Proposition 55K1319

Logo (Chamber of representatives)

Proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants en ce qui concerne les règles spécifiques applicables aux commissions spéciales afin de permettre à la commission des Achats et des ventes militaires de se réunir publiquement lorsqu'elle le décide.

General information

Authors
N-VA Peter Buysrogge, Michael Freilich
VB Steven Creyelman, Annick Ponthier
Submission date
June 4, 2020
Official page
Visit
Subjects
parliament parliamentary committee parliamentary procedure parliamentary rules of procedure

⚠️ Voting data error ⚠️

This proposition is missing vote information, which is caused by a bug in the heuristic algorithms. As soon as I've got time to fix it, the votes will be added to Demobel's database.

Contact form

Do you have a question or request regarding this proposition? Select the most appropriate option for your request and I will get back to you shortly.








Bot check: Enter the name of any Belgian province in one of the three Belgian languages:

Discussion

Dec. 3, 2020 | Plenary session (Chamber of representatives)

Full source


Rapporteur Wim Van der Donckt

Mevrouw de voorzitster, het is altijd een eer om rapporteur te zijn van een voorstel en ik houd eraan om dat in alle ernst te doen.

Er ligt een voorstel voor tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreffende de specifieke regels geldend voor de bijzondere commissies teneinde de commissie belast met de controle op legeraankopen en -verkopen openbaar te kunnen laten vergaderen wanneer de commissie daartoe beslist. Het voorstel beoogt een aanpassing door te voeren in ons Reglement, meer bepaald in artikel 39.

Voor een goed begrip neem ik u even terug in de geschiedenis. Een beetje geschiedenis kan nooit kwaad in een verslag. Wat is die commissie belast met de controle van de legeraankopen en -verkopen? Die commissie is tot stand gekomen in 1993 in de nasleep van het Agustaschandaal. Ik citeer uit het onvolprezen naslagwerk van onze griffier: "Volgens het huishoudelijk reglement zijn de vergaderingen van de commissie in principe openbaar, met dien verstande dat de commissie op ieder ogenblik kan beslissen om met gesloten deuren te vergaderen en dat zij hetzelfde doet wanneer de bevoegde minister daarom verzoekt.".

Dat was het initiële huishoudelijke reglement, maar op 27 november 2001 besliste de commissie echter om voortaan steeds met gesloten deuren te vergaderen. Die bepaling in het huishoudelijk reglement heeft haar weerslag ook gevonden in het Reglement onder artikel 39, waarin expliciet vermeld staat dat deze commissie met gesloten deuren vergadert.

In het kader van een aanbestedingsprocedure ter vervanging van onze F-16's in 2017 is er onder impuls van de Groen-Ecolofractie een wijziging van het huishoudelijk reglement gekomen, in die zin dat in artikel 2 werd opgenomen dat er toch een openbare vergadering kan plaatsvinden indien er daaromtrent in de commissie consensus bestaat.

Dat huishoudelijk reglement is op dat punt dus eigenlijk in strijd met artikel 39 van het Kamerreglement. Tijdens de commissievergaderingen op 13 mei en 20 mei van dit jaar werd dat vastgesteld en was er, naar ik vernam, consensus om het Reglement in overeenstemming te brengen met het huishoudelijk reglement. De voorzitter van de betrokken commissie en de voorzitter van de commissie voor Landsverdediging hebben samen op 4 juni 2020 het voorstel tot wijziging van het Reglement ingediend. Analoog aan artikel 149, dat slaat op de commissie belast met de controle op de politie-, de inlichtingen- en de veiligheidsdiensten, waar de vergaderingen in principe ook met gesloten deuren geschieden, behalve wanneer de commissie anders beslist, wilden de indieners het huishoudelijk reglement met het Reglement van de Kamer in overeenstemming brengen. Dat voorstel werd besproken in de commissie voor het Reglement op 8 juli en 20 november.

Tijdens de vergadering van 8 juli heeft de heer Dewael, toenmalig Kamervoorzitter, advies gevraagd aan het ministerie van Defensie en ook aan het ministerie van Economie. Beide ministeries hebben hun adviezen ingediend, die bij het verslag zijn gevoegd, en het komt erop neer dat beide ministeries eerder terughoudend en zelfs afwijzend waren ten opzichte van de voorgestelde wijziging van het Reglement.

Tijdens de vergadering van 20 november heeft zich een discussie ontsponnen tussen de aanwezige fracties, voornamelijk Vlaams Belang, PS, sp.a, N-VA en PTB. Wat de verschillende standpunten betreft, kan ik naar het schriftelijk verslag verwijzen. Nadat er blijkbaar een overeenkomst was in de commissie belast met de controle op de legeraankopen en -verkopen is er een wijziging van de standpunten gekomen. Uiteindelijk keurden N-VA en Vlaams Belang het voorstel tot wijziging goed terwijl de andere aanwezige fracties het verwierpen.

Tot daar mijn objectief overzicht van de werkzaamheden in dit dossier.


Steven Creyelman VB

Mevrouw de voorzitster, ik wil de rapporteur danken voor zijn uitgebreid verslag, alsook voor het mooie stukje geschiedenis dat hij daarbij heeft gegeven.

In de commissie Legeraankopen en -Verkopen zijn wij midden april, begin mei tot de vaststelling gekomen dat er onder de aanwezige leden een zekere vraag leefde om af en toe openbaar te kunnen vergaderen als daartoe de noodzaak bestond. Deze noodzaak werd vooral gevoed door het dossier van de mondmaskers in de commissie voor Defensie. U zult zich dat wel herinneren. De commissie vond dat de man in de straat recht had op eerlijke en correcte informatie, ook in dat dossier.

Zo groeide over de partijgrenzen heen een vorm van consensus dat er bij de commissie Legeraankopen en -Verkopen bij gelegenheid openbaar moest kunnen worden vergaderd.

Ik druk mij zelfs verkeerd uit, want er was geen consensus. Dat is misschien het enige minpuntje aan het verslag. Er was eigenlijk unanimiteit bij de aanwezige leden.

Mevrouw de voorzitster, ik ben als bescheiden voorzitter van de bescheiden commissie Legeraankopen en -Verkopen in mijn pen gekropen en ik heb een voorstel van reglementswijziging van de Kamer gebrouwen.

Omdat het idee in de commissie was gegroeid en ik daarvoor niet zelf alle krediet wilde nemen, heb ik het voorstel aan alle collega's in de commissie voorgelegd. Dat leek mij niet meer dan normaal en ook intellectueel het eerlijkst.

Een beetje tot mijn grote verbazing was het niet alleen mevrouw Ponthier, mijn goede collega, die mee wou ondertekenen, maar ook de heren Buysrogge en Freilich van N-VA en jawel, zelfs de heer Verduyckt van sp.a.

Tot zover het goede nieuws, want vanaf hier gaat het alleen bergaf.

Eerst werd collega Verduyckt – ik vermoed dat dit door sp.a nationaal of moet ik zeggen Vooruit is gebeurd, ik ben er nog niet uit wanneer de naamsverandering precies ingaat – attent gemaakt op het feit dat hij een voorstel van het Vlaams Belang had ondertekend. Dat kon natuurlijk niet. Het gevolg daarvan was de exit van de heer Verduyckt als medeondertekenaar.

Even later werd een regering gevormd. Een regering vormen heeft blijkbaar gevolgen aan de linkerzijde van dit halfrond. Dat bepaalt blijkbaar mee wat er publiek besproken kan worden. Het gevolg was: exit sp.a, exit Ecolo, exit Groen en al de rest wat de steun aan dit voorstel betreft.

Blijkbaar was de openbaarheid van bestuur opeens niet meer belangrijk. Een post in de regering misschien des te meer. Maar dat laat ik in het midden. Ik laat het aan u over dat te beoordelen.

Mevrouw de voorzitster, ik heb de uitsmijter voor het laatste gehouden. Tijdens de besprekingen in de commissie werd door de PVDA een vurig pleidooi gehouden, zoals alleen onze goede collega 'Hedeshow' van de PVDA dat kan. Ik zeg dat zonder kwade bedoelingen. Hij hield een vurig pleidooi tegen de achterkamerpolitiek en de duistere krachten van de kapitalistische wapenindustrie die zich moeiden en moeien met het democratische proces.

Dat vurig pleidooi eindigde met een stem tegen dit voorstel dat net komaf moest maken met die achterkamerpolitiek, en tegen dit voorstel dat de openbaarheid van bestuur een duwtje in de rug moest geven.

Het zal wel aan mij liggen, collega's, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik dat niet zo goed begrijp. Vooral omdat de goede collega's van de PVDA amper een week later in de commissie voor Defensie een aanbeveling indienden om het gebrek aan openbaarheid van bestuur aan te klagen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik kerkhanen ken met minder draaivermogen. Lachend bedoeld kan ik ook zeggen dat ik CD&V'ers ken die consequenter zijn.

Mevrouw de voorzitster, collega's, dit voorstel heeft enkel de goede bedoeling de commissie Legeraankopen en –Verkopen openbaar te laten vergaderen wanneer de commissie daartoe beslist.

De indieners stonden open voor amendementen. Die zijn er blijkbaar niet gekomen. Ik wil u dus in alle vriendelijkheid verzoeken, collega's, eens goed na te denken en met het oog op de openbaarheid van bestuur toch enige vorm van consequent gedrag te vertonen, en dit voorstel alsnog goed te keuren.