Proposition 55K1697

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi sur la dématérialisation des relations entre le Service Public Fédéral Finances, les citoyens, personnes morales et certains tiers, et modifiant différents codes fiscaux et lois fiscales.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Dec. 14, 2020
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
citizen-authority relations electronic government Internet public administration

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR VB
Abstained from voting
PVDA | PTB

Party dissidents

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Jan. 21, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De rapporteur, de heer Vandenbroucke, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.


Wouter Vermeersch VB

Mevrouw de voorzitster, dematerialisatie is een parlementswoord of ambtenarentaal voor digitalisering.

Het wetsontwerp wil van digitale communicatie met de fiscus de regel maken. Papieren communicatie wordt de uitzondering. De digitale communicatie wordt min of meer verplicht voor professionelen en rechtspersonen.

Wij kunnen ons daarin wel vinden. Digitalisering is inderdaad de richting die wij moeten uitgaan. Het is een evolutie die niet meer te stoppen is.

De digitalisering biedt ook heel wat voordelen, zeker voor de professionelen en rechtspersonen. Bijvoorbeeld, btw-aangiften en aangiftes inzake vennootschapsbelasting moeten al geruime tijd digitaal worden vervolledigd, wat ook voor de belastingplichtigen een aantal voordelen oplevert. Door de ingebouwde controles worden een aantal fouten vermeden. Er is ook geen discussie meer over bijvoorbeeld verloren gegane aangiftes.

Natuurlijke personen kunnen nog op papier blijven communiceren. Zij hebben de keuze en kunnen ook op hun gemaakte keuze terugkomen. Ook dat is belangrijk, namelijk dat die optie en keuzemogelijkheid openblijft voor particulieren.

In de commissie werd ook duidelijk gesteld dat de keuze voor elektronische communicatie een opt-in is. Burgers moeten dus expliciet kiezen voor elektronische communicatie en worden dus niet gedwongen in de richting van het digitale. Wie papier gebruikt en dat gewoon is, moet expliciet kiezen voor een overstap naar digitale communicatie. Ook die inslag en aanpak steunen wij. Ten gronde zien wij dus geen bezwaren om het ontwerp mee goed te keuren.

Niettemin wil ik een vijftal kanttekeningen maken.

Eerste kantekening, het gaat om een omvangrijk en ingrijpend wetsontwerp dat erg technisch van aard is. Bovendien is er geen enkele hoogdringendheid. De inwerkingtreding wordt vooropgesteld voor 1 januari 2025. Niettemin werd aan de Raad van State een advies gevraagd op dertig dagen.

Het werd ontkend door de minister, maar het klopt wel. De adviesaanvrager kan kiezen voor een advies van de Raad van State zonder termijn, op zestig dagen, op dertig dagen of op vijf werkdagen. De gekozen termijn heeft echter wel gevolgen voor de diepgang van het advies.

Het was, ons inziens, beter geweest, mocht geen termijn zijn vooropgesteld tegenover de Raad van State, wat wel degelijk een mogelijkheid is. Een nog uitgebreider onderzoek door de Raad van State was volgens ons voor voorliggend technisch wetsontwerp wel degelijk nuttiger geweest.

Tweede kanttekening, het keuzerecht tussen papier en elektronisch geldt enkel voor natuurlijke personen die geen beroepsbeoefenaar zijn. De Raad van State merkt op dat dit mogelijk in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De minister betwist dat en argumenteert dat rechtspersonen en beroepsbeoefenaars geacht worden over de nodige informaticamiddelen te beschikken.

Toegegeven, het onderscheid valt objectief wel te verantwoorden. Wij kunnen deze redenering wel volgen voor vennootschappen, beroepsbeoefenaars, grote vzw's en stichtingen, maar niet zozeer voor kleine vzw's. Wij dachten toch, zeker omdat het over een minister uit CD&V-kringen gaat, dat een partij als CD&V oog had voor de vele kleine vzw's die ons land rijk is. Kleine vzw's beschikken niet altijd over de nodige kennis en instrumenten en wij hadden liever gezien dat kleine entiteiten, in de zin van het Wetboek van vennootschappen, voor de toepassing van deze regelgeving werden gelijkgesteld aan natuurlijke personen en de mogelijkheid krijgen om de aangifte nog altijd op papier te doen.

Derde kanttekening, momenteel hebben we voor de indiening van aangiften in de personenbelasting drie termijnen: een voor de belastingplichtigen die de aangifte op papier doen, een voor belastingplichtigen die zelf hun aangifte indienen via Tax-on-web en een voor belastingplichtigen die hun aangifte indienen via een gevolmachtigde.

Voor rechtspersonen – vennootschappen en verenigingen – voorziet het wetsontwerp in een eenduidige wettelijke regeling. Deze ontbreekt echter voor de aangiften in de personenbelasting. In de rechtspraak wordt de huidige regeling vaak geacht onverenigbaar te zijn met het gelijkheidsbeginsel. Wij willen aansturen op een eenvormige datum. Dat zou het voordeel van de duidelijkheid hebben.

Vierde kanttekening, het is jammer dat de minister hier niet is, maar wij willen hem oproepen – we hebben dat in de commissie ook al gedaan – om bij het uitwerken van deze wetgeving het nodige overleg te plegen met de beroepsgroepen en belangenorganisaties die in deze tekst betrokken worden: onder andere de boekhouders en fiscalisten, maar ook de notarissen, curatoren, advocaten, gerechtsdeurwaarders en andere cijferberoepen.

Wij willen hem ook vragen om in voldoende ondersteuning te voorzien voor de gebruikers van de nieuwe eBox, zodat hen zeker in de beginfase telefonisch of via een andere weg ondersteuning kan worden geboden bij technische problemen met de eBox. Ik ga ervan uit dat de hier aanwezige collega's van CD&V die boodschap wel aan de minister zullen overmaken.

De vijfde kanttekening die wij willen maken: wees als overheid toch consequent.

Twee weken geleden hebben wij in de commissie voor het eerst een bespreking gehouden over de effectentaks, of de Van Peteghemtaks zo u wil. Dit wetsontwerp stelt dat de houder van effecten de aangifte moet doen. In principe moet deze aangifte volgens het wetsontwerp elektronisch gebeuren. En dat is strijdig met de wettekst die wij hier vandaag moeten goedkeuren.

In het wetsontwerp inzake de effectentaks is de elektronische aangifte de standaardregeling, ook voor particulieren, waarbij de belastingplichtige uiteindelijk een opt-in moet verrichten als hij de papieren weg kiest. Dat staat haaks op wat wij hier vandaag moeten goedkeuren.

Wij willen de minister dus oproepen de principes van deze wettekst systematisch door te trekken in toekomstige wetgeving: elektronisch voor professionelen, papier en elektronisch voor burgers, met een herroepbare keuzemogelijkheid voor elektronisch. Wij kijken alvast uit naar het consequent handelen van de minister.


Steven Matheï CD&V

Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, de titel van het wetsontwerp is niet echt wervend, maar dat wil niet zeggen dat het een onbelangrijk wetsontwerp is. Het zet heel duidelijk de stap richting verdere digitalisering van Financiën. Dit wetsontwerp zorgt ervoor dat de communicatie tussen de FOD Financiën en de burgers, de bedrijven en de professionelen op een elektronische, digitale manier kan verlopen via een beveiligd elektronisch platform. Dat is een belangrijke en erg noodzakelijke stap in de verdere digitalisering van Financiën.

Daarmee wordt er ook verder gewerkt aan wat de heer Van Peteghem in zijn beleidsverklaring heeft verklaard. Daarin is namelijk een groot hoofdstuk gewijd aan die digitalisering, om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk zaken op een vlotte digitale manier gebeuren. De burgers die niet over de mogelijkheden beschikken, moeten daarbij ook beschermd worden. Dat is net geïntegreerd in het wetsontwerp dat vandaag voorligt.

Er is namelijk het systeem van de opt-in voor particulieren, waarbij de briefwisseling en de communicatie nog schriftelijk gebeurt, tenzij men ervoor opteert om het elektronisch te doen. Op een handige manier kan een keuze gemaakt worden. Die keuze kan telkens weer worden herroepen wanneer het nodig of noodzakelijk is. Aan de andere kant zitten de professionelen, de vennootschappen en de rechtspersonen waarvoor de regel zal zijn dat er via elektronische weg moet gecommuniceerd worden.

In België zijn de vzw's een belangrijke sector, zowel in het economische als in het maatschappelijke veld. Het verenigingslandschap zoals we dat in België kennen, is ook heel divers, met kleinere, grotere en middelgrote vzw's. In dat vzw-landschap is die digitalisering al heel duidelijk ingezet. Die weg is al ingeslagen, in de eerste plaats door de oprichting, die heel vaak al elektronisch gebeurt, maar ook door een aantal verplichtingen die inherent zijn aan een vzw, zowel de kleine, middelgrote als de grotere vzw's. Dit is dan bijvoorbeeld de verplichte elektronische registratie in het UBO-register. Dit kan niet anders dan elektronisch. Ook bijvoorbeeld de verplichte aangifte in de rechtspersonenbelasting, nog altijd de belasting die het meeste van toepassing is op de vzw's, moet digitaal, elektronisch gebeuren. De vzw's die btw-plichtig zijn en een aangifte moeten indienen, moeten dat ook digitaal doen.

Wat die vzw's betreft, is de digitale weg dus al ingeslagen, er is geen weg terug. Men zou dat echter wel kunnen verfijnen en dit wetsontwerp biedt daar mogelijkheden toe. Door elektronisch te communiceren kunnen de zaken die nu al verplicht zo gebeuren mooi aan elkaar gehaakt worden. Hierdoor kan de structurele communicatie met de vzw's heel duidelijk gebeuren, alles wordt samengebracht en zal zeer coherent gecommuniceerd kunnen worden. Dat is een goede zaak en men onderschat het verenigingslandschap als men zegt dat het daar niet mee kan omgaan.

Dit neemt niet weg dat het bij het uitrollen van deze wet heel belangrijk is dat er goed gecommuniceerd wordt. We hebben de minister van Financiën daartoe in de commissie opgeroepen en hij heeft daar ook bevestigend op geantwoord. Er moet goed gecommuniceerd worden met de burgers, want we moeten hen stimuleren om zich elektronisch aan te melden. Er moet eveneens goed gecommuniceerd worden met de bedrijven, de ondernemingen en zeker ook de vzw's. Als dat op een goede manier gebeurt, met de nodige inzet, en men ook ergens terechtkan met zijn vragen, dan zal dit wetsontwerp juist helpen om verder te gaan op de digitale weg die men al is ingeslagen. Dat kan de werking van vennootschappen en vzw's alleen ten goede komen. Wij steunen dit wetsontwerp dan ook.