Proposition 55K2228

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 6 mai 2009 portant des dispositions diverses relatives à l'asile et à l'immigration et la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, concernant l'organisation du Conseil du Contentieux des étrangers.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Sept. 29, 2021
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
staff assessment public administration civil service regulations for civil servants admission of aliens disciplinary proceedings

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR PVDA | PTB VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Nov. 18, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

Le rapporteur est M. Rigot, qui se réfère à son rapport écrit.


Ben Segers Vooruit

Mevrouw de voorzitter, het is evident dat Vooruit ten volle achter dit ontwerp staat. Bij de regeringsonderhandelingen waren we vragende partij voor een duidelijke passage in het regeerakkoord met betrekking tot een evaluatieprocedure voor de Raad voor Vreemdelingen­betwistingen (RvV). We vroegen ook om de tuchtregeling uit te werken tot een volwaardig systeem van orde- en tuchtmaatregelen. Die passage is er toen ook gekomen. Dat is exact wat hier nu voorligt. Het is ook heel goed dat de broodnodige kaderuitbreiding bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen er niet zomaar komt, maar wordt gekoppeld aan de evaluatieprocedure, een volwaardig, getrapt systeem met een ruim gamma aan tuchtmaatregelen.

Bij een vorige kaderuitbreiding in juli 2020, voor het aantreden van de huidige meerderheid, heb ik daar ook vragen over gesteld. Ik vond dat een dergelijke kaderuitbreiding best gepaard ging met een audit of, liefst zelfs, met een structurele oplossing als de evaluatie van de RvV-rechters. Voor wat, hoort wat. Ieder zijn deel is niks te veel en dat geldt ook voor rechters. Het merendeel van de rechters doet zijn job excellent, maar wie dat niet doet, moet daarop kunnen worden aangesproken. Dat is niet meer dan normaal. Ik zei bij de verlenging van het tijdelijke kader in juni 2020 al dat indien er maatregelen kunnen worden genomen ten aanzien van rechters met onvoldoende output, de vicieuze cirkel van de dossierachterstand kan worden doorbroken. Die structurele oplossing ligt er nu. Het spreekt voor zich dat wij hier bijzonder tevreden over zijn.

Ik had mij graag nog even tot de heer D'Haese gericht, die hier echter verontschuldigd is. Collega's van de N-VA, ik ben heel erg blij met uw steun voor het ontwerp, zowel voor de uitbreiding van het kader als voor de evaluatie en de tuchtprocedure. Wel vind ik het jammer dat bepaalde zaken in de commissie nog geproblematiseerd moesten worden. Uw partij leverde tijdens de vorige legislatuur de staatssecretaris. Toen werd door de RvV zelf aangegeven dat er een probleem was, of minstens een werkpunt. Er werd gesteld dat de meeste rechters zeer bekwaam zijn, veel expertise hebben en hard werken, maar dat er zich met enkelen een probleem stelde waartegen men vrijwel niet of heel moeilijk kon optreden. De administratie heeft toen een ontwerp voorbereid om daar iets aan te doen, ook op initiatief van de RvV. Dat werd echter genegeerd. Meer nog, uw partij verlaat de regering en ontvlucht de verantwoordelijkheid voor het migratiepact, het zogezegde loslopende wilde beest dat ik nog altijd niet ben tegengekomen. Uw partij zit vervolgens in de oppositie en het is tijd om de kasten leeg te maken en te kijken wat er nog in ligt. Er is nooit overleg georganiseerd over dat voorstel, maar het blijkt klaar te zijn en wordt dus ingediend.

Ik ben blij dat deze regering wel meteen heeft gedaan wat nodig was en dat heeft ingeschreven in het regeerakkoord. Eén jaar later is het een feit. Dat is dus geen beleid van aankondigen, maar van doen. Dat is voor mij de kern van de zaak.


Anneleen Van Bossuyt N-VA

De heer D'Haese is in het gebouw en haast zich naar hier.


President Eliane Tillieux

Ouf! Mijnheer D'Haese, sur le fil!


Christoph D'Haese N-VA

Mevrouw de voorzitster, ik verontschuldig mij eerst omdat ik hier net aan de finish ben toegekomen.

Ik wil, ten eerste, de staatssecretaris bedanken omdat hij heel goede voorstellen heeft overgenomen die initieel door ons zijn ingediend. Ik licht dat zo meteen toe. Wij hebben initieel een wetsvoorstel ingediend waarvan quasi alle artikelen, op een paar kleine detailleringen na, volledig zijn overgenomen.

Het is in dit land heel belangrijk om stil te staan bij de manier waarop recht wordt gesproken in de verschillende geledingen. Het is niet toevallig dat ik mevrouw De Block eertijds heb ondervraagd over het heel significant verschil in de uitspraken door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in de periode 2017-2019. U vindt een en ander geobjectiveerd in de jaarverslagen. Meten is weten. Uit de data blijkt immers dat er inzake asielrecht enorm grote verschillen zijn tussen de taalkundige rollen. Franstalige rechters kennen negen keer sneller het statuut van vluchteling toe. Vlaamse rechters zijn negen keer strenger op het vlak van asielrecht. Dat heeft onze aandacht getrokken. Mevrouw De Block kon daarop indertijd niet echt een afdoend antwoord geven. Wij hebben toen nader bekeken hoe de rechtspraak die, aan welke kant van het land iemand zich ook bevindt, altijd gebaseerd is op dezelfde wetgeving, zo uiteenlopend was. Dat brengt het delicate karakter naar boven van wat genoegzaam activistische rechtspraak wordt genoemd. Voor onze fractie is het enorm belangrijk dat rechtspraak volstrekt onafhankelijk, professioneel en goed gebeurt. Wat wij niet willen, is dat er een achterstand ontstaat. Dat is ook de reden waarom wij vandaag dit ontwerp zullen goedkeuren.

Wat de achterstand betreft, moet ik toch wijzen op wat ter zake in het verleden gebeurd is. Collega Francken, die vandaag om legitieme redenen niet aanwezig kan zijn, heeft die achterstand in de behandeling van het aantal dossiers zeer gevoelig kunnen terugdringen. Toen de heer Francken in 2014 begon als staatssecretaris, was er een achterstand van 32.000 dossiers bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Hij is erin geslaagd om dat terug te brengen tot 20.000 tegen einde 2018. Mevrouw De Block heeft dat aantal even nog een klein beetje lager gekregen, naar 16.500. Daarna is het weer totaal de verkeerde kant uitgegaan.

Het is belangrijk dat er een leidraad is waaraan dat rechtsinstituut zich dient te houden. Wij zullen het ontwerp steunen omwille van een belangrijke actualisering en legalisering die een einde maakt aan de nog bestaande complexe evaluatieprocedure bij de RvV. Er zijn vier verschillende regelingen gangbaar: een evaluatie voor de leden van de raad en de kamervoorzitters, een evaluatie voor niet-vastbenoemde adjunct-mandaathouders, een evaluatie voor de vastbenoemde hoofdgriffiers en een evaluatie voor de griffiers. Daarin wordt nu een lijn getrokken. Ook de sanctiemogelijkheden worden aangepast, met een waarschuwing, een berisping, een schorsing en een ontslag. Zonder al te sterk in techniciteit te vervallen, probeert men een gelijkschakeling te bekomen tussen de verschillende rechtssprekende instanties, met de Raad van State als model voor de deontologie en tuchtprocedure. Wij zijn daarover bijzonder tevreden.

De N-VA heeft een amendement ingediend. Ik was nog niet aanwezig, maar ik veronderstel dat collega Segers daarover al iets gezegd heeft. Vroeger heeft hij ons voorstel altijd gesteund, daarom denk ik dat hij ook ons amendement zal steunen. Het kan uiteindelijk niet zoveel kwaad als de ene van de ander eens wat overschrijft, maar ik heb toch zelden het copy-pasten gezien als in de nu voorliggende tekst, mijnheer de staatssecretaris. U hebt maar drie artikelen veranderd, die dan nog een onderlinge samenhang vertonen.

Waar het ons om te doen is, is heel eenvoudig: het moet gewoon werken. Ik denk daarbij aan een mooie uitspraak van de Franse rechtsfilosoof Michel Foucault: "Qu'elle est dangereuse quand elle n'est pas utile!" Justitie wordt gevaarlijk als ze niet goed werkt in alle geledingen van de maatschappij. Wel, het moet werken. Om te weten of ze goed werkt, moet men af en toe een en ander durven te objectiveren. Hoe komt het dat er zulke verschillen tussen de verschillende landsdelen zijn? Dat er verschillen zijn is normaal, dat is de onafhankelijkheid, maar als die verschillen leiden tot het vijfvoudige of in sommige gevallen zelfs het tienvoudige aan rechterlijke uitspraken, dan is er iets anders aan de hand. Dat is a fortiori zo als de kaderuitbreiding gelijk is per taalrol.

Wij willen nagaan of dit goed werkt door middel van een werklastmeting. Dat is trouwens een vraag van de magistraten zelf, binnen de RvV. Laat ons dus bekijken hoe dat gaat. Misschien moeten we nog opschalen. Misschien zijn er structureel nog meer magistraten nodig in de plaats van op een tijdelijke basis. Dan weten we dat tenminste. Daarom dienen wij een amendement in waarmee wij aan artikel 14 § 2, van de wet van 6 mei 2009 houdende diverse bepalingen, laatst gewijzigd bij de wet van 16 juli 2020, een lid willen toevoegen waarvan de tekst luidt: "De eerste voorzitter organiseert elke vijf jaar een werklastmeting, te beginnen in 2022." Dat komt u goed uit, want dan hebt u tenminste een meting. Dan kunnen we daarna zinvol discussiëren over de efficiëntie van een en ander. Ik ga verder met de tekst van het amendement: "waarvan de modaliteiten nader worden bepaald bij een door de ministerraad genomen KB. De resultaten van de werklastmeting worden voorgelegd aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers". Niemand kan er toch iets op tegen hebben dat wij de efficiëntie van rechtsprekende organen op een correct geobjectiveerde manier over het hele land controleren en bijsturen waar dat nodig is.

Wij zullen ons vertrouwen betuigen bij de voorgestelde tekst.


Staatssecretaris Sammy Mahdi

Mijnheer D'Haese, u hebt een Frans spreekwoord gebruikt. Er is nog een ander spreekwoord dat u soms ook gebruikt: "Mieux vaut tard que jamais."

Ik wil u niet besparen wat mijn eerste ontmoeting met de RvV heeft opgeleverd, ook al houd ik eerste ontmoetingen meestal voor mezelf. De RvV drong erop aan dat wij onder andere de evaluatie- en tuchtprocedure zouden aanpakken. U hebt het over leerlingen die overschrijven, maar ik ken er anderen. Hoe dan ook, ik heb onderstreept dat ik daar werk van zou maken. De reactie van de RvV daarop was cynisch gelach, omdat de RvV die vraag al jaren eerder had gesteld aan de toenmalige staatssecretaris van de vorige regering en daarover een voorstel had geformuleerd. Helaas is daar toen niets mee gebeurd, wat leidde tot heel veel frustratie bij de RvV. Het is uiteraard niet slecht dat uw partij nadien, tard maar niet jamais, een nieuw voorstel indient dat ook geïnspireerd is op de voorstellen van de RvV, maar ik had liever gehad dat dat iets vroeger was gebeurd.

Wij houden in het ontwerp ook rekening met de opmerkingen van de Raad van State. Op het initiële voorstel, waarvoor u geïnspireerd werd door de RvV, waren immers opmerkingen van de Raad van State gekomen en daar hebben wij rekening mee gehouden om helemaal te doen wat van ons verwacht wordt. U onderstreept dat rechters op de juiste manier uitvoering moeten geven aan het recht en de wet juist moeten interpreteren en dus niet verworden tot activistische rechters. Ik ben het daar helemaal mee eens.

Om dat te realiseren, was ik graag de ene leerling geweest die de tekst snel overschrijft van zijn collega, zoals u zegt. Ik had graag, zoals al jaren verwacht wordt, wetgeving overgeschreven. In dat geval zouden magistraten zich niet hoeven te baseren op artikels in het vreemdelingenrecht die verwijzen naar andere artikels die niet meer blijken te bestaan. Het vreemdelingenrecht is inderdaad de voorbije tien jaar zo vaak aangepast dat rechters niet eens meer weten wat er precies in het vreemdelingenrecht staat.

Ik wilde wel graag de leerling zijn die snel afkijkt van de voorganger om bijvoorbeeld een migratiewetboek te schrijven. Het zou mee hebben vermeden dat rechters op basis van krakkemikkige wetgeving uitspraak doen. Helaas stond er weinig op het papier van de buurman om af te kijken om tot een bepaald resultaat te komen.

Bovendien moeten we zorgen voor een snellere behandeling van de asielaanvragen. Dat doen we in de regering in heel wat fases van de procedures en op structurele basis. Er wordt terecht verwezen naar de verwezenlijkingen van mijn voorgangers, waaronder mevrouw De Block, om de achterstand weg te werken.

Met het oog op structurele oplossingen bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, bij de Dienst Vreemdelingenzaken, bij Fedasil en bij de Raad voor Vreemdelingen­betwistingen hebben we, ten eerste, het kader tijdelijk uitgebreid en gebruiken we de evaluatie- en tuchtprocedure als hefbomen. Daarbij gelden duidelijke engagementen om de achterstand aan te pakken. Haalt men die doelstelling binnen de drie jaar niet, dan worden daar de nodige gevolgen aan vastgeknoopt: na drie jaar zal uitbreiding van het kader terug worden geschroefd. Er wordt dus gekeken naar de inspanningen die al dan niet geleverd worden om het tijdelijke kader te behouden, te verruimen of zelfs gewoon te verkleinen.

Ten tweede, vormt ook het jaarverslag van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een instrument. Ik heb er geen probleem mee dat er af en toe een planlastmeting wordt uitgevoerd. Maar de planlastmeting structureel maken, terwijl er een jaarverslag is samen met een duidelijk plan voor tijdelijk kader, zou vooral meer kosten dan wat die meting zou opleveren.

Ik ben er vooral tevreden over dat we samen zonder al te lang gedraal de RvV kunnen laten doen wat hij moet doen, namelijk op de juiste manier functioneren, ervoor zorgen dat de vele magistraten die hun werk iedere dag zo goed mogelijk doen, eindelijk over een procedure beschikken waardoor iedereen zal doen wat van hem of haar wordt verwacht en dat we de achterstand niet om de zoveel tijd zien stijgen om dan trots te zijn dat ze weer daalt, maar structureel zullen kunnen zien dalen.


Christoph D'Haese N-VA

Dank u wel, mijnheer de staatssecretaris, voor uw toelichting.

Ik heb u één woord niet horen vermelden dat nochtans heel belangrijk is in het dossier, met name de werklastmeting. U zegt ook een beetje meewarig dat u graag overschrijft, dat u de goede gewoonte heeft om zaken te studeren en dat u niet hoeft af te kijken bij de persoon die naast of voor u zit.

Ik wil u iets anders zeggen. We hebben een gemeenschappelijk doel en u zit als piloot in de cockpit. Ik zou voor heel even uw copiloot willen zijn en u willen wijzen op uw boordtabellen. Die vindt u terug in de jaarverslagen. Ik verwijs in het bijzonder naar de verhouding tussen de dicta van de arresten, zo staat het letterlijk in de jaarverslagen. U vindt die terug op pagina 18. Die statistiek moet u continu voor ogen houden. De jaarverslagen zijn zeer bondig, wat een voordeel is. Ze tellen amper iets meer dan twintig pagina's, maar er staat ongelofelijk veel informatie in. Als u de verschillen tussen de Franstalige en de Nederlandstalige rol niet weggewerkt krijgt, zit u in dit land met een gigantisch probleem.

U moet er alles aan doen om die verschillen weg te werken. U doet dat nu op basis van gelijkheid, wat we zullen steunen: gelijkwaardige taalrollen die worden uitgebreid op gelijkmatige basis. Maar we hebben een instroom – een input en een output, dat staat ook geobjectiveerd in het verslag – en we hebben een achterstand. Het is net de bottleneck in die achterstand die aangepakt moet kunnen worden. Daarvoor hebben we nu een ander tuchtrecht, maar we moeten toch ook zien wie wat doet in die rechtsprekende structuur. Dat lijkt me enorm belangrijk.

Ik zou dus toch graag hebben dat u inzake dit voorstel, dat wij kunnen steunen, ook ingaat op het amendement over de werklastmeting. Dat is herhaaldelijk gevraagd in de commissie voor Binnenlandse Zaken. Mieux vaut tard que jamais, daarmee ga ik akkoord, maar u hebt toch ook wel ruim de tijd genomen, zoals blijkt uit de data van de verschillende tussenkomsten en verslagen, inclusief het advies van de Raad van State.

We kunnen en moeten het nu tot een goed einde brengen, in het belang van de rechtstaat, maar dan wel gekoppeld aan een werklastmeting. Dat is een vraag die ook herhaaldelijk gekomen is van Vooruit. Ik hoop dat ik daarvoor op uw steun kan rekenen.


Sander Loones N-VA

Mevrouw de voorzitter, het is sterker dan mezelf. Ik ben in dezen een zeer geïnteresseerde toeschouwer, omdat ik jarenlang ambtenaar ben geweest op de studiedienst van de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik ga enigszins aan de zijlijn staan in het migratiedebat, omdat we zeer deskundige mensen hebben die dat dossier volgen, maar ik blijf een zeer geïnteresseerde toeschouwer.

Mijnheer de staatssecretaris, wat mij opvalt is uw assertieve communicatiestijl. Ik vind het wel prettig dat het debat stevig wordt gevoerd en dat er keuzes worden gemaakt. Tegelijk valt het mij op dat de communicatie niet altijd evenredig is aan de realiteitswaarde. Ik heb een aantal lessen geleerd bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Eén van de eerste lessen die ik ten tijde van de heer Wathelet heb geleerd, was: zeg niet achterstand, zeg werkvoorraad. Opeens is er geen probleem meer, is er geen achterstand meer, er is een werkvoorraad. We hebben gezien dat de werkvoorraad onder staatssecretaris Francken wel degelijk is gedaald op het vlak van asielaanvragen. Ik wil dan zelfs niet spreken over de grote asielcrisis. De werkvoorraad bedroeg aanvankelijk 13.000 en is gezakt naar 4.800. Dat is een werkvoorraad voor een normale periode van een drietal maanden, iets wat het CGVS perfect aankan. Ook de cijfers bij de RvV werden genoemd. Daar is de werkvoorraad onder Theo Francken gedaald met 37,5 %.

Mijnheer de staatssecretaris, ik stel vast dat uw werkvoorraad niet daalt maar stijgt. Eergisteren opnieuw werden 200 mensen niet ingeschreven, terwijl zij aanspraak wilden maken op de start van de asielprocedure. Er zijn gezinnen met kinderen die niet ingeschreven raken en op straat slapen. Dat is de overtreffende trap van werkvoorraad, dat is gewoon het niet opnemen van mensen. Dat is zelfs niet gebeurd ten tijde van de grote asielcrisis, toen kinderen en gezinnen wel werden ingeschreven.

Mijnheer de staatssecretaris, ik vind uw assertieve communicatiestijl wel plezant. Op zich voert u een quotabeleid. Ik vind het interessant om dat vanop afstand te bekijken.

U zet een limiet op het aantal inschrijvingen. Het verbaast mij zeer sterk dat Ecolo en de andere linkse partijen daar vrede mee nemen. In het verleden was men daar altijd vurig tegenstander van, maar nu zit men met een staatssecretaris in de regering die de facto een quotumbeleid voert en niet iedereen inschrijft die aan de deur staat. Dat is met uw aval, met het akkoord van Ecolo, Groen, Vooruit en de PS. Uw regering voert de facto een quotumbeleid op het terrein, iets waartegen u altijd zo hard hebt gerevolteerd. Assertieve communicatie verwelkom ik graag, maar het is ook wel plezant als we zien dat die overeenkomt met daden op het terrein.

Mijnheer de staatssecretaris, een tweede punt is de werklastmeting, waaromtrent ik ook niet alles begrijp. Enkele maanden geleden werd hier besproken dat de Dienst Vreemdelingenzaken een audit opgelegd moest krijgen. Alle vivaldipartijen stonden toen op de eerste rij om te stellen dat de Dienst Vreemdelingenzaken op de rooster gelegd moest worden. Als er nu echter gewoon een objectieve werklastmeting gevraagd wordt, dan maakt u zich ervan af door te verwijzen naar het jaarverslag. Als ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken schreef ik mee aan de jaarverslagen van de dienst, dus ik ken de inhoud daarvan. Daarin staat zeer waardevolle informatie, onze ambtenaren leveren schitterend werk. Dat is echter nog wat anders dan een doorgedreven werklastmeting en dat weet u perfect.

In het verleden, bijvoorbeeld bij de bespreking van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, was sp.a met Renaat Landuyt de eerste om een werklastmeting te vragen en voor Open Vld stond Annemie Turtelboom toen op de barricaden. Natuurlijk steunden CD&V en onze partij die vraag. Waarom kan die toenmalige perfect legitieme vraag vandaag niet worden gesteld? Wat belet u om die cijfers objectief naar voren te brengen?

Ik denk wel dat ik weet wat er u zo stoort, collega D'Haese heeft het al benoemd: u bent de enige in de regering die erin slaagt om met één federale wetgeving toch een echt asymmetrisch beleid te voeren. Eigenlijk moet ik u daarmee feliciteren. Uw beleid is in Vlaanderen toch anders dan in Wallonië, hoewel het uitgaat van één en dezelfde wetgeving. Daarin slaagt u als enige, u voert die alinea van het regeerakkoord uit.

U hebt daar natuurlijk geen verdienste aan, aangezien hier gewoon de realiteit speelt. Franstalige rechters binnen de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, maar ook in andere domeinen, voeren namelijk een andere rechts­spraak dan hun Nederlandstalige collega's. Dat is de reden waarom die werklastmeting er niet mag komen. Het zou weleens te transparant kunnen worden. Het zou u, de collega's die in het verleden pleitten voor objectieve cijfers en voor een audit van de Dienst Vreemdelingenzaken, dan ook sieren om minstens ons amendement te steunen.

Ik vind het in de politieke arena wel plezant om na te gaan wie er overschrijft van wie en wie er snel is. Gisteren hebben wij daar ook staaltje van gezien. Wij dienden een tekst in en Groen heeft die een jaar later gekopieerd. Ze hebben gisteren echter verhinderd dat daarover gestemd werd, want de regering moet erover stemmen.

Mijnheer de staatssecretaris, mijnheer Segers, u zegt dat de heer Francken er niets aan gedaan heeft en het veel te lang heeft laten liggen. Ik heb de data vlug even bekeken. Mijnheer de staatssecretaris, u zegt dat dit het eerste was wat de RvV u zei, tijdens uw allereerste gesprek. Als ik de data bekijk, stel ik echter vast dat u uw wetsontwerp hebt ingediend op 29 september, een jaar later. Het lag dus in de lade. Zij kwamen hiermee aan tijdens de eerste vergadering en u hebt een jaar gewacht om het in te dienen. Een communicatieve stijl is interessant, maar enige operationele bescheidenheid zou daarmee in lijn kunnen worden gebracht.

Tot daar een geïnteresseerde toeschouwer. Ik wil mij niet te veel mengen in dit debat, er zijn mensen die de details van dit dossier ongetwijfeld veel beter kennen.