Proposition 55K2402

Logo (Chamber of representatives)

Proposition de resolution relative à la réorientation de la politique d'aide au développement et à la liaison de l'aide au développement, des accords de coopération et des traités commerciaux à une obligation de réadmission des migrants illégaux et criminels.

General information

Authors
VB Steven Creyelman, Pieter De Spiegeleer, Annick Ponthier, Kurt Ravyts, Ellen Samyn
Submission date
Dec. 21, 2021
Official page
Visit
Status
Rejected
Requirement
Simple
Subjects
migration migration policy development aid return migration

⚠️ Voting data error ⚠️

This proposition is missing vote information, which is caused by a bug in the heuristic algorithms. As soon as I've got time to fix it, the votes will be added to Demobel's database.

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Nov. 9, 2023 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Ellen Samyn VB

Mevrouw de voorzitster, collega's, ons ontwikkelingsbeleid kampt al jaren met structurele problemen en is aan fundamentele herziening toe. Sinds de jaren '60 zijn er miljardenbedragen aan ontwikkelingssteun uitgegeven, doch met onvoldoende resultaten. In sommige landen, zoals Afghanistan, is de situatie er zelfs op achteruit gegaan.

Een eerste pijnpunt van het huidige ontwikkelingsbeleid is dat de federale overheid invulling geeft aan een beleid voor bevoegdheden die intern de gewesten en gemeenschappen toekomen. Wij moeten het grondwettelijke principe in foro interno, in foro externo eindelijk respecteren.

Naast dit typisch Belgische institutionele euvel is er het structurele falen van de westerse ontwikkelingshulp. Diverse oorzaken liggen aan de basis van dit falend beleid, waarvan een aantal in de ontwikkelingslanden zelf. Corruptie, politieke instabiliteit, kleptocratie en het gebrek aan transparante democratische instellingen in de derde wereld hebben geleid tot een verkeerde aanwending van het ontwikkelingsgeld. Zelden ging het om langetermijninvesteringen die de lokale bevolking uit het slop haalden. Vaak kwam ontwikkelingsbeleid neer op het spijzen van de rekening van corrupte dictators en hun entourage. Het ondersteunen van overheden, bedrijven en instellingen die mensenrechten schenden en aan roofbouw doen of de corruptie in stand houden, zou per definitie ondenkbaar moeten zijn in een beleid inzake ontwikkelingshulp.

Ons westers ontwikkelingsbeleid is dus aan een grondige paradigmawijziging toe. Het moet veel doordachter, selectiever en nauwer afgebakend worden en onderworpen worden aan strikte voorwaarden. Ontwikkelingsprojecten en -doelstellingen moeten zo concreet mogelijk worden opgesteld, wars van een te brede en algemeen geformuleerde opzet. De projecten moeten tijdelijk zijn en aan strenge controle­mechanismen en terugvorderings­clausules worden gekoppeld. Wanneer het geld niet duidelijk richting de vooropgestelde doelen vloeit, moeten wij de ontwikkelingssteun dus direct terugvorderen.

Ook de bestemmingen van ons ontwikkelingsgeld moeten wij onder de loep nemen. Ons ontwikkelingsbudget moet in de eerste plaats gaan naar infrastructuur, onderwijs, sociale zekerheid, gezondheid, landbouwhervormingen enzovoort.

Daarnaast moet de traditionele mentaliteit van vissen geven op de schop, gezien de tekort­komingen van die aanpak. Wij kiezen naast echte noodhulp voor het model van leren vissen, waarbij niet de financieel-economische afhankelijkheid maar de zelfredzaamheid van de derde wereld centraal staat. Dat kan gebeuren door ontwikkelingssteun, handelsverdragen en samenwerkingsverbanden te verbinden aan concrete voorwaarden voor de ontwikkelings­landen. We denken daarbij aan goed bestuur, fundamentele beleidshervormingen en de bestrijding van illegale migratie en islam­fundamentalisme.

Om ontwikkelingshulp ook voor ons baat te laten hebben en omdat we keuzes moeten maken tussen partnerlanden, pleiten we er in deze resolutie voor om onze ontwikkelingshulp te heroriënteren in de richting van de herkomstlanden van de in dit land aanwezige migranten­gemeenschappen. Essentieel hierbij is dat we deze hulp koppelen aan een terugnameplicht voor illegalen en criminele onderdanen. Zo kan ontwikkelingshulp lonen voor onze samenleving en voor de ontwikkelingslanden zelf.

We willen er in dezen ook op wijzen dat de massamigratie naar Europa eveneens gevolgen heeft voor het Afrikaanse continent. Het zijn immers niet de armste personen die naar Europa migreren, maar wel zij die een Afrikaans jaarloon kunnen neertellen om de mensensmokkelaars te betalen. De enorme kloof tussen arm en rijk in arme landen wordt op die manier door onszelf uitgediept en de noodzakelijke ruggengraat voor zelfstandige Afrikaanse economieën wordt uitgehold. Door de migratie naar Europa bouwt Afrika geen toekomst uit voor zijn burgers en zijn de achterblijvers in Afrikaanse landen slechter af. Het is dus ook in het belang van de ontwikkelings­landen zelf dat wij onze ontwikkelingshulp, samenwerkingsverbanden en handelsverdragen koppelen aan een medewerkingsplicht inzake terugkeerbeleid.

We zijn ook verheugd dat onder meer de partij van minister Gennez plots vurig pleitbezorger geworden is van het responsabiliseren van ontwikkelingslanden. Ik verwijs hiervoor naar de uitspraken van hun voorzitter over financiële sancties voor landen die weigeren hun illegalen terug te nemen. Wat een voortschrijdend inzicht. Vreemd genoeg stemden ze in de commissie echter tegen onze resolutie die precies die responsabilisering wil bewerkstelligen.

Ook de voorzitter van Open Vld wil naar aanleiding van de recente aanslag in Brussel een heel pakket maatregelen op punt stellen om herkomstlanden onder druk te zetten indien ze weigeren hun onderdanen die onwettig in België verblijven terug te nemen.

We hopen vandaag dus opnieuw op voort­schrijdend inzicht, vooral van de collega's van Vooruit en Open Vld, om ons voorstel te steunen.