Proposition 54K1893

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi mettant en oeuvre et complétant le règlement (UE) n°910/2014 du parlement européen et du conseil du 23 juillet 2014 sur l'identification électronique et les services de confiance pour les transactions électroniques au sein du marché intérieur et abrogeant la directive 1999/93/CE, portant insertion du titre 2 dans le livre XII "Droit de l'économie électronique" du Code de droit économique et portant insertion des définitions propres au titre 2 du livre XII et des dispositions d'application de la loi propres au titre 2 du livre XII, dans les livres I, XV et XVII du Code de droit économique.

General information

Submitted by
MR Swedish coalition
Submission date
June 14, 2016
Official page
Visit
Subjects
EC Directive protection of privacy electronic document electronic commerce electronic signature trade regulations single market exchange of information

⚠️ Voting data error ⚠️

This proposition is missing vote information, which is caused by a bug in the heuristic algorithms. As soon as I've got time to fix it, the votes will be added to Demobel's database.

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

July 7, 2016 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Siegfried Bracke

M. Flahaux, rapporteur, se réfère à son rapport écrit.


Peter Dedecker N-VA

Ik wil twee zaken onderstrepen, mijnheer de voorzitter.

Dit wetsontwerp heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Ik herinner mij nog de eerste stemming over de betreffende principes in 2010 en 2011. Wij hebben die toen moeten terugtrekken, wegens een gebrekkige “voorafmelding” aan de Europese Commissie en de Europese Raad. Uiteindelijk zijn wij nu toch zover en is er een verordening die wij hier nu ook implementeren, met een aantal belangrijke principes.

Ten eerste, het gaat om een harmonisatie of standaardisatie van het concept “elektronisch aangetekende zendingen”. Het feit dat wij die standaardiseren, maakt het mogelijk dat heel veel aanbieders een product op de markt kunnen brengen waarmee die zaken aangeboden worden, terwijl die onderling compatibel zijn. Het is een standaard die als voordeel heeft dat wijzelf, wat onze eigen digitale gegevensuitwisseling betreft, op een beveiligde en geauthenticeerde manier gegevens kunnen uitwisselen tussen diensten onderling en met de burger en daarvoor niet telkens opnieuw eigen platformen moeten ontwikkelen of telkens opnieuw het warm water moeten uitvinden. Wij kunnen nu gebruikmaken van een standaardproduct. Dat biedt een gigantische opportuniteit, zowel voor onszelf als voor de vele bedrijven in dit land. Vandaar een oproep aan de minister en de regering om daarvan gebruik te maken en een coördinatie op te zetten tussen de verschillende overheidsdiensten zodat niet elke dienst opnieuw het warm water moet uitvinden.

Ten tweede, de elektronische archivering maakt het mogelijk – een ander belangrijk punt dat benadrukt moet worden – dat alles wat vandaag verplicht op papier bijgehouden moet worden nu ook gedigitaliseerd kan worden. Dat belet echter niet dat die zaken die vandaag bijgehouden moeten worden zonder dat er de specificatie bij staat dat het verplicht op papier moet, ook nog altijd bijgehouden en gearchiveerd kunnen worden op de vertrouwde manier, zonder te moeten overschakelen op een ander platform. Dat is een grote geruststelling voor de vele boekhouders en vele bedrijven die hun boekhouding en belastingadministratie vandaag op een digitale manier bijhouden. Zij zullen niet moeten overschakelen op een ander platform. Dat is in dezen niet vereist. Het is belangrijk om dat voor die mensen te benadrukken om ongerustheid weg te nemen.