Proposition 55K2003

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 13 octobre 2020 fixant pour l'année 2020 le montant de la contribution de répartition et fixant le montant minimal annuel pour les années 2020, 2021 et 2022 de la contribution de répartition, visé à l'article 14, § 8, alinéa 16, de la loi du 11 avril 2003 sur les provisions constituées pour le démantèlement des centrales nucléaires et pour la gestion des matières fissiles irradiées dans ces centrales.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
May 28, 2021
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
energy policy nuclear power station nuclear energy nuclear policy decommissioning of power stations

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP Open Vld N-VA LDD MR
Voted to reject
PVDA | PTB
Abstained from voting
LE DéFI VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

June 23, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

Mme de Laveleye renvoie à son rapport écrit.


Kurt Ravyts VB

Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, op vrijdag 23 april keurde de ministerraad uw voorontwerp goed om de nucleaire taks, technisch-wetenschappelijk uitgedrukt als de repartitiebijdrage, vast te leggen op 72 miljoen euro voor de periode 2021-2023. Uiteraard heeft die bijdrage betrekking op de centrales die niet onderworpen zijn aan de levensduurverlenging. Het bedrag wordt bij koninklijk besluit vastgelegd. Dat gebeurde trouwens al op 6 december 2020. Het gaat hier om een fiscale bevoegdheid die alleen maar uitvoering kan hebben als de wetgever dat koninklijk besluit nadien bekrachtigt. Dat doen we nu vroeger dan voorheen. Dat is alvast, voor mij toch, een bank vooruit.

Het is inderdaad de laagste bijdrage ooit en een gigantische daling vergeleken met de 550 miljoen euro bijvoorbeeld die de taks 9 jaar geleden nog bedroeg. De taks werd in 2008 ingevoerd om ervoor te zorgen dat de exploitant eerlijk zou bijdragen inzake de aanzienlijke winsten, eigenlijk de overwinsten, die op de afgeschreven centrales werden geboekt.

Als de sterke krachten binnen het energie- en klimaatbeleid van Vivaldi - en het spijt mij collega's, het zijn niet Open Vld, MR of CD&V - hun droom werkelijkheid zien worden en alle kerncentrales op Belgisch grondgebied worden gesloten en ontmanteld, zal deze inkomstenbron snel opdrogen. Dus is dat in dit scenario stilaan een aflopend verhaal.

Voor diegenen die zich uitermate storen aan de volgens hen te geringe hoogte van deze repartitiebijdrage is er één adres, dat van de federale regulator CREG. Het is immers de CREG die letterlijk de berekeningswijze hanteert en de methodologie toepast zoals die in de wet van 2003 is opgenomen. De CREG dient driejaarlijks de vaste en variabele kosten te controleren.

Het spreekt voor zich dat dit dossier door collega's onder andere wordt gekoppeld aan de kwestie van de nucleaire provisies voor de ontmantelingen en de berichtgeving over dividenden.

Het is goed dat parlementsleden hun ongerustheid uitdrukken, het is zelfs begrijpelijk, maar zowel mevrouw Marghem in het verleden als mevrouw Van der Straeten in het heden zijn wellicht verantwoordelijke bewindvoerders die goed zullen waken over de belangen van de belastingbetaler. Ik ga dus geen intentieprocessen voeren en ook geen Nostradamus spelen. Het is aan de minister om, na het reces wellicht, de exploitant te verplichten om een voldoende hoge provisie op te bouwen en te organiseren voor zijn verplichtingen ter zake.

Vanzelfsprekend zijn er onder ons natuurlijk ook meesters van het wantrouwen, omwille van puur ideologische redenen. Een van hen is niemand minder dan mijn goede collega, de heer Warmoes. De heer Warmoes is op de hoogte van alle details van de boekhouding van ENGIE Electrabel. "Hij is veel meer en beter op de hoogte dan de CREG over de in zijn ogen ondoorzichtige kronkels van de winsthongerige exploitant en zijn aandeelhouders." Dat is een citaat. De wereld zit zeer simpel in elkaar voor de heer Warmoes. Hij vatte het in de commissie als volgt samen: "Vergeleken met de historische woekerwinsten die de exploitant heeft verwezenlijkt, is de repartitiebijdrage veel te laag". Klaar is Kees, volgens Thierry. Simple comme bonjour.

Er zijn natuurlijk nog andere collega's die zich storen aan de hoogte van de repartitiebijdrage. Als u niet kan leven met deze repartitiebijdrage en uw wantrouwen dermate groot is, verzoek de CREG dan om in de commissie te komen uitleggen hoe zij tot een dermate lage repartitiebijdrage voor de jaren 2020, 2021 en 2022 is gekomen. Dan zal zij haar besluit van juni 2020 wel verduidelijken. Het gaat om informatie over vaste en variabele kosten. De CGEG beschouwt die informatie, conform haar huishoudelijk reglement, als vertrouwelijk. Ik kan dat alleen maar vaststellen.

Als men in dit Parlement inzagerecht wil verkrijgen, zijn wij natuurlijk wel bereid om de vraag van de meesters van het wantrouwen mee te ondersteunen, maar ik stel vast, mijnheer Warmoes, dat u nog niet begonnen bent met deze, in uwen hoofde, strafexpeditie van de exploitant.

Of u moet de wet van 11 april 2003 laten wijzigen. Daarin vertrouwt men een reeks opdrachten toe aan de CREG, die tegelijkertijd over alle nodige expertise, middelen en bevoegdheden beschikt om haar opdracht onafhankelijk en onpartijdig uit te voeren, zowel ten opzichte van de operatoren als ten opzichte van de overheid.

De vaste en variabele kosten van de exploitant worden bepaald in overeenstemming met de bepalingen van de wet en de methode die daarin voorzien is. Als men het niet eens is met die methode, dan moet men de wet aanpassen.

Ik ga mij alvast niet meten met de CREG en ook niet met de exploitant. Electrabel heeft een zaak aanhangig gemaakt waarin deze vennootschap verdedigde dat haar vaste exploitatiekosten voor de centrales met 16 % waren gestegen en dat de variabele kosten met 28 % omhoog waren gegaan, vergeleken met het bedrag dat in de wet was vastgelegd voor de vorige periode, waarvoor in overleg met Electrabel bij de aanvang van de legislatuur een minimumbedrag was vastgelegd. Het gaat dan natuurlijk over de vorige legislatuur.

De CREG heeft de AD Energie haar advies inzake de rentabiliteitsmarge van de exploitant in 2020 meegedeeld. Het minimumbedrag is daarin met ongeveer 50 % gedaald. Collega's, we kunnen daar nu wel allemaal verbaasd over zijn, maar de vraag is wat we daaraan gaan doen. Er wordt in dit Huis al jarenlang gedebatteerd over het winstafromingssysteem, maar het blijft steeds bij politieke statements. Ik sluit af met de wijze woorden van de heer Wollants, die met Brits flegma in de commissie terecht opmerkte dat toen er veel marge was en de marktprijzen voor elektriciteit nog niet zo spectaculair waren gedaald er niet eens een repartitiebijdrage bestond.

Collega Warmoes, in onze vrije samenleving mogen ondernemingen zich verdedigen, tot spijt van wie het benijdt. Het Vlaams Belang heeft onze elektriciteitsproductie enkele decennia geleden niet uitverkocht aan onze zuiderburen. Wij doen ook geen uitspraken over het al dan niet gerechtvaardigd zijn van de hoogte van deze repartitiebijdrage en zullen ons, zoals steeds in deze materie, onthouden bij de stemming.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mevrouw de voorzitster, mijnheer Ravyts, ik ben zeer vereerd dat u de helft van uw uiteenzetting aan mij of mijn partij hebt besteed. Misschien hebben mijn woorden wat pijn gedaan, maar ik heb voor u sowieso al een antwoord. Als u goed luistert, zult u begrijpen dat u het uiteraard verkeerd voorhebt in wat u mij toeschrijft.

Door deze commissie en de heer Ravyts werd dit wetsontwerp afgedaan als een louter technische kwestie. Een collega zei zelfs dat we het debat niet altijd hoeven te herhalen. De manier waarop ENGIE Electrabel jarenlang woekerwinsten heeft geboekt met de Belgische kerncentrales op de kap van de consument, is echter een ware schande.

Het is voor ons nuttig om even stil te staan bij de voorgeschiedenis om het goed te begrijpen. In de jaren 90 werden de Belgische kerncentrales immers versneld afgeschreven op kosten van de consumenten, dus de gezinnen, zelfstandigen en ook de kmo's, die sommigen hier beweren te verdedigen. Electrabel verhoogde de elektriciteitsprijs om die kerncentrales versneld te kunnen afbetalen.

In tegenstelling tot wat te verwachten was, daalde de elektriciteitsprijs niet meer zodra die centrales waren afbetaald. De CREG berekende in 2010 dat Electrabel jaarlijks 2 miljard euro winst boekte met die volledig afbetaalde kerncentrales. Dat liep dus de spuigaten uit. Daarom heeft de federale regering een nucleaire taks ingevoerd, die dan repartitiebijdrage is genoemd. Ze deed dat zogezegd om die woekerwinsten af te romen, maar in het begin was die taks veel te laag. Die bedroeg aanvankelijk 250 miljoen euro tegenover de geraamde 2 miljard euro winst met de kerncentrales.

Vervolgens is die taks een tijdlang verhoogd naar 600 miljoen euro. Vanaf 2013 is de taks gedaald naar 150 tot 200 miljoen euro. Daarmee zijn die woekerwinsten helemaal niet afgeroomd.

Met het uitstel van de kernuitstap voor Doel 1 en 2 in 2015 veranderde de regering-Michel de zaak met een forfaitaire bijdrage voor Doel 1 en 2 van – amper – 20 miljoen euro. Bovendien veranderde ze de berekeningsmethode van de repartitiebijdrage. Ik kom daar straks nog op terug want dit belangt ons vandaag aan voor de overige centrales.

Daardoor daalde de nucleaire taks natuurlijk nog meer.

Spijtig genoeg is mevrouw Marghem, de voormalige minister van Energie, niet in de zaal aanwezig, want vorige keer speelde zij een beetje verstoppertje in de commissie. Eind vorig jaar bij de bespreking van de repartitiebijdrage van 2019 verklaarde zij dat zij verbaasd was dat het minimumbedrag een dermate laag peil bereikt had. Zij verweet de CREG dat zij slecht onderhandeld zou hebben, maar de berekeningsmethode die de CREG moet toepassen – ik kom daar straks op terug – werd wel door de vorige regering, waarin zij minister van Energie was, vastgelegd. Het klopt dus gewoon niet dat zij nu de schuld voor de lage bijdrage in de schoenen van de CREG schuift. Het is de vorige regering, met name de voormalige minister van Energie, die hiervoor verantwoordelijk is. Het was immers de vorige regering die de nieuwe berekeningsmethode invoerde en het is dankzij de regeringspartijen van de regering-Michel dat Electrabel vandaag amper nog een bijdrage betaalt op de winsten van de kerncentrales.

Zoals ik al zei, was mevrouw Marghem nogal verwonderd, maar in 2019 was de nucleaire taks al historisch laag. Zij bedroeg toen 137 miljoen euro. Dit jaar – de taks voor 2020 – daalt zij naar een dieptepunt: zij bedraagt nog amper 72 miljoen euro. Samen met de forfaitaire bijdrage voor Doel 1 en 2 is dat dus 92 miljoen euro. Dat bedrag was nog nooit zo laag en komt overeen met een daling van de repartitiebijdrage met 75 % in minder dan tien jaar tijd.

Collega's, die materie komt elk jaar op ons bord, want elk jaar moeten wij die KB's bekrachtigen. Het is dus ook niet de eerste keer dat de verschillende partijen hierover een standpunt moeten innemen. Bij de vorige besprekingen wees zowel Ecolo-Groen als Vooruit erop dat zij de bekrachtigingswetten nooit goedkeuren, omdat zij van oordeel waren dat de repartitiebijdrage voor de exploitanten veel te laag is. Ik vind dat niet alleen, zij vonden dat ook, mijnheer Ravyts.

Het is dan ook pijnlijk te moeten vaststellen dat ze met machtsdeelname nu volledig hun kar hebben gekeerd. Minister Van der Straeten, u zei in de commissie dat het nu eenmaal zo is. Zo bepaalt de wet het. Alsof u niet de bevoegde minister bent die hier iets aan kan veranderen. Dan heb ik liever, mijnheer Ravyts, dat de minister het zelf doet, aangezien zij altijd van oordeel is geweest dat de wet aangepast moet worden.

Ik heb de vraag al gesteld in de commissie maar ik kreeg geen reactie. Daarom vraag ik het nog eens aan de collega's van Groen en Ecolo, aan PS en Vooruit. Waarom steunen jullie vandaag de goedkeuring van deze erbarmelijk lage nucleaire taks? Waarom doen jullie daar niets aan? Als het berekeningsmechanisme onvoldoende is, mijnheer Verduyckt, - vorig jaar zei u dat dat een mooi cadeau is voor de nucleaire sector - waarom grijpen jullie als Vivaldiregering dan niet in? Waarom veranderen jullie de wet niet? Waarom komt hier geen wetsontwerp op tafel?

Mevrouw de minister, in 2019 klaagde u als Parlementslid zelf aan dat de adviezen van de CREG niet beschikbaar waren voor de leden van de commissie. Die zogezegd objectieve berekening van de repartitiebijdrage door de CREG is immers geheim. U verklaarde toen dat de commissie bij de volgende bekrachtigingswetten inzage moet kunnen hebben in de adviezen van de commissie. U zei, ik citeer: "De Parlementsleden moeten op zijn minst voldoende informatie krijgen om de evolutie in de repartitiebijdrage op een objectieve wijze te kunnen beoordelen." In de commissie antwoordde u daarop doodleuk dat de vraag gerust kan gesteld worden aan de CREG. Dat vind ik wel een beetje hypocriet. Als Parlementslid klaagt u het gebrek aan transparantie aan, maar nu u minister bent en dus bij machte om er iets aan te doen, doet u daarvoor niets.

Men gaat mij natuurlijk zeggen dat het logisch is dat de nucleaire taks gedaald is omdat de winsten van Electrabel gedaald zijn door de hogere kosten en investeringen om de veiligheid van de kerncentrales in het algemeen te kunnen verhogen. Dat is natuurlijk onzin, want de nucleaire bijdrage is hoe dan ook altijd al veel te laag geweest. De historische woekerwinsten die Electrabel op kosten van de belastingbetaler heeft gemaakt, blijven natuurlijk een feit en zijn nooit echt afgeroomd. Daarvoor is de verwevenheid tussen Electrabel en de politiek altijd te groot geweest.

Ten tweede, dat argument is ook volledig ingehaald door de actualiteit. Een paar weken geleden lekte uit dat Electrabel 700 miljoen euro – vergelijk dat met de 92 miljoen euro die Electrabel nu moet betalen – dividend heeft versluisd naar de Franse moedergroep ENGIE. Electrabel zou zogezegd amper winst geboekt hebben en grote kosten gemaakt hebben, maar toch was er genoeg kapitaal voor een recordtransfer naar de Franse aandeelhouders. In de commissievergadering drukten bepaalde collega's daaromtrent hun bezorgdheid uit, terwijl bezorgdheid het minste is dat men kan uiten, en toch keuren die collega's doodleuk dit wetsontwerp goed.

Mijnheer Ravyts, in de commissievergadering beschuldigde u mij ervan dat ik het allemaal blijkbaar beter weet dan de CREG en vandaag zegt u zelfs dat ik de boekhouding van Electrabel van buiten ken. Dat is een grote eer, helaas kan ik u bevestigen dat uw uitspraak niet correct is. Het gaat mij erom dat de CREG in een keurslijf zit. De CREG moet het doen met de thans bestaande wet en moet berekeningen maken op de manier zoals beslist door de regering-Michel. In de berekeningen van de CREG heb ik volledig vertrouwen en de cijfers liegen overigens niet. Van bij de invoering lag de nucleaire taks veel te laag ten opzichte van de woekerwinsten die de CREG ingeschat heeft. De nucleaire taks is altijd te laag geweest. Op het hoogtepunt bedroeg die 600 miljoen euro per jaar, ten opzichte van een geschatte winst van 2 miljard euro per jaar. Het heeft dus niets te maken met wantrouwen, het is puur een mathematische kwestie.

Mijnheer Ravyts, uit uw toelichting is nog maar eens gebleken welke belangen het Vlaams Belang hier eigenlijk verdedigt: alles om de kernenergie te steunen, zelfs al gaat het om de winsten van de Franse multinationals, die overigens niet eens Vlaams spreken. Voor de multinationals, hetzij Franse, hetzij andere, hebt u het wel.

Mevrouw de minister, bij de voorgaande bespreking, over de repartitiebijdrage 2019, verklaarde u dat het voor de wetgever moeilijk is om de markt voor te zijn. Dat is wel een straffe uitspraak, want die getuigt van een zeker defaitisme. Mijn gewaardeerde collega van Vooruit, de heer Verduyckt, verwees in de commissie ook naar het Synatomfonds en de nucleaire provisies voor de kosten van de ontmanteling van de kerncentrales en de berging van het hoogradioactief afval. Wij delen die bezorgdheid, want wij mogen absoluut niet toestaan dat moederbedrijf ENGIE het Belgische Electrabel volledig leegzuigt en eventueel zelfs failliet laat gaan, om uiteindelijk de Belgische belastingbetaler te laten opdraaien voor de kosten van de ontmanteling van de kerncentrales en het kernafval.

Dat betekent ook dat wij een eerlijke bijdrage moeten eisen voor de exploitatie van de kerncentrales en dus ook dat wij de woekerwinsten moeten afromen die Electrabel in het verleden heeft geboekt en vandaag nog boekt. Wij moeten dus meer van die winsten opeisen.

Met de huidige wetgeving is dat duidelijk niet het geval. Wij zullen dus uiteraard het wetsvoorstel niet goedkeuren, evenmin als de bekrachtiging van de koninklijke besluiten.


President Eliane Tillieux

Mijnheer Warmoes, de heer Ravyts maar ook de heer Verduyckt wensen het woord.


Kurt Ravyts VB

Mevrouw de voorzitster, mijnheer Warmoes, ik heb u verschillende keren geciteerd. U hebt mij op uw beurt vermeld, wat ik u niet verwijt.

Mijnheer Warmoes, u bevestigt eigenlijk wat ik heb aangegeven. Ten eerste, als u daar niet mee kunt leven, wat u ook niet kunt, dan weerhoudt niets u om een wetsvoorstel ter zake in te dienen.

Ten tweede, niets weerhoudt u om de CREG naar de commissie te laten komen en met de CREG in debat te gaan over haar besluit.

Ten derde, u vergeet dat het besluit van juni 2020 is gepubliceerd. Mevrouw Marghem heeft er in september 2020 tijdens een van haar laatste dagen van haar ministerschap ook uitdrukkelijk naar verwezen, omdat ik een mondelinge vraag had gesteld over het feit dat zij verrast was. Elle était étonnée, om het in het Frans uit te drukken. Ik vroeg haar waarom zij verrast of verbaasd was.

Een van de sleutels voor een mogelijk antwoord is dat er ook een rechtszaak is geweest, die aanhangig is gemaakt door Electrabel. In het besluit, het is zelfs geen advies, van de CREG wordt daaraan ook gerefereerd. Electrabel heeft het juridisch gehaald.

Het gaat hier dus helemaal niet over de vraag of ik voor of tegen de exploitant ben. Ik stel dat gewoon vast. Ik moet omgaan met het speelgoed en de feiten die ik in handen krijg. Daarom onthouden wij ons. Wij spreken ons immers niet uit over de hoogte. U spreekt zich uit. U maakt intentieprocessen. Wij gaan gewoon uit van de realiteit van de feiten.

Wij hebben inderdaad de wet van 2003 niet gemaakt. Wij hebben ook de Belgische productie niet uitverkocht aan Frankrijk. U kunt ons dat niet verwijten. Dat is evenwel het speelveld waarop wij moeten ageren.

Mevrouw Marghem is hier aanwezig en zal beter dan ik kunnen uitleggen waarom zij in september 2020 verrast was.


Kris Verduyckt Vooruit

De heer Ravyts heeft gelijk wanneer hij zegt dat hij niet bij de zaak betrokken was. Enige verantwoordelijkheid kunnen we u natuurlijk nooit verwijten. U hebt wel gelijk als u zegt dat de inkomstenbron ooit uitgeput zal zijn. Het is inderdaad een aflopend verhaal. De keuze voor de kerncentrales is intussen gemaakt.

De heer Warmoes vroeg of ik die repartitiebijdrage vandaag voldoende vind. U weet wat mijn antwoord daarop is. Ze roept bij mij weinig reden op tot feestvreugde. U zegt dat ze de rechtszaak verloren hebben. Ik vind dat de juridische strijd te vroeg is gestaakt. Er is toen een keuze gemaakt, maar de wereld ziet er nu natuurlijk wel anders uit. Het zal u toch niet zijn ontgaan dat in dat energiedossier, waar deze producent bij betrokken is, intussen andere beslissingen zijn genomen. Er is intussen ook zekerheid over de toekomst van het energieverhaal in ons land. In een ideale wereld zouden we dit dossier opnieuw moeten aanpakken, maar ik denk dat het nu veel belangrijker is om te bouwen aan de toekomst van ons energielandschap. Daar is de minister nu ook volop mee bezig.

U hebt gelijk, mijnheer Ravyts, dat ik geen link mag leggen met de provisies omdat het ene niet rechtstreeks met het andere te maken heeft. Waarbij deze provisie opdroogt, is dat absoluut niet het geval voor het de-vervuiler-betaalt-principe. Wat mij betreft, moet alle aandacht dan ook daarnaar uitgaan.

Ik deel wel de bezorgdheid over de nucleaire provisies en de bijbehorende uitkeringen van dividenden. Ook ik heb het gevoel dat we hier voorzichtig mee moeten zijn want de bedragen die daarin omgaan, liggen een stuk hoger dan de bedragen waarover we nu spreken. Laat dat duidelijk zijn. Vandaar nogmaals mijn oproep om ons te richten op enerzijds de toekomst van ons energielandschap en anderzijds op de nucleaire ontmanteling, een immense uitdaging waar de maatschappij niet voor mag opdraaien.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mijnheer Ravyts, ik zal kort zijn. Het punt is dat u er zich niet over uitspreekt. U staat daar te kijken en u vindt dat normaal. Ik kan daar niets anders uit besluiten. U zegt er niets over dat er 2 miljard woekerwinst werd geboekt op kosten van de consumenten, van de gezinnen, van de kmo's en van de zelfstandigen, en dat de Staat er maar een klein deeltje van afgeroomd heeft. Dat is het punt en daar spreekt u zich niet over uit. Dan besluit ik dat u aan de kant van ENGIE Electrabel staat. U zegt: oké, de wet is zo. Ik zeg dat die wet niet oké is. U weet hoe het gaat in de commissie, mijnheer Ravyts: we kunnen maar een beperkt aantal prioritaire voorstellen indienen. Ik heb dan liever dat de partijen die nu in de regering zitten – er zijn er minstens drie, en waarschijnlijk vier, die de repartitiebijdragen altijd veel te laag hebben gevonden – er dan werk van maken. Dan is er een meerderheid voor en is dat goed. Als ik dat voorstel, moet ik nog zien wanneer ik het op de agenda krijg en is er weinig kans. Misschien zullen we dat doen, maar alleszins leg ik de bal nu liever in het kamp van de partijen die dat altijd veel te laag hebben gevonden, zoals de heer Verduyckt net heeft toegegeven. Meer hoef ik daar niet over te zeggen.


Kurt Ravyts VB

Mijnheer Warmoes, het heeft te maken met een zekere bescheidenheid. Het gaat over de hoogte van de repartitiebijdrage. U sleurt er de miljardenwinst van de exploitant bij, maar vandaag gaat het over de hoogte van de repartitiebijdrage. Ik zeg u in alle bescheidenheid dat ik technisch niet in staat ben om te beoordelen of dit hoog genoeg ligt. U bent dat blijkbaar wel, want u zegt dat het te laag ligt in verhouding tot de woekerwinsten. U maakt een intentieproces en verwijt mij om hier geen ideologische intentieprocessen te maken. Nee, ik doe dat niet. Ik ben een bescheiden jongen, u niet.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Bescheidenheid siert de mens, mijnheer Ravyts. Ik ben ook bescheiden. Het gaat totaal niet over intentieprocessen, het gaat over de cijfers. Ik heb meer dan genoeg cijfers gegeven. Ik heb hier, als u wilt, de hele tabel, jaar per jaar, van hoeveel er aan repartitiebijdrage werd geïnd. Ik vergelijk gewoon cijfers, dat is een puur mathematische kwestie, geen intentieproces. Ik vind dat niet normaal, dat is alles.


Vanessa Matz LE

Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, nous profitons de l'occasion que nous offre ce projet de loi pour injecter une nouvelle piqûre de rappel.

Tout d'abord, madame la ministre, nous vous rappelons que le temps file et que les inquiétudes croissent. En novembre, les enchères du CRM ont été ouvertes. De plus, la clause de rendez-vous du gouvernement quant à la sortie du nucléaire se rapproche à grands pas. Le feu vert de la Commission européenne semble se faire attendre. Nous n'osons pas imaginer le scénario d'un avis négatif de sa part envers votre CRM, de sorte que vous seriez empêchée de le mettre en œuvre. Notre sécurité d'approvisionnement serait alors mise en péril, entraînant des conséquences pour nos entreprises et nos concitoyens, mais également pour la crédibilité du pays.

Ce projet de loi nous offre également l'occasion de rappeler que vous avez élevé - parfois exagérément - la sortie du nucléaire au rang de trophée, en dépit même des principes qui, comme écologiste, devraient pourtant vous êtres chers. En effet, nous savons que la décision d'arrêt du nucléaire a pour effet d'augmenter significativement les émissions de CO₂. Je ne suis pas la seule à le dire, puisque des spécialistes allemands – dont certains étaient antinucléaires au départ – ont revu leur jugement en vue de protéger le climat. Se passer complètement du nucléaire et devoir construire et exploiter des centrales au gaz déboucheraient sur une nette augmentation de ces émissions, alors même que l'Union européenne et donc la Belgique se sont fixé des objectifs très ambitieux en ce domaine – ce dont nous nous réjouissons évidemment. Cependant, c'est une aberration écologique.

Enfin, la troisième piqûre de rappel consiste à vous faire part des inquiétudes que nous inspire la conclusion d'un nouveau rapport relatif au burden sharing. Quasiment à la veille de la COP26, l'urgence est là. Nous nous permettons donc de rappeler ces aspects essentiels, même si nous savons que le projet débattu en ce moment ne les comprend pas. Néanmoins, nous estimons indispensable de remettre l'accent sur ces points.


François De Smet DéFI

Madame la ministre, chers collègues, je serai bref. Mon groupe DéFI va s'abstenir sur ce projet de loi, et ce pour les raisons suivantes.

Vous avez détaillé, madame la ministre, le montant total de la contribution de répartition, lequel, après application de la dégressivité légale calculée sur le volume de production, s'élève à 72,8 millions d'euros pour l'année 2020, à répartir entre les exploitants nucléaires. Mme Marghem, votre prédécesseuse à ce poste ici présente, avait, de manière circonstanciée, précisé l'historique de cette contribution de répartition, dont on peut constater qu'elle a progressivement diminué de manière significative, les exploitants se voyant appliquer une fiscalité assez avantageuse, et rappelant que la méthode de calcul de celle-ci demeure assez opaque.

Il faut aussi relever que, parallèlement, nous avons appris que l'exploitant aurait versé d'importants dividendes à sa maison mère, ce qui peut hypothéquer les moyens disponibles pour procéder au démantèlement des centrales nucléaires, car nous sommes toujours dans cette hypothèse, en dépit d'un momentum essentiel à l'automne 2021 lié à l'évaluation de notre sécurité d'approvisionnement énergétique.

C'est pourquoi, madame la ministre, j'insiste pour que l'on veille à ce que cette provision puisse substantiellement augmenter à l'avenir, car le coût du démantèlement des centrales et du stockage des déchets nucléaires sera considérable.

Les députés DéFI s'abstiennent, donc, sur ce présent projet de loi, car nous estimons que les arbitrages opérés par la CREG à la DG Énergie manquent de transparence. Nous sommes d'avis, à l'instar de ce qui a été relevé dans le rapport, de veiller à garder un mécanisme de taxation correct des centrales nucléaires au regard des bénéfices enregistrés par l'exploitant.


Albert Vicaire Ecolo

Je voudrais répondre à Mme Matz concernant la production de CO₂ des centrales au gaz. Je pense qu'effectivement, des personnes très célèbres, telles que M. van Ypersele, ont mis en doute l'incidence en matière de CO₂ de la fermeture des centrales nucléaires. Nous avons demandé l'avis au Bureau fédéral du Plan concernant l'éventuel maintien de deux centrales nucléaires en Belgique.

Les calculs ont montré que cette incidence en matière de CO₂ était très faible. Je voulais dire que les émissions de CO₂ sont plafonnées en vertu d'un système européen d'échange de quotas d'émissions (ETS). De manière globale, l'Europe ne produira pas davantage de CO₂ sans les centrales nucléaires.

Il est important de savoir que, finalement, en ayant chez nous des centrales au gaz de haute technologie, nous entrons en concurrence, en termes de production de CO₂, avec des centrales au charbon, par exemple; et qu'au total, nous n'allons donc pas produire plus de CO₂, mais au total, en Europe, nous allons produire moins de poussière.

Autant avoir des centrales de haute technologie qui seront, dans le futur, adaptées à la combustion de gaz synthétique. Je pense que c'est l'avenir, et que la ministre va dans la bonne direction. Merci, madame la présidente. En tant qu'ingénieur, je suis sensible à cet argument, et je voulais clarifier les choses.


Marie-Christine Marghem MR

Madame la présidente, je serai brève, car je ne veux pas intervenir dans un débat auquel je n'ai pas assisté depuis son début. Je n'ai, dès lors, pas eu l'occasion d'entendre le rapport de M. Warmoes, et je n'ai entendu que la fin de sa brillante intervention.

Je voudrais simplement rebondir sur ce qui vient d'être dit par M. Vicaire, dont je respecte évidemment la qualité professionnelle d'ingénieur. Il faut quand même se rappeler – mais j'ignore si M. Vicaire était alors déjà parlementaire – la résolution interparlementaire prise, avec les parlements des autres niveaux de pouvoir, sous la précédente législature, sous l'impulsion d'un des nôtres, M. Damien Thiéry, qui n'est plus parmi nous. Elle a été titrée de façon très ambitieuse, puisqu'elle a été revue à plusieurs reprises. Elle portait sur les efforts que la Belgique souhaitait demander à l'Europe pour que celle-ci atteigne, à la dernière modification de la résolution, une diminution de 55 % de gaz à effet de serre en 2030. Cela signifie que la Belgique s'engageait vraiment dans ce chemin très ambitieux.

Or, j'aime bien vos calculs sur la plaque européenne. Mais, vous savez, les calculs et les chiffres, on leur fait dire tout ce qu'on veut. Je vois très bien par quel biais vous calculez finalement les émissions de CO₂ en rebondissant sur l'intervention de Mme Matz. Mais je suis absolument désolée: à partir du moment où vous voulez diminuer le CO₂, vous devez utiliser des actifs qui n'en produisent pas. Vous devez donc éliminer les actifs qui produisent du CO₂ par la combustion de matières fossiles. Ce n'est pas à vous que je dois l'expliquer.

Je pense qu'il y a une contradiction évidente, qui est relevée par certains, et que je relève également, entre la volonté ambitieuse manifestée à travers cette résolution interparlementaire de la Belgique d'atteindre des niveaux de diminution de CO₂ très élevés et le fait qu'elle décide pour l'instant de remplacer la totalité du parc nucléaire par des actifs et des infrastructures qui vont brûler du gaz, qui est une matière fossile, et donc créer du CO₂.


Vanessa Matz LE

Madame Marghem, je vous remercie pour vos éclaircissements.

Monsieur Vicaire, vous vous êtes référé aux chiffres du Bureau fédéral du Plan. Permettez-moi de vous rappeler que, selon celui-ci, la prolongation des deux centrales les plus récentes permettrait d'éviter l'émission de 4,4 millions de tonnes de CO₂, en 2030, en Belgique, que l'augmentation résultant de la non-prolongation de deux réacteurs correspondrait à environ 3,7 % des émissions belges en 2018, 3,9 % en 2025, ce qui est relativement conséquent.

On ne peut pas dire que cela ne change rien, qu'on reprend les mêmes et qu'on recommence. Il faut, à un moment donné, faire preuve d'honnêteté intellectuelle. Vous avez décidé qu'il fallait procéder à la fermeture des centrales pour lutter contre l'augmentation des émissions de CO₂. Il n'y a pas de tergiversation à avoir sur ce sujet.

Nous regrettons, pour ce qui nous concerne, que la question soit devenue presque idéologique et qu'il y ait parallèlement un objectif auquel vous êtes certainement sensible en tant qu'écologiste. Mais force est de constater que les décisions sont contradictoires. Ce n'est pas la première fois que cela arrive. Nous ne sommes pas non plus les premiers à mettre cette contradiction en évidence.


Minister Tinne Van der Straeten

Mevrouw de voorzitster, een aantal van de uiteenzettingen heeft te maken met het ontwerp dat hier voorligt, een aantal uiteenzettingen heeft echter niets te maken met het ontwerp dat hier voorligt. Hier ligt vandaag een bekrachtiging voor van een koninklijk besluit dat de repartitiebijdrage vastlegt, dus de bijdrage die de nucleaire exploitanten betalen als aandeel om de winsten die zij genereren uit een aantal kerncentrales te delen met de overheid. Het gaat met name om die centrales waarvan de levensduur niet verlengd is, dus Doel 3, Doel 4, Tihange 2 en Tihange 3.

Dat kernexploitanten bijdragen aan de begroting van dit land werd voor het eerst ingevoerd door de heer Magnette, toen hij minister van Energie was. Hij heeft gezorgd voor de eerste wetgeving voor die bijdrage. Dat was al eerder op tafel gelegd, ten tijde van de regering in 2003. Het eerste wetgevende initiatief is gekomen in 2009. Het volgende initiatief is onder andere gekomen van de heer Wathelet. Ook hij heeft naar aanleiding van de levensduurverlenging van Tihange 1 een initiatief genomen. Ook mijn voorgangster, mevrouw Marghem, heeft daarvoor initiatieven genomen.

Het is een breed gedragen politieke consensus in dit land dat de winsten gegenereerd uit de kerncentrales die gebouwd zijn in ons land en versneld zijn afgeschreven, gedeeld worden met de staat. Dat zorgt altijd voor debat. Is het te veel? Is het te weinig? Is het transparant? Is het niet transparant? Dat debat hebben we in de commissie en ook hier gehad. De berekeningswijze is echter vastgelegd. De CREG heeft die methode toegepast, wat leidt tot een resultaat. Dat is in een koninklijk besluit gegoten. Omdat dit een bevoegdheid is die niet kan worden gedelegeerd aan de Koning omdat het een voorbehouden bevoegdheid is van de wetgever, moet dat KB hier worden voorgelegd ter bekrachtiging. Dat is wat hier voorligt. Dat is waarover het debat vandaag handelt, met alle vragen die daarover kunnen worden gesteld, met alle toezicht dat daarover kan worden uitgevoerd. Dat komt toe aan de instellingen in dit land.

Dan is het debat uitgedeind naar een aantal andere aspecten.

J'ai entendu des mots comme "votre CRM", "sortie du nucléaire", "un trophée", "burden sharing", etc. Je ferai quelques remarques.

J'ai indiqué en commission, en ce qui concerne le mécanisme de soutien à l'investissement, que j'ai rencontré à deux reprises la commissaire Vestager pour en discuter et que cette décision est imminente. Elle est imminente! J'ai confirmé à la commission compétente de ce Parlement qu'une décision sera prise avant que la première enchère soit organisée.

Quoi qu'il en soit, cinq de nos unités nucléaires fermeront parce qu'elles sont trop vieilles et qu'elles nécessitent de gros investissements qui ne seront pas rentabilisés. Qu'il s'agisse de la ministre ou de n'importe quel autre responsable ministériel, il aurait fallu prendre cette décision. Notre sécurité d'approvisionnement est essentielle. C'est la raison pour laquelle, il y a un an dans cet hémicycle, la résolution CRM a été votée à l'unanimité. Personne en effet ne veut prendre de risque avec la sécurité de l'approvisionnement. Oui, nous aurons probablement besoin d'une certaine quantité de centrales à gaz.

Ce qui n'est pas juste, ce sont les propos de Mme Marghem selon qui toute la capacité nucléaire sera remplacée par des centrales à gaz. Notre capacité actuelle est de 6 GW. À plusieurs reprises, j'ai expliqué au gouvernement et au Parlement au moment des discussions des CRM, que la nouvelle capacité dans la première enchère comprenant des centrales à gaz sera de 2,3 GW. Pourquoi? Parce que l'on mise sur des technologies qui n'émettent pas de CO₂. J'ai donc tout fait pour limiter le plus possible la capacité fossile du pays. Il est faux de déclarer que toute la capacité nucléaire sera remplacée par une capacité fossile. Dans le même temps, nous avons prévu une clause de durabilité visant à bétonner la sortie des énergies fossiles.

Par ailleurs, ce gouvernement tente d'augmenter les énergies renouvelables et notamment l'éolien en Mer du Nord.

Dat debat mag uiteraard gevoerd worden, maar het is stricto sensu niet wat er hier voorligt. Vandaag gaat het over hoe de winsten van de kerncentrales gedeeld worden tussen de exploitant aan de ene kant en de Belgische Staat aan de andere kant.

Het is uiteraard altijd belangrijk om vooruit te kijken, zeker op een dag als vandaag. Vandaag heeft de Europese Commissie immers groen licht gegeven aan het Belgische relanceplan. 5 miljard voor onze federale overheid en voor de regio's in ons land om ons op koers te zetten naar een duurzaam en welvarend België. Ook daarin wordt, voor projecten in de energiepoot, ingezet op hernieuwbare energie, enerzijds, en het decarboniseren van het CRM, anderzijds. Ons land op koers brengen naar hernieuwbare energie in de energietransitie, dat is de groene versnelling die deze regering plaatst.

Vooruitkijken betekent ook, zoals de heren Verduyckt en De Smet hebben aangestipt, aandacht hebben voor die andere werf die op ons wacht.

Il y a un autre chantier qui nous attend: le démantèlement, le stockage et la gestion des déchets nucléaires.

Wat doen we met ons nucleair afval? Hoelang, op welke manier en waar zullen we het stockeren en wat is de kostprijs? Wie zal dat betalen? Het gaat immers over miljarden. Dat is een dossier waarmee ik eerst naar de regering en daarna naar het Parlement zal komen. Deze regering zal ter zake zekerheid voor de toekomst moeten garanderen.


Marie-Christine Marghem MR

Madame la présidente, je suis obligée de réagir car je ne peux évidemment pas être d'accord avec ce qui vient d'être dit. N'importe quel ministre de l'Énergie essaierait, aurait essayé et essaiera de faire en sorte que notre parc de production ait un minimum d'indépendance par rapport aux pays voisins qui peuvent nous fournir de l'électricité à certains moments et un minimum d'efficacité dans le parc de production, c'est-à-dire avoir des centrales efficientes capables de produire la meilleure électricité en suffisance dans un ensemble de mix électriques qui permettent de rester sobre en émissions de CO₂ par rapport à notre environnement. N'importe quel ministre de l'Énergie ferait cela et n'importe quel accord de gouvernement l'indiquerait.

Mais, en l'occurrence, ce qui ne va pas, c'est qu'à l'origine, le CRM était destiné précisément à avoir des unités de gaz, mais pas seulement. En effet, le CRM technologiquement neutre s'adresse à toutes les énergies, y compris, si c'était possible dans ce pays, à l'énergie nucléaire, justement dans le but d'avoir ce mix électrique dont je viens de vous parler. Au départ, c'était donc pour un peu de gaz et un peu de flexibilité.

Soit, la ministre dit clairement dès maintenant, en évitant de mélanger dans son discours les faits et les éléments du discours, qu'en réalité, elle sait déjà que le gouvernement souhaite qu'au moins deux centrales nucléaires restent ouvertes - au moins, les choses sont claires et transparentes et on peut en débattre - soit, elle continue à dire qu'en tout cas, on va en fermer cinq, auquel cas vous avez au moins 4,5 GW de puissance qui vont quitter notre mix électrique et qui ne pourront donc évidemment pas être remplacés par 2,3 GW de gaz. C'est donc qu'il y a un twist quelque part et nous devrions pouvoir discuter de ce twist de façon ouverte et transparente, ce qui n'est pas le cas, avec un monitoring que doit réaliser la ministre et qui est prévu dans l'accord de gouvernement à la page 57: monitoring de la sécurité d'approvisionnement et des prix.

Depuis des mois, nous demandons en commission que ce monitoring ait lieu et je crois que l'intention de la ministre n'est pas de le mettre en place. Nous n'en avons en tout cas pas encore vu la couleur. Elle veut seulement venir le présenter au mois de novembre pour pouvoir dire s'il y a un imprévu ou pas quant à la sécurité d'approvisionnement à ce moment-là. Or vous ne pouvez pas avoir d'imprévu si vous n'avez pas un moyen de tester ce que l'on peut attendre ou ce qui est inattendu. C'est toute la raison de ce monitoring. C'est pour cette raison qu'il y a un mélange qui est problématique, qui n'est pas transparent entre les faits et le discours. Et je ne peux évidemment pas être d'accord avec cela.


Thierry Warmoes PVDA | PTB

Mevrouw de voorzitster, ik ga mij niet mengen in het CRM-debat, wat een ander debat is.

Mevrouw de minister, ik wil eerst iets rechtzetten. U zegt dat de CRM-resolutie hier unaniem werd goedgekeurd. Neen, PVDA-PTB heeft tegen gestemd. Het is niet de eerste keer dat u ons negeert en dat u het hebt over 'Kamerbreed'. Ik begrijp wel dat wij hier de vreemde eend in de bijt zijn en dat dit misschien storend is omdat wij niet zwichten voor het lobbywerk van ENGIE Electrabel en anderen. Ik herinner er dus aan dat wij tegen die resolutie hebben gestemd.

Verwijzend naar het debatje tussen de heer Ravyts en mijzelf, hebt u gezegd dat om het even welke minister deze repartitiebijdrage zou goedkeuren. Dat klopt eigenlijk wel, want de bestaande wet wordt hier toegepast en dat is de wet die in de regering-Michel, waarin mevrouw Marghem minister van Energie was, werd goedgekeurd. Nu bent u echter zelf minister van Energie en is er een nieuwe regering. Mijn vraag is dan of u die wet nu zal aanpassen. De zaken zijn nu anders. U bent volledig bevoegd voor Energie en u kunt de wet aanpassen om een hogere repartitiebijdrage te verkrijgen. U en uw partij hebben immers altijd gezegd dat die repartitiebijdrage veel te laag is.

Dat is mijn vraag voor u, mevrouw de minister. Ik heb die vraag ook al in de commissie gesteld, maar ik heb er geen antwoord op gekregen.


Peter De Roover N-VA

Mevrouw de voorzitster, ik weet niet of de minister nog het woord zal nemen, maar de opmerkingen van mevrouw Marghem zijn natuurlijk wel relevant. Ik nodig de minister alvast uit daarop te repliceren, want haar antwoord interesseert mij ten zeerste.


Minister Tinne Van der Straeten

Mevrouw de voorzitster, in de commissie, in interne en externe communicatie, in en buiten het Parlement heb ik altijd gezegd dat ik minister ben van het volledige regeerakkoord. Ik onderstreep het volledige regeerakkoord. In dat regeerakkoord is beslist dat we de wet van 2003, een wet die twintig jaar oud is, volledig zullen uitvoeren. We zullen daarbij geen risico nemen, noch met de bevoorradingszekerheid, noch met de betaalbaarheid van de prijzen. Op 31 oktober loopt de eerste veiling af. Uiterlijk in november zal er dus een evaluatie van de bevoorradingszekerheid in ons land worden gemaakt.

Als er onverwacht een probleem opduikt, zullen daarvoor de nodige maatregelen worden genomen. Volgens het regeerakkoord kan dan alles worden besproken. Ik ben de minister van Energie die geen risico zal nemen met de bevoorradingszekerheid, noch met de betaalbaarheid daarvan. Dat is de reden waarom we op drie lijnen werken. In de commissie heb ik al slides getoond met de timing. De blauwe lijn is de bevoorradingszekerheid, de rode lijn de betaalbaarheid en de groene lijn betreft de transitie. Dat is het plan waar ik me aan houd en dat ik uitvoer. Ik voer het regeerakkoord uit en dat is mijn antwoord daarop.

Met de opmerking over de monitoring start men een intentieproces. Blijkbaar denkt men dat ik de intentie heb om iets al of niet te doen. Mijn intentie is de uitvoering van het regeerakkoord en alle aspecten daarvan. Ik ben wat dat betreft heel duidelijk.


Peter De Roover N-VA

Mevrouw de minister, u zou natuurlijk pas echt de pers alarmeren wanneer u zou zeggen dat u het regeerakkoord niet uitvoert. In die zin geeft u een weinig spectaculair antwoord. Het is veeleer een handige manier om niet te reageren. Ik noteer alleszins dat in bepaalde omstandigheden alles kan worden herbekeken. Heb ik het zo goed begrepen?


Minister Tinne Van der Straeten

Ik was erbij toen het regeerakkoord en het hoofdstuk over energie werden onderhandeld en weet dus heel goed wat erin staat: we bevestigen de wet op de kernuitstap, we voeren het CRM in, na de eerste veiling maken we een evaluatie en gaan we na of er een onverwacht probleem opduikt met de bevoorradingszekerheid. Als dat zo is, zullen er adequate maatregelen worden genomen, waarvan voorbeelden worden gegeven. Dat is wat er is afgesproken en dat is wat ik uitvoer.


Peter De Roover N-VA

Mag ik uit uw woorden opmaken dat de niet-sluiting van de kerncentrales een optie blijft?


Minister Tinne Van der Straeten

Mijnheer De Roover, die kwestie hebben wij hier al verschillende keren besproken. De keuze is om de wet van 2003, die 20 jaar oud is, in haar geheel uit te voeren. In tegenstelling tot de jaren voor mijn ministerschap toen de houding van de regering gekenmerkt werd door stop and go en onduidelijkheid, heeft de regering nu duidelijk gezegd dat ze zou evalueren wat er wordt beslist. Dat gebeurt in november.


Peter De Roover N-VA

Die duidelijkheid komt erop neer dat u iedere keer naar het regeerakkoord verwijst, maar acht u het nog mogelijk om op het ogenblik van die evaluatie de levensduur van de kerncentrales nog te verlengen? Is dat technisch mogelijk? U zegt dat dat tegen die tijd zal worden geëvalueerd, wat betekent dat alle mogelijkheden nog open zijn. Een aantal signalen wijst erop dat het een en ander op dat ogenblik niet zo evident zal zijn.


Minister Tinne Van der Straeten

Het is jammer dat de heer Wollants hier niet is, want hij stelde me dezelfde vragen en kent het dossier. Die mogelijkheid bestaat inderdaad.


Vanessa Matz LE

Madame la présidente, j'étais hors sujet, mais je me rends compte que cela devient "le" sujet, au fond. Certes, il est important d'entendre la ministre préciser davantage les intentions en matière nucléaire. Cela manquait parfois quelque peu de clarté, mais on a quand même l'impression que l'aspect idéologique a laissé la place à un pragmatisme et à un réalisme plus crédibles, par rapport notamment aux principes auxquels vous êtes attachée.

Nous progressons au niveau de ce débat même si nous ne connaissons pas encore exactement les tenants et aboutissants. Cependant, l'impression d'une forte hésitation domine: des certitudes semblent ébranlées. C'est de nature, en tout cas, à nous rassurer un tant soit peu quant au nombre d'objectifs à atteindre en même temps. Pour cela, il faut forcément concilier des principes différents qui ne sont pas facilement conciliables. Néanmoins, nous espérons.

Nous trouvons que le mois de novembre est une date tardive pour ce plan et ces alternatives que vous voulez mettre en place. Le Parlement est en droit de demander un suivi plus régulier des différentes étapes que vous entreprenez pour réaliser cette sortie du nucléaire et pour concrétiser les différents mix énergétiques que vous comptez mettre en place.

Au moins, mes points hors sujet auront eu le mérite de créer un débat ici, ce qui est sain.