Proposition 55K1033

Logo (Chamber of representatives)

Proposition de loi modifiant la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, en ce qui concerne la portabilité des adresses électroniques.

General information

Author
N-VA Michael Freilich
Submission date
Feb. 17, 2020
Official page
Visit
Subjects
electronic mail Internet personal data postal and telecommunications services

⚠️ Voting data error ⚠️

This proposition is missing vote information, which is caused by a bug in the heuristic algorithms. As soon as I've got time to fix it, the votes will be added to Demobel's database.

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Feb. 4, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Erik Gilissen

Mevrouw de voorzitster, de commissie heeft het voorliggend wetsvoorstel besproken tijdens een reeks vergaderingen vanaf 1 juli 2020 tot 20 januari 2021.

Er werd tijdens deze vergaderingen beslist om diverse adviezen in te winnen. Tijdens de vergadering van 9 december 2020 heeft de commissie zelfs nog extra verduidelijking gevraagd omtrent het advies van de minister bevoegd voor Telecommunicatie, zowel aan deze laatste als aan het BIPT.

De heer Michael Freilich van de N-VA geeft aan dat zijn wetsvoorstel beoogt om de overstap naar een nieuwe internetprovider gemak­kelijker en transparanter te maken. Uit diverse adviezen is gebleken dat mensen het belangrijk vinden om gemakkelijk te kunnen veranderen van internetdienstaanbieder, bijvoorbeeld om op een beter, voordeliger aanbod van een andere provider in te gaan.

Vandaag bestaat reeds de wettelijke mogelijkheid voor gebruikers om gedurende een periode van 18 maanden na de overstap toegang te behouden tot de oude mailbox of om daarin toekomende e-mails te laten doorsturen naar het nieuwe adres. De heer Freilich wil met zijn voorstel bereiken dat de overdraagbaarheid van e-mailadressen zonder tijdsbeperking geldt. De internetdienstaanbieders die dat wensen, zullen daarvoor een geplafonneerde kost mogen aanrekenen.

Volgens de indiener staan de meeste instanties waarvan de commissie het advies heeft ingewonnen, positief ten opzichte van het wetsvoorstel. Orange Belgium, bijvoorbeeld, schaart zich achter het voorstel. De ISPA heeft in haar adviezen enkele interessante voorstellen gedaan. Het advies van het BIPT was niet onverdeeld gunstig omdat het instituut ervan uitging dat veel mensen tegenwoordig gebruikmaken van gratis e-mailaccounts. In zijn advies hamert de FOD Economie onder meer op het belang van informatiecampagnes om de gebruikers in te lichten over hun rechten. De heer Freilich kondigt een amendement aan dat beoogt om de faciliteiten in verband met de overdraag­baarheid van e-mailadressen beter bekend te maken bij het grote publiek. De staatssecretaris bevoegd voor Consumentenbescherming sluit zich aan bij het advies van de FOD Economie.

Mevrouw Leen Dierick van CD&V deelt de bekommernis die aan de basis ligt van het voorliggende wetsvoorstel. Zij is trouwens mede-indienster van een wetsvoorstel dat deze problematiek eveneens behandelt. Zij kondigt aan het voorliggende wetsvoorstel overeen­komstig te willen verbreden door middel van de indiening van enkele amendementen.

Een eerste verbreding beoogt komaf te maken met de vaak lange wachttijden waarmee consumenten van telecommunicatiediensten te maken krijgen wanneer zij de klantendienst van een operator contacteren. Een tweede element dat mevrouw Dierick wenst toe te voegen aan het voorliggend wetsvoorstel betreft de blokkering van inkomende oproepen. Een derde en laatste voorstel van mevrouw Dierick heeft betrekking op de kennisgeving van de faciliteiten inzake de overdraagbaarheid van e-mailadressen.

De heer Erik Gilissen van Vlaams Belang begrijpt de motieven van de indiener van het wetsvoorstel, maar heeft dienaangaande een bemerking en een vraag. Anders dan een gsm-nummer is een e-mailadres technisch gezien niet overdraagbaar of meeneembaar. Een e-mail wordt steeds gestuurd naar de server van een bepaald domein, wat impliceert dat hij steeds zal toekomen bij de vroegere operator die de e-mail zal dienen door te sturen naar de mailbox bij de nieuwe provider. Inzake de blokkering van frauduleuze nummers verkiest de heer Gilissen een gecentraliseerd systeem.

Voor de heer Roberto D'Amico van PVDA-PTB heeft dit wetsvoorstel de verdienste dat het de burger meer waarborgen biedt, maar hij wil de termijn verkorten waarbinnen deze wet in werking treedt. Tevens diende de heer D'Amico een amendement in waarmee wordt beoogd dat het e-mailadres en het doorsturen van e-mailberichten na de periode van achttien maanden na de opzegging van het contract gratis blijven.

De heer Patrick Prévot van de PS deelt de aan dit wetsvoorstel ten grondslag liggende vaststelling dat bepaalde faciliteiten onbekend en dus onbemind zijn. Het wetsvoorstel roept bij de PS-fractie enkele vragen op, waarop echter een afdoend antwoord wordt geboden door de amendementen van mevrouw Dierick. De PS zal het wetsvoorstel en de voornoemde amendementen dan ook steunen.

De heer Gilles Vanden Burre van Ecolo-Groen steunt de principes waarop het wetsvoorstel is gebaseerd. Er is geen geldige reden om hetgeen geldt inzake gsm-nummers ook niet evenzeer te laten gelden voor andere vormen van elektronische communicatie. De consumentenbescherming vaart daar wel bij.

In antwoord op de vragen gaat de heer Michael Freilich van N-VA vooreerst in op de vraag van de heer Gilissen omtrent het lot van de oude mailboxen. Tevens verwerpt de heer Freilich het voorstel van de heer D'Amico om de overdraagbaarheid van e-mailadressen ook na de periode van achttien maanden kosteloos te verzekeren. Tot slot, gaat de heer Freilich in op enkele amendementen van mevrouw Dierick. Hij merkt op de gevraagde adviezen van het BIPT over deze amendementen eerder kritisch zijn.

Wat de door mevrouw Dierick voorgestelde blokkering van inkomen­de oproepen betreft, wijst de heer Freilich erop dat spammers zeer frequent van nummer veranderen. Net als de heer Gilissen is ook hij ervoor gewonnen om de blokkering centraal te regelen. Ook het BIPT heeft kritiek op dit amendement dat de operatoren er de facto toe zou verplichten zwarte lijsten van nummers bij te houden voor iedere burger. De FOD Economie pleit in zijn advies eveneens voor een gezamenlijke oplossing voor het probleem van de frauduleuze nummers.

Het amendement van mevrouw Dierick dat ertoe strekt te bepalen dat de communicatie van de internetdienstaanbieders niet slechts schriftelijk maar bovendien in een heldere, gedetailleerde en gemakkelijk toegankelijke vorm dient te gebeuren kan wel op instemming van de heer Freilich rekenen.

Tot slot, gaat de heer Freilich in op het amendement van mevrouw Depraetere dat beoogt de vergoeding voor het doorsturen van e-mails door de vroegere operator na 18 maanden te limiteren tot 10 % van het goedkoopste door de operator aangeboden internetabonnement. De heer Freilich is het ermee eens dat de prijs van de vergoeding moet worden geplafonneerd maar vindt dat dit beter met een vast bedrag gebeurt. De heer De Vuyst van de PVDA is het niet eens met de stelling van de heer Freilich dat de wetgever een operator geen gratis dienstverlening kan opleggen.

De heer Freilich roept de commissieleden op om zich goed te beraden over het amendement van mevrouw Dierick dat beoogt inbreuken op de gewijzigde bepalingen, waaronder de bepalingen inzake de maximale wachttijd bij klantendiensten, strafbaar te stellen. Een operator zou zo immers een boete kunnen krijgen wanneer een consument langer dan 2,5 minuten moet wachten om de klantendienst te bereiken. Het lid vindt dit buitensporig en vraagt of de commissieleden werkelijk een maatschappij willen creëren waarin ondernemerschap gecriminaliseerd wordt en het niet respecteren van een maximale wachttijd voor de klantendienst bestraft kan worden met een boete tot 50.000 euro.

Mevrouw Verhelst van Open Vld ziet geen echte samenhang tussen het initiële wetsvoorstel dat handelt over de overdraagbaarheid van e-mailadressen en de amendementen van mevrouw Dierick die betrekking hebben op zaken als de telefonische wachttijd bij operatoren.

De medewerkster van de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheids­bedrijven, Telecommunicatie en Post licht het advies van de minister over het wetsvoorstel en de ingediende amendementen toe.

De belangrijkste opmerking over het initiële wetsvoorstel is dat het opnemen van de voorgestelde wijzigingen in de praktijk eigenlijk niets zou veranderen. Er moet worden vermeden slapende e-mailadressen te creëren. Zowel de operatoren als het BIPT hebben de minister bevestigd dat het individueel blokkeren van bepaalde vaste nummers op netwerkniveau technisch niet mogelijk is. De technische onhaalbaarheid is een op zichzelf reeds doorslaggevend aspect. Los daarvan is er ook twijfel over de effectiviteit van deze maatregelen.

De heer Christophe Lacroix van de PS verneemt dat de minister werkt aan een grote hervorming van de telecomwetgeving bij de omzetting van de EECC. Hij acht het dan ook niet aangewezen dit wetsvoorstel nog verder te steunen.

De heer Erik Gilissen van Vlaams Belang stelt dat de uiteenzetting van de medewerkster van de minister enigszins een nieuw licht werpt op de zaak. Op zich is de Vlaams Belangfractie dit wetsvoorstel echter wel genegen.

Mevrouw Melissa Depraetere stelt dat als de indiener dit voorstel aansluitend ter stemming zal voorleggen, zij het niet meer zal goedkeuren en haar amendementen zal intrekken.

De heer Denis Ducarme van de MR vindt het voorliggende wets­voorstel dat de bescherming van de consument nastreeft verdien­stelijk. Ook de meerderheid jaagt die doelstelling na, maar zij beoogt dat in een ruimere context te doen.

De heer Michael Freilich toont een filmpje waarin te zien is hoe verschillende commissieleden van partijen die thans de meerderheid uitmaken zich positief uitlieten over dit wetsvoorstel tijdens eerdere besprekingen in de commissie. De heer Freilich heeft begrip voor de ongemakkelijke situatie waarin de commissieleden van de meerderheid zich bevinden. Hij stelt dan ook voor zich te onthouden bij de stemming.

De heer Freilich dringt aan op de stemming na zovele maanden van bespreking en na talrijke adviezen.

De amendementen nrs. 1 tot 6 en amendement nr. 11 van CD&V en de sp.a worden uiteindelijk teruggetrokken. Wij gaan tot de stemming over.

Artikel 1, dat een standaardartikel is en waar dus ook geen opmer­kingen over gemaakt werden, wordt tijdens de bespreking verworpen met zes stemmen voor, van de N-VA, Vlaams Belang en het cdH, en acht stemmen tegen, van de meerderheidspartijen.

Derhalve wordt het gehele wetsvoorstel als verworpen beschouwd en moet er niet meer gestemd worden over de verdere artikelen en het geheel van dit wetsvoorstel.

Tot zover mijn verslag.


Michael Freilich N-VA

Mijnheer Gilissen, ik feliciteer u vooreerst voor de correcte weergave van de moeilijke zes maanden, die we nodig hadden om onderhavig wetsvoorstel door het Parlement te loodsen.

Mevrouw de voorzitster, collega's, wat hier vandaag voorligt, is eigenlijk een wetsvoorstel over de opheffing van de werking van dit Huis. U werpt wellicht op dat de titel daar niet over spreekt, maar wel over de overdraagbaarheid van e-mailadressen. Sta mij toe om dat even nader toe te lichten.

Het wetsvoorstel strekt er inderdaad toe dat men bij verandering van provider zijn e-mailadres kan meenemen. Dat is heel handig. Wie ooit van telecomprovider is veranderd – wie niet – en bijvoorbeeld overgestapt is van Orange naar Proximus, zal beamen dat het handig is om zijn gsm-nummer mee te nemen. Waarom kan dat dan niet voor het e-mailadres?

Op 12 november 2019 e-mailde de heer Rob Van Heukelom mij dat hij een probleem had. Hij had namelijk een betere deal gevonden dan dewelke hij had met zijn provider, maar hij kon eigenlijk niet overstappen, omdat hij al 15 jaar bij zijn provider abonnee was, zijn vrienden en familie in binnen- en buitenland zijn e-mailadres kenden en hij hen bij een eventuele overstap niet meer zou kunnen contacteren. Bovendien had hij op heel wat websites met dat e-mailadres een account gemaakt. Hij wees erop dat hij, als hij zijn e-mailadres niet mocht meenemen bij de overstap naar de andere provider, er niets anders op zat dan bij de oude provider te blijven, ook al zou hem dat meer kosten.

Mijn voorstel was dus heel simpel, namelijk om een regeling uit te werken voor de meeneembaarheid van de e-mailadressen. In het begin genoot mijn wetsvoorstel, dat ik indiende toen er nog geen sprake was van de paars-groene regering, heel wat steun, maar dit is natuurlijk het Parlement. Initieel was iedereen laaiend enthousiast. Ik krijg normaal gezien niet veel complimenten van PTB, PS en Ecolo, maar mijn voorstel steunden ze allemaal. Ik dacht dus dat het niet meer stuk kon, maar ik was iets te naïef.

Er werd een nieuwe regering geïnstalleerd en alle trucs werden uit de kast gehaald om het wetsvoorstel toch niet mee goed te keuren. Plots was het contraproductief. Een ander veelgehoord argument was dat de minister daarvoor een regeling zou moeten uitwerken in de nieuwe telecomwet, die zij over enkele maanden zou voorstellen. Verschil­lende partijen vroegen zelfs het parlement de werkzaamheden ter zake stop te zetten en de uitwerking van een regeling over te laten aan de minister in de nieuwe telecomwet. Het commissiewerk was dus eigenlijk helemaal niet nodig. Het volstond om een keer per week naar het Parlement te komen om te stemmen. Al de rest mochten wij in handen laten van de regering.

Dat is bijzonder vreemd gezien de reacties voordien van enkele collega's, die ik zelfs zal citeren. Zo was mevrouw Dierick van de CD&V laaiend enthousiast. Zij vond het een heel leuk wetsvoorstel: "Wij zijn ook tevreden dat dit op de agenda staat en onderschrijven zeker en vast de doelstellingen ervan."

"Sur le fond pas de souci évidem­ment. Aucun souci avec le texte et les amendements". Mevrouw Depraetere vond het een zeer nuttig voorstel: "Wij zijn tevreden dat het is ingediend." Le collègue Vanden Burre: "En termes de droit des consommateurs, c'est un pas qui va pour nous dans la bonne direction et nous soutiendrons le texte. Merci à tous ceux qui ont pris l'initiative". Graag gedaan. Tot slot was er Patrick Prévot van de PS. Il a dit: "Nous pouvons déjà pleinement souscrire en tout cas à l'idée ou à la philosophie de cette proposition de loi. Nous allons donc voter pour le texte". Fantastisch! "Nous allons voter pour le texte". Hij is er niet, spijtig.