Projet de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité.
General information ¶
- Submitted by
- Vivaldi
- Submission date
- Jan. 10, 2023
- Official page
- Visit
- Status
- Adopted
- Requirement
- Simple
- Subjects
- electrical energy energy policy energy storage
Voting ¶
- Voted to adopt
- Groen CD&V Vooruit Ecolo LE PS | SP Open Vld N-VA LDD MR VB
- Abstained from voting
- DéFI PVDA | PTB
Contact form ¶
Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.
Discussion ¶
Feb. 9, 2023 | Plenary session (Chamber of representatives)
Full source
Rapporteur Bert Wollants ⚠
Mevrouw de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.
Collega’s, dit wetsontwerp is een jammere zaak, want het ligt nu opnieuw ter goedkeuring voor, alleen maar omdat men destijds niet bereid was te luisteren. We hebben toen in de plenaire vergadering nog gewaarschuwd dat indien men dat zou doorvoeren zonder respect voor de bevoegdheidsverdelende regels, men in de problemen zou komen en op een clash zou afstevenen, waarna men de zaken weer zou moeten aanpassen. We hebben ondertussen begrepen dat er naar aanleiding van die discussie een aantal overeenkomsten gevonden werden en dat men een consensus heeft bereikt over de manier van aanpak.
Dit wetsontwerp is eigenlijk de vertaling van die consensus. Ik kan er alleen maar voor pleiten dit soort trajecten in de toekomst op een andere manier af te leggen, in plaats van eerst eenzijdig iets trachten door te duwen om vervolgens tot de vaststelling te moeten komen dat men moet samenzitten om een akkoord te bereiken. Men zou dus ook eerst kunnen proberen om een akkoord te sluiten vooraleer men een wet aanneemt in het Parlement. Maar het is uw taak om te onderzoeken op welke manier men dat kan doen.
Ik vrees dat u bij een aantal andere wetsontwerpen een gelijkaardige problematiek doorloopt. We zullen het binnenkort misschien nog eens over de waterstofwet hebben en daar zal zich ongetwijfeld een gelijkaardig verhaal voordoen. Ik kan u dus alleen maar meedelen dat we de intussen bereikte consensus zullen honoreren en dat de N-VA dit wetsontwerp zal steunen. Het is en blijft jammer dat we zeer veel tijd hebben verloren aan het eerst behandelen van een eenzijdig voorstel dat later gecorrigeerd moest worden, maar we zijn tevreden met de correctie.
Kurt Ravyts VB ⚠
Mevrouw de voorzitster, ik maakte zonet een grapje tegen de heer Wollants. Hij heeft kritiek, maar niemand, behalve de mensen van de commissie uiteraard, weet waarover het eigenlijk gaat. Dat was iets wat onwillekeurig door mijn hoofd flitste. Ik weet niet of dat ook bij u het geval was, mevrouw de minister. Maar goed.
Mevrouw de voorzitster, volgende week is het Valentijn. Vandaag doen wij eigenlijk al een voorafname. Wij stemmen immers over een, weliswaar moeizaam tot stand gekomen, paringsdans. In de politiek wordt die vertaald als ‘ het hebben of bereiken van een gemeenschappelijke visie’.
Vorig jaar kwam er na lang onderhandelen eindelijk een akkoord uit de bus over het te gebruiken criterium voor de vergunningsplicht voor energieopslagfaciliteiten. Daarover gaat het dus, mijnheer Wollants.
Men gaat nu voor een spanningscriterium, uitgedrukt in volt, in plaats van voor een criterium op basis van het vermogen, watt, om de grens tussen grote en kleine opslagfaciliteiten te bepalen. Dat is inderdaad een uitvoering van de consensus die gevonden werd met de gewestelijke regeringen in de vergaderingen van 13 juli 2022 en 30 november 2022 van het Overlegcomité.
Inderdaad, de Vlaamse regering was in beroep gegaan tegen de initiële wetswijziging van 14 februari 2022. Dit gebeurde op aangeven van de inlichtingsagent en goede vriend van haar die zo-even het woord nam. Ik heb hem ook al eens Cassandra genoemd in deze context, iemand die dingen aankondigt en het soms misschien bij het rechte eind heeft, maar die in dezen natuurlijk een agent van de Vlaamse regering is in deze Assemblee. Dat is hem uiteraard gegund.
Nu, men vond voor het spanningscriterium een aanknopingspunt in de Bijzondere Wet tot Hervorming van de Instellingen. Collega’s, ik zal u de technische uitleg besparen.
Ik weet één ding, mevrouw de minister. Daarin heeft de collega zeker gelijk. Toen ik de agenda en de stukken van de vergadering van 30 november 2022 van het Overlegcomité bekeek, werd ik pijnlijk geconfronteerd met de institutionele realiteit van dit land. Die leidt ertoe dat over heel wat zaken rond energiebeleid in dit land voortdurend zeer technische en soms oeverloze debatten moeten worden gevoerd. Collega Warmoes, ik weet dat u dit ook als een pijnlijke zaak ervaart, maar dan vanuit een geheel andere invalshoek.
Bovendien is er ook nog de altijd lastige luis in de pels, namelijk de Raad van State. Ik vond het advies deze keer iets tragikomisch hebben. In de besluiten van zijn advies gaf de Raad van State aan dat het gebruik van het spanningscriterium voor de definiëring van grote opslagfaciliteiten nog beter moest worden gemotiveerd. Voorafgaandelijk brak hij de keuze voor het spanningscriterium wel af. Om dan vervolgens te zeggen dat hij zelf ook geen knowhow had met betrekking tot een oplossing. Maar dat geheel terzijde.
Collega’s, het wetsontwerp dat vandaag voorligt, is zeker belangrijk voor het CRM, enerzijds voor de verplichting tot deelname aan prekwalificatie en anderzijds voor de verplichting van een voorafgaande vergunning. Het biedt in elk geval een kader van rechtszekerheid dat trouwens ook geen invloed heeft op de lopende veilingprocedure van 2022. Mevrouw de minister, uw besluit van 29 maart blijft zijn gevolgen behouden met betrekking tot de veiling georganiseerd in 2022.
De term CRM brengt mij natuurlijk bij het thema van de bevoorradingszekerheid. De rechtszekerheid voor batterijprojecten biedt inderdaad perspectieven voor de low carbon tender, een van de maatregelen om bijkomende capaciteit te creëren voor de winter van 2024-2025. Deze tender zal vooral betrekking hebben op het vraagbeheer en op de batterijen.
Er is natuurlijk ook de nu reeds gevreesde winter 2025-2026. Via die low carbon tender wil men de T1-veiling voor deze winter beter kunnen aanpakken.
Wij zijn het er allemaal over eens dat batterij- en flexibiliteitsprojecten de elektriciteitsmarkt resistenter zouden kunnen maken. De flexibiliteit is een grote uitdaging in het kader van de energietransitie. Door die flexibiliteit zouden de huidige verbruikspieken worden afgeplat, wat een stabieler systeem zou opleveren.
Ook wij zouden echter batterijprojecten niet graag zien wijken voor bijkomende gascentrales. Het ontwikkelen van grote flexibiliteit in het netwerk lijkt mij erg belangrijk.
Mevrouw de minister, u hebt deze namiddag al vragen beantwoord over de beruchte winter 2025-2026, waarover ondertussen werkelijk al allerlei zaken aan de gang zijn. De CEO van Elia zou vorige vrijdag zijn grote bezorgdheid hebben geuit over de sterkte van het hoogspanningsnet in het oosten van het land, mocht Tihange I fuel extension worden verlengd. De heer Van Lommel als andere leden, hebben het deze namiddag ook al gehad over de bevoegdheden van mevrouw Verlinden inzake bijvoorbeeld het veiligheidsdossier en de oudste kerncentrales die u de facto beperkt zou willen verlengen. Er is ook de kwalitatieve risicoanalyse van Elia, die in 2023 nog moet worden gevolgd door de adequacy and flexibility study. Dat alles wordt behoorlijk cruciaal voor het inschatten van de nodige capaciteit. Elia had het de voorbije maanden trouwens al over een mogelijke herneming van de veiling 2022.
Dat is hier niet het thema, maar in ieder geval zal een goed investeringskader voor opslagcapaciteit, dat wel het thema is, zeker helpen. Het zal echter, naar ik vrees, niet alles zaligmakend zijn. Uw voorgangster, die hier vandaag niet aanwezig is, argumenteerde in de commissie lapidair dat de energie eerst moet worden geproduceerd vooraleer de overschotten kunnen worden opgeslagen.
Vanwaar zullen die grote overschotten vandaan komen?
De heel grote gecentraliseerde industriële energie-opwekkingsinstallaties moeten volgens u zo snel mogelijk verdwijnen. De heer Verduyckt, die ook niet aanwezig is, noemt het al jarenlang een gedateerde oubollige technologie. Wij spreken daarbij uiteraard over nucleaire productie.
Wij weten echter ook dat de grootschalige capaciteit van hernieuwbare energieproductie niet meteen voorligt. Wij gaan in uw visie sowieso naar een groot interconnectieverhaal en dus ook invoerverhaal.
De energiebevoorrading is dus een complexe zaak. Het investeringskader voor opslagcapaciteit zal helpen, maar zal niet de ultieme oplossing zijn.
Wij keuren het wetsontwerp goed, want het is noodzakelijk voor een investeringskader voor batterijopslag.
Thierry Warmoes PVDA | PTB ⚠
Mevrouw de voorzitster, collega’s, dit wetsontwerp komt er, zoals al werd gezegd, door een institutioneel gevecht tussen de Vlaamse regering en de federale regering en is dus het resultaat van een politiek akkoord in het Overlegcomité. Het werd in de commissievergadering dan ook door alle partijen goedgekeurd, behalve door onze partij. Ons stemgedrag licht ik nu toe.
Om te beginnen wil ik even stilstaan bij het zootje dat jullie gemaakt hebben van de staatsstructuur. In de commissie en ook in de plenaire vergaderingen wordt er urenlang gediscussieerd over de bevoegdheidsverdeling. Sommige partijen kijken zelfs alleen daarnaar, alsof zij een bril hebben waarmee alleen de bevoegdheidsverdeling geanalyseerd kan worden. Blijkbaar volstaat een dreiging van de Vlaamse regering om naar het Grondwettelijk Hof te stappen om een wet die wij hier vorig jaar al goedkeurden nu aan te passen. Als wij nu eens al die tijd zouden besteden aan de echte problemen, de klimaatverandering, de energietransitie, ervoor zorgen dat onze energiefactuur betaalbaar wordt, dat zou nog eens positief zijn. Daarom zeg ik nogmaals dat wij nood hebben aan één minister van Energie. Die materie moet geherfederaliseerd worden, want die is veel te belangrijk om daar al die tijd aan kwijt te raken.
Wat met dit wetsontwerp gebeurt, is dan nog eens heel specifiek. Het gaat over de vergunningsplicht voor energieopslaginstallaties. De Vlaamse regering heeft, op aanvuren van N-VA, een probleem gemaakt van de wet die de Kamer vorig jaar goedkeurde. Die wet kreeg echter wel een positief advies van de Raad van State. Nu stelt de regering een compromis voor, het resultaat van het Overlegcomité, maar dat heeft een negatief advies gekregen van de Raad van State. Dat moet u toch eens uitleggen, mevrouw de minister.
Ik citeer uit het advies van de Raad van State over dit wetsontwerp: “De Raad van State meent dan ook te moeten betwijfelen of het door de stellers van het voorontwerp gehanteerde criterium inzake spanning om uit te maken wat moet worden beschouwd als grote infrastructuur voor de stockering van energie als enig criterium berust op een correcte en coherente interpretatie van de bevoegdheidsverdelende regels. Het voorontwerp moet dan ook worden heroverwogen in het licht van het voorgaande.” Dat hebben jullie dus niet gedaan, want afgezien van de nummering is het wetsontwerp niet aangepast ten opzichte van het voorontwerp. Het is dan ook maar de vraag of dat wetsontwerp een oplossing is voor die kwestie inzake de bevoegdheidsverdeling.
Blijkbaar weegt de consensus, waarover vorige sprekers het al hadden, zwaarder door dan het advies van de Raad van State, waarvan akte, maar om die redenen zullen wij ons, zoals wij in de commissie ook hebben gedaan, vandaag onthouden bij de stemming over dit wetsontwerp.
Minister Tinne Van der Straeten ⚠
Mevrouw de voorzitster, de verschillende betogen schetsen een goed beeld van het wetsontwerp. De bedoeling is namelijk om een positief investeringskader te creëren in het kader van het CRM, ons mechanisme om te voorzien in de bevoorradingszekerheid. Het CRM bevat ook een regel die is ingeschreven door het Parlement, met name dat in de tweede veiling – er zijn een T-4- en een T-1-veiling – een deel van de capaciteit voorbehouden blijft, meer bepaald de capaciteit met minder dan 200 uur. Dat wil zeggen dat wij in die tweede veiling wellicht veel batterijen zullen aantrekken. Batterijen zijn, tout court, ook nodig om de flexibiliteit die wij in onze markt zullen hebben in de toekomst door zeer veel hernieuwbare energie, ten volle te kunnen benutten. Ook in het kader van het gewijzigde beleid van de regering, met name de levensduurverlenging van de kerncentrales, zullen batterijen hun dienst bewijzen. Er moest dus worden voorzien in een regelgevend kader voor batterijen en hun vergunningsplicht.
De drie sprekers hebben de toehoorders ook duidelijk gemaakt wat de voorgeschiedenis van het ontwerp is. Er was een initieel ontwerp met een advies van de Raad van State, waarover, voor de goede orde, zeer uitvoerig is overlegd met de gewesten. Om een akkoord te sluiten, moet men natuurlijk met twee zijn. Dat heeft later toch nog tot een akkoord geleid, een beetje out of the box, met het spanningscriterium, wat ook weer tot een advies van de Raad van State heeft geleid.
Ik heb in de commissie ook toegelicht hoe wij bijkomend hebben gemotiveerd, ook op grond van het advies van de Raad van State, hoe dit dan toch zou kunnen passen binnen de bevoegdheidsverdeling. Ongeacht dit noteer ik ook uit de tussenkomsten dat er eigenlijk ten gronde geen bezwaar is om effectief te voorzien in een regulatoir kader voor de vergunning wat betreft opslagcapaciteit. Ik noteer ook uit de verschillende tussenkomsten dat niemand er een probleem mee heeft, net zoals in de commissie, dat we die effectief moeten aantrekken. Bevoegdheidsverdelingen ten spijt hebben we in de eerste veilingen betreffende het CRM effectief de batterijen kunnen aantrekken. Op heden worden grote batterijcapaciteiten ontwikkeld. Ik heb het overzicht gegeven in de commissie. Er komen heel wat projecten aan.
Het bestaan van een ontwerp en nu een tweede ontwerp heeft gelukkig niet in de weg gestaan dat de investeerders hun weg hebben gevonden naar België, naar onze markt om de capaciteiten effectief te ontwikkelen. Dat is het belangrijkste.