à niveau.

General information

Authors
CD&V Jef Van den Bergh
Open Vld Marianne Verhaert
Vooruit Joris Vandenbroucke
Submission date
March 24, 2021
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
traffic signs rail network transport infrastructure transport safety road safety rail transport signalling device road traffic

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR PVDA | PTB VB
Abstained from voting
N-VA LDD

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Nov. 17, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

Mme Kim Buyst, rapporteur, s'en réfère à son rapport écrit.


Tomas Roggeman N-VA

Mevrouw de voorzitster, collega's, de afschaffing van een spooroverweg is een heel ingrijpende stap en kan een grote impact hebben op lokale gemeenschappen. Ze kan in sommige gevallen dorpen of wijken in twee of in drie stukken snijden. Lokale besturen zullen zeker voorbeelden kennen uit de eigen omgeving of eigen streek, waar afschaffingen van overwegen op veel lokaal verzet stuiten.

De ingrijpendheid van een dergelijke afschaffing staat in groot contrast met het complete en volslagen gebrek aan een wettelijke procedure ter zake. Door het ontbreken van regels geldt de wet van de sterkste. Wij spreken hier over Infrabel, een groot autonoom overheidsbedrijf met een miljardenbudget. Er zijn maar weinig gemeenten, die een dergelijke krachtmeting aankunnen.

In een hoorzitting die wij op 10 maart 2021 hebben georganiseerd in de commissie voor Mobiliteit, kwam heel sterk naar voren dat er ter zake een heel groot probleem is. Er was consensus over alle politieke partijen heen, behalve bij Infrabel, die ook vertegenwoordigd was. Volgens die maatschappij was er niks aan de hand, was er geen enkel probleem en was er voldoende inspraak. Een heel ander geluid kregen wij te horen van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en van de vzw Trage Wegen, die ons kwamen vertellen dat gelijk partnerschap tussen de gemeenten en Infrabel niet bestaat. Zij vertelden ook dat de lokale overheden onderhandelen met het mes op de keel, dat burgers en inwoners op geen enkele wijze worden gehoord en dat het opheffen van spoorovergangen soms wordt gebruikt als pasmunt voor het aanleggen van fietssnelwegen, hoewel dat expliciet in strijd is met een goedgekeurde parlementaire resolutie, met name DOC944 van de huidige legislatuur. Infrabel speelt het dus hard.

Op de vertegenwoordigers van Infrabel in de commissie na was iedereen het erover eens dat het anders moet, wat aanleiding heeft gegeven tot twee wetsvoorstellen, namelijk een wetsvoorstel van mevrouw Verhaert en collega's, gesteund door de meerderheid, en een tekst van mijzelf.

Wanneer wij spreken over de invoering van een nieuwe procedure voor de sluiting van een overweg, zijn drie elementen van cruciaal belang. Dat is, ten eerste, het feit dat Infrabel en de steden en gemeenten moeten kunnen spreken op voet van gelijkheid. Het is cruciaal dat de Kamer een wettelijk kader uitwerkt dat garant staat voor een eerlijk en gelijk partnerschap tussen, enerzijds, Infrabel, en, anderzijds, de lokale besturen.

Daarin wordt er in de tekst van mevrouw Verhaert niet voorzien. In het voorliggend wetsvoorstel is het Infrabel zelf, dat een procedure tot afschaffing van een overweg initieert, waarbij een lokaal bestuur een vrijblijvend advies mag formuleren, waarna het Infrabel vrij staat om dat advies naast zich neer te leggen en zijn zin te doen.

Daarom hebben wij een amendement ingediend dat stipuleert dat een instemming van de gemeente nodig is. Volgens Infrabel kan dat geen probleem zijn. Het bedrijf beroemt zich erop dat elke sluiting vandaag al gebeurt in onderling akkoord. Wij willen dat gegeven wettelijk verankeren.

Als we dat niet doen, dan betekent dat in de praktijk dat Infrabel geen andere verplichting dan die tot motivatie van de afschaffing opgelegd krijgt. Het resultaat zal meer administratie zijn, terwijl de tekst de betrokken gemeente geen betere positie biedt. Integendeel, het feit dat gemeenten vandaag in de praktijk geen medebeslissingsrecht hebben, wordt in het wetsvoorstel ook formeel verankerd, aangezien hun inspraak voortaan officieel niets anders is dan een advies dat genegeerd kan worden.

De VVSG klaagde aan dat een gelijk partnerschap niet bestaat. Dat is de essentie van het probleem. Een lokaal bestuur wordt gewoon het mes op de keel gezet. Dat probleem blijft dus en dreigt zelfs wettelijk verankerd te worden. Onze eerste amendement wil dat corrigeren.

De tweede hoeksteen die een nieuwe regelgeving moet bevatten, betreft een beroepsprocedure die zich moet afspelen bij een derde partij. Vandaag is Infrabel zowel rechter als partij. Het heeft financieel belang bij een sluiting van overwegen en het is ook degene die beslist. Een nieuwe procedure tot afschaffing van een overweg wordt vandaag door Infrabel geïnitieerd en ook beoordeeld. Er is vandaag geen derde actor in het spel waar men een beslissing bij kan aanvechten. Het initiële wetsvoorstel wou een dergelijke beroepsprocedure invoeren. Er was daartoe een procedure opgenomen in de oorspronkelijke versie van de tekst. Die bevatte weliswaar een paar tekortkomingen, maar die waren best te verhelpen. Jammer genoeg heeft de meerderheid beslist om de eigen beroepsprocedure bij amendement uit haar tekst te schrappen en de uitwerking volledig te delegeren aan de regering.

Het zal dus de minister van Mobiliteit toekomen om de nieuwe procedure uit te werken. Vervelend, want op het kabinet worden de Infrabeldossiers opgevolgd door – het zal u niet verbazen – mensen die gedetacheerd zijn vanuit Infrabel. Het ligt dus in de lijn der verwachting dat de minister geen KB zal publiceren over Infrabel zonder minstens met Infrabel te overleggen. Met andere woorden, in de praktijk zal Infrabel mee de pen vasthouden voor de uitwerking van een administratief beroep tegen zijn eigen beslissing.

Is dat een antwoord op het probleem dat Infrabel zowel rechter als partij is? Absoluut niet. Wel integendeel, het is er de bestendiging van. Het is, opnieuw, een formalisering van de overmacht van Infrabel ten aanzien van de lokale besturen. Ook daarvoor hebben wij een amendement ingediend, dat op zijn minst vastlegt dat een beroepsprocedure moet voorzien in de schorsing van de uitwerking van een beslissing tot afschaffing van een overweg in geval van een lopende beroepsprocedure, zoals de Raad van State vraagt. Het lijkt mij de absolute bodem, het minimum minimorum, dat we ten minste garanderen dat overwegen niet afgeschaft kunnen worden terwijl er een beroep loopt. Dat is hetgeen waarin ons amendement voorziet en het is ook wat de Raad van State zelf voorstelt.

De derde hoeksteen voor een nieuwe regeling betreft de toegankelijkheid van een beroepsmogelijkheid, niet alleen voor overheden maar ook voor burgers. Het advies van de Raad van State is expliciet en stelt voor een beroepsmogelijkheid voor particulieren in te bouwen. In de voorliggende tekst van de meerderheid verkiest men dat niet te doen. Eerlijk gezegd, collega's, dat begrijp ik niet. Ik begrijp niet waarom men weigert een beroepsprocedure in te voeren die openstaat voor burgers die betrokken partij zijn bij zo'n beslissing. In de commissie werd gezegd dat burgers zich dan maar tot de Raad van State moeten wenden om een zaak aanhangig te maken of een klacht in te dienen. Een procedure voor de Raad van State is echter bijzonder zwaar en duur. Men heeft daar een gespecialiseerde advocaat voor nodig. Voor een doorsnee particulier is dat niet weggelegd. De facto komt dat neer op het uitsluiten van een beroepmogelijkheid. Waarom? Ik weet het niet. In de commissie is er geen verklaring op die vraag gekomen, maar ik hoop die vandaag te mogen vernemen.

In elk geval, hoe het ook zij, de Raad van State waarschuwt in zijn advies voor de grondwettelijkheid van de tekst. De Raad van State ziet een risico van nietigheid, een mogelijke vernietiging door het Grondwettelijk Hof, indien er geen beroepsprocedure voor particulieren ingeschreven wordt.

Als u wenst dat uw wet standhoudt, collega's, dan hebt u er alle belang bij om ons derde amendement te steunen, dat opnieuw volledig in lijn ligt met het advies van de Raad van State en de aanbevelingen van de vzw Trage Wegen.

Ik vat het even samen. Het uitgangspunt voor deze wetgevende initiatieven was het inperken van de overmacht van Infrabel. Dat is terecht, alle partijen die hier vertegenwoordigd zijn, waren het daarover eens. Wat vandaag voorligt, impliceert echter een versterking van de overmacht van Infrabel. De instemming van de gemeenten of de wegbeheerder wordt volslagen overbodig. Infrabel kan vanaf nu alleen beslissen, wat nadrukkelijk door de vzw Trage Wegen, de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten en het Vlaams Gewest zelf wordt afgeraden.

Een beroepsprocedure wordt ingevoerd, wat op zich een intrinsieke verbetering is, maar die is alleen toegankelijk voor overheden, zonder opschortende werking. Gemeenten kunnen procederen om een overweg opnieuw open te krijgen na de sluiting, maar niet om die open te houden voorafgaand aan een sluiting, wat opnieuw nadrukkelijk door de Raad van State wordt afgeraden.

Voor burgers is er zelfs geen beroep mogelijk. Zij moeten maar direct naar de Raad van State gaan, wat ironisch genoeg door de Raad van State zelf afgeraden wordt.

Een administratief beroep wordt uitgewerkt door de minister en zijn kabinetsleden, gedetacheerd vanuit Infrabel, waardoor de kans toeneemt dat Infrabel opnieuw rechter en partij wordt, wat het probleem ten gronde bestendigt eerder dan het weg te nemen.

Wij hebben drie amendementen ingediend die daaraan tegemoetkomen. Als die niet worden aangenomen, dan vrees ik voor de uitkomst en voor de termijn waarop uw wet overeind zal kunnen blijven.

Mevrouw Verhaert, u had in het begin de zeer juiste intentie om de overmacht van Infrabel te corrigeren. Ik vrees dat u met deze tekst in ongewijzigde vorm zult eindigen als onbedoelde speelbal in handen van Infrabel, want met dit resultaat dient u - onbedoeld, daar twijfel ik niet aan - het belang van het overheidsbedrijf, tegen de belangen van steden en gemeenten in.

In de commissie hebben we de achterliggende, juiste intenties gezien. Ik had begrip voor de aanpak, maar als de meerderheid ervoor kiest om die amendementen weg te stemmen, die aanbevelingen van de Raad van State zijn, als de meerderheid ervoor kiest om exact het tegendeel te bewerkstelligen van de goede intenties bij de aanvang van dit wetgevend proces, dan zullen wij de plenaire stemming over het geheel niet steunen en zullen wij ons onthouden. Wij onthouden ons omwille van het intrinsieke positieve effect van de invoering van een beroepsmogelijkheid. Wij kunnen echter niet voor stemmen omwille van de argumenten die ik heb aangehaald.


Kim Buyst Groen

Mevrouw de voorzitster, collega's, de trein is een van de veiligste manieren om zich te verplaatsen, maar waar de sporen het andere verkeer kruisen, zijn vaak zwarte punten. Sinds 2015 is er bij Infrabel een actieplan voor het verhogen van de veiligheid op die punten. Toch is er maar een beperkte daling van het aantal ongevallen aan spoorwegovergangen in België, zeker in vergelijking met andere Europese landen. Dat alles maakte dat de Ecolo-Groenfractie een resolutie heeft ingediend in 2021, die ook unaniem gestemd werd in deze Kamer in mei 2021. Naar aanleiding van die resolutie hebben we een aantal hoorzittingen georganiseerd waarin we verschillende stakeholders in dit verband hebben gehoord. In die resolutie namen we een verzoek op waarin de procedure tot het afsluiten van spoorwegovergangen herzien moest worden door een wettelijk kader te bieden om het afsluiten van overwegen beter te definiëren om onder meer lokale overheden en inwoners bij dit proces te betrekken en maatschappelijke belangen mee in acht te nemen.

Wat de heer Roggeman daarjuist heeft beschreven, klopt. Het afsluiten van een overweg heeft inderdaad zware consequenties voor de lokale mobiliteit. Het klopt ook dat verschillende gemeentebesturen zich met de rug tegen de muur gezet voelen, dat buurtbewoners zich afgeknipt voelen van de rest van hun dorp, dat wandelaars, fietsers en landbouwers moeten omrijden en niet meer makkelijk op hun bestemming raken. In meer dan 60 % van de gevallen wordt immers niet in een doorgang voorzien in de vorm van een tunnel of een brug.

De Ecolo-Groenfractie was dus zeer verheugd dat mevrouw Verhaert een wetsvoorstel heeft ingediend in onze commissie die dat net wil verhelpen, dat net wil zorgen voor dat wettelijk kader. In de commissie hebben we kunnen vaststellen dat er een grote discrepantie was tussen wat Infrabel daarvan vond en alle andere stakeholders, zoals de VVSG, lokale besturen, Trage Wegen vzw.

Dit wetsvoorstel strekt er in eerste instantie toe een aantal principes vooropstellen waaraan Infrabel zich moet houden, bij het nemen van die beslissing. Daarbij is er voldoende ruimte voor advies van de gemeente en, wat de heer Roggeman niet heeft vermeld, waaraan een openbaar onderzoek aan voorafgaat. Op die manier wil het wetsvoorstel dat mevrouw Verhaert indiende de inspraak van de gemeente al van bij aanvang van de beslissing invoeren. Daarnaast schrijft deze wet de mogelijkheid in dat gemeente en wegbeheerder in beroep kunnen gaan tegen de afschaffing, wanneer zij van oordeel zijn dat er te weinig rekening werd gehouden met de in de wet ingeschreven principes. Ik ga er van uit dat mevrouw Verhaert dadelijk nog meer zal toelichten wat haar wetsvoorstel inhoudt, maar omdat er op deze manier voldoende aandacht wordt besteed aan lokale overheden en bewoners, alsook de maatschappelijke belangen voldoende in acht worden genomen, zal onze fractie dit wetsvoorstel steunen.


Laurence Zanchetta PS | SP

Madame la présidente, chers collègues, pour notre groupe, il est nécessaire de favoriser au maximum la sécurité sur nos routes. Malheureusement, il faut encore constater chaque année que trop d'accidents surviennent sur les passages à niveau de notre pays. Lorsque risque d'accident il y a, il est nécessaire d'intervenir en faveur de solutions pérennes. La suppression de passages à niveaux fait partie de ces solutions. Cependant, de telles suppressions ne peuvent être décidées sans que ne soient impliqués les autorités et les citoyens concernés.

Comme nous le savons, la suppression de passages à niveau est une question importante pour les entités locales et leurs habitants tant elle concerne leur mobilité au quotidien, que ce soit durant les travaux ou après le nouvel aménagement de la voirie.

Depuis quelques années maintenant, Infrabel multiplie les chantiers de suppression de passages à niveau, près de 400 ayant été supprimés depuis 2005. Face à cette tendance, il nous parvient des communes, de leurs habitants et des autorités locales le sentiment de manque de concertation. Or, leur implication est fondamentale. Les citoyens seront les premiers concernés par les travaux et les aménagements de la voirie. Les pouvoirs communaux, quant à eux, devront s'assurer que la mobilité reste garantie au sein de leur territoire.

Nous ne pouvons que nous réjouir que cette proposition de loi soit aujourd'hui soumise à notre Assemblée dans la mesure où ce texte fixe des balises équilibrées qui permettent le dialogue entre les différentes parties concernées par la suppression du passage à niveau.

Premièrement, je citerai la mention aux conditions requises à la suppression d'un passage à niveau dont le fait que cette suppression doit être motivée et son impact sur la mobilité locale pris en considération. Sans supposer que ces deux critères n'aient pas été remplis jusqu'à présent, nous pouvons nous réjouir que ces points soient inscrits dans la législation.

Deuxièmement, je souligne le fait que les communes soient promptement invitées à fournir un avis et à réaliser une enquête publique. Ceci participe de nos ambitions en matière de politique de proximité et de participation citoyenne que nous voulons la plus ouverte et inclusive possible.

Enfin, notons que cette proposition de loi prévoit des possibilités de recours dans le chef des communes et des gestionnaires de voiries.

Tout ceci permet de fonder les bases d'un dialogue entre le gestionnaire de l'infrastructure ferroviaire, les pouvoirs locaux et les citoyens quant à la suppression des passages à niveau. La sécurité prime. La chose est certaine mais il importe que les mesures prises ne soient pas exemptes d'un débat de proximité, d'un débat constructif au sein duquel la compréhension mutuelle des parties peut être véritablement établie.

C'est en ce sens que notre groupe a travaillé en commission sur ce texte et à la rédaction des amendements.

Je saisis l'occasion qui m'est offerte pour remercier mes collègues pour le travail collectif qui a été mené ainsi que les organisations qui ont été consultées dans ce cadre.

Notre groupe soutiendra bien évidemment ce texte.


Pieter De Spiegeleer VB

Mevrouw de voorzitster, collega's, dit wetsvoorstel en de totstandkoming ervan wordt door de Vlaams Belang-fractie als hoopgevend beschouwd. Wij zullen dit dus steunen. Het wijst immers op een zekere consensus betreffende de noodzakelijkheid om de sluiting van spoorovergangen door Infrabel en vooral de manier waarop deze sluitingen tot stand komen te zien als een problematiek.

De hoorzitting van 10 maart van vorig jaar, hier reeds aangehaald door collega Roggeman, heeft toch wel wat ogen geopend. Infrabel stond nagenoeg alleen. Er was een zeer grote consensus. Ik mis in dit voorstel echter, en ik wil dat toch benadrukken, de inhoudelijke scherpte en eensgezindheid die toen naar voren kwam.

Elkaar overtuigen dat minstens de indruk leeft dat spoorovergangen eenzijdig gesloten worden door Infrabel, veelal onder de paraplu van veiligheid, efficiëntie en zelfs verbeterde mobiliteit, was en is dus helemaal niet meer nodig. Het sluiten van een overweg heeft zeer zeker een impact, een vaak onderschatte impact, op het doorgaand verkeer en dus de mobiliteit in het algemeen, zeker in regionale en lokale mobiliteit, vooral in landelijke gebieden.

Het sluiten van overwegen zorgt simpelweg voor het verplaatsen van dat verkeer naar een andere overweg. Vaak ontstaan dan situaties waarbij het verkeer als het ware getrechterd wordt naar één bepaalde overweg, waardoor men dan geconfronteerd wordt met een onhandige en vaak ook onveilige mix van zeer diverse verkeersmodi. Het klassieke beeld van de personenwagen die staat te wachten voor een gesloten overweg tussen een bestelwagen met gehaaste bestuurder, een vrachtwagen, een fietsend kind dat van school komt en een oogstmachine is niet uit de lucht gegrepen. Dat is een dagelijkse realiteit. Hoe meer dergelijke overgangen in landelijke gebieden gesloten worden, hoe meer wij dergelijke beelden zien. Dat kan helemaal niet de bedoeling zijn.

Het wetsvoorstel legt de nadruk op de zogenaamde participatieproblematiek en interceptieregeling. Die participatieproblematiek legt de vinger op de wonde. Infrabel gebruikt veel grote worden, ook op de website, met frases als 'samen komen tot de best mogelijke oplossing, steeds in overleg met lokale overheden'. In de praktijk lijkt ons dat zeer zelden het geval te zijn en worden laatstgenoemden vaak voor voldongen feiten geplaatst, die lokale overheden of wijkcomités en dergelijke.

Zeer vaak, dat lezen wij ook zwart op wit, krijgen lokale overheden het sluiten van overwegen als een deel van een soort van onderhandelingspakket voorgeschoteld door Infrabel. Vaak staat de sluiting van een overweg of een reeks overwegen in een gemeente of regio in hetzelfde dossier als de aanleg van een fietssnelweg.

Het is hier al ter sprake gekomen: dat zijn zaken die eigenlijk niet zouden mogen kunnen. Dat zijn dossiers die los van elkaar gezien moeten worden, maar waarover door de mastodont Infrabel vaak in één pakket wordt onderhandeld. De opening van een fietssnelweg is wel één van de zaken waar de lokale burgemeester of schepen wel de pers mee kan halen, maar hij zal de inwoners niet kunnen wijsmaken dat hij daarvoor iets opgeofferd heeft.

Tot slot geef ik mee dat Vlaams Belang hoopt dat dit wetsvoorstel een aanzet kan zijn om de efficiëntie en de veiligheid van spoorwegovergangen in het algemeen onder een kritische 21ᵉ-eeuwse loep te nemen en verder werk te maken van een ernstige aanpak van de overwegproblematiek, zeker in rurale en semirurale gebieden, maar ook in onze havengebieden. Dat wordt vaak vergeten. De havengebieden vormen nog steeds een zwarte vlek wanneer het gaat over ongelukken aan spoorovergangen. Zo bleek recentelijk nog uit een antwoord op een schriftelijke vraag van mijzelf aan het kabinet van minister Gilkinet.

In de optiek van een hogere veiligheid en een betere mobiliteit voor alle weggebruikers mocht dit wetsvoorstel voor Vlaams Belang iets scherper zijn. Het mag zeker geen eindpunt zijn. In die geest zullen wij het alvast steunen.


Jef Van den Bergh CD&V

Mevrouw de voorzitster, kort wil ik het woord nemen om vooral de initiatiefneemster, Marianne Verhaert, erg te danken voor haar wetsvoorstel en te feliciteren met haar werk en het afgelegd traject.

Spoorweginfrastructuur die dorpen en gemeenten doorkruist, is heel harde infrastructuur en scheidt eigenlijk de bevolkingsgroepen die langs de ene en andere kant van die spoorweg wonen. Als de weinige doorgangen van die spoorweginfrastructuur dan ook nog dreigen te verdwijnen, soms tegen de wil van de lokale gemeenschap in, dan kan dat erg betekenisvolle gevolgen hebben. Dat geldt niet enkel voor de afschaffing van een spoorwegovergang in woonwijken, waardoor buren plots ver van elkaar dreigen te wonen, maar ook voor de afschaffing in meer landelijke gebieden, want wanneer een landbouwer bijvoorbeeld naar zijn velden wil, maar dat niet meer kan via de spoorwegovergang die hij daartoe jarenlang gebruikte, dan heeft dat ook belangrijke gevolgen voor die landbouwer-ondernemer. De afschaffing van een spoorwegovergang kan dus best wel impactvol zijn.

Daarnaast speelt het veiligheidsrisico, zoals collega Buyst aanhaalde. De spoorwegovergangen zijn dikwijls aandachtspunten vanuit het oogpunt van veiligheid op het spoor, bijvoorbeeld bij spoorlopers.

Het feit dat Infrabel bekijkt of op sommige plaatsen de gelijkgrondse spoorwegovergang kan worden vervangen door een ongelijkgrondse spoorwegovergang, is een terechte afweging, maar het lijkt ons de logica zelve dat dit steeds moet gebeuren in overleg met de lokale besturen. In die zin denk ik dat wij het wetsvoorstel – collega Marianne Verhaert heeft er verschillende maanden aan moeten trekken en sleuren en heeft veel moeten onderhandelen met verschillende partners in dezen – alleen maar ten volle kunnen ondersteunen.


Marianne Verhaert Open Vld

Collega's, eindelijk, eindelijk sta ik hier vandaag met een procedure voor de afschaffing van spoorwegovergangen in ons land. Er schortte iets fundamenteels aan de manier waarop Infrabel, als spoorwegbeheerder, tot vandaag overwegen schrapte. Er was namelijk geen inspraak, niet van betrokken lokale besturen, noch van omwonenden, trage weggebruikers of landbouwers. Dat is wel heel erg problematisch. De schrapping van een overweg heeft namelijk een aanzienlijke impact op de lokale verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid.

In maart vorig jaar hadden we in de commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen een zeer interessante hoorzitting over de spoorwegovergangen. Wie er toen bij was, zal zich zeker het verschil in standpunt van Infrabel en dat van de andere genodigden herinneren. Voor Infrabel was de absolute prioriteit de veiligheid en de robuustheid van het spoorgwegnet. De andere sprekers, onder meer de vertegenwoordigers van de VVSG, haalden terecht aan dat beslissingen over de afschaffing van een overweg een veel grotere impact hebben op omwonenden en gebruikers. De afschaffing van een spoorweg kan zelfs leiden tot een verslechtering van de verkeersveiligheid, doordat een veilig alternatief voor de duurzame weggebruiker wordt afgesloten. Dat is echter het resultaat wanneer men een beslissing neemt met een pennentrek vanuit een ivoren toren, zonder kennis van zaken op het terrein na consultatie van alle stakeholders.

Die tegenstelling hoor ik ook als burgemeester tijdens discussies over spoorwegovergangen. Ook andere collega's voeren die discussies in hun gemeenten voeren. Het grote probleem is het grote onevenwicht tussen de partijen aan tafel. Infrabel heeft op het moment immers de almacht om te beslissen. De lokale besturen zitten in de meeste gevallen slechts aan tafel om gewoon hun akkoord te geven of hun hoofd erbij neer te leggen.

De opzet van het wetsvoorstel dat ik heb ingediend, was de creatie van een formele procedure met mogelijkheid om tegen een dergelijke beslissing in beroep te gaan. Ik wilde een duidelijke procedure die eindelijk inspraak voor lokale besturen, omwonenden en belanghebbenden garandeert, met criteria bij beslissingen die verdergaan dan enkel spoorwegveiligheid, criteria die geïnspireerd zijn op die in het Vlaamse decreet betreffende de gemeentewegen, en die toelaat om beslissingen aan te vechten.

De heer Van den Bergh haalde al aan dat er sinds de indiening van mijn voorstel anderhalf jaar is verstreken en in die tijd is er veel gebeurd. Er is veel gepraat en gediscussieerd en soms ook ruzie gemaakt. Dat geef ik zeker toe. Ik stel soms dat wetten als worsten zijn. We kunnen maar beter niet zien hoe ze worden gemaakt. Ze kosten bloed, zweet en tranen. Het is het uiteindelijke resultaat dat telt. Met dat resultaat ben ik wel tevreden.

Sta me toe dieper in te gaan op de opmerkingen van de Raad van State. Ik ben ervan overtuigd dat het wel te verantwoorden valt om de administratieve beroepsmogelijkheid te beperken tot de gemeente waar de overweg is gelegen en tot de betrokken wegbeheerder. De wegbeheerder is uiteraard rechtstreeks betrokken bij de eventuele afschaffing van een overweg. De gemeente op wiens grondgebied de overweg gelegen is, staat in voor de organisatie van het openbaar onderzoek en verleent op basis daarvan een advies. De gemeente is dus perfect geplaatst om de belangen van alle belanghebbenden die aan het openbaar onderzoek hebben deelgenomen, op een correcte wijze te vertegenwoordigen in de administratieve beroepsprocedure.

Is die beroepsprocedure ideaal? Dat is ze misschien niet helemaal. Ik had persoonlijk ook liever gehad dat burgers op een eenvoudige manier beroep kunnen aantekenen. Het beste is echter de vijand van het goede. Wij hebben de afweging gemaakt tussen de spoorveiligheid en de werkdruk die de procedure met zich kan brengen.

Het kan voor mij uiteraard niet de bedoeling zijn dat de procedure onwerkbaar wordt. Ik heb er trouwens als burgemeester ook het volle vertrouwen in dat gemeenten aan de slag gaan om hun burgers te vertegenwoordigen in de administratieve procedure.

Bovendien maakt de voorliggende wettekst het eindelijk ook mogelijk om beroep aan te tekenen bij de Raad van State, een instantie waarop iedereen een beroep kan doen.

Ten slotte, wij vertrouwen er ook op dat de minister snel werk zal maken van de opdracht die door middel van het wetsvoorstel aan de Koning werd toegekend, met name de uitwerking van de procedure van het openbaar onderzoek en de beroepsprocedure.

Collega's, voorliggend wetsvoorstel is een werk geweest van lange adem. Ik hoop dat wij vandaag eindelijk mogen bogen op een goed resultaat en bedank iedereen die advies heeft verleend en aan de totstandkoming van de tekst heeft meegewerkt, net zoals alle leden die het voorstel mee ondersteunen.


Joris Vandenbroucke Vooruit

Collega's, ik heb weinig toe te voegen aan de zeer goede en genuanceerde toelichting van collega Verhaert. Ik ben blij dat we na veel overleg, hoorzittingen en afweging een heel mooi en werkbaar evenwicht hebben gevonden tussen enerzijds de spoorveiligheid, met afschaffing van overwegen, en anderzijds het belang van de leefbaarheid en de impact op lokale kernen waar die overwegen vaak gelegen zijn. Wij steunen voluit en met veel plezier dit prachtige initiatief van collega Verhaert.


Tomas Roggeman N-VA

Dank u, mevrouw de voorzitster. Ik zou graag in een tweede ronde nog even repliceren op een aantal zaken die gezegd werden. Als ik het betoog van sommige collega's beluister, vraag ik me namelijk af of wij wel dezelfde tekst hebben gelezen.

Verschillende collega's benadrukten het belang van inwoners en burgers erbij betrekken. Dat is zeer terecht, het is een belangrijk uitgangspunt. Mevrouw Buyst, het was inderdaad een van de centrale vragen of verzoeken in uw voorstel van resolutie van een tijdje geleden. Dat principe wordt vandaag evenwel niet gehuldigd. Inwoners en burgers worden vandaag niet betrokken bij de procedure tot afsluiting, die u hier in deze wettekst voorlegt. Er is een openbaar onderzoek, akkoord, maar daarmee legt u nog niets vast over wat Infrabel met de resultaten van dat onderzoek moet doen. Voor openbare onderzoeken bepaalt de decreetgever niet meer of minder dan dat de aanvrager – in casu Infrabel – zal moeten toelichten wat hij met het onderzoek heeft gedaan. Met andere woorden, het besluit tot afschaffing van een overweg zal daardoor een paar alineaatjes langer worden.

Als u het zo belangrijk vindt om inwoners en burgers te betrekken, waarom geeft u hen dan geen beroepsmogelijkheid? Ik heb het daarnet gevraagd, ik heb van geen enkele partij van de meerderheid een antwoord gehoord. Waarom voert u geen beroepsmogelijkheid in voor particulieren tegen een besluit tot sluiting van een overweg? Als u het werkelijk meent dat het zo belangrijk is om inwoners en burgers te betrekken, zet het er dan bij. Wij hebben een amendement, de Raad van State beveelt het aan, ga daarin mee.

Een tweede punt. Verschillende collega's benadrukten – opnieuw zeer terecht – dat het belangrijk is dat de lokale besturen betrokken worden. Lokale besturen moeten meer kunnen doen dan enkel adviseren. De belangen zijn veel te groot om toe te staan dat een lokaal bestuur de sluiting van een overweg louter moet ondergaan, dat men een adviesje kan geven en dat daarmee de kous af is. Mevrouw Verhaert, u schetste het zeer terecht: Infrabel heeft nu de almacht om te beslissen over de sluiting van een overweg. Na de goedkeuring van uw wet zal dat ook zo blijven. U bouwt in deze tekst geen enkel instrument in dat garandeert dat Infrabel niet langer eenzijdig kan beslissen. De gemeenten krijgen geen enkel medebeslissingsrecht, en dat is een groot probleem in deze tekst.

U vergelijkt uw wet met een worst. U was begonnen met een zeer mooie braadworst, maar na vanavond bakt u een smakeloze cervela.


Marianne Verhaert Open Vld

Collega Roggeman, we komen van heel ver. Nog geen half jaar geleden zat ik met vier gemeentebesturen aan tafel om te spreken over de beslissing van sluiting van overwegen. Infrabel stuurde zijn kat omdat het zich zo machtig voelde. We zetten hier wel een eerste stap. We geven de burgers wel inspraak via een openbaar onderzoek. Als u zegt dat een openbaar onderzoek geen inspraak geven is, dan vraag ik mij af waarom we die openbare onderzoeken nog organiseren.

Ook over de zaak der wegen, Vlaamse regelgeving, nemen de gemeenteraden beslissingen. Dit is gelijkaardig en we zetten hier een eerste, goede stap.