Proposition 55K0904

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue de limiter l'émission de référence-CO2.

General information

Authors
Ecolo Julie Chanson, Georges Gilkinet, Laurence Hennuy, Sarah Schlitz, Séverine de Laveleye
Groen Kim Buyst, Kristof Calvo, Barbara Creemers, Tinne Van der Straeten, Dieter Vanbesien
Submission date
Dec. 20, 2019
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
fiscal policy air quality environmental policy

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR PVDA | PTB
Voted to reject
N-VA LDD VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Dec. 3, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De rapporteur is de heer Joris Vandenbroucke. Il se réfère à son rapport écrit.


Joy Donné N-VA

Mevrouw de voorzitster, ik begin met een positieve noot. Het wetsvoorstel van de heer Vanbesien en anderen, zoals het nu na amendering voorligt, voorziet gelukkig niet meer in een retroactiviteit voor 2020, zodat de belasting op een bedrijfswagen in ieder geval niet meer zal stijgen, als kerstgeschenk, maar dat is ook het enige goede nieuws dat wij kunnen melden.

De indieners van het voorstel stellen dat men niet wil dat de stijging van de gemiddelde CO₂-uitstoot van nieuwe wagens zou leiden tot een belastingverlaging. Ten eerste vind ik het vreemd dat de indieners per se willen vermijden dat de belastingen op een bedrijfswagen zouden dalen. De wetgever heeft ervoor gekozen om het voordeel van alle aard van een individuele wagen te berekenen ten opzichte van de gemiddelde CO₂-uitstoot van de nieuwe ingeschreven wagens in de referentieperiode van het jaar voordien. Op die manier wil de wetgever juist vermijden dat door de technische evolutie zoals bij de fiscale PK's de belastbare grondslag wordt uitgehold. De gemiddelde CO₂-uitstoot van de nieuwe inschrijving kan jaar op jaar gelijk blijven, stijgen of dalen. Doorgaans zal het gemiddelde dalen, maar toevallig steeg in 2019 en 2020 de referentie-CO₂-uitstoot lichtjes doordat mensen meer benzinewagens en SUV's hebben gekocht.

De gebruikers van een bedrijfswagen zouden volgens de indieners niet gerekend hebben op een verlaging. Dat is de redenering. Diezelfde gebruikers hebben er echter evenmin op gerekend dat zij hun salariswagen tijdens de lockdown in het voorjaar gedurende acht weken niet konden gebruiken, terwijl zij wel de belasting verder bleven betalen. De poetshulp, de mensen van het Wit-Gele Kruis, de zelfstandigen, de ondernemers en honderdduizenden andere mensen met een salariswagen zullen zo'n redenering heel graag horen. De redenering is ook niet consequent, tenzij men natuurlijk vindt dat de belastingen altijd alleen maar mogen stijgen of hooguit gelijk blijven. Dat is namelijk wat dit wetsvoorstel juist doet.

Ten tweede stijgt de belasting op bedrijfswagens sowieso vanaf 2021, met of zonder dit wetsvoorstel. Dat verandert er niets aan. De referentiecoëfficiënt zal immers opnieuw dalen door de verdere elektrificatie van de automarkt. Als nieuwe waarde wordt door de autosector 102 gram per kilometer voor dieselwagens en 84 gram per kilometer voor benzinewagens vooruitgeschoven. Dit wetsvoorstel verandert daar niets aan.

Dit betreft uiteindelijk een stijging van de belastingen van gemiddeld 300 euro per jaar voor wie een bedrijfswagen heeft, maar daar stopt het niet. Volgend jaar zal er, zonder aanpassing voor de nieuw gehomologeerde modellen die alleen nog over de nieuwe berekeningsmethode WLTP beschikken, daarnaast nog eens een belastingverhoging van 300 euro per jaar bijkomen.

Die methode levert immers gemiddeld zo'n 30 gram meer CO₂-uitstoot per kilometer op in vergelijking met de oude methode. Dat betekent dus dat de belasting op bedrijfswagens de volgende twee jaar zeker met gemiddeld 600 euro zal stijgen.

De Vlaamse regering heeft dat heel anders aangepakt: zij past de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling aan via het programmadecreet zodat de hogere WLTP-waarden niet leiden tot een globale belastingverhoging. Ik betreur dan ook dat de paars-groene ploeg niets aan die belastingverhoging doet, maar, in tegendeel, haar energie steekt in het verstrengen van de berekeningswijze van deze belasting door wettelijk vast te leggen dat de referentievoet in de toekomst niet meer kan stijgen.

In die zin kan ik het wetsvoorstel dan ook alleen maar zien in de bredere tendens van deze regering waarbij de belastingen sluipenderwijs worden verhoogd, zonder dat die verhogingen worden ingebed in een bredere hervorming van de fiscaliteit en een shift zou worden gerealiseerd naar minder belastingen voor wie werkt, spaart of onderneemt.


Dieter Vanbesien Groen

Mevrouw de voorzitster, ongeveer een jaar geleden wees ik op een bepaald ongewenst neveneffect van de wet op de salariswagens. Ergens in december 2019 stelde ik in de plenaire vergadering de vraag aan toenmalig minister van Financiën De Croo of hij het met mij eens was dat dit een ongewenst neveneffect is. Hij antwoordde daarop dat dit inderdaad zo was. Een van de parameters die worden gebruikt om de belasting op de salariswagens te berekenen, is namelijk de referentie-CO₂-uitstoot, die staat voor de gemiddelde CO₂-uitstoot van alle nieuwe wagens die het jaar voordien werden verkocht. De wetgever ging er toen die wet werd opgesteld van uit dat de gemiddelde CO₂-uitstoot van nieuwe wagens jaar na jaar zou dalen door de technologische vooruitgang.

Zowel in 2019 als in 2020 is de gemiddelde CO₂-uitstoot van nieuwe wagens echter gestegen. Dat was onverwacht, maar dat komt doordat – de heer Donné heeft er al naar verwezen – in België de voorbije jaren vaker zware wagens van het type SUV, die een grotere uitstoot hebben, worden gekocht. Ik ben het er echter niet mee eens dat u verwijst naar de zogenaamde ontdieseling, mijnheer Donné. Er zijn de voorbije jaren campagnes geweest om mensen aan te sporen een benzinewagen aan te schaffen in plaats van een dieselwagen. Een benzinewagen is wel veel voordeliger wat de uitstoot van fijnstof betreft, maar heeft een hogere CO₂-uitstoot.

Deze parameter waarover het hier gaat, wordt dubbel berekend. Er is de parameter voor de dieselwagens en er is de parameter voor de benzinewagens. Het feit dat er een shift is van diesel naar benzine, heeft geen impact op deze parameter. Dit betekent dat er zowel binnen de benzinewagens als de dieselwagens een tendens is om grotere, zwaardere wagens aan te kopen.

Het effect daarvan is dat zowel in 2019 als in 2020 het belastingvoordeel dat een salariswagen toch al heeft, nog groter wordt. Dat is uiteraard een ongewenst effect, omdat de CO₂-uitstoot groter wordt en dat wordt beloond door een groter belastingvoordeel. Dat is omgekeerd sturende fiscaliteit, dat is precies het tegenovergestelde van wat we eigenlijk willen. Daarom is er dit wetsvoorstel, om ervoor te zorgen dat dit niet meer kan gebeuren, dat deze specifieke parameter in de toekomst niet meer kan stijgen. Dit is dus de reparatie van een ongewenst neveneffect in de bestaande wet. Het heeft zijn tijd geduurd. We zijn een jaar later. De commissie voor Financiën staat er niet om bekend om wetsvoorstellen vlot af te werken, maar uiteindelijk zijn we er toch geraakt.

Mijnheer Donné, ik zou het nog even willen hebben over uw bewering inzake de belastingverhoging. Het zou u sieren als u zou stoppen met onwaarheden te verspreiden, zoals u in de sociale media hebt gedaan.

Deze parameter werd in 2020 niet aangepast. Dat is niet gebeurd. Er is dus geen impact geweest op de belasting. In 2021 gaat de parameter vanzelf naar beneden, dus zal dit mechanisme in 2021 niet worden geactiveerd. Als het in de toekomst toch zou worden geactiveerd, dan gaat het niet om een belastingverhoging, maar om het verhinderen van een belastingverlaging omwille van meer CO₂-uitstoot. Een belasting moet ook sturend zijn en die willen we dan ook in de juiste richting sturen, niet in de omgekeerde richting. Ik vermoed dat het Vlaams Belang straks dezelfde onzin zal uitkramen.

In alle geval, beste collega's, ben ik blij dat we uiteindelijk grote steun hebben gekregen voor dit voorstel. Ik ben blij dat we vandaag deze anomalie eindelijk kunnen wegwerken.


Joy Donné N-VA

Mijnheer Vanbesien, het zou u sieren als u naar mijn uiteenzetting luistert en niet iets afleest wat u op voorhand hebt opgesteld. Ik heb op geen enkel ogenblik in mijn uiteenzetting gezegd – u mag ze komen lezen – dat het wetsvoorstel de belastingen verhoogt. Ik heb zelfs gezegd dat uw wetsvoorstel geen enkel verschil uitmaakt voor de hoogte van de belasting. Dat staat hier letterlijk in. Ik heb dat zelfs tot twee keer toe gezegd.

Wat ik wel heb gezegd, is dat u niet van de gelegenheid hebt gebruikgemaakt om iets te doen aan de belastingverhoging die er sowieso zal zijn. Ik heb gezegd dat u niets doet, zoals de Vlaamse regering dat wel doet, aan de gemiddeld 600 euro belastingverhoging per bedrijfswagengebruiker.

Ik stel voor dat u de volgende keer goed luistert naar wat ik zeg en dat u niet voortgaat op iets wat ik eerder in een interventie heb gezegd.

Tot slot, "onzin"? Wij hebben het de laatste tijd veel over nieuwe politieke cultuur gehad. Misschien moet de nuance en het respect die de oppositie wel aan de meerderheid geeft ook eens in omgekeerde richting worden gebruikt?


Dieter Vanbesien Groen

Mijnheer Donné, ik heb verwezen naar de boodschappen die u vorige week via uw sociale media hebt gelanceerd. Daarin hebt u gezegd dat dit voorstel tot gevolg heeft dat in 2021 de belasting wordt verhoogd. Dat is niet waar. Ik kan dat alleen maar bestempelen als onzin. Als u liever het woord "onwaarheid" hoort, zal ik dat gebruiken.


Reccino Van Lommel VB

Mijnheer Vanbesien, u kunt mij verwijten hier onzin te vertellen, maar volgens mij moet u dan wel Madame Blanche zijn, want ik heb hier nog niet eens iets gezegd en u trekt al conclusies. Ik kan daaruit alleen maar concluderen dat u doof bent voor elk debat in het Parlement.

Voor het Vlaams Belang mogen er geen heilige huisjes zijn. Alles kan en mag ter discussie worden gesteld, maar laat vooral één zaak duidelijk zijn, het Vlaams Belang staat voor een eerlijke en rechtvaardige fiscaliteit. Wat ik in onderhavig wetsvoorstel vaststel, is de ongebreidelde afgunst voor bedrijfswagens, waarbij de groenen opnieuw een kans hebben geroken, nu ze eenmaal aan de knoppen zitten.

De indieners gaan initieel uit van een fiscale onrechtvaardigheid, zoals zij dat noemen, maar ik sta niet voor de bakfietsmaatschappij, waar de groenen wel voor staan. Wat mij in heel het debat stoort, is dat ook heel vaak de term salariswagens wordt gebruikt en niet bedrijfswagens. Alles wordt op een hoopje gegooid. Dat is onterecht, want sommige werknemers hebben nu eenmaal een wagen nodig voor de uitoefening van hun job. Ik denk daarbij onder andere aan vertegenwoordigers en ingenieurs die projecten moeten opstarten en opvolgen.

Het lijkt mij niet meer dan logisch dat het waardevoordeel voor privégebruik wordt belast, maar de wetgever moet toch ernstig nadenken. Een aantal jaar geleden werden de accijnzen op diesel verhoogd en die op benzine verlaagd om dieselrijders te ontmoedigen en consumenten aan te sporen meer benzinewagens te kopen. Dat zorgde echter voor meer benzinerijders en dus een stijging van de gemiddelde uitstoot, ook al is er een verschil tussen diesel en benzine in het waardevoordeel.

Dat de referentiecijfers voor uitstoot zouden stijgen, lijkt ons heel logisch. Het probleem schuilt wellicht – en de collega heeft er daarnet ook naar verwezen – in de nieuwe WLTP-norm, die resulteert in een hogere gemiddelde CO₂-uitstoot.

Vanaf 1 januari 2021 zal er bij de vaststelling van het belastbaar voordeel alle aard rekening kunnen worden gehouden met ofwel de NEDC-CO₂-waarde, die van toepassing is als de wagen alleen nog maar een NEDC-waarde heeft, wat geldt voor de iets oudere wagens, ofwel met de WLTP-CO₂-waarde, als die bekend is, wat de facto betekent dat er een hogere CO₂ zal zijn, ofwel met een van beide als beide waarden bekend zijn.

Op zich lijkt daar wel wat voor te zeggen, maar door de WLTP-norm zal de fiscale aftrekbaarheid ook al dalen in de vennootschapsbelasting. Daarmee passeert de fiscus eigenlijk twee keer langs de kassa.

De WLTP-regelgeving, die er onder meer kwam in de nasleep van de affaire met de sjoemelsoftware in wagens, heeft ervoor gezorgd dat de CO₂-waarden correcter worden berekend. Dat heeft wel geresulteerd in een stijging van de gemiddelde CO₂-waarden en dat zal uiteindelijk ook worden weerspiegeld in de referentie-uitstoot.

Wie een correcte weergave van de CO₂ wil, moet ook maar zo correct zijn om de referentie-uitstoot aan de realiteit aan te passen. Als dat niet gebeurt, eet men eigenlijk van twee walletjes. Als die daalt, waar het in het voorliggend wetsvoorstel op neerkomt, bent u de eerste om de regelgeving aan te passen, zodat werknemers meer belastingen zullen betalen. Zodra echter de referentie-uitstoot stijgt, kijkt u omhoog, hebt u niets gezien en blijft alles bij het oude. Mijnheer Vanbesien, dat noem ik nu onrechtvaardig.

Hoe hoger de referentie-uitstoot, hoe kleiner het waardevoordeel wordt voor de werknemer, wat een lagere belasting zou impliceren. Door die norm te blokkeren, wil men ervoor zorgen dat het voordeel alle aard uiteindelijk niet kan dalen.

Naar onze mening kan een referentie-uitstoot niet als iets lucratiefs beschouwd worden. Het is pas een referentie als de realiteit er effectief in wordt weerspiegeld. Door een bodem vast te stellen, wordt de realiteit heel duidelijk aangetast. De overheid zou veel beter de nodige maatregelen nemen opdat de bedrijven op een betaalbare manier – ik beklemtoon de noodzaak van de betaalbaarheid – een omslag naar schonere auto's kunnen maken.

Met dit wetsvoorstel zal men uiteindelijk zowel de bedrijven extra belasten door de verdere inperking van de aftrekbaarheid als raken aan de portemonnee van de werknemer.

Men moet stoppen de illusie te wekken dat elk bedrijfswagen een salariswagen is.

Collega's, een voordeel van alle aard is uiteindelijk gebaseerd op twee zaken, enerzijds de CO₂-uitstoot en, anderzijds, de cataloguswaarde. Auto's worden sowieso al duurder, waardoor het belastbaar voordeel verder stijgt. Voor identiek dezelfde wagen betaalt men voortaan met de WLTP een pak meer dan het equivalent van de NEDC.

Collega's, ik pleit ervoor het hele kader in zijn geheel te bekijken. Het uitgangspunt was hier niet correct. Dat heb ik daarjuist ook gezegd. Dit wetsvoorstel komt de facto neer op een belastingverhoging van de werknemer omdat de regels in 2021 sowieso zullen worden aangepast met de nieuwe WLTP-regelgeving.

Daarom kunnen wij dit wetsvoorstel niet steunen.


Steven Matheï CD&V

Mevrouw de voorzitster, er is al veel gezegd over het mechanisme en over het feit dat wanneer bedrijfswagens privé gebruikt kunnen worden, de gebruikers ervan ook belast kunnen worden voor dat privégebruik, op een voordeel van alle aard. Dat voordeel van alle aard is dan gekoppeld aan onder andere de gemiddelde CO₂-uitstoot.

De gedachte achter die koppeling was in het verleden inderdaad dat de gemiddelde CO₂-uitstoot door het beter worden van de wagens zou dalen.

Zoals collega Vanbesien heeft toegelicht, is er in 2019 en 2020 iets gebeurd wat niet verwacht was, namelijk een stijging van de gemiddelde CO₂-uitstoot, waardoor er ineens een fiscaal gunstiger regime tot stand kwam, namelijk dat het voordeel van alle aard groter was.

Wat dit wetsvoorstel doet, is niet teruggrijpen naar het verleden. Het grijpt niet terug naar 2019 of 2020. Er worden geen corrigerende fiches opgemaakt of wat dan ook. Daar blijft alles bij het oude. Wat dit wetsvoorstel wel doet, is kijken naar de toekomst. Men wil vermijden dat hetzelfde effect zich nog eens voordoet.

Dan gaat het helemaal niet om een afgunst ten opzichte van bedrijfswagens maar om een ander soort logica. Als de CO₂-uitstoot stijgt, is het in deze tijd niet logisch dat daar een extra belastingvoordeel aan gekoppeld is.

Het is dus inderdaad een wetsvoorstel dat niet meer doet dan een einde maken aan dat ongewenste neveneffect, maar dan op een realistische manier: door enkel te kijken naar de toekomst.