General information
Full name plenum van 2006-07-06 14:30:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/51/ip224.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
51K2491
18/05/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits.
51K1843
07/06/2005
✔
Projet de loi modifiant le Code pénal en vue de réprimer plus sévèrement la violence contre certaines catégories de personnes.
51K2556
16/06/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes et à la possibilité de vente de gré à gré des biens immeubles saisis.
51K0614
29/12/2003
✔
Projet de loi modifiant diverses dispositions relatives à l'absence et à la déclaration judiciaire de décès.
51K2519
31/05/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 16 juillet 1970 déterminant le cadre du personnel des tribunaux de police, la loi du 15 mai 2006 modifiant la législation relative à la protection de la jeunesse et à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et la loi du 17 mai 2006 instaurant des tribunaux de l'application des peines.
51K0903
11/03/2004
✔
Projet de loi relatif à la transsexualité.
51K2520
31/05/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 20 décembre 2001 relative au dédommagement des membres de la Communauté juive de Belgique pour les biens dont ils ont été spoliés ou qu'ils ont délaissés pendant la guerre 1940-1945.
51K2303
17/02/2006
✔
Projet de loi modifiant la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale en ce qui concerne les bénéficiaires âgés qui réduisent leur patrimoine.
51K2516
30/05/2006
✔
Projet de loi portant fusion de la Société fédérale d'investissement et de la Société fédérale de Participations.
51K2497
18/05/2006
✔
Projet de loi concernant GSM-R.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#3
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#7
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#8
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#14
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#15
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#18
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#29
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#30
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#31
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#32
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#37
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#38
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#39
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#40
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#41
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#42
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#49
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#50
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#51
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#52
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#53
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Het is een oude aangelegenheid.
Translated text
It is an old affair.
#2
Official text
Cela me rappelle Guillaume le Taciturne: "Point n'est besoin d'espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer".
Translated text
It reminds me of Guillaume the Taciturne: "Point does not need to hope to undertake, nor to succeed to persevere."
#3
Official text
Monsieur le président, comme l'a souligné M. Borginon, la collaboration fut excellente entre le Parlement, le gouvernement et les associations professionnelles. C'est ainsi que nous avons enfin pu aboutir à une réglementation concernant l'absence qui colle mieux à la réalité que la réglementation antérieure. Je suis ravie du résultat.
Translated text
As noted by Mr. President. Borginon, the collaboration was excellent between Parliament, government and trade associations. This is how we have finally been able to lead to an absence regulation that fits the reality better than the previous regulation. I am pleased with the result.
#4
Official text
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, onze fractie zal het wetsvoorstel dat ter stemming ligt, niet goedkeuren, maar zich onthouden. Het is niet dat wij menen dat er geen wettelijk kader hoeft te worden geschapen voor de transseksuelen. Ook al zijn er in België naar schatting slechts 600 mannen die zich veeleer vrouw voelen, en 250 vrouwen die een man willen zijn, zij bevinden zich vandaag inderdaad in een juridisch vacuüm.
Bovendien heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in zijn arrest-Goodwin unaniem beslist dat de lidstaten van de Raad van Europa de geslachtswijziging van transseksuelen juridisch volledig moeten erkennen. CD&V heeft hiertegen uiteraard geen bezwaar. Wij steunen dan ook het feit dat transseksuelen reeds tijdens de fase van de hormonale behandeling van voornaam kunnen wijzigen en dat dat een recht wordt van de transseksueel en niet langer een gunst die door de minister moet worden verleend.
Het wetsvoorstel roept evenwel ook veel bezwaren op. Het is onduidelijk en onvolledig. Het maakt bovendien keuzes, die niet de onze zijn. Het wetsvoorstel herleidt de juridische geslachtswijziging tot een louter administratieve procedure, naar analogie van de aangifte van een geboorte. Er is geen enkele rechterlijke tussenkomst vereist. Dat is voor onze fractie onaanvaardbaar. Een geslachtswijziging is immers een wijziging van de burgerlijke staat van een persoon. De staat van een persoon is in principe onbeschikbaar, omdat die deel uitmaakt van de openbare orde. De geslachtswijziging kan dan ook niet louter door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden vastgesteld. In dergelijke aangelegenheden moet de rechter oordelen. Een marginale rechterlijke controle zal al volstaan, maar is toch nodig, ook als is het maar om na te gaan of er voldaan werd aan de grondvoorwaarden van de vordering.
Niet alleen onze fractie is die mening toegedaan, ook uw vertegenwoordigster, mevrouw de minister, heeft tijdens de bespreking van het voorstel in de commissie uitdrukkelijk gesteld dat de rechter een uitspraak dient te doen over de geslachtswijziging. De regering heeft dus vragen bij het voorstel. U bent hier naderhand op teruggekomen. Tijdens de hoorzittingen hebben daarbovenop ook nog de academici uitdrukkelijk te kennen gegeven dat een gerechtelijke procedure noodzakelijk is in geval van een wijziging van staat.
Ik wil hierbij ook opmerken dat er van het beperkte aantal landen dat een regeling inzake transseksualiteit heeft, slechts een absoluut te verwaarlozen aantal een administratieve procedure heeft. Ik denk alleen aan Oostenrijk en Zweden.
Het is trouwens moeilijk om onze administratieve diensten te vergelijken met die van andere landen. Het behoort alleszins niet tot het takenpakket van onze ambtenaren van de burgerlijke stand om te beslissen over de inhoudelijke voorwaarden van een wijziging van staat. Het is trouwens de vraag of alle ambtenaren en beambten van de burgerlijke stand van kleine, landelijke gemeenten de door een transseksueel voorgelegde geneeskundige attesten kunnen beoordelen. Wat zullen zij doen in geval van twijfel? Hoe zullen zij kunnen nagaan of aan de grondvereisten werd voldaan? Hoe zullen zij verificaties kunnen doen? In tegenstelling tot een rechter kunnen zij immers geen deskundige aanstellen.
Zij kunnen ook geen derden oproepen om te horen. Wat met de rechtmatige belangen van de echtgenoot en de kinderen? Hoe zal de ambtenaar van de burgerlijke stand die weigert om een akte tot vermelding van het geslacht op te stellen, kennis moeten geven van zijn weigering? Hij is bovendien niet vertrouwd met het omstandig motiveren van een beslissing tot weigering. Zullen de ambtenaren van de burgerlijke stand hiertoe worden opgeleid?
De meerderheid geeft toe dat transseksualiteit een complexe problematiek is. Hoe kan men dat dan overlaten aan de ambtenaren van de burgerlijke stand? Zij zijn geen vragende partij voor die zware verantwoordelijkheid. Het risico bestaat dan ook dat de meeste ambtenaren zich voorzichtig zullen opstellen en bij de minste twijfel of discussie zullen weigeren een akte op te maken. Het is duidelijk dat een administratieve procedure hier niet aangewezen is. Het enige alternatief is een goed geregelde gerechtelijke procedure. De argumenten die de meerderheid hiertegen heeft, zijn uiterst zwak.
Wat de duur van de gerechtelijke procedure betreft, is het trage verloop van gerechtelijke procedures een structureel probleem dat structureel moet worden opgelost. Het gaat niet op om dat argument te hanteren als reden om een dermate belangrijke aangelegenheid als een geslachtswijziging over te laten aan de beoordeling van de ambtenaar van de burgerlijke stand.
We stellen trouwens vast dat de duur van de gerechtelijke procedure tot geslachtswijziging in het algemeen zeer vlot verloopt. Alleen het advies van het openbaar ministerie laat soms lang op zich wachten, maar het is vandaag alleen vereist wanneer er kinderen zijn. Een duidelijke wettelijke regeling zal de verschillende gebruiken in verschillende gerechtelijke arrondissementen voorkomen. Een wetgevend kader zal leiden tot een sneller procedureverloop.
Nog een argument van de regering betreft de kostprijs van de gerechtelijke procedure. Vandaag bedraagt die in het totaal ongeveer 800 euro, kosten en ereloon van de advocaat inbegrepen. De rechtsbijstand zorgt ervoor dat een behoeftige transseksueel voldoende toegang krijgt tot het gerecht. Wanneer een wettelijke regeling de procedure vereenvoudigt, zullen ook de erelonen van de advocaat beperkt blijven. De gerechtskosten zijn sowieso gering wanneer de procedure kan worden ingeleid bij verzoekschrift.
Wat met betrekking tot de onzekere uitkomst van de procedure? Vandaag reeds doen er zich weinig problemen voor en erkennen de meeste rechtbanken de geslachtswijziging. Het verzoek wordt in principe alleen afgewezen als het om een ondoordachte beslissing gaat. Wanneer ook hier een duidelijk wettelijk kader komt, zal dat leiden tot nog meer positieve uitspraken.
Mevrouw de minister, u stelde dat de administratieve procedure wel degelijk onder rechterlijke controle verloopt. Ik heb daarbij mijn vragen en bedenkingen. Het is niet omdat een ambtenaar van de burgerlijke stand na het opmaken van een akte tot vermelding van het geslacht u hoort mij goed: ná het opmaken van de akte - en na de inschrijving ervan in het register van de akten van geboorte hiervan bericht geeft aan de procureur des Konings, dat er een gerechtelijke controle is. De aanpassing is dan immers reeds geacteerd. Nadien kan de procureur des Konings niets meer doen, vermits het voorstel enkel in een mogelijkheid tot beroep voorziet tegen een beslissing tot weigering van de geslachtswijziging.
Mevrouw de minister, collega's, op welke wijze bestaat er hier een rechterlijke controle? Uit de procedurebepalingen blijkt dan weer dat het de bedoeling was ook een beroep mogelijk te maken tegen een beslissing tot toekenning van de geslachtswijziging. Het voorstel schept dus onduidelijkheid en verwarring alom.
Er bestaat trouwens absolute onduidelijkheid over wat de berichtgeving aan de procureur des Konings precies inhoudt en hoe die moet gebeuren. Moet de ambtenaar enkel kennis geven dat er een akte tot vermelding van het geslacht is ingeschreven in de registers of moet hij alle stukken waarop hij zich gebaseerd heeft overleggen?
Mevrouw de minister, collega's, het is duidelijk: de administratieve procedure zal leiden tot grote rechtsonzekerheid en een verschillende aanpak in de verschillende gemeenten.
Het voorstel bevat volgens ons daarnaast nog tal van onduidelijkheden en hiaten en het roept veel vragen op. Zo moet de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte tot vermelding van het geslacht opmaken. Dat laat uitschijnen dat het geslacht van de verzoeker voordien niet gekend was, wat uiteraard volkomen onjuist is.
De ambtenaar van de burgerlijke stand moet de akte tot vermelding van het geslacht op de dag zelf waarop die is opgemaakt inschrijven in het register van de akten van de geboorten. De akte tot vermelding van het geslacht kan nochtans worden opgemaakt in een andere gemeente dan die waar de geboorteakte is opgemaakt. U weet allen dat de termijnen voor verzendingen per post uitsluiten dat een akte tot vermelding van het geslacht op de dag van de opmaak reeds ingeschreven wordt in het register van de geboorteakten van een andere gemeente.
Zelfs binnen eenzelfde gemeente zal een akte tot vermelding van het geslacht hoogstens uitzonderlijk nog dezelfde dag in de registers kunnen worden ingeschreven, daar de ondertekening van de akten door de burgemeester of door de bevoegde schepen doorgaans niet dagelijks gebeurt.
Er kan beroep worden ingesteld tegen de beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat kan gebeuren via eenzijdig verzoekschrift. Dat betekent dus dat de ambtenaar van de burgerlijke stand geen enkel verweer heeft en zijn beslissing niet eens kan verdedigen voor de rechtbank. Het voorstel bepaalt namelijk dat enkel de verzoeker wordt opgeroepen om opheldering te geven.
Ook het openbaar ministerie wordt niet gehoord. Dat kan toch niet in een democratische rechtsstaat?
Ook wordt een rechter aangewezen om op een bepaalde dag verslag te doen. Wat moeten wij daaronder verstaan? Een rechter moet recht spreken en geen verslag uitbrengen.
Collega's, het wetsvoorstel heeft reeds veel kritiek opgeleverd, vooral van de transseksuelen en de verenigingen die ermee begaan zijn dan nog wel. Zij stelden liever geen wettelijke regeling te hebben dan diegene die op tafel lag. Het voorstel was volgens hen te restrictief, te paternalistisch en te repressief. Onze Franstalige liberale en socialistische collega's gingen vervolgens op de rem staan en het zag er dan ook naar uit dat het voorstel in de ijskast zou worden gestopt. Uiteindelijk is er dus een compromistekst uit de bus gekomen: vlug, ondoordacht, vol hiaten, en met een blijvende grote verantwoordelijkheid voor de ambtenaren van de burgerlijke stand.
Onze fractie zal zich dan ook onthouden.
Translated text
Mr. Speaker, Mrs. Minister, colleagues, our group will not approve the bill that is under vote, but will abstain. It is not that we believe that there is no need to create a legal framework for transgender people. Although there are estimated only 600 men in Belgium who feel like a woman, and 250 women who want to be a man, they are indeed in a legal vacuum today.
Furthermore, in its Goodwin judgment, the European Court of Human Rights unanimously ruled that the Member States of the Council of Europe must fully recognise the legal status of transgender transgender persons. CD&V has no objection to this. We therefore support the fact that transgender persons can change their first name already during the phase of hormonal treatment and that this becomes a right of the transgender and no longer a favor to be granted by the minister.
However, the bill also raises many objections. It is unclear and incomplete. It also makes choices that are not ours. The bill reduces the legal change of gender to a mere administrative procedure, analogous to the declaration of a birth. No judicial intervention is required. This is unacceptable for our group. After all, a change in gender is a change in a person’s civil status. The state of a person is in principle unavailable, because it is part of public order. The change of gender cannot therefore be determined solely by the official of the civil status. In such matters, the judge must judge. A marginal judicial review will already be sufficient, but it is still necessary, even if it is only to verify whether the essential conditions of the claim have been met.
Not only our group has expressed that opinion, but also your representative, Mrs. the Minister, has expressly stated during the discussion of the proposal in the committee that the judge should make a judgment on the gender change. The Government has questions about the proposal. You came back here later. During the hearings, academics also expressly stated that judicial proceedings are necessary in the event of a state change.
In this context, I would also like to point out that of the limited number of countries that have a transsexuality scheme, only an absolutely negligible number has an administrative procedure. I only think of Austria and Sweden.
By the way, it is difficult to compare our administrative services with those of other countries. It does not belong in any way to the task package of our civil state officials to decide on the substantive conditions of a state change. It is, by the way, the question of whether all officials and civil status officials of small, rural municipalities can assess the medical certificates submitted by a transgender. What will they do in case of doubt? How will they be able to verify whether the basic requirements have been met? How will they be able to conduct verification? Unlike a judge, they cannot appoint experts.
They also cannot call third parties to hear. What about the legitimate interests of the spouse and children? How will the civil servant who refuses to draw up an act indicating the gender be notified of his refusal? Furthermore, he is not familiar with the circumstantial motivation of a refusal decision. Will civil servants be trained for this?
The majority admit that transsexuality is a complex problem. How can this be left to the civil servants? They are not asking parties for that heavy responsibility. The risk therefore exists that most officials will act cautiously and will refuse to draw up an act at the least doubt or discussion. It is clear that an administrative procedure is not appropriate here. The only alternative is a well-regulated judicial procedure. The arguments that the majority has against this are extremely weak.
As regards the duration of judicial proceedings, the slow course of judicial proceedings is a structural problem that needs to be resolved structurally. It is not a matter of using that argument as a reason to leave such an important matter as a change of gender to the judgment of the civil servant.
Furthermore, we note that the duration of the judicial proceedings for changing gender is generally very smooth. Only the advice of the prosecutor's office sometimes leaves a long wait, but it is only required today when there are children. A clear legal regulation will prevent the different practices in different judicial districts. A legislative framework will lead to a faster process.
Another argument from the government concerns the cost of the judicial proceedings. Today it amounts to a total of approximately 800 euros, including costs and honorary fees of the lawyer. Legal assistance ensures that a transgender person in need has sufficient access to justice. If a legal regulation simplifies the procedure, the honorary remuneration of the lawyer will also remain limited. In any case, the court costs are low when the proceedings can be initiated by petition.
What about the uncertain outcome of the procedure? Nowadays, there are few problems and most courts recognize gender change. The request is in principle rejected only if it is an unconscious decision. If there is a clear legal framework here too, that will lead to even more positive statements.
Mr. Minister, you stated that the administrative procedure is under judicial control. I have my questions and concerns. It is not because an official of the civil status after drawing up an act indicating the gender you hear me right: after drawing up the act - and after its entry in the register of birth certificates informs the Prosecutor of the King that there is a judicial review. The adjustment has already been implemented. After that, the King’s Prosecutor can do nothing more, as the proposal only provides for a possibility of appeal against a decision refusing the change of gender.
How is there a judicial control here? It follows again from the procedural provisions that it was intended to also allow an appeal against a decision granting the gender change. The proposal therefore creates uncertainty and confusion.
There is, by the way, absolute uncertainty about what the reporting to the King’s Prosecutor exactly means and how it should be done. Does the official only have to notify that a document indicating the gender has been entered in the registers or must he submit all the documents on which he has based himself?
It is clear: the administrative procedure will lead to great legal uncertainty and a different approach in the different municipalities.
Furthermore, we believe that the proposal still contains many uncertainties and gaps, and it raises many questions. For example, the civil stand official must draw up an act indicating the gender. This suggests that the applicant’s gender was previously unknown, which is obviously completely incorrect.
The official of the civil status must register the act indicating the gender on the very day on which it was drawn up in the register of birth records. The act indicating the gender may however be drawn up in a municipality other than that in which the birth certificate was drawn up. You all know that the deadlines for sending by post exclude that an act indicating the gender on the day of formatting is already registered in the register of birth records of another municipality.
Even within the same municipality, an act indicating the gender may be entered in the registers on the same day at most exceptional times, since the signing of the acts by the mayor or by the competent vessels does not usually take place daily.
An appeal may be brought against the decision of the civil status official. This can be done through a one-sided petition. This means, therefore, that the civil stand official has no defence and can not even defend his decision before the court. In fact, the proposal provides that only the applicant is invited to provide clarification.
The prosecutor’s office is also not heard. This is not possible in a democratic rule of law.
A judge is also appointed to report on a given day. What should we understand under this? A judge must speak fairly and not report.
Colleagues, the bill has already received a lot of criticism, especially from transgender people and the associations that have engaged in it. They preferred to have no legal arrangement than the one on the table. The proposal was too restrictive, too paternalistic and too repressive. Our French-speaking liberal and socialist colleagues then stood on the brake and it seemed that the proposal would be stopped in the ice. In the end, a compromise text came out of the bus: quick, unthoughtful, full of gaps, and with a lasting great responsibility for the officials of the bourgeois state.
Our group will abstain.
#5
Official text
Dank u wel, mevrouw Van der Auwera. Nu komt mevrouw Déom, en daarna mevrouw Vautmans, mevrouw Genot en de heer Schoofs. Mijnheer Schoofs, u gaat toch al de dames laten voorgaan?
Translated text
Thank you, Mrs Van der Auwera. Now comes Mrs. Déom, and then Mrs. Vautmans, Mrs. Genot and Mr. Schoofs. Mr. Schoofs, you’re going to let all the ladies ahead, right?
#6
Official text
Monsieur le président, monsieur le premier ministre, madame la vice-première ministre, chers collègues, la proposition débattue aujourd'hui et soumise à l'approbation de notre assemblée est l'aboutissement d'un débat qui a été ouvert depuis longtemps.
Déjà en 1985, à la suite de l'examen de la jurisprudence, notamment de l'arrêt Van Oosterwijck de la Cour européenne des droits de l'homme, le professeur Vieujean se demandait dans quelle mesure une intervention législative ne serait pas nécessaire afin de préciser à quelles conditions le transsexuel peut obtenir le changement de son acte de naissance.
Avant toute chose, je voudrais me réjouir de l'excellente collaboration entre les parlementaires de la majorité qui a permis d'avoir un débat serein et constructif. Le débat n'a pas été simple car, indubitablement, les aspects médicaux et éthiques ont été abordés. Il touche essentiellement à l'autonomie de la personne pour ce qui concerne la détermination de sa vie et ses choix personnels.
Le débat initié par la proposition de loi déposée par la majorité a été l'occasion d'une longue maturation d'idées et a permis de rapprocher les différents points de vue.
Je rappellerai que, pour mon groupe, l'objectif essentiel de la proposition de loi est de simplifier le changement de prénom et de sexe des actes de l'état civil du transsexuel. Au cours de l'examen de la proposition de loi, nous avons voulu éviter certains écueils. Nous avons estimé que nous devions éviter toute intrusion de la loi dans la médecine, d'autant plus que cette dernière évolue constamment. En effet, il n'appartient pas au législateur de régenter les choix des praticiens, établis sous leur responsabilité, qu'il s'agisse de transsexualité ou d'un autre domaine.
Pas plus, il n'appartient au médecin de se substituer à la volonté d'une partie qui exprime clairement son désir d'appartenir à l'autre sexe que celui mentionné dans son acte de naissance. C'est dès lors dans ce cadre précis, que je viens de rappeler, que nous souscrivons à la procédure administrative proposée, assortie d'un contrôle judiciaire éventuel.
La proposition de loi telle qu'amendée ne met pas en cause, à juste titre, l'opportunité du choix de l'intéressé de changer de sexe, mais simplifie ses démarches; je suis persuadée qu'elle apaisera sa souffrance.
C'est donc avec conviction que mon groupe votera en faveur du texte proposé.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, Mrs. Deputy Prime Minister, dear colleagues, the proposal debated today and submitted for approval by our assembly is the conclusion of a debate that has been opened for a long time.
Already in 1985, following the examination of the case-law, in particular the Van Oosterwijck judgment of the European Court of Human Rights, Professor Vieujean wondered to what extent legislative intervention would not be necessary in order to clarify under what conditions the transgender can obtain the change of his birth certificate. by
First of all, I would like to welcome the excellent collaboration between the parliamentarians of the majority, which allowed for a serene and constructive debate. The debate was not easy because, undoubtedly, medical and ethical aspects were addressed. It essentially affects the autonomy of the person with regard to the determination of his life and his personal choices.
The debate initiated by the legislative proposal submitted by the majority was the occasion for a long maturation of ideas and allowed to bring the different points of view closer. by
I will recall that, for my group, the essential goal of the bill is to simplify the change of first name and gender of the acts of the civil status of the transgender. During the examination of the bill, we wanted to avoid certain scams. We felt that we should avoid any intrusion of the law into medicine, especially since it is constantly evolving. Indeed, it is not up to the legislator to regulate the choices of practitioners, established under their responsibility, whether transgender or other field.
Nor is it up to the doctor to substitute for the will of a party who clearly expresses his desire to belong to the other sex than that mentioned in his birth certificate. It is therefore in this specific framework, which I have just recalled, that we subscribe to the proposed administrative procedure, accompanied by a possible judicial review. by
The amended bill does not, rightly, question the opportunity of the person concerned to choose to change their gender, but simplifies their steps; I am convinced that it will soothe their suffering.
It is therefore with conviction that my group will vote in favour of the proposed text.
#7
Official text
Merci, madame Déom. Mevrouw Vautmans krijgt thans het woord, ensuite Mme Genot en dan de heer Schoofs. Après cette proposition nous passons aux interpellations.
Translated text
Thank you Madame Deom. Mevrouw Vautmans gets now the word, then Mrs. Genot in the dan of Mr. Schoofs. After this proposal, we move on to the interpellations.
#8
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, ik ben vandaag eigenlijk een heel gelukkige vrouw. Vandaag gaan wij stemmen over een wetsvoorstel waaraan we heel lang hebben gewerkt.
Waarom is dit wetsvoorstel zo belangrijk? Het is mijn overtuiging dat de kwaliteit en de ontwikkeling van een samenleving kan worden afgemeten aan hoe die samenleving omgaat met de zwaksten. Negeren we ze? Stigmatiseren we ze? Bieden we ze een betere toekomst aan? Het was onze overtuiging dat er voor de transseksuelen in ons land nog heel veel kon worden verbeterd.
Op 11 maart 2004 hebben wij dan ook met de meerderheid dit wetsvoorstel ingediend. Het is een belangrijke stap want reeds in een resolutie van 12 september 1989 heeft het Europese Parlement de lidstaten verzocht om bepalingen vast te leggen inzake het recht van transseksuelen op een geslachtsverandering.
Collega's, transseksueel is eigenlijk een heel ongelukkig gekozen term. Het doet eigenlijk denken aan seksualiteit, seksuele voorkeur en seksuele perversie, terwijl het eigenlijk een identiteitsprobleem is. In tegenstelling tot wat velen denken, is transseksualiteit geen modeverschijnsel. Het is van alle tijden en van alle culturen. Wat wel varieert doorheen de tijd is hoe de samenleving omgaat met transseksuelen, hoe men ze beoordeelt, beschouwt, behandelt en aanvaardt. In Samoa en Tonga bijvoorbeeld, twee eilandstaatjes in de Stille Oceaan, worden transseksuelen volledig aanvaard. Zij hebben in hun gemeenschap zelfs een functie van geluksbrenger. In onze moderne wereld heerst echter een grote onwetendheid over transseksualiteit. Hier worden zij heel vaak gestigmatiseerd en uitgesloten.
Hoe is de stand van zaken in ons land? Medisch is het bij ons gelukkig mogelijk om transseksuelen te behandelen. Gent is wereldwijd bekend voor de constructie van de penis. Men komt van heinde en verre om de behandeling in ons land te ondergaan. Over hoeveel mensen gaat het eigenlijk in ons land? Mevrouw Van der Auwera heeft er al op gewezen: 1 op 16.500 mensen is man-vrouw transseksueel en 1 op 40.000 mensen is vrouw-man transseksueel. Voor België gaat het dus om 600 man-vrouw transseksuelen en 250 vrouw-man transseksuelen. Men vergelijkt transseksuelen heel vaak met travestieten. Dit is echter helemaal onterecht. Travestie komt in ons land veel vaker voor. In België hebben tussen 1 en 5 mensen op 100 reeds een travestie-ervaring opgedaan.
Dat zijn er op zijn minst 100.000.
Collega's, wat kunnen we aan de problematiek van transseksuelen doen als politici? Aan de medische lijdensweg kunnen wij helaas heel weinig veranderen, maar we kunnen wel werken aan de juridische en administratieve lijdensweg die die mensen moeten ondergaan na hun operatie. Momenteel is de wijziging van de voornaam een gunst van de minister van Justitie en moet de wijziging van het geslacht voor een rechtbank plaatsvinden. De CD&V-fractie heeft tijdens de bespreking in de commissie — mevrouw Van der Auwera heeft het hier herhaald — het standpunt ingenomen dat dat voor een rechtbank moet blijven gebeuren. Collega's, gelukkig is de meerderheid een andere mening toegedaan. Wij vinden niet dat transseksuelen criminelen zijn, die voor een rechtbank moeten verschijnen. Wij vinden dat transseksuelen moeten geholpen worden. Wij vinden niet dat een rechter kan oordelen over de geslachtsaanpassing. Wat zal de rechter doen? Vragen om het hem te tonen? Dat gaat helemaal niet op in onze moderne samenleving.
Vandaar dat ons wetsvoorstel voorstelt dat de voornaamswijziging een recht wordt.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Prime Minister, Mrs. Minister, I am a very happy woman today. Today we are going to vote on a bill that we have been working on for a long time.
Why is this bill so important? It is my conviction that the quality and development of a society can be measured by how that society deals with the weakest. Do we ignore them? Are we stigmatizing them? Do we offer them a better future? It was our belief that there was still a lot to be improved for transgender people in our country.
On 11 March 2004, we submitted this bill with a majority. It is an important step because already in a resolution of 12 September 1989 the European Parliament called on Member States to adopt provisions on the right of transgender persons to change their gender.
Colleagues, transgender is actually a very unfortunate chosen term. It actually reminds me of sexuality, sexual preference and sexual perversion, while it is actually an identity problem. Contrary to what many people think, transsexuality is not a fashion phenomenon. It is of all times and of all cultures. What varies over time is how society deals with transgender people, how they are judged, considered, treated and accepted. In Samoa and Tonga, for example, two island states in the Pacific, transgender persons are fully accepted. They even have a function of bringing happiness in their community. However, in our modern world there is a great ignorance about transsexuality. Here they are very often stigmatized and excluded.
How is the state of affairs in our country? Fortunately, we are able to treat transgender people. Gent is known worldwide for the construction of the penis. People come from far and far to undergo treatment in our country. How many people are we actually talking about in our country? Ms. Van der Auwera has already pointed out: 1 in 16,500 people is transgender and 1 in 40,000 people is transgender. For Belgium, there are 600 male and female transgender and 250 female and male transgender. Transgender people are often compared to transgender people. However, this is completely unfair. Travesty is much more common in our country. In Belgium, between 1 and 5 people out of 100 have already had a travesty experience.
There are at least 100,000.
Colleagues, what can we do about transgender issues as politicians? Unfortunately, we can change very little on the path of medical suffering, but we can work on the legal and administrative path of suffering that these people must undergo after their surgery. Currently, the change of the first name is a favor of the Minister of Justice and the change of gender must take place before a court. During the discussion in the committee — Mrs Van der Auwera has repeated it here — the CD&V group welcomed the position that this should continue to happen before a court. Fortunately, the majority has a different opinion. We don’t think transgender people are criminals who need to appear in court. Transgender people should be helped. We do not think that a judge can judge gender adjustment. What will the judge do? Ask to show him? This is not the case in our modern society.
Therefore, our bill proposes that the change of first name becomes a right.
#9
Official text
De heer Deseyn wenst u te onderbreken.
Translated text
Mr Deseyn wishes to interrupt you.
#10
Official text
De heer Deseyn interesseert zich voor de transseksuelen.
Translated text
Mr. Deseyn is interested in transgender people.
#11
Official text
Mijnheer de voorzitter, handelaars moeten soms iets deponeren bij de rechtbank of een verklaring achterlaten. Kandidaten die zullen opkomen bij de komende verkiezingen, moeten ook naar de rechtbank. Het feit dat u de rechtbank associeert met een bepaalde vorm van criminaliteit, vind ik volledig misplaatst. Dat geeft namens onze fractie geen enkele appreciatie over de doelgroep, waarover u komt te spreken. Ik vind dat nogal op flessen getrokken.
Translated text
Mr. Speaker, traders sometimes have to deposit something in court or leave a statement. Candidates who will appear in the upcoming elections will also have to go to the court. The fact that you associate the court with a certain form of crime, I find it completely wrong. That, on behalf of our group, does not give any appreciation about the target group you are talking about. I think it’s quite drawn on bottles.
#12
Official text
Mijnheer Deseyn, weet u wat het verschil is? Een transseksueel heeft gedurende heel de periode na de operatie en voor de uitspraak van de rechtbank, totaal geen rechten. De identiteitskaart klopt niet, men loopt rond in vrouwenkleren, terwijl er een M staat op het identiteitskaart. Zij worden constant verweten travestieten te zijn, terwijl ze dat niet zijn. Zij kunnen niet op reis gaan, zij kunnen geen huis huren, zij kunnen geen huis kopen. Dat is het essentiële verschil. Daarom heeft de meerderheid geoordeeld dat een administratieve procedure de juiste wijze is om transseksuelen in ons land te behandelen.
Translated text
Mr. Deseyn, do you know what the difference is? A transgender person has no rights during the entire period after the operation and before the court ruling. The identity card is not correct, one walks around in women’s clothes, while there is a M on the identity card. They are constantly accused of being transvestites, while they are not. They cannot travel, they cannot rent a house, they cannot buy a house. That is the essential difference. Therefore, the majority has considered that an administrative procedure is the right way to treat transgender people in our country.
#13
Official text
Mijnheer Schoofs, u intervenieert straks? U wil nu kort onderbreken?
Translated text
Mr. Schoofs, will you intervene later? Do you want to interrupt for a short time?
#14
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik weet niet hoe onderlegd mevrouw Vautmans is in ons juridisch systeem en onze rechtsstaat, maar er is wel degelijk een verschil tussen verschijnen voor een burgerlijke rechter of een handelsrechter, zoals collega Deseyn zei, en verschijnen voor een strafrechter. Dat heeft dus totaal niets met elkaar te maken. Dat wou ik toch even terzijde meedelen.
Translated text
Mr. Speaker, I do not know how educated Ms. Vautmans is in our legal system and our rule of law, but there is indeed a difference between appearing before a civil judge or a commercial judge, as colleague Deseyn said, and appearing before a criminal judge. This has absolutely nothing to do with each other. I would like to communicate this side by side.
#15
Official text
Collega's, ik wil u nog even een cijfer meegeven. In 2004 kreeg het ministerie van Justitie 49 aanvragen tot voornaamswijziging.
Collega's, ik wil nog twee kleine punten aanhalen.
Wij hebben met de commissie het raadgevend comité voor Bio-Ethiek om advies gevraagd en het heeft een positief advies uitgebracht over het wetsvoorstel. Het comité juicht het toe en betreurt alleen dat we niet spreken over interseksualiteit en ik stel dan ook voor dat we die problematiek in een ander wetsvoorstel bekijken.
In de marge van de kritiek van de Genderactiegroep waar mevrouw Van der Auwera ook naar verwezen heeft, betreur ik dat zij de vergadering verlaat terwijl het debat nog volop bezig is. De Genderactiegroep heeft problemen met een zinnetje in het wetsvoorstel. Daarin staat dat de transseksueel, de aanvrager, niet meer in staat zal zijn om volgens het oorspronkelijke geslacht kinderen te baren of te verwekken. Collega's, met de medische technieken is heel veel mogelijk. Na de hormonentherapie en de operatie is dit niet meer mogelijk. Ik zie dit niet als een verplichte sterilisatie of een discriminatie. Het is gewoon een medisch gegeven.
Collega's, dit wetsvoorstel is een eerste, heel belangrijke stap in ons land voor de aanvaarding van transseksuelen. Zijn alle problemen inzake aanvaarding van transseksuelen opgelost? Neen, het stigma blijft. De moeilijkheden om het uit te leggen aan de familie, vrienden en op het werk blijven. De aanpassing van het diploma blijft een probleem. Wanneer er kinderen in het spel zijn, blijft het een heel delicaat gegeven.
Met de goedkeuring van dit wetsvoorstel wordt er alleszins een einde gemaakt aan de juridische en administratieve lijdensweg die deze mensen tot op heden moeten ondergaan.
Translated text
Ladies and gentlemen, I would like to give you a number. In 2004, the Ministry of Justice received 49 applications for name change.
Ladies and gentlemen, I would like to emphasize two small points.
We, together with the committee, asked the Bio-Ethics Advisory Committee for advice and it issued a positive opinion on the bill. The committee welcomes it and only regrets that we are not talking about intersexuality and I therefore suggest that we look at that problem in another bill.
At the margin of the criticism of the Gender Action Group, which Ms. Van der Auwera also referred to, I regret that she leaves the meeting while the debate is still full. The Gender Action Group has problems with a sentence in the bill. It states that the transgender, the applicant, will no longer be able to give birth or conceive children according to the original sex. Colleagues, with the medical techniques is very much possible. After hormone therapy and surgery, this is no longer possible. I do not see this as mandatory sterilization or discrimination. It is just a medical given.
Colleagues, this bill is a first, very important step in our country for the acceptance of transgender people. Are all the problems with transgender acceptance resolved? The stigma remains. The difficulties of explaining it to family, friends and staying at work. The adjustment of the diploma remains a problem. When there are children in the game, it remains a very delicate given.
With the approval of this bill, the legal and administrative suffering that these people have suffered to this day will be put to an end.
#16
Official text
Mevrouw Genot heeft het woord. Daarna volgt u, mijnheer Schoofs. Ik wissel de talen en de geslachten af.
Translated text
Mrs. Joy has the word. Then you follow, Mr Schoofs. I change languages and genders.
#17
Official text
Monsieur le président, quand j'ai vu le texte de la première proposition de loi apparaître, je me suis réjouie de cette idée de reconnaître la transsexualité et d'organiser un débat fouillé sur ce thème. Le Parlement allait enfin prendre une position claire pour permettre aux personnes transsexuelles de mieux vivre. Le sentiment de se sentir plus proche d'un autre sexe que du sien est déjà douloureux en soi; il était normal que le législateur se penche sur ce dossier et essaie de faire évoluer leur situation de manière à diminuer leur souffrance.
Toutefois, après avoir rencontré les acteurs de terrain, on a dû se rendre compte que le texte était peu approprié. Heureusement, les membres de la commission ont désiré organiser de nombreuses auditions qui ont permis d'améliorer significativement le texte et de ne pas y régler les aspects médicaux. J'estime en effet que les aspects médicaux doivent se traiter entre la personne concernée et l'équipe médicale.
Le texte reste encore peu satisfaisant pour les personnes concernées. Plutôt que de vous donner mon analyse, je vais vous lire la dernière lettre reçue par l'ASBL Collectif Trans-Action:
"Nous prenons acte de la décision de la commission d'entériner la proposition de loi "transsexualité". Nos positions en la matière sont connues depuis longtemps et nous les assumons pleinement". On peut retrouver leurs auditions ainsi que les auditions de M. Grollet (avocat), qui les soutenait à cette occasion, dans le rapport du Parlement.
Je poursuis: "Contrairement à ce qu'affirmait Mme Vautmans, les transsexuels de Belgique n'ont aucune raison de se réjouir du texte tel qu'il a été approuvé. Il est évident que, dans ce dossier, l'intérêt du Parlement devait passer avant l'intérêt des transsexuels. C'est aujourd'hui chose faite. La Belgique a manqué une opportunité d'élaborer une loi qui aurait pu avoir valeur d'exemple pour les pays étrangers. On aurait pu un instant penser qu'avec le mariage et l'adoption, la Belgique était l'un des pays les plus avancés dans les matières lesbi-gay-trans. Nous savons aujourd'hui qu'il n'en est rien et que les vieux réflexes conservateurs ont la vie dure. De toute évidence, la cause "trans" n'intéresse pas grand monde, y compris au Parlement. Ce manque d'intérêt se reflète naturellement dans la qualité du texte.
Certes, nous revenons de loin et les améliorations par rapport au texte initial sont perceptibles. Nous reconnaissons le chemin accompli. Dans le même temps, comment se défaire de l'impression que le législateur donne d'une main et reprend de l'autre. Alors, nous ne comprenons pas pourquoi la commission a jugé nécessaire de durcir davantage l'article 7 relatif au changement de nom, en le conditionnant à l'hormonothérapie préalable, alors qu'aujourd'hui un diagnostic-certificat permet d'avoir ce changement de prénom et ce, assez logiquement, certaines personnes pouvant en effet très bien passer dans l'autre sexe sans hormones. Curieusement, le texte adopté rend le changement de prénom plus restrictif pour les personnes transsexuelles que pour toute autre personne qui désire changer de prénom pour un motif quelconque. Nous ne pouvons dès lors accepter le postulat officiel selon lequel cette loi vise à simplifier la vie des personnes transsexuelles.
Bien au contraire, cette formulation a été élaborée sans tenir compte de la pratique et du bien-être des personnes qui, en définitive, feront les frais de cette loi. Il aurait été souhaitable que le parlement prît davantage en compte la réalité du terrain pour se donner les moyens et l'ambition d'améliorer la procédure de changement de prénom pour les personnes concernées. Contrairement à ce que l'on pourrait croire, cette procédure ne se déroule pas toujours rapidement ni sans tracasseries. Nous le savons par les expériences que nous ont relatées les personnes qui nous ont contactés.
Sans doute aurait-on pu arriver à une proposition plus humaine et plus pragmatique en organisant dès le départ une réelle concertation avec les personnes intéressées au premier chef par cette initiative législative.
Au-delà des manifestations officielles de contentement, les transsexuels de Belgique s'apercevront rapidement à l'épreuve des faits que les promesses annoncées ne se matérialisent nullement dans le texte actuel. Lorsque nous avons rencontré Mme Vautmans le 22 avril 2005, elle trouvait pourtant que la version initiale de la proposition de loi n'était pas moins bonne que la version amendée aujourd'hui. Il est vrai que les lois ne dérangent au final que les gens auxquels elles sont appliquées.
Par-delà ce billet d'humeur, nous espérons pour notre part avoir apporté une contribution positive au débat. Et nous continuerons à oeuvrer en vue de donner à cette proposition de loi une orientation plus positive".
Il serait peut-être intéressant que nous ayons une évaluation dans un an ou deux, afin de vérifier que les objectifs poursuivis par la loi auront été atteints et de décider d'éventuelles adaptations du texte.
Translated text
Mr. Speaker, when I saw the text of the first bill appear, I was delighted with the idea of recognizing transgender and organizing a thorough debate on this topic. The Parliament would finally take a clear position to enable transgender people to live a better life. The feeling of feeling closer to another sex than to his own is already painful in itself; it was normal for the legislator to look at this matter and try to change their situation in such a way as to reduce their suffering.
However, after meeting the field actors, we had to realize that the text was inappropriate. Fortunately, the members of the committee wanted to organize numerous hearings that allowed to significantly improve the text and not settle the medical aspects there. I believe that medical aspects should be dealt with between the person concerned and the medical team.
The text is still not satisfying to the people concerned. Rather than giving you my analysis, I will read you the last letter received by the ASBL Collective Trans-Action:
“We take note of the committee’s decision to endorse the transsexuality bill. Our positions on this matter have been known for a long time and we fully accept them.” You can find their hearings as well as the hearings of mr. Grollet (lawyer), who supported them on this occasion, in the Parliament report. by
I continue: “Contrary to what Ms. Vautmans claimed, transgender people in Belgium have no reason to rejoice over the text as it was approved. It is obvious that, in this case, the interest of Parliament must prevail over the interest of transgender people. This is done today. Belgium missed an opportunity to draft a law that could have served as an example for foreign countries. One could have thought for a moment that with marriage and adoption, Belgium was one of the most advanced countries in lesbian-gay-trans matters. We now know that this is nothing, and that the old conservative reflexes have a hard life. Obviously, the "trans" cause does not interest many people, including Parliament. This lack of interest is naturally reflected in the quality of the text.
Certainly, we come back from a long way and the improvements compared to the original text are noticeable. We recognize the accomplished path. At the same time, how to get rid of the impression that the legislator gives with one hand and takes back from the other. So, we do not understand why the commission found it necessary to further tighten the article 7 concerning the change of name, conditioning it to the prior hormone therapy, while today a diagnosis-certificate allows to have this change of first name and this, quite logically, some people can indeed very well pass in the other sex without hormones. Curiously, the adopted text makes the change of surname more restrictive for transgender people than for any other person who wishes to change a surname for any reason. We cannot therefore accept the official postulate that this law aims to simplify the life of transgender persons.
On the contrary, this formulation was elaborated without taking into account the practice and well-being of persons who, in the end, will bear the costs of this law. It would have been desirable for Parliament to take more into account the realities of the ground to give itself the means and the ambition to improve the name-change procedure for the persons concerned. Contrary to what one might think, this procedure does not always take place quickly or without hassle. We know this from the experiences of the people who contacted us.
Without a doubt, a more humane and pragmatic proposal could have been reached by organising from the outset a real consultation with those interested in this legislative initiative in the first place.
Beyond the official manifestations of contentment, transsexuals in Belgium will quickly notice at the test of the facts that the promises announced do not materialize at all in the current text. When we met with Ms. Vautmans on April 22, 2005, she found that the original version of the bill was no less good than the amended version today. It is true that laws ultimately only bother the people to whom they are applied.
Beyond this mood post, we hope for our part to have made a positive contribution to the debate. And we will continue to work towards giving this bill a more positive orientation.”
It might be interesting that we have an evaluation in a year or two, in order to verify that the objectives pursued by the law have been achieved and to decide on possible adjustments to the text.
#18
Official text
Mevrouw Genot, ik zou toch een opmerking willen maken. U zegt dat de tekst tot stand is gekomen zonder overleg met de betrokkenen. Wij hebben in onze commissie hoorzittingen gehouden.
Translated text
Mrs. Joy, I would like to make a comment. You say that the text was drawn up without consultation with the parties concerned. We held hearings in our committee.
#19
Official text
Ik was er.
Translated text
I was there.
#20
Official text
Alle betrokkenen zijn gehoord en we hebben de nodige aanpassingen gedaan. Persoonlijk heb ik ongeveer een tachtigtal transseksuelen gezien en gehoord en ermee ge-emaild. Daarvan zijn er 76 zeer tevreden. Er zijn er 4 uit Wallonië die het wetsvoorstel betreuren. Dat is uiteindelijk de realiteit.
Translated text
All stakeholders have been heard and we have made the necessary adjustments. Personally, I’ve seen and heard about eighty transgender people and emailed them. 76 of them are very satisfied. Four Wallonians regret the bill. That is ultimately the reality.
#21
Official text
Madame Vautmans, il me semble que vous n'avez pas écouté attentivement ce que j'ai dit.
Les gens considèrent que la première proposition de loi a été élaborée davantage avec le corps médical qu'avec les associations concernées. Vous dites avoir rencontré d'autres associations. Manifestement, elles ne défendaient pas les mêmes versions.
J'ai souligné le fait que des auditions avaient eu lieu et que le débat avait permis d'améliorer notablement la proposition. J'espère que vous l'avez noté également.
Une série de personnes regrettent que les procédures soient plus compliquées. Certaines personnes que j'ai rencontrées m'ont dit qu'à l'heure actuelle, cela se passait plutôt bien. Tout comme vous, je pensais que ces personnes rencontraient d'énormes difficultés. Or, même dans des coins reculés de Wallonie, il semblerait que cela ne se passait pas si mal.
J'avoue qu'au départ, je pensais un peu comme vous et votre texte me semblait être une bonne chose. Cependant, après avoir confronté ce texte aux multiples témoignages, j'en suis beaucoup moins sûre. Je propose donc de faire une évaluation dans un an et demi pour pouvoir constater, sur le terrain, si d'autres adaptations sont nécessaires ou pas.
Translated text
Madame Vautmans, it seems to me that you did not listen carefully to what I said.
People consider that the first bill was drafted more with the medical body than with the associations concerned. He said he met with other associations. Obviously, they did not defend the same versions.
I highlighted the fact that hearing had taken place and that the debate had significantly improved the proposal. I hope you have noticed this too.
Many people regret that the procedures are more complicated. Some people I met told me that at the moment, it was going pretty well. Like you, I thought these people were facing huge difficulties. Now, even in remote corners of Wallonia, it would seem that it was not going so badly.
I confess that at first, I thought a little like you and your text seemed to me to be a good thing. However, after confronting this text with the multiple testimonials, I am much less sure of it. So I propose to do an evaluation in a year and a half to be able to see, on the ground, whether further adaptations are needed or not.
#22
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega Vautmans noemde dit voorstel daarstraks een eerste stap. Helaas denk ik dat het een scheve stap is, geen stap in de goede richting.
Begrijp me niet verkeerd: wij willen alle begrip tonen voor mensen die door een gril van de natuur behept zijn met transseksualiteit of interseksualiteit of noem maar op. We hebben daarover in de commissievergadering een aantal zeer interessante uiteenzettingen gehoord. Sommige ervan waren zeer schrijnend. Dat heeft bij iedereen inderdaad wel de ogen doen opengaan, voor zo ver die nog niet geopend waren, en aangetoond dat er wel degelijk problemen zijn die de medische wetenschap moet oplossen, en waar het recht alleen maar achterna kan hollen.
Evenwel, de wetswijziging die nu ter tafel ligt, is voor ons niet de goede wetswijziging. Een geslachtsverandering raakt immers de staat van de persoon. "Het geslacht raakt de staat van de persoon," dat is zo opgenomen in ons recht. Het raakt persoonlijkheidsrechten. Het is in ons recht altijd de goede gewoonte en de goede praktijk geweest om over persoonlijkheidsrechten rechters te laten oordelen en hen daarover het laatste woord te geven. Met het voorliggend voorstel wordt daarvan helaas afgeweken.
Er moeten ook waarborgen ingebouwd worden ten aanzien van de samenleving, ten aanzien van die personen die samenleven met iemand die met het probleem van transseksualiteit wordt geconfronteerd en die van geslacht wil veranderen. Een rechter is volgens ons nog altijd veel beter geplaatst dan een ambtenaar om daarin recht te laten gelden, om de persoonlijkheidsrechten van de persoon in kwestie te waarborgen, om de samenleving te beschermen tegen bepaalde misbruiken of uitschuivers die terzake gemaakt zouden kunnen worden.
Wij vinden het dus helemaal geen goede zaak, en ook geen oplossing, dat transseksuelen naar de ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen stappen om daar zomaar de wijziging van hun geslacht voor te stellen.
Wij hebben helemaal geen bezwaar tegen het feit dat personen zich door de medische wetenschap laten begeleiden; en dat zij, wanneer zij al enige stappen gezet hebben via de medische wereld, een aanvraag of een verzoek kunnen indienen bij het gerecht. In dat geval bewandelen wij ten minste de twee juiste sporen: enerzijds de medische wetenschap, die alle kennis en alle deskundigheid aanbrengt om personen in dergelijke moeilijkheden te begeleiden en, anderzijds, de rechter die dat proces finaliseert, die ervoor zorgt dat zowel de samenleving als de betrokkene zelf rechtszekerheid verkrijgen. Dat missen wij in dit wetsvoorstel, want daar komt het op neer: rechtszekerheid.
Die rechtszekerheid bedoelen wij niet alleen voor de betrokkene, maar ook bijvoorbeeld voor de kinderen.
Het zou goed zijn dat kinderen door de rechtbank zouden kunnen worden gehoord, of dat ze op enigerlei wijze toch hun rechten kunnen laten gelden. Zij zouden ook hun verhaal voor een rechter moeten kunnen doen. Dat missen wij. Zoals ook al door mevrouw Van der Auwera daarstraks gezegd, dat is het punt in dit wetsontwerp waarover wij struikelen, met alle begrip voor transseksuelen, met alle begrip voor die kleine groep van mensen die inderdaad zware problemen heeft. De rechtszekerheid, mevrouw Vautmans, met alle respect voor uw voorstel, zal hierdoor niet worden gediend.
Translated text
Mr. President, Mr. Vautmans called this proposal a first step thereafter. Unfortunately, I think it is a sluggish step, not a step in the right direction.
Do not misunderstand me: we want to show all understanding for people who are dominated by a grille of nature with transsexuality or intersexuality or just mention it. We heard a number of very interesting statements on this subject at the committee meeting. Some of them were very striking. This has indeed opened the eyes of everyone, as far as they were not yet opened, and demonstrated that there are indeed problems that the medical science must solve, and that the law can only pursue.
However, the legislative change that is now on the table is not for us the right legislative change. After all, a change in gender affects the state of the person. "The gender touches the state of the person," which is so incorporated in our law. It affects personality rights. In our law, it has always been the good habit and good practice to have judges judge personality rights and give them the last word in that regard. Unfortunately, this proposal is derogated from this.
Safeguards should also be introduced with regard to society, with regard to those persons who coexist with someone facing the problem of transgenderity and who wish to change their gender. In our opinion, a judge is still much better placed than a civil servant to enforce the law in it, to safeguard the personal rights of the person concerned, to protect society from certain abuses or extortions that could be made to the subject.
We therefore find it not at all a good thing, nor a solution, that transgender persons may step to the official of the civil stand to simply propose the change of their gender there.
We have no objection whatsoever to the fact that individuals are guided by the medical science; and that, once they have taken some steps through the medical world, they can submit a petition or a petition to the court. In that case, we will follow at least the two correct tracks: on the one hand, the medical science, which applies all knowledge and expertise to guide persons in such difficulties, and, on the other hand, the court that finalises that process, which ensures that both society and the person concerned themselves obtain legal certainty. That is what we lack in this bill, because that is what it means: legal certainty.
This legal certainty is meant not only for the person concerned, but also, for example, for the children.
It would be good that children could be heard by the court, or that they could in any way still enforce their rights. They should also be able to make their story before a judge. We miss that. As has already been said by Mrs. Van der Auwera later, that is the point in this bill that we stumble over, with all understanding for transgender people, with all understanding for that small group of people who actually have serious problems. The legal certainty, Mrs Vautmans, with all respect for your proposal, will not be served by this.
#23
Official text
Mijnheer de voorzitter, (...) kinderen kunnen worden gehoord. Momenteel is het ook zo dat kinderen voor de operatie niet worden gehoord. Wat u voorstelt, zou totaal niets wijzigen. Wat u voorstelt, is dat men op voorhand toestemming aan de rechtbank vraagt om de operatie te ondergaan. Dat is momenteel niet zo. Dat is de keuze die uw partij maakt. Dat sterkt mij alleen in mijn overtuiging dat wij nooit samen in een coalitie kunnen gaan.
Translated text
Children can be heard. Currently, children are not heard before the operation. What you propose would change nothing at all. What you propose is that one asks for prior permission from the court to undergo the operation. This is not the case at the moment. That is the choice your party makes. That only strengthens me in my belief that we can never go together in a coalition.
#24
Official text
Mevrouw Vautmans, ik sta hier niet om een coalitie met u aan te gaan, gelukkig maar. In elk geval heb ik nooit gezegd — u verdraait de zaken weer en daar bent u verdraaid goed in — dat kinderen de toestemming zouden moeten geven. Wij vragen dat zij door een rechter zouden worden gehoord. Het is uiteindelijk de rechter die beslist. Niemand heeft het recht om het persoonlijkheidsrecht van een ander afhankelijk te maken van zijn toestemming, ook kinderen niet van hun ouders. Dat moet duidelijk zijn. Het Vlaams Belang huldigt dat rechtsbeginsel. U mag mijn woorden niet verdraaien. Ik zeg alleen dat kinderen mogen en zelfs moeten worden gehoord, omdat deze problematiek in de samenleving en in gezinnen, waar mensen van geslacht willen veranderen, te belangrijk zijn om over te laten aan een ambtenaar van de burgerlijke stand. Laat in godsnaam een rechter recht doen gelden. Ik denk dat uw wetsvoorstel er dan veel beter zou uitkomen, dan de gemakkelijkheidoplossing die u nu neemt en die in de praktijk tot problemen zal leiden. Let op mijn woorden.
Translated text
Mrs. Vautmans, I am not here to form a coalition with you, fortunately. In any case, I have never said—you are twisting things again and you are twisted well into that—that children should give permission. We ask that they be heard by a judge. Ultimately, it is the judge who decides. No one has the right to make the personal rights of another dependent on his consent, not even children from their parents. That must be clear. The Flemish Interest honors that legal principle. You must not distort my words. I only say that children should and even should be heard, because this problem in society and in families, where people want to change gender, is too important to pass on to an official of the bourgeois state. Let a judge rule. I think your bill would then be much better than the ease solution you are now taking and which in practice will cause problems. Pay attention to my words.
#25
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, hoewel het wetsontwerp maar een beperkt aantal artikelen telt, heeft uw commissie toch vier vergaderingen besteed aan onderhavig wetsontwerp.
In haar uiteenzetting heeft mevrouw de minister meegegeven dat zij herhaaldelijk aangesproken werd door personen die een openbare functie uitoefenen. Het gaat in de eerste plaats om werknemers bij het openbaar vervoer, maar ook om andere beroepscategorieën, bijvoorbeeld verpleegkundigen in ziekenhuizen, die bij nacht en ontij last hebben met mensen die hen verbaal en fysiek aanvallen. De regering heeft dan ook beslist om krachtig op te treden tegen dergelijke vormen van agressie. Daarom wordt in het Strafwetboek een nieuwe verzwarende omstandigheid ingevoerd met het oog op een betere afschrikking. De minimumstraf in gevallen van ontoelaatbare agressie wordt verdubbeld.
Collega Van Parys heeft gezegd dat hij het ontwerp steunt, maar hij heeft verwezen naar een ruimer wetsvoorstel waarbij ook de situatie van politieambtenaren werd bekeken. Collega Wathelet was het eveneens eens met de doelstellingen van het ontwerp, maar hij begreep evenmin waarom de doelgroep van het wetsontwerp beperkt wordt gehouden. Collega Laeremans vond dat de minister niet consequent is. Hij was van oordeel dat het wetsontwerp niet meer dan een symbolische daad is, een beperkt toepassingsgebied heeft en in de praktijk weinig zal voorstellen.
De verslaggever meende dat het ontwerp van belang is, omdat de overheid niet kan dulden dat aan sommige functies geraakt wordt. Collega Massin vond het evident dat het wetsontwerp een ruime steun kreeg. Dat het wetsontwerp beperkt is tot personen die zich, vanuit hun functie, ten dienste van de maatschappij moeten stellen, leek hem ook evident. Collega Casaer heeft eveneens beaamd dat de bijzondere bepalingen nodig zijn om de noodzakelijke bescherming te bieden aan personen die functies uitoefenen waarin zij verplicht met het publiek in contact komen. Collega Marghem stelde vast dat onze maatschappij een heel stuk agressiever geworden is dan pakweg 50 jaar geleden. Vandaar dat de maatregelen die in het wetsontwerp voorgesteld worden, noodzakelijk zijn.
Ten slotte heeft collega Borginon aangehaald dat hij vindt dat er geen discrepantie kan zijn tussen artikel 280 en het voorgestelde artikel 410bis van het Strafwetboek.
Uiteindelijk heeft de commissie eenparig ingestemd met artikel 410bis en wordt vanaf nu de straf verdubbeld bij misdaden of wanbedrijven gepleegd tegen een chauffeur, een begeleider, een controleur of een loketbediende van een uitbater van een netwerk van openbaar vervoer, een postbode, een brandweerman, een lid van de civiele bescherming, een ambulancier, een arts, een apotheker, een kinesitherapeut, een verpleegkundige, een lid van het personeel aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de verzorgingsinstellingen, een maatschappelijk werker of een psycholoog van een openbare dienst. Hetzelfde geldt voor leerlingen, studenten of familieleden ervan die agressie plegen op werknemers van een onderwijsinstelling. Zij mogen zich eveneens verwachten aan een verdubbeling van de straf.
Dit werd eenparig door de commissie goedgekeurd.
Translated text
Although the bill contains only a limited number of articles, your committee has spent four meetings on this bill.
In her presentation, the Minister informed the Minister that she was repeatedly addressed by persons who perform public functions. It is primarily concerned with public transport workers, but also with other occupational categories, such as nurses in hospitals, who suffer from people who verbally and physically assault them at night and at night. The government has therefore decided to act vigorously against such forms of aggression. Therefore, a new aggravating circumstance is introduced in the Criminal Code in order to improve deterrence. The minimum punishment in cases of unacceptable aggression is doubled.
Collega Van Parys has said that he supports the draft, but he referred to a broader bill which also looked at the situation of police officers. Col. Wathelet also agreed with the objectives of the draft, but he also did not understand why the target group of the draft law is kept limited. Colleague Laeremans considered that the minister is not consistent. He was of the opinion that the draft law is nothing more than a symbolic act, has a limited scope of application and will present little in practice.
The reporter believed that the draft is important because the government cannot tolerate that some functions are affected. Mr. Massin believed it was obvious that the bill received broad support. The fact that the draft law is limited to persons who, from their function, must put themselves in the service of society, also seemed evident to him. Collega Casaer also pointed out that the special provisions are necessary to provide the necessary protection to persons performing functions in which they are obliged to come into contact with the public. Collega Marghem noted that our society has become a lot more aggressive than it was about 50 years ago. Therefore, the measures proposed in the draft law are necessary.
Finally, colleague Borginon cited that he considers that there can be no discrepancy between Article 280 and the proposed Article 410bis of the Criminal Code.
Finally, the committee unanimously agreed to Article 410bis and from now on the penalty will be doubled for crimes or misconduct committed against a driver, an accompaniment, an inspector or a locker of a operator of a public transport network, a postal officer, a fireman, a member of civil protection, an ambulance, a doctor, a pharmacist, a kinetotherapist, a nurse, a member of the staff appointed for reception in the emergency services of the health institutions, a social worker or a psychologist of a public service. The same applies to students, students or their family members who commit aggression against employees of an educational institution. They can also expect a doubling of the penalty.
This was unanimously approved by the committee.
#26
Official text
De heer Verherstraeten was aanwezig. Hij heeft met mij gesproken. Mijnheer Tant, ik zal eerst iemand anders het woord verlenen. De volgende sprekers zijn ingeschreven: de heren Claes, Schoofs, Marinower en Maingain.
Translated text
Mr. Verherstraeten was present. He spoke with me. I will give the word to someone else first. The following speakers are registered: Mr Claes, Schoofs, Marinower and Maingain.
#27
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal kort zijn. Dit wetsontwerp is een stap in de goede richting. Het Vlaams Belang heeft al jaren standpunten in deze zin ingenomen en voorstellen in deze zin gedaan. Wij kunnen ons dan ook enigszins erover verheugen dat deze wetswijziging er komt.
Wij kunnen slechts hopen dat paars de lijnen die wij in het verleden hebben uitgezet op dit vlak van het strafrecht, ook nog zal volgen op andere domeinen van het strafrecht, maar we zien dat er toch vaak spijtige zaken moeten gebeuren op het terrein vooraleer de regering wakker wordt. In dit geval, zo herinner ik mij, was het de zaak Hammani waarbij een politieagent dodelijk werd verwond en de dader er veel te goed vanaf kwam. Voor ons maakt deze ene zwaluw zeker de lente niet, maar paars krijgt op dit punt dan toch enig krediet van ons. Wij hopen alleen maar dat de lijn wordt doorgetrokken, want dat zal zeker nodig zijn.
Translated text
Mr. Speaker, I will be brief. This bill is a step in the right direction. The Flemish Interest has taken positions in this regard for years and has made proposals in this sense. We can therefore be somewhat pleased that this legislative amendment is coming. Their
We can only hope that purple will follow the lines we have set out in the past in this area of criminal law in other areas of criminal law, but we see that there are often regrettable things to happen on the ground before the government wakes up. In this case, I remember, it was the Hammani case in which a police officer was deadly wounded and the perpetrator got out of it too well. For us, this one swallow ⁇ does not make the spring, but purple gets some credit from us at this point. We only hope that the line will be crossed, because that will ⁇ be necessary.
#28
Official text
C'est au tour de M. Maingain d'intervenir mais il n'est pas présent pour l'instant.
Translated text
It is the turn of Mr. He wants to intervene, but he is not present at the moment.
#29
Official text
Monsieur le président, on me dit qu'il arrive.
Translated text
I have been told that it is coming.
#30
Official text
Le gouvernement est présent, mais j'ai aussi besoin de collègues parlementaires!
Translated text
The government is present, but I also need parliamentary colleagues!
#31
Official text
Ik kan dat begrijpen. De heren Claes, Verherstraeten, Maingain en Marinower zijn ingeschreven.
Translated text
I can understand that. The gentlemen Claes, Verherstraeten, Maingain and Marinower are registered.
#32
Official text
Mijnheer Marinower, u hebt het woord, wel met uw vest aan!
Translated text
Mr. Marinower, you have the word, but with your vest on!
#33
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
Translated text
Mr. President, Mr. De
#34
Official text
eerste minister, mevrouw de vice-eerste minister en minister van Justitie, met de goedkeuring van deze tekst wil de wetgever een belangrijk signaal geven aan onze samenleving.
Met de regelmaat van de klok lezen wij in de media berichten over agressie tegen gezondheidswerkers, artsen, huisartsen, verplegend personeel en dergelijke. Ook andere beroepscategorieën ontsnappen niet aan het toenemend geweld. Laten wij maar denken aan chauffeurs en/of begeleiders van bussen, metro's en dergelijke.
De stijging van allerhande vormen van agressie is een fenomeen dat we overal zien opduiken en is spijtig genoeg een algemeen maatschappelijk probleem geworden. Dikwijls worden de verwachtingen van de mensen steeds groter. Bovendien blijkt de frustratiedrempel van de mensen veel lager te liggen dan vroeger.
Onderzoek toont aan dat in de gezondheidswereld het vooral de afdelingen spoed, intensieve zorgen en psychiatrie zijn die te maken krijgen met toenemend geweld, wat niet wil zeggen dat de andere afdelingen gespaard blijven van agressie. Volgens sommigen is dat te wijten aan verschillende factoren, zoals onder meer alcohol- en druggebruik, lange wachttijden, het ongeduld van de patiënten, maar ook de ligging van het ziekenhuis: naargelang de plaats waar het ziekenhuis ligt, zou het aantal incidenten stijgen of dalen. Het gaat zelfs zo ver dat verscheidene ziekenhuizen daarbij een beroep moeten doen op een agressiecoördinator om het personeel zo goed mogelijk te trainen om te kunnen omgaan met dat fenomeen.
Het maandblad Intra Muros, een ziekenhuisuitgave van het Journal du médecin, de Franstalige tegenhanger van de Artsenkrant, heeft eind 1998 resultaten van een enquête gepubliceerd waaruit bleek dat meer dan 80% van de artsen van mening was dat het onveiligheidsgevoel in de ziekenhuizen de voorbije tien jaar toegenomen is. Bovendien bleek dat 47% van die artsen tijdens een consult reeds te maken hadden gekregen met fysiek geweld, en dat 8% van de ziekenartsen in dat voorbije jaar slachtoffer waren geworden van fysieke agressie. In vergelijking met de apothekers kan verwezen worden naar het resultaat van een enquête die in september 2003 door de Algemene Pharmaceutische Bond - APB - is uitgevoerd. Ook daar spreken de cijfers voor zich. De helft van de apothekers in België is in de drie jaar voorafgaand aan die studie geconfronteerd met: ten minste één diefstal met braak, 29%; een daad van vandalisme, 16%; fysieke agressie, 20%; een gewapende en/of gewelddadige overval, 19%.
Het grote aantal agressies geeft de apothekers een onveiligheidsgevoel en zorgt zelfs voor een psychose wanneer zij weekend- of nachtdienst hebben.
Wat de openbare vervoermaatschappijen betreft, blijkt ook uit de cijfers dat gewelddaden en agressie de laatste jaren fel zijn toegenomen. Ze vormen daadwerkelijk een probleem, niet enkel voor de organisatie zelf maar in de eerste plaats voor de betrokkenen. Uit cijfers van 1999 bleek dat bijna de helft van de werkongevallen bij treinbegeleiders immers het gevolg was van gewelddadige confrontaties met reizigers. Bij De Lijn was een gelijkaardige evolutie vast te stellen.
Het beroep van gezondheidswerkers en bepaalde andere categorieën is eigenlijk geëvolueerd tot een risicoberoep. Zij vervullen nochtans een belangrijke taak in onze maatschappij. Er schuilt hierin een zeker paradigma. Ze zijn in de weer om andere mensen te helpen maar tegelijk zijn ze het mikpunt van agressie. Precies daarom is het des te meer onbegrijpelijk dat mensen zich tegen hen keren.
De effecten van dergelijke agressie mogen niet ontkend worden. Enerzijds werken die gevolgen in op het individu zelf, met demotivatie, minder voldoening, stress, schade aan de fysieke of psychische gezondheid en posttraumatische symptomen. Ook heeft die agressie invloed op de organisatie waar het slachtoffer eventueel tewerkgesteld is, waarbij aangehaald kan worden dat slachtoffers van dergelijke feiten niet steeds meer in staat zijn hun prestaties op optimale wijze te leveren. Concrete gevallen zijn lange afwezigheden, lagere productiviteit en investeringen die moeten gedaan worden voor de organisatie.
Het strafrecht voorziet momenteel reeds in bepalingen omtrent slagen en verwondingen en in een aantal bijkomende verzwarende omstandigheden. De centrale vraag die we ons echter vandaag kunnen en moeten stellen, is of deze bepalingen in deze wel volstaan. Daarbij is de vraag stellen ze meteen ook beantwoorden. Net daarom heeft de VLD reeds in het verleden een duidelijk signaal willen geven en gegeven. De partij heeft een antwoord proberen te bieden op de problemen rond de agressie waarmee een bepaalde beroepsbevolking de laatste jaren meer en meer te maken krijgt. De strafwetgever was tot vandaag op dit vlak tekortgeschoten, meenden wij. Zwaardere straffen dienen in de eerste plaats een ontradend karakter te hebben. Iedereen is verwittigd dat dergelijke feiten streng bestraft zullen worden en dat indien deze preventie niet werkt, daadwerkelijk een strengere strafrechtelijke aanpak zal fungeren als stok achter de deur. Hierbij is de medewerking van politie en gerecht vereist. Zij moeten de nodige aandacht schenken aan de aanpak van deze problematiek.
De VLD heeft in deze op geen enkel moment zijn verantwoordelijkheid ontlopen en heeft verschillende voorstellen ingediend. Het eerste voorstel van de VLD, nr. 1258, is grotendeels overgenomen. Het tweede voorstel van de VLD, nr. 1586, werd zelfs volledig overgenomen in het ontwerp van de regering.
Het derde VLD-voorstel ging over geweld tegen politieambtenaren, die dikwijls het slachtoffer van geweld zijn, zelfs nog frequenter dan andere beroepscategorieën aangezien zij zich door de aard van hun beroepsuitoefening in vele gevallen in gevaarsituaties moeten begeven waarbij onder bepaalde voorwaarden geweld kan en dient aangewend te worden.
De meest voorkomende van die gevaarsituaties zijn verzet van burgers tegen hun aanhouding, het gevaarlijk gedrag van gestoorde of gedrogeerde personen, agressie vanwege een aanmaning of een boete en omstanders die om een of andere reden het optreden van de politie onmogelijk proberen te maken. Het is dan ook niet meer dan normaal dat ook zij zouden kunnen genieten van een betere strafrechtelijke bescherming. In de oorspronkelijke versie was echter niets voorzien om agressie tegen politiemensen te bestraffen.
Niettemin moeten zij zich, ondanks alle risico's aan het vak dat zij uitoefenen, beschermd weten. Daarom is in de kamercommissie voor Justitie een uitgebreid deel aan het oorspronkelijke ontwerp toegevoegd, net omwille van het bieden van een zekere bescherming aan politiemensen.
Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister van Justitie, collega's, de tekst waarover wij zo meteen gaan stemmen mag geen eindpunt zijn. Andere maatregelen zijn evenzeer welkom. Repressie is slechts een deel van het antwoord. Ook preventie dient de nodige aandacht te krijgen. In concreto kan gedacht worden aan camerabewaking, gesloten bestuurderscabines en vorming voor de slachtoffers om beter om te gaan met agressie.
Het wetsontwerp dat nu voorligt zien wij dan ook als een eerste maar belangrijke stap in de goede richting. Wij moeten echter waakzaam blijven voor fenomenen die onze samenleving onveilig maken, ook voor nieuwe fenomenen. Als Parlement is het aan ons om verantwoordelijkheid te nemen en is het onze plicht om waakzaam te blijven en verdere initiatieven waar nodig te nemen.
Op 29 juni 2004 heeft de VLD bij monde van onder meer collega Chevalier een wetsvoorstel ingediend dat ook voorzag in een strafverzwaring van misdrijven tegen medereizigers van openbaar vervoer en taxichauffeurs. In concreto gaat het om een van de maatregelen die in de toekomst zeker overwogen dienen te worden. Het zou daarom ook niet slecht zijn dat er een optimaler systeem zou gevonden worden om ervoor te zorgen dat de registratie van dergelijke feiten beter en realistischer zou gebeuren. Het zou een duidelijker beeld van de problematiek kunnen geven, wat voor het beleid alleszins onmisbaar is.
De VLD, onze fractie, staat dus positief tegenover de voorgestelde wijzigingen. Het ontwerp geniet dan ook de volle steun van onze fractie. Wij zullen het ontwerp dan ook goedkeuren.
Translated text
With the approval of this text, the legislature wants to send an important signal to our society.
With the regularity of the clock, we read in the media reports of aggression against health workers, doctors, family doctors, nursing staff and the like. Other occupational categories also do not escape the increasing violence. Let’s just think of drivers and/or accompanyers of buses, subways and the like.
The rise of all forms of aggression is a phenomenon that we see popping up everywhere and has unfortunately become a widespread social problem. People’s expectations are often increasing. In addition, the frustration threshold of people appears to be much lower than before.
Research shows that in the health world it is primarily the departments of emergency, intensive care and psychiatry that deal with increasing violence, which does not mean that the other departments are spared from aggression. According to some, this is due to various factors, such as alcohol and drug use, long waiting times, the impatience of the patients, but also the location of the hospital: depending on the location of the hospital, the number of incidents would increase or decrease. In fact, it goes so far that several hospitals have to call on an aggression coordinator to train the staff as well as possible to cope with that phenomenon.
Intra Muros, a hospital edition of the Journal du médecin, the French-language counterpart of the Artsenkrant, published results of a survey in late 1998 showing that more than 80% of doctors believed that the feeling of insecurity in hospitals has increased over the past decade. Furthermore, it found that 47% of those doctors had already experienced physical violence during a consultation, and that 8% of the nurses had been victims of physical aggression in that past year. In comparison with the pharmacists can be referred to the results of a survey conducted in September 2003 by the General Pharmaceutical Federation (APB). Here too, the figures speak for themselves. In the three years preceding that study, half of the pharmacists in Belgium have faced: at least one theft with vomiting, 29%; an act of vandalism, 16%; physical aggression, 20%; an armed and/or violent robbery, 19%.
The large number of aggression gives the pharmacists a sense of insecurity and even causes psychosis when they have weekend or night service.
Regarding public transport companies, the figures also show that violence and aggression have increased sharply in recent years. They actually pose a problem, not only for the organization itself but in the first place for the stakeholders involved. In fact, figures from 1999 showed that almost half of the work accidents involving train attendants were the result of violent confrontations with passengers. On the line, a similar evolution was observed.
The profession of health workers and certain other categories has actually evolved into a risky profession. However, they have an important role in our society. There is a certain paradigm here. They are in the weather to help other people but at the same time they are the target of aggression. This is why it is all the more incomprehensible that people turn against them.
The effects of such aggression cannot be denied. On the one hand, these effects work on the individual itself, with demotivation, less satisfaction, stress, damage to physical or mental health and post-traumatic symptoms. This aggression also affects the organization where the victim may be employed, citing that victims of such acts are increasingly unable to deliver their performance in an optimal manner. Concrete cases include long absences, lower productivity and investments that need to be made for the organization.
Currently, criminal law already provides for provisions on beating and injury and for a number of additional aggravating circumstances. However, the central question we can and must ask ourselves today is whether these provisions are sufficient. At the same time, the question is asked they also answer immediately. Just for this reason, the VLD has already wanted to give and give a clear signal in the past. The party has sought to provide an answer to the problems surrounding the aggression that a particular working population has faced more and more in recent years. The criminal legislature had failed in this area, we thought. More severe punishments must, in the first place, have a deterrent character. Everyone is warned that such acts will be severely punished and that if this prevention does not work, a stricter criminal approach will actually act as a stick behind the door. This requires the cooperation of police and justice. They should pay due attention to addressing this problem.
The VLD has never escaped its responsibility in this at any time and has submitted several proposals. The first proposal of the VLD, no. 1258, was largely taken over. The second proposal of the VLD, no. In 1586, it was even fully embedded in the draft government. Their
The third VLD proposal concerned violence against police officers, who are often the victims of violence, even more frequently than other occupational categories, since the nature of their professional activity in many cases requires them to engage in dangerous situations where, under certain conditions, violence can and should be used. Their
The most common of these hazardous situations are the resistance of civilians against their arrest, the dangerous behavior of disturbed or drugged persons, aggression due to a warning or a fine, and circumstances that, for some reason or other, attempt to make the action of the police impossible. It is therefore not more than normal that they too could enjoy better criminal protection. However, in the original version, nothing was provided to punish aggression against police officers. Their
Nevertheless, they must know that they are protected, despite all the risks associated with the profession they practice. Therefore, in the Chamber Committee on Justice, an extensive section has been added to the original design, just for the sake of providing some protection to police officers. Their
Mr. Prime Minister, Mrs. Minister of Justice, colleagues, the text on which we are going to vote so soon should not be the end point. Other measures are equally welcome. Repression is only part of the answer. Prevention should also be given the necessary attention. In particular, camera surveillance, closed driver cabins and training for victims to better cope with aggression can be thought of. Their
The draft law that we now present is therefore seen as a first but important step in the right direction. However, we must remain alert to phenomena that make our society unsafe, including new phenomena. As Parliament it is up to us to take responsibility and it is our duty to remain vigilant and to take further initiatives where necessary. Their
On 29 June 2004, the VLD submitted a proposal for a law by colleague Chevalier, among others, which also provided for a penalization of crimes against fellow passengers of public transport and taxi drivers. In fact, this is one of the measures that should be considered in the future. It would therefore also not be bad if a more optimal system would be found to ensure that the recording of such facts would be made better and more realistic. It could give a clearer picture of the problem, which is absolutely indispensable for policy. Their
The VLD, our group, is therefore positive to the proposed amendments. The draft has the full support of our group. We will approve the draft.
#35
Official text
Dit wetsontwerp wordt op het normale, voorziene uur behandeld. Het stond als derde punt op de agenda. Ik heb laten zoeken naar de heer Maingain.
Van de heer Verherstraeten weet ik dat hij in het huis is, want hij is mij daarstraks komen groeten. Ik dank hem daarvoor. Ik zie hem echter niet. De heer Dirk Claes is er ook niet.
Ik kan niemand laten spreken die hier niet aanwezig is.
Translated text
This bill is dealt with at the normal, anticipated hour. It was the third point on the agenda. I was searching for Mr. Maingain. Their
From Mr. Verherstraeten I know that he is in the house, because he came to greet me thereafter. I thank him for that. However, I do not see him. Mr. Dirk Claes is not there either. Their
I cannot let anyone speak who is not present here.
#36
Official text
Monsieur le président, je voudrais remercier le rapporteur ainsi que les intervenants qui ont mis en évidence l'extrême importance du projet de loi visant à soutenir tous les travailleurs qui ont une mission d'intérêt collectif et que le contact avec le public expose à des risques évidents.
De nombreuses plaintes ont été déposées dernièrement. Ces plaintes émanent de conducteurs de trams, de bus, mais aussi de médecins qui effectuent des services de garde, et d'enseignants.
Il était donc important qu'un projet tel que celui qui nous occupe aujourd'hui puisse être voté par notre Parlement.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to thank the rapporteur and the speakers who highlighted the extreme importance of the bill aimed at supporting all workers who have a mission of collective interest and whose contact with the public exposes to obvious risks.
Many complaints have been filed lately. These complaints come from tram drivers, bus drivers, but also from doctors who perform guard services, and teachers.
It was therefore important that a project such as the one we are dealing with today could be voted by our Parliament.
#37
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik houd het heel kort en spreek vanop mijn bank.
Dit wetsvoorstel gaat over de onderhoudsplicht van kinderen voor hun ouders in het rusthuis. Kort geschetst, het OCMW heeft vandaag de mogelijkheid om ofwel de onderhoudsplicht af te schaffen, ofwel via een uniforme schaal de kosten van het rusthuisverblijf volledig of gedeeltelijk terug te vorderen op de onderhoudsplichtigen, in casu de kinderen.
Tijdens de bespreking van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen, eind vorig jaar, werd een discussie gevoerd over het misbruik dat door een aantal OCMW's werd vastgesteld. Enkele OCMW's schaften de onderhoudsplicht af, maar worden geconfronteerd met bejaarden die zich onvermogend maken teneinde op kosten van de staat, op kosten van de gemeenschap, hun verblijf in het rusthuis te kunnen laten gebeuren.
Via het wetsontwerp houdende diverse bepalingen werd een stok achter de deur ingebouwd, in volgende zin. Bij wie zich onvermogend maakt in de vijf jaar vóór de intrede in het rusthuis, kan het OCMW toch terugvorderen.
Mijn wetsvoorstel biedt de mogelijkheid dat, bij wie zich onvermogend maakt tijdens het rusthuisverblijf, eveneens de mogelijkheid tot terugvordering wordt ingevoerd.
Kort gezegd komt het erop neer dat een bijkomende mogelijkheid van misbruik via dat wetsvoorstel wordt afgeschaft.
Translated text
Mr. Speaker, I keep it very short and speak from my bank.
This proposal deals with the maintenance obligation of children to their parents in the rest home. In short, the OCMW today has the option to either abolish the maintenance obligation or to recover the costs of the rest home accommodation, in whole or in part, from the maintenance obligators, in this case the children, through a uniform scale.
During the discussion of the draft law containing various provisions, at the end of last year, a discussion was held about the abuse identified by a number of OCMWs. Some OCMWs abolish the maintenance obligation, but are faced with elderly people who become disabled in order to allow their stay in the resting house at the expense of the state, at the expense of the community.
Through the bill containing various provisions, a stick was built behind the door, in the following sentence. Anyone who becomes impotent in the five years prior to entering the rest home may still recover the OCMW.
My proposal provides the possibility that, for those who become insufficient during the rest home stay, the possibility of recovery is also introduced.
In short, it consists in eliminating an additional possibility of abuse through that bill.
#38
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, parmi les comportements à risque pour la santé, l'alcoolisme a toujours retenu l'attention des responsables de la santé publique. Les problèmes liés à l'alcool, qu'ils soient d'ordre physique, psychologique ou social apparaissent évidemment lorsque la consommation est trop excessive et qu'elle perdure.
Au sein de l'OMS, un consensus existe concernant les méthodes qui s'avèrent efficaces pour diminuer l'usage de l'alcool: hausse des accises, interdiction de publicité ou de sponsoring, avertissements concernant la santé sur l'emballage des produits, éducation à la santé, soutien aux personnes qui diminuent leur consommation ou qui tentent d'y mettre un terme, interdiction pour les mineurs de consommer de l'alcool. Il est évident que, pour y arriver, il faut combiner l'ensemble de ces mesures. L'action doit être continue et doit s'inscrire dans la durée.
Je voudrais rappeler que la Belgique est considérée comme le pays d'Europe occidentale où les jeunes s'enivrent le plus. Une étude révèle qu'il y aurait eu, entre 1999 et 2001, chez les jeunes de 13 ans, une augmentation de 4,3% de la consommation. Cette consommation hebdomadaire, je tiens à le souligner, oscille entre 5,4 et 9,7%. Près de 40% des garçons et 26% des filles de 15 à 16 ans consomment de l'alcool au moins une fois par semaine. Le CRIOC a, lui aussi, publié une enquête dans laquelle les chiffres font ressortir une réelle nécessité d'action des pouvoirs publics. Il en ressort que 10% des jeunes âgés de 11 à 12 ans avouent avoir consommé de l'alcool alors que 68% d'entre eux y ont déjà goûté. Quant aux 17-18 ans, ils sont 70% à consommer de l'alcool. J'attire votre attention sur le fait qu'en Belgique, la consommation annuelle d'alcool pur est estimée à 8,9 litres par personne, ce qui est plus élevé que la moyenne européenne qui a atteint 7,3 litres par personne en 1998.
Ce constat est alarmant.
De plus, la Belgique ne possède pas sa propre législation réglementaire pour la vente d'alcool alors que chez nos voisins, certaines dispositions existent déjà. La France limite fortement la publicité pour l'alcool via la loi Evin de 1991. L'Italie interdit toute diffusion de publicité pour l'alcool avant 19 heures sur la chaîne publique. La Suède interdit purement et simplement toute publicité pour l'alcool à l'exception des bières légères.
Il était donc grand temps pour nous de nous servir de ces exemples et de nous baser sur ces constatations pour agir afin de protéger nos jeunes consommateurs. Aujourd'hui, monsieur le ministre, c'est chose faite!
Nous avons examiné en commission de la Santé, ce 20 juin, le projet de loi visant à réglementer la publicité des boissons alcoolisées. Ce projet permet à la Belgique de se doter, pour la première fois, d'un instrument permettant d'éviter les pratiques de concurrence déloyale mises en place pour inciter les jeunes à consommer de l'alcool. La consommation d'alcool est un problème de société et de santé publique délicat, qui atteint nos jeunes de plus en plus tôt et qui provoque des dérives sociales et physiques sans cesse plus graves.
Ce projet pose les bases d'une amélioration de la protection des jeunes en tant que consommateurs. Voici un peu plus d'un an, cette assemblée avait voté à l'unanimité la proposition de résolution du MR, que j'avais déposée, relative à la consommation d'alcool par les mineurs. Une de nos demandes était que le gouvernement établisse des dispositions légales contre la publicité en faveur des boissons contenant de l'alcool. Le projet soumis à notre examen le permet enfin. Le ministre a mis en oeuvre les recommandations de cette résolution par le biais de la conclusion d'une convention avec les producteurs d'alcool, le secteur de la distribution, les fédérations de l'horeca, les consommateurs et le jury d'éthique publicitaire.
Cette convention a pour but de régler la publicité de l'alcool. Elle permet le traitement égal de tous les produits contenant 1,2% d'alcool par volume, quelle que soit la manière dont ils ont été produits.
La convention comprend un volet consacré aux mineurs: jamais la publicité ne peut les viser ou utiliser des moyens qui visent spécifiquement les mineurs.
C'est donc avec une réelle conviction, monsieur le ministre, que le groupe MR votera ce projet de loi.
Translated text
Among the health-risk behaviors, alcoholism has always attracted the attention of public health officials. Alcohol-related problems, whether physical, psychological or social, appear obviously when consumption is too excessive and persists. by
There is consensus within the WHO on the methods that prove to be effective in reducing alcohol consumption: increase of excise duties, prohibition of advertising or sponsorship, health warnings on product packaging, health education, support for people who reduce their consumption or attempt to put an end to it, prohibition for minors to consume alcohol. In order to ⁇ this, it is necessary to combine all these measures. The action must be continuous and must be inserted in the duration.
I would like to remind you that Belgium is considered to be the country in Western Europe where young people get drunk most. One study found that between 1999 and 2001, there would have been a 4.3% increase in consumption among 13-year-olds. This weekly consumption, I would like to emphasize, ranges between 5.4 and 9.7%. Nearly 40% of boys and 26% of girls aged 15 to 16 drink alcohol at least once a week. The CRIOC has also published a survey in which the figures highlight a real need for action by public authorities. 10% of 11-12-year-olds confess to having consumed alcohol, while 68% of them have already tasted it. As for the 17-18 years old, 70% of them are drinking alcohol. I draw your attention to the fact that in Belgium, the annual consumption of pure alcohol is estimated at 8.9 liters per person, which is higher than the European average which reached 7.3 liters per person in 1998.
This finding is alarming. by
In addition, Belgium does not have its own regulatory legislation for the sale of alcohol while in our neighbors, some provisions already exist. In France, alcohol advertising is restricted by the Evin Act of 1991. Italy prohibits any advertising for alcohol before 19:00 on public channels. Sweden prohibits all advertising for alcohol except light beer. by
So it was time for us to use these examples and build on these findings to take action to protect our young consumers. Today, Mr. President, this is done.
We discussed in the Health Committee on June 20 the bill aiming to regulate the advertising of alcoholic beverages. This project allows Belgium to provide, for the first time, with an instrument to avoid unfair competition practices established to encourage young people to consume alcohol. Alcohol consumption is a delicate social and public health problem, which reaches our youth more and more early and causes ever more serious social and physical deviations. by
This project laid the foundation for improving the protection of young people as consumers. A little more than a year ago, this assembly had unanimously voted the resolution proposal of the MR, which I had deposited, concerning the consumption of alcohol by minors. One of our demands was that the government establish legal provisions against advertising for alcoholic beverages. The project submitted to our examination finally allows it. The Minister implemented the recommendations of this resolution through the conclusion of an agreement with alcohol producers, the distribution sector, the horeca federations, consumers and the Advertising Ethics Jury. by
This convention aims to regulate the advertising of alcohol. It allows equal treatment of all products containing 1.2% alcohol per volume, regardless of how they were produced.
The Convention includes a section dedicated to minors: never advertising can target them or use means that target specifically minors.
It is therefore with real conviction, Mr. Minister, that the MR group will vote on this bill.
#39
Official text
Mevrouw Jiroflée komt zich verontschuldigen. Er was een verandering in de agenda. Mevrouw Jiroflée, u hebt gelijk. Ik had het ook zo begrepen.
Translated text
Mrs. Jiroflée comes to apologize. There was a change in the agenda. Mrs. Jiroflée, you are right. I would have understood it so too.
#40
Official text
Monsieur le ministre, allez-vous répondre?
Translated text
Mr. Minister, will you answer?
#41
Official text
Monsieur le président, je serai bref, ce sujet ayant déjà fait l'objet de longs débats en commission. Je voudrais souligner que nous allons aujourd'hui voter un texte qui est original à deux titres. Tout d'abord parce que ce texte revêt une forme singulière. En effet, les négociations avec le secteur auront force de loi grâce au texte que nous allons voter aujourd'hui, à l'instar des conventions collectives de travail.
Le deuxième élément est qu'il porte sur une matière extrêmement sensible, puisqu'il s'agit de la réglementation de la publicité pour les produits alcoolisés. Nous voulons encourager les personnes en charge des médias, de la publicité ainsi que les premiers concernés, à savoir les producteurs d'alcool, à donner une information qui tienne compte de certains principes éthiques. Sachant que les jeunes notamment sont de plus en plus enclins à consommer de l'alcool, il était utile aussi de prendre des mesures protectrices, ce qui s'inscrit dans la philosophie de ce texte.
Voilà, monsieur le président, en quoi nous pouvons nous réjouir que ce texte soit soumis aujourd'hui à cette assemblée.
Translated text
I will be brief, since this issue has already been the subject of long discussions in the committee. I would like to emphasize that today we will vote on a text that is original in two titles. First of all, because this text has a unique form. Indeed, negotiations with the sector will have legal force thanks to the text we are going to vote today, like collective labour agreements.
The second element is that it relates to an extremely sensitive subject, since it is the regulation of advertising for alcoholic products. We want to encourage those in charge of the media, advertising, as well as the first concerned, namely alcohol producers, to give information that takes into account certain ethical principles. Knowing that especially young people are increasingly inclined to consume alcohol, it was also useful to take protective measures, which is part of the philosophy of this text.
That is why, Mr. Speaker, we can be pleased that this text is submitted today to this assembly.
#42
Official text
Mijnheer de voorzitter, ondanks de glijdende aanvangsuren hebben we mekaar eindelijk gevonden. U zou wat ergernis en commentaar jegens uw persoon kunnen voorkomen, mocht u de plenaire vergadering openen op het laatst aangegeven uur en daarna de vergadering schorsen. Dat zou het Parlement beter honoreren.
Mijnheer de staatssecretaris, collega's, op 19 juni heeft de commissie voor de Infrastructuur het wetsontwerp betreffende GSM-R besproken. De inzet was de tot op heden vrij onvolmaakte methodes. De staatssecretaris heeft verwezen naar de radionetten van reizigersen goederenstations. Ook de radioverbindingen zijn ondermaats zodat men niet altijd kan inspelen op crisissituaties. Herinner u het treinongeval in Pécrot.
In de algemene bespreking heb ik zelf de vraag gesteld of de GSM-R nog andere voordelen zou opleveren voor de reizigers dan de verbetering van de algemene veiligheidssituatie en de mogelijkheid tot snellere interventies. Ik denk aan een extra service zoals de opsporing van verdwenen goederen.
Mevrouw Lalieux stelde vragen over de rol die Infrabel zal spelen. In het wetsontwerp betreffende GSM-R spreekt men over Infrabel of diens lasthebber. Dit punt heeft voor gedachtewisseling gezorgd. Verschillende fracties, ook CD&V wilden absoluut duidelijkheid krijgen over wie die taak toebedeeld zal krijgen. Hierover later meer.
Wat de timing betreft, het netwerk moet volgens de staatssecretaris voor eind 2008 volledig operationeel zijn. Over de discussie wie de taak als operator op zich zal nemen, is het te verstaan dat de GSM-Roperator Infrabel is. Omdat die niet altijd over de noodzakelijke competenties beschikt, zal de holding die wel de vereiste expertise in huis heeft een lasthebber aanwijzen.
Andere vragen handelden over de rol van het BIPT. De staatssecretaris heeft gepreciseerd dat het BIPT ook hier de functie van regulator moet opnemen en nu reeds de controle op de voorbereidingen van het GSM-R-netwerk uitvoert.
Rond de verdere artikelsgewijze bespreking kan ik enkel melden dat wij een aantal technische correcties hebben voorgesteld. Het ging om enkele zaken die een betere lectuur — definitiebepalingen enzovoort — van de wetgeving moesten garanderen. Deze amendementen werden aangenomen op aangeven van de staatssecretaris.
Iets wat misschien nog uw belangstelling kan wekken, collega's, is de vraag die ik stelde, namelijk of het de bedoeling was dat ook van op externe nummers naar de GSM-R nummers, naar het treinpersoneel kan worden gebeld in bepaalde gevallen. De staatssecretaris zei dat men als ontvanger steeds oproepen zal kunnen ontvangen. De oproepen zullen echter tot een bepaalde reeks nummers worden beperkt. Met andere woorden, treinbegeleiders of ander boordpersoneel zal niet zomaar via het GSM-R netwerk contact kunnen opnemen met het thuisfront of andere collega's.
Ten slotte, de staatssecretaris zei dat aangezien veiligheid de hoofdbestaansreden is van het GSM-R netwerk dat hier een taak is weggelegd voor het BIPT, een taak die iets ruimer is dan zoals ze wordt verleend aan andere operatoren. Ikzelf heb toen een verwijzing gemaakt naar ASTRID dat ook met veiligheid te maken heeft. Dit laatste systeem heeft ook te maken met veiligheid maar het heeft een apart wettelijk kader en het kan niet altijd van dezelfde faciliteiten genieten.
Tot zover, mijnheer de voorzitter. Nog even meegeven dat het wetsontwerp eenparig werd aangenomen door de commissie voor de Infrastructuur.
Translated text
Despite the sluggish opening hours, we finally found each other. You could avoid some annoyance and comment against your person if you open the plenary session at the last specified hour and then suspend the meeting. That would better honor the Parliament.
On 19 June, the Infrastructure Committee discussed the bill on GSM-R. The use was the methods that have been quite imperfect so far. The Secretary of State referred to the radio networks of passenger freight stations. Also the radio connections are undermeasurable so that one cannot always respond to crisis situations. Remember the train accident in Pécrot.
In the general discussion, I asked myself whether the GSM-R would provide other benefits for travellers than the improvement of the overall safety situation and the possibility of faster interventions. I think of an additional service such as the search for lost goods.
Mrs Lalieux asked questions about the role Infrabel will play. The bill on GSM-R refers to Infrabel or its carrier. This point has led to an exchange of ideas. Several factions, including CD&V, wanted to get absolutely clear about who will be assigned that task. More about this later.
As for timing, the network should be fully operational by the end of 2008, according to the Secretary of State. On the discussion of who will take on the task as an operator, it is understandable that the GSM Roperator is Infrabel. Because it does not always have the necessary competencies, the holding company that has the required expertise in the home will designate a carrier.
Other questions concerned the role of the BIPT. The State Secretary has clarified that the BIPT should also include the function of regulator here and now already performs the control of the preparations of the GSM-R network.
In the course of the further article-by-article discussion, I can only report that we have proposed a number of technical corrections. These were a number of matters that should guarantee a better reading — definitions and so on — of the legislation. These amendments were adopted at the notice of the Secretary of State.
Something that may still arouse your interest, colleagues, is the question I asked, namely whether it was intended that also from external numbers to the GSM-R numbers, to the train staff can be called in certain cases. The Secretary of State said that as a recipient you will always be able to receive calls. However, the calls will be limited to a certain set of numbers. In other words, train guides or other board personnel will not be able to simply connect with the home front or other colleagues via the GSM-R network.
Finally, the Secretary of State said that since security is the main reason of existence of the GSM-R network, a task has been placed here for the BIPT, a task that is slightly more extensive than as it is assigned to other operators. I myself then made a reference to ASTRID which also has to do with safety. This latter system also has to do with security but it has a separate legal framework and it can not always enjoy the same facilities.
So far, Mr President. The bill was unanimously adopted by the Infrastructure Committee.
#43
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik kan zeggen dat het wetsontwerp met unanimiteit werd goedgekeurd. Ik kan mij dus volledig aansluiten bij het schriftelijke verslag.
Translated text
I can say that the bill was approved unanimously. I fully agree with the written report.
#44
Official text
Mijnheer de voorzitter, er was één onthouding.
Translated text
There was one abstinence.
#45
Official text
Mevrouw Roppe heeft gezegd dat het wetsontwerp eenparig werd goedgekeurd in de commissie. Is dat niet waar?
Translated text
Ms. Roppe said that the bill was unanimously approved in the committee. Is that not true?
#46
Official text
Er was één onthouding.
Translated text
There was one abstinence.
#47
Official text
Ik vermoed dat u bij die onthouding blijft.
Translated text
I suspect you will remain in that abstinence.
#48
Official text
Ja.
Translated text
and yes.
#49
Official text
Monsieur le président, je m'en remets au rapport écrit vu la technicité du projet, d'autant plus qu'il n'a aucune implication politique. Il s'agit uniquement d'une technique juridique.
Translated text
Mr. Speaker, I refer to the written report given the technical nature of the project, especially since it has no political implication. This is just a legal technique.
#50
Official text
Mijnheer de voorzitter, er is unanimiteit over het wetsontwerp. Ik kan dus verwijzen naar mijn schriftelijk verslag.
Translated text
There is unanimous vote on the bill. I can refer to my written report.
#51
Official text
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? Vraagt nog iemand het woord?
Translated text
Someone ask-t-il yet the word? Does anyone ask for the word?
#52
Official text
Monsieur le président, je n'ai rien à ajouter à cet excellent rapport. La discussion générale est close.
Translated text
I have nothing to add to this excellent report. The general discussion is closed.
#53
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega's, na een kort debat in de commissie over dit wetsontwerp werd besloten het te behandelen zonder hoorzittingen. Er werd wel afgesproken op voorstel van commissievoorzitter Paul Tant om na het zomerreces de kredietgevers te horen voor een nieuwe financieringsregeling voor het Fonds ter bestrijding van Overmatige Schuldenlast.
Na deze kwestie gaf de minister van Consumentenzaken een uiteenzetting en het Fonds ter bestrijding van Overmatige Schuldenlast speelt, zoals u allemaal weet, een essentiële rol in het kader van de collectieve schuldenregeling. Dit Fonds betaalt de erelonen van de schuldbemiddelaars uit voor zover deze niet door de verzoeker-schuldenaar worden betaald.
Het feit dat de schuldbemiddelaars de waarborg hebben dat ze worden betaald, betekent dat zij kwalitatief werk kunnen verrichten. Dit is zowel in het belang van de schuldenaars als van de schuldeisers.
Het Fonds wordt echter geconfronteerd met een tekort aan middelen. Dit komt voornamelijk door het toenemend aantal dossiers. Volgens de Centrale voor kredieten aan particulieren is het aantal berichten van toelaatbaarheid tot de collectieve schuldenregeling van 2004 naar 2005 met meer dan een vijfde gestegen.
Een van de gevolgen is dat het Fonds niet meer over de middelen beschikt om een van zijn andere taken uit te voeren, met name het nemen van maatregelen ter informatie en sensibilisering. Om dit tekort op te vangen, wordt voorgesteld om dit jaar een bijkomende fondsenwerving te realiseren.
Collega Pieters merkte onder andere op dat de regering door de wet van 13 december 2005 de toegangsvoorwaarde tot het Fonds voor de betaling van de schuldbemiddelaars verruimt. Ook dit is een oorzaak voor de grotere vraag aan het Fonds.
Momenteel wordt het Fonds gefinancierd door de banken en de natuurlijke of rechtspersonen die consumentenkredieten verlenen. Collega Pieters merkte op dat het Fonds ook andere schuldeisers ten goede komt zonder dat zij evenwel moeten bijdragen tot de financiering van het Fonds. Zij vroeg zich dan ook af of het gerechtvaardigd is dat enkel de kredietinstellingen het Fonds moeten stijven. Ook collega De Meyer stelde dat de nutsbedrijven, zoals bijvoorbeeld de telefoonmaatschappijen, hun bijdrage moeten leveren aan dit Fonds.
In haar antwoord benadrukte de minister dan ook dat andere partijen zouden moeten bijdragen.
Collega's Pieters en De Meyer vroegen dat er dringend werk zou worden gemaakt van preventie en sensibilisatie. De minister antwoordde dat de regering heeft beslist dat 300.000 euro van de bijkomende fondswerving zal worden gebruikt voor een informatiecampagne. Voorts werden er ook preventieve en curatieve maatregelen genomen, zoals de herziening van de wet op het consumentenkrediet en de oprichting van een positieve kredietcentrale. De wet op de collectieve schuldenregeling is in dit kader dan ook belangrijk als sluitstuk, stelde de minister.
Collega De Meyer wees ook nog op de soms gebrekkige kwaliteit van de schuldbemiddelaars en in het bijzonder de private bemiddelaars. Collega Hove stelde vast dat er voor het jaar 2005 er nogal wat verschillen op het vlak van de aanwending van het fonds tussen de arrondissementen zijn. De minister antwoordde hierop dat dat nog een gevolg is van de bestaande wet op de collectieve schuldenregeling, die geen objectieve criteria bevat die bepalen of het fonds al dan niet aangewend kan worden. Objectieve criteria zijn dus noodzakelijk en zullen ook in de wet worden opgenomen.
Het gehele ontwerp werd aangenomen met 9 stemmen voor en 2 onthoudingen.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, after a short debate in the committee on this bill, it was decided to deal with it without hearing. However, it was agreed at the proposal of Commission President Paul Tant to hear creditors after the summer holiday for a new financing scheme for the Fund to combat excessive debt burden.
Following this issue, the Minister of Consumer Affairs gave a presentation and the Fund for Combating Excessive Debt Load plays, as you all know, an essential role in the framework of collective debt settlement. This Fund pays out the honorary wages of the debt intermediaries in so far as they are not paid by the applicant- debtor.
The fact that the debt intermediaries have the guarantee that they are paid means that they can perform quality work. This is in the interests of both debtors and creditors.
However, the Fund is facing a shortage of resources. This is mainly due to the increasing number of files. According to the Central for Loans to Private Persons, the number of notifications of admissibility to the collective debt arrangement has increased by more than a fifth from 2004 to 2005.
One of the consequences is that the Fund no longer has the resources to carry out any of its other tasks, in particular taking information and awareness-raising measures. In order to cover this deficit, it is proposed to realize an additional fundraising this year.
Collega Pieters noted, among other things, that the government, by the law of 13 December 2005, extends the condition of access to the Fund for the payment of debt intermediaries. This is also one of the reasons for the increased demand for the Fund.
Currently, the Fund is financed by banks and natural or legal persons providing consumer loans. Collega Pieters noted that the Fund also benefits other creditors without, however, having to contribute to the Fund’s financing. She therefore wondered whether it is justified that only credit institutions should tighten the Fund. Also colleague De Meyer stated that utility companies, such as telephone companies, should contribute to this Fund.
In her response, the Minister therefore emphasized that other parties should contribute.
Colleagues Pieters and De Meyer asked for urgent work on prevention and awareness. The Minister replied that the government has decided that 300,000 euros of the additional fundraising will be used for an information campaign. In addition, preventive and curative measures were also taken, such as the revision of the Consumer Credit Act and the establishment of a positive credit central. The law on the collective debt regulation is therefore important as a closing point in this context, the minister stated.
Col. De Meyer also pointed out the sometimes poor quality of the debt mediators and in particular the private mediators. Collega Hove noted that for the year 2005 there are quite a few differences in terms of the use of the fund between the arrondissements. The Minister replied that this is another consequence of the existing law on collective debt settlement, which does not contain objective criteria determining whether or not the fund can be used. Therefore, objective criteria are necessary and will also be included in the law.
The entire draft was adopted with 9 votes for and 2 abstentions.