Proposition de résolution relative au génocide, de 1915 à 1923, des Arméniens de Turquie.
General information ¶
- Authors
- VB Steven Creyelman, Pieter De Spiegeleer, Annick Ponthier, Kurt Ravyts, Ellen Samyn
- Submission date
- April 30, 2020
- Official page
- Visit
- Status
- Rejected
- Requirement
- Simple
- Subjects
- Armenia Turkey foreign policy crime against humanity
Voting ¶
- Voted to adopt
- Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR PVDA | PTB
- Voted to reject
- N-VA LDD VB
Party dissidents ¶
- Michael Freilich (N-VA) voted to adopt.
- Malik Ben Achour (PS | SP) voted to reject.
- Kristof Calvo (Groen) voted to reject.
- Raoul Hedebouw (PVDA | PTB) voted to reject.
- Nathalie Muylle (CD&V) voted to reject.
- Cécile Thibaut (Ecolo) voted to reject.
Contact form ¶
Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.
Discussion ¶
April 22, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)
Full source
Ellen Samyn VB ⚠
Mevrouw de voorzitster, collega's, aan de vooravond van de 106ᵈᵉ herdenking van de Armeense genocide vraag ik graag uw aandacht voor ons voorstel van resolutie betreffende de genocide van 1915 tot 1923 op de in Turkije levende Armeniërs.
In 1915 ging het toenmalige Ottomaanse rijk, dat later Turkije zou worden, over tot de systematische eliminatie en deportatie van de Armeniërs die in het rijk woonden, waarbij volgens uiteenlopende schattingen tussen de 500.000 en 1,5 miljoen mensen het leven lieten.
Talloze studies werden reeds gewijd aan de toestand van de Armeense bevolkingsgroepen in Turkije aan het begin van de 20ˢᵗᵉ eeuw. Over het historisch bewijsmateriaal inzake de georganiseerde en stelselmatig gepleegde moord op de Armeniërs kan niet de minste twijfel bestaan. Deze feiten werden reeds door heel wat landen als een genocide erkend, waaronder Frankrijk en Duitsland en ook door Charles Michel op 18 juni 2015. De toenmalige premier erkende toen de Armeense genocide namens België.
Vier jaar later, op 24 april 2019, nota bene op de herdenkingsdag van de genocide door de Armeense gemeenschap, keurde dit Parlement een wijziging van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen goed, die voor de Armeniërs als een kaakslag aanvoelde. Hierin stond een onderdeel waarin een onderscheid werd gemaakt tussen genocides die wel strafbaar zijn wanneer men ze ontkent, minimaliseert of vergoelijkt en genocides waarvoor dit niet geldt. De Armeense genocide viel buiten het toepassingsgebied van de wet.
Er blijkt dus een pijnlijk verschil te bestaan tussen internationaal erkende en niet-erkende genocides. Ten tijde van de Armeense genocide bestond het misdrijf genocide nog niet. Nochtans bestaat er voldoende historische bewijs ter zake en voldoet de Armeense genocide aan de voorwaarden om internationaal als genocide bestempeld te worden.
De Armeense genocide is dus wel erkend door België, maar het is niet strafbaar om ze te ontkennen, goed te praten of te minimaliseren, zoals nochtans wel het geval is met de Holocaust, de Rwandese genocide van 1994 of de genocide op de Bosnische moslims in de Srebrenica in 1995.
Dat is een bizarre en tweeslachtige houding, aangezien we enerzijds de Armeense genocide erkennen, maar anderzijds de Armeense kwestie blijkbaar niet gewichtig genoeg om ze op te nemen in de negationismewet. De ene genocidie is in dit land blijkbaar de andere niet.
De collega's van de N-VA dienden in 2019 een amendement in om die bepaling te schrappen, dat helaas werd verworpen. Wat ons betreft, is het Belgisch standpunt met betrekking tot de erkenning van deze genocide op zijn minst omfloerst te noemen. Ik gok dat de kwestie gevoelig ligt omwille van de verhouding met Turkije. Het is mede door dat gebrek aan politieke moed van landen zoals België dat het Erdogan-regime vandaag nog steeds ongestraft misdaden kan begaan tegen landen als Armenië of Cyprus. De geschiedenis herhaalt zich.
Met het voorliggend voorstel vragen wij aandacht voor de weigering van Turkije, de omstreden – dat mag nogmaals worden gezegd – kandidaat-lidstaat van de Europese Unie, om de historiciteit te erkennen van de systematische genocide die de laatste regering van het Ottomaanse Rijk in 1915 heeft gepleegd. Enkel een duidelijke en ondubbelzinnige erkenning van de genocide door de Turkse staat kan enig soelaas brengen. Het erkennen van de misdaden en de vergissingen uit het verleden vormt een voorwaarde om te komen tot een verzoening tussen de volkeren. Het blijven verdoezelen van de pijnlijke geschiedenis van de Armeense kwestie door Turkije zal gezonde verhoudingen tussen Turken en Armenen altijd in de weg staan. Vrede kan namelijk nooit bestaan zonder gerechtigheid, in Armenië evenmin als elders.