Proposition 55K1875

Logo (Chamber of representatives)

Projet de loi contenant le deuxième ajustement du Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2021.

General information

Submitted by
Vivaldi
Submission date
March 24, 2021
Official page
Visit
Status
Adopted
Requirement
Simple
Subjects
budget national budget

Voting

Voted to adopt
Groen CD&V Vooruit Ecolo PS | SP Open Vld MR
Voted to reject
DéFI VB
Abstained from voting
LE N-VA LDD PVDA | PTB

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

April 1, 2021 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Benoît Piedboeuf

Madame la présidente, comme il s'agit d'un rapport oral, je vais donc prendre la parole en qualité de rapporteur.

Le rapport concerne le projet de loi 1875 contenant le deuxième ajustement du Budget général des dépenses pour l'année 2021. La secrétaire d'État au Budget a développé son exposé introductif au présent projet de loi, qui porte sur l'augmentation de la provision corona de 1,186 milliard d'euros. Cette augmentation est nécessaire, eu égard aux circonstances actuelles de la crise pandémique.

Les députés suivants ont pris la parole lors de la discussion du projet: MM. Sander Loones, Gilles Vanden Burre, Wouter Vermeersch, moi-même, Steven Matheï, Marco Van Hees, Christian Leysen, Joris Vandenbroucke et Mme Vanessa Matz. Les thèmes suivants, entre autres, ont été abordés: les subventions aux opérateurs télécoms pour les projets visant à réduire la fracture numérique, les montants à payer d'urgence à la Banque centrale européenne dans le cadre de fonds paneuropéens, l'augmentation de la provision corona, un prêt à Skeyes, un prêt à l'ASBL Belgium Slot Coordination (BSC), le double droit passerelle, le budget pour les hôpitaux.

L'ensemble du projet de loi a été adopté, tel qu'il avait été déposé, par vote nominatif de 10 voix pour, 2 contre et 3 abstentions. Son résultat est le suivant. Ont voté pour: Cécile Cornet, Dieter Vanbesien, Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen), Hugues Bayet et Ahmed Laaouej (PS), Marie-Christine Marghem et moi-même (MR), Steven Matheï (CD&V), Christian Leysen (Open Vld), Joris Vandenbroucke (Vooruit); ont voté contre: Kurt Ravyts et Wouter Vermeersch (VB); se sont abstenus: Sander Loones et Wim Van der Donckt (N-VA), Marco Van Hees (PTB).

Pour le reste, comme mes excellents collègues sont longuement intervenus, je pense qu'ils se souviennent de leurs propos. Un débat au sujet des transferts Nord-Sud s'est également déroulé. De façon générale, les discussions furent très intéressantes.

En conclusion, le projet de loi a été adopté tel quel. Je vous remercie de votre attention, chers collègues.


President Eliane Tillieux

Monsieur Piedboeuf, nous vous remercions pour votre excellent rapport, en ce sens qu'il est véritablement synthétique.


Sander Loones N-VA

Mevrouw de voorzitster, de begroting, specifiek de provisie die inbegrepen is in de begroting om een aantal coronakosten te betalen, ligt vandaag op tafel. Dat gaat over intrinsiek eenmalige kosten die nodig zijn om snel steun te kunnen bieden.

In de initiële begroting was daarvoor al 907 miljoen euro ingeschreven, maar iedereen wist toen al dat dit niet genoeg zou zijn. Wij wisten allemaal dat de coronacrisis niet zou eindigen met de tweede golf. Een aantal kosten die eraan zaten te komen, waren eigenlijk perfect te voorzien, maar waren niet inbegrepen in de begroting. Wij bevinden ons vandaag dus op een punt dat al enige tijd aangekondigd was.

Wij zijn hier vandaag dus omdat toen geen extra marge is ingerekend, maar ook omdat er iets structureels fout is met de begroting. De paars-groene regering heeft beslist om wat geld dat traditioneel aan de kant wordt gezet, uit te delen aan de verschillende ministers om de vrede af te kopen binnen de coalitie. Zo werd de provisie al interdepartementaal bestemd, terwijl dat geld daarvoor normaal gezien niet wordt gebruikt. Dat geld wordt normaal gebruikt om in tijden van nood te kunnen bijpompen. Die strategie wordt door paars-groen niet gevolgd waardoor wij hier om de haverklap begrotingsdebatten moeten voeren om constant geld bij te pompen.

Het wordt, zeker voor de mensen die geen absolute begrotingsexperts zijn, ook bijzonder moeilijk om te kunnen volgen wat er precies allemaal met dat geld gebeurt. Er waren en zijn wel regelmatig debriefings van de vorige minister van Begroting, de heer Clarinval en van huidig staatssecretaris, mevrouw De Bleeker, waarvoor dank. Er wordt dus wel een serieuze poging tot transparantie ondernomen, maar het is zeer moeilijk om het overzicht te bewaren, precies omdat er niet wordt gebruikgemaakt van de geëigende methodes om een begroting op te stellen en te controleren.

We hebben daar uitgebreid over gedebatteerd in de commissie en ik meen in alle eerlijkheid dat de oppositie daar redelijk mild is geweest.

Wij zijn de regering ter wille geweest en het beste bewijs daarvoor is onze bereidheid om vandaag reeds over deze begrotingsaanpassing te debatteren en te stemmen, terwijl de bespreking in de commissie pas dinsdag is gevoerd. Een voordeel hiervan is dat wij de heer Piedboeuf hier vandaag wat langer konden horen want er is zelfs geen schriftelijk verslag van het debat voorhanden. Het is echter steeds een plezier om de heer Piedboeuf in actie te zien.

Het nadeel van deze methode is dat ze eigenlijk niet netjes is. We praten hier over begrotings­aanpassingen die gevolgen hebben voor heel wat beleidsdomeinen en het zou dus goed zijn als alle collega's de kans krijgen om die debatten grondig na te lezen, zodat ze zien wat er precies besproken is.

We gaan hier bijvoorbeeld stemmen over extra budget voor een coronavoucherbank, een voorstel dat gelanceerd is door mevrouw Van Bossuyt en opgepikt door de staatssecretaris van Begroting, mevrouw De Bleeker. Het debat dat we hier hebben, zou ook in de bevoegde commissie een plaats verdienen. We gaan tevens opnieuw stemmen over vele extra miljoenen voor de NMBS om maatregelen te nemen tegen corona. De laatste dagen is gebleken dat de NMBS nog heel wat werk aan de winkel heeft om zich wat beter te organiseren. Men had in het verleden een reservatie­systeem kunnen uitwerken, maar blijkbaar was het interessanter om voor 110 miljoen euro gratis tickets uit te delen. Dat zijn debatten die we nu in de commissie voor Financiën en Begroting voeren terwijl het beter zou zijn als men dit ook in de commissie voor Mobiliteit zou kunnen doen. Daar is de heer Roggeman ter zake heel actief geweest.

Het moet echt benadrukt worden dat wat wij hier vandaag doen niet normaal is. Er zijn echter drie redenen om het toch te doen.

Ten eerste zou het, zeker in crisistijden, niet goed zijn dat de burger het slachtoffer wordt van het slordige begrotingsbeleid. Het is niet omdat regeringen en politici niet beter hun werk doen dat mensen daarvan het slachtoffer mogen worden. Laten wij zorgen dat de saucissen in het Parlement worden gedraaid en dat de mensen kunnen eten. Het gaat immers over belangrijke maatregelen, zoals de verhoging van uitkeringen en investeringen in bijvoorbeeld veiligheids­departementen, mobiliteit, volksgezondheid en vaccins.

De tweede reden waarom wij in de redenering zijn meegegaan, is uit respect voor u, mevrouw De Bleeker. Laten we een kat een kat noemen. We weten allemaal dat het niet uw begroting is. Het is de begroting die in een nachtelijke onderhandeling tussen de paars-groene partijen tot stand is gekomen. Het is eigenlijk de begroting van de heer De Croo. Het zal uw begroting worden op het moment van de eerste begrotings­controle – ik kom daar straks op terug – maar vandaag is het nog niet echt uw begroting.

Het is de tweede keer dat ik het bijzonder jammer vind dat de eerste minister afwezig is bij dermate belangrijke debatten. Ik maakte mij gisteren al die bedenking en vandaag maak ik ze opnieuw. Het is goed dat de eerste minister op sterke vrouwen in zijn regering kan steunen, maar het zou misschien democratisch en politiek wat netter zijn, als hij hier ook zelf verantwoordelijkheid voor zijn cijfers en zijn begroting nam. Telkens wanneer het moeilijk is en wanneer er lastige debatten zijn, is de eerste minister in het halfrond niet te bespeuren. We zien hem inderdaad voor de vragenronde op donderdagnamiddag, maar wanneer het gaat om inhoudelijke debatten, speelt de eerste minister hier telkens piepkenduik. Dat was gisteren het geval en dat is vandaag opnieuw het geval. Ik betreur dat.

Maar goed, nogmaals, drie redenen doen ons toch in de redenering meegaan. Ten eerste, de mensen mogen niet het slachtoffer worden. Ten tweede doen we dat uit respect voor de staatssecretaris en, ten derde, vinden wij het belangrijk dat gemaakte beloftes worden nagekomen en dat de overstap wordt gemaakt van een bric-à-bracbegroting naar een begroting die wat deftiger is opgesteld. De begroting moet minder de begroting-De Croo worden en meer de begroting-De Bleeker.

Mevrouw de staatssecretaris, u hebt al mooie beloftes gedaan in de commissie. De principes in uw beleidsnota rond meer transparantie, degelijke begrotingsopstelling, monitoring, opvolging en controles van uitgaven om bij te sturen zijn mooie beloftes, mooie beleidsintenties die zijn aangemerkt en wij willen u daarin steunen. Dat is de derde reden waarom wij akkoord zijn gegaan om het debat vandaag toch te voeren. Het is belangrijk dat ambitie wordt aangemoedigd en dat goede voornemens extra in de kijker worden gezet.

Laten we eerlijk zijn, u bent vandaag bezig met uw proefjes. Uw echt examen moet nog komen, uw echte vuurdoop zal de komende maanden volgen, wanneer we het zullen hebben over de begrotingscontrole en de meer structurele aanpassing wanneer het haastwerk van die nachtelijke onderhandelingen hopelijk zal worden omgevormd en meer in lijn zal worden gebracht met de ambities die u hebt geformuleerd. Dat is de reden waarom wij hier vandaag zitten.

Graag bespreek ik een en ander nu meer in detail. U hebt een aantal beloftes gemaakt en voor uzelf huiswerk gedefinieerd. Ik heb ze samengevat onder een aantal hoofdstukken, die ik graag even met u wil overlopen.

Het eerste stuk huiswerk dat u zichzelf hebt gegeven, is onmiddellijk het aspect waarover ik het meest teleurgesteld ben, namelijk transparantie. U hebt zelf verklaard dat de huidige regering meer transparantie wil bieden. U engageert zich ook daartoe. Wij hebben er afgelopen dinsdag een debat over gehad in de commissie, waarin wij zijn overeengekomen om vandaag, donderdag 1 april 2021, een debat te voeren in de plenaire vergadering op twee voorwaarden. Ten eerste, onmiddellijk na de paasvakantie moet er een vragenronde komen met de staatssecretaris van Begroting, zodat wij in de commissie er dieper op kunnen ingaan. Ten tweede, er moet een deftigere terugkoppeling komen inzake de centen die uit de coronaprovisie al zijn besteed.

Heel expliciet is daarbij verwezen naar het bedrag voor Volksgezondheid. Ik heb uw opsomming mee van wat met de vorige centen is gebeurd, met een uitsplitsing tot op het niveau van de miljoenen euro. Er staat 1 miljoen euro voor het ene punt en 2 miljoen euro voor een ander punt. Ineens is er voor Volksgezondheid echter een budget ingeschreven van 321 miljoen euro in vastleggingkredieten en meer dan 500 miljoen euro in vereffeningkredieten. Daarover hebben wij expliciet aangegeven dat die bedragen onvoldoende gedetailleerd zijn. Wij wilden weten waar die centen naartoe zijn gegaan. Wij wilden dat weten vóór de plenaire vergadering. Wij moesten die informatie hebben vóór de plenaire vergadering. De staatssecretaris heeft die informatie toegezegd, maar we hebben die niet gekregen.

Ik wil daarmee niet bedoelen dat die verantwoordelijk­heid bij u ligt. Het is perfect mogelijk dat de informatie wel is bezorgd aan de diensten van de Kamer. Ik kan echter alleen maar vaststellen dat ze niet aan ons is bezorgd. Ik heb ze alleszins niet gekregen. Ik weet niet of andere leden die details wel hebben gekregen. Ik stel vast dat die belofte is gemaakt, maar dat de informatiebelofte niet is ingelost. (Staatssecretaris is met smartphone bezig)

Mevrouw de staatssecretaris, ik zie dat u onmiddellijk contact opneemt, waarvoor ik u bijzonder dank. Ik wil de cijfers immers zien, vooraleer finaal over het punt wordt gestemd. In de politiek is niets belangrijker dan het gegeven woord, zeker indien in de commissie afspraken worden gemaakt en heren- en damesakkoorden worden gesloten. Het is belangrijk dat gegeven woorden ook worden nagekomen. De algemene vaststelling dat wij 500 miljoen euro hebben besteed aan vaccins, spuiten en naalden, is immers onvoldoende.

Het eerste huiswerk was dus transparantie en daarvan verwachten we dat het resultaat vandaag wordt opgeleverd. Geef ons de details. Wij willen weten waar de centen naartoe zijn gegaan. Dat is een logische vraag.

Trouwens, mevrouw Depraetere, dat is een van die vragen die best af en toe worden herhaald. Dat krijgt u wanneer er geen antwoord komt op de vraag. In dat geval is de oppositie verplicht vragen te herhalen.

Het tweede stuk huiswerk dat op uw plank ligt, en ik kom daar keer op keer op terug, is de truc met de provisies. Die techniek van de provisies wordt misbruikt, en dat is eigenlijk niet netjes. Ik verwijs hier naar het rapport van het Rekenhof. Een kort citaat: "Het Rekenhof herinnert eraan dat het gebruik van interdepartementale en andere provisies verhindert een correct beeld te krijgen van de middelen waarin is voorzien om het beleid uit te voeren, en doet derhalve afbreuk aan de transparantie van de begroting. Om het principe van de begrotingsspecialiteit te respecteren, beveelt het Rekenhof aan gebruik te maken van de bestemming van de kredieten op precieze begrotingslijnen."

U weet dat ook, u erkent dat ook. U hebt in de verschillende debatten al duidelijk laten blijken dat u daar eigenlijk niet zo tevreden over bent. U hebt daar al uitspraken over gedaan en gezegd dat u daar bij de begrotingscontrole mee zou stoppen, en dat op het moment dat de ministers hun huiswerk hebben gedaan, de centen uit de provisies zullen worden gelicht en specifiek bestemd zullen worden waarvoor zij bedoeld zijn.

Wij lezen dat opnieuw in de toelichting bij dit wetsontwerp: "Wij willen de coronaprovisie eigenlijk beperken tot moeilijk op voorhand te voorspellen uitgaven of uitgaven waarvan het exacte bedrag moeilijk op voorhand te bepalen is."

De woorden zijn al juist, nu nog de cijfers. Het voornemen is er al, nu nog de beleidsdaden.

Het meest typische voorbeeld dat wij gezien hebben in de commissie vond ik de 6 miljoen euro voor de digitale kloof van mevrouw De Sutter. U zei dat die 6 miljoen euro zeker moet worden goedgekeurd, maar u zei ook dat volgens uw informatie mevrouw De Sutter eigenlijk nog niet precies wist hoe zij die 6 miljoen euro zal besteden.

Wij zijn hier via provisies eigenlijk op een oneigenlijke manier geld aan het geven aan een minister die een voornemen heeft, omdat in coronatijden de digitale kloof nog tastbaarder wordt, maar eigenlijk weet de regering nog niet goed wat zij met die centen zal aanvangen. Het zou goed kunnen zijn dat mevrouw De Sutter dat wel weet maar dat die informatie niet is doorgegeven. Helaas kunnen wij dat niet vaststellen omdat het hier allemaal snel snel moet gaan. Wij kunnen dus niet terugkoppelen in de commissie wanneer er andere antwoorden komen.

Schiet niet op de pianist, schiet niet op de oppositie, schiet op uzelf. Want het is door u dat het hier allemaal zo snel moet gaan. Wij hadden veel liever mevrouw De Sutter ondervraagd over haar plannen wat ze met de gevraagde 6 miljoen euro wil doen.

De techniek van de provisies zit niet juist in elkaar. Dat is uw tweede huiswerk, mevrouw de staatssecretaris. Tot nu kunt u zich verschuilen achter de regering, achter de begroting-De Croo. Vanaf de begrotingscontrole zult u dat niet meer kunnen doen, dan wordt het uw begroting.

Zo kom ik tot uw derde huiswerk.

Er ligt nog heel wat werk op de plank om juister te boeken, zeker als wij vaststellen wat hier gebeurt en blijft gebeuren. Hier wordt opnieuw een fictie gecreëerd. De sfeer wordt hier opgehangen dat als we deze coronaprovisie goedkeuren, we veilig zitten tot juni en dat we ons budgettair geen zorgen moeten maken. Dat is natuurlijk niet juist, laten we toch eerlijk zijn tegenover elkaar. Er is het verhaal van de coronaprovisie, maar er is natuurlijk ook het veel ruimere verhaal van de begroting. Er komt een hele reeks kosten aan die niet werden opgenomen in de provisie, maar ook nog niet in de begroting. In de begroting zitten ook geen marges om die te betalen, want de marges zijn allemaal uitgedeeld: de vrede moest worden afgekocht.

Als wij dat punt maken, zegt u terecht dat we vandaag in het Parlement enkel over de provisie spreken, dat we op dat debat moeten focussen en dat het ruimere debat later zal worden gevoerd. Dat is waar, maar het is slechts een halve waarheid. De andere helft van de waarheid is dat precies omdat de marges al zijn opgesoupeerd en de provisies oneigenlijk worden gebruikt, u sneller in de problemen komt. Indien de zekere kosten voor de vaccins waren ingeschreven in de begroting van de FOD Volksgezondheid, dan zouden ze vandaag niet moeten worden gefinancierd via de provisie en kon het bedrag voor die kosten vandaag voor iets anders worden gebruikt. Maar dat kan niet, omdat die techniek verkeerd wordt gebruikt. Kosten die zeker zijn, worden niet op de correcte manier ingeboekt.

Deze begroting geeft geen eerlijk beeld van de realiteit, ook al weet iedereen wel wat de realiteit precies is.

Een aantal voorbeelden die ook in de commissie voor Financiën werden aangehaald en waarover vorige week werd gestemd en die deze middag ook in plenaire vergadering komen, zijn extra fiscale steunmaatregelen van de heer Van Peteghem die volgens u niet via de coronaprovisie moeten worden betaald. Dat is juist, dat moet via de algemene begroting, maar aangezien er geen reserves zijn, komen we ook daar in de problemen. Dat is 140 miljoen euro waarvan nog niet zeker is hoe dat bedrag zal worden geboekt.

Een tweede voorbeeld, extra steun voor de horeca. We hebben gisteren nogmaals de vraag gesteld aan de minister van Financiën: waar blijft dat pakket in godsnaam? Wij weten allemaal dat de horecasector hopelijk vroeger dan later zal opengaan. Wij weten ook allemaal dat ze daarvoor extra steunmaatregelen nodig zullen hebben. Die maatregelen kunnen we in alle kranten lezen. Er zal iets gedaan worden met de RSZ. Er komt terug 6 % btw, ook al wilde de regering dit niet. De oppositie heeft de regering blijkbaar toch overtuigd dat de verlaging van de btw naar 6 % toch een goed idee is. Ik ben tevreden dat dit aangekondigd wordt, maar alleen in de kranten en niet in het Parlement. Wij weten dat die kosten eraan komen.

Wees daar dan alstublieft transparanter over en erken dat die kosten er zijn en dat we in de problemen komen omdat die provisies misbruikt zijn. Dat zou eerlijker zijn, maar het zou ook correcter zijn tegenover de horecaondernemers. Hoe sneller die maatregelen worden genomen, hoe sneller zij zich correct kunnen voorbereiden. Zij zullen bijvoorbeeld hun kassasystemen moeten omvormen. Waarom moeten ze dat op twee dagen doen, als zij daarvoor meer tijd zouden kunnen nemen als het begrotingswerk deftiger zou gebeuren?

Een derde voorbeeld, mijnheer Piedboeuf, het is tijd om even de oren te sluiten, het dubbel overbruggingsrecht.

Wat hebben we gezien? Een regering die absoluut het beeld wilde geven dat alles dicht moest. De scholen moesten dicht, dus ook de economie moest dicht. Men zou werken met reservatiesystemen, wat voor veel ondernemingen eigenlijk een sluiting betekent. Wat zei de minister van Economie, de heer Clarinval, onmiddellijk na de beslissing in een persbericht? Wij zullen onze ondernemers steunen. Zij krijgen dubbel overbruggingsrecht. Zij krijgen extra steun, want wij weten dat wat wij in hun nek schuiven eigenlijk onredelijk is. Wat blijkt? De heer Clarinval staat alleen. De heer De Croo wil geen dubbel overbruggingsrecht geven. Ook de PS wil geen dubbel overbruggings­recht aan onze ondernemers geven. Vooruit weigert ook om dat te doen. Groen en Ecolo zeggen: njet, geen overbruggingsrecht voor onze ondernemers. Er is maar een minister die dat echt wil doen en dat is de heer Clarinval, maar hij krijgt geen gelijk. Waarom krijgt hij geen gelijk? Men krijgt sterk de indruk dat de Vivaldisten de voorzitter van de MR een peer willen stoven. Dat is een puur politieke beslissing. Georges-Louis Bouchez is een beetje te mondig geweest in de media. Vivaldi zegt dan: wij gaan u op de vingers tikken. De MR krijgt geen gelijk. Hoe gaan wij de MR straffen? We gaan de heer Clarinval, die iets gecommuniceerd heeft, niet geven wat hij gevraagd heeft.

Wie is daarvan het slachtoffer? Dat zijn al die ondernemers die nu met reserveringslijsten moeten werken. Zij zijn het slachtoffer omdat de PS, de sp.a, Groen, Ecolo en Open Vld een lesje wilden leren aan de MR door geen dubbel overbruggingsrecht toe te kennen.


Benoît Piedboeuf MR

Je l'avais dit hier sous forme de boutade, le MR ne compte pas quatorze membres au Parlement mais quinze. Le sujet systématiquement évoqué est Georges-Louis Bouchez. Je propose donc qu'on lui donne le droit de vote. Par contre, s'il n'existait pas, il faudrait l'inventer, à défaut de quoi mes collègues n'auraient pas grand-chose à dire vu qu'il revient chaque fois sur le tapis.

S'agissant du double droit passerelle, les choses sont assez claires, le problème est d'ordre sémantique. Quand le Comité de concertation a eu fini ses travaux, il a décidé que les commerces seraient fermés mais pourraient fonctionner sur rendez-vous. Quand on dit qu'un commerce est fermé et qu'il peut fonctionner sur rendez-vous, la loi est claire: un commerce fermé est éligible au double droit passerelle.

Toutefois, l'arrêté établi précise que les commerces sont ouverts mais ne peuvent fonctionner que sur rendez-vous. À ce moment-là, ce n'est plus la loi qui s'applique, puisque les commerces ne sont pas fermés. Dès lors, les commerçants concernés peuvent bénéficier du simple droit passerelle si leur chiffre d'affaires a baissé de 40 %. Par contre, si, étant ouvert sur rendez-vous, leur commerce ne fonctionne pas, ils peuvent – grâce à l'évolution due à mon ami David Clarinval et à la discussion qui s'est tenue au gouvernement – décider de fermer. À ce moment-là, ils bénéficient du double droit passerelle puisqu'ils sont fermés.

Les choses sont donc claires. Dans notre pays, on fait toujours du bruit avec tout et on essaie toujours de coincer un ministre par rapport à ses déclarations. Ce n'est quand même pas compliqué: si le commerce est ouvert, il touche le simple droit passerelle et, s'il est fermé, il touche le double droit passerelle. S'il est ouvert avec réservations et que ce système ne fonctionne pas, il ferme et peut donc toucher le double droit passerelle. Il s'agit d'une application très simple des principes qui ont été élaborés.

Bien sûr qu'il y a eu des discussions, discussions qui sont aussi budgétaires. C'est la raison pour laquelle je vous ai dit que, selon moi, un restaurateur ou un cafetier, qu'il soit flamand, bruxellois ou wallon, devrait être traité de la même façon. C'est ma vision des choses, et je sais que vous ne la partagez pas. C'est l'arrogance des riches, mais c'est ainsi.


Sander Loones N-VA

Mijnheer Piedboeuf, bedankt voor uw antwoord.

Sta me toe te verduidelijken dat de fout niet bij de heer Clarinval zit. Minister Clarinval is voor zijn sector, voor de kmo's, opgekomen en heeft daarom gezegd dat de genomen beslissing niet goed is. Er komt namelijk een gigantische extra last op al de ondernemers. Aangezien de regering zegt dat zij de ondernemers die het lastig hebben, zal steunen, moet de regering dat ook doen, aldus minister Clarinval. Daarom pleitte hij voor dubbel overbruggingsrecht. De fout zit niet bij minister Clarinval, hij vecht voor zijn sector.

De fout zit wel bij het kernkabinet, aangezien de vicepremiers beslist hebben om die maatregel toch niet uit te voeren. Als er bij MR dan toch iemand met stemrecht verantwoordelijkheid moet nemen, dan is dat mevrouw Wilmès, lid van de kern. Misschien heeft mevrouw Wilmès er geen breekpunt van gemaakt. Maar dan nog, ik denk dat de hoofdverantwoordelijkheid niet bij MR zit, maar wel bij premier De Croo en vicepremier Van Quickenborne. Zij hebben in de kern namelijk gezegd dat daarvoor geen geld zal worden vrijgemaakt. Ook vicepremier Dermagne heeft het dubbel overbruggingsrecht voor de ondernemers niet goedgekeurd. Evengoed zit de verantwoordelijk­heid bij de vicepremiers van Ecolo, Groen, Vooruit en CD&V, met minister Van Peteghem. De vicepremiers hebben het dubbel overbruggingsrecht voor de kmo's afgewezen. Het siert minister Clarinval dus echt dat hij vecht voor zijn sector. Het spreekt niet voor de kern, voor de vicepremiers, dat zij beslist hebben om dat niet toe te kennen.

Een volgend punt is het relanceplan, dat gefinancierd moet worden met Europese middelen.

U zult mij overigens moeten vergeven dat ik in mijn betoog wat uitgebreider ben vanochtend. Dat komt natuurlijk door het feit dat er een mondeling verslag werd gebracht en geen schriftelijk verslag is. Een schriftelijk verslag had mij immers de mogelijk geboden om al enkele argumenten enkel in de commissievergadering naar voren te brengen. Nu worden wij de facto verplicht al onze argumenten in de plenaire vergadering te verwoorden.

Voor het relanceplan krijgt België uit het Europees potje aan giften 5,9 miljard euro Europees coronageld. Het federaal niveau heeft daarvan zowat 1,2 miljard euro afgeroomd. Er moet nu beslist worden hoe dat gefinancierd zal worden. Er zijn lijstjes met projecten gemaakt, maar er zijn te veel projecten, waardoor de federale regering niet alles gefinancierd krijgt. De regering zal dus projecten moeten schrappen. Dat zou de logica zelve zijn, maar bij deze Vivaldiregering blijkt het geld aan de bomen te groeien. Uw regering schrapt dus geen projecten, maar zal toch nog alle investeringsprojecten uitvoeren, en meent dat er wel op een of andere manier geld voor zal worden gevonden.

In een normale discussie zou dat misschien wel kunnen als er reserves in een begroting zitten, als er marges zijn ingecalculeerd. Die zijn er echter niet, want die zijn al allemaal opgebruikt omdat u de vrede tussen de paars-groene partijen hebt moeten afkopen.

We zitten opnieuw in een debat over een coronaprovisie dat eigenlijk zeer nauw gelinkt is aan een algemeen begrotingsdebat. We hebben de vraag in de commissie gesteld en zullen ze blijven herhalen: waar zal dat geld – in detail nog niet uitgeklaard – vandaan komen. Specifiek gaat het om een 130 % aan projecten dat terug­gebracht moet worden naar 100 %. Als dat vergeleken wordt met de 1,2 miljard euro moet er ergens opnieuw zo'n 400 miljoen euro gevonden worden. Waar zit die 400 miljoen euro om de paars-groene investeringen te doen? Het zou toch goed zijn als daarover wat meer transparantie wordt gegeven. Er komen ongetwijfeld nog kosten aan, gelet op het sociaal overleg dat momenteel bezig is. De regering doet haar best om dat toch maar van zich af te duwen richting de sociale partners. Het zal mij zeer benieuwen hoeveel smeer er gevonden zal worden in de begroting om daar toch een of ander akkoord af te kopen.

Mevrouw de staatssecretaris van Begroting, wees waakzaam. U hebt herhaaldelijk aangekondigd dat u streng toezicht houdt. Gisteren of eergisteren was er trouwens een mooi interview op de Franstalige radio waarin u benadrukte dat u streng bent en dat zaken gefinancierd worden wanneer ze nuttig zijn en nodig zijn en dat er dan natuurlijk geld wordt vrijgemaakt. U zei wel streng te zijn opdat het correct verloopt. Hier moet u zeer aandachtig zijn.

Wanneer komt er eindelijk een specifieke budgetlijn voor die vaccins? Ik ga ervan uit dat intussen de instructie is gegeven om duidelijk te maken hoe die financiering nu precies is gebeurd. Mevrouw De Bleeker, de privé-informatie mag daar natuurlijk uitgefilterd worden want we willen niet dat u daarmee in de problemen komt. We willen wél dat die informatie wordt bezorgd.

Kortom, collega's, heel wat aandachtspunten zijn vandaag nog het probleem-De Croo, maar kunnen de komende weken en maanden misschien wel het probleem-De Bleeker worden. Er ligt dus huiswerk op de plank.

Over het volgende huiswerk kan ik zeer kort zijn, want ik heb het al een aantal keer gezegd: er is geen marge. Wij beslissen nu om een paar honderden miljoenen euro – afhankelijk van hoe men het berekent – bij te pompen in de coronaprovisie, maar slechts 30 miljoen euro daarvan is marge. De grootte daarvan is dus bijzonder beperkt en vormt ook het beeld van de rest van de begroting. Doordat de provisie niet correct wordt gebruikt en doordat niet eerlijk wordt geboekt wat wel gekend is, is er geen mogelijkheid om reserves te hebben.

Ik zou dit punt willen gebruiken om op te roepen tot meer eerlijkheid: als men alles wat ik verteld heb, samentelt en ook vaststelt dat er geen reserves zijn… Wij weten allemaal dat het moeilijk is om te budgetteren in een crisis, want wat onzeker is, kan men niet kennen, maar wat zeker is, weet men wel en er is een aantal kosten die er zeker aankomen. Boek die dan ook alstublieft in. Dat zal inderdaad betekenen dat iedereen zal zien dat uw begroting nog meer in het rood gaat, maar het is minstens eerlijker. Zo weten wij tenminste waar wij voor staan, zo zien wij tenminste de grootte van de oefening in plaats van het blikje voor ons uit te schoppen. Ik spreek doelbewust van ons en niet van u, want het is een verantwoordelijkheid van ons allemaal om ervoor te zorgen dat de begroting in orde komt. Boek dus alstublieft op de juiste manier in wat wel zeker is.

Mijn laatste punt betreft de monitoring.

Ik was zeer blij, mevrouw de staatssecretaris, toen u in de commissie aankondigde dat u niet alleen streng toeziet wanneer geld moet worden toegekend, maar dat u zich ook engageert op het vlak van de controle van de middelen. Wanneer geld wordt toegekend, is het belangrijk dat ook wordt nagegaan of die middelen correct worden gebruikt. U kondigde aan dat er een heel systeem van monitoring is opgezet, wat een zeer goede zaak is.

Ik wil dit punt gebruiken om het dossier van de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen via de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen aan te kaarten. Dat punt hebben wij al in verschillende commissies gemaakt, maar, opnieuw, gelet op het mondeling verslag zie ik mij genoodzaakt om dat in de plenaire vergadering te herhalen.

We stellen op het terrein al maanden vast dat er gigantische wachtrijen zijn voor mensen die een tijdelijke werkloosheidsuitkering moeten krijgen, niet via de vakbond maar via de hulpkas. Dat is een punt dat de socialisten ongetwijfeld zal interesseren. Er blijven maar problemen opduiken voor mensen die recht hebben op een uitkering. In deze begrotingsaanpassing vinden we een coronaprovisie van 4,7 miljoen euro, onder andere om extra personeel aan te werven voor de hulpkas.

Ik wil hier aankondigen dat we dit thema zeer nauwlettend zullen monitoren. Deze regering geeft echt de indruk een vakbondsregering te zijn. Dat krijgt men natuurlijk wanneer de voorzitter van de grootste socialistische partij, een steunpilaar van deze paars-groene regering, zegt dat hij voor 200 % achter de vakbonden staat. Zo creëert men zelf de indruk dat deze regering een vakbonds­regering is. Als men dan ook moet vaststellen dat mensen die doelbewust niet naar de vakbond gaan maar hun werkloosheidsuitkering via de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen uitbetaald willen krijgen, gekoeioneerd worden, dan versterkt dat het beeld dat deze regering een vakbondsregering is.

Wij zullen de monitoring op dit punt dus zeer nauwgezet volgen, om erop toe te zien dat de achterstand wordt weggewerkt. Mensen die recht hebben op een tijdelijke werkloosheidsuitkering moeten die eindelijk ook vlot kunnen krijgen. Ze mogen niet de facto gedwongen worden om daarvoor bij de vakbond aan te sluiten. Misschien is dat wel het verborgen plannetje van deze regering, ervoor zorgen dat de hulpkas slecht functioneert zodat mensen wel verplicht zijn om zich aan te sluiten bij de vakbond. Dat is niet netjes als dat de bedoeling zou zijn. Ik mag dus hopen dat dit niet het geval is. In elk geval, de staatssecretaris kondigt monitoring aan, het zal mij zeer interesseren om die van nabij te volgen.

Ik kom tot mijn besluit.

Het is niet makkelijk om te budgetteren in crisistijden. Dat weten wij allemaal, maar dat ontslaat deze regering niet van de verantwoordelijk­heid om de dingen die ze wel weet, op een correcte manier in te boeken. Dat ontslaat u niet van de verantwoordelijkheid om precies te budgetteren.

Ik hoop oprecht dat wij in uw antwoorden en in de uiteenzettingen van de meerderheid niet opnieuw hetzelfde riedeltje zullen krijgen dat het hier allemaal zo moeilijk is, dat er corona is, dat het onvoorspelbaar is, dat we het niet weten en gedwongen zijn om dag na dag, geval per geval, te zien hoe we budgetteren, om weer de coronaparaplu open te trekken en te doen alsof het water daar helemaal kan van afglijden. Dat is niet de samenvatting van mijn betoog. Die is wel dat er zelfs in crisistijden dingen zeker zijn en dat het dus logisch is dat u dingen die zeker zijn op een correcte manier verwerkt in uw begroting. Dat gebeurt vandaag niet.

Als de regeringspartijen op één punt zouden willen repliceren, hoop ik oprecht dat het op dat punt is. Wij vragen een uitleg waarom u dat niet doet. Dat kan een eerlijke uitleg zijn. Een eerlijke uitleg is wellicht omdat het een politiek compromis is. Erken dat dan gewoon.

Daarnaast hoop ik dat de uiteenzettingen namens de regeringspartijen ook steun zullen inhouden voor de voornemens van de staatssecretaris om ervoor te zorgen dat wij binnenkort een heel andere begroting zullen zien, dat wanneer de begrotingscontrole is afgerond, wij komaf maken met het kladwerk dat de begroting-De Croo is en wij eindelijk een deftige begroting zien. Wat ons betreft, kan dat perfect de begroting-De Bleeker zijn, zolang ze maar transparant, duidelijker en zekerder is, en meer de begrotingsprincipes respecteert.


Gilles Vanden Burre Ecolo

Madame la présidente, je vais répéter les éléments évoqués en commission. Le rapport oral du collègue Piedboeuf était très bien fait. Néanmoins, je souhaite revenir sur quelques points aujourd'hui, en plénière.

Cela a été dit par le collègue Loones. La discussion d'un ajustement budgétaire est traditionnellement un moment politique important dans l'année parlementaire puisqu'on voit à quelle intensité sont appliqués l'accord de gouvernement et le budget. Un budget et un ajustement budgétaire représentent les choix politiques faits par une coalition gouvernementale, par une coalition parlementaire. C'est pour cela qu'en temps normal, c'est un débat qui montre des orientations politiques claires et qui peut engendrer des clivages idéologiques très forts.

Aujourd'hui, la situation est complètement différente, et donc la discussion que nous avons l'est tout autant. Pourquoi? Parce que nous vivons la pire crise sanitaire, socioéconomique et de santé mentale probablement jamais vue dans l'histoire récente de notre pays. Malheureusement, ces dernières semaines, les décisions difficiles du Comité de concertation rendent cette situation encore plus compliquée non seulement pour les secteurs concernés, les secteurs économiques, mais aussi pour la santé mentale de nos concitoyens, pour les jeunes qui espéraient des perspectives au lendemain des vacances de Pâques. Aujourd'hui, tout cela est encore très fragile, en partie sous cloche, pour reprendre une expression citée la semaine dernière.

Cette situation est malheureuse et dramatique. Que met en avant cet ajustement budgétaire qui a été présenté en commission? Il met en avant tous les moyens qu'il faut mettre à disposition pour lutter contre la pandémie de covid au niveau sanitaire, avec des moyens supplémentaires pour lutter concrètement contre la maladie, que ce soit en termes hospitaliers, en termes de soutien au personnel des soins de santé de première ligne, en termes de financement des vaccins, etc. Mais il met aussi en avant tous les moyens nécessaires et fondamentaux pour soutenir les groupes les plus fragilisés dans cette crise. J'ai cité les jeunes et les personnes qui étaient déjà fragilisées avant le covid et qui, malheureusement, voient leur situation empirer, aussi bien au niveau de la santé mentale que des conditions de vie sociale.

Parmi les secteurs les premiers touchés, nous avons tous à l'esprit l'événementiel et le culturel, fermés depuis des mois, le secteur horeca, ceux qui ont pu rouvrir mais qui malheureusement aujourd'hui ont dû refermer. Ces moyens sont aussi là pour soutenir un maximum l'ensemble des personnes victimes de ces drames qui se jouent dans la société et de ces situations dramatiques qui se développent.

Je reprendrai quelques éléments importants aux yeux du groupe Ecolo-Groen. Ils figurent dans le tableau qui a été distribué en commission. Ils montrent bien les secteurs qui, pour nous, sont prioritaires et qui doivent bénéficier de l'aide traduite dans cet ajustement budgétaire.

J'évoquerai d'abord le soutien aux jeunes et aux étudiants, à hauteur de presque 30 millions d'euros. C'est évidemment fondamental. On voit à quel point la détresse des jeunes nous touche tous. Il suffit de se balader dans nos rues pour s'en rendre compte. C'est un signal très important. Je pointerai aussi le soutien pour plus de 30 millions d'euros aux publics les plus fragilisés. Il y a aussi une augmentation pour les allocataires sociaux durant les deux premiers trimestres de cette année, pour les personnes émargeant au CPAS. Ce sont des mesures fondamentales parce que cette crise touche en premier les personnes les plus fragiles.

Je pense aussi, comme je l'ai dit, à certains secteurs. Une mesure spéciale de soutien spécifique supplémentaire aux artistes est prévue, pour presque 21 millions d'euros.

Je souligne aussi tout ce qui a trait à l'INAMI, aux soins de santé, évidemment, ainsi qu'à la mobilité, pour les deux premiers trimestres de cette année, pour presque 163 millions d'euros, et pour l'ensemble du personnel qui est aujourd'hui en première ligne.

Pour nous, il était vraiment important de pouvoir citer ces différents éléments car nous sommes ici clairement au-delà d'un ajustement budgétaire classique. On est dans la mise en place de moyens supplémentaires fondamentaux pour répondre à l'urgence sanitaire et sociale, à la détresse de santé mentale et aux secteurs qui sont fermés aujourd'hui. Nous sommes toutes et tous touchés par cela.

Politiquement, nous soutenons donc pleinement ce qui est proposé ici. Nous soutiendrons évidemment cet ajustement budgétaire.

Comme je le disais en introduction, je tiens toutefois à préciser qu'il est normal qu'un ajustement budgétaire donne lieu à des débats vifs entre majorité et opposition. C'est normal car un budget représente une politique. Mais, ici, il s'agit d'un budget de combat, de soutien face à une pandémie et à une situation socioéconomique complètement inédite et dramatique. J'ai dès lors plus de mal à comprendre que, politiquement, on ne puisse pas se retrouver dans ce nécessaire effort collectif commun. Honnêtement, je le regrette quelque peu, même si certains ont eu des mots plus constructifs que d'autres. Je pense que, dans un tel moment, politiquement, il faut pouvoir soutenir les efforts entrepris.

J'espère que, dans quelques mois ou années, on retrouvera des débats plus classiques d'ajustement budgétaire. Aujourd'hui, ce n'est pas le cas. Le temps est à l'urgence et au soutien de nos concitoyennes et concitoyens qui sont dans des situations dramatiques et de lutte contre une pandémie inédite.


Wouter Vermeersch VB

Collega's, begrotings­besprekingen kunnen heel ruim gaan. Dat is hier vanmorgen ook al gebeurd. Ik probeer mijn betoog te structureren in drie punten: de werkwijze in het Parlement, een aantal algemene begrotingsopmerkingen en een aantal specifieke punten met betrekking tot het wetsontwerp.

Ten eerste, inzake de werkwijze moeten wij vaststellen dat de regering van zeven partijen in zeven haasten begrotingsaanpassingen door het Parlement probeert te duwen. De tweede begrotingsaanpassing op de algemene uitgaven­begroting werd in minder dan 72 uur door het Parlement geduwd. Het valt het Vlaams Belang toch op hoe oppervlakkig, haastig en slordig begrotingsdiscussies in het Parlement worden gevoerd tijdens een toch wel ongeziene economische crisis. Het is absoluut geen toonbeeld van goed bestuur.

Ten tweede, we hebben allemaal kunnen vaststellen dat terwijl de vakbonden afgelopen maandag staakten in dit land, de begrotingscijfers bloedrood kleuren. Staken tijdens een lockdown is uiteindelijk een vorm van Belgisch surrealisme. Het is natuurlijk het resultaat van een federale regering die gedomineerd wordt door francofone en vakbondsgerelateerde partijen. Het is meteen ook een van de redenen waarom België het structureel slechter doet dan onze buurlanden.

We zijn nog maar maart en de federale begroting zit nu al ruim 4 miljard euro uit koers. Voor de federale overheid en de sociale zekerheid apart zal het tekort dit jaar net geen 30 miljard euro bedragen. Het begrotingstekort is ook in 2020 in ons land veel sneller opgelopen dan in onze buurlanden. Dat blijkt ook uit vernietigende prognoses van de Europese Centrale Bank. Dat heeft niet zozeer te maken met de corona-uitgaven, waar de regering zich achter verschuilt, maar wel met het regeringsbeleid. Ook zonder corona en zonder de coronacrisis zou het tekort in dit land oplopen tot 3 % in 2022.

Behalve het tekort ziet België ook de schuldenlast veel sneller oplopen dan onze buurlanden Nederland en Duitsland. De schuldgraad in dit land zou tegen 2023 oplopen tot 120 %, wat volgens economen bij de Nationale Bank een duidelijke risicogrens is.

Laat ik het ook even over de rentes hebben. Het lamleggen van grote delen van onze economie, door de regering uitgevaardigd als corona­maatregel, en de vele miljarden aan steunmaatregelen, die daartoe noodzakelijk zijn, hebben de tekorten en de schulden in dit structureel financieel ongezond land nog verder naar ongekende en zeer gevaarlijke niveaus getild. De illusie onder andere door eerste minister De Croo opgehangen, dat wij daarmee dankzij de lage rentes wel zullen wegkomen, wordt nu stilaan doorprikt, aangezien de rentes opnieuw stijgen. Mevrouw de staatssecretaris, in de commissie­vergadering heb ik u daarover al vragen gesteld. De federale begroting blijft na de crisis achter met een structureel tekort van 6 % en de schuld zou stabiliseren dicht rond de 120 %. Ik blijf dus onze vragen herhalen. Moeten er bijkomende buffers worden ingebouwd? Welke plannen hebt u in die zin? Bent u van plan om te bezuinigen?

Na mijn opmerkingen over de rentes wil ik het ook nog even over de deelstaten hebben. De Waalse vrienden hier in de Kamer moeten nu misschien iets meer rechtop gaan zitten en de oren spitsen. Alarmerend is immers ook dat vanaf 2023 het tekort in de deelstaten weer oploopt tot 6 miljard euro en daar uiteindelijk blijft hangen. Het zou natuurlijk fout zijn om geen aandacht te besteden aan de overheidsfinanciën in de deelstaten. De deelstaten hebben een belangrijk deel van de steunmaatregelen ten gevolge van de coronacrisis op zich genomen. Ook al moet de federale kas uiteraard in verhouding veel meer bijspringen – denk maar aan de uitgaven voor tijdelijke werkloosheid –, de deelstaten moeten, door de tweede golf en lockdown, sectoren als de horeca, toerisme en evenementen bijkomend ondersteunen. Trouwens, collega Loones vraagt hier aan de regering naar de plannen voor de horeca, maar de vraag of en hoe men de horeca extra zal ondersteunen, moet ook aan de Vlaamse regering worden gericht.

Het Planbureau voorspelt bovendien dat het deficit van Wallonië en de Franse Gemeenschap in 2023 in absolute termen en dus in miljarden euro hoger zal liggen dan het Vlaamse tekort. In 2026 zal het Waalse begrotingstekort alleen al groter zijn dan het Vlaamse.


Sander Loones N-VA

Mijnheer Vermeersch, u stelt de vraag wat de Vlaamse regering zal doen voor de horecasector. Dat zijn twee zaken.

Ten eerste, voor de leden die het toen in de commissie hebben gemist, was er de mooie lofbetuiging van het Vlaams Belang voor de Vlaamse begroting. Het Vlaams Belang stelde dat de Vlaamse begroting veel meer op orde staat dan alle andere begrotingen in dit land. Dat is een compliment dat is gemaakt en dat, nadat ik erop had gewezen, is herbevestigd door u. Dat was heel goed. Mijnheer Vermeersch, u probeert nu uw woorden te temperen. U was echter heel lovend over de Vlaamse begroting. Mevrouw Pas, u moet eens wat nauwer toezien op uw fractiegenoten. Zij geven immers veel complimenten aan N-VA'ers.

Ten tweede, u vraagt wat de Vlaamse regering zal doen voor de horecasector. Er was twee weken geleden een stevige reportage op La Une, de Franstalige zender, waarin een mooi schema werd gebracht van de steun die wordt gegeven aan horecazaken per regio. Wat blijkt? In Brussel hebben horecazaken zowat 12.000 euro steun gekregen. In Wallonië gaat het om 16.500 euro. In Vlaanderen is dat 40.330 euro.

Dat gebeurt natuurlijk met een overheid die wel zorg draagt voor de centen en die zorgt dat de begroting wel deftiger in elkaar zit. Wanneer het dan begint te stormen of wanneer het brandt en er moet worden geblust, is er meer water. Mevrouw Depraetere, dat is er misschien eentje om toe te voegen aan uw beeldspraak. Indien er moet worden geblust, is het altijd goed dat er reserves en goede reservoirs zijn.

De Vlaamse regering heeft duidelijk een goed begrotingsbeleid gevoerd en kan nu sterker blussen in de huidige crisistijden, wat betekent dat zij het dubbele tot het driedubbele aan extra steun kan geven aan horecazaken in vergelijking met Brussel en Vlaanderen. Dat is met dank aan onder andere Vlaams minister van Begroting Muyters ten tijde van de regering-Peeters. Dat is eveneens te danken aan minister van Begroting Tommelein destijds in de regering-Bourgeois. Dat is vandaag ook te danken aan het begrotingswerk van Matthias Diependaele in de regering-Jambon. Bij deze ook dank aan CD&V en Open Vld om in de Vlaamse regering mee te helpen letten op die centen.


Christian Leysen Open Vld

Mijnheer Loones, u vergeet minister Van Mechelen, toen er geen schuld was in Vlaanderen. Nu bedragen de schulden in Vlaanderen de inkomsten van een jaar. We moeten soms een beetje bescheiden zijn, als we weten dat we in Vlaanderen een begrotingstekort van 5 tot 6 miljard euro zullen hebben.


Sander Loones N-VA

Ik zou graag een amendement indienen op de begroting, voor een paar honderd euro, zodat een krantenabonnement voor de heer Leysen kan worden aangeschaft, met name een abonnement op La Libre Belgique, waar heel vaak goede artikels in staan. Een paar weken geleden stond er een overzicht in van de begrotingstekorten en de schulden. Ik heb de lectuur daarvan al in de commissie aanbevolen, beste Christian, maar blijkbaar is dat nog niet gelukt. Misschien hebt u moeite om dat abonnement te kopen.

Wat staat er in dat artikel? Dat het begrotings­tekort van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest samen groter zal zijn in 2023 dan in Vlaanderen, terwijl Franstalig België maar 23 % van het bbp vertegenwoordigt en Vlaanderen meer dan 60 %. Toch zullen ze grotere tekorten en grotere schulden hebben. Het kan de moeite zijn om het dossier eerst te bestuderen, mijnheer Leysen. In elk geval, het staat in de Franstalige krant. Als er in de begroting een budgetje kan worden gevonden, lijkt mij dat een aanbevolen kost.


Gilles Vanden Burre Ecolo

Madame la présidente, je vais réagir à ce qui vient d'être dit par le collègue Loones.

En guise d'introduction, je tiens à dire, à l'instar du collègue Piedboeuf, que je déteste ce type de comparaison. Quand on fait face à une crise comme la crise actuelle, il n'est pas question de commencer à faire de la concurrence entre les personnes habitant en Flandre, à Bruxelles ou en Wallonie. Nous pouvons faire des comparaisons intéressantes dans l'optique d'un bon benchmarking de gestion publique. C'est très bien, en général. Mais pas ici. Pas sur ce sujet-là. Monsieur Loones, franchement, je regrette que tout ce que vous puissiez dire ici pendant le débat budgétaire, c'est: "Regardez par rapport à la Wallonie, par rapport à Bruxelles!"

Venons-en aux chiffres. Vous comparez des pommes et des poires, monsieur Loones. J'ai les chiffres d'investissements de la Flandre, de la Wallonie et de Bruxelles par rapport aux entrepreneurs et à l'horeca pendant la crise du covid-19. Il est vrai qu'en montants bruts, la Flandre aide davantage. Très bien! Bravo! Je suis content que la Flandre puisse se permettre d'aider davantage.

Au niveau des chiffres, vous comparez les budgets d'une Région de 1,2 million de personnes (Bruxelles) à une Région comme la Flandre de plus ou moins 6 millions d'habitants et à la Wallonie qui en compte 3.

Il y a un point intéressant mais que vous ne relevez évidemment pas. Quelle est la Région qui a le plus investi dans les entrepreneurs en pourcentage de son budget? La Région flamande a libéré 1,9 milliard d'euros, ce qui représente 5,3 % de son budget pour 2021. La Région de Bruxelles-Capitale a investi 467 millions d'euros en aides directes aux entreprises, ce qui représente 9,4 % de son budget pour 2021.

Évidemment, en montants bruts, nous pouvons faire de grandes comparaisons. Mais c'est comparer des populations et des Régions différentes.

Ce qui est certain, c'est que l'effort proportionnel est le plus important à Bruxelles. Et pour cela, monsieur Loones, j'attends aussi des félicitations!


President Eliane Tillieux

Zou de heer Vermeersch ook het woord kunnen krijgen?


Sander Loones N-VA

Mijnheer Vanden Burre, u verwijst graag naar procenten, ik verwijs graag naar centen omdat de ondernemers die nodig hebben. Of het nu een ondernemer in Vlaanderen, Wallonië of Brussel is, dat doet er niet toe, hij koopt niet veel met uw procenten. Wat hij wel nodig heeft zijn centen. U kunt het wel hebben over de percentages van de algemene begroting, maar dat zijn abstracte discussies. Wat de ondernemers nodig hebben, is steun in hun zakken en daar zijn de cijfers wat ze zijn.

Wat ik vooral veel interessanter vind, is dat u begint open te staan voor het communautaire debat. Ik moedig dat aan. Het is mooi dat u op regionale cijfers repliceert met regionale cijfers. Dat is een evolutie die ik aanmoedig. Ik dank Ecolo om dat institutioneel onderscheid te maken en heel duidelijk met cijfers begint te onderbouwen dat er een verschil in beleidscultuur is tussen Brussel, Wallonië en Vlaanderen. Dat is een goede zaak. Ik kan enkel applaudisseren voor die institutionele ambitie.


Wouter Vermeersch VB

Mevrouw de voorzitster, ik ben heel tevreden dat dit debat hier wordt gevoerd. Dit is een debat dat wij toejuichen. Wij houden van dit debat, want het komt tot de essentie van het politieke debat in dit federaal Parlement, met name het institutionele, dat onlosmakelijk verbonden is met de begroting.

De reden waarom wij de discussie hier voeren en in de commissie hebben gevoerd, is omdat collega Piedboeuf had opgemerkt dat hij van mening is dat horecaondernemers in Vlaanderen en in Wallonië, net zoals collega Vanden Burre zegt, op eenzelfde manier moeten worden ondersteund. Wij zijn het daar natuurlijk niet mee eens.

Waarom kan Vlaanderen veel meer doen? Collega Loones heeft daar gelijk en ik heb als Vlaams-nationalist geen moeite om dat toe te geven aan de N-VA. Vlaanderen kan nu eenmaal meer doen voor zijn horecaondernemers omdat Vlaanderen het beter doet dan het federale niveau en Wallonië. Omdat Vlaanderen beter op zijn centen heeft gepast en past, kan het veel meer doen voor de eigen ondernemers.

Mijnheer Loones, mijnheer Piedboeuf, mijnheer Vanden Burre, waarom kan men in Duitsland en Nederland nog meer doen? Daar kunnen ze nog veel meer doen voor hun eigen bewoners en ondernemingen dan wat we in Vlaanderen kunnen doen. Dat is omdat Nederland en Duitsland, niet zoals Vlaanderen, geen Waals blok aan het been moeten meesleuren.

Wij, overtuigde Vlaams-nationalisten, vinden dat de coronacrisis moet worden aangewend om meer bevoegdheden naar Vlaanderen te krijgen Wat ons betreft moeten zelfs alle bevoegdheden naar Vlaanderen gaan, zodat wij meer kunnen doen voor onze eigen mensen en ondernemingen als een nieuwe crisis zich aandient. De heer Piedboeuf zei in de commissie dat ik een onderscheid maakte op basis van waar men geboren is en dat men in Wallonië ook goede bestuurders heeft. Ik geloof dat best, Wallonië heeft goede bestuurders en eigenlijk moet het die goede bestuurders aanwenden om de toekomst in eigen handen te nemen. Als er zich een nieuwe crisis aandient, staat men dan veel sterker om de eigen inwoners en ondernemingen te ondersteunen.

De Waalse vrienden moeten nu even de oren spitsen voor de cijfers van het Planbureau. Dat voorspelt namelijk dat het deficit van Wallonië en de Franse Gemeenschap in 2023 in absolute cijfers hoger zal zijn dan het Vlaamse tekort. In 2026 zal het Waalse begrotingstekort alleen al groter zijn dan het Vlaamse, dat terwijl Vlaanderen goed is voor 60 % van de Belgische economie en 70 % van belastinginkomsten en Wallonië slechts voor een kwart. Kan Wallonië het tij keren? We hebben in het verleden gezien dat Wallonië er hoogstens in slaagt om dezelfde groeicijfers te halen als Vlaanderen. Dat doet ons natuurlijk vrezen voor wie de factuur van de miljardenputten in Wallonië zal moeten betalen. De Vlamingen zullen de putten in Wallonië mogen helpen dempen en u zult dan uiteraard mijn partij op uw pad vinden.

Na de deelstaten wil ik nog even een ander punt behandelen, met name de overheids­investeringen. De verwachting is dat het economisch herstel in ons land trager zal gaan dan elders. In tegenstelling tot voor de buurlanden wordt er voor België geen volledig economisch herstel verwacht. De Europese Commissie blijkt bijzonder kritisch te zijn voor de eerste versie van de relanceplannen van deze regering. Ook de Europese Centrale Bank is van oordeel dat de relanceplannen van deze regering niet zullen volstaan om de economische motor in ons land terug op toeren te krijgen.

De overheidsinvesteringen hinken daarvoor te veel achterop. In de commissie heb ik aan de staatssecretaris gevraagd, en die vraag zullen wij blijven herhalen: hoe zullen de overheids­investeringen in dit land worden opgekrikt?

Ondertussen hebben 11 economen aan de regering gevraagd spoed te zetten achter de economische hervormingen. Die moeten de productiviteit en de economische groei stimuleren om zo uiteindelijk de begrotingsputten te helpen dempen. Over die structurele hervormingen in dit land blijft het verontrustend en oorverdovend stil.

Over de hervormingen die nodig zullen zijn om tot een werkgelegenheidsgraad van 80 % te komen, toch een ambitie van deze regering, vinden we niets terug in het regeerakkoord. Daar hebben wij tot vandaag in het Parlement nog niets over gehoord.

De verhoging van de minimumpensioenen is ondertussen verworven, ook in het regeerakkoord, maar het is compleet onduidelijk hoe die zal worden gefinancierd en welke pensioen­hervormingen daartegenover staan.

Die 11 economen schuiven concreet zes hervormingen naar voren. Het zou ons uiteraard te ver leiden ze hier allemaal op te sommen, maar, mevrouw de staatssecretaris, u hebt aangegeven dat u de oproep van die economen hebt gehoord. Ik vraag mij nog altijd af welke hervormingen u uiteindelijk zult doorvoeren om de begroting opnieuw op de rails te krijgen.

Meent u dat hervormen mogelijk is met een overwicht aan Franstaligen, groenen en socialisten, vakbondsgerelateerde partijen in deze regering, die toch overduidelijk altijd de kant van de non-hervorming kiezen?

Laat ik het ook even hebben over de miljardenstromen naar Europa. Wij zullen het straks ook nog even hebben over SURE dat hier op de agenda staat.

Collega's, begin deze maand is het eigenmiddelen­besluit via achterkamerpolitiek door het Parlement geduwd. Het ging om een fundamentele hertekening van het inkomsten­systeem van de Europese Unie, een zeer ingrijpend en verstrekkend wetsontwerp met een impact op de begroting tot 2058. Veertig jaar lang! Die commissie vond plaats in een achterkamer van het Parlement, de Congreszaal, zonder enige videoverbinding en zonder openheid en transparantie, dit in tegenstelling tot het zeer hoogwaardige debat dat wordt gevoerd in andere nationale parlementen van de Europese Unie.

Collega Ravyts heeft er mij net nog even op gewezen: Duitsland leek zich vorige week te voegen bij de 20 lidstaten van Europa die het eigenmiddelenbesluit ondertussen al hebben goedgekeurd. Het constitutioneel hof in Duitsland kwam echter tussenbeide. Het hof in Karlsruhe wil zich eerst buigen over de bezwaren van de tegenstanders, onder wie een aantal leden van onze zusterpartij, Alternative für Deutschland, die zich uitdrukkelijk in Karlsruhe verzetten tegen wat hier, zonder slag of stoot, in dit Parlement werd goedgekeurd. Voor mij zijn zij politieke helden. Zij stellen namelijk, net als het Vlaams Belang, dat het Europees Herstelfonds de deur openzet voor het aangaan van gemeenschappelijke Europese schulden, wat de Europese Verdragen simpelweg niet toelaten. Onze hoop ligt bij dat hof, onze mogelijke steun en toeverlaat, dat hopelijk een beslissing neemt in de juiste richting. Tot daar wat de Europese geldstromen betreft.

Ik wil daar nog aan toevoegen dat we dit eigenmiddelen­besluit hier in het Parlement hebben goedgekeurd zonder daarvan de budgettaire impact te kennen. Onze vraag in de commissie om de staatssecretaris voor Begroting toelichting te laten komen geven, werd op alle mogelijke manieren in dit Parlement afgeblokt. Gisteren kregen we de commissieagenda. Opnieuw is er geen enkel spoor te vinden van een bespreking van de budgettaire impact van dit zeer verregaand eigenmiddelenbesluit. Het is onaanvaardbaar dat een dergelijk zwaarwichtig besluit werd goedgekeurd zonder daar de budgettaire impact van te kennen op de federale begroting, maar ook op de begrotingen van de deelstaten. Wij zouden van de staatssecretaris, ik herhaal het, toelichting willen krijgen over de budgettaire verwerking die zal plaatsvinden en de verwachte budgettaire gevolgen van enerzijds de Belgische afdrachten voor het financieren van die miljarden euro's aan subsidies, en anderzijds de Belgische garantieverplichtingen voor het verstrekken van de miljarden euro's aan leningen.

In de voetnoot van het eigenmiddelenbesluit, op pagina 18 van het wetsontwerp konden wij lezen dat u, mevrouw de staatssecretaris, het idee oppert om een systeem van voorfinanciering door de Belgische federale overheid en terugbetaling door de Gewesten in te voeren. Hoe zal dat concreet geregeld worden? Dat is tot vandaag compleet onduidelijk. Wij zullen daar uiteraard in de commissie op terug blijven komen. Tot zover onze algemene begrotingsopmerkingen.

Ik wil nog specifiek ingaan op onderhavig wetsontwerp, inzonderheid de coronaprovisie.

Mevrouw de staatssecretaris, u zei bij de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting, die trouwens door de zeven haasten van de regering uiteindelijk de tweede aanpassing zal worden – de tweede aanpassing wordt de eerste aanpassing; het wordt allemaal wat verwarrend –, dat u eigenlijk welwillend staat tegenover de kritiek van het Rekenhof.

Wat de voorgestelde aanpassing en de coronaprovisie betreft, was het Rekenhof vernietigend voor uw regering. Er zijn parallellen te trekken met de discussie die gisteren in het Parlement plaatsvond. Gisteren werd hier vastgesteld dat de techniek van de ministeriële besluiten om coronamaatregelen te nemen, niet correct is. Welnu, de techniek die hier vandaag wordt toegepast, die van een coronaprovisie, is ook niet de correcte techniek om mee te werk te gaan. Eigenlijk moeten de uitgaven inzake corona op de juiste begrotingslijnen worden ingeschreven.

Mevrouw de staatssecretaris, u antwoordde in de commissie dat de bedragen en de wettelijke basis nog ontbraken en dat de cijfers nog evolueerden, waardoor u dus met een provisie moest werken. Maar dat is natuurlijk larie en apekool. Wij hebben in de begroting van december bijvoorbeeld 400 miljoen euro ingeschreven voor de effectentaks. Wel, die effectentaks had in december nog geen enkele wettelijke basis. Ook de inkomsten uit de effectentaks evolueren nog steeds. Niemand kan zeker zeggen dat die 400 miljoen euro verworven is. Dus, de argumenten die u aanhaalt om de provisie te verdedigen, houden helemaal geen steek. Meer nog, ze negeert ze zelf.

Dat geldt ook voor de details van de coronaprovisie. De heer Loones haalde dat terecht aan. Er wordt een bedrag van 800 miljoen euro in de gezondheidszorg ingeschreven, maar we kregen tot nu toe geen details. Die hebben wij uiteindelijk nu pas gekregen, maar we moeten die natuurlijk krijgen voor het debat, zodat we ze kunnen analyseren en meenemen in het debat. U moet mij verontschuldigen dat ik nu mijn laptop niet open om die cijfers hier ter plekke te analyseren. Dat is onmogelijk. Ziedaar de trieste manier waarop het debat hier in het Parlement wordt gevoerd.

Tot slot wil ik het nog even hebben over de urgentie, waarmee onderhavige tekst moet worden behandeld.

Waarom moet alles zo snel gaan? In december zaten wij hier om de begroting goed te keuren. Toen wisten wij al dat de provisie voor corona onmogelijk kon volstaan. Vorige maand wisten we dat. Vorige week wisten we dat. We weten dat vandaag. Het Parlement en de regering hadden heel wat sneller kunnen zijn. Het kan niet dat alles hier in zeven haasten wordt doorgeduwd. Dat leidt mij tot de conclusie, die ik ook al formuleerde bij het begin van mijn uiteenzetting. Het valt ons op hoe haastig, oppervlakkig en slordig begrotings­discussies tijdens een ongeziene economische crisis in het Parlement worden gevoerd. Dat is absoluut geen toonbeeld van goed bestuur.


Steven Matheï CD&V

Mevrouw de voorzitster, het voorliggende wetsontwerp bevat naast een aantal technische aanpassingen aan de begroting, ook een substantiële meeruitgave: de coronaprovisie wordt met 380 miljoen euro verhoogd. Dat is natuurlijk een belangrijke wijziging ten opzichte van de initiële begroting van oktober 2020, die gebaseerd was op de omstandigheden van dat moment. Intussen worden wij spijtig genoeg geconfronteerd met een derde golf en met een paaslockdown, die een grote invloed heeft op ons economisch stelsel en de gezondheid van de mensen, ook de mentale gezondheid. Kortom, het stormt en dus is het weeral alle hens aan dek, ook op financieel vlak.

Dat vereist natuurlijk een doeltreffend en wendbaar ingrijpen met verschillende maatregelen. Veel van die maatregelen zijn opgesomd in het voorliggende ontwerp en ook uitgebreid toegelicht door de staatssecretaris in de commissie. Het gaat over uitgaven voor onder andere het RIZIV, vakantiegeld, kwetsbare mensen en de vaccinatiecentra. Al die maatregelen hebben als gemeenschappelijk punt dat zij noodzakelijk, dringend en tijdelijk zijn. Dat zijn ook de parameters waaraan de maatregelen in de coronaprovisie afgetoetst moeten worden en blijven. Dat heeft de staatssecretaris ook bevestigd. Het is dus een moeilijke periode met een moeilijk voorspelbare situatie, die belangrijke maatregelen vergt. De coronaprovisie in het ontwerp laat die toe en wij zullen het ontwerp dan ook ten volle steunen.


Marco Van Hees PVDA | PTB

Madame la présidente, ce projet de loi est un deuxième ajustement budgétaire alors que le premier n'a pas encore été soumis à la séance plénière. La première critique qu'il y a à formuler sur ce texte est que cela renvoie au débat sur la transparence et l'aspect non financier des mesures covid. Tout le monde est d'accord sur le fait que, dans le cadre de la pandémie, une série de mesures et de budgets sont nécessaires. Mais il y a d'abord un débat sur la méthode.

Il y a un débat important sur la question de la transparence sur les mesures covid en général. Je fais référence au fait que les arrêtés du gouvernement ont été déclarés illégaux par la justice. Mais la question se pose aussi en matière budgétaire. En matière budgétaire, là aussi, la transparence et un véritable débat parlementaire font défaut. On a déjà critiqué sévèrement l'utilisation de provisions dans le budget initial. La Cour des comptes a dit qu'une provision pouvait être acceptée exceptionnellement dans certains cas, sans toutefois être un mode de gestion budgétaire. Malgré cette critique, on revient ici avec la même utilisation de provisions.

Le problème des provisions en matière budgétaire est que c'est une enveloppe fourre-tout avec laquelle le gouvernement peut faire ce qu'il veut. Il peut faire des transferts d'un poste à l'autre et il n'y a donc pas la transparence ni le débat parlementaire nécessaires au respect des principes démocratiques de base. Un budget est voté par le Parlement de manière spécifique.

Ce contrôle parlementaire n'a pas lieu de manière satisfaisante à partir du moment où on utilise les provisions, ce qu'on aurait pu comprendre, voici un an, quand le gouvernement découvrait les problèmes liés à une pandémie comme celle qu'on vit aujourd'hui. Cet argument ne vaut évidemment plus aujourd'hui. Voici la première critique qu'on peut formuler à l'égard de ce texte.

La deuxième critique que je veux émettre concerne les moyens humains. On constate que, par-ci par-là, quelques budgets sont prévus pour augmenter le personnel dans certains domaines très spécifiques. Je pense notamment au personnel de la CAPAC ou de l'INASTI. Mais ce n'est pas du tout ce qu'il ressort de l'ensemble de ce texte.

Nous avons vu que la CAPAC et l'INASTI ont été confrontés à de nombreux problèmes dans la gestion de leurs dossiers. C'était catastrophique. Si celles-ci n'arrivent pas à suivre, cela a des conséquences graves pour les bénéficiaires des allocations en question.

En l'occurrence il me semble que quelques moyens supplémentaires ont été donnés de manière limitée. Mais on se rend compte que ces moyens et ce personnel sont totalement insuffisants dans une série de services publics. Ce qui est déjà une situation limite en temps normal se ressent encore plus, et fortement, en cette période de crise corona. Le manque de personnel est un gros problème. Il est d'autant plus grave qu'on sait que ce gouvernement a encore programmé la suppression de personnel public au niveau fédéral. En 2021, une baisse des effectifs est programmée sur le plan budgétaire, et elle s'accentuera encore les années suivantes. Au total, cette politique va sacrifier 5 000 emplois dans la fonction publique fédérale. On ne s'en sort déjà pas aujourd'hui mais ce gouvernement va continuer à supprimer des emplois, c'est-à-dire à faire peser les efforts budgétaires sur les services publics. C'est problématique.

Par ailleurs, l'article 4, par exemple, prévoit de redistribuer, en cas de nécessité, les crédits de personnel vers le fonds de garantie paneuropéen pour financer la Banque européenne d'investissement. Où va-t-on aller chercher l'argent s'il y a des besoins de financement de la Banque européenne d'investissement? Sur les crédits de personnel.

Au-delà des 5 000 emplois dont la suppression est déjà programmée, on prévoit encore, en cas de besoin, de ponctionner sur ce genre de crédits, ce qui est bien évidemment inacceptable.

Ce manque de moyens humains s'observe, par exemple, dans l'inspection du travail. Sauf erreur de ma part, les inspections du travail ne sont pas renforcées. Or, on constate que 40 % des foyers de contamination sont observés dans les entreprises. L'entreprise est aujourd'hui l'endroit où l'on voit le plus de contaminations au coronavirus, mais les contrôles sont insignifiants par rapport aux besoins en raison du manque de personnel. Ce manque de personnel est endémique et a des conséquences particulière­ment graves.

Il faut donc renforcer ces contrôles aux principaux lieux de contamination dans notre pays, à savoir les entreprises, mais on ne le fait pas. Les entreprises sont une sorte de chasse gardée, on ne peut pas y toucher. On peut fermer tout ce qu'on veut, les restaurants, le monde culturel, les écoles, mais on ne touche pas aux entreprises, alors qu'on sait qu'elles représentent le principal vecteur de contamination! À la rigueur, qu'on continue à faire tourner les entreprises, d'accord, mais avec un maximum de garanties! Par un maximum de garanties, j'entends des inspections sociales dignes de ce nom.

Dans le cas des CPAS, par exemple, des budgets ont été débloqués pour accroître les aides que doivent fournir les CPAS, notamment aux jeunes, mais la masse de nouveaux dossiers à traiter par les CPAS est devenue ingérable. Le phénomène n'est bien évidemment pas nouveau, mais il a été sensiblement aggravé par la pandémie. Dans les CPAS wallons, le nombre de dossiers a doublé en vingt ans, alors que le personnel n'a augmenté que de 2 %. Déjà avant la pandémie, le personnel des CPAS ne s'en sortait pas, et nous savons d'ores et déjà que les CPAS wallons vont être amenés à traiter 100 000 dossiers supplémen­taires d'ici 2022.

Aujourd'hui, le personnel des CPAS ne s'en sort pas. Il n'y a pas de budget dégagé pour cet aspect-là.

Troisièmement, je voudrais aborder la question des moyens financiers qui va se poser mais qu'on ne pose pas ici parce qu'on est uniquement dans le volet des dépenses, mais qui se posera lorsqu'on abordera les recettes lors du contrôle budgétaire. Où va-t-on aller chercher les ressources budgétaires pour financer toutes ces dépenses? Va-t-on faire comme toujours, c'est-à-dire aller chercher l'argent dans la poche des travailleurs, augmenter les taxes, réduire les services publics, s'attaquer à la sécurité sociale? Ou va-t-on, pour une fois, prendre une voie alternative?

Par exemple, on accorde six millions de subventions aux opérateurs des télécoms pour réduire la fracture numérique. Très bien! Cette fracture numérique est évidemment très probléma­tique. Six millions, c'est sans doute insuffisant par rapport aux besoins mais ne discutons même pas de ce chiffre! Est-il normal qu'on donne six millions à une entreprise comme Proximus, cotée en bourse et qui a réalisé 582 millions d'euros de bénéfices en 2020 – année corona –, un bénéfice en hausse de 48 % par rapport à l'année précédente? Proximus profite largement de la crise corona. C'est assez évident! On sait que le télétravail augmente, etc. Il y a donc une logique à cela, mais n'est-ce pas ce genre d'entreprises qui devraient contribuer sur leurs fonds propres, sur leurs bénéfices, sur les dividendes qu'elles distribuent à lutter contre la fracture numérique plutôt que de les subsidier pour une telle tâche?

La question mérite d'être posée dans ce cas précis, mais également de manière plus générale évidemment. Il est clair que, par rapport à l'ensemble des milliards dépensés dans le cadre de la crise du coronavirus, ce n'est pas le rendement dérisoire de la taxe sur les comptes-titres qui va faire que nous allons majoritairement nous orienter du côté des épaules les plus larges.

Il faudra oser poser la question, lors du contrôle budgétaire, d'une taxation véritable de ceux qui ont les moyens de contribuer au financement de la crise du coronavirus. Je vois deux grandes catégories. Il y a la question des millionnaires, dont le nombre continue à augmenter chaque année. Cela pose la question d'une véritable taxe sur la fortune, pas une taxe dérisoire sur les comptes-titres, mais une véritable "taxe corona" sur les grandes fortunes. Une taxe des millionnaires, qui aille chercher un rendement qui se chiffre en milliards. L'enjeu est là.

Il y a la question de taxer les surprofits réalisés par une série d'entreprises. Parce que c'est logique. Il est logique d'aider les entreprises qui ont besoin d'aide, qui ont vu leur chiffre d'affaires ou leurs bénéfices s'effondrer, qui sont éventuellement en perte aujourd'hui. C'est normal de les aider. Mais il n'est pas normal que ce soit à sens unique; il n'est pas normal que l'argent de l'État aille simplement alimenter les entreprises qui sont en perte et que les entreprises qui ont réalisé des surprofits ne soient pas mises à contribution pour aider, justement, celles qu'il faut aider de manière publique.

Il faudra oser avoir ce débat lors du contrôle budgétaire. Ce que je constate, c'est que ce gouvernement a fait l'impasse, par un tour de baguette magique qui s'appelle la taxe sur les comptes-titres, qui reprend simplement une veille recette du gouvernement de droit.

Il faudra avoir ce débat et nous serons là pour le mener.


Christian Leysen Open Vld

Mevrouw de voorzitster, collega's, er ligt een wetsontwerp ter stemming dat de covidprovisie verhoogt door het vertraagd afzwakken van de pandemie, maar het voorziet ook in een aantal nieuwe uitgaven ontstaan door het opnieuw verstrengen van een aantal maatregelen. Begrotingsdiscipline is een bijzonder grote uitdaging in deze tijden. We hebben twee jaar geleefd met voorlopige twaalfden. De begroting 2021 moest op zeer korte tijd opgesteld worden, met de schaduw van de pandemie op de werktafel. De klassieke begrotings­opmaak werd door de jaren heen ook aangevuld met interdepartementale provisie, met begrotingsfondsen waarover de regering zelf geen controle meer heeft, en nu ook met substantiële en wederkerende coronaprovisies.

Provisie is niet te verwarren met providentie. Het ene betreft de voorlopige budgettaire voorzieningen op basis van de op dat moment al dan niet nieuwe gegevens. De providentie betekent voorzienigheid, de eigenschap van een hogere macht die alles kan voorzien en heeft voorzien. Als het niet meer over een god, maar over de staat gaat, is die voorzienigheid wellicht een te ambitieuze verwachting van de burger.

Tijdens deze crisis zijn de overheden in dit land, net zoals in de rest van Europa, massaal in de bres gesprongen om de economie van een harde crash te behoeden, de gezinnen koopkracht te laten behouden en het zorgsysteem te stutten, en liefst alle opgelopen schade te compenseren. Europa gaat wat dat betreft veel verder dan de andere continenten. Tal van vormen van inkomstenverlies zijn gebufferd door de overheid, uitgaande van de veronderstelling dat een relance deze buffering zal opvangen. In Azië wordt verwacht dat de burgers en bedrijven zelf een stuk van die buffers opvangen. In de Verenigde Staten werd gekozen voor een krachtige injectie van middelen, rechtstreeks aan de burger, direct eerder dan indirect, zoals België doet via de vele tussenschakels en instellingen.

Deze tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting bevestigt en versterkt de Europese keuze om zoveel en zo breed mogelijk te compenseren. De reissector krijgt zuurstof, artiesten worden gecompenseerd voor naburige rechten die wegvallen, de OCMW's krijgen extra ondersteuning, net zoals het spoor en skeyes. De kraan wordt breed opengedraaid en dat is niet zonder gevaar.

Ik verwijs naar de voormalig hoofdeconoom van de ECB in België, welbekend omdat hij in België zowel bij een bank als nadien op kabinetten actief was, de heer Peter Praet. Hij zegt: "Het zijn de overheden die nu de economie moeten steunen, en zij geven daarvoor ook heel veel geld uit." Maar hij toont zich ook terecht ongerust: "In principe heb ik niets tegen meer overheidsschuld. Als je nu goedkoop kunt lenen om goede investeringen te doen, waarom niet? Maar ik ben bezorgd dat de overheden geld zullen blijven uitgeven, ook als het niet meer nodig is, en dat zij zich niet verstandig zullen gedragen. Want het is niet omdat geld gratis is, dat het ook goed wordt besteed."

Wij moeten dus waken over de tijdelijkheid van dergelijke maatregelen. Het verleden leert ons dat 'voorlopig' en 'tijdelijk' woorden met een lange houdbaarheidsdatum zijn. De extra uitgaven van vandaag mogen niet leiden tot structurele uitgaven morgen en nog meer overheidsschuld overmorgen. Ook daarover is de heer Praet namelijk bezorgd. De factuur van het verleden, maar ook die van vandaag en morgen moet betaald worden. Wie zal dat doen? De heer Praet zegt dat politici in heel Europa die vraag momenteel ontwijken, aangezien de prioriteit ligt op het onder controle krijgen van de pandemie. De vraag wie de facturen zal betalen, zal tot heftige politieke debatten en tot grote spanningen leiden.

Wij hebben er dus alle belang bij om, zolang het nodig is, correct ondersteuning te blijven bieden, maar geen dag te lang en zonder in excessen te belanden en oneigenlijk gebruik van corona- en andere provisies en fondsen te tolereren.

Mevrouw de staatssecretaris, uw rol is dan ook essentieel. De goedkeuring van deze provisie is een vertrouwensmandaat aan u om hierover te waken, met de steun van niet alleen vicepremier Van Quickenborne en premier De Croo, maar van de hele regering, die dat aan de bevolking verschuldigd is. Tegelijk is het essentieel om een geloofwaardig traject uit te tekenen voor een budgettair herstel. Ik pleit hierbij niet voor extreme budgettaire austeriteit, maar wel voor redelijkheid en ook, en vooral, voor daadkracht en de moed om keuzes te maken.

We moeten evenveel energie steken in het beheer van deze pandemie als in de wereld van morgen, waar we wellicht vroeg of laat nog met andere pandemieën zullen worden geconfronteerd. Econoom Gert Peersman stelt vandaag in Trends dat men ook kan saneren door meer te investeren en te hervormen. Het gaat om de klassiekers: de arbeidsmarkt en de pensioenen hervormen en extra overheidsinvesteringen doen. Enkel zo kunnen we de economische motor opnieuw op gang trekken.

Het economisch relancegeld zal een extra stimulus geven, maar er ligt nog huiswerk op de plank omdat het Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe antwoorden vraagt op een aantal pertinente vragen, omdat de Belgische regering de door haar ingediende voorstellen moet herzien en omdat die Europese middelen slechts homeopathie zijn als we de kwalen van onze Belgische economie niet doeltreffend aanpakken.

Ik besluit.

Laten we de voorzienigheid van onze overheid met realisme omkaderen en dit ook zo durven communiceren. Laten we ons niet laten meeslepen door het kortetermijndenken, door alle verwachtingen om te zetten in budgettaire provisies en door eenmalige coviduitgaven niet te beschouwen als voorafnames op toekomstige structurele uitgaven die ons budgettair nog verder achteruitzetten. Laten we onverwijld werk maken van de noodzakelijke en onvermijdelijke structurele hervormingen, want enkel dan kunnen we ook ten volle inzetten op de veerkracht van burgers en bedrijven. Zij zijn het die uiteindelijk de toekomst en de welvaart van dit land zullen creëren.

In die geest zal onze fractie de voorliggende wijzigingen van de uitgavenbegroting 2021 goedkeuren.


Vanessa Matz LE

Madame la présidente, chers collègues, je ne serai pas très longue et ne participerai surtout pas aux exercices de musculation communautaire dont le caractère pénible et indécent est manifeste au regard de la période que nous traversons. Ce n'est pas pour autant que je suis disposée à signer un chèque en blanc au gouvernement.

En commission, j'ai ainsi eu l'occasion de faire valoir plusieurs réflexions. Nous regrettons tout d'abord l'absence de rapport de la Cour des comptes annexé aux documents d'ajustement budgétaire. Nous devons aussi déplorer que n'aient pas été convoquées les commissions compétentes et fonctionnelles pour aborder les différents thèmes. Nous aurions alors obtenu probablement plus de réponses. La secrétaire d'État au Budget pouvait présenter un exposé général, tandis que les ministres concernés auraient pu répondre aux questions ayant trait aux matières plus techniques. De plus, nous avions déjà parlé des délais de travail qui furent imposés pour discuter d'un ajustement budgétaire qui n'est pas neutre au vu des sommes engagées. Bien évidemment, nous soutenons les objectifs poursuivis par plusieurs aides que prévoit cet ajustement.

Nous nous sommes étonnés – c'est ce qui justifiera notre abstention – du choix relatif au champ d'action des mesures covid. Ainsi, nous sommes surpris que rien n'ait été envisagé pour la justice, la police, Unia – alors que son renforcement avait été annoncé par Mme la secrétaire d'État –, les centres de prise en charge des victimes de violences sexuelles. Comment prétendre que ce dernier sujet n'entretient aucun rapport avec les mesures covid, alors que nous savons tous que le confinement, accompagné des diverses mesures restrictives de liberté, a fait accroître les violences en général, y compris les violences sexuelles?

Nous restons nettement sur notre faim par rapport à des engagements pris par le gouvernement, dans l'accord de gouvernement et dans le budget. Selon ceux-ci, le gouvernement allait notamment mettre de l'argent complémentaire dans la justice, la police, et en consacrer au problème de toutes les violences, etc. Nous avons bien sûr soutenu cette volonté affichée par le gouvernement et nous continuerons à le faire. Mais reconnaissons que, pour l'instant, cela ne se traduit pas dans des actes budgétaires. Nous pensons qu'à travers ce document, cet ajustement, nous aurions pu déjà donner un signal de ce côté. Clairement, les matières que je cite sont intimement liées à la crise covid. Il nous paraît dès lors essentiel que cela puisse se concrétiser.

On nous a dit que cela viendrait un peu plus tard, au moment du document budgétaire complémen­taire, que nous appelons vraiment de nos vœux, et que nous attendons avec impatience. On nous l'avait promis pour mars. On nous avait dit notamment que la ventilation verrait des moyens complémentaires dédiés à la justice. Quand on interrogeait le ministre de la Justice pour savoir dans quels domaines il allait ventiler ces moyens complémentaires, il nous disait que cela viendrait en mars. Nous sommes au tout début de ce nouveau gouvernement, et nous le comprenons parfaitement, mais maintenant, cela commence à faire long. Les attentes sont énormes, vous vous en doutez.

Voilà en synthèse les raisons pour lesquelles nous nous abstiendrons.

Je voudrais revenir brièvement sur le débat concernant le double droit passerelle et sa non-prolongation pour des secteurs dit non essentiels. Je m'adresse à M. Piedboeuf: dire à ces commer­çants que c'est une question de sémantique n'est pas forcément de nature à apaiser. Ce serait plutôt jeter de l'huile sur le feu, me semble-t-il. C'est un choix politique qui a été formulé. Vous pouvez soupirer et vous énerver. Vous avez dit que c'était une question de sémantique; reprenez le rapport si vous le voulez.


President Eliane Tillieux

Monsieur Piedboeuf, vous avez la parole.


Benoît Piedboeuf MR

Vous déviez encore une fois par malhonnêteté. Je parlais de la discussion au niveau du gouvernement. Je ne parlais pas de la perception des commerçants. Je disais que cela s'était passé comme ça au niveau du gouvernement. Vous faites un mauvais procès et c'est malhonnête!


Vanessa Matz LE

Je ne fais pas de mauvais procès, vous avez dit vous-même que c'était des choix budgétaires et forcément politiques qui avaient été faits. C'est un choix politique que vous avez formulé. Nous savons que ce système de rendez-vous fait que le chiffre d'affaires diminue. On a constaté 85 % de chiffres d'affaires en moins lors du premier week-end. Nous continuons à défendre le fait que le gouvernement doit revoir sa décision sur ce double droit passerelle. Il doit être octroyé aux commerces dits non essentiels.

Vous faites un parallèle avec l'horeca qui est fermé et qui bénéficie du double droit passerelle. On peut également faire un parallèle avec le fait que l'horeca pratique le take away et que les autres travaillent sur rendez-vous. C'est la même chose. Dans les textes juridiques, ils sont ouverts mais dans les faits, reconnaissons que cela s'apparente fortement à une fermeture.

Nous continuons à regretter cette décision qui a été prise et surtout les espoirs qu'elle avait suscités à l'issue du dernier Comité de concertation, où il avait été annoncé que des mesures de soutien seraient prises. Je voulais rappeler ce que j'avais dit mardi dernier, lors de notre commission sur cet ajustement.


Sander Loones N-VA

Mevrouw de voorzitster, collega's, de tabel die was beloofd door de staatssecretaris, hebben wij ondertussen ontvangen. Ik zou er graag twee korte vragen over stellen. Dat kan op een minuut. Op die manier kunnen wij vermijden dat een tweede ronde nodig is. De staatssecretaris kan dan ineens antwoorden.

Mevrouw de staatssecretaris, ik wil gewoon zien of ik de tabel juist lees. Het gaat om twee thema's, consultancy en de vaccins.

Ik zie in uw tabel dat voor consultants 528.000 euro is vrijgemaakt en voor consultants ICT 411.000 euro. Samengeteld is dat 939.000 euro voor consultants alleen voor de FOD Volksgezondheid, dus enkel en alleen voor de heer Vandenbroucke. Is die informatie correct, dus bijna 1 miljoen euro aan consultants?

De tweede vraag gaat specifiek over de vaccins. Er is een uitsplitsing tussen, enerzijds, de vaccins zelf en, anderzijds, spuiten en naalden. Voor spuiten en naalden gaat het ruwweg om 8 miljoen euro. Voor de vaccins wordt ongeveer 245 miljoen euro in vastlegging­kredieten aangegeven en 481 miljoen euro in vereffeningkredieten.

Wanneer wij alle vaccins bekijken die in 2020 en 2021 zijn besteld en betaald moeten worden, gaat het om 481 miljoen euro. In de tabel staat bovenaan als titel "Besoins jusque fin juin", dus wat nodig is tot eind juni 2021. Betekent dat dan dat alleen maar gebudgetteerd is voor de vaccins die tot eind juni 2021 zullen worden gezet of betreft het wel degelijk alle vaccins die zijn besteld en moeten worden betaald? Ik veronderstel dat het tweede de juiste interpretatie is.

Het zou goed zijn dat daarover transparantie wordt gegeven hier in het Parlement en dat wordt verduidelijkt dat alle vaccins zijn besteld, zowel voor de eerste als de tweede prik, en dat ze allemaal zullen worden betaald en dat de totale kostprijs ervan ongeveer 481 miljoen euro bedraagt.


Staatssecretaris Eva De Bleeker

Mevrouw de voorzitster, ik kan daar direct op antwoorden, in die zin dat het inderdaad consultants zijn voor Volksgezondheid, opgesplitst in algemeen en ICT. Dat zijn inderdaad de bedragen waarin voorzien werd.

Wat de vaccins betreft, die 481 miljoen euro is voor alle vaccins. Ik moet even dubbelchecken of dat ook een extra stock vaccins inhoudt, dus niet alleen wat onmiddellijk zal worden toegediend. Ik denk dat men iets over die echte nood gegaan is, maar ik moet even nagaan of er nog in een stock of extra voorzien is.


President Eliane Tillieux

Dank u wel, mevrouw De Bleeker. Wenst nog iemand het woord?


Staatssecretaris Eva De Bleeker

Mevrouw de voorzitster, ik heb zojuist geantwoord op de specifieke vraag van de heer Loones maar er zijn ook heel veel vragen over de algemene begroting gesteld. We zullen hierover natuurlijk verder discussiëren in de commissie en daarna in dit halfrond tijdens het debat over de begrotingscontrole. Ook de zeer begrotingstechnische vragen en de meer economische vragen van de heer Vermeersch over de langetermijnvisie, de rente, de Europese uitgaven enzovoort zullen dan beantwoord worden.

Wij bekijken natuurlijk steeds de langetermijnvisie. Wij hebben ons voorgenomen om bij elk begrotingsdebat ook naar de meerjarenplanning te kijken, met inbegrip van de hervormingen die in het regeerakkoord zijn opgenomen en die zeer belangrijk zullen zijn.

Er was in een provisie van 907 miljoen euro voorzien. We hebben reeds 1,1 miljard euro coronagerelateerde maatregelen, rechtstreeks op de basisallocatie, toegewezen. Dit zijn goedgekeurde dossiers die onmiddellijk konden worden toegewezen. In die zin is dat zeer transparant. Het blijft mijn doel om de dossiers rechtstreeks te kunnen toewijzen, maar soms is dat niet mogelijk omdat er nog onvoldoende details bekend zijn.

De 575 miljoen euro aan vereffeningkredieten en 380 miljoen euro aan vastleggingkredieten die nu aan de coronaprovisie worden toegevoegd, dienen dus voor de dossiers die werden aangevraagd en die nog een concrete uitwerking moeten krijgen vooraleer ze de juiste basisallocatie krijgen toegewezen.

Het oplijsten van alle toekomstige dossiers heeft inderdaad wat tijd gevraagd, maar om de omvang van die verhoging zo juist mogelijk in te vullen was deze oefening noodzakelijk. Dat nam dus enige tijd in beslag.

Het alternatief zou zijn om hier een blanco cheque van 400, 300, 500 miljoen euro te vragen. Ik denk dat dit toch niet wenselijk was. Men kan dat dan een marge noemen, maar ik denk niet dat dit onder de definitie van een goede budgettering en raming valt.

Wat de afronding van de bedragen betreft, – toegegeven, in de slideshow was dat soms een groot bedrag dat weinig gedetailleerd was –, hebt u ondertussen de verder uitgewerkte tabel gekregen. Die heb ik trouwens gisteren om 13.00 uur al doorgestuurd, dus wij hebben onze best gedaan om u hem zo snel mogelijk te bezorgen. Gelukkig is het ondertussen gelukt.

Monsieur Van Hees, l'augmentation du personnel est basée sur les calculs détaillés présentés par les ministres de tutelle et les demandes de l'administration. Ces calculs sont plus compliqués que de simplement dire qu'un doublement des dossiers signifie un doublement du personnel.

Madame Matz, les nouvelles initiatives et les budgets liés concernant la Justice, la police, etc. sont prévues dans le budget initial. Les ministres travaillent sur leurs plans et dès que je disposerai des détails, je pourrai les attribuer aux allocations de base correctes. Elles figurent pour l'instant dans la provision relative à la nouvelle politique. Bien sûr, des mesures sont liées au covid-19 mais comme il s'agit de financer cette nouvelle politique, on ne va pas se servir de la provision Corona. Celle-ci est temporaire et n'est pas identique à la nouvelle politique qui figure en effet dans l'accord de gouvernement.

Afrondend, ik zal alle voorstellen en aanbevelingen die ik hier vandaag heb gehoord, grondig analyseren, net zoals ik dat doe met aanvragen voor budget. Het laatste wat ik wil, is de coronapandemie als excuus gebruiken om te rechtvaardigen dat alles langer duurt. Alleszins zijn het wel zeer uitzonderlijke tijden. Ik neem mijn taak ter harte en die bestaat erin om de uitgaven in deze moeilijke tijd zo correct mogelijk te ramen. Daarom heeft het twee maanden geduurd om het totaalplaatje van de tweede golf en een kleine derde golf te maken. Uiteraard zal ik alles nauwlettend opvolgen en monitoren. Voorts zal ik erop toezien dat de maatregelen tijdelijk zijn. Nadien zullen we met alle leden van de regering aan de begroting voortwerken.

Het is immers geen begroting-De Croo of een begroting-De Bleeker, het is een begroting van de Vivaldiregering. In de regering ben ik uiteraard wel bevoegd voor de opvolging van de begroting. We gaan nu met zijn allen de crisis te lijf en nadien zullen we het budget van de overheid weer op de rails krijgen. Dat blijft onze ambitie en ik zal mij daar ten volle voor inzetten.


Sander Loones N-VA

Mevrouw de staatssecretaris, ik wil nog even repliceren, vooral op basis van het principe dat het Parlement het laatste woord heeft. We zullen hier immers nog geregeld over praten. Het is goed dat u het engagement bevestigt en misschien is het politiek verstandig om een slag om de arm te houden en het de Vivaldibegroting te noemen, niet de begroting-De Bleeker. In uw plaats zou ik dat wellicht ook doen.

Er is alleszins nog heel wat werk aan de winkel. Ik bekijk de tabel even die we net kregen, en minister Vandenbroucke zou blijkbaar 150.000 PCR-testen per dag willen doen. Met een prijs van 37 euro per stuk komt men aan 5 miljoen euro per dag voor testing. Het is dus best mogelijk dat we hier sneller terug moeten zijn dan we gehoopt hadden.


Christian Leysen Open Vld

Ik wil de staatssecretaris geruststellen dat zij voor mij geen abonnementen bij hoeft te bestellen.

Ik wil wel aanraden dat collega Loones – dit kan met zijn ruime partijbudget wel geregeld worden –, een abonnement op Het Laatste Nieuws neemt en daar naleest dat de Vlaamse schuld tegen 2025 zal oplopen tot 55 miljard euro. Die was ooit nul, onder minister Van Mechelen. Dat blijkt uit een raming van de Vlaamse minister van Begroting, die hij wellicht kent, Matthias Diependaele. Dat zou betekenen dat de schuldratio, de schuld afgezet tegen de inkomsten van de Vlaamse overheid, stijgt van 44 % naar 103 %.


Sander Loones N-VA

Ik zal niet in herhaling vallen, maar wij kunnen constant hetzelfde debat blijven voeren. Het gaat niet over de cijfers. De feiten zijn belangrijk om aangehaald te worden, maar het gaat om het feit dat u selectief bent in uw cijfers. U zegt letterlijk dat Vlaanderen het minder goed zou doen dan de andere overheden. Dat is gewoon feitelijk niet juist.