Proposition 55K2820

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi relatif à l'amélioration de la qualité de l'air intérieur dans les lieux fermés accessibles au public.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
July 12, 2022
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
atmosphere data processing air quality public building public health disease prevention

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP Open Vld MR
Voted to reject
N-VA LDD
Abstained from voting
LE DéFI PVDA | PTB VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Oct. 27, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De dames Vanpeborgh en Jiroflée, rapporteurs, verwijzen naar het schriftelijk verslag.


Kathleen Depoorter N-VA

Mevrouw de voorzitster, collega's, gezonde lucht is belangrijk, zowel buiten als in openbare gebouwen en gebouwen waar heel wat mensen binnengaan en vertoeven. Het is goed dat er wordt nagedacht over de kwaliteit van de binnenlucht. We zitten immers heel vaak binnen. We werken binnen, we amuseren ons binnen, we ontspannen ons binnen en we slapen binnen.

Tot daar gaan wij akkoord met de filosofie van het voorliggend wetsontwerp. Men gaat ervan uit - wetenschappelijke evidentie is immers nog niet altijd peer-reviewed - dat men door te werken aan een betere kwaliteit van de binnenlucht, door bepaalde criteria vast te leggen, minder overdracht van infecties zal hebben.

Toen de minister dit wetsontwerp toelichtte, stelde hij heel duidelijk dat dit wetsontwerp een algemeen transversaal federaal kader betreft, dat niet voor één of andere ziekte of pandemie is bedoeld. Dat is ook goed, want mocht dat toch zo zijn, dan zou de minister zijn bevoegdheden te buiten zijn gegaan. Dat werd heel duidelijk aangegeven door de Raad van State.

Heel bijzonder in het verslag is de passage waarin de minister verwijst naar de eventuele investeringen en het referentiekader dat nu wordt vooropgesteld, die er bij een volgende pandemie toe zouden kunnen leiden dat men horecazaken, bioscopen, andere zaken en openbare gebouwen niet zou moeten sluiten ter bevordering van de volksgezondheid.

Deze passage maakt mij en mijn fractie heel erg ongerust, collega's. Wij hebben in de commissie meermaals aangestipt dat de bevoegdheden, zoals ze zijn vastgelegd, gerespecteerd moeten worden en dat men met dit wetsontwerp net iets verder zou kunnen of willen gaan. Dat snuffelen aan de bevoegdheden van de deelstaten is iets wat wij wel gewend zijn van deze vivaldiregering. De N-VA-fractie blijft sowieso waakzaam op dat vlak.

Wat zegt de Raad van State? Die zegt dat een transversaal federaal kader voor de binnenluchtkwaliteit wel degelijk een federale bevoegdheid is, maar dat wanneer dit risicogebaseerd of per beleidsdomein wordt ingevoerd, de federale regering haar bevoegdheid te buiten gaat.

Collega's, het is dus afwachten hoe dit geïmplementeerd zal worden. Zoals altijd ziet men dat pas achteraf. The proof of the pudding is in the eating, zeggen wij altijd. Ook voor dit voorliggende wetsontwerp willen wij heel duidelijk onze bezorgdheid over de bevoegdheidsverdeling uiten.

Ook over de uitvoering van het wetsontwerp zijn er nog heel wat vaagheden. Op dit moment spreken wij over niet-bindende criteria, die kunnen worden aangescherpt. Op dit moment moeten de horecazaken of de zelfstandige ondernemers nog niet echt investeringen gaan doen. Dat kan echter allemaal nog komen.

Als ik de minister ondervraag over zijn visie daarop en over het financiële kader, dan krijg ik het klassieke antwoord dat de maatregelen uiteraard fiscaal aftrekbaar zijn. Collega's, ik wil er u toch nog even op wijzen dat wij in erg moeilijke economische tijden leven en dat een zelfstandig ondernemer die een investering doet, eerst de centen moet verdienen om die investering te kunnen betalen. Het is dus een beetje te gemakkelijk om telkens naar de fiscale maatregelen te verwijzen. Dat geld moeten immers eerst verdiend worden.

Ook belangrijk is de passage waarin de minister aangaf dat ook de federale gebouwen zullen moeten voldoen aan deze criteria of er op zijn minst naartoe zullen moeten werken. Ik lees dat er in de begroting 2,6 miljoen is ingeschreven. Ik neem aan dat dit gaat over alle federale gebouwen met publieke toegang. Dat lijkt mij een beetje weinig. Mijnheer de minister, u zegt dat u dit getrapt zult invoeren, maar het is natuurlijk wel gemakkelijk als men zelf een beetje kan schuiven in de begroting, als men een bepaald gat een beetje groter kan maken om dan toch maar één en ander uit te voeren. Dat is nu net wat ik wil aankaarten. Die zelfstandige ondernemers kunnen niet zomaar zaken verschuiven, zij moeten geld verdienen vooraleer ze kunnen investeren.

Collega's, laat mij heel duidelijk zijn. De intentie van dit wetsontwerp kan goed zijn. Wij kunnen er inderdaad wetenschappelijke argumenten voor vinden. Het is echter niet zaligmakend. Het is niet zo dat door dit goed te keuren een volgende pandemie zal kunnen worden ingedijkt. Wij weten trouwens nog helemaal niet hoe de overdracht dan zal gebeuren. Het is dus een stapje in het bestrijden van eventuele infectieoverdrachten. Er is nog veel meer te doen rond transmissie van ziektekiemen, mijnheer de minister, dat weet u ook.

Een tweede en echte reden waarom onze fractie zal tegenstemmen, is dat wij hier opnieuw de besnuffeling van de deelstaatbevoegdheden gewaarworden. Laten wij voor eigen deur vegen en laat elke deelstaat organiseren wat hij noodzakelijk vindt.


Laurence Zanchetta PS | SP

Madame la présidente, Monsieur le ministre, chers collègues, tout au long de la crise du covid-19, la qualité de l'air intérieur des salles de spectacle, des cinémas, des restaurants, des cafés et des salles de sport – et j'en passe – était au centre l'attention. À côté des gestes barrières, du testing, du tracing, de l'isolement et de la vaccination, la ventilation et la qualité de l'air constituaient en effet des armes importantes de lutte contre le coronavirus. L'aération et la ventilation ont ainsi été au cœur des débats lorsqu'il a fallu prendre ces décisions difficiles de fermeture ou de non-réouverture de certains secteurs. Une stratégie à long terme était donc indispensable pour l'ensemble des bâtiments relevant de l'autorité fédérale qui accueillent du public, y compris les bâtiments publics. Une stratégie concertée devrait permettre d'éviter à l'avenir les fermetures que nous avons connues.

Avec la détermination des normes de référence, la mise en place d'analyses de risques, de plans d'action et, in fine, de certifications et de labellisations, ce projet va dans le bon sens, même s'il est vrai qu'à ce stade, de nombreux éléments devront encore faire l'objet d'arrêtés royaux, mais le cadre et les balises sont là.

Certains ont évidemment déjà investi pour améliorer la qualité de leur air intérieur; d'autres vont le faire à l'avenir. Peut-être, car aujourd'hui se pose la question des coûts que peut représenter cet investissement pour les indépendants et pour les petites entreprises. Et pour cause, la crise énergétique et la spirale inflationniste que nous connaissons depuis des mois en ont plongé beaucoup dans des difficultés financières insurmontables, au point que certains ferment boutique ou réfléchissent à réduire leurs activités.

Certes, ce gouvernement a pris un paquet de mesures pour leur venir en aide, pour tenter de les soulager mais la situation reste extrêmement fragile pour beaucoup. En ce sens, nous soutenons l'approche progressive du projet qui donne aux entreprises et aux indépendants le temps de mettre en œuvre les mesures utiles.

Monsieur le ministre, il faudra, quoi qu'il en soit, accompagner les différents secteurs qui accueillent du public pour qu'ils puissent investir dans des équipements supplémentaires nécessaires à la garantie d'une bonne qualité de l'air intérieur. Il faut du soutien et une approche par étape pour éviter de mettre à genoux des secteurs déjà en difficulté. Avec ces garanties obtenues, comme nous l'avons fait en commission, nous soutiendrons ce projet de loi.


Dominiek Sneppe VB

Mevrouw de voorzitster, collega's, mijnheer de minister, de verbetering van de luchtkwaliteit heeft als thema vooral door de coronacrisis een pertinente plaats in het politiek debat gekregen. Hoewel de staatsexperts in eerste instantie bij hoog en bij laag beweerden dat het coronavirus helemaal niet door aerosolen verspreid werd en wetenschappers die dat wel aannamen belachelijk werden gemaakt, moesten zij op een bepaald moment toch schoorvoetend hun ongelijk toegeven. Wie een klein beetje gezond verstand heeft, weet dat een gezonde luchtkwaliteit de gezondheid ten goede komt, maar daarvoor hadden we dus eerst een coronacrisis nodig. Onze fractie is blij dat daar nu eindelijk wat meer aandacht voor is.

Aangaande de bevoegdheidsverdeling is nogmaals duidelijk dat de versnippering van de bevoegdheden de zaken niet duidelijker maakt. Bij een volgende staatshervorming moeten wij inzetten op de overdracht van homogene pakketten. Voor het Vlaams Belang is het echter wel duidelijk. De bedoeling van een ventilatie- en zuiveringssysteem is de verbetering van de luchtkwaliteit en zodoende het vermijden van besmettingen allerhande. Vermijden is preventie, dat is een bevoegdheid van de gemeenschappen.

Mijnheer de minister, het gebeurt wel vaker dat u gebruikmaakt van de verwarring die de zesde staatsmisvorming teweeggebracht heeft. De bevoegdheidsverdeling is wettelijk vastgelegd, maar er is blijkbaar nogal wat interpretatie mogelijk. Daarvan maakt u gretig gebruik, ook weer in onderhavig wetsontwerp.

In de commissie verklaarde u dat er veel overleg heeft plaatsgevonden, onder andere met de cinemasector. Dat is wel mogelijk, maar ik blijf mij afvragen of u ook hebt overlegd met de kleinste spelers van die sector, dan wel of u enkel met de groten hebt overlegd. Een dergelijke investering is voor de kleintjes natuurlijk moeilijker dan voor de grote mastodonten à la Kinepolis.

Zoals ik al zei en probeer duidelijk te maken, zijn wij zeker niet tegen gezonde lucht, voor dat hier verkeerdelijk zou worden geframed. Wij zijn niet tegen gezonde lucht, zowel binnen- als buitenshuis, maar hebben wel serieuze bedenkingen over het kostenplaatje en de praktische gang van zaken. Vooral het kostenplaatje is toch iets dat wij tegenwoordig niet uit het oog mogen verliezen. Wij lezen elke dag berichten over zelfstandigen die hun zaak dienen te sluiten vanwege de enorme stijging van de energieprijzen. Terwijl iedereen nadenkt over creatieve oplossingen om de energiefactuur naar beneden te krijgen, wilt u, mijnheer de minister, met deze wet een extra energieverslinder implementeren. De zaken die dat al zouden kunnen installeren, zullen dat uiteraard doorrekenen aan de klanten, maar ik vrees dat het voor een groot aantal zaken de doodsteek zal zijn. Bovendien, mevrouw Zanchetta, kan de minister niet garanderen dat zaakhouders die een dergelijke installatie voorzien bij een mogelijke nieuwe lockdown – God bespaar het ons – zullen kunnen openblijven. Dat kan de minister niet garanderen. Zij kunnen de gemaakte kosten dan ook niet recupereren, mocht er een nieuwe lockdown komen.

Wat ons nog het meest stoort, mijnheer de minister, is dat u weer de door corona en de door de hoge energieprijzen hardst getroffen sectoren eerst wil pijn doen, terwijl de overheid die eigenlijk de beste leerling van de klas zou moeten zijn – helaas is dat niet zo – in haar eigen gebouwen verre van het goede voorbeeld geeft.

Mijnheer de minister, u erkent zelf dat het momenteel geen makkelijke economische periode is door de energiecrisis en u hoopt dat wij deze episode zo snel mogelijk kunnen afronden. Ik hoop dat met u, maar ik blijf bij mijn besluit dat de wet voor veel uitbaters de druppel te veel zal zijn en dat zij ertoe zal leiden dat nog meer kleine zelfstandigen het bijltje erbij zullen neerleggen.

Nogmaals, wij zijn absoluut niet tegen gezonde binnenlucht, maar het voorliggend ontwerp heeft nog veel te veel vraagtekens voor ons en daarom zullen wij ons onthouden.


Daniel Bacquelaine MR

Madame la présidente, Monsieur le ministre, nous allons soutenir le projet de loi à l'examen parce que – je le rappelle – le Comité de concertation a décidé le 20 août 2021 d'élaborer une stratégie à long terme en matière de qualité de l'air.

Ledit projet de loi est basé sur l'idée suivant laquelle la qualité de l'air et la ventilation sont des vecteurs essentiels pour la prévention de la transmission des virus, mais aussi pour le bien-être général en matière de santé; je pense ici notamment aux maladies allergiques. Avec ce projet, nous faisons donc un grand pas en avant.

La transmission par aérosol ainsi que la concentration des polluants peuvent être réduites par des mesures visant le renouvellement de l'air intérieur. C'est d'ailleurs la raison pour laquelle l'aération des pièces est devenue un véritable geste barrière qui permet d'éviter l'accumulation des particules fines et aérosols susceptibles de transporter des virus. Cela concerne, bien entendu, le covid-19 et le virus de la grippe, mais aussi d'autres éventuels virus à venir. Ce faisant, cette mesure doit être soutenue, et nous avons tous intérêt à ce qu'elle soit implémentée de manière efficace.

Cela étant, comme cela a été rappelé par d'autres collègues, il est clair qu'elle doit être prise de manière proportionnée et progressive pour les personnes et les lieux concernés par le présent projet. Il faut savoir que beaucoup de secteurs d'activité sont aujourd'hui sous tension en raison de la crise énergétique. Les indépendants et les entreprises doivent faire face à des frais extrêmement importants pour pouvoir poursuivre leurs activités. Certains commerces et entreprises sont en péril et risquent parfois de devoir mettre la clé sous le paillasson. Beaucoup d'indépendants et de PME se posent de véritables questions quant à la pérennité de leur activité. Nous devons donc être attentifs et veiller à ne pas trop augmenter les contraintes, ce qui ne ferait qu'ajouter des difficultés à celles qu'ils connaissent déjà.

Je suis intervenu en ce sens en commission. Il importait de considérer que les mesures devaient être appliquées progressivement. Les articles 4 et 12 permettent cette progressivité. De la sorte, nous pouvons combiner les approches sanitaire et économique. En effet, il ne s'agit pas de supprimer l'accès à plusieurs services.

Par ailleurs, et cela fait partie de la pédagogie dont nous devons faire preuve, il est certain que plus nous lutterons contre les infections virales – dont le covid-19 –, moins nous serons contraints de prendre des mesures autoritaires ou intransigeantes. Nous avons évidemment intérêt à pouvoir prendre des mesures préventives, évitant des fermetures.

Le sujet est complexe, mais nous estimons que la prévention en matière de qualité de l'air est essentielle et bénéfique à tous les secteurs, tout en devant être appliquée de manière progressive et proportionnée.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mijnheer de minister, collega's, ik heb 15 jaar bij de Vlaamse Milieumaatschappij gewerkt, dus ben ik meer dan overtuigd van het belang van goede luchtkwaliteit, zowel buiten als binnen. Het is goed voor de gezondheid om verschillende redenen: niet alleen tegen virussen of allergieën, maar ook met betrekking tot gevaarlijke stoffen bijvoorbeeld. Het is ook belangrijk voor het welzijn van de mensen en voor de concentratie in, bijvoorbeeld, de klassen, de burelen, de werkplaatsen.

Daarom vinden wij dat de overheid er zelf maximaal op moet inzetten om de binnenluchtkwaliteit in haar gebouwen te verbeteren en zo de gezondheid van het overheidspersoneel te beschermen. Als ik het goed voor heb, gaat het toch om 800.000 werknemers die voor de overheid werken, als we de leerkrachten meetellen. De overheid moet zelf ook het goede voorbeeld geven.

Omdat de luchtkwaliteit zo belangrijk is, vinden wij dat de regering budget moet vrijmaken om de mensen te stimuleren om de luchtkwaliteit te verbeteren in hun woning, op de werkplaats, in de buurtwinkel enzovoort. Met stimuleren bedoelen wij de mensen helpen om de nodige investeringen te doen. Een ventilatie- of luchtzuiveringssysteem kopen en installeren is immers niet niks. Het voorbeeld werd gegeven van een onderwijsinstelling die drie grote leslokalen van ventilatiesystemen wilde voorzien, maar die afhaakte toen bleek dat het kostenplaatje 10.000 euro zou bedragen.

Als wij het hebben over binnenluchtkwaliteit in publiek toegankelijke plaatsen, gaat het in eerste instantie over kleine zaken: een kleine winkel, een klein cultuurcentrum, een sportcentrum en dergelijke. Dat staat ook in de impactanalyse van uw wetsontwerp, mijnheer de minister. Van de 70.000 bedrijven waarop de wetgeving van toepassing zal zijn, heeft 93 % daarvan minder dan 10 werknemers. Dat zijn dus kleine bedrijven.

Net die kleine zelfstandigen en kleine bedrijven gaan nu van de ene crisis naar de andere. Eerst was er de coronacrisis, nu zitten ze allemaal met onbetaalbare energiefacturen, zoals alom bekend. Daarom vindt de PVDA dat de regering zou moeten inzetten op een motiverend beleid, waarbij kleine zaken – en gezinnen overigens ook – ondersteund worden om te investeren in een goede luchtkwaliteit. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met een publieke investeringsbank die voordelige of eventueel zelfs renteloze leningen zou kunnen verstrekken om die investeringen te doen.

Helaas stellen wij vast dat dit niet de piste is waar de regering voor kiest. Opnieuw wordt gekozen voor een systeem van verplichtingen en sancties. We hadden gehoopt dat er lessen zouden worden getrokken uit de coronacrisis, omdat we toen hebben gezien dat een beleid van sancties en verplichtingen ervoor zorgt dat mensen tegen elkaar en tegen de overheid worden opgezet, ook al gebeurde dat met de beste bedoelingen om de volksgezondheid te beschermen. Men probeert niets anders, maar gaat verder op de weg van verplichtingen en sancties.

Collega's, dit wetsontwerp is een eerste stap in een breder ventilatieplan van minister Vandenbroucke. Met dit wetsontwerp wordt elke zaak verplicht een CO₂-meter te installeren, een analyse van de luchtkwaliteit te maken en een plan voor te leggen om die luchtkwaliteit te verbeteren tot ze beantwoordt aan de kwaliteitsnormen. Dat is de eerste fase. Mijnheer de minister, u hebt al aangekondigd wat uw verdere plannen zijn, met name een luchtkwaliteitslabel waarmee uitbaters aan hun klanten moeten kunnen duidelijk maken welke luchtkwaliteit ze in hun gebouw hebben. Die informatie wilt u ook samenbrengen in een grote databank die u zult kunnen gebruiken om gericht zaken te sluiten bij een nieuwe coronagolf of bij een andere virusuitbraak of pandemie.

Daar hebben wij een fundamenteel probleem mee. Zoals we al zeiden, zal dat vanzelfsprekend leiden tot oneerlijke concurrentie tussen kleine zaken, zoals een theaterzaaltje, en de grote ketens, zoals een Kinepolis. Het spreekt voor zich dat die grote ketens over veel meer vermogen en middelen beschikken om een goed ventilatiesysteem uit te werken. Als men dit gebruikt als instrument om gericht te sluiten, zullen kleine cultuurhuizen en kleine horecazaken daaronder lijden en eventueel zelfs kopje-onder gaan.

We kunnen daar dus niet mee akkoord gaan. De PVDA-PTB-fractie zal straks niet tegen het wetsontwerp stemmen, maar zich onthouden, want luchtkwaliteit is belangrijk.


Karin Jiroflée Vooruit

Collega's, de zware coronacrisis is voorbij. Die crisis had veel nadelen, maar ook voordelen, want we hebben er erg veel uit geleerd. Er is bijzonder veel wetenschappelijk voortschrijdend inzicht uit voortgekomen. Het is gebleken dat het virus voornamelijk wordt verspreid via de lucht, waardoor de kans op overdracht veel groter is in binnenruimtes dan in de buitenlucht. De aerosolen waarmee het virus wordt doorgegeven, kunnen zeer lang in binnenruimtes blijven hangen, soms wel uren nadat de besmette persoon de ruimte heeft verlaten.

Daarom is een krachtig ventilatiebeleid broodnodig. Vooruit heeft al een heleboel initiatieven hiervoor genomen. Ik verwijs ook naar de acties van collega Gennez in het Vlaams Parlement, die zich heeft toegespitst op voorstellen en maatregelen voor de luchtkwaliteit in scholen, die overigens werden goedgekeurd. Nu ligt het federale wetsvoorstel ter goedkeuring voor in deze plenaire vergadering.

Ik wil een paar belangrijke elementen aanhalen.

Het wetsontwerp handelt over publiek toegankelijke gesloten plaatsen. Bij de totstandkoming van het ontwerp werd er uitgebreid overlegd met de verschillende sectoren en de deelstaten. De stelling van andere collega's dat er geen overleg zou zijn geweest met de sectoren en deelstaten, klopt dus niet.

Laat ik duidelijk stellen dat het hier zeker niet louter om covid gaat. Internationaal onderzoek heeft immers aangetoond dat blootstelling aan slechte binnenlucht in verband kan worden gebracht met een zeer groot aantal min of meer ernstige ziektes zoals astma, longkanker, allergieën, hart- en vaatziektes en COPD. Ook het welbevinden, de concentratie en de productiviteit zijn veel groter in een gezonde binnenlucht. Vandaar de focus op het onderwijs, waar ik het daarnet over had.

Door de expertise en de handelingsruimte van de federale overheid, de gewesten en de gemeenschappen te bundelen, streeft men hier naar een efficiënte en een significante impact op de binnenluchtkwaliteit. Dat heeft niets te maken met het overschrijden van bevoegdheden. Het heeft alles te maken met de kwaliteit van dit werk.

Dit ontwerp zal gefaseerd uitgerold worden. In de eerste fase wil het vooral motiveren en inspireren, voor het overgaat tot sanctiemaatregelen, dit in tegenstelling tot wat de heer Warmoes wil doen geloven. Wij menen dat deze stapsgewijze aanpak de haalbaarheid van het plan erg verhoogt.

Hier worden kansen gecreëerd tot het verdiepen van kennis inzake de binnenluchtkwaliteit. Dit is toch niet onbelangrijk voor de toekomst.

Tot slot, wil ik benadrukken dat de normen die hier worden aangegeven, inspirerende normen zijn voor de labeling. Op dit moment zijn het geen verplichte normen. De enige verplichtingen die op dit moment zijn opgenomen, zijn: een CO₂-meter, een risicoanalyse en een actieplan.

Wij menen dat dit the way to go is. Vandaar dat Vooruit met overtuiging dit ontwerp van minister Vandenbroucke zal goedkeuren.


Catherine Fonck LE

Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, la politique de ventilation est un enjeu extrêmement important. En fait, ce n'est pas tellement la politique de ventilation qui est un enjeu important, c’est d’abord la qualité de l’air intérieur. J’ai martelé ces propos ces trois dernières années. On voit arriver aujourd’hui un projet de loi qui aurait dû être bien plus précoce et surtout sous une tout autre forme. Je vais y revenir.

Si le covid-19 a évidemment permis de faire bouger les choses, rappelons qu’en matière de qualité de l’air intérieur, cela ne concerne pas seulement les micro-organismes infectieux de type bactéries et virus mais aussi les moisissures, les acariens, les composés organiques volatiles très invisibles ainsi que le radon, le CO et le tabac pour n’en citer que quelques-uns. Cela représente des enjeux qui sont effectivement majeurs.

Se pose dès lors surtout la question du contenu de votre projet de loi. Par rapport à cela, monsieur le ministre, il y a quand même un certain nombre de questions. Ce qui est fondamental, ce n’est effectivement pas du tout d’avoir un projet de loi. Ce qui est fondamental, c’est d’avoir une politique opérationnelle où on a effectivement une ventilation active et efficace. Cela aurait d'ailleurs dû être mis en place et déployé depuis un petit temps déjà. Plusieurs parmi vous ici ont parlé des petites entreprises, de l'horeca, des indépendants, de la culture mais, moi, je constate que tous ces secteurs l’ont fait.

Par contre, pour ce qui concerne singulièrement les lieux publics fermés dans le secteur public, là où, plus encore que dans tous les autres lieux publics, les différents gouvernements étaient évidemment à l’action et à la manœuvre et pouvaient implémenter une politique de ventilation, cela n’a pas été fait. Or, s’il y a bien un lieu où le covid-19 a beaucoup circulé, sans que personne d’ailleurs n’en soit responsable, ce sont les écoles. Et, dans les écoles, je constate qu'aujourd’hui, il n’y a toujours pas de politique de ventilation minimale qui est pourtant cruciale et indispensable.

L'importance de la crise énergétique ne va rien arranger parce qu'on ouvre d'autant moins les fenêtres que les coûts énergétiques sont importants. Oui, monsieur le ministre, j'attendais surtout de l'opérationnel, un déploiement sur le terrain, un soutien financier là où c'était nécessaire. Placer un capteur de CO₂ mais n'avoir ni ventilation mécanique ni une purification de l'air, c'est évidemment passer à côté de l'essentiel.

Par ailleurs, votre projet de loi entretient une confusion totale sur les lieux qui seraient visés par les mesures puisque rien n'est défini, alors même que nous disposons de législations sur le bien-être au travail en Belgique. Ces législations sont mises sur le côté pour refaire, via des arrêtés royaux, des listes de lieux qui devraient ou non l'appliquer en fonction de ce que chacun voudra, aura envie ou en fonction des entités fédérées, rappelons-le. Cela pose de nouveau de grandes questions sur, au-delà du titre, la volonté effective de déployer quelque chose d'ambitieux et d'extrêmement important en matière de santé. Oui, une politique de ventilation sanitaire devrait viser tous les lieux fermés accessibles au public. Ce projet de loi ne le prévoit en rien, ni pour aujourd'hui, ni pour demain, ni pour après-demain. Vous pourrez ou les autres ministres de la Santé ou les autres ministres, tous niveaux de pouvoir confondus, faire comme bon vous semble - faire ou ne pas faire.

Pour ces différentes raisons et d'abord et avant tout en raison du fait que l'essentiel est malheureusement ailleurs et non pas dans ce projet de loi, j'avais déposé et je redépose en plénière une série d'amendements, à la fois sur le champ d'application pour viser tous les lieux fermés accessibles au public, et pour ne pas laisser carte blanche au gouvernement qui fera ou ne fera pas. Ces amendements visent avant tout de l'opérationnel avec un plan de ventilation financièrement solide et réalisable. Cela représente effectivement un budget mais le coût de l'inaction en matière de ventilation est énorme. Il a été énorme pendant la période du covid. Il reste énorme parce que, notamment en ce qui concerne les pathologies cardio-pulmonaires, l'impact est tout sauf négligeable - et il est souvent négligé.

On parle souvent de la pollution de l'air extérieur. On oublie que nous passons 80 % de notre temps à l'intérieur. Dès lors, la pollution, au sens général du terme, de l'air intérieur a un effet majeur sur la santé des citoyens, et singulièrement sur le plan cardio-pulmonaire.

Vous avez eu l'occasion de prendre connaissance de ces quatre amendements en commission. Je les ai évoqués rapidement ici. Je n'irai pas plus loin.

Je ne doute pas que la majorité votera ce projet de loi avec le petit doigt sur la couture du pantalon. Il y a un fossé entre les paroles et les actes. Il y a un fossé entre le titre et le contenu. C'est clairement une occasion manquée. Vous nous proposez aujourd'hui une politique de ventilation de façade. Je le regrette, alors que vous le portez comme ministre de la Santé. Il s'agissait de disposer à l'avenir de leviers en matière de prévention, au vu des coûts humains et des coûts budgétaires majeurs secondaires à ce type de problématique. Je vous remercie.


Sophie Rohonyi DéFI

Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, depuis plus de deux ans, nous savons tous que la ventilation des espaces clos constitue l'une des meilleures armes contre un virus tel que le covid-19.

Dès l'été 2020, je vous avais alerté au sujet des appels d'experts à l'Organisation mondiale de la Santé (OMS) et aux pays qui la composent à prendre en compte cette disposition dans leurs mesures sanitaires. Dès juillet 2020, 239 scientifiques de 32 pays avaient en effet adressé une lettre ouverte à l'OMS, lui demandant de reconnaître que le virus pouvait se propager aussi bien par de grosses gouttes après un éternuement que par des aérosols. L'OMS avait alors répondu: "Nous reconnaissons que des preuves commencent à émerger sur la transmission par l'air du covid-19." L'Allemagne avait alors directement ajouté l'aération en tant que nouveau geste aux recommandations officielles.

De son côté, le Centre européen de prévention et de contrôle des maladies (ECDC) confirmait que le rôle de la ventilation pouvait se révéler crucial, en indiquant: "Une faible ventilation dans des espaces confinés est associée à une augmentation de la transmission des infections respiratoires et du covid-19 en particulier." Je n'ai alors cessé de vous interroger à ce sujet, Monsieur le ministre. Ce n'est qu'à partir de la fin octobre que vous avez commencé à mentionner l'importance d'une bonne aération.

Bien entendu, c'était insuffisant. Raison pour laquelle, dès le mois de janvier 2021, je vous avais concrètement demandé d'intégrer la solution de la ventilation au protocole et aux décisions du Comité de concertation, avec un plan Ventilation et un label "Covid safe" destiné aux lieux qui assurent cette ventilation, tout en soulignant que cela ne pourrait se faire qu'à charge des autorités, et non des secteurs concernés. En effet, ceux-ci s'étaient déjà appauvris à cause des fermetures décidées lors des premiers confinements, mais aussi de leurs investissements dans les différents dispositifs de captation d'air et de ventilation, leur permettant une réouverture – et ce, même s'ils ignoraient s'ils allaient, à terme, être remboursés.

À ce moment-là, notre échevin de l'Économie à la Ville de Bruxelles développait, avec l'horeca et l'événementiel, un label "Covid safe" sur la base d'une task force qui avait été constituée notamment avec l'infectiologue Nathan Clumeck. Une idée qui était vivement soutenue, ensuite, en avril 2021, par l'infectiologue Leïla Belkhir, le professeur en maladies infectieuses Nathan Clumeck et l'épidémiologiste Marius Gilbert. De votre côté, vous vous contentiez de nous promettre un plan Ventilation qui n'entrerait en vigueur qu'en 2022. En attendant le plan, le Comité de concertation s'en tenait donc à une campagne de sensibilisation sur la ventilation, tout en refilant soigneusement la patate chaude aux entités fédérées. En attendant ce plan, des secteurs entiers ont à nouveau dû fermer puisqu'on continuait à jouer au yo-yo avec les différents secteurs en ne prenant absolument pas en compte leurs efforts en matière de qualité de l'air, notamment l'achat d'un appareil de mesure de la qualité de l'air, et ce sur la base d'un baromètre qui n'a fait que normaliser des mesures sanitaires qui étaient disproportionnées et injustes.

Nous nous souvenons tous de la fermeture du secteur de la culture. C'était en décembre 2021. Cette décision n'était en aucun cas une mesure d'anticipation mais plutôt une mesure d'acharnement contre un secteur spécifique. Celui-ci était par ailleurs reconnu comme le plus sûr du point de vue sanitaire. C'est la raison pour laquelle cette fermeture a finalement été annulée par le Conseil d'État. Ce fut l'un des grands désaveux de ce gouvernement durant la crise sanitaire, sans compter que l'achat d'un appareil de mesure de la qualité de l'air venait d'être rendu obligatoire.

Pour toutes ces raisons, lorsque vous avez déposé votre présent projet de loi, nous nous sommes dit: "Enfin! Certes, nous avons trois guerres de retard, mais nous arrivons – enfin – au terme de ce qui était devenu un véritable chemin de croix." Mais ce n'est en fait pas le cas, parce que votre projet de loi est une vraie occasion manquée. S'il énumère, certes, des obligations et jette des bases d'une labellisation afin de déterminer le seuil de ventilation et de purification de l'air à atteindre, il ne s'accompagne d'aucune politique de soutien financier et logistique aux secteurs, qui devront à nouveau faire des travaux et acheter du matériel pour se conformer aux obligations qui sont contenues dans votre projet de loi.

Ce soutien était pourtant la condition sine qua non de ce plan Ventilation, mais aussi de son efficacité, surtout en cette période d'explosion du prix des factures énergétiques.

Monsieur le ministre, c'est trop facile de nous dire aujourd'hui que ce soutien sera prévu plus tard, sans doute, peut-être ou pas via des arrêtés royaux. Il n'est pas correct de nous faire acheter ainsi un chat dans un sac, mais c'est surtout irrespectueux vis-à-vis des secteurs qui étaient en droit d'espérer, après ces deux ans d'attente, un plan Ventilation qui soit clair et véritablement soutenant. Au contraire, ce sont à nouveau les plus gros qui s'en sortiront, au détriment des plus petits, notamment les PME.

Quant aux secteurs concernés, il s'agirait donc de tout lieu fermé, accessible au public: l'horeca, le sport, la culture ou l'événementiel. Vous avez préféré vous référer à la définition qui est donnée par le Code pénal social. Le flou reste ainsi entier sur d'autres lieux fermés qui sont pourtant tout aussi sensibles à la propagation de différents virus, comme les écoles, les crèches ou les maisons de repos, pour ne citer qu'elles. C'est la raison pour laquelle nous soutiendrons l'amendement de Mme Fonck, qui retient la définition plus large, plus réaliste et plus ambitieuse, des lieux visés par l'interdiction de fumer.

Enfin, la totale désillusion est arrivée en lisant que l'utilisation d'un appareil de mesure de la qualité de l'air, l'analyse des risques et l'élaboration d'un plan d'action n'entreront en vigueur qu'un an après la publication de la loi. Quant à l'application de la certification, elle ne le sera qu'en 2025, voire en 2026, soit quatre ou cinq ans après que cette idée de label a été avancée par les différents experts. Vous me direz que ces dates d'entrée en vigueur pourront être modifiées par arrêté royal, sauf qu'à nouveau cette manière de faire plonge les secteurs dans une insécurité juridique qui est inacceptable.

Pour tout vous dire, monsieur le ministre, votre projet de loi met mon groupe dans une position très délicate, parce que nous avons enfin le plan Ventilation et le fameux label "Covid Safe" que mon groupe réclame depuis janvier 2021 – en effet, la qualité de l'air est également un véritable enjeu de santé publique, et pas uniquement contre les virus –, mais ce plan Qualité de l'air n'en a finalement que le nom. C'est la raison pour laquelle nous ne pourrons pas le soutenir en l'état.


Minister Frank Vandenbroucke

Collega's, ik kom niet terug op alle detaildiscussies die wij in de commissie hebben gevoerd, die interessant en nuttig waren. Wel beklemtoon ik dat wij hier vandaag een volledig nieuw hoofdstuk in het federale beleid en in het beleid van Volksgezondheid schrijven. Hierover bestaat nog niets. Tot nu toe is het een wit blad – er is niets geschreven, nergens -, wanneer het gaat over binnenluchtkwaliteit met het oog op de gezondheid, het welbevinden en het welzijn van mensen, de productiviteit op de werkvloer, de productiviteit van leerlingen in een klas. Er bestaat ter zake geen beleid. We openen dus een volledig nieuw hoofdstuk.

Ik begrijp dus dat een aantal collega's, meer bij de oppositie dan bij de meerderheid, pleinvrees hebben. Ik hoor heel veel aarzeling, maar eerlijk gezegd niet goed geargumenteerd.

Mevrouw Depoorter, u verwees naar de bevoegdheden. De Raad van State is bijzonder duidelijk: we handelen volledig binnen de federale bevoegdheden. Daarover bestaat geen enkele twijfel.

Het zou kunnen zijn dat een snoodaard over twee, drie of vier jaar plotseling een plan bedenkt waarbij hij gaat snuffelen aan Vlaamse bevoegdheden. Ja, het kan gebeuren dat er over twee, drie of vier jaar iemand dat wil doen op het vlak van het verkeer, op het vlak van de economie, op het vlak van gezondheid. Dat kan echter geen argument zijn om de voorgelegde tekst niet goed te keuren. Die valt volledig binnen de federale bevoegdheden.

Ik zou daarover nog het volgende willen zeggen, collega's. Als er iets binnen de bevoegdheden ligt, dan mag men daarin optreden. Als het echter gaat over volksgezondheid en gezondheid, dan moet men optreden. Het is niet alleen onze bevoegdheid, het is ook onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goede luchtkwaliteit in een gesloten plaats waar mensen 85 % van hun tijd doorbrengen.

Dat gaat over allerlei gezondheidsperikelen en ernstige gezondheidsproblemen; dat gaat over concentratie; dat gaat over het zich goed voelen. Daarover gaat het en dat is een algemene federale bevoegdheid. De vraag is dus niet of we dat mogen doen voor de volksgezondheid, maar wel of we doen wat we moeten doen voor de volksgezondheid.

Collega's van de PVDA, ik ben wel een beetje verrast door uw kritiek. U zegt dat ik te veel verplichtingen aan het opleggen ben. Los van het feit dat dat niet helemaal juist is - ik kom daarop straks nog terug. , herinner ik u eraan dat uw fractie mij in de commissie voor Sociale Zaken gisteren gematrakkeerd heeft, omdat we veel strenger zouden moeten zijn voor kleine bedrijven, dat zij moeten bijdragen, belastingen betalen en geresponsabiliseerd moeten worden. Maar als het over gezondheid gaat, dan bent u altijd wat wankelmoedig om iets onpopulair te zeggen. Het gaat hier over gezondheid en daarvoor mogen we iets vragen, ook aan kleinere bedrijven. We overvallen kleine bedrijven wel niet onmiddellijk met allerlei verplichtingen, net omdat een regeling zo nieuw en innovatief is. We beginnen met iets op een blanco blad te schrijven. We doen dat stapsgewijs en dat is ook een antwoord op de bezorgdheid over de financiële repercussies.

Je suis bien sûr d'accord avec Mme Zanchetta, M. Bacquelaine et d'autres qui ont dit qu'il y a une dimension sanitaire, mais aussi une dimension économique. Mais ce projet ne prévoit aucune obligation d'installer des équipements chers ou trop chers. Nous n'en sommes pas encore là!

Met dit wetsontwerp structureren wij een nieuw beleidsdomein. Het eerste aspect is meten, ervoor zorgen dat er overal CO₂-meters zijn. Het tweede aspect is dat men zich bewust is van mogelijke risico's als er geen verse binnenlucht is, met de vraag om voor binnenlucht aandacht te hebben. Het derde aspect is certificatie op een correcte manier, dus vaststellen op een correcte manier en sensibiliseren. We werken in stappen, dat brengt dus geen grote kosten met zich mee. Als we maatregelen opleggen die grote kosten met zich meebrengen, dan ben ik het er volstrekt mee eens dat wij dan ook over compensatie moeten nadenken. Nu echter zijn wij iets aan het uitwerken op plaatsen waar er niets bestaat en we doen dat in stappen. Die stappen houden slechts zeer lichte verplichtingen in. Parlementsleden die dachten dat wij loodzware verplichtingen opleggen die kleine bedrijven handenvol geld zullen kosten, vraag ik om de tekst nog eens te herlezen, want dat klopt niet. We doen het in stappen.

Waarvoor zullen wij de budgetten, die wij in het jongste begrotingsconclaaf verkregen hebben, gebruiken? Het begint met een budget van 2 miljoen euro en dat moet in de komende jaren een beetje groeien. Die budgetten zijn bedoeld voor het nodige studiewerk en voor de omkadering. Wij willen een sterke cel binnenluchtkwaliteit in onze FOD Volksgezondheid. Daartoe zijn enkele studies nodig. Wij voeren overigens veel overleg met onder andere de nightlife-, de horeca- en de cultuursector, met inbegrip van de cinema's. Om dat overleg goed te doen, hebben we heel wat technologisch en wetenschappelijk materiaal nodig. Daar zijn studies voor nodig. Wij willen ook onze inspectiediensten versterken. We willen een platform binnenluchtkwaliteit uitbouwen, ondersteund door Sciensano. We moeten inzetten op communicatie. Daarvoor trekken we een budget uit en dat budget heb ik ook gekregen.

Het gaat niet over een ondersteuningsbudget voor een of andere sector. Nogmaals wil ik dat duidelijk herhalen. Als wij bepaalde uitrusting verplichten, dan begrijp ik het verzoek of wij ook met geld over de brug komen. Nu vragen wij enkel om een CO₂-meter te plaatsen, na te denken over de binnenlucht en een certificaat aan te vragen, en ook dat zullen we niet onmiddellijk verplichten.

Wij willen kleine bedrijven niet op grote kosten jagen, daarmee zijn wij niet bezig. Wij zijn bezig met het sensibiliseren van kleine bedrijven over het belang van binnenluchtkwaliteit. Inderdaad, het feit dat wij dat gefaseerd doen, is niet strijdig met het gegeven dat het gaat over een heel duidelijke federale bevoegdheid.

Collega's, dit is een revolutionaire stap. Wij openen een volledig nieuw hoofdstuk van volksgezondheidsbeleid. Wij willen voorkomen dat mensen ziek worden, niet achteraf oplappen. Het gaat over volksgezondheidsbeleid en welzijnsbeleid in de breedte. Men moet inderdaad die structuur uitbouwen.

Mevrouw Fonck, als men op een wit blad een beleid begint uit te schrijven, moet men zo beginnen. Ik hoor u huilen dat het niet concreet is en niet operationeel is. Zo moet men echter beginnen als er niets aan beleid is. Men moet een structuur uitbouwen, meten, weten, beseffen en vaststellen, geleidelijk aan. Dat is hetgeen men moet doen. Over uw amendementen hebben wij reeds gesproken. Ik ga de commentaren niet herhalen. Die waren nuttig, maar wij hebben ze inderdaad niet weerhouden.

Aan de aarzelende collega's, die pleinvrees hebben voor wat nieuw en innovatief is, wil ik vragen om toch nog eens na te denken en mee de consensus van de meerderheid aan te vullen.


Kathleen Depoorter N-VA

Mijnheer de minister, u zou niet de eerste politicus zijn die met een holle tekst, die nog moet worden uitgevoerd, komt verklaren dat hij dé oplossing heeft voor hét probleem. Ik wil u er toch aan herinneren dat dit eigenlijk niet bindend is. U heeft het zonet zelf gezegd. Een wetsontwerp dat een juridisch kader geeft dat maar stapsgewijs zal worden uitgevoerd en niet bindend is, wat is dat eigenlijk? Dat is een leeg ontwerp. U heeft zich er eigenlijk zelf een beetje ingepraat. Wat zegt u immers? Dit is geen volksgezondheidsbeleid maar welzijnsbeleid. Collega's, waar zit de minister van Welzijn? Ik dacht dat die bij de deelstaten zat.

Mijnheer de minister, als u het over pleinvrees heeft en zegt dat we de teksten nog eens moeten lezen, doe dat dan zelf eens, met een kritische blik. Ga ook nog eens door de adviezen van de Raad van State. Ja, u heeft gelijk, het federaal kader mag federaal worden goedgekeurd. De implementatie moet echter transversaal gebeuren en niet per beleidsdomein. Ze mag ook niet risicogebaseerd zijn. Als dit wel het geval is, begeeft u zich namelijk op deelstaatterrein.

Toen ik de collega van uw fractie zonet hoorde, gaf die heel duidelijk aan dat covid via aerosolen wordt verspreid en dat dit hier dus de oplossing is. Wij van Vooruit zorgen ervoor en onze collega in het Vlaams parlement heeft ook voorstellen gedaan. Ook daar spreekt u zichzelf echt wel tegen. Dat snuffelen dat we nu al twee jaar kennen gaat door. Het gaat hier dus niet over pleinvrees, maar wel over bescherming tegen een overdreven, koppige bemoeizucht met bevoegdheden die autonoom ter beschikking van de deelstaten staan.

U hebt het over een wit blad. Dat is altijd goed. Misschien zou het nog beter zijn om te schrijven op de bladen waarop u eigenlijk verder zou moeten schrijven. Ik heb het dan over een kankerplan, het masterplan geestelijke gezondheidszorg en de weesziekten, waar u er vier van de 6.000 zal aanhalen. Mijnheer de minister, u heeft veel meer werk dan wat u hier nu komt verkondigen als de oplossing die u gevonden heeft.

We zijn het wel eens over het meten, de data. Die hebben we immers nodig in de gezondheidszorg. Dat komt in bijna elke comissievergadering ter sprake. Zorg er dan ook voor dat die data voor de andere segmenten van uw bevoegdheid verzameld worden en dat ze gebruikt worden voor wetenschappelijke doeleinden.

Dan wil ik het hebben over het budget van 2,6 miljoen. Ik had echt de hoop dat u woord had gehouden en dat u die federale overheidsgebouwen zou gaan aanpakken. In de commissie heb ik u gezegd dat u het overleg niet grondig hebt gevoerd. U hebt Horeca Vlaanderen niet gehoord in deze zaak. Nu gaat u geld opzijzetten om te starten met het werk dat u eigenlijk zou moeten doen vooraleer u met een wetsontwerp naar deze plenaire vergadering komt. Dat is toch betreurenswaardig. Ik herinner mij de discussie over de kmo's. Uiteindelijk werd er gezegd dat die er allemaal beter door zouden worden op het einde. Uw fractieleider zei echter het volgende: "Wat hebben de kmo's eraan als ze vandaag de factuur niet kunnen betalen?" U hebt daar echter geen rekening mee gehouden.

De N-VA-fractie zal dit voorstel niet steunen omdat u zich toch wel hebt versproken inzake de belangrijkste bemerking die wij hadden, namelijk het respecteren van de bevoegdheden van de deelstaten. U bent geen minister van Welzijn, wel van Volksgezondheid.


Dominiek Sneppe VB

Mijnheer de minister, u slaat zich weer op uw eigengereide manier op de borst. U hebt gelijk wanneer u zegt dat het een volledig nieuw beleid is. Men wacht daar al 2 jaar op. In het prille begin van de coronacrisis pleitten sommige wetenschappers veelvuldig voor goede ventilatie, maar zij werden afgewimpeld en als complotdenkers weggezet. U geeft nu blijk van voortschrijdend inzicht, dat is toch al iets. U hebt blijkbaar het licht gezien. Ik hoop dat de mensen die 2 jaar geleden in het verdomhoekje werden gezet eerherstel zullen krijgen.

Ten tweede geeft u aan dat men in stappen zal werken. De eerste stappen zullen inderdaad geen grote kosten met zich meebrengen. Maar die stapsgewijze aanpak is net het probleem, want het is niet duidelijk wat uw volgende stappen zullen zijn. Uw wetsontwerp spreekt over ventilatie en luchtzuiveringsinstallaties en voor zover ik weet, zijn daar grote kosten mee verbonden. We weten niet in welke stap die geïmplementeerd zullen worden en wanneer die verplicht zullen worden.

Indien u dan toch graag het nieuwe beleid in de verf zet en benadrukt dat we op de goede weg zijn, begin dan bij uzelf als u de wereld wil verbeteren. Zorg in eerste instantie ervoor dat alle overheidsgebouwen in regel zijn, in plaats van die sectoren te treffen die al zwaar te lijden hebben gehad onder de coronacrisis en nu in zwaar weer zitten door de energiecrisis en de koopkrachtcrisis. Steek eerst de hand in eigen boezem, veeg eerst even voor uw eigen deur, voordat u anderen allerlei regels wilt opleggen.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mijnheer de minister, u zegt dat het ontwerp belangrijk is, omdat het over de gezondheid gaat en dat de overheid moet optreden. Daar gaan wij volledig mee akkoord. Dat is evident. Ik vroeg echter hoe de overheid zal optreden: zal zij dat doen door de mensen te helpen en te ondersteunen of door ze te verplichten en eventueel te sanctioneren? Uiteraard zijn wij ervoor dat de overheid optreedt. Wij hebben dat trouwens ook regelmatig met aandrang gevraagd van u in de covidpandemie, wanneer het bijvoorbeeld ging over het testen, het tracen en het vaccineren.

U beweert dat ik in mijn betoog gisteren in de commissie voor Sociale Zaken erop hamerde dat u de kmo's moet aanpakken, terwijl ik vandaag in de plenaire vergadering het tegenovergestelde zou zeggen. Gisteren ging het echter ook over de gezondheid, mijnheer de minister. Het ging over de langdurig zieken. U laat daaromtrent een wet goedkeuren die eigenlijk alleen van toepassing is op de langdurig zieken in bedrijven van meer dan 50 werknemers. Dat is maar 0,9 % van de bedrijven en net iets minder dan de helft van de werknemers van dit land. Wij vinden dat u aan de realiteit – er zijn veel langdurig zieken, ook in kleine bedrijven – voorbijgaat. Het is evident dat er ook iets moet worden gedaan aan het probleem voor langdurig zieken in de kleine bedrijven. Dat wou ik toch even rechtzetten voor de duidelijkheid.

U merkte voorts op dat er geen verplichting is om dure uitrustingen te kopen, daarmee mevrouw Jiroflée bijtredend. Het klopt natuurlijk wel dat de verplichtingen in dit stadium relatief beperkt zijn. In artikel 4 van het voorliggend wetsontwerp staat dat men een CO₂-meter moet gebruiken, een risicoanalyse en een actieplan moet maken en ter beschikking houden, een certificatie moet aanvragen, het label bekend moet maken en de zaak moet uitbaten overeenkomstig het label. Dat klopt dus wel, maar het is ook slechts een eerste stap. U hebt dat ook onderstreept en het is nogal evident dat, als men een actieplan opstelt, men natuurlijk op een bepaald moment wel zal moeten investeren. Men zal dus wel degelijk dure uitrusting moeten aankopen, ook al staat dat niet zo in de wettekst.

Mevrouw Jiroflée beweerde dat er geen boetes worden opgelegd. Dat is niet juist. In artikel 9 staan de boetes opgesomd: van 100 tot 1.000 euro, en op verzet tegen controle staat een gevangenisstraf van 15 dagen tot 6 maanden en een geldboete van 600 tot 6.000 euro. Wij kunnen daarover discussiëren, maar er zijn wel degelijk boetes. Dat wou ik toch rechtzetten.


Catherine Fonck LE

Monsieur le ministre, on peut dire que vous soignez votre communication. Vous aimez les beaux enrobages linguistiques. Vous parlez ici d'une "toute nouvelle politique révolutionnaire", parce qu'il n'existerait rien en matière de législation. Puis-je me permettre de vous rappeler la loi du 4 août 1996? Puis-je me permettre de vous rappeler l'arrêté royal du 2 mai 2019? Analyse de risques, mesures de CO₂, normes, débits de ventilation: tous ces éléments y figurent.

Par contre, là où on a effectivement un souci, c'est que cette législation n'est que peu voire pas appliquée, et c'est ce que je dénonce. En fait, ce n'est pas une loi qui va changer quoi que ce soit! Ce qui va tout changer, c'est l'opérationnel, c'est le soutien financier, c'est le soutien logistique. Pas un mot de votre part sur les bâtiments publics où, pourtant, contrairement à ce qui est le cas dans de nombreux bâtiments privés, pas grand-chose n'a été fait. Pas un mot sur les écoles, qui sont pourtant un élément majeur et crucial.

Dès lors, monsieur le ministre, entre ce qu'on dit, ce qu'il est et ce qu'il y a à faire, le fossé est, une fois de plus, énorme. J'attends des actes, bien plus que des lois en cette matière – puisque les bases sont là –, des actes, du concret et des résultats sur le terrain.


Sophie Rohonyi DéFI

Madame la présidente, monsieur le ministre, je voulais réagir à deux choses.

Premièrement, vous nous dites que ce projet de loi constitue un pas "révolutionnaire", pour reprendre vos mots. Et vous avez ajouté qu'aujourd’hui, il n’existe rien en termes de normes de qualité de l’air. Ce n'est pas tout à fait vrai. Mme Fonck en a fait la démonstration avec cet arrêté du 2 mai 2019 pour ce qui concerne la qualité de l’air sur les lieux de travail. J'ai pu aussi recenser le décret wallon du 31 janvier 2019 relatif à la qualité de l’air dans les lieux intérieurs. Par contre, ce qui est vrai, c’est que ces obligations arrivent très tard par rapport au moment où elles auraient été en mesure d’éviter les fermetures que j’ai évoquées tout à l’heure. J’aurais souhaité que vous ayez l’humilité de pouvoir le reconnaître.

Deuxièmement, je voulais rebondir sur le fait que ces normes ne s’accompagnent pas d’un plan de soutien aux entreprises. Pour vous, cela a l’air anecdotique. Pour les entreprises et tous les secteurs concernés, ça ne l’est absolument pas. Vous nous dites que l’appareil de captation d’air ne sera pas obligatoire directement. Ce faisant, vous noyez un peu le poisson parce qu’il le sera à terme. Ensuite, vous nous dites: "Ne vous inquiétez pas. De toute façon, cela ne coûtera pas très cher aux entreprises." Déjà, il ne s’agit pas seulement des entreprises. Il s’agit d’associations, d’écoles, de crèches ou d’autres. Et puis, un appareil de captation d’air représente un coût entre 15 et 300 euros, sachant pertinemment que, lorsque vous achetez un appareil de captation d’air, plus vous le payez cher, plus il aura de chances d’être conforme à vos normes. De ce fait, cela représente un coût qui est non négligeable pour tous ces secteurs, surtout au regard des coûts actuels des factures d’énergie. Il y a également le volet des amendes qui peuvent effectivement incomber à ces entreprises et autres en cas de non-respect.

Monsieur le ministre, j’aurais dès lors vraiment voulu que vous soyez un peu plus sensibilisé à cette question pourtant fondamentale. Je vous remercie.