Proposition 55K2465

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant des dispositions diverses en matière d'énergie.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Feb. 3, 2022
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
natural gas electrical energy energy policy price of energy energy supply gas heating

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld MR VB
Abstained from voting
N-VA PVDA | PTB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Feb. 24, 2022 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De algemene bespreking is geopend


Rapporteur Leen Dierick

Mevrouw de voorzitster, voor het eerste deel van de werkzaamheden verwijs ik naar het schriftelijk verslag. Voorts bedank ik de collega's voor het vertrouwen dat ik hier mondeling verslag mag uitbrengen over de rest van de werkzaamheden.

In de plenaire vergadering van 24 februari 2022 besliste de Kamer om de door mevrouw Buyst en consoorten ingediende amendementen nr. 11 en 12 naar de commissie voor Energie te verwijzen, waarna ze er werden besproken. De bedoeling is om de bevolking, die de voorbije maanden met hoge energieprijzen wordt geconfronteerd, te ondersteunen. De amendementen strekken er namelijk toe om aan alle houders van een residentieel elektriciteitscontract een verwarmings­premie van 100 euro netto toe te kennen, die verrekend wordt via de elektriciteitsfactuur. Mevrouw Buyst heeft beide amendementen zeer uitgebreid toegelicht. Ik verwijs dan ook graag naar haar uitgebreide toelichting bij de ingediende amendementen.

Vervolgens nam de heer Warmoes het woord. Hij diende amendement nr. 13 in, dat amendement nr. 12 van mevrouw Buyst wil vervangen en de btw op aardgas en elektriciteit verlaagt naar 6%.

Daarna nam minister Van der Straeten het woord en zij dankte het Parlement uitgebreid om via de wet diverse bepalingen te werken. Zo komen de maatregelen er ook snel. Voorts heeft men gekozen voor een verwarmingspremie, zodat men iedereen kan helpen, ook wie niet met gas verwarmt.

Vervolgens nam de heer Wollants het woord. Hij bekloeg zich over de lijvigheid en de laattijdige verspreiding van het amendement en stelde een aantal wetgevingtechnische vragen en vragen ter verduidelijking. Zo is hij bezorgd dat er geen advies aan de Raad van State kan worden gevraagd, terwijl het toch een lijvig amendement betreft. Hij uitte voorts zijn bezorgdheid over de nieuwe definities, de onduidelijkheid over de data en de problematiek van de woon-zorgcentra. Tot slot, betreurde de heer Wollants dat hij de amendementen niet ten gronde had kunnen analyseren. Hij zal zich bijgevolg onthouden.

Mevrouw Hanus is tevreden met het amendement. De korting is een eerste stap maar er moeten nog grondige hervormingen van de energiefactuur komen. De verwarmingscheque is een deel van de oplossing en moet gepaard gaan met andere stappen.

Daarna betoogde de heer Bombled dat de stijgende energieprijzen een grote impact hebben op de koopkracht. In januari werd een pakket maatregelen goedgekeurd door de regering, waaronder de 100 euro verwarmingspremie, maar gezinnen die geen residentieel contract hebben, zijn uitgesloten. Hij vroeg of er ook overleg met de Gemeenschappen was gepleegd. Het is immers belangrijk dat er structurele maatregelen komen. De voorzitter sloot zich aan bij de uiteenzetting van de heer Bombled. De heer Warmoes verduidelijkte nog dat 100 euro voor hem veel te weinig is, een permanente verlaging van de btw is volgens hem veel beter.

Ten slotte, verduidelijkte de minister dat er inderdaad geen advies bij de Raad van State over het amendement kan worden gevraagd, maar dat er heel wat opmerkingen uit eerdere adviezen en opmerkingen van de Raad van State waren meegenomen. Ze voegde eraan toe dat er nu eenmaal bijkomende definities nodig zijn om de wettekst uit te voeren. Ze worden overigens alleen maar gebruikt in de tekst van het amendement.

Wat de verdeelsleutel betreft, verduidelijkt de minister de gebruikte datums. Er is voor de datum van 31 december gekozen om direct te prefinanciering te kunnen uitvoeren, terwijl 31 maart de datum is voor de foto vanuit het oogpunt van de klant.

Wat de terugvalposities betreft, de leveranciers kunnen de optie kiezen die voor hen het makkelijkst is.

Wat de woon-zorgcentra betreft, er wordt gewerkt met domicilie en de begunstigden hebben een residentieel contract.

De heer Wollants nam vervolgens een laatste keer het woord. Hij betreurde nogmaals dat er geen advies van de Raad van State is en bleef het opmerkelijk vinden dat bepaalde termen hier nog eens uitdrukkelijk worden gedefinieerd, hoewel ze in de elektriciteitswet al worden gebruikt. Hij had ook bedenkingen bij de regeling voor de woon-zorgcentra.

Ten slotte, ging de commissie over tot de stemmingen. Amendement nr. 11 van mevrouw Buyst kreeg 4 onthoudingen en 11 voorstemmen, het subamendement van de heer Warmoes kreeg 1 voorstem en 14 tegenstemmen, amendement nr. 12 van mevrouw Buyst kreeg 4 onthoudingen en 11 voorstemmen. Bij de naamstemmingen onthielden de N-VA- en de PVDA/PTB-leden zich; alle andere leden stemden voor; er waren geen onthoudingen.


Bert Wollants N-VA

Mevrouw de voorzitster, ik dank mevrouw Dierick voor het omstandig verslag.

Collega's, dit ontwerp gaat over een aantal zaken. Het eerste luik gaat over een aantal verbeteringen op het vlak van consumentenrecht, specifiek voor de energiesector. Het tweede luik gaat over de verwarmingspremie, die per amendement werd toegevoegd.

Wat betreft het eerste luik, er zitten daarin algemeen genomen wel wat verbeteringen, al maakt onze fractie zich nog steeds zorgen over het doorsijpelen van de kennis over die rechten naar de individuele consument. Ik heb het dan bijvoorbeeld over de mogelijkheid van de 15 dagen in het kader van de voorschotten.

De grote vraag zal volgens mij zijn in welke mate de consumenten daarvan op de hoogte zullen zijn. We stellen immers vast dat het niet altijd evident is om de complexe regelingen die er vandaag in de energiesector bestaan naar de consumenten te vertalen. Laten we niet vergeten dat we er jaren over hebben gedaan om aan de mensen duidelijk te maken dat ze zonder kosten van leverancier kunnen veranderen. Vandaag zijn er nog altijd mensen die dat systeem niet kennen, waardoor ze met oude contracten achterblijven. Op dat vlak vrees ik dat het een zware taak zal zijn om de mensen op de hoogte te brengen, zodat ze die rechten ook kunnen laten gelden. We zullen zien hoe dat verder evolueert.

Wat betreft het sociaal tarief warmte, het is een goede zaak dat dit gebeurt. Ik lag samen met een aantal collega's mee aan de basis van de eerdere wettelijke bepalingen daaromtrent. Die zijn weliswaar nooit geheel in werking getreden, maar het basisidee daarvan is hierin verwerkt, dus we zijn blij vast te stellen dat dit nu effectief in de praktijk kan worden gebracht, zodat wie een beroep doet op een dergelijke warmtelevering dat op een juiste manier kan doen en met de nodige vangnetten.

De energienorm en de manier waarop er wordt gekeken naar de ons omliggende landen zitten ook mee vervat in dit voorstel. Dit biedt ook wel goede mogelijkheden. Ik ben benieuwd naar de verdere uitwerking op dat vlak, zeker over de manier van benchmarken. Ik heb in de commissie onder andere mijn bezorgdheid uitgedrukt over een aantal benchmarks in de maandelijkse boordtabellen van de CREG die niet meer worden uitgevoerd omdat dat volgens hen een te groot verschil maakt en te moeilijk is om te vergelijken. Dan rijst automatisch de vraag hoe dat zal moeten verlopen in het kader van deze benchmark die wordt voorgesteld? Dat is een andere, niet die in de boordtabel. Het is cruciaal dat er wordt gekeken naar de toepassing daarvan. Moet de benchmark ook worden toegepast op het Groothertogdom Luxemburg? Daar kunnen de meningen over verschillen. Ik zie niet echt de meerwaarde daarvan. De toekomst zal dan uitwijzen of dat op die manier gebeurt. Vandaag is voorzien dat het met alle buurlanden gebeurt, dus ik veronderstel ook met het Groothertogdom Luxemburg.

De andere zaken die op tafel liggen, gaan specifiek over de verwarmingspremie van 100 euro.

Dat is hier te elfder ure als amendement voorgesteld. Dat heeft een aantal voordelen voor de regering, namelijk dat de procedure een stuk korter is, dat het niet moet worden nagekeken door de Raad van State en dergelijke. Dat is duidelijk. We kijken naar de uitwerking ervan. We blijven het toch een bizarre zaak vinden dat er is gekozen voor die eenmalige verwarmingspremie van 100 euro, ondanks de verschillende evolutie van de verschillende energiebronnen, brandstoffen en verwarmingsmethodes die zijn toegepast. Dat loopt erg ver uit elkaar. Tot een paar weken terug was het erg duidelijk dat het verschil wel substantieel was en dat er maar een fractie van de stijgingen die we hebben gezien in de aardgasfacturen werd gedekt. Rond 15.30 uur vandaag was de piek bereikt van de stijgingen als gevolg van de situatie in Oekraïne. Vandaag was er al 53% bijgekomen. Daarna is dat nog even blijven doorstijgen. De stijging zal dus fundamenteel worden. Dan is die 100 euro inderdaad een druppel op een hete plaat. Tot een aantal weken geleden was dat voor stookolie heel anders. Ik wil niet vooruitlopen op wat in de komende dagen nog zal gebeuren. Dat zal mogelijk enigszins anders zijn. Maar toch vraag ik mij af of dit de beste manier was dit te doen.

De problematiek van de woon-zorgcentra hebben wij ook aangekaart. De mensen die daar verblijven, zullen geen recht hebben op deze verwarmingspremie. Er wordt aangehaald dat het wel via het accijnsmechanisme van de energienorm wordt afgedekt, maar volgens mijn informatie is het effect daarvan veel beperkter dan hoe het hier wordt voorgesteld.

Als men 100 euro zou verrekenen per bewoner, of per huishouden, afhankelijk van hoe dat geregeld is in zo'n woon-zorgcentrum, komt men volgens mij aan heel andere bedragen dan via het accijnsmechanisme. Wij weten dat het effect daarvan zeer beperkt is. Herinner u dat er een aantal correcties zijn aangebracht in die accijnsoefening. Er zijn bedragen ingeschreven op de begroting om dat te doen, maar het effect daarvan is toch heel beperkt, zeker als men het moet uitsmeren over een aantal groepen. Maar dat is een keuze van deze regering.

Ik moet wel vaststellen dat tijdens de commissievergadering van daarnet nog werd aangehaald dat dit de enige manier was om het op korte termijn te kunnen invoeren. Er is aangehaald dat een werking via de personenbelasting geen optie was, omdat het dan jaren zou duren. Ik wil dat formeel ontkrachten. Wij hebben ter zake een voorstel ingediend. Door een combinatie van personenbelasting en bedrijfsvoorheffing zijn er wel degelijk mogelijkheden om dat op zeer korte termijn te doen. Ook voor gepensioneerden trouwens. Maar dat is een optie waarvoor men niet heeft willen kiezen. Men heeft het via de elektriciteitsfactuur willen doen, zodat men daar nu, zoals in dit amendement wordt voorgesteld, de nodige marketing aan kan koppelen. Op die manier kan de vivaldiregering zich wat in de markt zetten. Dat is nodig, veronderstel ik. Daarom staat het er ook in.

Collega's, gelet op de zeer korte tijd die wij hadden om het amendement te controleren – het gaat uiteindelijk om 19 bladzijden die vanmorgen zijn ingediend – en ondanks het feit dat hier interessante debatten hebben plaatsgevonden, meen ik dat dit een heel moeilijke manier van werken is. Daar is in het verleden ook al heel veel kritiek over geweest, herinner ik mij. Ik vind het een eigenaardige manier van werken, maar goed, dat is de keuze die hier wordt gemaakt.

Het geheel van de voorstellen kan ons wel bekoren. Wij hadden het geheel al goedgekeurd. Dat was duidelijk in de commissie. Ik wil niettemin de opmerking maken dat wij liever niet zien gebeuren dat het opnieuw op die manier gebeurt. De controlefunctie, die het Parlement moet kunnen uitoefenen, heeft hier niet ten volle kunnen spelen. Ik heb tijdens een vorige vergadering al meermaals een aantal problemen uit het wetgevend werk van de regering gehaald. Hier vrees ik ervoor dat wij met zijn allen wel een aantal punten zullen gemist hebben. Dat zien wij echter achteraf dan wel weer bij de toepassing.


Kim Buyst Groen

Mevrouw de voorzitster, in de voorbije maanden werd steeds opnieuw duidelijk dat deze regering een energiebeleid voert waarmee zij dingen op korte termijn aanpakt terwijl ze ook aandacht heeft voor het langetermijnbeleid. Dat is volgens onze fractie de enige manier waarop wij in de toekomst een beter antwoord zullen kunnen bieden op de stijgende energieprijzen en de uitdagingen die op ons afkomen vanwege de klimaatverandering. Ook ik besef echter dat wij het in het kader van de huidige ontwikkelingen als land niet alleen zullen kunnen, maar dat Europese samenwerking nodig is. Ik ben dan ook verheugd dat de minister de Europese collega's heeft samengeroepen om daarover te debatteren.

Ik beperk mij nu tot het voorliggende wetsontwerp.

De minister heeft het ontwerp in de commissie voor Energie uitvoerig toegelicht en het was meteen voorwerp van een heel interessant debat. Er zitten meerdere zaken in, zoals de heer Wollants al zei. Een eerste element is dat er na tien jaar eindelijk een energienorm ingevoerd wordt. Het eerste deel van die energienorm hebben we reeds goedgekeurd in december 2021, ingebed in de programmawet, en het tweede deel wordt in onderhavig wetsontwerp geregeld. Onze fractie is tevreden met deze vereenvoudiging van de factuur. Verschillende federale heffingen worden samengevoegd en het tarief wordt constant gehouden.

Verwarming en verlichting in huis zijn basisrechten, iets wat wij al meermaals hebben gezegd in de commissie en de plenaire vergadering. Door de stijgende energieprijzen en alles wat er sinds vandaag bijkomt, komen die basisrechten onder druk te staan. Daarom is het van belang dat het beleid zijn rol goed speelt. Met dit wetsontwerp proberen we enkele gevolgen van de hoge energieprijzen beter op te vangen.

Wij horen regelmatig dat mensen zich zorgen maken over de weinig transparante manier waarop sommige leveranciers omgaan met de voorschotfacturen. Ook daarover laat dit wetsontwerp zijn licht schijnen. We krijgen berichten van klanten die opeens te horen krijgen dat hun voorschot verdubbeld wordt, terwijl ze niet weten waar die berekening vandaan komt. Het is logisch dat dit voor ongerustheid zorgt en het vertrouwen in de leverancier schaadt, net op een moment waarop men als consument op die leverancier zou moeten kunnen vertrouwen.

Idealiter zou de consument zijn voorschotfacturen zo moeten kunnen regelen dat hij niet te veel moet bijbetalen of terugkrijgen. Daarvoor is goede communicatie belangrijk. Laat ons immers eerlijk zijn, het nakijken van het energieverbruik en bepalen welke leverancier het best tegemoetkomt aan de noden is niet altijd voor iedereen even evident.

Onze fractie vindt het dan ook goed dat het wetsontwerp strengere regels oplegt in verband met de voorschotfacturen. Een verhoging zal alleen kunnen op basis van concreet vastgestelde cijfers. Tenzij de meteropname van de consument een hoger verbruik aangeeft of de belastingen en accijnzen wijzigen, zal een voorschotfactuur van een vast contract ook niet langer verhoogd kunnen worden. Bovendien zal de consument met een wijziging op basis van het verbruik moeten instemmen.

Iets anders wat met dit wetsontwerp wordt geregeld, is de beperking van de vaste vergoeding bij variabele contracten, wat de consument ook meer transparantie over de vaste kosten biedt.

Hoge energieprijzen doen veel mensen pijn, vooral de mensen voor wie de energiekosten behoorlijk doorwegen in het maandbudget. Dat zijn dikwijls mensen met lage en middellage lonen. Daarom heeft onze fractie er altijd voor gepleit dat er doelgerichte maatregelen zouden worden genomen. Het toekennen van het sociaal tarief dat een miljoen Belgische gezinnen beschermt, moest voor onze fractie versterkt en uitgebreid worden. Het is dan ook goed dat dit wetsontwerp daarenboven voorziet in een regeling voor mensen die uit een periode komen waarin ze recht hadden op dat sociaal tarief, omdat hun gezinsinkomen of hun gezinssamenstelling wijzigt. Zo wordt de overstap naar de reguliere markt beter begeleid.

Daarnaast zorgt het wetsontwerp ook voor de verdere wettelijke fundamenten voor het sociaal tarief warmte. Zonet hebben wij een amendement goedgekeurd dat ervoor zorgt dat het ontwerp ook de invoering van de uniforme verwarmingspremie regelt, een eenmalig via een residentieel elektriciteitscontract toegekende premie. De premie beoogt een algemene compensatie voor de hoge energie-uitgaven.

Voor onze fractie is het werk niet af. Toch zorgen de wettelijke bepalingen in het wetsontwerp voor gerichte sociale maatregelen en voor meer transparantie van de energiefactuur. Dat zijn twee doelstellingen die voor de Ecolo-Groenfractie uitermate belangrijk zijn.

Wij zullen het wetsontwerp dan ook goedkeuren.


Mélissa Hanus PS | SP

Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, je tiens à saluer, au nom de mon groupe, les mesures qui sont contenues dans ce projet de loi.

Il est ici question de réelles avancées sociales, mais aussi structurelles, avancées nécessaires en cette période où l'on connaît d'importantes augmentations des coûts liés à la facture d'énergie, mais également pour l'avenir, compte tenu de la fluctuation des prix annoncée dans les mois et années à venir.

Outre la norme énergétique dont nous avons déjà eu l'occasion de discuter de la mise en place, il y a plusieurs semaines, il me revient de mettre en avant les dispositions visant à empêcher le fournisseur d'augmenter unilatéralement la facture d'acompte. Étant régulièrement contactée à ce sujet, je sais que certains fournisseurs ont imposé et imposent toujours des modifications de la facture d'acompte à leurs clients, sans que ces modifications soient présentées comme des propositions devant être acceptées.

L'interdiction des augmentations artificielles des acomptes par le fournisseur et la garantie que ces acomptes correspondent le plus possible à la consommation réelle des clients doivent être considérées comme des avancées. Il en va de même des prescriptions permettant une meilleure équité et une meilleure transparence des méthodes de calcul des acomptes du fournisseur, au moment de passer un contrat.

Nous ne pouvons aujourd'hui que saluer l'approbation, en commission de l'Énergie, des amendements visant à réduire de 100 euros la facture d'électricité de nos concitoyens via la mise en place d'une prime de chauffage. Nous sommes conscients que cette mesure ne résoudra pas l'ensemble des difficultés auxquelles fait face la grande majorité de la population belge. Cependant, je me dois de rappeler qu'elle s'inscrit dans le cadre du package de mesures décidées par le gouvernement dont certaines ont été incluses dans le présent projet de loi. Ce package permet notamment la prolongation du tarif social étendu jusqu'au 30 juin, la baisse de la TVA sur l'électricité jusqu'au 1ᵉʳ juillet et la réalisation d'un mini tax shift.

Il nous faut ajouter que des mesures structurelles seront engagées le mois prochain. Des mesures visant à redistribuer à nos concitoyens les surprofits de l'État, perçus par le biais de la TVA et des accises, une redistribution à laquelle contribuent déjà le chèque de 100 euros sur la facture d'électricité ainsi que la simplification de la facture énergétique. Une simplification que notre groupe voudra juste et susceptible de garantir au gouvernement la possibilité d'intervenir rapidement et de manière pleinement adaptée aux difficultés rencontrées par les ménages belges face à la fluctuation des prix de l'énergie et aux augmentations des factures.

Enfin, je dois souligner qu'il s'agit là d'une première salve de mesures, que ces mesures ne constituent qu'une partie de la solution, que de nouvelles initiatives devront nécessairement être évaluées dans le cadre de la clause de rendez-vous du mois de mars et dans les mois à venir, des initiatives parmi lesquelles nous devrons retrouver la pérennisation du tarif social étendu pour l'année 2022. Je vous remercie.


Kurt Ravyts VB

Mevrouw de voorzitster, collega's, het wetsontwerp organiseert inderdaad het tweede deel van de energienorm. Het bouwt voort aan de juridische basis voor de uitrol van het sociaal tarief warmte. Het regelt ook de wettelijke basis voor de zogenaamde uitfaseringskorting rond het sociaal tarief. Het regelt eveneens de wettelijke basis voor de verwerking van persoonsgegevens door de CREG bij haar controle op de schuldvorderingen van leveranciers voor de zogenaamde winterkorting van 80 euro. Het organiseert bovendien een aantal noodzakelijke kwalitatieve maatregelen in het kader van de hoge energieprijzen.

Er waren ook amendementen van de meerderheid om sociale tarieven voor de uitgebreide doelgroep te verlengen tot en met 30 juni 2022. Mevrouw Van der Straeten, ik heb vernomen dat u zelfs nadenkt over het structureel maken van het sociaal tarief. Dat nieuws deed deze middag de ronde in de pers. Vandaag komt er via een meerderheids­amendement ook nog eens de wettelijke onderbouw van de zogenaamde verwarmingspremie van 100 euro bij.

Hoewel ik mij kan voorstellen dat in het licht van de huidige gebeurtenissen de premie geen sluitstuk is maar wel het sluitstuk van het reeds besliste beleid, geldt de verwarmingspremie als ultiem sluitstuk van de zogenaamde inspanningen die de huidige regering doet voor de 80 % van de bevolking die niet van het sociaal tarief kan genieten. De verwarmingspremie van 100 euro is de lekker ogende pin-up van het zogenaamde royale beleid van Vivaldi naar de brede middenklasse.

Mevrouw de minister, u hebt zich dinsdag in de commissie ter zake kwaad gemaakt op mijn nochtans altijd fraaie collega Reccino Van Lommel, een fraaie jongen die met de onstuimigheid eigen aan zijn leeftijd soms wel eens op het verbale gaspedaal drukt. U was gebelgd – het woord is passend in de assemblee, mevrouw de voorzitster –, omdat de heer Van Lommel u schijnbaar opnieuw confronteerde met de mist rond het hoe en waarom van het niet tijdelijk verlagen van de btw op gas.

Mevrouw de minister, u mag het Reccino Van Lommel noch mezelf kwalijk nemen dat wij door die dikke, Londense smog een beetje op zoek zijn gegaan naar wie de snoodaard was, de onverlaat, de Jack of Jacqueline the ripper, die op 1 februari bij het energieakkoord de btw-vermindering op gas tot 6 % de keel oversneed. Wie was het? Wij werden een beetje misleid door u, mevrouw de minister. Ondanks het lekken van de nota's, had u toch op 18 januari in de commissie gezegd dat u alleen maar ging voor een slimme btw-verlaging. U vulde ‘slim’ ook in: een btw-verlaging die spoort met de energietransitie. Wij dachten dus niet onterecht: mevrouw Van der Straeten spreekt namens Groen en Groen is tegen verlaging van de btw op gas als fossiele brandstof. Dat is toch niet zo dwaas, mijnheer Verduyckt, dat is toch een logische redenering?

Als Groen nu opnieuw de btw-verlaging op gas tot 6 % op tafel zal leggen, is dat ofwel bochtenwerk, ofwel speelt er een andere kracht. In de wandelgangen, mijnheer de commissievoorzitter, hoor ik dat het uiteindelijk Open Vld was die in de nacht van 31 januari op 1 februari de btw-vermindering op gas naar 6 % geblokkeerd heeft. Nu zal Open Vld wellicht zeggen dat de omstandigheden drastisch gewijzigd zijn en dat het nu wel zal gaan om die btw tijdelijk te verlagen. Het betere Formule 1-werk op het circuit, maar goed, het blijft een raadsel.

Mevrouw de minister, ik hoop dat u goed blijft nadenken over de taxshift, die een ideaalbeeld is voor de groenen, voor de ecologisten. In kleuterschooltermen komt dat neer op: elektriciteit goedkoper maken en gas duurder. Na de duivelse strapatsen van mijnheer Poetin en de Europese prijszetting rond gas, waardoor die vandaag op 134 euro per megawattuur ligt, beslissen uw coalitiepartners hopelijk om dat aspect van de transitie toch wat uit te stellen.

Het gaat niet over de bevoorrading, mevrouw de minister, dat hebt u deze namiddag correct, en in het lang en het breed, beleden met een opsomming van de nodige percentages. Het gaat wel over de betaalbaarheid. Er is een prijsvormingsprobleem in Europa. Lees het jaarrapport van de Nationale Bank. Het gaat namelijk ook over het volkomen onaantrekkelijk maken van investeringen in fossiele brandstoffen en het niet snel genoeg evolueren naar voldoende hernieuwbare capaciteit. En verder ook over de antinucleaire beslissingen. Niet alleen in België trouwens.

Als we daar dan Oekraïne bijvoegen, komen we in de film The Perfect Storm, maar dan zonder de knappe George Clooney. Dat was maar een spontane gedachte…

Die 100 euro beschouwen we allesbehalve als een prachtig kroonjuweel, net zomin als de nog geen 3 euro per maand die de brede middenklasse in mindering krijgt via uw accijnsmechanisme.

Natuurlijk willen we ook de positieve kanten van dit wetsontwerp belichten.

Ik ben het natuurlijk volledig eens met uw initiatief om zo vlug mogelijk samen te komen met de Europese energieministers. Ik las, en u zult daar straks wellicht op reageren, dat er morgen zelfs een extra ministerraad rond energie zou kunnen plaatsvinden, maar de omstandigheden evolueren natuurlijk zeer snel.

U hebt terecht gezegd dat er bijkomende Europese maatregelen nodig zijn, die verder gaan dan de toolbox van het najaar 2021.

Onze fractie vraagt al lang naar een energienorm en dan heb ik het niet over het onderdeel accijnzen, geregeld via de programmawet, maar wel over de juridische verankering van de benchmarkstudie. Het mag daarbij niet blijven. De benchmarkstudie moet resulteren in een rapport met aanbevelingen waarmee de regering hopelijk aan de slag zal gaan.

Wij steunen dus de wettelijke onderbouw voor een jaarlijkse evaluatie van de concurrentiekracht van onze bedrijven en van de koopkracht van de gezinnen. Mevrouw de minister, het siert u dat u de energienorm hebt opengetrokken, niet alleen voor de bedrijven, maar ook voor de verschillende verbruikerstypes. Dat is een goede zaak. Er zal nog een koninklijk besluit komen dat zal vastleggen welke parameters zullen worden gebruikt voor de studie. Daarna zullen de federale componenten effectief moeten worden bijgestuurd.

Ik kan mij echter niet voorstellen dat u, in het licht van de ontwikkelingen van vandaag, zult wachten op een benchmarkstudie om bijkomende maatregelen te nemen rond de energieprijzen. Wellicht gokt u ook op maart, omdat er dan een begrotingscontrole aan de orde is; extra maatregelen betekenen dat de begroting in het vizier komt. De flexibiliteit van de accijnzen zal ook gevolgen hebben voor de begroting, gelet op het referentiejaar 2021, waarbij de meerkosten geblokkeerd zijn. We zijn benieuwd waarmee u en collega Van Peteghem op de proppen zullen komen.

Opnieuw volgens mister positivo pakt het wetsontwerp, zoals aangekondigd in het begrotingsconclaaf en het regeerakkoord van september-oktober 2021 ook de problematiek van de voorschotfacturen aan. Ik zal niet alle belangrijke principes ter zake voorlezen, want dan sta ik hier al te lang.

Hoe dan ook, indien de leverancier het initiatief neemt tot wijziging van het bedrag van de voorschotten, kan dat voorschot slechts worden aangerekend indien de huishoudelijke afnemer zich daar niet binnen vijftien dagen na de kennisgeving ervan tegen verzet. De leverancier zal voortaan moeten motiveren hoe hij het bedrag van de voorschotten bepaalt bij aanvang van het contract en waarom hij het bedrag op zijn initiatief wijzigt. Dat is een goede zaak. De consument kan het voorstel tot wijziging van het voorschot weigeren. Ook dat voorstel moet de leverancier motiveren. Het is daarbij niet voldoende om enkel te verwijzen naar het veronderstelde verbruik van de huishoudelijke afnemer.

Kortom, een verhoging – daar spreken wij in de meeste gevallen concreet over – zal dus enkel nog kunnen op basis van concreet vastgestelde cijfers. Het zal niet meer kunnen om de voorschotfacturen van vaste contracten eenzijdig aan te passen. De leverancier mag niet op de kap van de consument op ongeoorloofde wijze zijn cashpositie versterken door hem hogere voorschotten te doen betalen dan strikt nodig. Mevrouw Buyst zei terecht dat het natuurlijk een kwestie van evenwicht is en dat men best ook niet te weinig betaalt om onaangename verrassingen bij de afrekening met de jaarfactuur te voorkomen. In de ideale wereld krijgt de consument nauwelijks iets terug en moet hij ook nauwelijks iets bijbetalen.

Het is eveneens een goede zaak dat men de aanrekening van de vaste vergoeding bij variabele contracten beperkt. De vaste vergoeding of abonnementskosten mogen geen verdoken opzegvergoeding zijn. Dat is heel belangrijk voor de consumenten met een variabel contract.

Ik ga ervan uit dat regeling in verband met het uitfaseringstarief meer als een preventieve maatregel moet worden gezien in het licht van de ontwikkelingen. Tot vandaag waren er geen eenduidige regels op welke prijs of op welk product een consument zou kunnen terugvallen bij een beëindiging van zijn of haar recht op sociaal tarief. Het inkomen van mensen kan natuurlijk variëren doorheen de tijd. De voorgestelde wijziging bevat inderdaad de verplichting voor leveranciers om het goedkoopste equivalent product aan te bieden, waar de klant op kan inschrijven of wat hij kan afwijzen.

Het sociaal tarief warmte is ook een goede zaak. Warmtenetten zijn voor de Vlaams Belangfractie immers ook een belangrijk deel van de oplossing voor een meer klimaatneutrale samenleving. Het Vlaams Belang heeft zich nooit gekant tegen hernieuwbare warmtebronnen en restwarmte van industriële processen. Een sociaal tarief is dus ook op dat vlak relevant, denk aan de initiatieven in de sociale woningbouw. Bovendien zijn zowel leveranciers van warmte als de Gewesten hiervoor vragende partij.

Al de remediëringen rond de voorschotfactuur hebben natuurlijk ook te maken met het zogenaamde consumentenakkoord. Welnu, er wordt al enige tijd in de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda gewerkt aan de actualisering van dat consumentenakkoord, dat onder de bevoegdheid van mevrouw De Bleeker en twee andere ministers valt. Het consumentenakkoord is één zaak, maar wettelijke verplichtingen zijn natuurlijk een andere. Mevrouw Dierick heeft daar in de commissie de nodige aandacht aan besteed. Het zou natuurlijk wel interessant zijn om meerdere aspecten van dat consumentenakkoord wettelijk te verankeren, dus krachtiger en meer afdwingbaar te maken.

Ik ben het eens met de heer Wollants dat het in de sterk geliberaliseerde energiemarkt zeer moeilijk blijkt voor de consumenten door het bos de bomen te zien. Er werd in de commissie terecht opgemerkt dat de complexiteit van contracten met een variabel tarief – zo zullen er altijd maar meer zijn –, die aangepast worden aan het indexcijfer op basis van de marktindexen, waardoor men dus vaak het contract en de tarieffiche moet raadplegen, meespeelt in het grote volume aan klachten dat wordt ingediend bij de federale ombudsman voor Energie.

Volgens de minister zal de wijziging voor een vereenvoudiging zorgen, zodat de leveranciers verplicht zullen zijn helderder met hun klanten te communiceren. The proof of the pudding is in the eating. Mevrouw de minister, ik heb begrepen dat u in samenwerking met de FOD Economie een grote informatie- en bewustmakingscampagne op het getouw zult zetten. De burgers moeten inderdaad de mogelijkheid hebben hun consumentenrechten zo nauwkeurig mogelijk te doen gelden.

Dan is er, tot slot, uw communicatie over de problemen met de deur-aan-deurverkoop. Ik neem aan, collega Verduyckt – u bent specialist ter zake –, dat dat ook gaat over bijvoorbeeld het aanklampen door contractaanbieders van grote retailzaken als MediaMarkt. Is dat een vorm van deur-aan-deurverkoop? Ik laat het aan u over daar straks iets over te zeggen. Een en ander stoort mij en mij niet alleen. De federale ombudsman voor Energie signaleert klachten waarbij via deur-aan-deurverkoop soms een duur contract wordt aangesmeerd, terwijl de leveranciers wettelijk verplicht zijn de goedkoopste variant aan te bieden.

Het is een beetje hetzelfde, mijnheer Verduyckt, als met de slapende contracten: de minister is nog aan het dreigen; u zit al klaar om het verbod wettelijk af te dwingen. De minister wil dat de sector tegen volgende week een collectieve gedragscode opmaakt om wanpraktijken te bannen. Krasse Kris moet dus nog even in toom gehouden worden.

Uiteindelijk komt er ook wat meer bindmiddel, wat maïzena, want u hebt de CREG gevraagd om een werkgroep op te richten die de Ombudsdienst voor Energie en de Economische Inspectie samenbrengt, om klachten niet alleen beter in kaart te brengen maar ook om sneller te reageren. Het is een goede zaak dat u de CREG inschakelt want, mijnheer Verduyckt, uw initiatieven inzake de slapende contracten kwamen er ook op basis van studies en adviezen van de CREG. De bedoeling moet inderdaad zijn om de patronen die in de klachtenstromen naar boven komen, te analyseren, zodat men op een snelle en diligente manier kan optreden.

We zullen onderhavig wetsontwerp alsook het amendement van vandaag goedkeuren, want het zijn allemaal nuttige maatregelen, al is die 100 euro wel een aalmoes in het licht van de grote ontwikkelingen.

Het baart mij vooral zeer grote zorgen dat de 80 % van de burgers dat niet in aanmerking komt voor het sociaal tarief aan ongelooflijke prijzen wordt blootgesteld. Ik zeg niet dat dat uw fout is, mevrouw Van der Straeten, maar het is wel de realiteit van vandaag.

In een eerste fase zal geen enkele regering in Europa kunnen vermijden dat de olie-en gasprijs bijzonder pieken. De vraag is alleen welke maatregelen men op Europees niveau maar ook op Belgisch niveau kan nemen, hoe hard het ook is voor de begroting. Het moet immers leefbaar blijven voor de mensen. De lente en de zomer die in aantocht zijn, zijn geen excuus om niets te doen. Ik hoop dat u morgen al de beslissing neemt om de btw op gas te verlagen naar 6 %, mevrouw de minister.

Mijnheer Warmoes, u hebt nogmaals een amendement ingediend om de btw van 6% structureel te maken. Uiteraard hebben wij dat amendement gesteund. Wij waren zelfs de eersten, voor de PVDA, die dat in de mooie Kamer te berde hebben gebracht.


Christophe Bombled MR

Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, comme nous pouvons le voir tous les jours, la forte hausse des prix de l'énergie sur les marchés met une réelle pression sur les ménages et la compétitivité de nos entreprises.

Le premier volet de ce texte de loi concerne la norme énergétique, qui va permettre au gouvernement de mieux maîtriser le différentiel des prix de l'énergie entre la Belgique et ses voisins. Après avoir adopté, en décembre dernier, le texte de loi qui a converti les taxes fédérales en accises, le projet de loi que nous traitons aujourd'hui concrétise davantage cette norme énergétique. En effet, il instaure l'évaluation annuelle de la compétitivité des entreprises belges et du pouvoir d'achat des ménages et prévoit la possibilité d'ajuster les composantes fédérales en conséquence.

Le deuxième volet de ce projet de loi concerne directement nos concitoyens. En effet, plusieurs mesures sont instaurées afin de rendre la facture énergétique du consommateur plus simple et transparente. En d'autres mots, ces mesures font en sorte que le consommateur soit, de manière générale, mieux protégé. Il est évidemment nécessaire de préserver la confiance du client résidentiel.

De mesures en vue d'accroître la transparence s'imposent. Des lors, ce projet de loi prévoit que l'acompte ne pourra être appliqué que dans la mesure où le client résidentiel ne s'y oppose pas, endéans les quinze jours suivant sa notification, et que, dans les contrats de fourniture d'énergie caractérisés par un prix variable, l'exercice du droit de résilier le contrat après un délai de six mois ne pourra plus conduire à la facturation de la totalité de la redevance fixe forfaitaire. Celle-ci devra être facturée au prorata du nombre de jours de fourniture. En outre, le fournisseur devra informer le client résidentiel du produit équivalent le moins cher après application des tarifs sociaux.

Madame la ministre, chers collègues, comme souligné en début d'intervention, la forte hausse des prix de l'énergie est une source de préoccupation majeure pour mon groupe politique. Des mesures étaient nécessaires afin de soutenir les ménages face à cette spectaculaire augmentation qui a un impact lourd sur le pouvoir d'achat.

Avec le texte présenté ce jour, le gouvernement confirme son soutien aux citoyens. Vu la nécessité de fournir un soutien financier aux ménages à revenus modestes et de lutter contre la précarité énergétique, l'application du tarif social est prolongée jusqu'au 30 juin 2022. Ce statut concerne un million de Belges.

Enfin, pour le groupe MR, il est indispensable d'aider tous nos concitoyens face aux prix de l'énergie, y compris la classe moyenne et les indépendants. C'est ainsi que conformément aux amendements déposés, chaque ménage recevra une prime de chauffage de 100 euros net sous forme de réduction directe sur la facture d'électricité.

Je terminerai mon intervention en souhaitant que le soutien apporté aujourd'hui ne soit pas récupéré ensuite via la fiscalité. Je rappellerai à nouveau qu'il est également crucial que la Belgique fasse les bons choix stratégiques sur le plan énergétique. Je vous remercie.


Leen Dierick CD&V

Mevrouw de minister, tijdens het vragenuurtje deze middag heb ik al gezegd dat de bezorgdheid over de betaalbaarheid van onze energiefactuur nog nooit zo groot was. Al meermaals hebben ook wij daarover onze bezorgdheid uitgedrukt. Gelukkig heeft deze regering al maatregelen genomen op korte en op lange termijn. Sommige daarvan zijn opgenomen in dit wetsontwerp.

In dit wetsontwerp worden naast maatregelen om de energiefactuur onder controle te houden ook enkele maatregelen genomen om de consument beter te beschermen, iets wat mij uiteraard zeer na aan het hart ligt. In de voorbije weken kregen we helaas ook heel wat alarmerende berichten over extreem hoge voorschotfacturen en hoge vergoedingen.

CD&V is enorm blij dat de energienorm er eindelijk komt. Iedereen weet dat wij daar al ettelijke jaren op hameren. Nu is het eindelijk wettelijk verankerd. Wij vinden het zeer belangrijk dat wij de energiefacturen van onze gezinnen en bedrijven benchmarken met de buurlanden. Dat is belangrijk om de koopkracht van de gezinnen onder controle te houden en de concurrentiekracht van de bedrijven te behouden. Wij zijn dan ook heel blij dat met dit wetsontwerp de tweede en tevens laatste fase wordt voorzien om een energienorm in te voeren. Wij kijken uiteraard uit naar de verdere uitwerking en de inwerkingtreding van die energienorm.

In eerdere uiteenzettingen hebben wij al gepleit voor snel invoerbare en direct voelbare maatregelen, zodat de energiefactuur onder controle blijft. Wij focussen daarbij eerst op de meest kwetsbaren. We steunen de verlenging van het uitgebreid sociaal tarief tot 30 juni dan ook volop. Als de prijzen enorm pieken, gaat onze aandacht uiteraard eerst en vooral uit naar de meest kwetsbaren, die we zeker niet in de kou willen laten staan of loslaten. Deze namiddag is het amendement goedgekeurd inzake de eenmalige verwarmingspremie van 100 euro. Ook dat krijgt uiteraard onze steun. Het gaat om twee tijdelijke en snelle maatregelen die de bittere pil van de hoge energiefactuur toch tijdelijk verzachten.

In de voorbije maanden kregen wij, ongetwijfeld net als veel collega's, veel klachten en schrijnende verhalen te horen over wanpraktijken met voorschotfacturen. Mensen kregen plots een voorschotfactuur in de bus die soms drie keer zo hoog was als voorheen. Het kan niet de bedoeling zijn dat de mensen voor bank moeten spelen, met het risico dat zij bij een faillissement van de energieleverancier de betaalde voorschotten kwijt zijn.

Dankzij dit wetsontwerp hebben consumenten voortaan het recht om een aangepaste voorschotfactuur te weigeren en moet het ook heel duidelijk zijn hoe het voorschot wordt berekend. Wij kunnen alleen stellen dat dit een goede maatregel is, om onze consumenten een handvat te geven.

Daarnaast treden wij ook op tegen de vaste vergoedingen die leveranciers aanrekenen bij variabele contracten. Als de consument wil veranderen van leverancier, bijvoorbeeld na drie maanden, dan rekenen de energieleveranciers een vaste vergoeding aan voor een jaar. Dat wordt met dit wetsontwerp onmogelijk gemaakt. Voortaan kan slechts een vergoeding pro rata worden aangerekend, tenzij men minder dan zes maanden klant was. Dat lijkt mij een zeer faire regeling.

Mevrouw de minister, het wetsontwerp bevat verscheidene goede maatregelen om de rechten van de consument beter te beschermen. Ik vind het dan ook heel belangrijk dat de consument goed weet wat die rechten en middelen zijn. Ik roep u dan ook op, net als in de commissie, om een goede informatiecampagne op te starten, zodat de consumenten weten wat hun rechten zijn en waar ze terechtkunnen als er zich nog wantoestanden zouden voordoen.

Wat de betaalbaarheid betreft, zijn de eerste stappen gezet, maar de energiefactuur is nog altijd te hoog. Net als deze middag pleit ik er hier ook nog eens voor om verder te werken aan structurele maatregelen. Ik weet dat u al hard hebt gewerkt, samen met minister Van Peteghem. Er werden al heel wat maatregelen becijferd. Die hebben al op tafel gelegen en er is een duidelijk engagement om hieraan verder te werken. Ik denk dan aan de slimme btw-verlaging of het omgekeerde cliquetsysteem. We hopen dat daar spoedig een doorbraak in komt en dat we aan de slag kunnen om hierover te stemmen.

De crisis in Oekraïne zullen we hier helaas ook voelen. Dat dwingt ons toch om spoedig nieuwe maatregelen te nemen. U zult in ons altijd een bondgenoot vinden om maatregelen te nemen die de energiefactuur betaalbaar houden voor iedereen.

Wij zullen dit wetsontwerp dan ook met volle overtuiging steunen.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mevrouw de voorzitster, collega's, dit wetsontwerp heet niet voor niets wetsontwerp houdende diverse bepalingen, want het is effectief erg divers en regelt verschillende zaken tegelijk. Enerzijds wordt de energienorm ingevoerd, anderzijds zijn er meerdere bepalingen met betrekking tot het sociaal tarief en bijkomende consumentenbescherming. Vanmiddag is daaraan dan nog de verwarmingspremie toegevoegd. De PVDA heeft over al die bepalingen wel iets te zeggen.

De energienorm is reeds meer dan tien jaar een patronaal project. Ze volgt de logica van de reeds bestaande loonnorm, die is misschien beter gekend, de fameuze wet van 1996 die onze lonen blokkeert en die wij en de vakbonden willen afschaffen. In haar oorspronkelijke vorm diende de energienorm alleen voor het vrijgeven van bijkomende kortingen op de energiefactuur van grote elektro-intensieve bedrijven. Daardoor zou de factuur van de huishoudens stijgen, aangezien zij hierdoor net meer heffingen zouden moeten betalen, om de kortingen voor de bedrijven te compenseren. De invoering van zo'n energienorm organiseert ook een race to the bottom met de buurlanden, want het land dat de meeste korting geeft aan zijn bedrijven, is dan het aantrekkelijkst. Dat was het oorspronkelijke idee van de energienorm. Uiteraard kwam dit uit liberale hoek.

Mevrouw de minister, u hebt twee dingen gewijzigd aan dat oorspronkelijke concept. Naast de competitiviteit van de bedrijven hebt u de energienorm uitgebreid naar de koopkracht van de gezinnen. Het gaat in theorie niet alleen meer over de energiefactuur van de bedrijven, maar ook over de factuur van de gezinnen. Een tweede wijziging is de hervorming van de federale heffingen naar een bijzondere accijns. Daardoor leidt het toekennen van kortingen voor bepaalde groepen – ik laat nu even in het midden welke die groepen zijn – er niet meer toe dat de factuur van de overige consumenten toeneemt om dat te compenseren, maar komt dat ten koste van de begroting.

Mevrouw de minister, ik heb u in de commissie op de vrouw af gevraagd of u bij de invoering van de wet de accijnzen voor de gezinnen zal verlagen. Uit de cijfers van de CREG blijkt immers dat een gemiddeld Belgisch gezin aanzienlijk meer betaalt voor elektriciteit dan een gezin in onze buurlanden. Een Frans gezin betaalt minder dan de helft van een Belgisch gezin. Een Duits of een Nederlands gezin betaalt 20 % minder dan een Belgisch gezin. U hebt toen niet geantwoord op mijn vraag. Dus herhaal ik de vraag vandaag. Misschien wil u vandaag wel antwoorden.

Er is een nieuwe evaluatie van de CREG gepland tegen 15 mei 2022, indien ik het goed voorheb. Indien uit een evaluatie van de CREG nogmaals zou blijken dat onze gezinnen meer betalen dan de gezinnen in de buurlanden, zal u dan de accijnzen al dan niet verlagen? Het was immers net de bedoeling van de huidige regering om de accijnzen niet te verlagen, maar te verhogen via wat jullie de slimme btw-verlaging hebben genoemd. Deze middag hebt u evenwel in een interview met Villa Politica verklaard dat u het voorstel opnieuw op de regeringstafel zou leggen.

U pleit nu dus voor een btw-verlaging op elektriciteit en gas, alsook voor een hervorming van de factuur – ik citeer u –, zodat u kan sturen met de accijnzen. Daaruit leid ik af dat u nog steeds vasthoudt aan een verhoging van de accijnzen voor de gezinnen. Uw collega-minister Van Peteghem en uzelf moesten uiterlijk tegen maart 2022 een nieuw voorstel uitwerken. U gaf echter aan dat u dat voorstel zo snel mogelijk opnieuw op tafel wil leggen. Wij zijn evenwel niet ver meer verwijderd van maart 2022. Ik wil dan ook weten of u van plan bent de accijnzen voor gezinnen te verlagen en hoe voorliggend wetsontwerp zich daartoe verhoudt?

Inzake de energienorm geeft de voorliggende wet ook een vrijgeleide aan de regering om bijkomende maatregelen te treffen, om de koopkracht van de gezinnen en de competitiviteit van de bedrijven te beschermen. Onze mening daarover is dat voorliggend wetsontwerp op dat vlak te veel vrijheid geeft aan de regering, om naar eigen goeddunken en volgens eigen keuzes kortingen toe te kennen op de factuur, zonder daarin het Parlement te kennen.

Mevrouw de minister, ik vroeg u in de commissie ook welke vergelijkingsbasis u zou opleggen aan de CREG voor de evaluatie. U mag daar volgens het wetsontwerp opnieuw volledig zelf over beslissen. Zoals u echter ongetwijfeld heel goed weet, is de vergelijkingsbasis bepalend voor de resultaten. Wat in een model wordt gestopt, bepaalt natuurlijk wat er uitkomt. Ik herhaal dus de vraag die in de commissie ook onbeantwoord is gebleven. Zal de CREG kijken naar de totale factuur van de gezinnen en dus bijvoorbeeld ook de regionale heffingen meenemen, of zal u die heffingen uitsluiten van de analyse?

Collega's, laat me duidelijk zijn. Voor ons moeten op termijn alle heffingen en accijnzen uit de factuur verdwijnen. Beleid financier je niet via de energiefactuur, maar via de belastingen. We zijn dus voor een verlaging van de accijnzen. Maar de energienorm mag niet worden misbruikt om enkel bijkomende kortingen te geven aan grote bedrijven en tegelijk de accijnzen voor de gezinnen te verhogen. Mevrouw de minister, u zei in de commissie dat hierover nog niets beslist is. Vandaag kwam u opnieuw met uw plan van een slimme btw-verlaging. Ik had daar graag duidelijkheid over gekregen. Wat zijn uw concrete plannen hiermee?

Alles hangt af van de evaluatiemethodiek die de CREG moet volgen, want iedereen weet dat met cijfers alles kan worden bewezen. De berekeningsmethode zal bepalend zijn, maar het staat alleszins vast dat onze gezinnen momenteel veel meer betalen voor elektriciteit dan die in onze buurlanden. Dat is ook zo voor aardgas, met uitzondering van Nederland. De energienorm moet er dus toe leiden dat de regering de accijnzen voor de gezinnen verlaagt en niet verhoogt.

Voor het sociaal tarief voor gas en elektriciteit voorziet u in een overgangsregeling. Aan de mensen die het sociaal tarief verliezen, kunt u een eenmalige premie geven, wanneer u de uitbreiding van het sociaal tarief intrekt of stopzet. Wij volgen u hierin niet. Wij vragen dat de uitbreiding van het sociaal tarief permanent wordt. Daarom heb ik vandaag opnieuw een amendement ingediend om het sociaal tarief niet te verlengen tot 1 juli 2022, maar om dat permanent te maken. De bepaling die het uitgebreid sociaal tarief beperkt in de tijd, zou dus moeten worden geschrapt. Zo wordt het permanent voor de gezinnen die dat nodig hebben, want het gaat hier uiteraard om kwetsbare gezinnen met een inkomen lager dan 20.292,59 euro. Dat is veel minder dan wat iedereen hier verdient.

Collega Verduyckt van de Vooruitfractie heeft in de commissie ook gepleit voor de uitbreiding van het sociaal tarief. Ik ben dan ook verbaasd dat u en de rest van de meerderheid mijn amendement voor de permanente uitbreiding van het sociaal tarief dan weer niet gesteund hebben. Ik hoop dat u dat vandaag alsnog zal doen, vandaag en meer dan ooit.


President Eliane Tillieux

Mijnheer Warmoes, de heer Verduyckt wil reageren.


Kris Verduyckt Vooruit

Mijnheer Warmoes, als ik u goed begrijp, zegt u dat u het geen goede zaak vindt dat er in een overgangsmaatregel is voorzien voor mensen die uit het sociaal tarief vallen. U gaat ervan uit, zelfs als het sociaal tarief permanent wordt, dat mensen die binnen het sociaal tarief vallen daar te allen tijde in zullen blijven. Als bijvoorbeeld een gezin, waarvan de man of de vrouw op een bepaald moment ander werk vindt en meer verdient, buiten het sociaal tarief valt, dan zegt u dat zij dan op de vrije markt moeten worden gedropt. Dat begrijp ik totaal niet. Ik vind dat bizar.

U begint nu over het sociaal tarief. Ik heb daarnet uw fractievoorzitster gehoord die een vraag stelde en het sociaal tarief daarbij vergat, wat ik bijzonder vond omdat het toch een heel belangrijke maatregel is. Daarin hebt u gelijk, maar u beseft toch dat, door u straks te onthouden, u er niet voor zult zorgen dat het uitgebreid sociaal tarief er komt?

Als ik goed naar u luister, zegt u geen voorstander te zijn van een overgangsmaatregel die mensen helpt die uit het sociaal tarief vallen. U wil voor altijd het sociaal tarief en gaat ervan uit dat iedereen die daarin zit daar te allen tijde in zal blijven zitten. Volgens mij is dat niet de bedoeling van een beschermingsmaatregel die bestemd is voor mensen die onder een bepaalde limiet vallen. Raken ze daarboven, dan komen ze opnieuw op de vrije markt en dan ben ik blij dat ze op dat moment tenminste de bescherming krijgen die de minister in de wet heeft opgenomen.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mijnheer Verduyckt, laat het duidelijk zijn: de uitbreiding van het sociaal tarief is er voor mensen die afgerond minder dan 20.300 euro verdienen. Als dat mensen zijn die werkloos zijn en werk vinden, genieten zij inderdaad het sociaal tarief niet meer. Wij maken ons echter geen illusies. De overgangsregeling wordt ingevoerd omdat men een einde wil maken aan het sociaal tarief voor de arme mensen, als ik het zo mag zeggen. Voor de mensen die gelukkig werk vinden en dan geen recht meer hebben op het sociaal tarief, dient dan de btw-verlaging op elektriciteit en gas. Zo simpel is het. Dat zijn de mensen die wat meer verdienen en daarvoor dient de btw-verlaging op elektriciteit en gas, ook permanent trouwens. Ik geef u dus gelijk: het sociaal tarief is er voor de mensen die het echt nodig hebben en de btw-verlaging is er voor de anderen. De regering wil echter het uitgebreid sociaal tarief stopzetten op 1 juli. Het kan zijn dat u het nog wilt verlengen, maar dat moeten wij nog zien. De premie wordt alleen maar ingevoerd om die bittere pil te verzachten. Dat is eigenlijk de bedoeling van wat er in het ontwerp staat en daar gaan wij natuurlijk niet mee akkoord, want wij willen dat uiteraard niet stopzetten voor de mensen die er recht op hebben.

Ik kom aan mijn derde punt. Dat betreft de reden waarom de commissie deze namiddag werd bijeengeroepen, meer bepaald om een amendement van de meerderheid te laten goedkeuren dat de wettelijke basis vormt voor het uitkeren van een eenmalige verwarmingspremie van 100 euro. Ik herhaal wat ik daarnet al in de commissie zei. Wij nemen geen genoegen met die eenmalige premie, want dat is een excuusmaatregel geweest om de btw op aardgas niet te verlagen. De eerste minister en u, mevrouw de minister, hebt allebei wekenlang in de plenaire vergadering verklaard dat de maatregelen van de regering in verband met de energieprijzen structureel moesten zijn. Laat een eenmalige premie nu net het omgekeerde zijn van structureel beleid. De energiefactuur is met meer dan 2.800 euro toegenomen en de regering durft afkomen met een verwarmingspremie van 100 euro. Dat is gewoon een aalmoes.

De tijdelijke lente-btw-verlaging op elektriciteit van deze regering zou maar 65 euro opbrengen voor de gezinnen, terwijl een algemene btw-verlaging op elektriciteit en gas meer dan 685 euro zou opleveren. Dat is dus tienmaal meer dan de btw-verlaging op zijn Vivaldi's. De PVDA-PTB diende daarstraks in commissie dan ook een subamendement in om de verwarmingspremie te vervangen door een algemene btw-verlaging die voor iedereen meer opbrengt, trouwens ook voor degenen die zich niet met gas verwarmen. Dat werd dus door de voltallige meerderheid plus de N-VA weggestemd.

Ik kom aan mijn laatste punt, de bijkomende maatregelen voor consumentenbescherming. Deze regering had aangekondigd dat de consument wettelijk beter beschermd zou worden. De minister sprak zelfs van het aan banden leggen van de deur-aan-deurverkoop en van een verbod op het eenzijdig optrekken van de voorschotfactuur. Deze week nog gaf u de energieleveranciers een zoveelste laatste kans voor de deur-aan-deurverkoop. U blijft dus hardnekkig vasthouden aan uw vertrouwen in de markt en het privébedrijf. In de commissie heb ik al aangeklaagd dat de wettelijke beschermingen die u nu invoert gewoon veel te mak zijn. Zo kan de leverancier nog steeds het voorschot eenzijdig optrekken. De consument krijgt slechts vijftien dagen tijd om daartegen bezwaar aan te tekenen. Mijn partij vindt de termijn van vijftien dagen natuurlijk veel te kort. Men gaat er blijkbaar van uit dat de mensen allemaal tijdig zullen reageren, maar denk alleen maar aan de mensen die met vakantie zijn. Voor ons moet het net omgedraaid worden. Een voorschot mag niet gewijzigd worden, tenzij de klant daar expliciet en schriftelijk toestemming voor geeft. Op die manier ligt de verantwoordelijkheid om de klant te overtuigen bij de leverancier, niet bij de consument die dan maar voldoende bij de pinken moet zijn en snel genoeg moet reageren om een wijziging tegen te gaan.

De PVDA-PTB zal zich dus onthouden op dit wetsontwerp, net zoals we dat in de commissie hebben gedaan. Er zijn voor ons nog veel te veel onzekerheden over die energienorm. We kregen tot op heden geen afdoende antwoorden op onze vragen. Dit wetsontwerp geeft ook te veel vrijheid aan de regering om naar eigen goeddunken energiekortingen toe te kennen aan grote bedrijven. Wij nemen ook geen genoegen met de eenmalige verwarmingspremie van 100 euro, dat vinden wij een aalmoes. Tot slot, moet deze regering ophouden met het luxetarief van 21% op energie aan te rekenen en tegelijk cadeaus uit te delen aan ENGIE Electrabel en andere energiemultinationals.


Christian Leysen Open Vld

Beste collega's, als voorzitter van de commissie wil ik ook zeggen dat er in de commissie reeds uitgebreide en boeiende discussies zijn gevoerd, die ik hier niet uitvoerig zal herhalen.

Ik wil hier nog drie zaken aan toevoegen.

Ten eerste, een rekening die wordt gepresenteerd, wordt uiteindelijk door iemand betaald. We moeten ons ervan bewust blijven dat rekeningen die naar de overheid worden doorgeschoven uiteindelijk bij de burger terechtkomen.

Ten tweede, wil ik de minister bedanken voor het degelijke werk dat werd geleverd. Deze uiteenzetting heeft trouwens betrekking op dit wetsontwerp en het volgende.

Ten derde, er is nog veel werk aan de winkel en er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt. Ik wil benadrukken dat die keuzes zonder ideologische dogma's moeten worden gemaakt. We moeten daarbij ook niet te veel moeilijke woorden gebruiken en bijvoorbeeld spreken van back-ups van back-ups en van plan A en plan B. We moeten wel de beste keuze maken, rekening houdend met het feit dat wij technologieneutraal tot klimaatneutraliteit moeten komen. We moeten ons er tevens bewust van zijn dat de invoer van energie steeds met geopolitieke risico's verbonden is. Maximale spreiding, met een gediversifieerde energiemix, is dus de juiste keuze. Dat moet de leidraad zijn voor de regering en het Parlement.


Kris Verduyckt Vooruit

Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega’s, wat vandaag voorligt, is een pakket met goede maatregelen. Ik wil echter eerst even uitzoomen. Toen de regering haar regeerakkoord opstelde, zaten daar al enkele aanzetten in om te werken aan de energiefactuur. Dat was nodig omdat onze energiefactuur, vooral onze elektriciteitsfactuur, één van de hoogste in Europa is en omdat zij de energietransitie tegenwerkt. Daar zaten dus al enkele goede insteken in. Ik meen dat er van die intenties ook wel wat terechtgekomen zou zijn, maar vandaag leven wij in een andere wereld.

De huidige energieprijzen zijn in niets te vergelijken met de prijzen van voor de coronacrisis. Ik meen dat de energieprijzen vandaag voor zo goed als elk gezin in dit land een belangrijk tot zeer belangrijk deel vormen van het gezinsbudget. Met elke maand waarin er vaste contracten aflopen, komen er steeds meer gezinnen bij die dat beseffen. Sommige mensen zijn nog beschermd door een goed vast contract dat zij vorig jaar hebben afgesloten, maar elke maand komen meer gezinnen tot een onaangename vaststelling.

Wij weten ondertussen trouwens ook dat dit geen tijdelijke crisis is. In december was de CREG daarover al zeer duidelijk in onze commissie, op het moment waarop er nog geen oorlogsconflict was op ons continent. De CREG zei toen al dat die hoge prijzen er voor een lange periode zullen zijn. Wij zitten nu met een nieuwe context. Die context vraagt nieuw beleid om aan de slag te gaan met onze energiefactuur, op korte en op lange termijn.

Ik zal het eerst over die lange termijn hebben. Ik heb het debat hier vandaag gevolgd en wij weten wel wat er nodig is op lange termijn. Op lange termijn moeten wij absoluut de weg kiezen van een productiepark waarin hernieuwbare energie centraal staat, zodat we zo weinig mogelijk afhankelijk zijn. Ik heb dat vandaag bijna alle partijen horen zeggen, die afhankelijkheid van onder andere de Russen is belangrijk. Ik had het hier bijna over onze Russische vrienden gehad, maar dat ga ik vandaag niet doen.

Ik hoorde de N-VA dat graag zeggen, maar ik stel vast dat die vandaag wel een Vlaamse minister heeft die bijzonder veel vergunningen voor windmolens niet aflevert. Dat is toch wel een probleem, vind ik.

Ik heb ook het Vlaams Belang dat horen zeggen, terwijl die partij altijd een beetje laconiek gedaan heeft wanneer het over het klimaatbeleid ging. Ondertussen beseft waarschijnlijk ook Vlaams Belang dat hernieuwbare energie heel belangrijk is.

De overheid moeten daarin investeren of dat laten doen door investeerders of door de gezinnen. Laat het heel duidelijk zijn, de gezinnen die vandaag in zonnepanelen investeren, zien die investering op vrij korte termijn terugverdiend. Voor mij als socialist ligt de knoop vooral bij die gezinnen die niet het budget hebben om dat te doen. Ik vind dat we ons vooral het lot van die mensen moeten aantrekken, met collectieve projecten, renovatieprojecten en investeringsprojecten. Ik zie vandaag steden en gemeenten die daarmee starten en dat verheugt mij echt, want het is bijzonder belangrijk dat we die mensen helpen om zich te wapenen tegen de hoge prijzen. Het is en blijft een boutade die velen onder ons al hebben uitgesproken: de goedkoopste energie is de energie die men niet verbruikt. We moeten mensen daar absoluut bij helpen.

Ik kom dan bij wat vandaag voorligt en al uitgebreid werd toegelicht door veel collega's. De energienorm is inderdaad een belangrijk politiek dossier waar de minister nu werk van maakt. Die energienorm zal ongetwijfeld helpen bij het hervormen van de energiefactuur die ontvet moet worden.

Het sociaal tarief is verder een heel belangrijk beschermingsmiddel. De minister weet dat dit mij na aan het hart ligt. Ik ben heel blij dat dit hier vandaag voorligt en hoop dat het snel uitvoering krijgt via de nodige besluiten. Warmte is immers een nieuw gegeven. Het sociaal tarief in zijn algemeenheid is vandaag een belangrijke bescherming, het scheelt ongeveer de helft ten opzichte van de commerciële elektriciteitsprijs en een vijfde ten opzichte van de commerciële gasprijs. Dat zijn enorme voordelen die de mensen vandaag hebben en die hen beschermen. Het is al vaak gezegd, het gaat hierbij over bijna een vijfde van alle Belgen.

Ik heb het in het verleden al gezegd dat het nadeel van het sociaal tarief is dat het geen structurele maatregel is, in die zin dat men daarmee geen zuiniger huishoudtoestel of isolatiemateriaal koopt. Dat is natuurlijk wel een probleem. Het is een goed beschermingsmiddel, maar we hebben andere zaken nodig om er op langere termijn uit te raken.

Mijnheer Warmoes, ik heb echt geprobeerd te begrijpen wat u zei, de reden waarom u tegen de overgangsmaatregel bent voor mensen die uit het sociaal tarief vallen, maar ik begrijp het nog altijd niet. Of het uitgebreid sociaal tarief nu straks stopt of niet, het is altijd een goede zaak als we mensen die niet meer onder de bescherming van het sociaal tarief vallen helpen om bij een goede leverancier met het goedkoopste equivalente product terecht te komen. Een gezin dat op de vrije markt terechtkomt en daar een slechte beslissing neemt, is het voordeel dat men lange tijd via het sociaal tarief heeft gehad immers op korte tijd weer kwijt. Ik begrijp dus absoluut niet waarom u zich verzet tegen die overgangs­maatregel, los van de vraag of dat uitgebreid sociaal tarief nu straks stopt of niet.

Ik heb trouwens meer vreemde kronkels van u gehoord. Zo geeft u af op de eenmalige verwarmingspremie. Vorige week noemde u Nederland echter nog wel het gidsland, want in Nederland krijgt elk gezien 400 euro. U voegde daar echter niet aan toe dat Nederland geen sociaal tarief toekent.

In dezelfde zin, u spreekt over de sturing van de accijnzen, waar u ook tegenstander van bent. Straks worden de accijnzen echter gestuurd op basis van ecologie en grootverbruik. Voor grootverbruikers wordt vaak het voorbeeld van de zwembadeigenaars aangehaald. Als er op die manier met de accijnzen differentiatie wordt aangebracht, dan heb ik daar niets op tegen. Ik begrijp niet dat de PVDA vandaag voor algemene, platte maatregelen pleit. Ik vind het goed dat wij voor elk gezin in dit land iets doen, maar ik ben wel blij dat de focus ligt op de gezinnen die dat vandaag het hardst nodig hebben en die vandaag niet beschikken over het budget om zich tegen de hoge energieprijzen te wapenen. Die focus vind ik ontzettend belangrijk en ik begrijp dan ook niet dat u hier pleit voor algemene maatregelen, maar voorbijgaat aan die differentiatie, die mogelijk heel belangrijk wordt.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mijnheer Verduyckt, het eerste element heb ik al uitgelegd. Wij zijn er voorstander van dat de uitbreiding van het sociaal tarief permanent wordt voor de mensen die dat nodig hebben. Voor de duidelijkheid, wij hebben de uitbreiding van het sociaal tarief goedgekeurd, dus wij zijn voor. Daarover mag geen twijfel bestaan.

Het verwondert u dat wij voorstander zijn van een algemene maatregel. Uiteraard, de 18 % van de bevolking die van het sociaal tarief geniet, zijn de mensen die dat het hardst nodig hebben. Al de andere mensen, de superrijken buiten beschouwing gelaten, hebben echter ook steun nodig, niet noodzakelijk een sociaal tarief, maar wel ondersteuning. De factuur voor een gemiddeld gezin is met 2.800 euro gestegen. Daartoe bestaat er een algemene en overigens efficiënte maatregel. Officieel bent u trouwens ook voorstander van een btw-verlaging op elektriciteit en gas, alleen al omdat het nodig is, en daarenboven omdat elektriciteit en gas geen luxegoederen, maar basisproducten zijn, zo simpel is het eigenlijk. Om die reden is het een efficiënte maatregel en ik begrijp uw verwondering dan ook niet over het gegeven dat wij voorstander zijn van een algemene maatregel. Volgens mij heeft 80 tot 90 % van de bevolking steun nodig voor de betaling van de energiefactuur, niet alleen die 18 %.


Kris Verduyckt Vooruit

Voor alle duidelijkheid, ik ben ook voor algemene maatregelen. U haalde Nederland aan als het goede voorbeeld. Ik kies voor een land waar men algemene maatregelen combineert met extra bescherming voor zij die daaraan nood hebben. Dat is het verschil tussen ons. Ook heel belangrijk zijn de kwalitatieve maatregelen, die in dit wetsontwerp zitten, waardoor wij consumenten nog meer kansen geven om zich te beschermen tegen een aantal zaken die gebeuren op die markt.

Mevrouw de minister, wij hebben deze legislatuur reeds verschillende stappen gezet op dat vlak. U hebt reeds heel wat initiatieven genomen. Het Parlement heeft ook reeds een aantal zaken kunnen doen. Het belang daarvan wordt onderbelicht. Men kan een korting geven, men kan mensen helpen met een sociaal tarief, maar iemand met een fout tarief, omdat hij slecht geïnformeerd is of een foute keuze heeft gemaakt, kan soms tot vele honderden euro's aan zijn been hebben, zelfs vandaag, op een moment dat alle contracten vrij hoog zijn.

Collega Ravyts sprak er daarstraks over. Ik verwijs naar de slapende energiecontracten. Op dat moment ging het over een verschil van 700 euro per gezin. De reden was dat het gezin aan een fout contract gebonden was en uit onwetendheid, omdat het de weg niet vond op de markt, in dat slapend contract bleef hangen. 700 euro is voor heel veel gezinnen in het land een enorm bedrag. Dergelijke kwalitatieve maatregelen kunnen daarbij helpen.

Mijnheer Ravyts, dat is ook waarom ik tegen die deur-aan-deurverkoop ben. Vandaag is energie een belangrijk onderdeel van het budget van elk gezin. Men moet daarover kunnen nadenken. Men moet goed kunnen vergelijken. Dat mag niet worden behandeld door een gladde verkoper aan de deur. U gaf het voorbeeld van MediaMarkt, dat valt daar ook onder.

Wij moeten werken zoals bij de slapende energiecontracten. Een goede samenwerking tussen regering en Parlement levert resultaat op, daarvan ben ik overtuigd. Het is belangrijk dat wij die praktijken aan de kaak stellen. In dit wetsontwerp zit een aantal andere zaken, onder andere met betrekking tot die vaste vergoeding, die beperkter wordt. Dat is goed. Er zitten hier dus heel wat goede maatregelen in.

De regering heeft nu al twee keer een pakket maatregelen genomen als reactie op de stijgende energieprijzen. Met de maatregelen konden we echt verder. De Vlaamse regering is dan elke keer gevolgd. Maar het effect op de factuur is daar vandaag nog beperkt.

De energiemarkt staat letterlijk in brand. Mensen maken zich terecht zorgen over de hoge prijzen. In het akkoord zat ook een structurele herziening van de energiefactuur. De ministers Van Peteghem en Van der Straeten werken daaraan.

Ons standpunt blijft heel duidelijk. We moeten naar een permanente btw-verlaging gaan, 6% op gas en elektriciteit, eventueel met een bijsturing naar duurzaamheid en verbruik via accijnzen; daar heb ik niks op tegen. Maar zo'n ingreep zou onmiddellijk een grote impact hebben, in tegenstelling tot sommige andere symbooldossiers.


Minister Tinne Van der Straeten

Mevrouw de voorzitster, ik wil iedereen bedanken voor de vele tussenkomsten. Zij tonen aan dat de hoge energieprijzen, zeker op een dag als vandaag, de eerste bezorgdheid zijn van ieder van ons, zeker van de regering, en nog meer van mijzelf. Het toont ook aan dat het belangrijk is om te blijven doorwerken.

Toen we in oktober het eerste pakket energiemaatregelen hebben beslist, waren de omstandigheden anders dan vandaag. Toen trok de economie post corona opnieuw aan. De geopolitieke spanningen waren wel latent aanwezig: het conflict tussen Rusland en Oekraïne is niet nieuw en dateert al van 2014. Wij hebben toen snel kunnen schakelen, ook omdat wij eerder al de beslissing hadden genomen om de doelgroep van het sociaal tarief uit te breiden en daar hebben wij verder op kunnen bouwen. Zo hebben wij heel snel kunnen schakelen en ingrijpen.

Nog niet zo lang geleden is er dan een tweede pakket aan maatregelen gekomen in een periode waarin de geopolitieke spanningen heel erg waren opgelopen en waarin bleek dat wij niet de daling van de prijzen zouden zien die wij in oktober voor ogen hadden en die de CREG, die ons heel erg heeft bijgestaan bij de maatregelen, ook altijd had ingeschat op basis van de forecasts. Ook hier is opnieuw aangetoond dat wij hebben kunnen schakelen omdat wij eerder al maatregelen hadden genomen, zoals het sociaal tarief dat wij opnieuw hebben verlengd, maar wij hebben ook met de accijns kunnen werken die wij dankzij de energienorm hadden ingevoerd. Dat toont dat de regering de zaken wel degelijk kan aanpakken als zij actief en proactief in het energiebeleid staat.

Met de inval van Rusland in Oekraïne vandaag breekt absoluut een derde periode aan. De prijsstijgingen van vandaag, zowel voor gas als olie, en de zorgen inzake de bevoorradings­zekerheid en de impact op de prijzen…(de minister maakt de zin niet af) De bevoorradings­zekerheid kunnen wij goed managen, want wij hebben maar een beperkt aandeel van gas uit Rusland. Wat olie betreft, hebben wij onze strategische voorraden. Wat betreft uranium weten wij dat wij alleszins tot 2025 geen problemen hebben, maar wij ontsnappen uiteraard niet aan de impact van de hoge prijzen. Daarom blijven minister Van Peteghem en ik verder werken aan een grondige hervorming van de factuur en aan de voorstellen die wij eerder dit jaar al hebben gedaan. Die voorstellen bestonden uit een combinatie van een btw-verlaging op elektriciteit en gas met een accijnshervorming. De technische teams werken daar verder aan. Het moet uiteraard een evidentie zijn dat de regering blijft ageren en dat zij attent en vigilant blijft voor de situatie vandaag.

Dat is ook de reden waarom ik mijn Franse collega, Barbara Pompili, heb gevraagd – u vroeg dat, mijnheer Ravyts – dat de 27 energieministers van de EU zo snel mogelijk bij elkaar komen. Wij moeten immers twee zaken bespreken.

Ten eerste, de bevoorrading en de regels inzake strategische stocks en de verbetering daarvan, bijvoorbeeld met een gecoördineerde aanpak die ervoor zorgt dat LNG-schepen zeker richting Europa komen. Ons land kan daarin ook een strategische rol spelen met de haven van Zeebrugge.

Ten tweede, zijn er ook de maatregelen met betrekking tot de prijzen. De Europese Commissie had eerder al een gereedschapskist ontworpen, die richtlijnen aan de lidstaten bevat over de manier waarop zij zouden kunnen optreden. Er komt nu een tweede gereedschapskist aan. Het is belangrijk dat de Europese Commissie ook luistert naar de initiatieven die in de lidstaten zijn genomen, maar ook naar hoe de lidstaten daarmee wensen om te gaan. Zo kan op een efficiënte en gecoördineerde manier worden opgetreden.

Er zijn veel verschillende elementen in de uiteen­zettingen aan bod gekomen. Dit wetsontwerp integreert inderdaad veel zaken. Er werd ook gesproken over het sociaal tarief. De KB's voor de verder implementatie daarvan zullen vrijdag in de ministerraad in een eerste lezing worden besproken. Het is belangrijk om te blijven doorwerken.

Ik deel ook de bezorgdheid over de vertaling van de consumentenrechten in wetgeving. Ik heb deze week in de commissie ook al gezegd dat we met verschillende maatregelen werken. Mijn administratie zet een campagne op om te informeren over de rechten, met een duidelijke verwijzing naar waar men klachten kan indienen.

Ik heb aan de CREG ook gevraagd om een taskforce op te richten met de Ombudsdienst voor Energie en de Economische Inspectie. De ene zit aan de bron van de klachten en de andere aan de sanctionering van de klachten. Ik heb aan de CREG gevraagd om die partners samen te brengen, zodat ik en het Parlement tijdig worden geïnformeerd over welke praktijken een wetgevend ingrijpen nodig maken.

Wij grijpen vandaag in op de voorschotfacturen. Dat was een regeling die al bestond in het consumentenakkoord. Niet alle leveranciers hebben dat ondertekend. Zo kunnen we wellicht nog andere praktijken uit de grote klachtenstroom naar boven halen waar een snel ingrijpen nodig is. In die zin blijven we waakzaam. Ik ben er zeker van dat we hierover op regelmatige tijdstippen samen zullen zitten. Het is immers absoluut mijn bedoeling om wetgevend op te treden waar het nodig is.

Ik heb het dinsdag in de commissie gehad over de deur-aan-deurverkopen. Mijnheer Ravyts, dat zijn inderdaad verkopen buiten de onderneming en buiten de verkoopsruimte. Verkopen in een MediaMarktwinkel vallen daar ook onder. Dat is al een lang gekend zeer. Mijnheer Verduyckt heeft mij daarover al lang geleden ondervraagd en in Nederland hebben sommige leveranciers gezegd dat niet meer te zullen doen. In België kennen we dat nog altijd. Bij sommigen gaat dat goed, maar we zullen het licht van de zon niet ontkennen, er zijn echt wel misbruiken bij die deur-aan-deurverkoop. Mijn appreciatie is dat dit vaak te maken heeft met de tussenpersonen die niet of onvoldoende worden gevat door onze regelgeving en door het consumentenakkoord, wat achterpoortjes creëert. De leveranciers hebben mij gezegd voor het einde van de maand met een charter te zullen komen. We zijn vandaag 24 februari. Als dat nodig is, zullen wij wetgevend optreden via de omnibusrichtlijn om die praktijk aan banden te leggen.

Wij blijven de situatie dag per dag en soms ook uur per uur monitoren en we hebben al een heel arsenaal aan instrumenten opgebouwd om indien nodig snel te kunnen handelen. U weet ondertussen dat, als er aan nood is, wij niet nalaten om op te treden.