Proposition 55K1701

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi visant à approuver le compte général de l'Administration générale pour l'année 2018 et des comptes d'exécution des budgets des Services de l'État à gestion séparée pour des années précédentes.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Dec. 21, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
budget public administration national budget

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA MR
Voted to reject
PVDA | PTB VB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Jan. 21, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De rapporteur, Dieter Vanbesien, verwijst naar het schriftelijk verslag.


Wouter Vermeersch VB

Mevrouw de voorzitster, we hebben het in deze bespreking over boekhoudkundige prehistorie. Nu, in januari 2021, behandelen wij de rekeningen van het jaar 2018. Bepaalde rekeningen in het nu voorliggend wetsontwerp dateren zelfs van 2013. Aangezien die rekeningen nu, anno 2021, in het Parlement worden voorgelegd, gaat het om boekhoudkundige prehistorie. Bovendien is de goedkeuring van de rekening, wat met de goedkeuring van dit wetsontwerp gebeurt, het eindpunt van het begrotingstraject. Op dit moment kunnen wij vaststellen hoe correct en hoe robuust de toenmalige begroting eigenlijk wel was, in hoeverre die begroting een correcte inschatting was. Terwijl de voorstelling van een begroting steeds op heel wat belangstelling kan rekenen – herinner u het dagenlange debat vóór het kerstreces – kan deze eindafrekening nauwelijks nog op interesse rekenen en wordt deze op een drafje en hopeloos te laat door het Parlement gejaagd.

Nu blijkt dat het oordeel van het Rekenhof over de vandaag ter goedkeuring voorliggende cijfers werkelijk vernietigend is. In een persconferentie in december 2019, ondertussen meer dan een jaar geleden, stelde het Rekenhof haar 176ste 'Blunderboek' voor. Het Rekenhof concludeert daarin dat de kwaliteit van de rekeningen die wij hier vandaag goedkeuren ronduit slecht is. Volgens voorzitster Hilde François is de slechte kwaliteit van de boekhouding problematisch en zijn de cijfers van de federale begrotingen niet betrouwbaar. Zonder betrouwbare cijfers kan een regering geen betrouwbare begroting opstellen, wat dan weer zijn weerslag heeft op de geloofwaardigheid van dit land, de regeringen en de gehele begrotingsoefening.

Een Vlaamse uitdrukking spreekt over nattevingerwerk, maar de begrotingen in dit land worden niet met de natte vinger, zelfs niet met de natte arm, maar eigenlijk met een volledig nat lijf opgesteld. Er wordt iets op papier gezwierd en het oordeel van het Rekenhof voor het begrotingswerk van de Zweedse regering was en is vernietigend.

Het rapport stelt vast dat het reeds aan de basis verkeerd loopt. In de eerste versie van de jaarrekening 2018 zaten bijvoorbeeld grove fouten, die via een eerstelijnscontrole en een beperkt analytisch nazicht hadden kunnen worden opgespoord. Dat is ambtenarentaal om te zeggen dat men eigenlijk al heel veel moeite moest doen om die fouten er niet zelf bij een eerste controle uit te halen.

De tweede versie van de jaarrekening gaf overigens nog steeds geen getrouw beeld van de financiële toestand en de vermogenstoestand van het algemeen bestuur. "Een getrouw beeld" is boekhouderstaal voor het feit dat er nog steeds grove fouten in de cijfers zaten. Voor bepaalde rubrieken zijn heel wat verrichtingen niet of onjuist in de rekeningen geboekt, zo stelt de voorzitster van het Rekenhof, mevrouw François, op de vernietigende persconferentie van december 2019. Dat geldt vooral voor de materiële en immateriële vaste activa, de voorraden, de fiscale vorderingen en de financiële middelen.

Het Rekenhof ziet een eerste probleem bij de boeking van de fiscale ontvangsten. Die geeft geen getrouw beeld van de realiteit. Ik geef enkele voorbeelden. De federale overheid heeft minstens 6 miljard euro die in 2018 werd geïnd, niet als opbrengst in dat jaar geboekt. Ook werd 11 miljard euro aan oninvorderbare btw niet in de algemene boekhouding opgenomen, terwijl dat eigenlijk wel zou moeten. Volgens voorzitster François gaat het om zulke grote bedragen dat zij de betrouwbaarheid van de financiële rapportering schaden.

Een tweede grote oorzaak voor de slechte kwaliteit ligt bij het gebrek aan centrale sturing door de Federale Accountant. Sommige posten zaten er miljarden euro's naast, bijvoorbeeld het verkeerd toekennen van meer dan 25 miljard euro tussen de personen- en de vennootschapsbelasting. Men zwiert dus iets op papier en op het moment dat bij de sluiting van de algemene rekeningen, vandaag dus, blijkt hoe ernstig verkeerd die raming was, heeft uiteindelijk geen kat nog interesse hiervoor. Dat is een beproefde tactiek in het Parlement, totaal onbegrijpelijk, maar wel de realiteit in ons land.

De geloofwaardigheid van België ten opzichte van het buitenland, onze internationale reputatie, staat daardoor ook op de helling. Vanaf het boekjaar 2020 moet het Rekenhof van Europa een certificering van de jaarrekening van de federale Staat uitvoeren. Dat gebeurt dus eind dit jaar. Indien wij dat nu al moesten doen voor het boekjaar 2018 – de cijfers die wij vandaag goedkeuren – dan zouden wij die afkeuren of ons op zijn minst onthouden, zo verklaarde het Rekenhof.

U zult ons dus vergeven, mevrouw de staatssecretaris, dat als het Rekenhof deze algemene rekening van het algemeen bestuur over 2018 zou afkeuren, wij dat als oppositiepartij ook zullen doen. Wij zullen dit wetsontwerp niet goedkeuren.

Mevrouw de staatssecretaris, ik wil u vandaag zeker niet met de vinger wijzen. Daar wil ik bijzonder duidelijk over zijn. U draagt hier feitelijk geen politieke verantwoordelijkheid voor. U kreeg dit dossier in de schoot geworpen, maar het is natuurlijk een erfenis van uw politieke voorgangers, van de Zweedse regering waarvan uw partij deel uitmaakte. In die zin valt de houding van onze goede vrienden van de N-VA wel op, ook vandaag weer. In de commissie heeft de N-VA-fractie deze onbetrouwbare Belgische rekeningen mee goedgekeurd, dit ondanks het vernietigende oordeel van het Rekenhof. Hier in plenaire vergadering vandaag passen zij de tactiek van de verschroeide aarde toe, omdat de partij op dat moment natuurlijk deel uitmaakte van de Zweedse regering en de minister van Financiën leverde, en dus politiek mee verantwoordelijk is.

Het was opnieuw collega Piedboeuf die als een soort zendeling van deze nieuwe regering niet alleen in dit Parlement de verrijzenis van de effectentaks predikte, maar ook de verbetering van de kwaliteit van de rekeningen. Dat doet hij ook als voorzitter van de commissie "Rekenhof". Mevrouw de staatssecretaris, daar willen wij u wel aan uw politieke verantwoordelijkheid houden. U hebt het in uw beleidsbrieven over de samenwerking tussen de Federale Accountant en het Rekenhof, het boekhoudsysteem Fedcom, de oprichting van een interne opleiding, de Fedcomschool, en de verbetering van de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de rekeningen. Ik heb daarover in de commissie al heel wat vragen gesteld. U hebt, dat moet gezegd, ons ondertussen een uitvoerig antwoord bezorgd. Ik wil u trouwens bedanken voor die uitvoerige en duidelijke antwoorden, dat is een heel goede en heel correcte manier van samenwerken. Wij zullen als oppositie deze dossiers mee blijven opvolgen in de komende jaren. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd, want reeds volgende week bespreken wij in onze commissie de rekeningen over 2019.

Tot slot, collega's, valt vooral het totale stilzwijgen op van collega Leysen van Open Vld. In januari 2020, in een onverdachte periode toen er nog lang geen sprake was van deze paars-groene regering, schreef hij zowaar een vlammend opiniestuk over dit onderwerp. In de commissie is hij zelfs niet meer tussengekomen over ditzelfde onderwerp. Ik citeer even uit zijn opiniestuk, want collega Leysen had gelijk. Hij schreef het volgende: "Een correcte en transparante overheidsboekhouding moet een no-brainer zijn. Wee de slordige burger die zijn belastingbrief onzorgvuldig en te laat invult; heb mededogen met de zaakvoerder die een potje maakt van zijn jaarlijkse balans, de fiscus zal onverbiddelijk zijn en het zal geld kosten, veel geld kosten. Maar als de Belgische Staat ook dit jaar er niet in slaagt om een behoorlijke jaarrekening te publiceren, wachten hooguit het vermanende vingertje in het Blunderboek van het Rekenhof, parlementaire vragen en twee krantenartikels."

Het is wat collega Leysen betreft bij dat ene opiniestuk gebleven. In de commissie hebben wij hem over dit onderwerp niet meer gehoord. Vandaag stuurt hij zelfs zijn kat. Regering of geen regering, lid van het Parlement met of zonder regering, het maakt blijkbaar wel een verschil.

Het kan verkeren, zei de Nederlandse dichter Bredero.


Benoît Piedboeuf MR

Madame la présidente, je ne peux pas rester muet quand j'entends tout cela. Je vais m'exprimer aussi au nom de mon collègue, M. Leysen.

Je suis effectivement devenu président de la sous-commission de la Cour des comptes, mais tout récemment. J'ai dit dès le début, et tout le monde m'en est témoin, que nous allions assister la secrétaire d'État au Budget en faisant défiler les différents SACA et tous les organismes ou SPF qui sont responsables de la reddition de leurs comptes, pour les inciter justement à se conformer aux remarques de la Cour des comptes. Nous avons déjà programmé l'audition de la Régie des Bâtiments à la fin du mois de mars, et nous allons continuer ce travail.

Toute une série de remarques de la Cour des comptes, si elles ne sont pas graves, sont importantes. Par contre, il y en a d'autres qui relèvent des choses que l'on ne peut pas accepter, et notamment des absences d'inventaire. Certains SPF n'utilisent pas les bons logiciels pour permettre une harmonisation de l'ensemble. Ce sont des éléments plus techniques, mais il est important de les pousser à le faire.

Le gouvernement lui-même, le ministre du Budget et le précédent ministre du Budget ont mis des choses en place et vont continuer à le faire. Mais il est évident qu'avec le nombre de services, le nombre de fonctionnaires qui travaillent, tout ne peut pas se régler en un coup de cuiller à pot. Il faut donc pousser.

Il est heureux de voir que, dans ce travail, la Cour des comptes fait une excellente analyse et donne des conseils très précis. Nous allons continuer, en parfaite intelligence avec la Cour des comptes, à faire évoluer la comptabilité de l'État de façon à obtenir cette certification qui, vous avez raison, est très importante par rapport à notre visibilité internationale.

Nous ne sommes pas du tout laxistes par rapport à cela. Nous sommes parlementaires et nous sommes tout à fait conscients qu'il faut y travailler et qu'il faut venir en soutien du ministre ou de la secrétaire d'État responsable. C'est ce que nous allons faire. Rien ne sert de crier fort! L'important n'est pas de frapper fort, mais de frapper juste. Et nous allons frapper juste sur ceux qui n'exécutent pas ce qui leur est demandé par la Cour des comptes.

Madame la présidente, c'était juste une petite information que je voulais donner. Mon collègue, M. Leysen, est toujours aussi attentif à cela. Il l'a dit dans une carte blanche. Maintenant, il faut tenir compte du fait qu'il faut faire avancer doucement les choses - et nous allons le faire.


Wouter Vermeersch VB

Mevrouw de voorzitster, wij mogen de uitdaging waarvoor we staan, niet onderschatten, en collega Piedboeuf doet dat geenszins: de uitdaging is inderdaad enorm. Wij komen van heel ver en de weg die we nog moeten afleggen, is nog heel lang.

Ik wil beklemtonen dat als een burger of een ondernemer in dit land de argumenten en de vergoelijkingen zou inroepen die men inroept ten opzichte van de fiscus, dan zou de fiscus onverbiddelijk zijn. Als oppositie zijn wij onverbiddelijk voor de fouten die hier worden gemaakt. Een burger mag die niet maken, een ondernemer mag die niet maken en u kunt ons niet verwijten – u zult het misschien zelfs toejuichen – dat wij druk zullen uitoefenen en de ontwikkelingen in het dossier van nabij zullen volgen.

Het moet in orde komen tegen het einde van deze legislatuur en eigenlijk al tegen het einde van dit jaar, want tegen dan moet het Rekenhof al een eerste keer de rekeningen van 2020 certificeren. Wij houden ons hart vast of het zal lukken. De termijn is niet lang, maar als alle Parlementsleden samenwerken, zeker in de commissie "Rekenhof", kunnen wij dat.