Proposition 55K2163

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi modifiant la loi du 15 juillet 2016 portant exécution du règlement (UE) n° 98/2013 du Parlement européen et du Conseil du 15 janvier 2013 sur la commercialisation et l'utilisation de précurseurs d'explosifs et portant des dispositions relatives aux prêts octroyés aux organisateurs de voyages et destinés à procéder aux remboursements des bons à valoir émis conformément à l'arrêté ministériel du 19 mars 2020 relatif au remboursement des voyages à forfait annulés.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
Aug. 23, 2021
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
EC Directive administrative check public awareness campaign explosive offence illicit trade

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP DéFI Open Vld N-VA LDD MR PVDA | PTB VB
Abstained from voting
LE

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Oct. 28, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Anneleen Van Bossuyt

Mevrouw de voorzitster, de heer Prévot was rapporteur voor de bespreking van het oorspronkelijke wetsontwerp en ik veronderstel dat hij daarvoor naar het schriftelijk verslag verwijst. Ik zal als rapporteur mondeling verslag uitbrengen van de commissievergadering die wij net hebben gehad.

De commissie voor Economie is vandaag om 15 uur samengekomen. De heer Prévot heeft daar eerst een toelichting gegeven bij de amendementen op het voormelde wetsontwerp. De amendementen komen erop neer dat er een coronavoucherbank zal worden opgericht, een mechanisme van overheidsleningen aan reisorganisatoren voor de terugbetaling van de uitgegeven coronavouchers. Hij heeft de verschillende modaliteiten overlopen voor het toestaan van deze leningen en wees ook op de urgentie van het ontwerp, gelet op de timing.

Toen werd het debat geopend. Ik heb daarin gewezen op de voor de Kamer toch heel bijzondere werkwijze. Vervolgens heb ik twee subamendementen toegelicht die door de N-VA-fractie werden ingediend in de commissie.

Daarna meldde de heer Vicaire van Ecolo-Groen dat zijn fractie de amendementen zou steunen. De heer Van Hecke zei dat ook Groen de amendementen zou steunen. Hierna wees de heer Gilissen van Vlaams Belang erop dat het grootste amendement helemaal niets te maken heeft met het voorliggende ontwerp en dat de parlementaire regels met de voeten worden getreden.

Mevrouw Matz van het cdH haalde aan dat het belangrijk is om voor een oplossing te zorgen, zowel voor de organisatoren als voor de consumenten. Zij uitte echter ook heel wat bezorgdheden over de werkwijze. Zo stelde zij onder meer dat het nodig zou zijn om het advies van de Europese Commissie te vragen, alsook het advies van de Raad van State, weliswaar in andere omstandigheden.

Vervolgens heeft ook mevrouw Verhelst van de Open Vld-fractie een korte reactie gegeven op de amendementen die door de N-VA-fractie waren ingediend. Daarna nam de heer Van Besien van de Groenfractie het woord met een vraag voor de N-VA-fractie. De heer Patrick Prévot van de PS-fractie heeft vervolgens geantwoord op de vele vragen die door de collega's gesteld waren.

Staatssecretaris De Bleeker en minister Dermagne hebben daarna nog bijkomende antwoorden gegeven op de gestelde vragen. Men is dan overgegaan tot de stemmingen. De amendementen 1 en 2 werden unaniem goedgekeurd. Op amendement 3 waren er twee subamendementen, beide van de N-VA-fractie, die telkens 4 stemmen voor en 10 stemmen tegen kregen. Amendement 3 is uiteindelijk unaniem goedgekeurd. Ten slotte hadden we de hoofdelijke stemmingen over het wetsontwerp in zijn geheel, dat unaniem, zijnde met 15 stemmen, is aangenomen. Vervolgens is het dossier naar deze plenaire vergadering verwezen.


President Eliane Tillieux

Mevrouw Van Bossuyt, bedankt voor het mondeling verslag.

U krijgt nu opnieuw het woord om namens uw fractie te spreken.


Anneleen Van Bossuyt N-VA

Mevrouw de voorzitster, ik vind het een beetje vreemd om de discussie die we nog geen uur geleden hebben gevoerd hier te moeten herhalen, dus het zal in een iets andere versie zijn. Voor het verslag vind ik het toch belangrijk dat wij de kans krijgen om de bezorgdheden die we hebben geuit ook in deze plenaire vergadering te kunnen uiten.

Onze fractie stelt zich ernstige vragen bij de werkwijze die we hier hanteren. De regering en Patrick Prévot hamerden er bij de voorstelling van de amendementen meermaals op dat er echt een urgentie is voor dit ontwerp, dat we niet mogen talmen en de regels van het Parlement daarom toch met enige soepelheid en flexibiliteit moesten worden geïnterpreteerd en toegepast. Dat is toch bijzonder. We hebben toch een Reglement voor een reden. Als we ons niet aan die regels kunnen houden, dan kunnen we dat Reglement evengoed in de vuilbak gooien en vanaf nu zelf onze interpretatie van die regels geven.

We mogen bovendien niet vergeten dat het hier om een urgentie gaat die de regering zelf heeft gecreëerd. We wisten perfect wat de timing was van de coronavouchers die werden uitgegeven, dat ze een jaar geldig waren, dat er vervolgens een terugbetaling kon worden gevraagd en dat er dan zes maanden tijd was om in die terugbetaling te voorzien. Men kon dus perfect dag op dag uittekenen wanneer dat probleem zou rijzen.

Iedereen denkt bij reisorganisatoren aan de grote namen, zoals TUI of Neckermann, maar we mogen niet vergeten dat het ook gaat om 400 kmo's met vaak schrijnende verhalen. Ik heb bijvoorbeeld het verhaal gehoord van een dame die op twee jaar van haar pensioen staat. Zoals u misschien weet, moeten reisorganisatoren vaak op voorhand de betalingen doen voor vluchten, hotels en andere. Die dame had zelf 200.000 euro geïnvesteerd in die voorafbetalingen en toen kwam corona, waardoor zij alles kwijt is. Alles waarvoor zij haar hele leven heeft gewerkt, is ze kwijt. Dat zijn vreselijke situaties. De regering zag daar blijkbaar de urgentie niet van in.

De N-VA-fractie heeft in december 2020 een heel concreet voorstel op tafel gelegd om een coronavoucherbank op te richten. Wij hebben daar in januari 2021 de urgentie voor gevraagd, maar blijkbaar vond de meerderheid het niet urgent. Diezelfde meerderheid komt nu zeggen dat het belangrijk en urgent is. Het is een urgentie die zij zelf gecreëerd heeft. Ik hoop dat dit een les mag zijn en dat er in het vervolg niet zozeer gekeken wordt naar wie de urgentie vraagt, maar wel naar de inhoud waarvoor de urgentie gevraagd wordt, zeker als men door het eigen talmen andere mensen schade berokkent. Ik zal het daar straks nog over hebben.

Ten eerste, gaat het dus om een urgentie die de regering zelf heeft gecreëerd.

Ten tweede, en ik had het daar al even over, zegt artikel 90 van ons Reglement heel duidelijk dat er amendementen kunnen worden ingediend op een wetsontwerp op voorwaarde dat die amendementen verband houden met het onderwerp van het wetsontwerp waarop de amendementen worden ingediend.

Zoals u zelf gezegd hebt, mevrouw de voorzitster, gaat het hier om een wetsontwerp inzake het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven. Op dat ontwerp dient men nu een amendement inzake een coronavoucherbank in. De inhoudelijke link tussen beide ontsnapt mij volledig. Het enige verband dat ik kan vinden tussen de explosieven en de coronavoucherbank, is dat dit een explosief dossier geworden is door het talmen van de regering. Ik ben blij dat ik dat nu ook tegen u kan zeggen, mijnheer de minister, want u was daarnet niet aanwezig in de commissie.

Ik hoop dat dit eenmalig is. Dat is zowel door de minister als de staatssecretaris bevestigd. Ook de voorzitter van onze commissie heeft er gelukkig op gedrukt dat dit eenmalig is. Ik hoop het echt, want dit tart elke verbeelding, moet ik als jurist zeggen.

Nog een belangrijk element is dat wij hierover geen advies van de Raad van State hebben gevraagd. Als de tekst dus een bepaling bevat die niet beantwoordt aan de geldende regels in ons land, dan is dat de verantwoordelijkheid van de regering. Ik wil daar heel duidelijk over zijn. Men mag er niet aan denken wat het zou betekenen als achteraf blijkt dat iets niet correct is en de reisorganisaties het geld van de leningen onmiddellijk moeten terugbetalen. Door de manier waarop de regering nu te werk is gegaan, ligt de verantwoordelijkheid daarvoor bij u en niet bij ons.

Een gangbare praktijk in onze commissie is een tweede lezing, maar ook dat kan nu niet.

Ondanks de gevolgde procedure hebben wij, constructief als we zijn, wat trouwens niet van de meerderheid kan worden gezegd, besloten om het dossier te steunen. Het dossier liep al veel vertraging op. Wij zullen de inwerkingtreding van de tekst niet nog meer vertragen. Om de reisorganisatoren en de consumenten niet in de kou te laten staan, zullen wij hieraan onze medewerking verlenen en de tekst goedkeuren. Tot daar mijn opmerkingen over de schabouwelijke werkwijze.

Wat de inhoud betreft, sluit het ontwerp aan bij het voorstel dat we zelf hebben ingediend. Daarover heb ik dus weinig opmerkingen. Wij hebben wel twee subamendementen in de commissie ingediend.

De eerste coronavouchers moesten vanaf 20 september worden terugbetaald, een jaar plus zes maanden. Sommige reisorganisatoren waren dus al wettelijk verplicht om coronavouchers terug te betalen. Veel mensen hebben daar niet de middelen voor. Ik hoef u niet uit te leggen waarom. Zij hebben dat vaak met persoonlijk kapitaal terugbetaald.

Wij vonden het niet fair om aan hen nu uit te moeten leggen dat ze geen lening kunnen krijgen, omdat de regering getalmd heeft. Vandaar hebben we een eerste subamendement op tafel gelegd. Dat strekt ertoe dat wie sinds 20 september al coronavouchers heeft terugbetaald en daar natuurlijk de nodige bewijsstukken van op tafel kan leggen, ook een beroep moet kunnen doen op de lening. Jammer genoeg is het amendement niet aangenomen in de commissie. (Rumoer op de banken)

Voorzitter, mag ik misschien vragen dat de collega's hun koffieklets buiten houden?


President Eliane Tillieux

Collega's, mag ik u wat stilte vragen? Chèrs collegues, un peu de silence, s'il vous plait.


Anneleen Van Bossuyt N-VA

De meerderheid heeft al genoeg getoond hoe weinig respect zij heeft voor de oppositie. Wij tonen ons nu heel meegaand, dus zij kunnen minstens luisteren naar onze uitleg.


President Eliane Tillieux

Gaat u verder, mevrouw Van Bossuyt.


Anneleen Van Bossuyt N-VA

Het eerste subamendement werd niet aanvaard, omdat de maatregel eventueel toch als verboden staatssteun zou kunnen worden gezien. Dat bedrijven de vouchers terugbetaald hebben, zou net het bewijs zijn dat ze wel degelijk konden terugbetalen. Dat is natuurlijk een heel vreemde redenering; het was precies door het talmen van de regering dat ze verplicht waren om de vouchers terug te betalen.

Het is de verantwoordelijkheid van de regering om uit te leggen aan die mensen waarom zij dat alsnog met eigen middelen hebben moeten betalen en geen beroep zullen kunnen doen op die lening.

Een tweede subamendement dat wij hebben ingediend, heeft betrekking op de insolventieverzekering. Er wordt een budget van 210 miljoen euro voorzien om de coronavouchers te kunnen terugbetalen. We weten dat dat meer is dan het nog openstaande bedrag aan coronavouchers, daarom hadden wij voorgesteld om het saldo van dat bedrag ter beschikking te stellen van de reisorganisatoren om hun insolventieverzekering te betalen.

Het is immers zo dat zij door Europa verplicht zijn om een insolventieverzekering aan te gaan. Vanaf 31 december valt die insolventieverzekering weg en zal er geval per geval bekeken worden wie een nieuwe verzekering kan aangaan. Het probleem is echter dat die mensen momenteel weinig middelen hebben, waardoor de polis een heel stuk hoger zal liggen indien ze toch opnieuw een verzekering kunnen krijgen. Vandaar dus ons voorstel om het saldo van het voorziene bedrag te gebruiken om de reisorganisatoren op dat vlak voor een stuk tegemoet te komen.

Zoals uit het mondelinge verslag blijkt, zijn beide subamendementen niet aangenomen. Dat vinden wij jammer, maar het is wat het is. Ik hoop vooral dat wij uit dit dossier geleerd hebben dat het soms niet zo slecht is om ook eens naar de oppositie te luisteren. Wij zijn zo goed als de enige fractie die keer op keer vragen heeft gesteld over die coronavouchers en die keer op keer gevraagd heeft om er een oplossing voor te vinden. In Nederland bestaat de coronavoucherbank al sinds de lente. Sinds de lente al worden in Nederland leningen gegeven aan de reisorganisatoren. Het kan dus, maar bij ons heeft de regering te lang getalmd.

Dus alstublieft, laten we in het vervolg toch op een andere manier samenwerken. Niet voor de mooie ogen van de ene of de andere, maar in het grotere belang, in dit concrete geval dat van de reisorganisatoren. Ja, mevrouw De Block, dat zou getuigen van het vermogen om naar het grotere belang te kijken en niet enkel naar de partijpolitiek. Dat zou u volgens mij sieren. Dan zou de burger ook minder afkeer van de politiek krijgen. Wij hebben de urgentie gevraagd, maar die werd geweigerd door de meerderheid. Nu vraagt u de urgentie en zijn wij wel constructief. Wij werken wel mee, want wij denken wel aan dat grotere belang. Hopelijk kan daar dan toch minstens die les uit getrokken worden. Als jurist schaam ik mij dood voor wat wij hier nu doen en voor de manier waarop dit beslist wordt in dit Huis. In het grotere belang van de reisorganisatoren en de consumenten zullen we het wetsontwerp ook hier in de plenaire vergadering steunen.


Florence Reuter MR

Madame la présidente, je tiens quand même à insister sur le fait que, si nous étions peu attentifs à l'intervention de ma collègue Mme Van Bossuyt, c'est parce que, comme elle l'a signalé elle-même, le débat vient d'avoir lieu en commission. Nous étions, il y a quelques minutes, très attentifs à ce qu'elle disait. Je pense que c'est la seule qui a longuement pris la parole.

Je me contenterai d'être directe et brève, sur le fond et pas trop sur la forme. Chers collègues, à travers ces amendements vouchers, c'est une urgence que nous allons voter pour un secteur qui a été contraint à un arrêt presque total de ses activités à la suite de la crise sanitaire, et dont le bilan est lourd en termes de pertes financières. Pour l'aider, le gouvernement précédent avait déjà mis en place ce système de vouchers corona. Il permettait alors de suspendre l'obligation de remboursement aux consommateurs par un bon valable un an, remboursable ensuite dans un délai de six mois si pas utilisé. Ces vouchers étaient couverts par l'assurance contre l'insolvabilité des entreprises.

Depuis la mi-mars, en effet, les voyageurs peuvent réclamer le remboursement de leur voyage. Au total, plus de 200 000 vouchers ont été émis pour un montant de 356 millions d'euros. C'est un montant qui pèse, depuis, sur les agences de voyage, comme une véritable épée de Damoclès.

À de nombreuses reprises en commission, et même ici en, plénière, j'ai rappelé la nécessité de trouver une solution pour le secteur des agences de voyage. Cinq cents d'entre elles sont menacées et pas moins de 1 600 emplois le sont également selon les chiffres de Graydon.

Cela a été confirmé aujourd'hui en commission: cela n'a pas été simple, mais il y a enfin un accord, via ce système de prêts d'État dont le timing est très serré. C'est vrai. Les agences doivent faire leur demande entre le 10 et le 16 novembre. C'est très court, mais la priorité de la majorité, et tout particulièrement de mon groupe, est de sauver un maximum d'entreprises et, indirectement bien sûr, d'aider les consommateurs.

Nous pouvons effectivement discuter sans fin de la méthode pour parvenir à un vote aujourd'hui. Faut-il rappeler que la pandémie est, elle aussi, inédite, et que, pour nous, la priorité est la survie du secteur des voyages, d'autant que – et c'est un autre point positif – ce système de prêt permettra également de protéger les assureurs qui, sans solution, auraient dû couvrir l'insolvabilité des organisateurs de voyages.

Vous l'aurez compris, chers collègues, le groupe MR soutient bien entendu ces amendements.


Kathleen Verhelst Open Vld

Mevrouw de voorzitster, zonet hebben we een goede commissievergadering gehad waarin iedereen naar elkaar geluisterd heeft. Ik ben blij dat de regering in de commissievergadering haar verontschuldigingen uitgesproken heeft voor de vorm. Er werd duidelijk gezegd dat zowel de kabinetten als de Kamerleden zich niet goed voelen bij de weg die hier bewandeld werd. De kabinetten waren weliswaar op de hoogte van de urgentie, maar in de commissievergadering verklaarde een kabinetsmedewerker zonet dat ze er al van oktober vorig jaar mee bezig waren. Er kan echter pas vooruitgang worden geboekt als alle stakeholders akkoord gaan. Een overeenkomst moet samen gemaakt worden. Zolang de overeenkomst niet klaar is, kan zij ook niet worden gepresenteerd. De urgentie werd dus ingeroepen omdat het akkoord nu pas klaar is. De kabinetten waren zelf ook gefrustreerd over het getalm in het project, maar andere actoren, zoals de verzekeringssector, moesten ook mee kunnen. Er kunnen wel deadlines opgelegd worden, maar nu pas voelde iedereen dat het ook echt moest, omdat het niet anders kon. De regering had wel degelijk de wil om dit vroeger te regelen, maar dat is jammer genoeg niet gelukt.

Mevrouw Van Bossuyt, u hebt dit in de commissie zeer goed gevolgd en er ook veel vragen over gesteld. Ik denk dat iedereen het belang ervan inzag om dit zo snel mogelijk op te lossen. Persoonlijk denk ik niet dat er spelletjes gespeeld werden. Iedereen kiest namelijk voor hetzelfde doel, voor een oplossing, en ik denk niet dat daarbij andere belangen speelden, aangezien iedereen inzake de oplossing op dezelfde lijn zit. Ik meen dat iedereen nu ook zeer tevreden is met de bereikte oplossing. De opmerking over de vorm was terecht, ook wij waren er ongelukkig over. Ik begrijp de frustratie ter zake. Wij delen dat gevoel en dat geldt ook voor de regering. We mogen nu iedereen die uitkijkt naar een oplossing niet langer laten wachten.

Mevrouw de voorzitster, we zijn zeer tevreden dat wij zowel de consumenten als de reisagentschappen nu eindelijk een oplossing kunnen bieden. Door het inroepen van de urgentie is dat alsnog gelukt voor de herfstvakantie.


Dieter Vanbesien Groen

Mevrouw Van Bossuyt, u zei in het verslag dat het subamendement van N-VA, dat u hebt toegelicht, niet werd aanvaard door de meerderheid. Ik wil even toelichten waarom dat niet werd aanvaard. De staatssecretaris heeft dat laten uitzoeken en zei dat als wij dat subamendement zouden aannemen, het risico groot was dat het door Europa als ongeoorloofde staatssteun zou worden geïnterpreteerd. Als dat het geval was, zou heel de wet nietig verklaard worden. Om dat risico te vermijden, werd beslist om het subamendement niet aan te nemen. Het gaat dus niet zomaar over meerderheid tegen oppositie, het is om die reden dat het niet werd aanvaard.


Anneleen Van Bossuyt N-VA

Collega Van Besien, ik was in de vergadering aanwezig en heb dat dus gehoord. Ik heb trouwens over het subamendement niet gesteld dat het een kwestie van meerderheid versus oppositie was. U zult moeten toegeven dat het door het getalm is dat die organisatoren in de tussenperiode het slachtoffer zijn geworden. Zij konden immers geen beroep doen op de lening, terwijl anderen dat wel zullen kunnen. Voor die organisaties is er dus een probleem dat had kunnen worden vermeden.


Vanessa Matz LE

Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, nous n'allons pas recommencer tout le débat que nous avons eu en commission qui a été assez nourri, avec des questions et des réponses. Beaucoup d'excuses ont également été présentées par le ministre quant à la forme.

Pour ce qui nous concerne, ce qui nous intéresse, c'est le fond, même si la forme a eu une certaine importance puisqu'elle n'a pas permis de consulter le Conseil d'État. Or, nous avons quelques doutes au sujet d'un certain nombre de points. Je ne reviendrai ici que sur le point en raison duquel nous nous abstiendrons sur le projet à l'examen.

Comme j'ai déjà eu l'occasion de le dire, nous sommes évidemment favorables aux remboursements dont question. Mais nous nous abstiendrons, car nous n'avons pas reçu d'apaisement sur un point d'ordre juridique. En effet, quand je vous ai demandé, monsieur le ministre, si la Commission européenne avait été consultée, vous m'avez répondu que c'était en cours. Elle est donc consultée a posteriori alors qu'elle aurait dû l'être avant l'examen de ce projet. Or, selon moi, la Commission européenne ne va pas considérer que le dispositif est valide. La crainte que j'ai essayé d'exprimer en commission, mais peut-être me suis-je fait mal comprendre, a trait aux litiges en cours devant les juridictions civiles. Le délai étant dépassé, une contestation devant le Conseil d'État n'est pas possible. Ainsi, par exemple, une juridiction pourrait déclarer que les deux arrêtés qui fondent le remboursement sont entachés d'illégalité. Ce faisant, c'est l'ensemble du système qui tomberait. Telle est notre crainte pour les personnes concernées.

Mon raisonnement s'appuie notamment sur la France dont le dispositif est quasi similaire au nôtre, et sur lequel le Conseil d'État français a émis les plus grandes réserves en posant des questions à la Cour de justice dont il connaît plus ou moins les réponses, à savoir que ce dispositif n'est pas conforme au droit européen.

Si, à un moment donné, une décision individuelle intervient en Belgique, que la Commission européenne est consultée et que celle-ci, dans son avis dispose que le dispositif n'est pas conforme, s'appuyant sur ce qui se passe dans d'autres États, cette décision individuelle ne sera pas appliquée à cette seule situation par la Commission. Cela risque de faire tache d'huile et de toucher l'ensemble des situations qui ont donné lieu à un remboursement. C'est ce que je crains. Pour cette raison-là, parce que nous n'avons pas de garantie quant à la conformité du dispositif au droit européen, nous nous abstiendrons sur ce projet.

Nous estimons que le bien des consommateurs passe aussi par des mesures blindées juridiquement. Comme cela a été expliqué, le projet a été élaboré rapidement, dans des conditions compliquées de négociations, qui ont été difficiles avec un certain nombre de partenaires. Certes, il y a un accord mais si cet accord est destiné, dans quelques semaines ou quelques mois, à être défait parce que la base qui a servi à prendre ce remboursement n'est pas valide, au fond, nous n'aurons rien gagné.

Je pourrais m'en laver les mains et dire que c'est la responsabilité du gouvernement, qu'il se débrouille avec ses problèmes. Mais je n'ai pas envie de jouer ce jeu-là. J'ai envie d'attirer à nouveau votre attention sur le risque de fragilité du dispositif, des arrêtés qui lui servent forcément de base. Pour cette raison-là, notre groupe s'abstiendra sur ce dossier.


Patrick Prévot PS | SP

Madame la présidente, c'est avec beaucoup de sincérité que je remercie les collègues, et singulièrement ceux de l'opposition, qui ont dû subir, tout comme nous, membres de la majorité – mais on va dire que c'est un peu plus confortable dans la majorité, quoique! –, un chemin un peu tortueux, un chemin qui ne respecte pas les us et coutumes parlementaires.

Je pense d'ailleurs que tant la secrétaire d'État que M. le ministre Dermagne ont pu s'excuser à titre personnel et également au nom du gouvernement. Comme je l'ai dit tout à l'heure dans mon intervention, je n'ai jamais été ministre mais je ne pense pas qu'un ministre soit heureux quand il arrive devant un Parlement, devant une commission, avec un chemin aussi tortueux que celui-là. Ce chemin a été imposé par toute une série d'éléments sur lesquels je ne reviendrai pas. Je ne reviens pas non plus sur le mécanisme. Je pense qu'il a été largement explicité.

Comme j'étais présent au sein de la commission de la Santé, je n'ai pas entendu votre rapport, qui devait certainement être excellent, madame Van Bossuyt. Je voudrais simplement rappeler la difficulté et le fait que le gouvernement était à la manœuvre depuis le printemps, comme il l'a rappelé. Cet accord est basé sur un équilibre qu'il a fallu trouver au terme de très longues négociations.

Comme je l'ai dit en commission, la semaine dernière, on m'avait demandé d'être prêt pour présenter cet amendement et le défendre parmi vous. Peut-être aurait-on pu le faire dans des conditions beaucoup plus commodes, avec un passage en urgence en commission. Malheureusement, au dernier moment, j'ai reçu un coup de téléphone, notamment du cabinet, qui me disait que la négociation n'avait pas pu aller à son terme. On pensait, à ce moment-là, qu'il n'y aurait pas d'accord et que, dès lors, on courait un risque élevé de grandes difficultés pour les agences de voyage. C'est évidemment le côté de la commission de l'Économie du soutien aux entreprises.

Avec cette fragilité potentielle pour les agences de voyage, il y avait évidemment aussi un risque que les consommateurs ne puissent pas être remboursés. Il existait donc là un double risque qui était encore bien réel jusqu'il y a quelques jours. Ensuite, cet accord est finalement intervenu. Je ne reviens pas sur le fond. Celui-ci a été longuement débattu. C'est une bonne chose.

Même si tout le monde, majorité et opposition, pouvait déplorer le cheminement parlementaire et le fait qu'on avait dû travailler dans des conditions plus que particulières, j'ai quand même entendu aussi - comme je le disais, je suis quelqu'un de résolument positif - que personne ne remettait en cause le fait que ce texte était nécessaire et essentiel pour les agences de voyage et les consommateurs, également avec les mesures qui ont été imposées notamment par la Banque Nationale de Belgique avec ce plafond des 3 millions d'euros pour justement éviter de mettre le secteur assuranciel dans des difficultés.

Nous arrivons avec un texte équilibré, certes dans des conditions particulières, mais je pense que ce texte est nécessaire.

C'est la raison pour laquelle je voulais, madame la présidente, faire un saut de puce en séance plénière avant de retourner en commission de la Santé. Je voulais rappeler ces quelques éléments et remercier, encore une fois, mes collègues et singulièrement ceux de l'opposition qui ne font pas obstruction à ce texte et qui permettront ainsi qu'il soit voté aujourd'hui.