Proposition 55K3132

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi portant insertion du livre XIX "Dettes du consommateur" dans le Code de droit économique.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Feb. 7, 2023
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
consumer protection consumer credit debt

⚠️ Voting data error ⚠️

This proposition is missing vote information, which is caused by a bug in the heuristic algorithms. As soon as I've got time to fix it, the votes will be added to Demobel's database.

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

April 27, 2023 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


President Eliane Tillieux

De rapporteurs, de dames Dierick en Van Bossuyt en de heren Van Lommel, Vanden Burre en Patrick Prévot, verwijzen naar het schriftelijk verslag.


Anneleen Van Bossuyt N-VA

Mevrouw de voorzitster, er werd wel heel lang in de commissie voor Economie gediscussieerd over onderhavige wetteksten, die een nobel doel dienen, namelijk een overmatige schuldenlast bij consumenten tegengaan. Voor onze partij was daarbij een belangrijk uitgangspunt het evenwicht te bewaren tussen enerzijds de bescherming van de consument en anderzijds de contractuele vrijheid van de ondernemingen.

Het staat buiten kijf dat de strijd tegen een overmatige schuldenlast bij consumenten lovenswaardig is en ook wij willen daar onze schouders onder zetten. Alleen hebben wij onze twijfels of met het voorliggende wetsontwerp die doelstelling helemaal bereikt zal worden. Vandaar dat we ook amendementen in commissie hebben ingediend en nu in plenaire vergadering heringediend.

Waarnaar wij allemaal streven, is dat het schadebeding waarmee de consument geconfronteerd wordt, evenredig en evenwichtig is en in verhouding staat tot de reële schade.

In de praktijk zien wij jammer genoeg dat daar niet altijd op die manier mee wordt omgegaan. We stellen misbruiken vast en sommige ondernemingen leggen consumenten disproportionele schadebedingen op. Wij moeten natuurlijk de excessen aanpakken; daar zijn we het allemaal over eens.

Een ander uitgangspunt in de bespreking voor ons was dat de nieuwe regeling de snelle opeenstapeling van schulden en kosten aanpakt. Ook de transparantie van de kosten moet verhoogd worden. De consument moet onder andere geïnformeerd worden over de oorsprong van de kosten en de berekening ervan.

Anderzijds blijft het een heel belangrijk uitgangspunt dat men facturen, dus gemaakte schulden, betaalt. Iedereen in de commissie was het er wel over eens dat men een aangegane schuld moet betalen, maar dat vindt men niet terug in het dispositief van het wetsontwerp. Schulden verdwijnen immers niet als ze niet betaald worden. Integendeel, ze zullen zich enkel opstapelen.

Misbruiken kunnen niet door de beugel en moeten kordaat worden aangepakt. We vinden daarvoor vast en zeker een aantal positieve elementen terug in het wetsontwerp. Zo wordt er een kosteloze betalingsherinnering gestuurd naar de consument. We hebben het allemaal wel al eens meegemaakt dat we te goeder trouw een factuur vergeten te betalen. Het kan dan ook niet de bedoeling zijn dat men daarvoor meteen afgestraft wordt.

Een ander positief element is dat er een plafonnering wordt ingevoerd van de invorderingskosten en van de schadebedingen. Dat plafond was absoluut nodig en dat is ook goed. De enige opmerking die wij hierbij maakten en waarvoor we ook een amendement indienden, is het feit dat het plafond voor de laagste schijf van schulden te laag is. Als men als onderneming immers een schuld moet invorderen, maakt men ook bepaalde kosten, zoals de kosten voor de verzending van een aangetekende brief, waarvoor men ook personeel moet inzetten. Het is belangrijk om te vermijden dat ondernemingen tot een gerechtelijke invordering zouden overgaan. Dat is immers ook een belangrijk element om te vermelden. Het gaat hier om een minnelijke invordering. We moeten bewerkstelligen dat er zoveel mogelijk via minnelijke invorderingen wordt gewerkt. Met gerechtelijke invorderingen gaan namelijk heel veel kosten gepaard. Doordat het plafond zo laag wordt gezet, vrezen we dat de stap naar de gerechtelijke invordering verkleind wordt, waardoor de kosten enkel groter zouden kunnen zijn.

Nog een positief element is dat de voorliggende wetgeving zal kunnen gelden als lex generalis en dat de meer specifieke regionale, sectorale regelgeving onverlet blijft. Dat wordt wel vernoemd in de overwegingen, maar is niet in het dispositief ingeschreven. Vandaar dat we een amendement hebben ingediend, zodanig dat dat zeker voor iedereen duidelijk is.

Dat neemt niet weg dat we vraagtekens plaatsen bij enkele elementen van het wetsontwerp en eraan twijfelen of het wetsontwerp wel zijn doelstelling bereikt. Wij mogen bijvoorbeeld niet onderschatten wat de impact kan zijn van een betalingsachterstand van een consument op een onderneming zelf. Ondernemingen moet vaak zelf een bedrag voorschieten. Het kan absoluut niet de bedoeling zijn dat een onderneming bankier moet spelen voor haar klanten. De wachttermijn die ingaat alvorens er invorderingskosten kunnen worden gevraagd, wordt in het wetsontwerp op 14 dagen bepaald, maar wij zouden die via een amendement graag verminderen tot 7 dagen. Dat is absoluut voldoende voor de consument die zich nog in orde zou willen stellen. Zo vermijden wij ook liquiditeitsproblemen bij ondernemingen. Als wij dat niet doen en een langere termijn behouden, kunnen de schulden zich ook bij de betrokken consument opstapelen. Zo helpen we die consument, die vaak al in een schuldenspiraal zit, absoluut niet.

Wij vrezen ook – ik herhaal het – dat de drempel voor de gerechtelijke invordering en de daarmee gepaard gaande hogere kosten, lager wordt. Dat moeten we absoluut vermijden.

Daarmee heb ik onze belangrijkste bezorgdheden geuit. Wij staan zeker volledig achter de nobele doelstelling van het ontwerp. Excessen moeten worden vermeden, maar wij vragen ons af of wij met het voorliggende wetsontwerp de overmatige schuldenlast bij consumenten voldoende zullen kunnen aanpakken. Onze fractie zal zich bijgevolg onthouden bij de stemming.


Albert Vicaire Ecolo

Mesdames, messieurs, chers collègues, aujourd’hui, nous parlons des contrats de consommation c’est-à-dire ceux conclus entre une entreprise, un commerçant, un professionnel et un consommateur. L’un est forcément plus au courant des lois et des règles que l’autre. Il est important d’équilibrer les rapports de force entre les parties si, comme Ecolo-Groen le veut, nous voulons un monde plus juste. Il ne s’agit pas ici de déresponsabiliser le consommateur. Il devra payer. L’échéance reste l’échéance. Le texte qui vous est proposé est rendu nécessaire car certaines entreprises ont construit un business model basé sur les bénéfices générés par les pénalités sur le paiement. Lorsque le consommateur client d’une de ces entreprises a un retard de paiement, les cascades de sanctions actuelles peuvent très rapidement le plonger dans une situation inextricable dont nos services d’aide sociale sont trop souvent témoins. L’association Test-Achats a souvent décrié le problème.

Comme mentionné dans l’accord de gouvernement, ʺdans le cadre de la lutte contre le surendettement, le gouvernement prendra des mesures pour réduire les coûts liés au recouvrement judiciaire amiable des dettes. Cela implique à la fois des coûts liés à l’intervention du professionnel chargé de récupérer une somme et des coûts liés à la procédure elle-mêmeʺ. Le texte proposé a principalement pour but d’imposer un premier rappel gratuit de la dette impayée, de prévoir un délai de 14 jours calendrier avant que tout intérêt de retard et/ou indemnité ne puissent être réclamés et de limiter strictement les clauses indemnitaires qui pourraient être appliquées en cas de retard de paiement ou de défaut de paiement. Ces règles s’appliquent sans exception à tout retard de paiement d’une dette d’un débiteur à l’égard d’une entreprise.

Pour nous, le terme "sans exception" est important pour éviter de vider le texte de toute substance. On pense alors aux sociétés qui facturent tous les mois, par exemple les fournisseurs d'électricité, de gaz ou de téléphone. Le texte précise que ce rappel n'est gratuit que s'il n'est pas envoyé plus de trois fois par an. En effet, il ne faut pas non plus tirer sur la corde… Un délai de 15 jours court avant que des intérêts de retard ne soient dus. Ces intérêts sont eux-mêmes limités en fonction du taux directeur déterminé par la Banque-Carrefour des Entreprises (BCE). Des verrous sont donc instaurés en vue d'empêcher ce modèle commercial partout.

En outre, force est de constater que les clauses indemnitaires sont souvent excessives et ne correspondent manifestement pas au préjudice subi. Le texte proposé limite les indemnités au préjudice subi et limite donc le caractère punitif que les clauses indemnitaires n'auraient jamais dû présenter.

Afin que les choses soient claires, voici quelques précisions: une demande visait à exclure les microentreprises de ce texte. Je pense d'ailleurs que Mme Van Bossuyt a introduit un amendement en ce sens. Cette nouvelle définition impliquerait l'entrée d'un cheval de Troie dans le projet de loi. En effet, on connaît les entreprises et leur créativité lorsqu'il s'agit de remplir les conditions pour échapper à une règle. Il y a toutefois une différence entre les PME et les grandes entreprises dans le texte en ce qui concerne le début de la période de calcul des intérêts.

Enfin, c'est parce que le texte proposé vise à aider les personnes fragiles à sortir de la spirale de l'endettement que le groupe Ecolo-Groen soutiendra ce texte. Je vous remercie pour votre attention.


Patrick Prévot PS | SP

Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, nous nous réjouissons de voir enfin aboutir ce projet de loi. Celui-ci constitue un véritable progrès, notamment sur le plan de la protection du consommateur et de la lutte contre le surendettement, et fait suite à un long travail entrepris par ce Parlement. Comme socialistes, nous le défendons depuis de très nombreuses années. À cette occasion, j'ai eu le plaisir de travailler avec mes collègues Melissa Depraetere et Leen Dierick pendant de très nombreux mois. Je tiens donc à les remercier pour leur travail accompli dans ce dossier. Puis, celui-ci a été repris par le gouvernement. Le ministre Dermagne a fait preuve de volontarisme, a pris son bâton de pèlerin et a tenté d'aboutir à un texte équilibré – celui qui nous est présenté aujourd'hui et dont nous nous réjouissons, au regard de la protection du consommateur.

Le projet de loi reprend plusieurs lignes de force qui se trouvaient dans les textes élaborés et discutés par le Parlement durant de longues années. Il prévoit tout d'abord un plafonnement des frais de rappel. C'est un véritable progrès. Voilà plusieurs années que je travaille sur ce dossier et je puis vous dire que j'ai recueilli des centaines d'exemples de factures – par exemple, pour une place de parking impayée – qui avaient déjà explosé avant même le premier rappel. Une dette initiale de 15 ou 20 euros pouvait très rapidement être multipliée par cinq ou dix. Ce n'était évidemment plus acceptable. Nous nous sommes rendu compte que certains organismes de recouvrement et certains huissiers de justice pratiquaient un véritable commerce de la dette. Il fallait donc y mettre fin. Ce sera chose faite au moyen de ce plafonnement.

J'en viens à la deuxième avancée majeure – figurant, du reste, dans l'accord de gouvernement –, à savoir le principe du premier rappel envoyé au consommateur qui sera désormais gratuit. À sa réception, ce dernier disposera de 14 jours pour se mettre en ordre – délai au cours duquel aucun frais ne pourra être réclamé. Il s'agissait aussi d'une demande forte des organisations de défense et de protection des consommateurs, telles que Test Achats. Le but était de les laisser respirer en évitant de les accabler dès l'envoi du premier rappel. Ce sera donc également chose faite.

Un troisième élément nous paraissait également essentiel, à savoir mieux contrôler les huissiers de justice et les avocats qui pratiquent le recouvrement amiable. Aujourd'hui, il y a une espèce d'entre-soi puisque tant les avocats que les huissiers de justice s'autocontrôlent ou sont contrôlés par leur ordre. Comme socialistes, nous trouvions qu'il fallait un véritable organe de contrôle indépendant. Dès lors, demain, ils seront sous le contrôle du SPF Économie, ce qui sera beaucoup plus intéressant en cas d'abus. Il y aura un vrai contrôle indépendant. Les abus émanent d'une minorité mais jettent, comme souvent dans ce genre de dossiers, l'opprobre sur l'ensemble de la profession. Ces abus pourront être mieux contrôlés dorénavant par le SPF Économie.

Enfin, ce projet de loi met également en place des mécanismes qui permettront d'aider les personnes qui cherchent de bonne foi à honorer leurs dettes. Quand une personne rencontre des difficultés à payer et qu'elle cherche à les surmonter en demandant de l'aide, nous trouvons qu'il ne sert à rien de lui mettre systématiquement la tête sous l'eau. Ce projet va permettre au débiteur d'activer un bouton "stop" dans les démarches de recouvrement. Quand le consommateur sollicitera un délai de paiement ou un plan d'apurement, quand il fera appel à un médiateur de dettes ou qu'il introduira une procédure de règlement collectif de dettes ou encore quand il contestera sa dette de manière motivée, il sera possible d'appuyer sur un bouton "stop". Pendant cette période, il y aura une espèce de standstill où on ne pourra pas continuer à accabler le consommateur avec de nouvelles dettes.

Comme je l'ai dit, en tant que socialiste je suis très heureux de voir ce projet de loi enfin aboutir. Ce projet était fortement attendu par Test Achats mais aussi par le Réseau de lutte contre la pauvreté et d'autres encore. Cela permettra, je l'espère, de lutter encore plus efficacement demain contre le surendettement. Je remercie une nouvelle fois le ministre Dermagne pour son volontarisme dans ce dossier.

Vous l'aurez compris, madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, c'est avec beaucoup d'entrain que nous voterons ce texte tout à l'heure.


Reccino Van Lommel VB

Mevrouw de voorzitster, collega’s, ik heb met betrekking tot dit wetsontwerp uitgebreid gesproken in de commissie. Ik zal mij vandaag dan ook beperken tot een synthese.

Sta mij toe te zeggen dat dit een dossier is dat ondertussen al verschillende jaren meegaat in dit Parlement. Reeds in september 2020, voor de vorming van de federale regering, lagen er in de commissie diverse wetsvoorstellen ter behandeling voor. Het feit dat het toen niet goedgekeurd is geraakt, betekent dat het geen eenvoudig dossier is. Op een gegeven moment is een wetsvoorstel tot in de plenaire vergadering geraakt, maar het werd toen vanwege een amendement teruggestuurd naar de commissie en is nooit meer teruggekomen.

Er moet nochtans effectief iets gebeuren om de consumenten te beschermen. Incassobureaus, gerechtsdeurwaarders en advocaten worden rijk op de kap van de consument, dat is een feit dat als een paal boven water staat. Heel wat incassobureaus hebben zelfs hun businessmodel daaraan aangepast. Daarom moet dat keihard aangepakt worden. Dat gebeurt ook met dit wetsontwerp.

Het feit dat er in 2020 over de wetsvoorstellen geen akkoord werd gevonden, had natuurlijk wel een aantal redenen. Een van de redenen toen was dat het bijzonder moeilijk is om een gezonde balans te vinden en om ervoor te zorgen dat de slinger niet te ver doorslaat. Het is goed dat de eerste betalingsherinnering gratis is, dat de verwijlintresten geplafonneerd worden en dat er een bovengrens wordt bepaald voor de forfaitaire vergoeding. De voorwaarde moet dan echter wel zijn dat het kostendekkend is. Dat is toch een minimumvoorwaarde. Er mag niet overdreven worden, maar het moet wel kostendekkend zijn. Dat blijft voor mij ergens toch wel een vraagteken in dit wetsontwerp.

Een eerste gratis herinnering kan goed zijn voor wie bijvoorbeeld op vakantie is geweest en zijn factuur heeft gemist of voor iemand die door een vergetelheid de factuur niet heeft betaald. Die kan dat hiermee rechtzetten.

Wat we hier nu doen, is die eerste gratis herinnering voorzien voor drie verschillende facturen per jaar. Het kan echter niet de bedoeling zijn dat de consument zijn gedrag op een of andere manier gaat aanpassen en iets nonchalanter zou worden in het betalen van zijn facturen. In eerste instantie moeten facturen immers nog altijd op tijd betaald worden, dat lijkt mij de evidentie zelve. Tegenover een factuur staat een prestatie en die moet binnen de voorziene termijn betaald worden.

Ik ben vooral bezorgd vanwege het debat dat we daarover hebben gevoerd in de commissie. Op een gegeven moment zei men dat deze regeling ook goed is voor mensen die niet rondkomen, voor mensen wier koopkracht is aangetast en die de eindjes aan elkaar moeten knopen. Die problemen lost men echter niet op met wetsontwerpen zoals deze, daarvoor zijn andere maatregelen nodig. Koopkrachtproblemen lost men niet op door enkel en alleen de schuldenindustrie aan te pakken en te zeggen dat men een gratis eerste herinnering krijgt en daarna nog twee weken de tijd heeft om te betalen. Voor men het weet, zit anders bij terugkerende facturen, dus voor prestaties die elke maand worden geleverd, de volgende envelop al in de brievenbus terwijl de vorige nog maar net of zelfs nog niet betaald is. We moeten erover waken dat die mensen niet in een neerwaartse spiraal terechtkomen.

Ondernemingen mogen ook niet fungeren als een soort bank. Bedrijven moeten immers ook waken over hun cashflow. Ik begrijp dat het vaak gaat om iets kleinere facturen, om de meest voor de hand liggende facturen, zoals ziekenhuis- of telecomfacturen, maar deze regel geldt evenzeer voor facturen van meerdere duizenden euro’s. Als een kleine onderneming een aantal openstaande facturen heeft, dan houdt dat ook een risico in voor de cashflowpositie.

Ik begrijp dat er een bepaalde groep bedrijven is die men met dit wetsontwerp wil aanpakken. We moeten wel vermijden dat bedrijven dit in hun prijzen gaan incalculeren, zaken gaan doorrekenen of zelfs gaan anticiperen op betalingstermijnen door die in te korten. Dat zou immers een tegenovergesteld effect kunnen hebben.

We weten ook dat Vlaanderen een typisch kmo-land met heel wat kleine ondernemingen is. We moeten ook aan die impact durven te denken.

Ik hoorde de collega’s van Ecolo verder zeggen dat de ondernemingen bijzonder creatief zijn. Dat is waar, maar ik denk dat we altijd moeten uitgaan van de goede bedoelingen van zowel bedrijven als consumenten.

Hoe dan ook, we steunen de finaliteit van dit wetsontwerp wel. We hebben het daarom ook goedgekeurd in de commissie. We doen dit ter bescherming van de consument, maar wel met een kritische blik op de inhoud.

Wetgeving goedkeuren is één zaak, maar controle is minstens even belangrijk. In dit wetsontwerp is ingeschreven dat de FOD Economie de ingeschreven schuldinvorderaars op geregelde basis voldoende zal controleren. De minister zei in de commissie dat dit gemiddeld één keer in de vijf jaar zou zijn. Ik kan alleen hopen dat er hard zal worden opgetreden, want zelfs wetgeving houdt hardleerse invorderaars vaak niet tegen.

Daarom wil ik van de regering graag een bijkomend engagement vragen om de regeling die vandaag ter stemming voorligt binnen afzienbare tijd te evalueren, om te bekijken in welke mate die nog kan worden bijgesteld, want er zullen waarschijnlijk nog kinderziektes zijn. Een verder bijstelling zal waarschijnlijk wenselijk zijn. Ik neem aan dat u dat engagement zeker en vast zult willen aangaan, mijnheer de minister.


Leen Dierick CD&V

Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega’s, voor elektriciteit, verwarming, gsm, internet en tv, maar eventueel ook voor huur, school of kinderopvang, ontvangen wij allemaal bijna maandelijks een factuur. Neem daarbij nog een verkeersboete hier of een ziekenhuisonderzoek daar of een jaarlijkse factuur voor verzekeringen en we komen al snel aan ongeveer tien facturen die een standaardgezin elke maand moet betalen.

Sommige facturen zijn gepland. Andere facturen komen onverwachts, bijvoorbeeld bij een ziekenhuisopname. Voor de ene factuur heeft men drie weken de tijd om te betalen en voor de andere moet men al hebben betaald vooraleer de factuur effectief werd ontvangen.

Voor een consument is het dus vaak heel moeilijk om door het bos de bomen nog te zien. Voor ons is het evident dat elke factuur moet worden betaald. Mensen moeten ook worden aangespoord om hun facturen daadwerkelijk te vereffenen. De consument moet echter ook de nodige tijd krijgen om facturen effectief te betalen.

Het is niet normaal dat vandaag een onbetaalde factuur heel snel en onredelijk veel duurder wordt door alle bijkomende kosten en daarna drie keer duurder uitvalt dan het oorspronkelijke bedrag dat moest worden betaald. Het is evenmin normaal dat de vervaldatum van een factuur al voorbij is op het moment waarop de consument de factuur thuis in de brievenbus ontvangt.

Iedereen van ons kent wel dergelijke verhalen. Een tijdje geleden kreeg ik een e-mail van een persoon die een deurwaardeur achter zich aan kreeg die na verloop van jaren meer dan 2.500 euro eiste voor een parkeerboete die oorspronkelijk 40 euro bedroeg. U hoeft niet goed te kunnen rekenen om te weten dat het om het originele bedrag maal 60 gaat.

Een ander verhaal komt van iemand die een ticketje van 2,60 euro vergat te betalen. Op drie jaar tijd werd die kostprijs opgetrokken naar 1.200 euro. Dat is hallucinant.

Op die manier komen mensen – zeker zij die het al financieel moeilijk hebben – in een schuldenspiraal terecht en worden zij nog dieper in de problemen geduwd. Dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn. Dat is zeker ook niet de oplossing om mensen hun facturen te doen betalen.

Voor onze partij is het altijd al belangrijk geweest dat wij die overmatige schuldenlast aanpakken. Dat is een prioriteit geweest. Verschillende leden hebben er al naar verwezen. Nog vooraleer de huidige regering van start ging, hebben wij in 2019 een wetsvoorstel ingediend om samen met de leden van Vooruit en PS een gezamenlijk voorstel uit te werken om de problematiek aan te pakken. Ondanks het feit dat ons voorstel werd goedgekeurd in de commissie van 4 december 2019, heeft het jammer genoeg de eindstreep van de plenaire vergadering niet gehaald.

We geven echter niet snel op. Vandaag staat er een wetsontwerp op de agenda, geïnspireerd op ons voorstel en waarbij we belangrijke stappen vooruit zetten. Daar zijn we zeer trots op, want dit wetsontwerp voorziet in een aantal belangrijke principes.

Het is belangrijk dat de consument meer ruimte en tijd krijgt om een factuur te betalen en niet onmiddellijk een boete moet betalen. Door dit wetsontwerp zal de consument eerst een gratis herinnering krijgen wanneer een rekening niet op tijd wordt betaald. Daarna heeft de consument minstens veertien dagen de tijd om zijn of haar rekening alsnog te betalen vooraleer er kosten kunnen worden aangerekend.

Een ander principe is dat het gedaan is met torenhoge kosten: die kosten worden gelimiteerd. Het is belangrijk dat, wanneer na veertien dagen kosten worden aangerekend, met dit wetsontwerp wordt vermeden dat er op te laat betaalde facturen een onredelijk hoog bedrag boven op het oorspronkelijke bedrag komt. Het wetsontwerp maakt hier duidelijk komaf mee door de totale invorderingskosten te plafonneren met vaste bedragen.

Ten derde voorziet het wetsontwerp ook in de bescherming van de consument bij een minnelijke invordering. Zo zal, wanneer een consument een verzoek doet om een afbetalingsplan, de onderneming eerst een beslissing moeten nemen en geen andere maatregel van invordering nemen tot die beslissing er is. Als die beslissing niet binnen de dertig dagen wordt genomen, stoppen ook de verwijlintresten met lopen. Dat is een belangrijke beschermingsmaatregel.

Ten slotte zullen voortaan ook de gerechtsdeurwaarders en advocaten die een minnelijke invordering uitvoeren, worden onderworpen aan de controle door de Economische Inspectie. Ook dat was opgenomen in ons wetsvoorstel.

Wij steunen deze vier belangrijke principes ten volle. Wij zijn ervan overtuigd dat facturen te allen tijde moeten worden betaald. Dat is in het voordeel van zowel de consument als de onderneming. De consument heeft evenwel ook recht op voldoende tijd om die factuur te betalen. Door een consument in een schuldenspiraal te duwen, helpt men eigenlijk niemand vooruit.

Dit wetsontwerp is een belangrijke stap vooruit en zal ook vele consumenten ademruimte en duidelijkheid geven, maar daarmee is het werk niet af. In ons eigen voorstel was voorzien in een termijn voor het ontvangen van de gratis herinnering, een betaaltermijn van 30 dagen. Vandaag is er geen wettelijke termijn. Het kan 30 dagen zijn, maar ook zeven. Nochtans is er voor facturen tussen bedrijven wel een redelijke betaaltermijn vastgelegd van 60 dagen. Het zou goed zijn als in de toekomst ook heldere termijnen worden afgesproken tussen bedrijven en consumenten.

Ook de gerechtelijke invordering zou verbeterd moeten worden om te vermijden dat schuldeisers sneller tot zo'n schuldvordering overgaan. Wij hopen dat er hiervoor verdere initiatieven kunnen worden genomen.

Tot slot wil ik de collega’s van de PS en Vooruit danken voor hun constructieve samenwerking sinds 2019. Verder wil ik mijn dank betuigen aan de minister voor het opnemen van onze suggesties in het wetsontwerp, alsook voor de fijne samenwerking. Wij zijn zeer tevreden dat er stappen worden gezet en we zullen dit wetsontwerp dan ook met veel enthousiasme steunen.


Roberto D'Amico PVDA | PTB

Madame la présidente, chers collègues, comme vous le savez, avec l'explosion du coût de la vie, nous recevons de plus en plus de témoignages de gens qui ne s'en sortent plus face à leurs factures ou lorsqu'ils vont faire leurs courses. Encore très récemment, j'ai reçu un message d'une dame qui a vu le versement de sa petite pension bloqué par sa banque car elle n'avait pas remboursé une dette de 136 euros. Les factures impayées et les frais de rappel qui les accompagnent sont souvent réservés aux travailleurs les plus modestes. En effet, quand on a les moyens, on ne se prend pas trop la tête et on a la possibilité de payer ses factures.

Avec l'inflation que nous connaissons depuis plus d'un an, de plus en plus de Belges peinent à finir le mois. Ce gouvernement a refusé de bloquer le prix de l'énergie et vous avez ainsi laissé les travailleurs et les indépendants se ruiner au profit d'ENGIE qui n'a jamais réalisé autant de bénéfices dans son histoire.

Voici déjà six mois, le PTB a déposé une proposition de loi pour interdire le recouvrement forcé de factures d'énergie et, je ne vous apprends rien, vous avez rejeté l'urgence. De plus, l'ensemble des partis traditionnels ainsi que le Vlaams Belang ont indiqué que la priorité était de maintenir les saisies pour obliger les gens à payer leurs factures et à continuer à enrichir les entreprises de l'énergie.

Il faut mettre fin aux circonstances aggravantes qui enfoncent davantage les personnes en situation de précarité. Le texte que le gouvernement nous présente aujourd'hui comporte des éléments positifs avec le premier rappel de paiement gratuit et des frais plafonnés. Mais il y a encore beaucoup de travail pour que nous mettions fin à l'appauvrissement des travailleurs qui font face à des factures toujours plus chères et à une poignée de profiteurs qui s'enrichissent grâce à l'explosion des prix. Cela passera par la possibilité de contrôler les prix, de taxer davantage les profits et surprofits et aussi d'empêcher toute saisie aggravant la situation de précarité. Nous avons déposé plusieurs textes allant dans ce sens et nous allons continuer.


Melissa Depraetere Vooruit

Mevrouw de voorzitster, er zijn al veel inhoudelijke dingen gezegd en ik wil graag nog een paar dingen aanstippen.

Het uitgangspunt is vooreerst dat een factuur altijd betaald moet worden, zoals mevrouw Van Bossuyt al zei. Dat is een evident uitgangspunt. Ik zie de minister bevestigend knikken. Als dat niet zo letterlijk in de tekst staat, is dat natuurlijk wel het eerste waaraan men denkt.

In drie vaak voorkomende situaties is dat uitgangspunt echter moeilijk en daaraan moet deze wetgeving tegemoetkomen.

Ten eerste kan de betaling van de factuur worden vergeten. Het overkomt iedereen wel eens dat een factuur blijft liggen en niet op tijd wordt betaald. Al heel snel, soms al na een paar dagen, leidt dat tot grote bijkomende kosten. Daarmee wordt komaf gemaakt.

Ten tweede hoor ik steeds vaker dat er, wanneer een incassobureau, een gerechtsdeurwaarder of een advocaat wordt ingeschakeld, aangetekende zendingen worden gestuurd, maar die worden niet altijd ontvangen. Dat lijkt op misbruik, of alleszins verlopen de zaken niet altijd correct. Mensen zien een factuur van 50 euro daardoor plots toenemen tot 700 euro, aangezien ze zogenaamd op verschillende momenten aan de openstaande betaling werden herinnerd. Dat laatste blijkt in de feiten dus niet altijd te kloppen. Dat tweede probleem doet zich steeds vaker voor.

Ten derde is een hele hoop mensen in een schuldenspiraal terechtgekomen, voor een groot deel natuurlijk door die bijkomende kosten, in gevallen waarin een factuur snel met honderden euro’s oploopt. Wanneer er dan enkele weken later alweer een nieuwe factuur komt, bijvoorbeeld een energiefactuur, dan wordt het heel moeilijk om uit die spiraal te geraken.

Mijnheer Van Lommel, u hebt terecht gezegd dat de koopkracht niet beschermd zal worden door onderhavig wetsontwerp. Dat is correct. Voor de koopkrachtbescherming werden andere maatregelen genomen, zoals de verhoging van de minimumlonen en de minimumpensioenen, en de indexering. De koopkracht is in ons land het best beschermd in heel Europa.

De bescherming van de koopkracht rust op twee elementen: ten eerste, een verhoging van de inkomens, zoals voor een groot deel is gebeurd – al kan het nog beter –, en ten tweede, een verlaging van de facturen. We hebben de energiefacturen bijvoorbeeld al verlaagd. Dat neemt niet weg dat verschillende facturen telkens een grote hap uit het budget van gezinnen nemen, bijvoorbeeld een schoolfactuur in september. Als een consument die factuur niet onmiddellijk kan betalen, is het gewoonweg niet fair dat die zo ongelooflijk snel oploopt en dat mensen in de miserie geraken.

Het is ook gewoon een feit dat bepaalde incassobureaus, gerechtsdeurwaarders enzovoort – zeker niet allemaal, want het is niet de bedoeling om iedereen over dezelfde kam te scheren – daar schaamteloos misbruik van maken en daar een verdienmodel op hebben gebouwd.

De goede elementen in het ontwerp werden al vermeld door de andere sprekers: de gratis herinnering, het plafond, de betere controle en de 14 dagen tijd. Dat zijn allemaal zaken die in het eerdere voorstel van de PS, Vooruit en cd&v al aan bod kwamen. Voor mij was dat eerste voorstel in 2019 ook mijn eerste wetgevend werk. We hebben destijds keihard onderhandeld, met elkaar, met de andere leden van de commissie en met heel veel belangenorganisaties. Wij hebben toen vele uren samengezeten en het voorstel werd uiteindelijk ook goedgekeurd in de commissie, tot tweemaal toe, maar niet in de plenaire vergadering. Ik dacht toen al meteen te stoppen in het Parlement, omdat dat werk zo weinig had opgeleverd, maar vier jaar later zijn wij toch tot een akkoord gekomen. Het is positief dat al die stappen zijn gezet.

Het mag gezegd worden, mijnheer de minister: u bent geslaagd in hetgeen waar wij niet in geslaagd zijn in het Parlement. Dat komt omdat er natuurlijk ook heel veel tegenkanting tegen het ontwerp is. Ik had dat zelf onderschat en was daar misschien wat naïef in, maar er bestaan natuurlijk bepaalde verdienmodellen en er zijn heel veel mensen die er belang bij hebben om winst te maken op de kap van mensen die hun factuur niet kunnen betalen. We hebben dat probleem allemaal vastgesteld en weten ook dat er een oplossing voor bestaat – hoewel die misschien complex is, betekent ze toch zeker stappen vooruit. Het is dan ook heel frustrerend dat wij dat vier jaar geleden niet hebben kunnen doen, maar pas vandaag. Alle lof voor het werk dat u hebt voortgezet, mijnheer de minister.

De oplossing is natuurlijk complex. Ik begrijp dat daar heel veel vragen over zijn en ik heb er zelf ook nog veel vragen over. Sommigen zijn immers zo creatief en inventief, dus de cowboys in de sector zullen ongetwijfeld wel weer een uitweg vinden. Net daarom is het belangrijk dat er niet enkel dit wetsontwerp komt, maar dat er ook in de gerechtelijke fase nog stappen worden gezet. Eigenlijk mag daar zelfs niet te veel tijd tussen zitten, want anders vinden zij allemaal weer hun weg naar nieuwe methodes. Ik doe dus ook een oproep om minister Van Quickenborne nog eens aan te vuren om daar snel werk van te maken, anders zal het ontwerp, waarin toch belangrijke stappen worden gezet, aan belang verliezen.

Het is duidelijk dat onze fractie het wetsontwerp met veel enthousiasme zal steunen. Ik wil de collega’s van de PS en cd&v alsook de andere commissieleden danken, want wij hebben hieromtrent heel constructief gedebatteerd en samengewerkt.


Ministre Pierre-Yves Dermagne

Madame la présidente, à mon tour, je souhaite remercier les parlementaires pour le travail qui a été réalisé.

Mme Depraetere vient de me remercier pour le travail que j'ai moi-même réalisé mais je dois vous avouer que ce travail – et ce succès – n'aurait pas été le mien si je n'avais pu me baser sur le travail parlementaire réalisé. Je voudrais avant tout remercier les parlementaires du groupe PS, de Vooruit et du cd&v pour la proposition initiale qui a servi de base au travail de mes équipes et de moi-même. Je remercie aussi les parlementaires de l'opposition pour l'approche constructive qui a été la leur lors des travaux en commission et dans leurs propos aujourd'hui.

Ik meen dat dit een goed voorbeeld was van constructieve samenwerking tussen de regering en het Parlement. Misschien kan het een voorbeeld vormen voor andere dossiers.

Mijnheer Van Lommel, ik meen ook dat een evaluatie van de effecten van deze tekst nodig zal zijn. Daar engageer ik mij natuurlijk voor.

Ik dank iedereen voor de goede samenwerking.