Proposition 55K2831

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et portant transposition de la directive (UE) 2019/944 du Parlement européen et du Conseil du 5 juin 2019 concernant des règles communes pour le marché intérieur de l'électricité et modifiant la directive 2012/27/UE.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
July 19, 2022
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
EC Directive domestic market electrical energy energy policy national implementing measure

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR
Voted to reject
PVDA | PTB
Abstained from voting
N-VA LDD VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Oct. 6, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De algemene bespreking is geopend

Le rapporteur est M. Cogolati, qui renvoie à son rapport écrit.


Bert Wollants N-VA

Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, het vandaag voorliggende wetsontwerp heeft een heel traject doorlopen. Het gebeurt immers zelden dat tussen het vragen van een advies aan de Raad van State over een omzetting van een richtlijn en de effectieve voorlegging aan het Parlement zoveel tijd zit.

De Raad van State heeft al in november 2021 advies over het ontwerp gegeven en kwam daarbij tot de vaststelling dat er heel wat problemen waren met het wetsontwerp. Het gevolg was dat er ook een procedure is geweest in het Overlegcomité om te bekijken wat precies met het ontwerp moest gebeuren. Het stond immers vol met bevoegdheidsoverschrijdingen.

U hebt in de commissie aangehaald dat u rekening had gehouden met het advies van de Raad van State. U was met dat advies aan de slag gegaan, om op die manier …

Mijnheer Vanden Burre, u stond in mijn gezichtslijn met de minister, die aandachtig aan het volgen was. Nu kan ze alle aandacht opnieuw mijn richting uitsturen.


Minister Tinne Van der Straeten

( …). (Zonder microfoon)


Bert Wollants N-VA

Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, ik hervat.

Naar eigen zeggen was u aan de slag gegaan met het advies van de Raad van State. Wij moeten echter vaststellen dat u, ondanks het feit dat er een Overlegcomité is geweest, nadien, zoals u in de commissie hebt toegegeven, over het onderwerp geen gesprek meer hebt gevoerd met de Gewesten. Op geen enkele manier is dus teruggekoppeld met als gevolg dat het ontwerp in de Kamer is geagendeerd zonder dat de Gewesten finaal hun fiat hebben gegeven.

U bent op dat vlak door de Raad van State immers behoorlijk ernstig op uw plaats gezet. Zoals de Raad van State zelf heeft aangegeven, hebt u op diverse punten de teksten moeten terugsnoeien naar de materies waarvoor u werkelijk bevoegd bent. Alleen komen wij nu tot de vaststelling dat er toch nog problemen zijn met het ontwerp zoals het hier nu voorligt. Ik heb u naar die problemen ook gevraagd in de commissie. U hebt toen geantwoord dat u met alle opmerkingen van de Raad van State en dus ook van de Gewesten rekening hebt gehouden. Ik moet echter tot de vaststelling komen dat zulks eigenlijk niet het geval is.

Ik zal een aantal opmerkingen met u overlopen.

Als het gaat over de energiegemeenschappen van burgers, stelt u in artikel 22 ter zake een beperking in voor een aantal aspecten van flexibiliteit en dies meer. Maar in de ontworpen paragraaf 3 hebt u dat niet gedaan. Dat wil zeggen dat u daar nog steeds met een bevoegdheidsoverschrijding zit, terwijl de Gewesten, dat weet u zeer goed, wel de bevoegdheid hebben over flexibiliteit, onder meer in het kader van congestiebeheer op distributienetten. U doet daarover hier uitspraken, wat maakt dat u opnieuw een bevoegdheidsoverschrijding organiseert.

Hetzelfde geldt voor alles wat te maken heeft met de actieve afnemers. Daar hebt u op een aantal vlakken, ik heb het dan meer bepaald over uw artikel 11 en uw artikel 21, uitspraken gedaan over de nettarieven op distributienetniveau. Waarom hebt u dat niet beperkt tot het transmissienet? We zitten hier opnieuw met een bevoegdheidsoverschrijding. Moet dat daar niet worden uitgehaald om te voorkomen dat u tot een procedure bij het Grondwettelijk Hof zal worden geleid?

Hetzelfde artikel 21 geldt ook voor alles wat te maken heeft met het leveren van elektriciteitsdiensten door actieve afnemers. Ook hier gaat dat bijvoorbeeld over huishoudelijke afnemers met een thuisbatterij die zijn aangesloten op het distributienet. U hebt dat niet uitgesloten, waardoor u in de praktijk opnieuw een overschrijding organiseert. Mijn vraag is heel concreet. Waarom hebt u die bevoegdheidsoverschrijding daar ook niet uitgehaald?

Mijn derde punt gaat over de opzegvergoedingen bij leveringscontracten. Ook daar is het duidelijk geworden, zelfs al in het advies van de Raad van State, dat u zich niet kunt beroepen op uw federale bevoegdheid in het kader van de consumentenbescherming om een aantal zaken op te nemen. Dat is ook wat de Raad van State letterlijk zegt. Waarom hebt u daarmee in dit ontwerp geen rekening gehouden? Waarom houdt u vast aan die bevoegdheidsoverschrijding? Het lijkt mij dat dit absoluut moet worden aangepast.

Een vierde element gaat over het recht om flexibiliteit te valoriseren. Dat is opgenomen in het artikel 18 van het wetsontwerp. Het aspect flexibiliteit, onder meer in het kader van het congestiebeheer op de distributienetten, zit op basis van de bijzondere wet bij de Gewesten. U zet dat hier opnieuw in. U organiseert eigenlijk het ondergraven van dat wetsontwerp. Dat zorgt ervoor dat dit op korte termijn opnieuw ter discussie zal komen te staan. Waarom hebt u dit punt niet aangepast? Waar bent u het niet eens met deze lezing?

Ten vijfde, wat betreft alles wat te maken heeft met de productie- en opslagvergunning, weet u dat er in het verleden al problemen waren. Wij hebben u daarop gewezen, maar u hebt besloten om dat niet op te volgen. In artikel 3 van het wetsontwerp over de definities staat dat opnieuw. Zo wordt er opnieuw een probleem ingeschreven. Waarom dringt u opnieuw aan op een overschrijding van uw bevoegdheden? Het lijkt erop dat u zeer goed weet dat het overschrijdingen zijn, maar dat u tracht om op die manier, stap voor stap, de koek enigszins te vergroten, zodat u ook op die elementen kunt ingaan. Dat is trouwens ook gebleken uit verschillende betogen van de meerderheid, die over afnemers lijken te gaan waarover u in het Parlement absoluut geen enkele bevoegdheid hebt.

Met het voorliggende ontwerp organiseert u natuurlijk de volgende procedure. Het is op zich al heel sterk dat, wanneer er terechte opmerkingen worden gemaakt die trouwens ook worden ondersteund door de Raad van State, u niet eens de moeite doet en niet eens het fatsoen hebt om daarover terug te koppelen met de Gewesten. De Gewesten kunnen alleen uit de parlementaire behandeling vernemen wat er exact is gewijzigd. Dat lijkt mij niet de beste manier van handelen.

Niemand is tegen de basis van het verhaal, namelijk dat de richtlijn moet worden omgezet, maar u moet dat natuurlijk wel doen door binnen de lijntjes te kleuren en moet niet trachten om het op een andere manier in te vullen om daar achteraf weer rechten uit te putten. Dat lijkt mij absoluut geen goede zaak.

Ik ga nog heel kort in op het aangenomen amendement dat door de meerderheid is ingediend. Dat had natuurlijk niets te maken met wat er vandaag op tafel ligt en is niet gelinkt aan de omzetting van de EMD-richtlijn, maar gaat over een ander dossier in het kader van offshore windenergie. Daar zijn wij op zich niet tegen, ondanks het feit dat dat geen enkele link heeft met dit verhaal. Wij hebben dat amendement dan ook gesteund, maar wij hopen natuurlijk wel dat u voortmaakt met het hele pakket van het offshore windenergieverhaal. Wij hebben daarover nog niet zo lang geleden een vragensessie gehad, waarin u zei dat het hele dossier van het uitrollen van offshore windenergie naar achteren is geschoven. De eerste molens zullen volgens de huidige schatting pas halfweg 2028 operationeel worden, terwijl de regering in maart nog had beslist om dat te vervroegen, namelijk naar het laatste kwartaal van 2027. Ik kijk heel erg uit naar wat u daaromtrent van plan bent, want dat gaat ver buiten de huidige legislatuur en nadert zelfs al het einde van de volgende legislatuur. Daarom wil ik graag van u vernemen op welke manier u daarmee aan de slag wil gaan en wat dat zal geven.

Afhankelijk van de antwoorden die u hier geeft en van de amendementen die u hier nog indient om ervoor te zorgen dat de bevoegdheidsoverschrijdingen uit heel dat pakket gaan, zullen wij uw wetsontwerp al dan niet volmondig kunnen steunen. U begrijpt dat onze partij het zeer belangrijk vindt dat iedereen binnen zijn pakket blijft en dat het federaal niveau geen acties onderneemt die de bevoegdheden van de Gewesten helemaal ondergraven.

Ik kijk dan ook uit naar uw gedetailleerde antwoorden. Ik heb speciaal de artikelnummers erbij vernoemd, zodat u die een voor een kunt overlopen en er de volledige uitleg bij kunt geven. U weet immers dat de parlementaire voorbereiding met aandacht zal worden gelezen in de procedure bij het Grondwettelijk Hof.


Kim Buyst Groen

Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, anders dan de voorgaande spreker wil ik even blijven stilstaan bij de redenen voor het wetsontwerp dat we nu bespreken. Energie is een belangrijke hefboom voor het bereiken van onze klimaatdoelstellingen. Op Europees niveau werd vastgelegd dat wij onze uitstoot van broeikasgassen moeten verminderen met 55 % tegen 2030, maar ook dat wij het aandeel hernieuwbare energie tot 35 % willen verhogen. Als wij die doelstellingen willen behalen, dan hebben we nood aan een meer flexibel systeem dan we vandaag kennen.

In onze weg naar een energiesysteem gebaseerd op 100 % hernieuwbare energie integreren wij steeds meer zon en wind, alsook opslag en vraagsturing. De Europese groenen hebben in een recente studie met de Finse universiteit LUT gesteld dat Europa wereldleider kan worden met een versnelde transitie naar een energiesysteem gebaseerd op 100 % hernieuwbare energie. Een dergelijk systeem zorgt ervoor dat onze energiezekerheid verbetert, dat de prijsstabiliteit gewaarborgd wordt op lange termijn en het is een sterke dam tegen klimaatverandering.

Sleutelwoorden met betrekking tot dergelijk systeem zijn flexibiliteit en opslag. Er moet ook een grotere rol gegeven worden aan de burger, door productie van hernieuwbare energie ook in de handen van de burgers te geven. Bij dat laatste moet men steeds voor ogen houden dat de energiemarkt zoals wij ze nu kennen, complex is en dat wij het systeem dus eenvoudiger en transparanter moeten maken, ook voor onze burgers. Het voorliggende wetsontwerp, dat wij besproken hebben in de commissie, is inderdaad de omzetting van een Europese richtlijn die net dat voor ogen heeft, die het systeem waarover wij vandaag beschikken, flexibeler wil maken, met oog voor rechten en bescherming van de consument.

Ik heb het reeds gehad over het waarom, nu kom ik aan hoe. Het wetsontwerp verandert enkele principes die ervoor zorgen dat er duidelijke en precieze informatie voor de consument is. Het legt het recht om van leverancier te veranderen wettelijk vast. Verder voorziet het wetsontwerp in de organisatie van een opener en democratisch systeem, door productie van windenergie op zee mee in handen te geven van energiegemeenschappen en coöperatieven. Door de burger centraler te stellen bij de productie van hernieuwbare energie wordt een gelijker speelveld gecreëerd.

In het wetsontwerp staat ook dat er naast meer regionale en internationale samenwerking tussen transmissienetbeheerders en regulatoren, ook in een nieuwe prijsstrategie op basis van dynamische prijzen moet voorzien worden. Die dynamische prijzen zouden een voordeel kunnen hebben, namelijk dat de vraag afgestemd wordt op de productie en dat er dus een veranderend verbruiksgedrag kan optreden.

Hetgeen ik daarstraks zei, is belangrijk. En ik meen dat ook echt. Die energiemarkt is complex. Een systeem dat gebaseerd is op dynamische prijzen verwacht dat de individuele verbruiker zijn verbruik nauwkeuriger opvolgt en zo zijn afname aanpast. Het is een systeem dat ook bepaalde risico's met zich meebrengt en dat wij dus goed in het oog moeten houden in de komende maanden en jaren.

Concreet biedt dit wetsontwerp een juridisch kader dat meer rechtszekerheid biedt aan degenen die mee willen bijdragen aan een energiesysteem dat de uitdagingen van de toekomst aankan en zo mee een hefboom kan worden voor de klimaatneutrale toekomst.

Collega's, dat is de reden waarom onze fractie dit wetsontwerp zo dadelijk zal steunen.


Kurt Ravyts VB

Mevrouw de minister, bijna anderhalf jaar geleden pakte u uit met deze omzetting van een toch wel belangrijke Europese richtlijn. Dat was een beetje voorbarig. U was toen te gast aan de Vlaamse kust, waar u twee keer sprak, onder andere voor de coöperaties die deelnemen aan het huidige offshoregebeuren. U zei daar dat het bijna geregeld was. Bijna is uiteindelijk anderhalf jaar later geworden.

Collega Buyst, het is inderdaad zo dat de zich ontplooiende energietransitie naar meer hernieuwbare energie een flexibele elektriciteitsmarkt vergt. Die is nodig om een groeiend aantal windturbines, zonnepanelen en opslagsystemen op te vangen. Wie het over hernieuwbare energie heeft, heeft het immers over fluctuerende elektriciteitsproductie en de verwerking daarvan. Zeker nu er zulke hoge gasprijzen zijn en de gasprijs blijkbaar onwrikbaar gekoppeld blijft aan de elektriciteitsprijs, een probleem waarvoor mevrouw von der Leyen een oplossing zoekt, groeit de decentrale elektriciteitsproductie. Ik ken mensen die lang moeten wachten op hun zonnepanelen. De zonnepaneleninstallateurs hebben het bijzonder druk.

Decentrale elektriciteitsproductie groeit, mijnheer Vermeersch. Hierin ligt voor onze contreien een kans om minder afhankelijk te worden van import van energie. Voor ons gaat het bouwen aan een toekomst met nieuwe nucleaire energieproductie, inclusief een politiek beleid dat de verlenging van het merendeel van het huidige productiepark bewerkstelligt, hand in hand met meer decentrale productie. U ziet dat niet zo, dat weten we.

Nu moet u goed luisteren, Thierry Warmoes. Wij kanten dan ook ons niet tegen de mogelijkheden – les possibilités – voor individuele burgers die wel over genoeg financiële middelen beschikken. Mevrouw de minister, hoe u het ook draait of keert, dat is immers jammer genoeg de keerzijde van de medaille. De mogelijkheden om een actieve rol te spelen op de energiemarkt en een actieve afnemer te worden, vereisen wel enige financiële slagkracht. Dat wordt er natuurlijk niet bij gezegd.

Artikel 11 van de richtlijn verplicht de federale overheid om de zogenaamd dynamische prijs in haar rechtsorde op te nemen. De grote leveranciers zullen dit tarief op basis van een dynamische elektriciteitsprijs moeten aanbieden aan de afnemers, die uiteraard in het bezit van een digitale meter moeten zijn. Ik ben mij er zeker van bewust dat dit voor de meeste mensen vandaag niet voor de hand ligt, en dit niet alleen om financiële redenen. Met een dynamische elektriciteitsprijs zal de consument, als hij zijn verbruikgedrag niet wijzigt afhankelijk van de prijzen op de markt, waarschijnlijk nog te veel verbruiken tijdens de piekuren, wanneer de prijzen het hoogst zijn. Wie over zo een contract beschikt, dient regelmatig de prijzen per uur te raadplegen op de site van de leverancier. Men moet dan het gebruik van energieverslindende toestellen plannen voor uren met lage prijzen.

Contracten met een dynamische prijs kunnen alleen interessant zijn wanneer men alles heeft. Men moet zowel zonnepanelen als een digitale meter, warmtepompen en opslagcapaciteit hebben. Dan kan men zelf programmeren.

U zult zeggen dat er ook zoiets is als een Vlaams Parlement. Wat zeggen Sam Van Rooy en anderen in het Vlaams Parlement over het capaciteitstarief? Zij zeggen neen. Het gegeven dat mijn partij zich in het Vlaams Parlement momenteel kant tegen een algemeen opgelegd capaciteitstarief, impliceert voor ons niet dat er voor consumenten die elektriciteit buiten de pieken willen en kunnen verbruiken – misschien zijn er hier onder ons aanwezig – geen mogelijkheden mogen worden gecreëerd om een prijs te betalen die de marktprijs realtime weerspiegelt. Waarom ook niet, mijnheer Warmoes? Burgers mogen immers niet worden gestraft omdat ze kopen op een welbepaald uur, maar degenen die hier wel gebruik van willen maken, moeten dat evengoed kunnen. Dat is het verschil tussen communisten en democraten, mijnheer Warmoes.

We steunen het gegeven dat de eindgebruikers actieve spelers op de markt kunnen worden, die niet alleen energie kunnen produceren maar ook opslaan en delen. Daar komen natuurlijk de energiegemeenschappen van burgers om de hoek kijken.

Mevrouw de minister, ik zal uiteraard de uiteenzetting van collega Wollants niet herhalen, maar ik hoop voor u dat er genoeg overleg is gepleegd met de Gewesten. Op nogal wat terreinen en voor verscheidene onderdelen zijn die namelijk ook betrokken partij in de toepassing van deze richtlijn, zeker wat betreft de energiegemeenschappen van burgers, het concept van de actieve afnemer en de contracten met de dynamische energieprijs. Mijn N-VA-collega heeft een lijstje gemaakt met een aantal moeilijkheden, bezorgdheden en onvolkomenheden op het vlak van bevoegdheidsoverschrijding. Ik wil ze niet allemaal herhalen, maar het is natuurlijk wel a pain in the ass, zoals ze dat in het Angelsaksische taalgebied zeggen. Ik herinner me uw gevecht met uw Vlaamse ambtsgenoot Demir rond de grootschalige vormen van opslagcapaciteit. Dat was niet zo leuk, we leven nu eenmaal in dit vermaledijde kunstmatige landje aan de Noordzee.

Maar goed, mevrouw de minister, we zullen straks wel horen wat u zegt. Wij zullen ons stemgedrag daarop afstemmen. We hebben het voorstel in de commissie goedgekeurd, ik dacht net als de N-VA-collega's, op een paar artikels na bij de eindstemming. We horen straks dus wel wat u antwoordt.

Collega Warmoes, het is voor ons duidelijk dat de PVDA-PTB met uw benadering van dit wetsontwerp kleur bekent. Kleur bekennen is altijd leuk. U bent blijkbaar toch nog een orthodoxe communistische partij, waarbij creativiteit en persoonlijk initiatief van burgers – en laat dat maar de hardwerkende Vlaming, Brusselaar of Waal zijn – voor u uit den boze zijn. Voor de PVDA-PTB mag zelfs de mogelijkheid voor de burgers om actieve afnemers te worden niet bestaan. Daar bedanken wij voor.


President Eliane Tillieux

Mijnheer Warmoes, het kan niet anders dan dat u zit te popelen om te antwoorden.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mevrouw de voorzitster, ik zal mij tot het wetsontwerp beperken en niet de ideologische toer opgaan. Wij bekennen altijd kleur. Dat is duidelijk.

Wij wijzigen hier een wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. In de volledige titel staat interne markt en de tekst staat vol met woorden als de flexibele markt, de markt moderniseren en marktgebaseerd werken. U weet dat als het over energie gaat en het woord 'markt' verschijnt, dat bij ons als een rode lap op een stier werkt.

Ik hoor hier vanuit alle hoeken, inclusief zelfs van onze liberale premier, zeggen dat de markt niet werkt. Dat klopt. De huidige energiecrisis is net het gevolg van het werken van de markt. De markt werkt dus wel, met alle gevolgen en ellende van dien, zoals de hoge prijzen. Dat is de markt. Als er iets aan deze energiecrisis is dat we moeten onthouden, dan is het wel dat die markt failliet is en dat al wie indertijd de liberalisering van de elektriciteitsmarkt heeft goedgekeurd - wat ze nu zeggen is soms iets anders - zich heeft vergist.

Het laatste waaraan we nood hebben, is een nieuwe liberaliseringsrichtlijn. Ik moet lachen als men het heeft over de burger een centrale plaats geven in de energieproductie of, zoals in de commissie ook werd gezegd: la démocratie énergétique en action, de energetische democratie in actie.

Wat heeft de burger nu te zeggen over de energiebevoorrading en de energiemarkt van ons land? Helemaal niets. Men kan wel zonnepanelen leggen als men er het geld voor heeft, maar over de globale energievoorziening van dit land hebben burgers niets te zeggen. Als dat wel het geval zou zijn, dan was de energie niet zo duur geweest als ze vandaag is. Het zijn wel degelijk de energiemultinationals zoals Engie en collega's die een centrale rol in de markt innemen en niet de burgers. Dat is de realiteit van de markt vandaag.

We hebben dus een publieke energiesector nodig onder democratische controle. Dat zal de energiefactuur van de mensen, de ecologische transitie en de planeet ten goede komen. Echte democratie is immers goedkope, groene en ecologische energie naar gelang de noden van de mensen en onder democratische controle.

Wat we in zo'n democratie niet nodig hebben zijn prijsprikkels die de consument 'sturen'. We zien immers tot wat dat vandaag leidt. De fossiele brandstoffen zijn duur geworden, de prijs van steenkool neemt toe en we voeren Amerikaans schaliegas in. Dat is allemaal zeer schadelijk voor het milieu. Dat is de realiteit die gelinkt is aan het functioneren van de markt.

Wij zullen onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen niet afbouwen met prijsprikkels, maar met publieke investeringen. Wat ons betreft, kunnen we de energietransitie niet overlaten aan de privésector. Er kan wel wat gerommeld worden in de marge door iemand die iets op zijn dak wil leggen. Dat moet kunnen en we zijn daar niet tegen, maar dat zal de fundamentele energiebevoorrading en de prijzen niet beïnvloeden.

Dan komen we bij het punt van de dynamische prijs die sommigen als een heil zien en men nodig denkt te hebben om de energietransitie te verwezenlijken. Wij verzetten ons daar van in het begin tegen, omdat de CREG nog voor deze crisis gezegd heeft dat de dynamische energiecontracten de energieprijs met 15 % zouden doen stijgen. De prijzen zijn al genoeg gestegen, dus daar nog een prijsstijging bovenop doen is niet ons ding.

Wij zijn dus tegen de zogenaamde scarcity princing. Scarcity pricing houdt in dat wanneer er schaarste is tijdens de piekuren, de prijs van elektriciteit duurder wordt en de consument dus meer betaalt. Wanneer er overaanbod is, daalt de prijs en kan de consument 'genieten' van een lagere prijs. Dat is dus eigenlijk het volledig doortrekken van de marktlogica van vraag en aanbod tot in het huisgezin en tot bij de consument. Dat is de kers op de taart van de liberalisering van de energiesector, waarbij elektriciteit eigenlijk geen basisbehoefte meer is, maar een product als een ander dat gehoorzaamt aan de wet van vraag en aanbod en waar vooral veel winst mee geboekt wordt. Dat gaat natuurlijk volledig voorbij aan de concrete realiteit van de consumenten, met name van de gezinnen, maar ook van de zelfstandigen en de kmo's, die niet kunnen kiezen wanneer ze hun energie kunnen gebruiken. Als iemand na een dag hard werken thuiskomt en wil beginnen te koken of zijn huis verwarmen, kan hij dit niet uitstellen en bijvoorbeeld om 23.00 uur 's avonds eten. Die persoon doet dat wanneer hij thuiskomt.

In onze visie is elektriciteit dus een publiek goed, een basisbehoefte die voor iedereen altijd betaalbaar moet zijn, ook tijdens de piekuren. Zelfs na een jaar energiecrisis blijven u, de vivaldiregering en Europa, ondanks de vele uitlatingen, geloven in de markt. Er worden geen lessen getrokken uit deze crisis. De PVDA gelooft dus duidelijk niet in de markt. Een marktaanpak kan onmogelijk met een sociaal rechtvaardige energietransitie gelinkt worden. Een sociaal rechtvaardige energietransitie kan niet via een marktaanpak gerealiseerd worden. Dat weten we al tientallen jaren.

De PVDA kan deze wet dan ook niet steunen, ook al erkennen we dat er een aantal positieve elementen in de wet aanwezig zijn, zoals het beter beschermen van de persoonsgegevens van consumenten, de bepaling dat energiecoöperaties kunnen meedoen met wind op zee en de criteria voor energiearmoede. De PVDA heeft in de commissie dan ook voor deze specifieke artikels gestemd. Het globale pakket van nog meer prutsen in de liberale markt ligt ons echter niet.


Christian Leysen Open Vld

Collega's, we zijn het er allemaal over eens dat het energievraagstuk een cruciaal vraagstuk is voor onze burgers en onze economie, en dus ook voor onze welvaart.

Als we echter blijven tokkelen op de gevoelige snaar van de bevoegdheidsverdelingen, dan stel ik me de vraag of we echt bezig zijn met het belang van de bevolking. We willen iets realiseren wat complex is, in een complexe omgeving, waar de markten verstoord zijn. De markten werken, maar als er extern geopolitieke schokken zijn, dan zijn er momenten waarop zij niet meer normaal werken en dan moet de overheid daarop toezien.

Beste collega en vertegenwoordiger van onze coalitiepartner in de Vlaamse regering, er zijn veel gebieden waarop men kan discussiëren over bevoegdheidsverdeling. Ik heb u echter nooit horen klagen over de talrijke maatregelen die de federale overheid neemt in wat men de "usurperende bevoegdheden" noemt, bevoegdheden waar men op het gebied van economie en cultuur fiscale voordelen of gunstregimes aanbiedt voor zaken die in feite tot de regionale bevoegdheid behoren. Ik zal hier geen groot betoog houden. Wij kennen een zeer complexe staatsstructuur en het zal waarschijnlijk nodig zijn om orde op zaken te stellen, maar in belangrijke dossiers moeten wij samenwerken en niet vitten wie wat mag doen of niet. Dit is een belangrijk ontwerp dat moet worden goedgekeurd ter omzetting van Europese richtlijnen. Wij zullen dat volledig steunen.


Bert Wollants N-VA

Mijnheer Leysen, ik denk dat u ons de afgelopen jaren en misschien zelfs decennia niet zo goed heeft beluisterd, want wij zijn hierover heel vaak tussenbeide gekomen. Hier zitten immers verschillende partijen die, als ze eenmaal in een federale meerderheid zitten, heel graag buiten de lijntjes kleuren en dat liefst zo veel mogelijk willen doen.

Weet u wat werkelijkheid is? Dat zijn de spelregels waarmee wij in dit land werken. Het lijkt erop dat u die spelregels eigenlijk niet zo belangrijk vindt en niet kent. Daarmee ondergraaft u natuurlijk het wetsontwerp van de minister, want daardoor verzwakt zij wat zij hier op tafel legt.

Als men in een voetbalwedstrijd het reglement niet naleeft, dan wordt er gefloten. Dan wordt de match stilgelegd. In het slechtste geval verliest men met forfaitcijfers. Ik denk dat dit dreigt te gebeuren als u daar lak aan hebt. Daarom wil ik toch oproepen om de regels te respecteren, net zoals ik oproep om de regels in de commissie te respecteren, wat af en toe ook een punt is. Ik zie overal monkellachjes. Dat zijn de afspraken waar we mee aan de slag moeten.

Hier zeggen dat bevoegdheid niet belangrijk is, ik zal het noteren voor de toekomst, maar ik weet niet dat het Grondwettelijk Hof daar op dezelfde manier naar kijkt.


Christian Leysen Open Vld

(…) wij in staat zijn geweest onze bevoegdheidsstructuren zo complex te maken, dat wij alle advocaten in de materie een werkgelegenheidsgarantie voor tientallen jaren hebben gegeven. We zouden er goed aan doen om dat allemaal een beetje zuiver te maken. Ik zeg niet dat men dit niet moet respecteren, maar mijn ervaring is dat advocaten altijd een probleem vinden.

Wij moeten soms ook bescheiden zijn. Mijnheer Loones, laten we de zaken die de federale overheid financiert en die tot de bevoegdheid van de regio's behoren eens oplijsten. Bij de volgende staatshervorming kunnen we dat aftrekken van de dotaties die zo rijkelijk geïndexeerd zijn. Ik wil dat dossier hier niet op tafel gooien. Ik wil alleen dat we allemaal bescheidenheid aan de dag leggen en in dit belangrijke dossier voor een oplossing gaan. Dat is het mandaat dat wij van de bevolking gekregen hebben.


Sander Loones N-VA

Mijnheer Leysen, ik vind het mooi dat u oproept tot bescheidenheid en de erkenning dat uw institutioneel werk uit het verleden alleen maar bric-à-brac heeft opgeleverd. Het is misschien wel goed om te herhalen dat de verdeling van de bevoegdheden, zoals die vandaag geldt, niet door onze partij werd goedgekeurd. Die bevoegdheidsverdeling werd onderhandeld en in wetsontwerpen gegoten door de traditionele partijen, waaronder uw partij. Wij stellen nu vast dat die bevoegdheidsverdeling op niets trekt, dat die inefficiënt is en dat er overal stukjes en brokjes van bevoegdheden zitten. Dat was een van de redenen waarom wij tegengestemd hebben toen die bevoegdheidsverdeling op tafel lag.

Ten tweede, ik wil inpikken op uw begrotingsvraag. Het klopt dat de Belgische begroting in zeer slechte papieren zit, met een tekort van 23 miljard euro. Dat komt inderdaad ook doordat de federale overheid bevoegdheden financiert die haar niet toekomen. Om dat te stoppen is er echter geen staatshervorming nodig, zoals collega Wollants al zei. U kunt dat gewoonweg nu stopzetten. Bijvoorbeeld, het grootstedenbeleid is een bevoegdheid van minister Kitir, maar dat is geen federale bevoegdheid. Stop dat, en dan komt het de deelstaten toe om die rol over te nemen. Daar is geen staatshervorming voor nodig en het zal goed zijn voor de federale begroting. Ik vernoem ook het verhaal van de extensieve invulling van de federale culturele instellingen. Als u dat stopt, hoeft u die instellingen ook niet meer te financieren. In een begrotingsdiscussie kan dat met een gewone meerderheid worden goedgekeurd, daar is geen staatshervorming voor nodig. Nog een voorbeeld is buitenlandse handel, als bevoegdheid al jarenlang gedefederaliseerd, maar u houdt daaraan nog altijd vast als een federale bevoegdheid. Stop daarmee, en dat zal goed zijn voor het federaal budget. Ontwikkelingssamenwerking is niet één keer, maar al verschillende keren gesplitst. Stop met daaraan financiering te geven, dat zal goed zijn voor de federale begroting. Dergelijke maatregelen kunnen de put van 23 miljard euro misschien wat kleiner maken en er is geen staatshervorming voor nodig. Zelfs met de bric-à-bracstructuur die u ervan gemaakt hebt, kan dat onmiddellijk. Het enige wat ervoor nodig is, is wat politieke moed om de consequenties op te nemen van uw eigen keuzes.


Minister Tinne Van der Straeten

Geachte leden, eerst en vooral wil ik even ingaan op de discussie over de bevoegdheden. Wij hebben die discussie al uitputtend behandeld tijdens de commissievergadering en in het verslag zijn de argumenten van de ene en de antwoorden van de andere opgenomen. Bevoegdheden zijn natuurlijk altijd een complexe zaak, zeker in het geval van energie en in andere domeinen, in het bijzonder gelet op de huidige grote crisis en de energietransitie die zich nog zal moeten voltrekken. Dat impliceert dat elk niveau vanuit zijn bevoegdheden zal moeten ageren en zal moeten samenwerken. Ik hoor hier vooral dat het geïsoleerd moet worden bekeken, namelijk of het klopt dat elkeen binnen zijn eigen bevoegdheden moet blijven. Vervolgens is de vraag hoe elkeen binnen zijn bevoegdheden ageert om tot oplossingen te komen.

Ik wil graag even ingaan op uw uitspraak, mijnheer Leysen. U zei dat advocaten altijd problemen zien, maar ik kan u verzekeren dat er ook advocaten zijn die oplossingen zien. Ik wil u niet te hard pakken op uw woorden, maar de essentie doet er wel toe: men kan problemen zien of men kan oplossingen benoemen.

Bij het ontwikkelen van het voorliggende ontwerp is er uitgebreid overleg geweest binnen de geëigende kanalen – ENOVER en het Overlegcomité. Dat heeft ertoe geleid – ik heb dat toegelicht in de commissie en dat is ook te vinden in het ontwerp – dat er bij de adviesaanvraag bij de Raad van State uitdrukkelijk is gevraagd om heel specifiek naar een aantal bepalingen te kijken. Op basis van het advies van de Raad van State zijn nadien heel wat bepalingen uit het voorontwerp aangepast. Het gaat dan met name over de bepalingen die hier zijn vermeld over de actieve afnemers en over de hernieuwbare-energiegemeenschappen die beperkt zijn tot aan de ene kant de aansluiting op het transmissienet en die aan de andere kant heel strikt genomen zijn om binnen de federale bevoegdheden te blijven, want er blijven uiteraard wel bevoegdheden bij de federale overheid wat betreft energie. Het zou maar zonde zijn voor het beleid dat wordt gevoerd in de Gewesten als het federale sluitstuk er niet is. Ik denk met name aan alles wat te maken heeft met hernieuwbare-energiegemeenschappen en met flexibiliteit.

Dat is de link die ik wil maken naar de oplossingen die wij nodig hebben. Wij hebben hier daarstraks tijdens het Vragenuurtje uitgebreid gesproken over de overwinsten en de verordening die vorige vrijdag werd goedgekeurd op Europees niveau. Die verordening bestaat niet alleen uit bepalingen met betrekking tot overwinsten, ze heeft ook betrekking op het verminderen van de vraag naar elektriciteit, met name op een verplichte reductie van 5 % tijdens piekuren.

Tijdens de bespreking van dit wetsontwerp in de commissie heb ik er ook bij stilgestaan wat de volgende stappen zijn en hoe wij met deze wet aan de slag zullen gaan. Voorliggende wet, die de omzetting is van die Europese richtlijn over het marktdesign van elektriciteit, gaat met name over het marktmodel als het gaat over flexibiliteit.

Met betrekking tot de verordening die vorige vrijdag werd goedgekeurd, ik heb een paar weken geleden in de commissie toegelicht dat, met betrekking tot flexibiliteit, een studie uitgevoerd op vraag van Elia door E-CUBE, heeft aangetoond dat er 1.600 megawatt aanwezig is op het net als market response.

Vandaag doet ruim 400 megawatt reeds actief mee op de markt voor de ondersteunende diensten. De reductie van 5 % die wij vrijdag goedgekeurd hebben in het kader van de dringende maatregelen voor de elektriciteitsmarkt, komt overeen met 650 megawatt die moet kunnen gereduceerd worden tijdens piekuren. Vandaag is er reeds 400 megawatt aanwezig, met een potentieel van 1.600 megawatt.

In de wet die vandaag voorligt, gaat het ook over uitwisseling van gegevens, over marktdesign, een model dat daarvoor verder ontwikkeld wordt om dit in de toekomst te kunnen verbeteren.

Deze wet gaat over het voorbereiden van onze markt op de energietransitie die er aankomt. Ik ben ervan overtuigd dat dit een volgende stap gaat zijn die ertoe gaat leiden dat wij niet alleen op het vlak van onze bevoorradingszekerheid stappen vooruit kunnen zetten, maar ook met betrekking tot het realiseren van de energietransitie.


Bert Wollants N-VA

Dank u wel, mevrouw de minister. Het is inderdaad zo dat u speciale aandacht hebt gevraagd voor de bevoegdheidsverdeling bij de adviesvraag aan de Raad van State. Er is een uitwisseling gebeurd tussen de Gewesten via ENOVER en het Overlegcomité. U hebt op een aantal vlakken zaken aangepast, alleen al omdat de bevoegdheidsoverschrijdingen bijzonder manifest waren.

In tegenstelling tot wat u hier zegt, hebben we in de commissie niet specifiek gesproken over de vijf luiken die ik hier heb aangekaart en waar u nu niet op in wil gaan. Die vijf luiken gaan over bevoegdheidsoverschrijdingen die behouden zijn na uw aanpassingen en die dus niet zijn opgelost. Ik heb de artikelnummers opgesomd, zodat u punt per punt zou kunnen aantonen dat de wet binnen de federale bevoegdheden blijft, maar dat is niet het geval. Ik snap daarom ook dat u er niet op in wil gaan, omdat het plaatje namelijk niet klopt. Daarmee ondergraaft u uw volledige wetsontwerp.

Ik begrijp met de beste wil ter wereld niet hoe het mogelijk is dat die EMD-wet een jaar lang op uw kabinet heeft gelegen alvorens u ermee naar het Parlement kwam, maar dat u in dat jaar niet de tijd hebt gevonden om daarover terug te koppelen naar de Gewesten. Het gevolg daarvan is dat de in de vijf punten genoemde bevoegdheidsoverschrijdingen behouden blijven. U geeft hiermee aan dat u niet op mijn specifieke vragen kunt antwoorden en dat ze u daarom negeert. Dat zorgt er alleen maar voor dat zodra de wet wordt aangenomen, een nieuwe procedure over de bevoegdheidsoverschrijdingen zal beginnen. U hebt dat al meegemaakt, want in het kader van de grootschalige opslag en de daaraan verbonden vergunningsproblematiek had u exact hetzelfde probleem. U trapt opnieuw in dezelfde val, terwijl overleg tussen u en uw collega's van de Gewesten waarschijnlijk veel problemen had kunnen verhelpen.

U wil natuurlijk het grotere plaatje schetsen van wat er allemaal moet gebeuren, precies omdat u wil vermijden dat u moet ingaan op wat volgens mij fouten zijn in uw ontwerp. U wil daar vandaag geen tijd aan spenderen, wellicht omdat de advocaat in u wil vermijden dat u hier dingen zegt die tijdens de procedure zullen worden aangegrepen.

Om eerlijk te zijn, ik meen dat wat ik heb aangekaart, op zich ook al zal worden aangegrepen. Ik weet dus niet of u hiermee veel tijd of resultaat koopt. Gelet op het feit dat u er niet op wil ingaan, zullen wij natuurlijk ons stemgedrag aanpassen. Wij zullen dit ontwerp dan ook niet steunen.


Kurt Ravyts VB

Mevrouw de minister, het zal u niet verwonderen dat ook ik op mijn honger blijf zitten. Collega Wollants heeft vijf domeinen naar voren gebracht waar er een probleem blijft bestaan.

Ik herinner mij dat u in de commissie wel hebt erkend dat u na de aanpassingen die u hebt aangebracht na de vergadering van het Overlegcomité de tekst die nu ter stemming wordt voorgelegd niet opnieuw hebt teruggekoppeld naar de Gewesten.

In de kwestie van de grootschalige versus de kleinschalige opslagcapaciteit heeft het toch ook wel even geduurd eer er een – ik zal de vivalditerm gebruiken – "oplossing" voorhanden was.

Enigszins met spijt in het hart, omdat er een aantal betrachtenswaardige zaken in het wetsontwerp staan, zullen wij ons stemgedrag dus ook moeten wijzigen in een onthouding.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Ik stond op het punt om tussen te komen in het debat tussen de heren Wollants, Leysen en Loones. Het is ongelooflijk hoeveel tijd en energie in dit land, in dit Parlement, in onze commissies, in andere parlementen wellicht, bij de Raad van State en bij het Grondwettelijk Hof, verloren gaat aan discussies over bevoegdheden. Eigenlijk hebben de mensen daar niks aan.

Ook voor de prijsdaling van energie wordt gedebatteerd welke maatregel de federale regering neemt en welke maatregel de Vlaamse regering. Daar gaat het dan over de factuur. Dat is niet alleen voor deze thematiek zo, maar dat is ook zo voor het klimaatbeleid, voor de burden sharing bijvoorbeeld. De heer Beke wist zelfs niet dat hij voor bepaalde gezondheidsaspecten bevoegd was.

Voor de PVDA is het vrij duidelijk dat dit één land, één economisch geïntegreerd land is en dat we dus één nationaal energiebeleid nodig hebben. Dan zijn we van al die zever en al die discussies af en kunnen we echt voor de mensen en de ecologische transitie werken. Dan verliezen we daar minder tijd aan.


Christian Leysen Open Vld

Ik heb mijn punt gemaakt. Ik volg u in dat punt. Of we nu bevoegd zijn of niet, we zijn allemaal verantwoordelijk voor het vinden van oplossingen voor de grote uitdagingen.


Sander Loones N-VA

Ik zal het institutionele debat niet verder voeren, maar het is interessant om te horen dat de heer Leysen zich schaart achter de heer Warmoes en de facto pleit voor een herfederalisering van de energiebevoegdheid.

Ik ben een geïnteresseerde fan van de plenaire vergadering, omdat je hier eens hoort wat er in alle andere mogelijke commissies gebeurt. Ik ben totaal geen expert in energie, maar ik ben wel geïnteresseerd in van alles en nog wat.

Ik begrijp niet zo goed waarom de minister niet in detail ingaat op de concrete vragen. Meer specifiek lijkt dit mij volledig in contrast met de stijl die u wenst te zetten en die uw regering pretendeert te willen zetten. We horen immers constant in alle mogelijke dossiers dat deze regering het belangrijk vindt te luisteren naar experts en hun mening te integreren. We hebben hier de mening van experts. De Raad van State heeft de beste juristen van het land, die een aantal zeer kritische vragen stellen bij een wetsontwerp. Blijkbaar heerst er nog onduidelijkheid over of alle vragen nu beantwoord zijn. Ik zou dan verwachten van een regering die respect vraagt voor experts dat zij daarop repliceert.

Ten tweede, u en de regering zeggen constant dat u kiest voor samenwerking. Ik hoor hier dat dit niet echt lijkt te zijn gebeurd en dat vloekt dan toch wel wat met de stijl die hier constant in de markt wordt gezet. Ook daar had ik gehoopt een antwoord te krijgen op de vraag waarom dat zo is. Waarom wel experts, maar niet die van de Raad van State? Waarom wel samenwerking, maar niet in dit dossier?


Minister Tinne Van der Straeten

Ik wil hier wel op ingaan, maar we hebben dit natuurlijk in de commissie al gedaan. Als het dat is wat u wil, dan herhaal ik wat ik in de commissie heb gezegd. We hebben een brief gericht aan de Raad van State, zoals reeds gezegd, waarin we in het bijzonder aandacht hebben gevraagd voor de energieagentschappen zoals bepaald in artikel 21, en voor alles wat te maken heeft met de actieve afnemers, artikelen 10 en 20, voor de contracten met de dynamische energieprijs en ook voor het gegevensbeheer. Het valt mij in de hele discussie op dat dit niet in het lijstje werd opgenomen. Dat was een specifiek onderdeel van de vraag aan de Raad van State, een specifieke vraag die werd gesteld. Kwam dit doordat dit van een ander Gewest kwam? Ligt uw focus alleen op de vragen van het Vlaams Gewest? Er waren ook vragen van de andere Gewesten.

Hoe is daar nu mee omgegaan? Wat betreft de bepalingen van de actieve afnemers, die zijn in artikel 21 beperkt tot degene die zijn aangesloten op het transmissienet. Voor degene die zijn aangesloten op het distributienet gaat het over een beperking tot de federale bevoegdheid, met name onevenwicht. Onevenwicht is nog altijd een federale bevoegdheid en wordt op dat niveau geregeld.

Op dezelfde manier is daar ook bepaald dat de actieve afnemers niet onderworpen worden aan onevenredige of discriminerende technische of administratieve vereisten, procedures en heffingen die geen kosten weerspiegelen, zoals onder meer met betrekking tot het verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in artikel 4 van de elektriciteitswet indien dit vereist zou zijn, met name wat de productievergunning betreft.

Wat vervolgens de energiegemeenschappen van burgers betreft, geldt hetzelfde. Ook hier wordt het beperkt tot de federale bevoegdheid. In artikel 22 gaat het over de beperking, onder andere voor de opslagfaciliteiten, aangesloten op het transmissienet. Wat betreft de verantwoordelijkheid voor het onevenwicht, is het beperkt tot het transmissienet, zoals ook verduidelijkt werd.

Voor de hernieuwbare-energiegemeenschappen is in de definitie een aanpassing gebeurd na het advies van de Raad van State wat betreft de zone voor de uitvoering van de activiteiten: beperkt en verder verduidelijkt door het toevoegen van de F die in het ontwerp staat en waar is aangevuld om uitsluitend binnen de federale bevoegdheden te blijven, zodat reeds in de definitie duidelijk wordt dat er geen gemengde hernieuwbare-energiegemeenschappen kunnen bestaan, waardoor er ook geen samenwerkingsovereenkomst nodig is voor die specifieke toepassing van energie op zee.

De bepaling die in het voorontwerp stond betreffende het delen van energie is geschrapt.

Aangaande de dynamische energieprijzen gaat het erover dat elke leverancier die 200.000 afnemers heeft minstens één dynamisch prijscontract moet aanbieden. Dat hebben we zo gelaten, na het advies van de Raad van State, omdat de telling van het aantal klanten dat de leverancier dient te hebben voor hij een dergelijk contracttype in zijn bestand moet hebben dient te gebeuren op lidstaatniveau. We zijn hier bezig met de omzetting van een richtlijn, waarbij gekeken wordt naar een lidstaat. Ik meen trouwens dat dit niet strijdig is met de bepalingen zoals die vandaag bestaan in de decreten ter zake.

De consumentenbescherming, een bevoegdheid van mijn collega De Bleeker, wordt beperkt tot de federale bevoegdheid. De consumentenbescherming en de informatieverstrekking aan de eindafnemers in geval van overstap zijn enkel geregeld en verduidelijkt voor de eindafnemers die zijn aangesloten op het transmissienet. Voor de huishoudelijke en de kmo-eindafnemers aangesloten op het distributienet wordt enkel de overstapperiode gewijzigd van vier naar drie weken, zoals de overstapperiode en de switchtermijn vandaag al geregeld zijn in de federale gas- en elektriciteitswet. Dit is een aanpassing van de termijn, zoals vereist door de richtlijn.

De informatieverschaffing van leveranciers aan klanten wordt in elk geval vandaag al geregeld op federaal niveau. Ik had het commissieverslag kunnen voorlezen, maar het is eigenlijk aan de rapporteur om dat te doen. Op een aantal punten hebben wij het advies van de Raad van State niet gevolgd. Mijnheer Wollants, u hebt erop gealludeerd dat het Grondwettelijk Hof zou worden gevat. Als dat het geval zou zijn, dan zal het Grondwettelijk Hof daar in fine zijn zegje wel over doen.


Bert Wollants N-VA

Mevrouw de minister, ik weet wat u in de commissie hebt gezegd aangezien ik daar aanwezig was.

Ik heb hier echter ook zaken aangehaald die niet in de commissie werden besproken. Over de zaken die u hier aanhaalt, heb ik het vandaag voor het grootste deel niet gehad. Ik hoefde het immers niet opnieuw te hebben over de zaken die opgelost zijn. Zoals gezegd hebt u stappen gezet er om een aantal bevoegdheidsoverschrijdingen uit te halen en aangezien die eruit zijn gehaald, is er voor mij ook geen reden om die hier opnieuw ter sprake te brengen. De zaken die ik heb opgeworpen, zijn diegene die niet zijn opgelost.

Ik heb het gehad over de energiegemeenschap van burgers. In paragraaf 1 van ontworpen artikel 19quinquies, waarin u dat hebt opgenomen, hebt u een beperking ingesteld, maar u hebt geen beperking ingesteld in paragraaf 3. Dat is nog steeds een probleem.

Als ik het had over de actieve afnemers, had ik het niet over alle onderwerpen die u hier hebt aangehaald, maar wel over de link met de distributienettarieven. Deze zitten nog wel altijd in de formulering die u gebruikt. U sluit immers niet uit dat het ook gaat over distributienettarieven en daardoor ontstaat er een schending van de bevoegdheidsverdeling. We leiden dat af uit wat u gezegd hebt in de commissie en uit wat u hier opnieuw hebt voorgelezen.

Hetzelfde geldt voor het consumentenrecht. Het probleem is dat bij de totstandkoming van de BWHI het heel duidelijk is gemaakt dat het gelinkt moest zijn aan de minimumnormen op het vlak van consumentenbescherming. U gaat hier verder. De Raad van State heeft daar in zijn advies van 19 november al naar verwezen, maar u hebt dat niet willen opnemen of aanpassen op dat vlak, dus dat probleem blijft bestaan.

Dat zijn dus een heel aantal zaken die ik heb aangekaart en waarop u niet in detail hebt geantwoord. De zaken die u in de commissie al hebt toegelicht en die geen probleem meer vormen in de eindtekst hebben we natuurlijk niet opnieuw op tafel gelegd. Daar zit dus het probleem.

De oplossing kan zijn dat het Grondwettelijk Hof in al zijn wijsheid zal oordelen. Dat zal het inderdaad wel doen en dan zullen we zien waar we uitkomen.


Minister Tinne Van der Straeten

Mijnheer Wollants, ik zal iets zeggen wat u of de Vlaamse minister van Energie niet graag zal horen. De tariefbevoegdheid, of het nu over de federale transmissietarieven gaat, of over de gewestelijke distributietarieven, is een voorbehouden bevoegdheid van de regulatoren.

De bevoegdheid van de beleidsniveaus op dit vlak is het geven van beleidsrichtsnoeren. Wat u mij dus eigenlijk verwijt, is dat ik een aantal zaken niet geëxpliciteerd heb. Denkt u nu echt dat de federale overheid zou ageren op een terrein waarvan het qua bevoegdheidsverdeling evident is dat het bij de Gewesten ligt en vervolgens zich nog zou inmengen in de voorbehouden bevoegdheid van de regulator?

Ik weet dat er op Vlaams niveau een minister is met een eigen mening daarover. Voor ons is het evenwel niet noodzakelijk om iets wat evident is, nog verder te expliciteren. Het komt neer op een verschil tussen handelen in vertrouwen of in wantrouwen.

Mijnheer Wollants, wat u hier zonet zegt, overtuigt mij niet. Over de distributienettarieven is er geen enkel misverstand. De tekst is aangepast in een aantal zaken die onduidelijk waren. We hadden een richting genomen in het voorontwerp en daaromtrent heeft de Raad van State een advies gegeven. Vervolgens hebben wij aanpassingen doorgevoerd in de tekst waar dat nodig was. Wij gaan niet telkens als we een wet maken honderden pagina's tekst toevoegen over zaken die eigenlijk evident zijn. Dat is echt niet de bedoeling, tenzij een verborgen wens of intentie om alleen maar meer pagina's in het Belgisch Staatsblad te publiceren.


Bert Wollants N-VA

Mevrouw de minister, ik denk dat het debat van daarstraks verduidelijkt heeft dat de federale overheid zich in het verleden – het lijstje is hier daarnet zowat voorgelezen – niet altijd heeft gehouden aan die lijn, maar heeft geageerd op thema's waarvan bijzonder duidelijk is dat zij daarvoor niet bevoegd was. Verbaast het u dan dat er op dat vlak enig wantrouwen bestaat als u zaken schrijft die anders kunnen worden gelezen of anders kunnen worden toegepast? Daarover verschillen we van mening.

Volgens mij moet het absoluut helder zijn wie waarvoor bevoegd is. Op de punten waar dat duidelijk is, mag u in uw wetsontwerp niet de indruk geven dat u iets anders mogelijk wil maken. Daarover hebben we de vorige keer gediscussieerd en die discussie voeren we nu opnieuw. We zullen kijken wat ervan komt. Bij een vorig ontwerp hebt u op dat vlak geclasht met de Gewesten. Zo eenvoudig is het. U had wellicht een aantal dingen kunnen oplossen door uw aanpassingen gewoon terug te koppelen naar de Gewesten, maar eigenlijk hebt u gezegd dat u hen wel hebt gehoord, maar nog zult zien wat u ermee zult doen. Als de Gewesten willen weten wat het is geworden, moeten zij dat naderhand maar in het Belgisch Staatsblad lezen. Dat vind ik geen manier van werken.