Proposition 55K3154

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant confirmation de huit arrêtés royaux sur l'énergie et portant la modification de l'arrêté royal du 26 octobre 2022 portant la création d'un mécanisme de garantie de l'État pour certains crédits contractés par les fournisseurs et intermédiaires de gaz naturel et d'électricité suite à la crise énergétique.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Feb. 15, 2023
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
natural gas electrical energy energy policy energy crisis price of energy guarantee

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR VB
Abstained from voting
PVDA | PTB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

March 23, 2023 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

M. Albert Vicaire, rapporteur, s’en réfère à son rapport écrit.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, ik ben een beetje verwonderd dat ik de enige ben die het woord hier neem. In de commissie waren er ook slechts drie of vier sprekers. Het betreft hier het bevestigen van koninklijke besluiten. Het gaat dus eigenlijk over zaken waarover in het verleden beslist werd, maar het gaat wel over belangrijke zaken. Daarom ben ik een beetje verwonderd.

Het betreft 8 koninklijke besluiten over 5 thema’s. Het eerste thema betreft het toelaten van voorschotten aan leveranciers. Dan is er het uitgebreide sociaal tarief. Er zijn drie opeenvolgende verlengingen van het sociaal tarief. Er is een eerste koninklijk besluit over het sociaal tarief warmte. Dan is er de fameuze nucleaire taks, officieel de repartitiebijdrage voor 2022. Ten slotte zijn er de staatswaarborgen voor de leveranciers, teneinde eventuele faillissementen te vermijden. Het zijn dus allemaal erg belangrijke onderwerpen. Ik wil het even hebben over de vijf thema’s.

Ik begin met de voorschotten voor de leveranciers. Uiteraard heeft de PVDA geen enkel probleem met een systeem waarbij door de overheid voorschotten kunnen worden gegeven aan de leveranciers om het sociaal tarief mogelijk te maken, zeker voor de kleine energieleveranciers. Met betrekking tot een grote onderneming als Engie zijn wij net iets minder overtuigd van de noodzaak voor die onderneming.

Ik heb daarbij een bedenking in de rand. Er is een grote tegenstelling tussen hoe de overheid omgaat met energieleveranciers, aan wie voorschotten toegekend worden, zodat ze het geld niet moeten voorschieten, en gewone mensen. Als gewone mensen in de problemen komen met hun energiefactuur, moeten ze zelf maar zien hoe ze rondkomen. Veel mensen wachten nog steeds op hun federale premie van januari. Dat betreft dus geen voorschot, maar eerder een “achterschot”.

Dan is er de verlenging van het sociaal tarief zelf. Het gaat hier over drie koninklijke besluiten die het sociaal tarief verlengen voor de mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, tot 1 april van dit jaar. Dat gaat over een grote groep mensen, het betreft ongeveer 10 % van de gezinnen. Het is voor hen ook enorm belangrijk, want het gaat om gezinnen met een zeer laag inkomen. Uiteraard zullen wij, net als in het verleden, die verlenging goedkeuren.

Ik heb wel een randbemerking. Het is ook niet de eerste keer dat wij dit zeggen. Het sociaal energietarief is een nuttige maatregel, maar is niet zaligmakend. Een prijsblokkering zoals in Frankrijk, en ook in andere landen, blijft nodig, omdat dit niet alleen de kwetsbaarsten en armsten, maar ook de minder armen, de zelfstandigen en kmo’s, toelaat het hoofd te bieden aan hoge energieprijzen. Die zijn vandaag weliswaar sterk gedaald, maar ze zijn nog altijd twee keer hoger dan voor het uitbreken van de crisis in 2021.

Met de drie KB’s die hier vandaag ter stemming liggen, wordt het sociaal tarief voor de uitgebreide groep tot 1 april verlengd. De regering heeft beslist om dat daarna nog een laatste keer te doen tot 1 juli om de maatregel dan stop te zetten.

Daar wil ik toch even bij stilstaan, want wij vinden dat totaal onbegrijpelijk van een regering die er altijd prat op ging dat ze de meest kwetsbaren beschermt. U weet maar al te goed, mevrouw de minister en collega’s van de meerderheid, dat met die beslissing ongeveer 1 miljoen Belgen en dan nog de meest kwetsbaren van de ene op de andere dag een enorme prijsschok zullen moeten verwerken.

Ook al is het koffiedik kijken hoe de groothandelsmarkt de komende maanden zal evolueren, volgens onze berekeningen bedraagt het verschil tussen het sociaal tarief en het commerciële tarief vandaag 364 euro voor elektriciteit en 1.082 euro voor gas voor een gemiddeld verbruik op jaarbasis. Dat is samen 1.446 euro verschil tussen het sociaal tarief en het commercieel tarief. Dat is een enorm bedrag.

Er zit ook iets vicieus aan het sociaal tarief: dat is namelijk gestegen, terwijl de marktprijzen zijn gedaald. Op 1 april zal het sociaal tarief met 7,7 % stijgen voor elektriciteit en met 9,5 % voor aardgas. Dat is niet aangenaam. Het verschil zal heel groot blijven en heel hard aankomen voor die gezinnen.

Wat het sociaal tarief voor warmte betreft, wij steunen uiteraard het eerste KB over het sociaal tarief voor warmte. Het is logisch dat gezinnen die zich niet verwarmen met een eigen ketel, maar op het warmtenet zijn aangesloten, ook een beroep op het sociaal tarief moeten kunnen doen aan dezelfde voorwaarden en procedures als voor gas, aangezien hun tarieven ook gebonden zijn aan die van gas en zij daardoor ook met grote prijsstijgingen worden geconfronteerd.

De tarieven voor warmtenetten worden een keer per jaar aangepast. Die zijn op 1 januari 2023 verdriedubbeld. Terwijl de prijzen van gas naar beneden gingen, is het tarief van de warmtenetten verdriedubbeld. Bij Fluvius ging die tarief van 40 euro per megawattuur in 2022 naar 122 euro per megawattuur vanaf 1 januari 2023, omdat de tarieven gebaseerd zijn op de gemiddelde gasprijzen van 2022.

Daar zit dus een vertraging op en die tarieven zullen pas omlaaggaan in 2024, als de gasprijzen laag blijven. Ook wie op een warmtenet is aangesloten en niet met een eigen ketel verwarmt, heeft nood aan het sociaal tarief door de hoge gasprijzen.

Ik kom nu bij mijn opmerkingen over het KB in artikel 5 van het voorliggende wetsontwerp. Dat betreft de repartitiebijdrage van 2022 en heeft dus betrekking op de winsten van 2021 – daar zit altijd wat vertraging op – van vier kerncentrales, namelijk Doel 3 en 4 en Tihange 2 en 3. Ter herinnering, vanaf juli 2021 en nog meer in augustus en september zijn de elektriciteitsprijzen enorm beginnen te stijgen, terwijl er dat jaar nog geen overwinsttaks van toepassing was, wel de nucleaire taks. Op die taks, die bepaald werd op 135.164.806 euro, wordt een degressiviteitsmechanisme toegepast, want voor multinationals en grote bedrijven als ENGIE zijn er natuurlijk altijd speciale regelingen, waardoor het bedrag tot 114.824.868 euro wordt teruggebracht, waarvan afgerond 108,5 miljoen euro voor ENGIE Electrabel en 6,3 miljoen euro voor Luminus. Daar komt een vast bedrag van 20 miljoen euro voor Doel 1 en 2 bij en 0 euro voor Tihange 1, zodat de bijdrage van ENGIE op zijn winsten van 2021 op 128,5 miljoen euro uitkomt, terwijl de totale opbrengst van de Belgische kerncentrales 959 miljoen euro bedroeg volgens de eigen cijfers van ENGIE. Dat is dus een belasting van 13,4 %.

Wij kunnen ook al een beetje verder kijken. In 2022 boekte de groep ENGIE 5,2 miljard euro nettowinst, waarvan naar eigen zeggen iets meer dan 1 miljard euro in de Belgische kerncentrales.

Als we daar die 128,5 miljoen tegenover zetten – ze betalen natuurlijk nog andere belastingen –, zitten we maar aan 2,5 %. Die heel lage bijdrage van een groep als ENGIE die miljarden winst maakt, vinden wij gewoonweg onaanvaardbaar. Dit ligt heel ver van de vaak uitgesproken stelling dat niemand zich mag verrijken in deze crisis. Daar zijn we wel heel ver van verwijderd, want de aandeelhouders van ENGIE hebben zich wel degelijk zeer sterk verrijkt.

Toegegeven, mevrouw de minister, het is niet helemaal of misschien zelfs helemaal niet uw schuld. Ere wie ere toekomt, dus ook oneer wie oneer toekomt, de verantwoordelijkheid komt mevrouw Marghem toe. Met haar toenmalig kabinet van ENGIE-medewerkers heeft zij wurgcontracten afgesloten om de winsten en nadien ook de overwinsten van ENGIE Electrabel te beschermen.

Nu kom ik tot de staatswaarborg voor de leveranciers. Ik houd het heel kort. Wij hadden daar wat vragen bij omdat er op een bepaald moment werd gesproken over het failliet of dreigend failliet van bepaalde leveranciers. Enkele leveranciers zijn trouwens failliet gegaan. Er kon dus wel nood bestaan aan staatswaarborgen. Die prijzen zijn nu sterk aan het dalen. Wij hebben bovendien vernomen dat sommige leveranciers hun winstmarges ook nog eens optrekken. Onze bedenking is dat de leveranciers nu dan ook geen staatswaarborgen meer nodig hebben. Mevrouw de minister, in de commissie hebt u daarop geantwoord dat die waarborgregeling tot 31 maart geldig is. Wij gaan ervan uit dat die niet meer verlengd wordt, behoudens onverwachte gebeurtenissen.

Alles bij elkaar is dit wetsontwerp een verzameling van acht koninklijke besluiten. Wij vinden er aangename en minder aangename zaken in terug. In de commissie hebben we bijvoorbeeld tegen artikel 5 gestemd. Bij de plenaire stemming over dit samenraapsel kunnen wij ons dus alleen maar onthouden.


Kurt Ravyts VB

Er had zich niemand van de Vlaams Belangfractie ingeschreven, maar dat is niet zo verwonderlijk, mijnheer Warmoes. Het Vlaams Belang staat achter de staatswaarborg voor de leveranciers waar u het op het laatste over had. Wij vinden dat de leveranciers een aantal grote verantwoordelijkheden hebben gekregen de voorbije twee jaar. Met faillissementen is niemand gebaat, ook de consument niet.

Uw periodieke riedeltje over de repartitiebijdrage kan u honderd keer afsteken. De methodologie ligt wel wettelijk vast, wordt door de CREG toegepast. Het is al wat meer dan de voorbije jaren. Wellicht zal het volgend jaar ook nog meer zijn. Dan zal het over het jaar 2022 gaan.

Hopelijk brengen de besprekingen rond de begrotingscontrole meer duidelijkheid inzake een nieuw sociaal tarief dat u hebt aangekondigd. We weten natuurlijk dat de uitgebreide doelgroep dit jaar zal verdwijnen. We weten ook dat u weliswaar een KB aan het voorbereiden bent of voorbereid hebt, waarbij de leveranciers na 1 juli het goedkoopste tarief of product zullen moeten aanbieden aan die mensen. We verwachten natuurlijk nog meer. We verwachten een nieuw sociaal tarief dat meer inkomensgerelateerd zal moeten zijn.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mijnheer Ravyts, ik heb gezegd dat de PVDA achter de staatswaarborgen kan staan als die bedrijven dat nodig hebben in de heel moeilijke periode van de exploderende prijzen. De PVDA vindt wel dat dat nu wellicht niet meer nodig is.

U zegt dat de repartitiebijdrage wettelijk vastgelegd is en dat dan zo is. Dat heb ik ook duidelijk gezegd. Ik heb erbij gezegd dat dat niet de verantwoordelijkheid is van mevrouw Van der Straeten. Ik weet niet wat Groen toen gestemd heeft. Ik heb duidelijk gezegd dat dit de verantwoordelijkheid is van mevrouw Marghem. Dat is een wet waar bij wijze van spreken een formule in staat waar een cijfer uit komt. De PVDA gaat niet akkoord met de formule, en gaat dus ook niet akkoord met het resultaat, het cijfer dat daar uit komt. Daarom heeft de PVDA in commissie tegen dit artikel gestemd dat dit KB bevestigt.

Dat is ook de reden waarom onze fractie zich straks zal onthouden bij de stemming over het geheel.