General information
Full name plenum van 2011-07-19 10:02:00+00:00 in Chamber of representatives
Type plenum
URL https://www.dekamer.be/doc/PCRI/html/53/ip045x.html
Parliament Chamber of representatives
You are currently viewing the advanced reviewing page for this source file. You'll note that the layout of the website is less user-friendly than the rest of Demobel. This is on purpose, because it allows people to voluntarily review and correct the translations of the source files. Its goal is not to convey information, but to validate it. If that's not your goal, I'd recommend you to click on one of the propositions that you can find in the table below. But otherwise, feel free to roam around!
Propositions that were discussed
Code
Date
Adopted
Title
53K1476
18/05/2011
✔
Proposition de résolution relative à l'établissement d'un calendrier concret de négociations avec l'Allemagne et les Pays-Bas sur la réactivation du Rhin de fer et la désignation du premier ministre comme coordinateur de ces négociations.
53K1603
17/06/2011
✔
Projet de loi modifiant la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques.
53K1279
26/01/2011
✔
Projet de loi modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive afin de conférer des droits, dont celui de consulter un avocat et d'être assistée par lui, à toute personne auditionnée et à toute personne privée de liberté.
53K1265
01/03/2011
✔
Projet de loi modifiant la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques en ce qui concerne l'accessibilité des services d'urgence.
53K1504
26/05/2011
✔
Projet de loi modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d'identification par analyse ADN en matière pénale.
53K1599
16/06/2011
✔
Projet de loi modifiant la loi du 25 ventôse an XI contenant organisation du notariat, en ce qui concerne les conditions de nomination du notaire.
53K1658
05/07/2011
✔
Projet de loi modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, et le Code pénal social.
53K1639
29/06/2011
✔
Projet de loi modifiant la législation en ce qui concerne l'amélioration de l'approche des abus sexuels et des faits de pédophilie dans une relation d'autorité.
53K1618
22/06/2011
✔
Projet de loi modifiant la loi du 11 janvier 1993 relative à la prévention de l'utilisation du système financier aux fins du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme.
53K1561
08/06/2011
✔
Projet de loi modifiant la loi-programme du 23 décembre 2009 en ce qui concerne l'aide à l'agriculture.
Discussions
You are currently viewing the English version of Demobel. This means that you will only be able to review and correct the English translations next to the official text. If you want to review translations in another language, then choose your preferred language in the footer.
Discussions statuses
ID
German
French
English
Esperanto
Spanish
Dutch
#0
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#1
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#2
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#3
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#4
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#5
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#6
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#7
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#8
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#9
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#10
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#11
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#12
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#13
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#14
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#15
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#16
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#17
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#18
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#19
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#20
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#21
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#22
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#23
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#24
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#25
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#26
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#27
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#28
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#29
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#30
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#31
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#32
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#33
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#34
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#35
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#36
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#37
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#38
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#39
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#40
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#41
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#42
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#43
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#44
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#45
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#46
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#47
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#48
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#49
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#50
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#51
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#52
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#53
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#54
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#55
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#56
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#57
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#58
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#59
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#60
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#61
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#62
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#63
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#64
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#65
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#66
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#67
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#68
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#69
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#70
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#71
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#72
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#73
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#74
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#75
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#76
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#77
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#78
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#79
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#80
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#81
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#82
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#83
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#84
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#85
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#86
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#87
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#88
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#89
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#90
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#91
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#92
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#93
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#94
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#95
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#96
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#97
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#98
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#99
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#100
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#101
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#102
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#103
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#104
⚙
★
⚙
⚙
⚙
⚙
#105
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#106
⚙
⚙
⚙
⚙
⚙
★
#0
#1
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, wij zijn blij met dit wetsvoorstel omdat het inderdaad nodig is dat nooddiensten voor iedereen bereikbaar zijn, ook voor mensen die ten gevolge van een handicap geen beroep kunnen doen op een spraaktoestel om het noodnummer op te roepen. Het is belangrijk dat de doelgroep zo duidelijk mogelijk wordt omschreven, niet enkel mensen met een wettelijk erkend gehoor- en spraakstoornis, maar ook tal van andere handicaps kunnen ervoor zorgen dat zij onmogelijk kunnen telefoneren.
In het wetsvoorstel staat ook dat de mobiele operatoren de nodige maatregelen moeten kunnen nemen zodat zij de nooddiensten per tekstbericht kunnen bereiken. Dit vergt natuurlijk heel wat overleg en daarom ben ik de laatste dagen ook gecontacteerd omdat de operatoren een termijn van vier maanden nogal kort achten om een technische oplossing uit te werken. Immers, er is nood aan overleg met de nooddiensten, Binnenlandse Zaken en het ASTRID-netwerk. Bovendien is dit een vakantieperiode en er is een regering van lopende zaken die volgens mij toch ook enkele weken vakantie zal nemen. Zij maken dan ook enig voorbehoud.
Er is een implementatietermijn van 12 maanden. De implementatie van het ASTRID-netwerk kende een vertraging van drie jaar om aan de wettelijke termijnen en vereisten te kunnen voldoen. Ik zou de minister dan ook willen vragen om, indien er van op het terrein alarmsignalen komen, eventueel de inwerkingtreding te herbekijken en te bekijken of de termijn wel kan worden gehaald.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Secretary of State, colleagues, we are pleased with this bill because it is indeed necessary that emergency services are accessible to everyone, including those who, due to a disability, cannot use a voice device to call the emergency number. It is important that the target audience is described as clearly as possible, not only people with a legally recognized hearing and speech disorder, but also a number of other disabilities can make them unable to phone.
The bill also states that mobile operators should be able to take the necessary measures so that they can reach the emergency services by text message. This, of course, requires a lot of consultation and that is why I have been contacted in the last few days as the operators consider a four-month period rather short to develop a technical solution. After all, there is a need for consultation with the emergency services, Home Affairs and the ASTRID network. In addition, this is a holiday period and there is a government of ongoing affairs that I think will still take a few weeks of vacation. They make some reservations.
There is a implementation period of 12 months. The implementation of the ASTRID network experienced a three-year delay in meeting the statutory deadlines and requirements. I would therefore like to ask the Minister to, if there are alarm signals from the ground, eventually review the entry into force and see if the deadline can be met.
#2
Official text
Er zijn nogal wat opmerkingen over de voorwaarden inzake veiligheid waaraan moet worden voldaan. Wat gebeurt er bijvoorbeeld, wanneer een operator een nood-sms blokkeert, omdat de klant niet geregistreerd is en geen antwoord op een noodgeval kan geven? De vraag rond de definitie van verantwoordelijkheden is in deze erg belangrijk.
Wij gaan ervan uit dat de oplossing voor de centralisatie in samenwerking met ASTRID moet worden uitgewerkt. De vraag rijst of er ook nog andere beheerscentrales van nooddiensten eventueel bij moeten worden betrokken. De kwestie zou complexer kunnen worden dan het op het eerste gezicht lijkt.
Het betreft hier allemaal opmerkingen die van de betrokkenen op het terrein komen.
Wij weten ook door de ervaringen uit de vroegere dispatching voor de andere oproepen voor de nooddiensten, zoals de ambulances en de MUG, dat op het terrein een behoorlijk aantal problemen kan ontstaan.
Er wordt dus gevreesd dat de implementatie van voorliggende wet en de door ons opgelegde termijnen enigszins te strak zouden kunnen zijn. Laat ons hopen dat zulks hen ertoe aanzet om goed door te werken en voort te vergaderen, zodat wij het beoogde doel zo vlug mogelijk kunnen halen.
Het is belangrijk dat de betrokken groep mensen ook een beroep kan doen op de gecreëerde oproepmogelijkheid voor nooddiensten.
Ik dank de leden voor de vruchtbare samenwerking in de commissie. Het was niet altijd eenvoudig. Over het voorliggende voorstel was de eensgezindheid niettemin groot. Ik dank ook de heer Van den Bergh voor het nemen van het initiatief om het voorliggende voorstel in te dienen.
Translated text
There are quite a few comments on the safety conditions that must be met. For example, what happens when an operator blocks an emergency SMS because the customer is not registered and cannot respond to an emergency? The question surrounding the definition of responsibilities is very important here.
We assume that the solution for centralization should be developed in collaboration with ASTRID. The question arises whether other central management centers of emergency services may also need to be involved. The issue could become more complex than it seems at first sight.
These are all comments that come from the stakeholders in the field.
We also know from the experience of the previous dispatching for the other calls for the emergency services, such as the ambulances and the MUG, that a considerable number of problems can arise on the ground.
Therefore, there is fear that the implementation of the present law and the deadlines imposed by us could be somewhat too tight. Let us hope that this will encourage them to work well and continue to meet, so that we can ⁇ the intended goal as quickly as possible.
It is important that the group of people concerned can also make use of the created call for emergency services.
I would like to thank the members for the fruitful cooperation in the committee. It was not always easy. Nevertheless, the consensus on the present proposal was high. I also thank Mr Van den Bergh for taking the initiative to submit the present proposal.
#3
Official text
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, voor 400 000 doven, slechthorenden en spraakgestoorden is het anno 2011 nog altijd niet mogelijk om de nooddiensten te verwittigen of ze moeten zich met een faxtoestel behelpen.
Wanneer ze betrokken raken bij een ongeval, het slachtoffer worden van een misdrijf of zich in een medische crisissituatie bevinden, is het belangrijk dat ook zij snel de nooddiensten kunnen bereiken.
Het probleem is natuurlijk niet nieuw. Het is al enige tijd bekend. Onlangs werd in artikel 4 van de wet houdende de oprichting van de 112-centra en het Agentschap 112 ook vastgelegd dat mensen met een bepaalde spraakhandicap een elektronisch noodbericht moeten kunnen sturen.
Hoe dit moet worden ingevuld, werd niet in de wet vastgelegd. Dat is wat wij met het voorliggende wetsvoorstel beogen.
De bedoeling is dat niet alleen doven maar ook andere mensen die tijdens crisissituaties in een toestand verkeren waarin ze niet tot een hoorbaar of begrijpbaar relaas kunnen komen, van deze mogelijkheid gebruik moeten kunnen maken.
Mevrouw De Block heeft al gewezen op de brede definitie van de potentiële gebruikers. In het geval van een slechte ontvangst is het vaak ook niet mogelijk om te telefoneren, maar nog wel om te sms’en. Ook voor dat probleem kan dit een oplossing bieden.
Het is eigenlijk bizar dat in België, waar jaarlijks meer dan 5 miljard sms’en worden verstuurd, een sms naar nooddiensten vandaag de dag nog altijd niet mogelijk is. Sms en internet zijn geen exclusieve onderdelen van de jongerencultuur meer, maar een breed maatschappelijk gegeven. Ook de hulpdiensten moeten hierin evolueren.
In veel noodsituaties is een telefoongesprek voor degene die de noodoproepen ontvangen een beter en sneller communicatiemiddel. Men kan dan immers meer gerichte vragen stellen over de situatie en de locatie.
Wij moeten er echter bij stilstaan dat voor minstens 400 000 Belgen telefoneren naar nooddiensten geen optie is. Een technische oplossing voor doven mag, gelet op de huidige technologische mogelijkheden, dan ook geen probleem vormen en is een kwestie van prioriteit.
Mevrouw De Block wees daarnet op de moeilijkheden die mogelijk naar boven kunnen komen om de implementatietermijnen te respecteren. Ik denk dat wij er toch op moeten aandringen dat dit zal gebeuren om ervoor te zorgen dat de sms-mogelijkheid snel realiteit wordt.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Secretary of State, colleagues, for 400 000 deaf, deaf, hearing or speech disabled persons, it is still not possible in 2011 to notify the emergency services whether they need to assist with a fax device.
When they are involved in an accident, victim of a crime or are in a medical crisis situation, it is important that they too can quickly reach the emergency services.
Of course, the problem is not new. It has been known for a while. Recently, Article 4 of the Act establishing the 112 centers and the 112 Agency also stipulated that people with a particular speech disability must be able to send an electronic emergency message.
How this should be completed was not specified in the law. This is what we aim to do with the present bill.
It is intended that not only deaf people but also other people who are in a state during crisis situations in which they cannot reach a hearing or understandable relay should be able to take advantage of this possibility.
Ms. De Block has already pointed out the broad definition of potential users. In the case of a poor reception, it is often also not possible to phone, but still to text. This can also provide a solution to this problem.
It is actually bizarre that in Belgium, where more than 5 billion text messages are sent annually, a text message to emergency services is still not possible today. SMS and the Internet are no longer exclusive parts of youth culture, but a broad social data. Emergency services should also evolve in this area.
In many emergency situations, a telephone call for the person who receives the emergency calls is a better and faster means of communication. After all, one can then ask more focused questions about the situation and location.
However, we must keep in mind that for at least 400 000 Belgians calling emergency services is not an option. A technical solution for deaf, given the current technological possibilities, should therefore not constitute a problem and is a matter of priority.
Ms. De Block just pointed out the difficulties that may arise in order to respect the implementation deadlines. I think we should still insist that this will happen to ensure that the SMS possibility quickly becomes a reality.
#4
Official text
Er zijn trouwens voldoende buitenlandse voorbeelden die aantonen dat dit perfect kan werken. Ik verwijs naar Finland, Oostenrijk, IJsland en Zweden, waar de nooddiensten al enige tijd bereikbaar zijn via sms.
In die landen gebeurt ongeveer 0,5 % van de noodoproepen via sms. Om de schrik te weerleggen die bij sommige operatoren van de 112-centrale en andere centrales heerst dat er een overvloed aan sms’en zou komen, het gaat om een kleine, maar belangrijke doelgroep, waaraan wij nu een oplossing bieden.
Het is spijtig en betreurenswaardig dat er überhaupt een wet nodig is om de bereikbaarheid van nooddiensten per sms mogelijk te maken. Het probleem was al een hele tijd bekend en meermaals besproken.
Wij hopen dan ook dat door de unanieme goedkeuring van dit wetsvoorstel, tenminste toch al in de commissie, de mobiele operatoren samen met de 112-diensten snel een oplossing zullen kunnen vinden en via onderlinge afspraken deze mogelijkheid van sms’en naar de nooddiensten zullen kunnen implementeren, zodat de nooddiensten eindelijk bereikbaar worden voor gebruikers die zich niet kunnen uitdrukken via een gewone telefoonlijn.
Translated text
By the way, there are plenty of foreign examples that demonstrate that this can work perfectly. I refer to Finland, Austria, Iceland and Sweden, where emergency services have been available via SMS for some time.
In those countries, approximately 0.5% of emergency calls are made via SMS. To counter the fear that some operators of the 112-central and other power plants have about an abundance of text messages, it is a small but important target group, to which we now offer a solution.
It is regrettable and regrettable that there is a need for a law at all to enable the accessibility of emergency services via SMS. The problem has been known for a long time and discussed several times.
We therefore hope that through the unanimous approval of this bill, at least already in the committee, the mobile operators together with the 112 services will be able to quickly find a solution and through mutual agreement will be able to implement this possibility of SMS to the emergency services, so that the emergency services will finally be accessible to users who cannot express themselves via a regular telephone line.
#5
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer de staatssecretaris, het is een goede zaak dat het wetsvoorstel inzake elektronische communicatie en de nooddiensten, dat in de commissie unaniem werd goedgekeurd, thans voorligt. Het is trouwens verwonderlijk dat in vergelijking met landen zoals Finland, Oostenrijk, IJsland en Zweden, waarnaar ook al werd verwezen door collega Van den Bergh, België pas in 2011 van die mogelijkheid gebruikmaakt. In Hong Kong is die mogelijkheid reeds ingevoerd sinds 2004.
Het is tevens verwonderlijk dat de helaas afwezige bevoegde minister voor Telecommunicatie, de heer Van Quickenborne, die er prat op gaat dat hij sneller twittert dan praat, blijkbaar nooit enig initiatief heeft genomen om daar werk van te maken. Nochtans belangt deze problematiek meer dan 400 000 Belgen aan die niet zelf in staat zijn om te communiceren met een gewone telefoon of gsm. Voor hen is deze optie zeer noodzakelijk in crisissituaties.
De argumenten die in de commissie naar voor werden gebracht door commissievoorzitter mevrouw De Block komen tegemoet aan een aantal vragen. Iedereen heeft er vragen bij in hoeverre de telecomsector zelf in staat zal zijn om dit te realiseren binnen de vooropgestelde periode van vier maanden. Het zal, enerzijds, afwachten zijn of de telecomsector zich effectief volledig in overeenstemming zal kunnen brengen met het betrokken wetsvoorstel. Anderzijds, vraag ik mij af of het niet aangewezen is dat de overheid – en ik kijk naar de regeringsbanken en naar de staatssecretaris – een informatiecampagne opstart om het gebruik van en het omgaan met dergelijke oproepen te promoten.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, Mr. Secretary of State, it is a good thing that the bill on electronic communications and emergency services, which was unanimously approved in the committee, is now present. It is also surprising that, compared to countries such as Finland, Austria, Iceland and Sweden, which was mentioned by colleague Van den Bergh, Belgium only used this possibility in 2011. This possibility has been introduced in Hong Kong since 2004.
It is also surprising that the unfortunately absent competent Minister for Telecommunications, Mr. Van Quickenborne, who boasts that he tweets faster than he speaks, apparently has never taken any initiative to work on that. However, this problem concerns more than 400 000 Belgians who are unable to communicate with a regular phone or GSM. For them, this option is very necessary in crisis situations.
The arguments put forward in the committee by Commission President Mrs De Block respond to a number of questions. Everyone has questions about the extent to which the telecommunications sector itself will be able to realize this within the predetermined four-month period. On the one hand, it will be awaited whether the telecommunications sector will effectively be able to fully comply with the legislative proposal in question. On the other hand, I wonder whether it is not appropriate for the government – and I look at the government banks and the Secretary of State – to launch an information campaign to promote the use and handling of such calls.
#6
Official text
Dit is volgens mij zeer belangrijk. Er zijn de klassieke communicatiekanalen en daarin zullen de media hun rol wel spelen. De vraag is in hoeverre ook de overheid, als informatieverstrekker, haar rol ter zake zal spelen en wanneer. Zal dat gebeuren zodra de termijn van vier maanden voorbije is? In het voorliggend wetsvoorstel worden termijnen tot twaalf maanden gehanteerd als uiterste grens. Binnen welke termijn mogen wij een initiatief van de regering verwachten? Of verschuilt u zich ook in dit dossier onder de paraplu van lopende zaken? Hoe dan ook, als de telecombedrijven die inspanning leveren en er de nodige investeringen voor doen, dan lijkt het mij logisch dat ook de overheid in dezelfde beweging het nodige doet en de nodige communicatie op punt stelt.
Een laatste bedenking in verband met voorliggend voorstel, is de volgende. In eerste instantie zal het voorstel zich enkel richten tot de groep van 400 000 Belgen die niet in staat zijn om een klassiek telefoongesprek te voeren. De minister van Communicatie heeft wel duidelijk gesteld dat andere oproepen eveneens behandeld zullen worden, maar wat is dan de relevantie van de beperking tot die doelgroep, als toch wordt gesteld dat alle oproepen behandeld zullen worden? Volgens mij zal er geen plotse en enorme toevloed zijn aan sms’jes voor dat noodnummer. In de communicatie zou daarom meteen gesteld kunnen worden dat men zich richt tot iedereen. Dat zou een logisch gevolg zijn.
Translated text
I think this is very important. There are the traditional communication channels and in them the media will play their role. The question is to what extent the government, as an information provider, will play its role in this matter and when. Will that happen once the four-month period has expired? In the present bill, deadlines up to twelve months are used as a limit. Within what time can we expect a government initiative? Or do you hide yourself in this dossier under the umbrella of current affairs? In any case, if the telecommunications companies that provide effort and make the necessary investments for it, then it seems to me logical that the government in the same movement also does the necessary and sets the necessary communication up.
A final consideration concerning the present proposal is as follows. Initially, the proposal will only target the group of 400 000 Belgians who are unable to conduct a traditional telephone call. The Minister of Communications has clearly stated that other calls will also be addressed, but what is the relevance of the limitation to that target group, if it is stated that all calls will be addressed? I think there will be no sudden and huge influx of SMS for that emergency number. In communication, therefore, it could be immediately stated that one is directed to everyone. That would be a logical consequence.
#7
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, en mai 2006, j'avais déjà déposé une proposition de résolution relative à l'accessibilité aux services de secours et de police par sms pour les personnes sourdes et malentendantes. En effet, déjà à l'époque, ces dernières réclamaient depuis un certain nombre d'années des mesures susceptibles de permettre un accès plus rapide, plus efficace, plus adéquat et plus adapté aux différents services de secours de notre pays. Il faut savoir que, pour des personnes qui souffrent d'un tel handicap, prévenir un service adéquat, surtout dans des moments difficiles et/ou d'urgence constitue une véritable gageure.
Cinq ans plus tard, je me réjouis donc tout spécialement d'avoir cosigné une proposition de loi qui pourra, enfin, répondre à ces demandes concrètes et légitimes des personnes sourdes et malentendantes.
Cette proposition de loi représente un aboutissement, une réelle avancée législative, avancée évidemment rendue possible par l'évolution technologique mais également grâce la volonté commune des membres de la commission et, je l'espère, bientôt, grâce aux membres de cette assemblée.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, in May 2006, I had already submitted a proposal for a resolution concerning the accessibility of emergency and police services by SMS for deaf and hearing impaired people. Indeed, already at that time, the latter had been demanding for a number of years measures that could allow for faster, more efficient, more appropriate and more suitable access to the different emergency services of our country. It should be known that for people who suffer from such a disability, preventing an adequate service, especially in difficult and/or urgent times, is a real bet.
Five years later, I am especially delighted to have co-signed a bill that will finally be able to respond to these concrete and legitimate demands of deaf and hearing impaired people.
This bill represents an achievement, a real legislative advance, advanced obviously made possible by the technological evolution but also thanks to the common will of the members of the commission and, I hope, soon, thanks to the members of this assembly.
#8
Official text
Monsieur le président, quelques mots également pour nous réjouir de la mise à l'ordre du jour de cette proposition de loi. En effet, environ 400 000 personnes souffrent aujourd'hui d'un handicap, qu'elles soient sourdes, malentendantes ou qu'elles aient un trouble de la parole. Dans la vie quotidienne, ce handicap les empêche d'utiliser les modes de communication habituels et donc, a fortiori, d'appeler les services d'urgence. On sait qu'il existe aujourd'hui une procédure par fax pour que ces personnes puissent appeler les services d'urgence. On conviendra que cette technologie est un peu désuète, plus très en vogue et ne peut s'appliquer qu'à domicile et non sur la voie publique. Dès lors, cette proposition nous semble tout à fait venir à point. Elle est équilibrée et offre la possibilité d'utiliser les messages textes pour atteindre les services d'urgence.
Je tenais à souligner que le travail en commission a tenu compte, notamment via l'amendement de Mme De Block, des avis des secteurs de l'Intérieur et de la Santé. Un amendement global a sensiblement amélioré le texte. Aujourd'hui, la balle est dans le camp des opérateurs et on espère évidemment qu'ils auront à cœur de mettre en œuvre avec volontarisme une solution technique, sans quoi la proposition de loi prévoit qu'un arrêté ministériel peut imposer une solution.
Monsieur le président, c'est avec plaisir que nous soutiendrons cette proposition de loi au moment du vote.
Translated text
I would like to say a few words to welcome the introduction of this bill on the agenda. Approximately 400,000 people today suffer from a disability, whether they are deaf, hearing defects or have a speech disorder. In everyday life, this disability prevents them from using the usual modes of communication and therefore, a fortiori, from calling emergency services. It is known that today there is a fax procedure so that these people can call the emergency services. It will be agreed that this technology is a bit outdated, more in fashion and can only be applied at home and not on the public road. This proposal seems to be well-adjusted. It is balanced and offers the ability to use text messages to reach emergency services.
I would like to emphasize that the work in the committee took into account, in particular through Mrs De Block’s amendment, the opinions of the interior and health sectors. A comprehensive amendment significantly improved the text. Today, the ball is in the field of operators and it is obviously hoped that they will have the heart to implement with voluntarism a technical solution, otherwise the bill provides that a ministerial decree can impose a solution.
We will be happy to support this bill at the time of the vote.
#9
Official text
Mijnheer de voorzitter, zoals collega Déom zei, hebben wij tijdens de vorige legislatuur een resolutie ingediend die dezelfde problematiek behandelde, met name dat de besprekingen zouden beginnen via de regering.
Het verheugt ons dat wij het wetsvoorstel van collega Van den Bergh konden ondertekenen. Het is een sterker signaal. Het klopt dat een achttal politiezones op lokaal vlak vooraf al een oplossing hebben gevonden, al is één enkel nummer uiteraard veel beter.
Ik sluit mij aan bij collega Van den Bergh als hij zegt dat het logisch zou zijn mocht het al lang gerealiseerd zijn. Ik hoop dat dit wetsvoorstel, dat wij natuurlijk zullen steunen, snel in de praktijk wordt omgezet.
Translated text
Mr. Speaker, as colleague Déom said, during the previous legislature we submitted a resolution addressing the same problem, in particular that the discussions would start through the government.
We are pleased that we were able to sign the bill of colleague Van den Bergh. It is a stronger signal. It is true that eight police zones at the local level have already found a solution in advance, although one single number is obviously much better.
I agree with colleague Van den Bergh when he says that it would be logical if it had been realized for a long time. I hope that this bill, which we will, of course, support, will be quickly put into practice.
#10
Official text
Quelqu'un demande-t-il encore la parole?
Translated text
Does anyone ask for the word?
#11
Official text
Vraagt nog iemand het woord?
Translated text
Does anyone ask for the word?
#12
Official text
Mijnheer de voorzitter, het is niet altijd CD&V die de N-VA volgt want deze keer wil ik mij heel graag aansluiten bij het initiatief van collega Van den Bergh.
Het belang van dergelijke maatregelen voor doven kunnen wij niet genoeg benadrukken. Onder anderen collega Helga Stevens trekt al lang aan de kar in de Senaat.
Wij kijken hoopvol uit naar een snelle realisatie van dit voorstel. Wij kijken ook vooruit. Er zijn al experimenten met sms-waarschuwingen en broadcasting vanuit de diensten naar de dovengemeenschap bij grote rampen. Ook op dat vlak kunnen wij nog initiatieven nemen om een en ander te versterken.
Translated text
Mr. Speaker, it is not always CD&V that follows the N-VA because this time I would like to join the initiative of colleague Van den Bergh.
The importance of such measures for deaf cannot be sufficiently emphasized. Among others, colleague Helga Stevens has long been pulling the car in the Senate.
We look forward to the rapid implementation of this proposal. We also look forward. There have already been experiments with SMS alerts and broadcasting from the services to the deaf community in major disasters. In this area, we can also take initiatives to strengthen something.
#13
Official text
Merci, monsieur Dedecker. Dans la mesure du possible, je vous demande de vous inscrire afin de me permettre de bien organiser le débat et respecter un certain ordre dans les interventions.
Translated text
Thank you Mr. Dedecker. As far as possible, I ask you to register in order to allow me to properly organize the debate and to observe a certain order in the interventions.
#14
Official text
Monsieur le président, par rapport au texte initial, il y a eu deux modifications: l'entrée en vigueur proposée le 1ᵉʳ janvier 2012 et la manière d'utiliser les éléments recueillis à la faveur de comparutions où les conditions de forme et de fond relatives à la présence d'un avocat n'auraient pas été respectées.
Translated text
Mr. Speaker, compared to the original text, there were two changes: the proposed entry into force on 1 January 2012 and the way to use the data collected in favor of appearances where the formal and substantial conditions relating to the presence of a lawyer were not met.
#15
Official text
Monsieur le président, c'est extraordinaire comme les choses vont bon train!
Je voulais préciser une nouvelle fois que lors du vote d'un projet de loi qui tend à inscrire dans notre droit la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme tendant à donner plus de droits à une personne faisant l'objet d'une procédure pénale, il est totalement absurde de supprimer à cette occasion en partie une garantie constitutionnelle essentielle dans notre système démocratique que constitue le délai de 24 heures de garde à vue. Je ne comprends pas la logique qui préside à nos travaux, ce qui explique que le groupe PS s'abstiendra à nouveau sur ce texte.
Translated text
It is amazing how things go well!
I would like to clarify once again that when voting on a bill that tends to incorporate in our law the case-law of the European Court of Human Rights, which tends to give more rights to a person subject to a criminal procedure, it is totally absurd to remove on this occasion in part an essential constitutional guarantee in our democratic system that constitutes the 24-hour period of guard. I do not understand the logic that governs our work, which is why the PS group will again abstain on this text.
#16
Official text
Mijnheer de voorzitter, het van kracht worden van de voorgelegde wetgeving is uiterst dringend. Toch ben ik tevreden dat we in de Kamer de wijsheid hebben gehad om de inwerkingtreding van de wet iets uit te stellen, waardoor de actoren op het terrein het nodige kunnen doen in samenspraak met de bevoegde ministers. We hebben hier naar een evenwichtige oplossing gezocht, zodat de kostprijs voor de samenleving binnen evenwichtige grenzen kan blijven.
Translated text
The entry into force of the proposed legislation is extremely urgent. Nevertheless, I am satisfied that in the House we have had the wisdom to delay the entry into force of the law, allowing the actors in the field to do the necessary in consultation with the competent ministers. We have sought a balanced solution so that the cost for society can remain within balanced boundaries.
#17
Official text
Monsieur le président, ce texte, rendu nécessaire par la jurisprudence abondante de la Cour européenne des droits de l'homme, est parti d'un travail accompli par le Sénat ex nihilo, c'est-à-dire en partant de rien. Dans ce contexte, sans ligne directrice puisque c'est le parlement qui prend ses responsabilités faute de projet gouvernemental, il est toujours difficile de trouver l'équilibre qui se justifie entre les droits de la défense, d'une part, et le fonctionnement de l'appareil étatique, policier et judiciaire, d'autre part.
Lors du premier retour de ce texte du Sénat, nous avons eu l'occasion de parcourir l'avis du Conseil d'État. Sur cette base, le MR avait insisté pour une présence accrue de l'avocat et, parallèlement, s'il n'avait pu assister son client, pour que les pièces prises en violation de ce droit fondamental soient totalement écartées de la suite de la procédure.
Cet élément de sanction radicale, inspirée par le Conseil d'État, a maintenant été remodelé par le Sénat dans une formulation inspirée de la formulation française. Toutefois, celle-ci fait partie d'un contexte global français qui prévoit la présence de l'avocat seulement au stade de l'instruction et non auprès des policiers interpellants. Il s'agit donc d'un autre contexte.
Je crains donc que cette formulation soit insuffisamment radicale, non seulement pour les droits de la défense, mais également pour éviter un risque juridique de procédure et des procès dans le procès. À savoir que, lorsqu'un dossier arrive devant une juridiction de fond et que, pour une raison ou l'autre, un élément de ce dossier, comme un procès-verbal d'audition, voire un procès-verbal d'audition initiale aurait été pris en violation des droits fondamentaux conférés par ce texte, il ne soit pas écarté. En effet, la sanction retenue aujourd'hui n'est pas radicale: il est simplement prescrit qu'"on ne peut fonder une condamnation sur le seul élément de ce document vicié". C'est pourquoi je crains des interprétations divergentes tout au long du procès, au risque de l'alourdir inutilement.
C'est la raison pour laquelle les deux membres MR de la commission Justice, que nous sommes M. Maingain et moi-même, avons déposé un amendement pour tenter de faire revenir à la position initiale déjà défendue à la Chambre lors de la première arrivée du texte en provenance du Sénat après l'avis du Conseil d'État. Cette fois, nous n'avons pas obtenu une majorité.
C'est donc la formulation inspirée du droit français, dans le contexte que je vous ai développé, qui est retenue dans le texte.
Translated text
Mr. Speaker, this text, made necessary by the abundant jurisprudence of the European Court of Human Rights, has come from a work done by the Senate ex nihilo, that is, starting from nothing. In this context, without a guideline since it is the parliament that assumes its responsibilities in the absence of a government project, it is always difficult to find the justified balance between the rights of defence, on the one hand, and the functioning of the state, police and judicial apparatus, on the other.
At the first return of this text from the Senate, we had the opportunity to browse through the opinion of the State Council. On this basis, the MR had insisted for an increased presence of the lawyer and, in parallel, if he had not been able to assist his client, so that the pieces taken in violation of this fundamental right are completely excluded from the follow-up of the procedure.
This element of radical sanction, inspired by the Council of State, has now been redesigned by the Senate in a formulation inspired by the French formulation. However, this is part of a global French context that provides for the presence of the lawyer only at the stage of the investigation and not with the police interpellants. This is another context.
I therefore fear that this formulation is insufficiently radical, not only for the rights of defence, but also to avoid a legal risk of procedure and trials in the trial. That is to say that, when a case comes before a court of substance and that, for one reason or another, an element of that file, such as a hearing record, or even an initial hearing record, would have been taken in violation of the fundamental rights conferred by that text, it should not be excluded. Indeed, the sanction rejected today is not radical: it is simply prescribed that "you cannot base a conviction on the only element of this vicious document". That is why I fear divergent interpretations throughout the trial, at the risk of exacerbating it unnecessarily.
This is why the two members of the Justice Committee MR, that we are Mr. Maingain and I have submitted an amendment to try to bring back to the initial position already defended in the House at the first arrival of the text from the Senate after the opinion of the State Council. This time, we did not get a majority.
It is therefore the formulation inspired by French law, in the context that I have developed for you, which is retained in the text.
#18
Official text
L'avenir nous dira si ce texte est suffisamment équilibré, s'il maintient cet équilibre fondamental entre l'appareil étatique et les droits de la défense et s'il n'alourdit pas le procès.
Le groupe MR soutiendra ce texte mais Olivier Maingain et moi-même nous abstiendrons.
Translated text
The future will tell us whether this text is sufficiently balanced, whether it ⁇ ins this fundamental balance between the state apparatus and the rights of defence, and whether it does not aggravate the trial.
The MR group will support this text but Olivier Maingain and I will abstain.
#19
Official text
Mijnheer de voorzitter, de totstandkoming van de Salduzwet is een bijzonder zware bevalling geworden, met twee besprekingen in de Kamer en twee in de Senaat. Er wordt nu een inwerkingtreding aan toegevoegd die vooruitgeschoven wordt naar 1 januari 2012.
We hebben het wetsontwerp al ten gronde besproken. Is deze wet perfect? Zeker niet, maar het is natuurlijk wel noodzakelijk dat wij de nodige wetgeving goedkeuren om de principes van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in onze rechtsorde ingang te doen vinden. België is niet de beste leerling. Wij zijn uiteraard altijd gedoemd om het Europees Hof te volgen, maar België is aangewezen om te achtervolgen, want telkens als wij een beslissing nemen, liggen wij al een stukje achter.
Mijnheer de minister, collega’s, ik verwijs naar een artikel van professor Vermeulen dat recentelijk is verschenen in de Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg. Hij wijst bijvoorbeeld op een Europese richtlijn die door de Europese Commissie is goedgekeurd op 14 juni 2011 en die alweer een stuk verder gaat dan onze wetgeving. De inwerkingtreding is gepland in 2013. Wij hebben daarvoor dus nog wel tijd.
Het kan best zijn dat wij, door de evolutie in de rechtspraak van het Europees Hof, over enkele maanden of jaren opnieuw aanpassingen zullen moeten doen aan hetgeen wij vandaag zullen goedkeuren of dat wij, op basis van Europese initiatieven, binnenkort opnieuw wetswijzigingen zullen moeten doorvoeren. De stemming van vandaag zal dan ook geen eindpunt zijn, maar wellicht een beginpunt van diverse besprekingen in de komende jaren.
Collega’s, er blijven voor ons nog drie knelpunten over.
Ten eerste, de termijn van 24 uur, die verlengd wordt naar 48 uur. Die problematiek werd in de commissie en in de plenaire vergadering al verschillende keren aangehaald. Naar ons oordeel wordt die wijziging doorgevoerd in strijd met de Grondwet. Wij zullen in de toekomst zien of het Grondwettelijk Hof zich daarover ooit zal uitspreken, maar het blijft een knelpunt voor onze fractie.
Ten tweede, ook over de regeling van de nietigheden is er heel veel discussie gevoerd. Een belangrijke nieuwe bepaling is de invoering van de letter of rights. Men wil daaraan echter geen nietigheid of sanctie koppelen. Dat blijft voor ons een problematische situatie, omdat net die letter of rights, het zeggen aan de mensen wat hun rechten zijn en hun dat ook meedelen, vrij essentieel is in heel dit proces.
Ten derde, oorspronkelijk was bepaald dat de wet in werking zou treden op 1 oktober, maar dat is nu drie maanden opgeschoven, naar 1 januari 2012. Wij hebben van de minister kunnen vernemen dat dit gebeurde op verzoek van de politiediensten, die ook heel graag naar de advocaten verwijzen. Blijkbaar zijn beide niet helemaal klaar om in oktober van start te kunnen gaan. Ik vind dat niet echt geloofwaardig. Drie maanden moeten voldoende zijn om iedereen in staat te stellen zich daarop voor te bereiden. Zeker voor de advocaten vind ik het onbegrijpelijk.
Translated text
Mr. Speaker, the establishment of the Salduz Act has become a ⁇ difficult childbirth, with two discussions in the House and two in the Senate. It now adds an entry into force which is postponed to 1 January 2012.
We have already discussed the draft law. Is this law perfect? Certainly not, but it is of course necessary that we adopt the necessary legislation to bring the principles of the European Court of Human Rights into our legal system. Belgium is not the best student. Of course, we are always doomed to follow the European Court of Justice, but Belgium is doomed to pursue, because every time we make a decision, we are already a bit behind.
Mr. Minister, colleagues, I refer to an article by Professor Vermeulen that recently appeared in the Gazet of Antwerp and Het Belang van Limburg. For example, he points to a European directive that was approved by the European Commission on 14 June 2011 and which goes far beyond our legislation. The entry into force is scheduled in 2013. Therefore we still have time for this.
It may well be that, due to the evolution in the jurisprudence of the European Court of Justice, in a few months or years we will have to make new adjustments to what we will approve today or that we will soon have to make new legislative changes, based on European initiatives. Therefore, today’s vote will not be the end point, but may be a starting point for various discussions in the coming years.
Ladies and gentlemen, there are three points left for us.
First, the term of 24 hours, which is extended to 48 hours. This issue has been mentioned several times in the committee and in the plenary session. In our view, this amendment is implemented in violation of the Constitution. We will see in the future whether the Constitutional Court will ever decide on this, but it remains a crash point for our group.
Secondly, there has also been a lot of discussion about the regulation of non-compliance. An important new provision is the introduction of the letter of rights. However, it is not intended to associate with nullity or sanction. That remains a problematic situation for us, because just that letter of rights, telling people what their rights are and telling them that too, is quite essential in this whole process.
Third, it was originally planned that the law would come into force on 1 October, but that has now been postponed for three months, to 1 January 2012. We have been able to hear from the minister that this happened at the request of the police services, which are also very happy to refer to the lawyers. Apparently, both are not fully ready to start in October. I do not think that is really credible. Three months should be sufficient to enable everyone to prepare for it. This is incomprehensible, especially for lawyers.
#20
Official text
Zij kennen de wetgeving al lang en ze pasten het al lang toe, nog vooraleer de wet tot stand was gekomen. Zij waren bovendien vragende partij, drongen erop aan en wilden zelfs nog een uitbreiding ervan. Ze wilden veel bredere rechten. Nu zouden zij vragende partij zijn om de toepassing nog eens uit te stellen tot 1 januari terwijl ze voor de rechtbanken – laten we daar zeker van zijn – de nietigheid zullen vragen van procedures wanneer de regels niet nageleefd zijn. Ze zullen dat ook vragen vóór 1 januari. Ik vind het dus een hypocriete, onbegrijpelijke situatie. We hadden eigenlijk op onze positie moeten blijven om de wet op 1 oktober in werking te laten treden.
Een positief element is natuurlijk dat er intussen een regeling tot stand is gekomen over de vergoeding van de advocaten.
Mijnheer de minister, collega’s, om al deze redenen zullen wij ons op dit punt opnieuw onthouden.
Translated text
They have known the law for a long time, and they have applied it for a long time, even before the law was made. They were also a requesting party, insisted and even wanted an extension of it. They wanted much wider rights. Now they would be the requesting party to postpone the application again until 1 January, while before the courts – let’s be sure – they will ask for the nullity of procedures when the rules have not been observed. They will also ask before 1 January. I think this is a hypocritical, incomprehensible situation. We should have remained in our position in order for the law to enter into force on 1 October.
A positive element is, of course, that in the meantime there has been a arrangement on the remuneration of lawyers.
For all these reasons, we will again abstain on this point.
#21
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik zal het zeer kort houden want de collega’s hebben al voldoende gezegd dat het een zeer moeilijke evenwichtsoefening was om deze wetgeving op te stellen. Ook voor de praktijk was het niet evident. Voor de ene gaat dit te ver, voor de andere gaat het niet ver genoeg. We moeten er ons als wetgever echter van bewust zijn dat ondertussen de uitspraken en de vernietigingen van veroordelingen blijven komen. We moeten daar een antwoord op bieden. Mijnheer de minister, zoals gezegd in de commissie meen ik wel dat een evaluatie van deze wetgeving zich zeker zal opdringen. We mogen daar niet extreem lang mee wachten. Zodra dit in de praktijk werkt zal zeer snel blijken waar de pijnpunten zitten. Wij moeten dan als wetgever ad rem zijn en asap en aangepast reageren.
Translated text
Mr. Speaker, I will be very brief because the colleagues have already said enough that it was a very difficult balance exercise to draw up this legislation. This was also not evident in practice. For one it goes too far, for the other it does not go far enough. As legislators, however, we must be aware that in the meantime the sentences and the destruction of convictions continue to come. We must give an answer to that. Mr. Minister, as I said in the committee, I believe that an evaluation of this legislation will surely be urgent. We should not wait too long with this. Once this works in practice, it will be very quickly revealed where the pain points are. We must then, as legislators, be ad rem and respond asap and adapted.
#22
Official text
Mijnheer de voorzitter, wij blijven betreuren dat supranationale instellingen de eigenheid, de verworvenheden en de garanties van ons eigen rechtssysteem miskennen. Het enige lichtpunt dat we in de laatste aanpassingen in deze wet zien is het feit dat de inwerkingtreding dan toch enige tijd wordt uitgesteld om de actoren op het terrein zich te laten voorbereiden op de sterk gewijzigde situatie die er zal ontstaan, niet het minst voor de politiediensten. Met volle overtuiging blijven wij tegen Salduz stemmen.
Translated text
Mr. Speaker, we continue to regret that supranational institutions disregard the peculiarity, achievements and guarantees of our own legal system. The only light point we see in the latest amendments to this law is the fact that the entry into force is then delayed for some time to let the actors in the field prepare for the highly changed situation that will arise, not least for the police services. With full conviction, we continue to vote against Salduz.
#23
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil iedereen danken voor de samenwerking om dit belangrijke ontwerp goed te keuren en dit belangrijke dossier voor het reces af te sluiten.
Wij hebben hierover al heel wat debatten gevoerd. Er was het oorspronkelijk voorstel-Defraigne dat dan naar de Kamer kwam, vervolgens terug naar de Senaat ging en terug naar de Kamer kwam. Dit is de laatste bespreking en hopelijk ook de laatste stemming.
Ik denk dat wij een juiste, evenwichtige keuze hebben gemaakt tussen, enerzijds, de Europese principes, het Hof voor de Rechten van de Mens, en, anderzijds, een haalbaarheid en betaalbaarheid op het terrein. Ik denk dat wij ook conform zijn met wat in de naburige landen gebeurt.
Het is juist dat wij nu zo snel mogelijk operationeel moeten zijn en moeten evalueren. Er is een eerste evaluatie binnen het jaar gevraagd. De dienst Strafrechtelijk Beleid zal dit ook doen.
Ik wil nog drie kleine punten opmerken.
Ten eerste, mevrouw Marghem, de nietigheid is een keuze. Meestal is een aantal collega’s zeer gelukkig als wij de Franse weg kiezen. Wij hebben hier de Franse weg gekozen, maar u bent niet gelukkig. U zult zich onthouden.
Het debat over de nietigheid is een bijzonder delicaat en zeer moeilijk debat. Ik denk dat wij hier toch wel een midden vinden tussen de opmerkingen van de Raad van State en vergelijkende wetten in naburige landen. Wij zullen moeten kijken hoe wij daarmee omgaan in de praktijk.
Ik denk dat wij een goede wettekst hebben. De wettekst die werd herschreven, ook in de Senaat, is mijn inziens ook beter geschreven. Ik denk dat wij dat terecht in de Kamer hebben bevestigd. Wij zullen zien hoe de praktijk loopt. Ik heb er alle vertrouwen in.
Mijnheer Van Hecke, de Europese verordening is een initiatief van de vicevoorzitter van de Europese Commissie, mevrouw Viviane Reding, die een tekst met een aantal voorstellen heeft gelanceerd die nog niet is besproken in de Raad van Ministers en het Europees Parlement.
Ik heb vorige vrijdag met de volledige administratie van het directoraat-generaal van Justitie gesprekken gevoerd over deze teksten en over de wijze waarop dit verder moet worden benaderd.
Men heeft zich ook geëngageerd om naar de praktijk te komen kijken, om te zien hoe het concreet functioneert, vooraleer men nieuwe stappen zou zetten die nog eens verder gaan inzake de aanwezigheid van een advocaat.
Dit is een debat dat nog lopende is in Europa. De Raad van Ministers moet hierover zeker nog het laatste woord voeren. Het eerste woord is hierover ook nog niet uitgesproken. Wij hebben dus nog de kans.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I would like to thank everyone for cooperating in approving this important draft and closing this important file before the recession.
We have already had a lot of debates on this. There was the original proposal-Defraigne that then came to the Chamber, then went back to the Senate and came back to the Chamber. This is the last discussion and hopefully also the last vote.
I think we have made a right, balanced choice between, on the one hand, the European principles, the Court of Human Rights, and, on the other hand, feasibility and affordability in the field. I think we are also consistent with what is happening in neighboring countries.
It is right that we now need to be operational and evaluate as soon as possible. A first evaluation was requested within the year. The Department of Criminal Justice will also do this.
I would like to note three other small points.
First, Mrs. Marghem, the nullity is a choice. Usually some colleagues are very happy when we choose the French route. We have chosen the French way here, but you are not happy. You will abstain.
The debate on invalidity is a ⁇ delicate and very difficult debate. I think we find a middle between the comments of the State Council and comparative laws in neighboring countries. We will have to look at how we deal with this in practice.
I think we have a good legislation. The law that was rewritten, also in the Senate, is also better written in my opinion. I think we have rightly confirmed this in the Chamber. We will see how the practice goes. I have full confidence in it.
Mr. Van Hecke, the European Regulation is an initiative of the Vice-President of the European Commission, Viviane Reding, who launched a text containing a number of proposals that have not yet been discussed in the Council of Ministers and the European Parliament.
Last Friday I held talks with the full administration of the Directorate-General of Justice on these texts and on how this should be addressed further.
It has also been committed to come to look at the practice, to see how it works concretely, before taking new steps that go even further with regard to the presence of a lawyer.
This is a debate that is still ongoing in Europe. The Council of Ministers must have the last word on this issue. The first word has not yet been spoken. So we still have the chance.
#24
Official text
Ten slotte, voor de inwerkingtreding hebben wij 31 december, dus 1 januari 2012 vooropgesteld. Er zijn daarvoor een aantal praktische redenen. Ik wil ter verduidelijking toch nog eens zeggen wat voor mij de hoofdredenen zijn. Er zijn argumenten voor de politie om zich verder op ICT-vlak in orde te stellen. Er zijn ook de tolken, die wij een deontologie willen laten ondertekenen.
De hoofdreden is evenwel dat wij na overleg tussen de advocatuur en de politie beslist hebben dat de wijze waarop contact moet worden opgenomen tussen een politieman en de advocatuur zou gebeuren door middel van een actief callcenter.
De advocatuur had zich georganiseerd in een soort van passieve methodiek, zeggende dat ze gewoon de lijsten van de namen van de advocaten ter beschikking zouden stellen en dat men maar iemand moest zoeken. Ik heb gemeend dat het onaanvaardbaar zou zijn voor de efficiëntie van de werking, zowel voor politie als voor openbaar ministerie als voor advocatuur, om dit op zo’n passieve manier te doen en dat dit op een actieve manier moet gebeuren door middel van één telefoonnummer en een actief callcenter waar men onmiddellijk kan geholpen worden om een naam te krijgen, om doorverbonden te worden en om via die permanentiedienst ook bepaalde adviezen te krijgen wanneer men desgevallend afstand wilt doen van de aanwezigheid van de advocaat.
Dit is een keuze die wij gezamenlijk gemaakt hebben en die zal bijdragen tot een betere implementatie van de hele wet. Het is dus niet zo dat ik daarvoor de steen wil werpen naar de advocatuur, het is een gemeenschappelijke keuze van alle betrokken partijen.
Mijnheer de voorzitter, ik dank iedereen, ik hoop dat wij nu operationeel zullen kunnen zijn en ik heb mij geëngageerd om nu binnen de regering de nodige kredieten te verzamelen zodat iedereen onmiddellijk van start kan gaan en dat deze wet wel degelijk conform de Europese principes, ook ter verdediging van degene die op een bepaald ogenblik verdacht is, goed kan worden toegepast. Ik dank dus iedereen voor zijn medewerking.
Translated text
Finally, before the entry into force we have anticipated 31 December, i.e. 1 January 2012. There are several practical reasons for this. I would like to clarify again what the main reasons for me are. There are arguments for the police to move further on the ICT level. There are also the interpreters, who we want to sign a deontology.
The main reason, however, is that after consultation between the lawyer’s office and the police, we have decided that the way in which the contact between a police officer and the lawyer’s office should be established would be through an active call center.
The lawyers had organized themselves in a sort of passive methodology, saying that they would simply make available the lists of the lawyers' names and that one had only to look for someone. I have thought that it would be unacceptable for the efficiency of the operation, both for the police, the prosecutor’s office and the legal profession, to do so in such a passive way and that this must be done in an active way through a single telephone number and an active call center where one can be assisted immediately to obtain a name, to be connected and to obtain through that permanent service also certain advice when one wishes to renounce the presence of the lawyer.
This is a choice that we have jointly made and that will contribute to a better implementation of the entire law. So it is not that I want to throw the stone to the lawyer’s profession, it is a common choice of all involved parties.
Mr. Speaker, I thank everyone, I hope that we will be able to operate now and I have committed myself to collect the necessary credits within the government now so that everyone can start immediately and that this law can indeed be properly applied in accordance with European principles, also in the defense of those who are suspected at a given moment. I would like to thank everyone for their cooperation.
#25
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, de bevoegde commissie heeft beide voorstellen van resolutie besproken tijdens haar vergaderingen van 17 mei en 5 juli 2011. Zij werden door de commissie samengevoegd. Het uitgebreide verslag kunt u raadplegen in de notulen van de commissie.
Tijdens de eerste vergadering, op 17 mei 2011, leidt de hoofdindiener van het voorstel, de heer Peter Luyckx, de bespreking in met een verwijzing naar de toelichting bij de resolutie. Het doel ervan is dat slechts een minister de onderhandelingen over de heropening van de IJzeren Rijn zou voeren. Voorts stelde hij dat alle Vlaamse partijen het voorstel steunen.
De kernvraag tussen België, Nederland en Duitsland betreft de verdeling van de kosten. De keuze voor het historisch tracé is intussen verworven. De Duitse steun hebben wij. De veelheid aan overlegcontacten blijkt echter contraproductief en zaait twijfel over het uiteindelijke resultaat. Een sterk signaal zou zijn om een autoriteit, meer bepaald de eerste minister, met de onderhandelingen te belasten.
De heer Johan Decuyper van de beleidscel van staatssecretaris Schouppe onderstreept dat nog tal van bilaterale contacten over het dossier zullen plaatsvinden tussen de Belgische en de Nederlandse regering. Op de agenda staan de vaststelling van het tracé, de verdeling van de kosten, en de uitbreiding van de Europese vrachtcorridor tot Antwerpen. De Duitse regering is voorstander van het historisch tracé, maar België en Nederland moeten het daarover nog eens worden.
De heer Gerald Kindermans stelt amendementen voor waardoor de eerste minister een coördinerende en geen onderhandelende taak op zich neemt. Normaal gezien onderhandelt de eerste minister alleen met de Duitse en de Nederlandse regering en niet met die van de deelstaten.
Tijdens de vergadering van 5 juli 2011 werd een nieuw voorstel van resolutie ingediend. De commissie besluit met die tekst voort te werken. De hoofdindiener, de heer Peter Vanvelthoven, stelt dat de moeilijke regeringsvorming en verschillende andere factoren ervoor zorgen dat er geen vordering wordt gemaakt in het dossier. Nu eens neemt de staatssecretaris voor Mobiliteit, dan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven en dan weer de eerste minister de leiding van de onderhandelingen. Het probleem is aangekaart bij premier Rutte van Nederland.
Het is hoe dan ook nodig dat één hoofdverantwoordelijke met het dossier belast wordt en als aanspreekpunt fungeert.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, the committee responsible discussed both draft resolutions at its meetings of 17 May and 5 July 2011. They were joined by the committee. The comprehensive report can be consulted in the minutes of the committee.
During the first meeting, on 17 May 2011, the main speaker of the proposal, Mr. Peter Luyckx, will lead the discussion with a reference to the explanatory note to the resolution. Its purpose is that only one minister would conduct the negotiations on the reopening of the Iron Rhine. He also stated that all Flemish parties support the proposal.
The central question between Belgium, the Netherlands and Germany concerns the distribution of costs. The choice for the historical trace has been acquired. We have German support. However, the multitude of consultation contacts is counterproductive and sows doubts about the final outcome. A strong signal would be to charge an authority, more specifically the Prime Minister, with the negotiations.
Mr. Johan Decuyper of the policy cell of Secretary of State Schouppe emphasizes that there will still be numerous bilateral contacts on the dossier between the Belgian and Dutch governments. On the agenda are the establishment of the trace, the distribution of costs, and the extension of the European freight corridor to Antwerp. The German government is in favour of the historical trace, but Belgium and the Netherlands should be discussing it again.
Mr Gerald Kindermans proposes amendments that allow the Prime Minister to assume a coordinating and not negotiating task. Normally, the Prime Minister negotiates only with the German and Dutch governments and not with those of the counties.
At the meeting of 5 July 2011, a new draft resolution was submitted. The committee decided to continue working on this text. The chief plaintiff, Mr. Peter Vanvelthoven, states that the difficult government formation and several other factors make no progress in the file. Now the Secretary of State for Mobility, then the Minister of Public Affairs and Public Companies and then again the Prime Minister will lead the negotiations. The issue was addressed to Prime Minister Rutte of the Netherlands.
In any case, it is necessary that one principal responsible person is charged with the file and acts as a point of contact.
#26
Official text
De heer Michel Balon, medewerker van staatssecretaris Schouppe, vat de elementen van het dossier IJzeren Rijn samen als volgt. Ten eerste, de IJzeren Rijn is geen nieuwigheid. Het is een concurrent van de Montzenroute. Ten tweede, Duitsland was voorstander van het historisch tracé. Nederland en de deelstaat Noordrijn-Westfalen waren het hiermee niet eens. Thans bestaat hierover evenwel een consensus. Ten derde, het tijdspad is niet geregeld. Ten vierde, ook over de kostendeling bestaat er geen akkoord. Niettemin valt de financiering van de IJzeren Rijn ten laste van het Vlaamse gedeelte van de 60/40-verdeelsleutel en is het dus geen concurrent van de route over Athus-Meuse. Het gaat hier over een vrachtcorridor met bestaande lijnen, door België gedeeltelijk gefinancierd, in Nederland en staat dus los van het TGV-freight.
Sinds een tweetal maanden onderhandelen staatssecretaris Schouppe en minister Vervotte met de Nederlandse minister van Infrastructuur en Milieu naar aanleiding van een brief van de eerste minister Yves Leterme aan de Nederlandse premier Rutte.
Tijdens de bespreking is mevrouw Linda Musin van oordeel dat het debat over de IJzeren Rijn moet worden verruimd tot de rol van vrachtvervoer in de eenentwintigste eeuw. Haar amendementen strekken ertoe de leiderspositie van België op logistiek vlak te verbeteren door de Duitse regering te overtuigen van het belang van het project TGV-freight.
De heer Jef Van den Bergh merkt op dat de amendementen van collega Musin een ander discussiepunt vormen en niets van doen hebben met onderhavig voorstel.
De heer Steven Vandeput waarschuwt ervoor dat de Europese subsidies ter zake verloren zullen gaan indien het dossier niet tot een einde wordt gebracht vóór oktober.
Het voorstel van resolutie wordt aangenomen met 13 stemmen voor en 1 onthouding.
Translated text
Mr. Michel Balon, an employee of Secretary of State Schouppe, summarizes the elements of the IJzeren Rijn file as follows. First, the Iron Rhine is not a novelty. It is a competitor of the Montzenroute. Second, Germany was in favor of the historical trace. The Netherlands and North Rhine-Westphalia did not agree. However, there is now consensus on this. Third, the timeline is not arranged. Fourth, there is also no agreement on the cost sharing. Nevertheless, the financing of the Iron Rhine is borne by the Flemish part of the 60/40 distribution key and is therefore not a competitor of the route over Athus-Meuse. This is a freight corridor with existing lines, partially financed by Belgium, in the Netherlands and is therefore separate from the TGV freight.
For two months, State Secretary Schouppe and Minister Vervotte have been negotiating with the Dutch Minister of Infrastructure and Environment following a letter from Prime Minister Yves Leterme to Dutch Prime Minister Rutte.
During the discussion, Ms. Linda Musin believes that the debate on the Iron Rhine should be extended to the role of freight transport in the 21st century. Its amendments aim to enhance Belgium’s leadership position in logistics by convincing the German government of the importance of the TGV-freight project.
Mr Jef Van den Bergh notes that the amendments of colleague Musin constitute another point of discussion and have nothing to do with this proposal.
Mr. Steven Vandeput warns that European subsidies in this area will be lost if the file is not completed before October.
The draft resolution is adopted with 13 votes in favour and 1 abstinence.
#27
Official text
Je vous félicite pour votre première intervention dans notre assemblée. (Applaudissements)
Translated text
You congratulate you for your first intervention in our assembly. (Applause of Applause)
#28
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, de IJzeren Rijn kwam de voorbije jaren reeds herhaaldelijk aan bod in ons halfrond en in de diverse commissies.
Die historische spoorlijn verbindt het Antwerpse havengebied via Nederlands grondgebied over Budel, Weert en Roermond met het Duitse Rijnbekken.
Sinds 1991 is het goederenverkeer stilgelegd en wil men de lijn ook opwaarderen om ze intensiever te gebruiken.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, the Iron Rhine has been discussed repeatedly in our hemisphere and in the various committees in recent years.
This historic railway connects the Antwerp port area via Dutch territory via Budel, Weert and Roermond with the German Rhinebeck.
Since 1991, the freight traffic has been halted and the line is also being upgraded to be used more intensively.
#29
Official text
Tussen België en Nederland en Duitsland ontstond er onenigheid over onder andere de verdeling van de kosten hiervan en de reactivering. Op 23 mei 2005 deed het Arbitragetribunaal van Den Haag een uitspraak in dat aanslepend geschil. De uitspraak stelt dat België en Nederland overeenstemming moeten bereiken over de uit te voeren werken en de verdeling van de kosten. De moeilijke regeringsonderhandelingen, zowel in Nederland als in België, hebben het dossier doen aanslepen.
Ik kon bij mijn vele vragen in de commissies aan de eerste minister en andere ministers die met het dossier bezig zijn, echter ook vaststellen dat de regering veel initiatieven nam om de besprekingen af te ronden. Het probleem hierbij is volgens mij dat het dossier daardoor wel over veel sporen liep. Er worden gesprekken georganiseerd tussen de federale en de Vlaamse overheid, enerzijds, en tussen de regeringsleiders en de vakministers van onder andere Nederland, Duitsland en Noordrijn-Westfalen, anderzijds.
Er wordt zoals gezegd heel wat aandacht besteed aan het dossier. Met onderhavige resolutie zou ik de regering echter willen vragen om al die energie, inspanningen en initiatieven te bundelen en te coördineren door het dossier in handen te geven van een enkele federale minister, bij voorkeur de eerste minister.
Ik verwijs naar de oproep in de resolutie. Die is drieledig. Ten eerste, laten we ook een verzoek richten aan Duitsland en Nederland om een zekere agenda, een tijdskader, op tafel te leggen. Ten tweede willen we het dossier toewijzen aan een enkele federale minister, bij voorkeur de eerste minister. Tot derde willen we het initiatief ook bekendmaken bij zowel de Nederlandse als de Duitse overheid en de deelstaatregering van Noordrijn-Westfalen, om hen indien mogelijk ook een verantwoordelijke te laten aanstellen die de coördinatie op zich neemt.
Tot slot kan ik alleen vaststellen dat het voorstel van resolutie veel bijval kreeg. Het werd het ondertekend door alle vertegenwoordigers van alle Vlaamse partijen. Meer nog, de tekst werd zelfs tweemaal ingediend. Dat versterkt alleen de aandacht die naar het dossier uitgaat.
Translated text
Between Belgium and the Netherlands and Germany, disagreements arose regarding, among other things, the distribution of the costs of this and the reactivation. On 23 May 2005, the Arbitration Tribunal of The Hague issued a judgment in that appealing dispute. The judgment states that Belgium and the Netherlands must reach agreement on the works to be carried out and the distribution of costs. The difficult government negotiations, both in the Netherlands and in Belgium, have drawn the file.
However, in my many questions in the committees to the Prime Minister and other ministers involved in the dossier, I could also find that the government took many initiatives to complete the discussions. The problem here is, I think, that the file has therefore gone over a lot of traces. Talks are organised between the federal and Flemish authorities, on the one hand, and between the heads of government and the ministers of trade of the Netherlands, Germany and North Rhine-Westphalia, on the other.
As mentioned above, a lot of attention is paid to the case. With this resolution, however, I would like to ask the government to combine and coordinate all those energies, efforts and initiatives by handing the dossier into the hands of a single federal minister, preferably the prime minister.
I refer to the call in the resolution. It is triple. First, let us also address a request to Germany and the Netherlands to put on the table a certain agenda, a time frame. Second, we want to assign the file to a single federal minister, preferably the prime minister. Thirdly, we would like to also announce the initiative to both the Dutch and German authorities and the state government of North Rhine-Westphalia, to have them appoint, if possible, also a responsible person who will take over the coordination.
Finally, I can only conclude that the proposal for a resolution received a lot of support. It was signed by all representatives of all Flemish parties. Moreover, the text was even submitted twice. This only strengthens the attention that goes to the file.
#30
Official text
Ik houd dan ook een warm pleidooi om het voorstel van resolutie goed te keuren.
Ik dank de collega’s van de commissie die meegewerkt hebben aan de totstandkoming ervan.
Translated text
I therefore hold a warm plea to approve the draft resolution.
I would like to thank the colleagues of the committee who contributed to its creation.
#31
Official text
Monsieur le président, madame et messieurs les ministres, chers collègues, la proposition de résolution qui nous est proposée au vote fut une excellente occasion de présenter le fret ferroviaire non plus dans son côté sombre, mais de l'appréhender à la lumière de ses indéniables atouts pour l'ensemble de l'économie belge.
Cette discussion a été l'occasion de rappeler que la Belgique dans son ensemble est, de par sa position stratégique au cœur de l'Europe, un terreau fertile pour les activités de logistique. Attractivité renforcée par les nombreuses et excellentes infrastructures de communication qui émaillent notre territoire, comme les voies fluviales, les ports, les autoroutes, les aéroports fret, etc. Bref, la Belgique est réellement un petit paradis pour tout logisticien qui se respecte.
Mais nous devons encore aller plus loin et faire fructifier nos avantages naturels. Dans ce cas, Wallonie, Bruxelles-Capitale et Flandre sont complémentaires et permettent l'équilibre nécessaire à un développement des infrastructures cohérent au niveau européen au bénéfice de l'ensemble de nos entreprises. L'aboutissement de grands projets ferroviaires, tant en Wallonie qu'en Flandre, va exactement dans ce sens.
C'est pourquoi nous avons profité du débat en commission pour élargir la réflexion sur l'avenir du fret ferroviaire en Belgique en déposant un amendement qui met en avant le projet de TGV Fret Eurocarex. Ce projet est sans conteste l'un des plus ambitieux à moyen terme et place le fret ferroviaire réellement dans le XXIᵉ siècle.
Devant les réserves exprimées par quelques collègues, réserves non sur le fond de notre proposition mais sur la forme, nous avons traduit cet amendement en une proposition de résolution. Avec cette proposition de résolution, nous voulons nous assurer que toutes les forces vives de notre pays restent attentives à la réalisation rapide de ce projet transeuropéen qui placera la Belgique au cœur du fret ferroviaire à grande vitesse.
L'ensemble de mes collègues s'étant prononcés pour un soutien fort à cette proposition Rhin d'acier, nul doute qu'ils cosigneront la proposition qui leur a été transmise récemment. En effet, je ne doute pas que tout acte politique destiné à encourager et à soutenir l'avenir du fret ferroviaire dans notre pays recevra à l'avenir un soutien aussi large que celui apporté aujourd'hui à cette résolution.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker,
This discussion was an opportunity to recall that Belgium as a whole is, by its strategic position in the heart of Europe, a fertile ground for logistics activities. Attractiveness enhanced by the numerous and excellent communication infrastructures that emulate our territory, such as riverways, ports, highways, freight airports, etc. In short, Belgium is really a small paradise for any self-respecting logistician.
But we still need to go further and make use of our natural benefits. In this case, Wallonia, Brussels-Capital and Flanders are complementary and allow the necessary balance for a coherent development of infrastructures at European level for the benefit of all our companies. The completion of major railway projects, both in Wallonia and Flanders, goes exactly in this direction.
That is why we took advantage of the debate in the committee to expand the reflection on the future of rail freight in Belgium by submitting an amendment that highlights the project of TGV Fret Eurocarex. This project is undoubtedly one of the most ambitious in the medium term and really places rail freight in the 21st century.
In the face of the reservations expressed by some colleagues, reservations not on the substance of our proposal but on the form, we have translated this amendment into a proposal for a resolution. With this resolution proposal, we want to ensure that all the living forces of our country remain attentive to the rapid implementation of this trans-European project that will place Belgium at the heart of high-speed rail freight.
Since all my colleagues have voted in favour of a strong support for this Rhin of Steel proposal, there is no doubt that they will co-sign the proposal that was recently transmitted to them. Indeed, I have no doubt that any political act aimed at encouraging and supporting the future of rail freight in our country will in the future receive as broad support as today for this resolution.
#32
Official text
Quelqu'un demande-t-il encore la parole?
Translated text
Does anyone ask for the word?
#33
Official text
Vraagt nog iemand het woord?
Translated text
Does anyone ask for the word?
#34
Official text
Mijn fractiesecretaris zou mij voor vier voorstellen op de agenda hebben ingeschreven.
Translated text
My group secretary would have put me on the agenda for four proposals.
#35
Official text
Ja, maar niet op dit punt.
Translated text
Yes, but not at this point.
#36
Official text
Toch wel.
Translated text
Yet yes.
#37
Official text
Il doit y avoir eu un problème de communication. Je comprends mieux pourquoi certains membres viennent vérifier s'ils sont bien inscrits.
Translated text
There must have been a communication problem. I understand better why some members come to check whether they are well-registered.
#38
Official text
Mijnheer de voorzitter, voor alle duidelijkheid. Het Vlaams Belang zal deze resolutie steunen.
Ik denk dat ik bij u moet zijn om aangifte te doen van een misdrijf in deze Kamer gepleegd. Men kan de feiten kwalificeren als schending van auteursrecht, oneerlijke concurrentie, diefstal, afpersing, chantage en bendevorming. Het slachtoffer is ongetwijfeld collega Luykx. De daders zijn Peter Vanvelthoven, uitblinkend door afwezigheid, Patrick Dewael en Liesbeth Van der Auwera. Zij hebben de tekst van collega Luykx van voorstel van resolutie nr. 1242 schaamteloos en letterlijk afgeschreven en dus gepikt. Zij hebben hun handtekening eronder gezet en zij hebben het ingediend. Het corpus delicti draagt nu het stuknummer nr. 1476.
Wat was het motief? Alleen maar mijn ondertekening van stuk nr. 1242 die aanvankelijk ook de handtekening van de drie eerder genoemde verdachten droeg. Toen het tot hen doordrong dat mijn handtekening op stuk nr. 1242 was aangebracht hebben de drie machtspartijen beslist om hun handtekening in te trekken. We zagen een zenuwachtige collega Dewael Peter Vanvelthoven in de plenaire vergadering opjagen. Toen beiden zich sterk en mans genoeg voelden zijn ze naar Liesbeth Van der Auwera gestapt om haar te overtuigen haar handtekening in te trekken. Collega Van der Auwera, u loopt weg. Kom toch terug.
Translated text
Mr. Speaker, for all clarity. The Flemish Interest will support this resolution.
I think I should be with you to report a crime committed in this Chamber. The facts can be classified as copyright infringement, unfair competition, theft, extortion, blackmail and gang formation. The victim is undoubtedly colleague Luykx. The perpetrators are Peter Vanvelthoven, shining out by absence, Patrick Dewael and Liesbeth Van der Auwera. They have the text of colleague Luykx of the draft resolution no. 1242 shamelessly and literally de-written and thus picked up. They put their signature under it and they submitted it. The corpus delicti now bears the number number. by 1476.
What was the motive? Only my signature of piece no. 1242 which originally also carried the signature of the three previously mentioned suspects. When it came to them that my signature on paper no. In 1242 the three ruling parties decided to withdraw their signature. We saw a nervous colleague Dewael Peter Vanvelthoven chasing in the plenary session. When both felt strong and manly enough, they walked to Liesbeth Van der Auwera to persuade her to withdraw her signature. Colleague Van der Auwera, you are leaving. Come back then.
#39
Official text
Op die manier werd collega Luykx een lesje geleerd. Zij hebben nummer nr. 1476 ingediend met hun handtekening eronder. Zij hebben Peter Luykx onder druk gezet. Hij had 72 uur de tijd om zijn handtekening te zetten, een handtekening die niet op het oorspronkelijke stuk stond. Dan is Peter Luykx bij wijze van addendum nog toegevoegd. Het had gekund dat de resolutie was ingediend zonder Peter Luykx, de auteur van het voorstel. Il faut le faire.
Translated text
Op die manier werd collega Luykx een lesje geleerd. They have number number. 1476 Ingediend met their handtekening eronder. They have Peter Luykx under druk gezet. He had 72 hours of time om hans handtekening te zetten, en handtekening die niet op het oorspronkelijke stuk stond. Dan is Peter Luykx bij wijze van addendum nog toegevoegd. Het had gekund dat de resolutie was ingediend without Peter Luykx, by author van het voorstel. It must be done.
#40
Official text
Dit kan misschien perfide en infaam klinken maar het is de normale manier van doen van de machtspartijen. Het is overigens verwonderlijk, collega Dewael, dat u en mevrouw Van der Auwera zich al die moeite hebben getroost om mijn handtekening te royeren. Als ik het aantal initiatieven van dit jaar, van deze legislatuur van u en van mevrouw Van der Auwera inzake de IJzeren Rijn en het belang van de provincie Limburg tel, dan kom ik uit op nul.
Translated text
This may sound perfidious and infamous, but it is the normal way of doing the ruling parties. It is also surprising, colleague Dewael, that you and Mrs. Van der Auwera have used all that effort to royalize my signature. If I count the number of initiatives of this year, of this legislature of you and of Mrs. Van der Auwera on the Iron Rhine and the importance of the province of Limburg, then I end up at zero.
#41
Official text
Ik heb de hele bundel bekeken, maar vond geen initiatieven terug. Mevrouw Van der Auwera moet – wat uitzonderlijk is – een neut te veel op gehad hebben, toen zij het voorstel heeft ondertekend. Zij wist immers niet waarover het ging.Mijnheer Dewael, voor u is het dossier van de IJzeren Rijn het land van nooit. De heer Vanvelthoven, hoofdindiener van het voorstel, blinkt uit door afwezigheid. Hij is het bordeel ontvlucht.
Collega’s, voor alle duidelijkheid, er is geen bitterheid. Het Vlaams Belang zal, ondanks het cordon sanitaire, het voorstel van resolutie nr. 1476 goedkeuren. Wij doen niet mee aan dergelijke flauwe spelletjes. Wij treden evenmin in de kinderachtige logica van de cordonpartijen.
Mijnheer de voorzitter, vergeet dus mijn verwijzing naar het misdrijf, die ik bij aanvang van mijn uiteenzetting deed. Hou het maar op de kakschoolmentaliteit van CD&V, de sp.a en de Open Vld, compleet met spieken, afschrijven en pestgedrag erbij.
Collega’s, vergeet echter niet dat ook in het voorliggende dossier het originele voorstel nr. 1242 sterker en beter is dan de kopie, zijnde het voorstel nr. 1476. Meer dan driekwart van de Vlamingen zal het daarmee eens zijn en zal het cordon sanitaire naar de prullenmand verwijzen.
Ik ben er ook van overtuigd dat vele Limburgers en Limburg in zijn geheel niet gediend zijn met een dergelijke gang van zaken.
Ik wil tot slot mijn erkenteljikheid uitspreken voor één persoon, met name de heer Luykx.
Peter, ik betuig u mijn oprechte dank en breng u warme Limburgse groeten over. U hebt geprobeerd om, ondanks de druk van buitenaf, het cordon sanitaire te doorbreken, hoewel zulks zeker niet uw bedoeling is geweest. Uw bedoeling was gewoon om alle Limburgse Kamerleden het voorstel te laten ondertekenen. Er waren dus zeker geen andere bedoelingen. Ik wil ze u ook niet toeschrijven. Zulks zou u immers geen eer aandoen.
U hebt echter ook van de N-VA-fractie druk van binnenuit moeten ervaren. Ik heb kunnen vernemen dat een en ander niet geruisloos is gepasseerd. Er zijn nu eenmaal voor- en tegenstanders in uw fractie van al dan niet hechte samenwerking met mijn partij. De tegenstanders van samenwerking met het Vlaams Belang kunnen wel juichen, aangezien ook in bedoelde voorstel de handtekening van een Vlaams Belanger is weggehaald. Fundamenteel brengt zulks ons gezamenlijke streefdoel, met name een onafhankelijk Vlaanderen, niet dichterbij. Een dergelijke houding brengt het integendeel verder weg.
Sommigen zijn misschien van mening dat het handhaven van het cordon sanitaire respect en goodwill bij de ja maar-partijen afdwingt. Dat is niet mijn mening.
Mijnheer Luykx, u hebt zulks begrepen. Ik heb dat begrepen. Zet uw strijd voor een onafhankelijk Vlaanderen voort met alle Vlaamse partijen.
Collega’s, voor allen in het halfrond die menen dat zij een monster de keel aan het oversnijden zijn, heb ik nog een boodschap. Maakt u geen illusies. U hebt geen mes dat scherp genoeg is en dat diep genoeg kan steken. Trouwens, voor u staat geen monster. U vergist zich.
Collega’s, ik zal mij in elk geval niet vergissen. Ik zal mijn fractie vragen om de voorliggende resolutie zeker en met overtuiging goed te keuren. Uit plaatsvervangende Limburgse en Vlaamse schaamte zal het mij wel worden vergeven dat ik mij onthoud.
Translated text
I looked at the whole bundle, but found no initiatives back. Mrs. Van der Auwera must – which is exceptional – have had a nutt too much when she signed the proposal. She did not know what it was about.Mr Dewael, for you, the dossier of the Iron Rhine is the land of never. Mr Vanvelthoven, the chief speaker of the proposal, shines out by his absence. He escaped the border.
To be clear, there is no bitterness. The Flemish Interest will, despite the sanitary cordon, the draft resolution no. 1476 is approved. We do not participate in such dirty games. Nor do we enter into the childish logic of the cordon parties.
Therefore, Mr. Speaker, forget my reference to the crime, which I did at the beginning of my presentation. Keep it on the two-school mentality of CD&V, the sp.a and the Open Vld, complete with spies, writing off and bullying behavior.
Please do not forget, however, that also in the present file the original proposal no. 1242 is stronger and better than the copy, which is the proposal no. by 1476. More than three-quarters of the Flamings will agree with this and will refer the cordon sanitaire to the garbage cart.
I am also convinced that many Limburgers and Limburg in general are not served with such a course of affairs.
Finally, I would like to express my gratitude to one person, in particular Mr. Luykx.
Peter, I express my sincere thanks and send you warm Limburg greetings. You have tried, despite the pressure from the outside, to break the cordon sanitary, although this ⁇ wasn’t your intention. Your intention was simply to have all Limburg Chamber Members sign the proposal. There were ⁇ no other intentions. I do not want to assign them to you either. Such a thing would not honor you.
However, you must also have experienced the N-VA fraction pressure from the inside. I have heard that something has not passed quietly. There are pro and opponents in your group of whether or not close cooperation with my party. The opponents of cooperation with the Vlaams Belang can be cheered, since the signature of a Vlaams Belanger has also been removed in the proposal. Fundamentally, this does not bring our common goal, in particular an independent Flanders, closer. Such an attitude, on the contrary, brings it further away.
Some may think that ⁇ ining the cordon sanitary respect and goodwill imposes on the yes but parties. That is not my opinion.
Mr Luykx, you have understood this. I understood that. Continue your struggle for an independent Flanders with all Flemish parties.
Colleagues, for everyone in the hemisphere who thinks they are a monster cutting the throat, I have another message. Do not make illusions. You don’t have a knife that’s sharp enough and can stick deep enough. By the way, in front of you there is no monster. You are mistaken.
In any case, I will not be mistaken. I will ask my group to approve the present resolution with certainty and conviction. From the substitute Limburg and Flemish shame it will be forgiven to me that I abstain.
#42
Official text
Mijnheer de voorzitter, de zin van de laatste toespraak ontgaat mij enigszins want collega Schoofs heeft niet veel gezegd over de essentie, namelijk de IJzeren Rijn.
Het ging over het fameuze principe dat zou zijn geschonden, namelijk het cordon sanitaire. Ik til daar inderdaad zwaar aan. Als ik een tekst onderteken, collega Schoofs – ik kijk collega Luykx in de ogen – wil ik ook weten wat de finaliteit is. Initieel was de finaliteit dat die zou worden ondertekend door de collega’s die initieel hebben getekend. Uw handtekening is achteraf toegevoegd.
Ik vind dat een vrij fundamenteel iets. Indien ik het op voorhand had geweten, collega Annemans, zou ik het niet hebben gedaan. Tot spijt van wie het benijdt, maar voor mij is dat principe nog altijd belangrijk. Als collega Schoofs denkt dat en stoemelings te kunnen omzeilen dan moet ik u zeggen dat ik dat niet neem. Ik heb mijn handtekening dan ook ingetrokken omdat dit principe voor mij belangrijk is. Samenwerking met het Vlaams Belang kan voor mij niet – gisteren niet, vandaag niet en morgen niet. Ik zeg u dat in alle duidelijkheid.
Als collega Luykx dacht dit te kunnen omzeilen – ik zeg niet dat hij dit met kwade bedoelingen heeft gedaan – dan heb ik hem daarop gewezen. Ik zal niet ingaan op wat in het Vlaams Parlement is gebeurd, maar ik denk dat sommigen een loopje beginnen te nemen met een principe dat zegt dat men alleen kan samenwerken met partijen die democratisch zijn naar de inhoud van hun programma.
Translated text
Mr. Speaker, the meaning of the last speech is somewhat out of my mind because colleague Schoofs has not said much about the essence, namely the Iron Rhine.
It was about the famous principle that would have been violated, namely the cordon sanitaire. I really take it hard. When I sign a text, colleague Schoofs – I look in the eyes of colleague Luykx – I also want to know what the finality is. Initially, the finality was that it would be signed by the colleagues who initially signed. Your signature was subsequently added.
I think that is a pretty fundamental thing. If I had known it in advance, colleague Annemans, I would not have done it. I am sorry for those who envy it, but for me that principle is still important. If colleague Schoofs thinks that and can steamlessly bypass then I have to tell you that I do not take that. I have withdrawn my signature because this principle is important to me. Cooperation with the Flemish Interest is not possible for me – not yesterday, not today and not tomorrow. I tell you this with all clarity.
If colleague Luykx thought he could bypass this – I don’t say he did this with evil intentions – then I pointed him to that. I will not go into what has happened in the Flemish Parliament, but I think some are starting to take a walk with a principle that says that one can only cooperate with parties that are democratic according to the content of their program.
#43
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil voor annalen van de geschiedschrijvers die dit debat volgen toch nog even preciseren dat de heer Dewael het heeft over net dezelfde tekst. Hij laat zijn handtekening dus niet afhangen van de inhoud van wat hij ondertekent, maar van de mogelijkheid dat die nadien nog zou worden ondertekend waartegen hij een cordon sanitaire handhaaft. Ik dank hem voor die precisering. Voor de Vlaamse publieke opinie zal dit meer dan duidelijk genoeg zijn.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to clarify for the annals of the historians who follow this debate that Mr. Dewael is talking about exactly the same text. He thus makes his signature depend not on the content of what he signs, but on the possibility that it would be signed later, against which he ⁇ ins a sanitary cordon. I would like to thank him for this precision. For the Flemish public opinion, this will be more than clear enough.
#44
Official text
Mijnheer de voorzitter, het voorstel van resolutie werd unaniem goedgekeurd in de commissie. Daarmee geeft het Parlement een duidelijk signaal hoe belangrijk de IJzeren Rijn is voor goederenvervoer via het spoor vanuit de Antwerpse haven en vanuit Limburg. Zo krijgt men meer transport via de spoorwegen. Ik betreur dat het debat verzandt in een debat over een handtekening. De essentie is dat het Parlement hier een signaal geeft dat de IJzeren Rijn een belangrijke prioriteit is voor het goederenvervoer in ons land.
Translated text
The draft resolution was unanimously approved in the committee. This gives the Parliament a clear signal of the importance of the Iron Rhine for rail freight transport from the port of Antwerp and from Limburg. This means more transportation through railways. I regret that the debate sends in a debate about a signature. The essence is that the Parliament here gives a signal that the Iron Rhine is an important priority for freight transport in our country.
#45
Official text
Mijnheer de voorzitter, voor alle duidelijkheid. In de commissie hebben collega Veys en ikzelf wel degelijk over de inhoud van dit voorstel gesproken. Daar heb ik collega Dewael niet aan het debat horen deelnemen. Laten we intellectueel eerlijk blijven, collega Dewael.
Translated text
Mr. Speaker, for all clarity. In the committee, Mr. Veys and I discussed the content of this proposal. I did not hear Mr. Dewael participate in the debate. Let us be intellectually honest, colleague Dewael.
#46
Official text
Ik ga niet volledig akkoord. Ik erken dat ik niet in de commissie aanwezig was. Ik kan niet alle commissies bijwonen. Ik ben wel dagelijks in dit huis. Ik ben het eens met het voorstel uiteraard. Ik heb ook overleg gevoerd met mevrouw De Block, maar daar gaat het niet om.
Het gaat over de essentie van vandaag, de IJzeren Rijn. Ik heb alleen maar gezegd dat u het in uw interventie vandaag had over het principe van het cordon sanitaire. Dat principe blijft voor mij bestaan, laat dat nu eens duidelijk zijn.
Translated text
I do not fully agree. I have to admit that I was not present in the committee. I cannot attend all committees. I am in this house every day. I agree with the proposal, of course. I have also consulted with Mrs. De Block, but that’s not the point.
It is about the essence of today, the Iron Rhine. I’ve just said that in your intervention today you talked about the principle of the cordon sanitary. That principle still exists for me, let it be clear.
#47
Official text
Ik dank nogmaals de heer Dewael. Toch nog eens preciseren. Hij heeft ervoor gezorgd dat de N-VA, indien de heer Luyckx zijn resolutie niet zou ondertekend hebben, zou zijn uitgesloten van de huidige resolutie die zal worden goedgekeurd. Voor hem is dus dat principe van het cordon sanitaire dat hij schijnt te willen handhaven, belangrijker dan de IJzeren Rijn. Daar gaat het over.
Translated text
Thank you again to Mr Dewael. Yet to clarify again. He has ensured that the N-VA, if Mr. Luyckx had not signed his resolution, would be excluded from the current resolution that will be approved. For him, therefore, that principle of the cordon sanitary that he seems to want to maintain is more important than the Iron Rhine. It is about that.
#48
Official text
Mijnheer de voorzitter, gelet op de techniciteit van het dossier verwijs ik naar het schriftelijk verslag.
Translated text
Given the technical nature of the dossier, I refer to the written report.
#49
Official text
Monsieur le président, chers collègues, dans le débat sur ce dossier qui est de prime abord un dossier technique, je voudrais peut-être reprendre en plénière deux observations qui ont été faites en commission. Je crois que c'est utile d'y revenir pour la clarté des débats et surtout pour l'utilité que l'on pourrait faire un jour des travaux préparatoires de cette loi.
Je veux uniquement m'attacher, monsieur le ministre, à l'article 44quinquies nouveau qui nous est proposé.
Premièrement, j'aborderai la problématique de l'âge de la personne sur laquelle on peut procéder à un prélèvement ADN.
Dans la loi initiale dans laquelle nous avions prévu la possibilité d'effectuer des prélèvements ADN, ceux-ci n'étaient possibles que sur une personne majeure. En relisant les travaux préparatoires de cette loi, j'ai envie de dire que ce n'est pas par hasard que nous avons voté ce texte. À l'époque, nous avions très clairement aperçu la difficulté qu'il y avait de réaliser sur un mineur un prélèvement ADN. Le texte qui nous est proposé ici permet le prélèvement d'un échantillon sur une personne ayant atteint l'âge de 16 ans. Nous nous trouvons donc très clairement devant une personne mineure.
Lorsqu'on soulève ce problème, vous nous répondez ou on nous répond qu'on a tout de même pris l'âge de 16 ans car, par analogie, c'est à cet âge qu'on permet le dessaisissement du tribunal de la jeunesse visé par la loi sur la protection de la jeunesse. C'est évidemment vrai. Cela signifie que c'est à partir de 16 ans qu'un mineur peut relever de la juridiction des adultes sauf que les conditions pour ce faire sont beaucoup plus nombreuses que ce qui existe ici. On ne dessaisit pas ainsi, il y a toute une série de conditions qui n'existent pas dans le texte proposé aujourd'hui.
Translated text
Mr. Speaker, dear colleagues, in the debate on this matter, which is first and foremost a technical dossier, I would ⁇ like to resume in plenary two observations that were made in committee. I believe it is useful to return to it for the clarity of the debates and especially for the usefulness that one day could be done of the preparatory work of this law.
I would like to refer, Mr. Minister, only to the new article 44 quinquies that is proposed to us.
First, I will address the problem of the age of the person on whom a DNA sample can be performed.
In the initial law in which we provided for the possibility of taking DNA samples, these were only possible on an adult person. As I read the preparatory work of this law, I want to say that it was not by chance that we voted this text. At that time, we had very clearly perceived the difficulty of carrying out a DNA sampling on a minor. The text proposed here allows the sampling of a sample from a person who has reached the age of 16. We are therefore very clearly in front of a minor person.
When this question is raised, you answer us or we are answered that we have nevertheless reached the age of 16 because, by analogy, it is at this age that we allow the dismissal of the youth court covered by the law on the protection of youth. This is obviously true. This means that it is from the age of 16 that a minor can fall under the jurisdiction of adults except that the conditions for doing so are much more numerous than what exists here. There are a whole series of conditions that do not exist in the text proposed today.
#50
Official text
La deuxième remarque qui est faite lorsqu'on soulève la problématique du mineur et de sa capacité de consentement au prélèvement ADN concerne le paragraphe 3 de l'article 44quinquies. Cet article précise que le mineur doit être accompagné par une personne majeure de son choix. C'est effectivement écrit en toutes lettres et c'est une bonne chose. Dans le même temps, ce n'est pas parce que le mineur de seize ans se fait accompagner d'une personne majeure de son choix que cette dernière a la capacité juridique de donner un accord à ce prélèvement. En effet, cette personne peut être n'importe qui; il peut s'agir d'une personne de dix-huit ans ou de quelqu'un qui n'est pas un représentant légal du mineur, que ce soit un parent ou tout autre représentant légal.
Or, nous nous trouvons devant un prélèvement de cellules humaines pour permettre l'analyse ADN. C'est donc un acte qui peut avoir des conséquences particulièrement lourdes. Cela m'amène à m'interroger sur le fait de savoir s'il ne faudrait pas appliquer, par analogie, la jurisprudence Salduz, c'est-à-dire permettre au minimum au mineur la concertation préalable avec un conseil. Je crois que nous pouvons faire cette comparaison avec la jurisprudence Salduz.
Un autre problème concerne le paragraphe 1ᵉʳ de l'article 44quinquies. Monsieur le ministre, je souhaite vous entendre à cet égard, pour la clarté des travaux préparatoires. Ce paragraphe marque une rupture très claire avec la législation actuelle.
Actuellement, le prélèvement ADN ne peut se faire que s'il y a un intérêt pour l'information en cours, c'est-à-dire pour le dossier dont est saisi le procureur du Roi. Cette première condition paraît évidente. La deuxième condition, qui paraît tout aussi évidente, est que dans le cadre de cette information, il y ait déjà un prélèvement de cellules humaines sur la scène du crime, par exemple. Cela signifie que si on prélève par la suite de l'ADN sur un suspect, une comparaison sera possible. Cela tombe sous le sens car, pourquoi faire un prélèvement ADN s'il n'y a pas de comparaison possible?
Dans le texte qui nous est proposé aujourd'hui, on peut ordonner le prélèvement d'un échantillon sur une personne contre laquelle il existe des indices de culpabilité dans la commission des faits de l'affaire dont le procureur du Roi a la charge ou dans la commission de faits similaires.
Translated text
The second observation that is made when the problem of the minor and his capacity to consent to DNA sampling is raised relates to paragraph 3 of Article 44quinquies. This article specifies that the minor must be accompanied by an adult person of his choice. It’s actually written in every letter and that’s a good thing. At the same time, it is not because the minor of sixteen years of age is accompanied by an adult person of his choice that the latter has the legal capacity to agree to this levy. This person can be anyone; it can be a person aged eighteen or someone who is not a legal representative of the minor, whether it is a parent or any other legal representative.
Now, we are facing a sampling of human cells to allow for DNA analysis. This is an act that can have ⁇ severe consequences. This leads me to question whether the Salduz case-law should not be applied by analogy, that is to say, allowing at least the minor to have prior consultation with a counsel. I think we can make this comparison with Salduz jurisprudence.
Another problem relates to paragraph 1 of Article 44quinquies. Mr. Minister, I would like to hear you in this regard, for the clarity of the preparatory work. This paragraph marks a very clear break with current legislation.
At present, DNA sampling can only be done if there is an interest in the current information, i.e. for the file which is filed with the King’s Prosecutor. This first condition seems obvious. The second condition, which seems equally obvious, is that as part of this information, there is already a human cell sampling on the crime scene, for example. This means that if DNA is then taken from a suspect, a comparison will be possible. This falls under the meaning because, why take a DNA sample if there is no comparison possible?
In the text proposed to us today, one can order the sampling of a person against whom there are indications of guilt in the commission of the facts of the case under the charge of the King’s Prosecutor or in the commission of similar facts.
#51
Official text
J'ai beau lire le texte dans tous les sens, j'en arrive très clairement à la conclusion que, grâce à ce texte, le procureur du Roi, et non un juge d'instruction, peut ordonner un prélèvement ADN sur une personne, alors même qu'aucune pièce à conviction n'a été saisie dans le dossier qui est ouvert, alors même que ce prélèvement ADN ne présente aucun intérêt pour les faits que l'on est occupé à informer, puisqu'il n'y a pas de prélèvement préalable sur les lieux du crime. De plus, on peut effectuer ce prélèvement alors qu'il n'existe aucun indice de culpabilité à charge de la personne à qui on fait le prélèvement.
En résumé, il n'y a pas de pièce à conviction de prélèvement préalable; effectuer un prélèvement ADN ne présente aucun intérêt; il pourrait n'y avoir aucun indice de culpabilité dans le dossier pour lequel le prélèvement est ordonné. D'après le texte, "il suffirait qu'il existe des indices de culpabilité dans la commission de faits similaires". Si je comprends bien, cette "commission de faits similaires" peut donc se trouver dans un autre dossier, éventuellement ouvert ou même pas. Le texte, en tout cas, ne le précise pas. Cela signifie que ce bout de phrase "dans la commission de faits similaires", donne la possibilité au procureur du Roi de faire tout et n'importe quoi, de réaliser des prélèvements ADN à toute fin, c'est-à-dire en mauvais français d'aller à la pêche à des infractions et de se justifier par la suite en disant: "Nous verrons si, un jour, un dossier nous permettrait peut-être d'utiliser ce prélèvement ADN".
Je vous l'ai déjà dit en commission, c'est ainsi que je comprends le texte. Il me paraît donc extrêmement dangereux. Je crois utile que vous nous donniez aujourd'hui votre interprétation de ce texte, sous peine d'ouvrir la porte à des abus. Soyons clairs! L'élaboration d'une loi relative à des prélèvements ADN n'a évidemment pas pour but de réglementer ceux qui appliquent les règles et qui agissent en respectant toutes les conditions. Il s'agit, bien entendu, de placer des garde-fous, afin de ne pouvoir trahir le texte et l'intention du législateur. C'est la raison pour laquelle une précision et une mise au point s'imposent.
Translated text
Although I read the text in all directions, I come very clearly to the conclusion that, thanks to this text, the King’s prosecutor, and not an investigative judge, can order a DNA collection on a person, even though no conviction document has been seized in the file that is opened, even though this DNA collection has no interest in the facts that one is occupied to report, since there is no preliminary collection on the places of crime. In addition, this collection can be made when there is no indication of guilt in charge of the person to whom the collection is made.
In summary, there is no proof of pre-promotion; making a DNA sampling has no interest; there may be no indication of guilt in the file for which the sampling is ordered. According to the text, "it would suffice that there are indications of guilt in the commission of similar facts." If I understand correctly, this "commission of similar facts" can therefore be in another file, possibly open or even not. In any case, the text does not specify this. This means that this piece of phrase “in the commission of similar facts” gives the possibility to the King’s prosecutor to do everything and anything, to carry out DNA samples for all purposes, that is, in bad French to go fishing for offences and justify afterwards by saying: “We will see if, one day, a file might allow us to use this DNA sampling.”
I have already said this in the committee, this is how I understand the text. It seems to me extremely dangerous. I think it is useful that you give us today your interpretation of this text, in order to open the door to abuses. Let us be clear! The elaboration of a law on DNA sampling is obviously not intended to regulate those who apply the rules and who act in compliance with all conditions. It is, of course, a matter of placing the guards, so as not to be able to betray the text and the intention of the legislator. That is why precision and focus are needed.
#52
Official text
Mijnheer de voorzitter, wij zullen onderhavig wetsontwerp zeker steunen. Wij vinden dat er zeer veel goede zaken in staan. Het had in feite al lang door het Parlement geloodst moeten zijn, maar goed, vandaag is het dus een feit.
In de commissie hebben wij weliswaar nog een opmerking gemaakt, die ik hier even wil herhalen. De voorwaarden onder dewelke DNA-stalen afgenomen en bewaard kunnen worden, liggen voor ons iets te hoog. De veroordelingen die iemand opgelopen heeft of de feiten waarvan iemand verdacht moet zijn en de maximumstraffen die daarop staan, liggen voor ons toch wat te hoog. Voor ons kan het aan verdachten veel eerder opgelegd worden dat zij hun DNA moeten afstaan aan databanken, om in de toekomst te vermijden dat zij niet opspoorbaar zijn wanneer zij andere misdrijven begaan. Ook voor veroordeelden zouden die termijnen wat naar beneden gehaald mogen worden, zodanig dat iemand die veroordeeld is voor een feit vanaf drie jaar, in de toekomst ook nog vervolgd kan worden op basis van het feit dat gegevens worden opgeslagen in de databanken.
Voor het overige gaan wij akkoord met de inhoud van voorliggend wetsontwerp.
Translated text
We will ⁇ support this bill. We think there are a lot of good things. In fact, it should have been promoted by Parliament for a long time, but well, today it is a fact.
In the committee, however, we have made another comment, which I would like to repeat here. The conditions under which DNA steels can be taken and preserved are a little too high for us. The convictions that someone has received, or the facts of which someone must be suspected, and the maximum penalties that are on them, are somewhat too high for us. For us, it can be much more likely to impose on suspects that they must surrender their DNA to databases, in order to avoid in the future that they are not traceable when they commit other crimes. Also for convicted persons, those deadlines could be slightly reduced, so that persons convicted for a fact from three years old can also in the future be prosecuted on the basis of the fact that data is stored in the databases.
On the other hand, we agree with the content of the present bill.
#53
Official text
Mijnheer de voorzitter, onderhavig belangrijk ontwerp, dat er ook dringend moest komen wegens Europese verplichtingen, is technisch van aard. Er heeft een hele bespreking plaatsgevonden in de commissie.
Er werden twee fundamentele bedenkingen gemaakt door de heer Giet, ook in de commissie.
Ten eerste, dat de minimumleeftijd wordt teruggebracht van 18 naar 16 jaar valt volgens mij te verantwoorden. Ook de uithandengeving kan vanaf die leeftijd. Er is wel begeleiding noodzakelijk, alsook het akkoord van de begeleidende persoon en desgevallend ook de ouders. Dat is besproken.
Er is een tweede problematiek, waarover wij elkaar volgens mij altijd een beetje verkeerd begrijpen. Het gaat over de mogelijkheid die de procureur heeft om DNA-staal te nemen wanneer er vergelijkbare zaken zijn. Ik verontschuldig mij ervoor dat ik het in het Nederlands uitleg gelet op de techniciteit.
De kwestie is de volgende. Wanneer er in bepaalde delicten geen DNA-sporen in het dossier zelf te vinden zijn, maar er een vermoeden bestaat dat een betrokkene ook in gelijkaardige dossiers betrokken geweest is – neem het voorbeeld van een serieverkrachter –, dan moet het DNA-staal worden afgenomen, want het is mogelijk dat voor die persoon, van wie in dat dossier geen DNA-staal genomen kan worden, een verband gelegd kan worden met andere, gelijkaardige feiten, waarvan vermoed kan worden dat ze door dezelfde dader zouden kunnen zijn gepleegd. In dat geval kan de DNA-afname toch gebeuren, precies om de band te maken met andere dossiers, waardoor een reeks dossiers opgelost kan worden.
Translated text
Mr. Speaker, the present important draft, which also had to be made urgently due to European obligations, is of a technical nature. There was a whole discussion in the committee.
Two fundamental concerns were raised by Mr. Giet, also in the committee.
First, the reduction of the minimum age from 18 to 16 years is in my opinion justifiable. It can also be used from that age. However, accompaniment is necessary, as well as the consent of the accompanying person and, if necessary, also the parents. This has been discussed.
There is a second problem, which I think we always misunderstand each other a bit. It is about the possibility that the prosecutor has to take DNA steel when there are similar cases. I apologize for the Dutch explanation in regard to the technique.
The question is the following. If in certain crimes there are no DNA traces in the file itself, but there is a suspicion that a person concerned has also been involved in similar files – take the example of a serial rapist – then the DNA steel must be removed, because it is possible that for that person, from whom DNA steel can not be taken in that file, a link can be made to other, similar facts, which can be suspected to have been committed by the same perpetrator. In that case, the DNA extraction can still happen, precisely to make the link with other dossiers, which allows a series of dossiers to be solved.
#54
Official text
Dat is de betekenis van het verhaal. Het gebeurt dus niet lukraak of zomaar. Er moeten gelijkaardige dossiers zijn. Op grond van de tekst krijgt men de mogelijkheid om in gelijkaardige dossiers – het gebeurt in dezelfde streek; er is sprake van een bepaald gedrag of een patroon - DNA van iemand te vragen met het oog op een mogelijk verband met andere gelijkaardige dossiers.
Het punt werd in de commissie toegelicht. Het staat ook zo in het verslag. Dus ik denk dat er voldoende garanties zijn, zodat we ervan kunnen uitgaan dat onderhavige wetgeving geen deuren openzet voor nieuwe, zeer gevaarlijke praktijken.
Ik denk dat wij binnen de limieten van de huidige wetgeving zijn gebleven. Ik denk dat het een goed ontwerp is, dat best zo snel mogelijk wordt goedgekeurd.
Translated text
That is the meaning of the story. It does not happen randomly or simply. There should be similar files. Based on the text one gets the possibility to ask in similar files – it happens in the same region; there is a certain behavior or a pattern – DNA of someone with a view to a possible connection with other similar files.
This was explained in the committee. This is also stated in the report. So I think there are sufficient safeguards to assume that the current legislation does not open doors to new, very dangerous practices.
We remain within the limits of current legislation. I think it is a good design, which will be approved as soon as possible.
#55
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie pour vos explications.
Je note qu'en ce qui concerne le paragraphe 1ᵉʳ, l'exigence existe, sinon dans le texte au moins dans l'intention, que des dossiers soient ouverts et mis à l'information pour permettre de parler de faits similaires.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, thank you for your explanations.
I note that with regard to paragraph 1, the requirement exists, if not in the text at least in the intention, that files be opened and put to information to allow talking about similar facts.
#56
Official text
Étant donné l'absence du rapporteur, M. Peter Dedecker, je renvoie à son rapport écrit.
Translated text
In the absence of the speaker, Mr. Peter Dedecker, I refer to his written report.
#57
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, comme vous le savez, les agriculteurs ont subi, au printemps dernier, tour à tour les effets de la sécheresse – c'est un peu moins le cas, aujourd'hui, vous en conviendrez – et les retombées économiques désastreuses dues à la fausse alerte liée à la propagation de la bactérie Escherichia coli. En effet, vous vous rappelez certainement qu'on a accusé injustement un certain type de produits d'être à la base de cette épidémie.
La détresse que connaissent les agriculteurs est d'autant plus perceptible que cette nouvelle crise fait suite à la crise mondiale qui pèse fortement sur les prix internationaux depuis 2009.
Face à cette situation exceptionnelle, nous avons pris les devants et déposé une proposition de loi visant à venir en aide aux agriculteurs.
Lors de la crise du secteur laitier et des diverses difficultés rencontrées dans le secteur porcin, le gouvernement avait décidé, dans le cadre de sa loi-programme du 23 décembre 2009, de prendre des mesures spécifiques en vue de soutenir les agriculteurs. Ces mesures consistaient en une diminution de la fiscalité sur les mesures de soutien européennes. Il s'agissait plus précisément de la réduction de 16,5 à 12,5 % du taux de taxation sur les droits de paiement unique (DPU) et sur les primes vaches allaitantes. Il s'agissait aussi d'une défiscalisation totale de l'aide aux investissements pour les personnes physiques et d'une défiscalisation à 5 % des aides aux investissements à l'impôt des sociétés. Ce dispositif était prévu pour une durée de trois ans, à savoir sur les exercices 2009, 2010 et 2011.
Nous proposons aujourd'hui de prolonger de deux ans ces mesures pour les rendre applicables aux exercices d'imposition 2012 et 2013.
Les gouvernements régionaux ont, de temps à autre, appelé le gouvernement fédéral à prendre un certain nombre de mesures.
Pour l'heure, nous ne nous contentons pas de parler. Nous agissons. Nous pouvons nous réjouir du large soutien des formations politiques à cette proposition qui a permis une adoption rapide du texte en commission en réponse au caractère urgent et exceptionnel de la situation du secteur agricole. Et je suis heureux que les agriculteurs puissent entamer, de manière sereine, la 77ᵉ édition de la Foire agricole de Libramont qui débutera vendredi.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, Mr. Colleagues, as you know, farmers suffered, last spring, turns after turns the effects of drought – a little less the case, today you will agree – and the disastrous economic consequences due to the false warning related to the spread of the bacterium Escherichia coli. Indeed, you ⁇ remember that a certain type of product was unjustly accused of being at the base of this epidemic.
The distress experienced by farmers is all the more noticeable as this new crisis follows the global crisis that has weighed heavily on international prices since 2009.
In the face of this exceptional situation, we took the lead and submitted a bill aimed at helping farmers.
In the wake of the crisis in the dairy sector and the various difficulties encountered in the pork sector, the government had decided, as part of its Programme Act of 23 December 2009, to take specific measures to support farmers. These measures consisted in reducing the tax on EU support measures. More specifically, it was the reduction from 16.5 to 12.5 percent of the tax rate on single payment entitlements (Single Payment Entitlements) and on breastfeeding cows premiums. It also included a total taxation of investment aid for natural persons and a taxation of 5% of investment aid on corporate tax. This arrangement was planned for a three-year period, namely for the 2009, 2010 and 2011 financial years.
We propose today to extend these measures by two years to make them applicable to the tax years 2012 and 2013.
Regional governments have, from time to time, called on the federal government to take a number of measures.
At the moment, we are not just talking. We are acting. We can welcome the broad support of the political formations to this proposal, which has enabled a quick adoption of the text in committees in response to the urgent and exceptional nature of the situation in the agricultural sector. And I am pleased that farmers can begin, serenely, the 77th edition of the Libramont Agricultural Fair, which will begin on Friday.
#58
Official text
Mijnheer de voorzitter, CD&V is verheugd over het voorstel dat door de collega’s werd ingediend. Het is belangrijk dat wij hebben besloten tot een verlenging van de maatregelen van de programmawet van 2009 voor twee jaar.
Heel wat landbouwbedrijven hebben het vandaag zeer moeilijk. Een jaar zou de lopende projecten slechts hebben kunnen ondersteunen. Een periode van twee jaar geeft de sector meer rechtszekerheid zodat betrokkenen initiatieven kunnen nemen voor volgend jaar, zeker wat de investeringssteun betreft.
De tweede en de derde maatregel beogen ook een verlaging van de fiscale maatregelen van 16,5 naar 12 % in de personenbelasting. Dat geeft extra ondersteuning in momenten waar het zeer moeilijk gaat. De sector staat tegenwoordig enorm onder druk, ook van de internationale markten.
Dit kan een ondersteuning zijn. Het zal hen niet helpen, maar het betekent dat er in het federaal Parlement politieke partijen zijn die het goed menen met de sector en die van oordeel zijn dat de Belgische land- en tuinbouw moet kunnen overleven, al komen er deze namiddag nog resoluties aan bod die misschien het tegendeel bewijzen.
Translated text
Mr. Speaker, CD&V welcomes the proposal submitted by the colleagues. It is important that we have decided to extend the measures of the 2009 Programme Act for two years.
Many agricultural companies are very difficult today. One year could only have supported the ongoing projects. A two-year period will provide the sector with greater legal certainty so that stakeholders can take initiatives for the next year, ⁇ with regard to investment aid.
The second and third measures also aim to reduce the tax measures from 16,5 to 12 % in the personal tax. This provides additional support in moments when it is very difficult. The industry is now under great pressure, including from the international markets.
This can be a support. It will not help them, but it means that there are political parties in the federal Parliament that agree with the sector and believe that Belgian agriculture and horticulture should be able to survive, although there are still resolutions this afternoon that may prove the opposite.
#59
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, les coups durs s'accumulent pour les agriculteurs. Preuve des effets de la sécheresse de cette année, les agriculteurs ont sollicité l'organisation des Commissions de constat des dégâts aux cultures dans 156 communes, rien qu'en Région wallonne. Certains collègues néerlandophones connaissent peut-être les chiffres pour la Région flamande.
L'impact de la sécheresse sur les rendements des cultures et des prairies est établi. Son ampleur dépendra simplement de la durée de la période de sécheresse. Même s'il pleut maintenant depuis plus de dix jours, certains champs sont encore très affectés par la sécheresse. La difficulté la plus criante n'est pas visible actuellement mais elle interviendra directement en hiver, puisque les réserves d'aliments qui devaient s'accumuler ce printemps pour l'hiver ne sont pas là! Certains l'ont déjà dit: cela induira une pression importante sur les prix des fourrages et de la paille, malgré toute une série de mesures prises au niveau régional.
Cette situation exceptionnelle a des répercussions sur les rendements agricoles, que ce soit au niveau des prairies ou des fourrages, mais aussi sur les revenus générés par les cultures, sur les producteurs de lait qui sont encore fragilisés par la crise de 2009 et sur les producteurs de viande bovine qui subissent également une pression des prix à la baisse.
Pour cette raison, il était fondamental de soutenir les agriculteurs de façon claire et de poursuivre les mesures fiscales de 2009 qui n'avaient plus cours. Elles ont fait leurs preuves pour venir en soutien des agriculteurs et pour mesurer pleinement leurs difficultés.
Les ministres régionaux ont lancé un appel en ce sens. Cet appel trouve ici sa concrétisation. C'était particulièrement important à nos yeux. Je remercie l'ensemble des groupes qui se sont joints positivement à cette proposition.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, etc. Proof of the effects of this year’s drought, farmers requested the organization of Commissions for the assessment of damage to crops in 156 municipalities, only in the Walloon Region. Some Dutch-speaking colleagues may know the figures for the Flemish Region.
The impact of drought on the yield of crops and grasslands is established. Its magnitude will simply depend on the duration of the drought period. Even though it has been raining for more than ten days now, some fields are still heavily affected by drought. The most striking difficulty is not visible at the moment, but it will intervene directly in the winter, since the food reserves that were supposed to accumulate this spring for the winter are not there! Some have already said that this will create significant pressure on feed and straw prices, despite a series of measures taken at the regional level.
This exceptional situation has impacts on agricultural yields, whether at the level of prairies or feedgroups, but also on the income generated by crops, on dairy producers who are still weakened by the crisis of 2009 and on bovine meat producers who are also subject to a downward price pressure.
For this reason, it was crucial to support farmers in a clear way and to continue the 2009 tax measures that were no longer in place. They have demonstrated to come in support of farmers and to fully measure their difficulties.
The regional ministers have made a call in this regard. This call finds its realization here. This was ⁇ important to us. I would like to thank all the groups that have joined this proposal positively.
#60
Official text
Monsieur le président, je précise que le gouvernement se réjouit du vote de cette mesure, en particulier la ministre de l'Agriculture et le ministre des Finances. Ils sont très heureux que le Parlement saisisse l'opportunité de prolonger les mesures de la loi-programme.
Translated text
The Government welcomes the vote of this measure, in particular the Minister of Agriculture and the Minister of Finance. They are very pleased that Parliament seeks the opportunity to extend the measures of the program law.
#61
Official text
M. Renaat Landuyt, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Translated text
by Mr. Renaat Landuyt, rapporteur, refers to his written report.
#62
Official text
Mijnheer de voorzitter, de wet van 6 april 2010 met betrekking tot deugdelijk bestuur in beursgenoteerde bedrijven en overheidsbedrijven voert een regeling in inzake variabele verloning en vertrekvergoedingen voor het topmanagement van de overheidsbedrijven. In de overeenkomsten moet worden opgenomen dat bestuurders en directie afwijkingen kunnen toestaan, maar dit moet goedgekeurd worden door de algemene vergadering.
Door een anomalie in de wet waren drie spoorbedrijven hiervan uitgesloten, namelijk de NMBS-Holding, Infrabel en de NMBS. Voor die drie spoorondernemingen werd in het voorliggend wetsvoorstel een regeling voorgesteld die afwijkt van de geldende normen inzake overheidsbedrijven. Voor de andere overheidsbedrijven is ook de bevoegde minister betrokken in de procedure voor mogelijke afwijkingen in de renumeratie. Door dit wetsvoorstel wordt dit rechtgezet en worden de anomalieën weggewerkt.
Translated text
The Act of 6 April 2010 concerning good governance in publicly listed companies and public companies introduces a system on variable remuneration and departure fees for the top management of public companies. The agreements should include that directors and management can allow derogations, but this must be approved by the general meeting.
Due to an anomaly in the law, three railway companies were excluded from this, namely the NMBS-Holding, Infrabel and the NMBS. For these three railway undertakings, in the present bill a regulation was proposed that deviates from the existing standards on public undertakings. For the other public companies, the competent minister is also involved in the procedure for possible deviations in the renumeration. This bill will correct this and eliminate the anomalies.
#63
Official text
Monsieur le président, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, la gouvernance d'entreprise est l'organisation du pouvoir au sein d'une société en vue d'un meilleur équilibre entre les instances de direction, de contrôle et les actionnaires. Il s'agit d'un élément essentiel au bon fonctionnement de l'économie.
Dans chaque entreprise, publique ou société privée, il existe un grand nombre de parties intervenantes. La gouvernance d'entreprise permet d'activer des mécanismes de contrôle et d'équilibre, afin de garantir que les décisions prises par la société respectent les intérêts de chacune de ces parties. Il s'agit de mettre en place des mécanismes de contre-pouvoir pour éviter que certains groupes d'individus ne servent leur intérêt particulier au détriment de l'intérêt de la société.
Évidemment, la crise financière n'avait pas manqué de faire surgir la question de la corporate governance, cette crise qui a démontré de cruels manquements: des mécanismes de bonne gouvernance n'ont clairement pas été appliqués par les entreprises concernées. Je pense notamment à Fortis et à Dexia.
Le 6 avril 2010, alors que même cette assemblée votait une loi améliorant la gouvernance d'entreprise, mon groupe soutenait la nécessité d'aller plus loin, que la loi n'était qu'un premier pas dans la bonne direction. Cette loi permettait, en effet, une grande avancée urgente et nécessaire.
Cependant, malgré des mois de pourparlers au sein de ce parlement, divisé entre les défenseurs du code de bonne gouvernance et ceux qui, comme nous, veulent légiférer, une erreur s'est glissée dans le texte de loi, raison pour laquelle la proposition qui nous occupe ce matin est importante. Nous corrigeons cette erreur et rétablissons l'équilibre pour l'ensemble des entreprises publiques.
Néanmoins, la proposition de loi ne transposait pas identiquement le texte de loi. Un amendement a donc été déposé afin que toutes les entreprises publiques soient sur un pied d'égalité. Mon groupe soutient bien évidemment ce texte et est signataire, par ailleurs, de l'amendement.
Inutile de vous rappeler que la matière de bonne gouvernance de l'entreprise est une priorité absolue pour le PS. Il faut s'inscrire dans le prolongement de deux objectifs, à savoir la transparence et la gouvernance intelligente. Nous estimons capital de continuer à avancer. Nous l'avions dit à l'époque du projet de loi: il ne faut pas s'arrêter là. Nous sommes notamment en faveur d'un durcissement de la politique de rémunération dans les entreprises tant publiques que cotées en bourse.
Pour mon groupe, la seule manière d'avancer est de légiférer. Nous ne croyons pas au seul code de corporate governance qui, comme le disait en commission il y a une semaine le syndicat libéral, est un outil de marketing. Alors légiférons, continuons d'introduire de l'objectivité et de la décence dans les rémunérations de certains dirigeants. Aujourd'hui, nous avançons dans les entreprises publiques, la semaine dernière c'était en matière de rémunérations des administrateurs non exécutifs. Mais un autre débat a commencé en commission du Droit commercial sur les rémunérations de tous les administrateurs, des sociétés cotées comme des entreprises publiques. Ces dernières doivent montrer l'exemple.
Nous ne pouvons accepter que certains gagnent des millions, que leurs rémunérations dépassent tout entendement, toute réalité économique, d'autant plus lorsqu'il s'agit d'argent public, pendant que les travailleurs craignent pour l'avenir de leur emploi: c'est inacceptable! Les écarts salariaux se creusent, les rémunérations s'envolent. La crise financière nous a montré notamment à quel point le secteur bancaire était déconnecté de l'économie réelle. Elle a aussi mis en lumière les salaires de ses dirigeants qui étaient déconnectés de toute réalité économique et de la réalité de la politique salariale mise en œuvre dans leur entreprise.
Au PS, nous voulons limiter les rémunérations des dirigeants des entreprises publiques; nous voulons publier les écarts salariaux au sein des sociétés cotées et publiques; nous voulons limiter et taxer les rémunérations variables ou encore lier le salaire variable des dirigeants d'entreprises publiques autonomes à l'accomplissement d'objectifs qualitatifs en matière de missions de service public. Il est urgent que nous avancions dans ce débat et que les patrons retrouvent un peu de décence face aux travailleurs et à la société.
Translated text
Corporate governance is the organization of power within a society with a view to a better balance between management, control and shareholders. This is an essential element for the proper functioning of the economy.
In every company, public or private, there are a large number of stakeholders. Corporate governance enables mechanisms of control and balance to be activated, in order to ensure that the decisions taken by the company respect the interests of each of these parties. It is about setting up counter-power mechanisms to prevent certain groups of individuals from serving their particular interests at the expense of the interests of society.
Obviously, the financial crisis did not fail to raise the issue of corporate governance, this crisis that has demonstrated cruel failures: mechanisms of good governance have clearly not been applied by the companies concerned. I think of Fortis and Dexia.
On April 6, 2010, while even this assembly voted a law improving corporate governance, my group supported the need to go further, that the law was only a first step in the right direction. This law enabled, indeed, a great urgent and necessary advance.
However, despite months of negotiations within this parliament, divided between the defenders of the code of good governance and those who, like us, want to legislate, an error has slipped into the text of the law, which is why the proposal that occupies us this morning is important. We are correcting this mistake and restoring the balance for all public enterprises.
However, the bill did not transpose the text of the law identically. Therefore, an amendment was submitted so that all public enterprises are on an equal footing. My group, of course, supports this text and is also a signer of the amendment.
It is unnecessary to remember that the matter of good corporate governance is an absolute priority for the PS. There are two main objectives: transparency and smart governance. We consider it important to continue to move forward. We said it at the time of the bill: we must not stop there. In particular, we are in favor of a tightening of the remuneration policy in both public and publicly listed companies.
For my group, the only way to move forward is to legislate. We do not believe in the only code of corporate governance that, as the liberal trade union said in commission a week ago, is a marketing tool. So let us legislate, let us continue to introduce objectivity and decency in the remuneration of certain leaders. Today, we are moving forward in public companies, last week it was in terms of remuneration of non-executive managers. But another debate began in the Commercial Law Committee on the remuneration of all directors, companies listed as public companies. The latter must be the example.
We cannot accept that some earn millions, that their wages outweigh any understanding, any economic reality, especially when it comes to public money, while workers fear for the future of their jobs: this is unacceptable! Wage differences are growing, wages are flying. The financial crisis has demonstrated to what extent the banking sector is disconnected from the real economy. It also highlighted the salaries of its executives who were disconnected from any economic reality and the reality of the wage policy implemented in their company.
At the PS, we want to limit the remuneration of executives of public enterprises; we want to publish the wage differences within listed and public companies; we want to limit and tax variable remuneration or link the variable salary of executives of autonomous public enterprises to the fulfillment of qualitative objectives in the field of public service tasks. It is urgent that we move forward in this debate and that the bosses regain some decency towards the workers and society.
#64
Official text
Avant de donner la parole à Mme Dierick, je voudrais dire que lors de la séance de la semaine dernière, M. le secrétaire d'État Wathelet m'avait fait savoir qu'il souhaitait voir repoussée un peu plus loin dans notre ordre du jour la proposition de loi de Mmes Lanjri, Becq, Dierick, Fonck et Delacroix concernant l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers en ce qui concerne l'interdiction de détention, étant entendu que M. Wathelet est retenu par une réunion au JAI.
Je propose donc de déplacer le point 4 de notre ordre du jour et je suggère à chaque groupe de prévenir ses intervenants, notamment Mme Genot qui est rapporteur, pour leur dire que cette proposition de loi sera plutôt abordée en fin d'après-midi ou en début de soirée. Il est préférable que le ministre soit là mais la réunion du JAI est un impératif auquel il ne peut pas se soustraire.
Translated text
Before giving the floor to Ms. Dierick, I would like to say that at last week’s session, Mr. Dierick The Secretary of State Wathelet had informed me that he would like to see the bill proposed by Lanjri, Becq, Dierick, Fonck and Delacroix regarding the access to the territory, the stay, the establishment and the removal of foreigners in relation to the prohibition of detention rejected a little further in our agenda, being understood that Mr. Wathelet, the Secretary of State of the United States of America, and the Secretary of State of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States of the United States. Wathelet is held by a meeting at the JAI.
I therefore propose to move point 4 of our agenda and I suggest that each group warn its speakers, in particular Ms. Genot, who is the rapporteur, to tell them that this bill will be discussed at the end of the afternoon or at the beginning of the evening. It is better for the minister to be there, but the meeting of the JAI is an imperative from which he cannot escape.
#65
Official text
Si tout le monde est d'accord, il en sera ainsi. (Assentiment)
Translated text
If all the world is in agreement, it and will be so. (The Assentiment)
#66
Official text
Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, ik dank in eerste instantie de rapporteur voor het bondige verslag.
Over het wetsvoorstel was er inderdaad meteen eensgezindheid in de commissie want elke fractie kon zich meteen vinden in de doelstelling van dit voorstel. De doelstelling is immers om de bepaling met betrekking tot de variabele vergoeding, de aandelen, de aandelenopties en de vertrekvergoedingen die al opgenomen zijn in de wet inzake deugdelijk bestuur, ook van toepassing te maken op de bestuurders van de drie spoorbedrijven. Dat was initieel de bedoeling maar door een anomalie in de wet was dit nog niet geregeld. Vandaar dat dit nu wordt voorgelegd in dit wetsvoorstel.
Tegelijkertijd wordt er ook een verbetering of eigenlijk een verstrenging voorgesteld in de wet inzake deugdelijk bestuur, namelijk in die zin dat voor de drie spoorbedrijven de bevoegdheid van de bevoegde minister wordt opgeheven om eventueel afwijkende bepalingen inzake de vertrekvergoeding goed te keuren. Dit geldt trouwens niet alleen voor de drie spoorbedrijven maar ook voor bpost en Belgocontrol.
Na goedkeuring van dit wetsvoorstel zal de wet ingaan op 1 januari 2012 met betrekking tot de regeling voor de variabele vergoeding, de aandelen en de uitoefening van aandelenopties. De bepalingen die betrekking hebben op de vertrekvergoeding zijn van toepassing op overeenkomsten die worden gesloten of verlengd vanaf de dag waarop deze wet in werking treedt.
Ik wil vooral de collega’s bedanken voor hun steun en hun bereidheid om donderdag na de plenaire vergadering nog een extra commissievergadering bijeen te roepen om dit nog te kunnen goedkeuren zodat dit nog voor het reces kan worden goedgekeurd.
Translated text
First of all, I would like to thank the rapporteur for the brief report.
Indeed, on the bill, there was immediately unanimousness in the committee because each group could immediately find themselves in the objective of this proposal. The objective is, in fact, to apply the provision relating to the variable remuneration, the shares, the stock options and the departure fees already included in the Good Governance Act also to the directors of the three railway undertakings. This was originally intended, but due to an anomaly in the law, this was not yet settled. That is why this is presented in this bill.
At the same time, there is also a improvement or actually a tightening proposed in the law on good administration, namely in the sense that for the three railway undertakings the competence of the competent minister to approve any deviating provisions on the departure fee is abolished. This applies not only to the three railway companies but also to bpost and Belgocontrol.
Following the approval of this bill, the law will enter into force on 1 January 2012 as regards the regime for the variable remuneration, the shares and the exercise of stock options. The provisions relating to the departure compensation shall apply to contracts concluded or renewed from the date of entry into force of this Act.
In particular, I would like to thank my colleagues for their support and their willingness to convene an additional committee meeting on Thursday after the plenary session in order to be able to approve it so that it can be approved before the recess.
#67
Official text
Le rapporteur, M. Goffin, n’étant pas présent, je renvoie à son rapport écrit.
Translated text
The rapporteur, Mr. Goffin, being not present, I refer to his written report.
#68
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, bpost is bevoegd voor enkele financiële postdiensten, te weten: de binnenlandse postwissel, de circulaire postcheque, de 679-rekeningen, de postassignaties en de storting op rekening van derden. Voor deze financiële postdiensten is bpost onderworpen aan de preventieve witwaswetgeving.
De toezichthoudende overheid van bpost is de minister van Overheidsbedrijven. Deze minister moet dus doeltreffende mechanismen ter controle van de naleving van de preventieve witwaswetgeving creëren. De N-VA heeft er, net als de indieners van het wetsvoorstel, alle begrip voor dat de minister deze taak moeilijk persoonlijk op zich kan nemen. De indieners stellen voor deze taak over te dragen aan de FOD Financiën.
Door de wijziging van het toezicht op de financiële sector is voortaan echter de Nationale Bank van België belast met het individueel prudentieel toezicht op de financiële instellingen. Het is dus de Nationale Bank van België die ten opzichte van die financiële instellingen doeltreffende mechanismen ter controle van de naleving van de preventieve witwaswetgeving instelt. Volgens ons is het logisch dat de Nationale Bank van België dezelfde controlemechanismen zou hanteren voor de financiële diensten van bpost.
Dat dit wetsvoorstel deze taak aan de FOD Financiën wil toevertrouwen, laat echter toe dat er andere controlemechanismen kunnen gelden voor de financiële postdiensten. Daarvoor bestaat geen enkele objectieve reden. Daarom zal onze fractie zich onthouden bij de stemming over dit wetsvoorstel.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, bpost is competent for some financial postal services, namely: the domestic postal exchange, the circular postal cheque, the 679 accounts, the postal assignments and the deposit on account of third parties. For these financial postal services, bpost is subject to the preventive money laundering legislation.
The supervisory authority of bpost is the Minister of Public Companies. This Minister must therefore establish effective mechanisms to monitor compliance with the preventive money laundering legislation. The N-VA, like the proposers of the bill, understands that the minister can hardly take this task personally. The applicants propose to transfer this task to the FOD Finance.
However, as a result of the change in the supervision of the financial sector, the National Bank of Belgium is now charged with the individual prudential supervision of the financial institutions. It is therefore the National Bank of Belgium that establishes effective mechanisms in relation to those financial institutions to monitor compliance with the preventive money laundering legislation. In our view, it is logical that the National Bank of Belgium would apply the same control mechanisms for bpost’s financial services.
However, the fact that this bill is intended to entrust this task to the FOD Finance allows other control mechanisms to apply to the financial postal services. There is no objective reason for this. Therefore, our group will abstain in the vote on this bill.
#69
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik heb afgesproken met mevrouw Déom inzake het uitbrengen van het verslag. Ik zal starten. Ik breng verslag uit namens de commissie voor de Justitie over de besprekingen die hebben plaatsvonden met betrekking tot het wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving wat de verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie betreft.
De commissie heeft het wetsvoorstel, dat de urgentie heeft bekomen in plenaire vergadering, besproken tijdens twee vergaderingen. Drie wetsvoorstellen van de heer Schoofs werden aan dit wetsvoorstel gekoppeld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om enkele van de aanbevelingen van de bijzondere commissie betreffende de behandeling van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie, inzonderheid binnen de Kerk, zoals geformuleerd in haar eindrapport van 31 maart 2011, om te zetten in een concreet wetgevend initiatief.
Het voorliggend wetsvoorstel is een gezamenlijk initiatief van de indieners en stelt zeven concrete wetswijzigingen voor, met name, ten eerste, de verlenging van de verjaringstermijn tot vijftien jaar voor ernstige seksuele misdrijven ten aanzien van personen jonger dan achttien jaar; ten tweede, de verplichting tot audiovisuele opnames in gevallen waarin de verhoorde minderjarige het slachtoffer dan wel getuige is geweest van misdrijven van seksuele aard; ten derde, een uitbreiding van het spreekrecht en een aanpassing van het beroepsgeheim; ten vierde, een uitbreiding van de strafbaarstelling van kinderpornografie; ten vijfde, de bepaling dat de magistraat, wanneer hij bij zaken van seksueel misbruik geen DNA-onderzoek laat uitvoeren, zijn beslissing met redenen dient te omkleden en het slachtoffer van deze redenen in kennis moet stellen; ten zesde, de bepaling dat de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank altijd mogelijk dient te zijn in geval van veroordeling wegens feiten van seksueel misbruik en dit ongeacht de aard van de straf, te weten een hoofdstraf of een bijkomende straf; ten zevende, de verlaging van de drempel om zich benadeelde persoon te stellen. Ik ga kort even in op de drie eerste punten. Zoals gezegd zal mevrouw Déom de volgende punten behandelen.
Ten eerste, de verjaringstermijn. Uit de hoorzittingen, gehouden in de bijzondere commissie Seksueel Misbruik, is gebleken dat slachtoffers vooraleer zij over seksueel misbruik kunnen praten, soms lange tijd nodig hebben. Een te lange verjaringstermijn kan evenwel soms aanleiding geven tot problemen inzake bewijsvoering. Er werd dan ook gekozen voor een verjaringstermijn van vijftien jaar omdat die al van toepassing is voor de niet-correctionaliseerbare misdaden. Dit is om een zekere samenhang te behouden aangaande de verjaringstermijnen in strafrechtelijke aangelegenheden.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I have agreed with Mrs. Deom on the presentation of the report. I will start. I am reporting on behalf of the Committee on Justice on the discussions that have taken place with regard to the bill amending the legislation as regards improving the approach to sexual abuse and pedophilia in an authority relationship.
The committee discussed the bill, which received the urgency in plenary session, during two sessions. Three bills of Mr. Schoofs were linked to this bill. The proposal aims to translate some of the recommendations of the special committee on the treatment of sexual abuse and acts of pedophilia within an authority relationship, in particular within the Church, as formulated in its final report of 31 March 2011, into a concrete legislative initiative.
The present legislative proposal is a joint initiative of the applicants and proposes seven concrete legislative amendments, in particular, first, the extension of the limitation period to fifteen years for serious sexual offences against persons under eighteen years; second, the obligation of audiovisual recordings in cases where the interrogated minor is the victim or witness of sexual offences; third, an extension of the right of speech and an adaptation of the professional secret; fourth, an extension of the penalization of child pornography; fifth, the provision that the magistrate, when in cases of sexual abuse he does not perform a personal DNA examination, should make his decision with seven grounds to dress up and the victim’s reason for obtaining this knowledge into a criminal penalty; sixth, it is necessary to establish the main misstatement of this case, in order to establish that it is always possible, in the case of criminal offence, to establish the basis of the criminal offence, in order to establish that it is possible, in the case of criminal offence. I will briefly address the first three points. As mentioned, Ms. Deom will address the following points.
First, the limitation period. The hearings, held in the Special Committee on Sexual Abuse, showed that victims sometimes need a long time before they can talk about sexual abuse. However, too long limitation periods can sometimes lead to evidence problems. Therefore, a prescription period of fifteen years was chosen because it already applies to the non-correctionalizable crimes. This is to maintain a certain consistency with regard to the limitation periods in criminal matters.
#70
Official text
Ten tweede beoogt het wetsvoorstel nieuwe, nadere regels voor de audiovisuele opname van het verhoor van minderjarigen of kwetsbare personen in de artikels 92 en 95 van het Wetboek van strafvordering. Het wetsvoorstel strekt ertoe de opnames te veralgemenen en ze wettelijk verplicht te maken. Enerzijds voorziet het voorstel in een ambtshalve opname indien het gaat om het verhoor van een minderjarige die zelf het slachtoffer dan wel getuige is geweest van bepaalde misdrijven. In die gevallen ervaart het slachtoffer de feiten als des te pijnlijker en meer choquerend. In die gevallen wordt met de audiovisuele opname voorkomen dat zij een tweede verhoor zouden dienen te ondergaan.
Anderzijds voorziet het wetsvoorstel in de mogelijkheid een audiovisuele opname van het verhoor te bevelen in geval het gaat om andere misdrijven die worden bedoeld in artikel 91bis van het Wetboek van strafvordering. In dit geval dienen er ernstige en uitzonderlijke omstandigheden voorhanden te zijn. Zo het gaat om een minderjarige jonger dan 12 jaar, wordt hij ingelicht. In geval het gaat om een minderjarige ouder dan 12 jaar is toestemming van de minderjarige vereist.
Tijdens de commissievergadering werd ook opgemerkt door de vertegenwoordigster van de minister dat de mogelijkheid om een verhoor niet op te nemen, moet behouden blijven. Zodoende werd een amendement ingediend dat daaraan tegemoetkomt en bepaalt dat een verhoor wordt opgenomen, “behalve wanneer de procureur des Konings of de onderzoeksrechter bij een met redenen omklede beslissing anders oordeelt rekening houdend met de omstandigheden eigen aan de zaak en in het belang van de minderjarige”.
Ten derde, het beroepsgeheim en de uitbreiding van het spreekrecht. Over dit hoofdstuk werd namelijk het langste gediscussieerd in de commissie voor de Justitie. Het wetsvoorstel beoogt een verruiming van het recht om het beroepsgeheim te doorbreken en wel in twee gevallen. Enerzijds gaat het om seksueel misbruik gepleegd op minderjarigen, dat ter kennis wordt gebracht van de houder van het beroepsgeheim door de dader of een derde. Anderzijds wordt de werkingssfeer verruimd tot alle potentiële slachtoffers en is ze niet langer beperkt tot de situaties waarin sprake is van een ernstig en dreigend gevaar voor de integriteit van de betrokkene.
Daarnaast bepaalt het voorstel dat iemand die geen gebruikmaakt van zijn recht om te informeren terwijl voldaan is aan de voorwaarden om van het beroepsgeheim af te wijken, zich schuldig kan maken aan het niet-naleven van bijstand aan een persoon in nood, zoals is bepaald in artikel 422bis van het Strafwetboek.
Het voorstel voorziet volgens de heer Landuyt dan ook in drie elementen: een opheffing van het beroepsgeheim, een spreekrecht en een schuldig verzuim.
Volgens de heer Terwingen is het ook steeds de bedoeling geweest om tot een uitbreiding van het meldingsrecht te komen. Aan artikel 422bis van het Strafwetboek wordt niet geraakt. De heer Terwingen is wel bezorgd dat ongewild door de constructie in de tekst een meldingsrecht wordt gecreëerd, dat met artikel 422bis eigenlijk een meldingsplicht wordt ingevoerd.
Translated text
Secondly, the bill aims at new, more detailed rules for the audiovisual recording of the interrogation of minors or vulnerable persons in Articles 92 and 95 of the Code of Criminal Procedure. The bill aims to generalize the recordings and make them legally mandatory. On the one hand, the proposal provides for an official registration in the case of the interrogation of a minor who himself is the victim or has witnessed certain crimes. In those cases, the victim perceives the facts as more painful and more shocking. In those cases, the audiovisual recording will prevent them from having to undergo a second hearing.
On the other hand, the bill provides for the possibility of ordering an audiovisual recording of the hearing in the case of other crimes referred to in Article 91bis of the Code of Criminal Procedure. In this case, there must be serious and exceptional circumstances. If it is a minor under the age of 12 years, he is notified. In the case of a minor over the age of 12 years, the consent of the minor is required.
During the committee meeting, the representative of the Minister also noted that the possibility of not including an interrogation should be ⁇ ined. Thus, an amendment was submitted in response to this and stipulates that an interrogation shall be included, “unless the Prosecutor of the King or the Investigative Judge, in a reasoned decision, considers otherwise, taking into account the circumstances of the case and in the interest of the minor”.
Third, professional secrecy and the extension of the right of speech. This chapter was the longest discussion in the Justice Committee. The bill aims to extend the right to breach the professional secret in two cases. On the one hand, it is sexual abuse committed against minors, which is notified to the holder of the professional secret by the perpetrator or a third party. On the other hand, the scope is extended to all potential victims and is no longer limited to situations where there is a serious and imminent threat to the integrity of the person concerned.
Furthermore, the proposal provides that any person who fails to exercise his right to inform while meeting the conditions for deviating from the professional secret may be guilty of failing to provide assistance to a person in need, as provided for in Article 422bis of the Criminal Code.
According to Mr Landuyt, the proposal therefore provides for three elements: an abolition of professional secrecy, a right of speech and a guilty omission.
According to Mr. Terwingen, it has always been the intention to come to an extension of the reporting right. Article 422bis of the Criminal Code is not affected. Mr Terwingen is concerned that the construction in the text unintentionally creates a right of notification, which is actually introduced by Article 422a an obligation of notification.
#71
Official text
Vervolgens wordt hierover een discussie gevoerd ter precisering van de tekst aan de hand van twee amendementen. Er is een amendement van mevrouw Becq en een amendement van mevrouw Van Cauter. Volgens mevrouw Becq wordt met haar amendement een evenwicht beoogd tussen het beroepsgeheim en de feiten. Wat het schuldig verzuim betreft, wordt in het amendement gepreciseerd dat deze bepaling van toepassing is, onverminderd artikel 422bis van het Strafwetboek. Tot dusver mocht het beroepsgeheim pas worden verbroken wanneer diegene die ertoe gehouden is, van de bewuste misdrijven op de hoogte werd gebracht door het slachtoffer zelf. Die voorwaarde wordt via het amendement verruimd. Het beroepsgeheim mag worden verbroken wanneer men door de daders of door derden van misdrijven in kennis wordt gesteld. Het beroepsgeheim mag worden doorbroken wanneer er een ernstig en evenwichtig risico bestaat dat nog andere minderjarigen of hier bedoelde kwetsbare personen het slachtoffer kunnen worden van de in artikelen vermelde misdrijven. Daarom stelt mevrouw Becq in haar amendement voor dat de hulpverlener moet beschikken over zwaarwichtige aanwijzingen dat er voor de fysieke en de psychische integriteit van andere minderjarigen of kwetsbare personen een ernstig en dreigend gevaar bestaat.
Mevrouw Becq vindt het belangrijk de thans in artikel 458bis van het Strafwetboek gebruikte terminologie, te weten “een ernstig en dreigend gevaar”, over te nemen en daar ter voorkoming van interpretatieproblemen aan toe te voegen dat sprake moet zijn van “een gewichtig en reëel risico”.
Mevrouw Van Cauter licht eveneens haar amendement nr. 22 toe. Zij herinnert de commissieleden eraan dat alle leden van de bijzondere commissie hebben beklemtoond dat het primordiaal is ook de potentiële slachtoffers te beschermen. Bijgevolg heeft de bijzondere commissie zich gebogen over een manier om het spreekrecht uit te breiden. De veldwerkers hebben de indieners terecht gewezen op een aantal technische onvolkomenheden die hoe dan ook moet worden gecorrigeerd. Een eerste opmerking sloeg op het feit dat de verruiming van het spreekrecht geen spreekplicht mag inhouden. Zij stelt dan ook voor die te preciseren. Voorts herinnert het lid eraan dat de bijzondere commissie akkoord ging om voor de potentiële slachtoffers te preciseren dat er sprake moet zijn van een gewichtig en reëel gevaar. Volgens de spreekster zou zich een probleem voordoen, mocht men zich scharen achter de suggestie van mevrouw Becq, die wenst dat wordt gepreciseerd dat er sprake moet zijn van zwaarwichtige aanwijzingen van een ernstig en dreigend gevaar. Dit zou betekenen dat de hulpverlener eerst kennis moet hebben van de feiten en dan pas het beroepsgeheim mag verbreken. Mevrouw Van Cauter stelt dan ook voor de woorden “ernstige aanwijzingen” weg te laten en de woorden “een gewichtig en reëel gevaar” te behouden.
Mevrouw De Wit stelt vast dat iedereen het erover eens is dat het spreekrecht dient te worden verruimd. In verband met het amendement van mevrouw Becq vraagt zij zich af wat men moet verstaan onder het begrip “zwaarwichtige aanwijzingen”. In de praktijk zal het voor een onderzoeksrechter niet eenvoudig zijn om uit te maken of er sprake was van ernstige aanwijzingen.
Translated text
Subsequently, a discussion will be held to clarify the text through two amendments. There is an amendment by Ms Becq and an amendment by Ms Van Cauter. According to Mrs Becq, her amendment aims to balance between professional secrecy and facts. As regards the guilty omission, the amendment clarifies that this provision applies, without prejudice to Article 422bis of the Criminal Code. Until now, professional secrecy could only be breached when the person obliged to do so was informed of the deliberate crimes by the victim himself. This condition is extended through the amendment. The professional secrecy may be breached when the perpetrators or third parties are notified of crimes. The professional secrecy may be violated when there is a serious and balanced risk that other minors or vulnerable persons referred to herein may become victims of the crimes listed in the Articles. That is why Mrs Becq proposes in her amendment that the aid provider should have strong evidence that there is a serious and imminent danger to the physical and psychological integrity of other minors or vulnerable persons.
Mrs Becq considers it important to take on the terminology currently used in Article 458bis of the Criminal Code, namely “a serious and imminent danger”, adding, in order to avoid difficulties in interpretation, that there must be “a serious and real risk”.
Mr Van Cauter also submitted his amendment no. 22 to 22. It reminds the members of the committee that all members of the special committee have emphasized that the primary priority is to protect potential victims as well. Consequently, the special committee has decided on a way to extend the right of speech. The field workers correctly pointed out to the applicants a number of technical imperfections that should be corrected anyway. A first observation pointed to the fact that the extension of the right of speech should not involve an obligation of speech. He therefore proposes to clarify them. Furthermore, the member recalls that the special committee agreed to clarify to potential victims that there must be a serious and real danger. According to the speaker, a problem would arise if one ran behind the suggestion of Mrs Becq, who wants to be clarified that there must be significant indications of a serious and imminent danger. This would mean that the aid provider must first know the facts and only then can break the professional secret. Mrs Van Cauter therefore proposes to remove the words “serious indications” and to retain the words “a serious and real danger”.
Mrs De White notes that everyone agrees that the right to speak should be expanded. In connection with Mrs Becq’s amendment, she asks what should be understood by the term ‘important indications’. In practice, it will not be easy for an investigative judge to determine whether there were serious indications.
#72
Official text
Is de ontworpen bepaling niet in tegenspraak met artikel 422bis dat niet in aanwijzingen voorziet en dat op alle mensen toepasselijk is, ongeacht of zij al dan niet houder van een beroepsgeheim zijn?
De heer Van Hecke repliceert dat de commissie maar beter bij de initiële tekst van het wetsvoorstel blijft. Hij zal het amendement van mevrouw Becq daarom niet steunen.
De heer Van Hecke wijst erop dat de spreekplicht nooit een haalbare kaart is geweest. Het voorliggend wetsvoorstel voert de spreekplicht ook niet in. De aanbevelingen van de bijzondere commissie hebben tot een evenwichtige oplossing geleid.
Tot slot stelt de vertegenwoordigster van de minister nog dat er een verschil bestaat tussen de woorden “gevaar” en “risico”. Een toezichthouder uit een instelling die zich in de kamer van een minderjarige bevindt, kan bijvoorbeeld een gevaar zijn. Het volstaat daarentegen dat hij in een instelling met minderjarigen werkt, om een risico te vormen.
De artikelen 422bis en 458bis hebben niet exact hetzelfde voorwerp. Iemand die door het beroepsgeheim is gebonden, moet helpen bij groot gevaar. Helpen kan echter op verschillende manieren en met gradaties gebeuren. Het beroepsgeheim beschermt dan ook de volledige samenleving en niet enkel de slachtoffers.
Aldus kwam de commissie tot een finale tekst. Het geamendeerde artikel werd dan ook met eenparigheid van stemmen aangenomen.
Mevrouw Déom zal nu het vervolg van het verslag naar voren brengen.
Translated text
Is the proposed provision not contrary to Article 422a, which does not provide for instructions and which applies to all persons, regardless of whether or not they are holders of a professional secret?
Mr. Van Hecke replicates that the committee is better to stay with the initial text of the bill. He will therefore not support Mrs Becq’s amendment.
Mr. Van Hecke points out that the duty to speak has never been a viable card. The present bill also does not impose the obligation to speak. The recommendations of the special committee have led to a balanced solution.
Finally, the Minister’s representative also states that there is a difference between the words “danger” and “risk”. For example, a supervisor from an institution that is in the room of a minor can be a danger. On the other hand, it is sufficient that he works in an institution with minors, in order to constitute a risk.
Articles 422bis and 458bis do not have exactly the same subject matter. Someone bound by professional secrecy must help in great danger. However, help can be done in different ways and with grades. Professional secrecy protects the whole society and not only the victims.
Thus, the committee reached a final text. The amended article was adopted unanimously.
Ms. Deom will now present the continuation of the report.
#73
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la partie du rapport que je vais exposer porte sur les articles 7 à 12.
Je voudrais toutefois brièvement revenir sur l'article 6 qui vient d'être exposé par Mme Van Vaerenbergh, relatif au secret professionnel. Je le fais car une erreur s'est glissée dans la traduction française. Il est donc plus facile que ce soit moi qui rectifie cette erreur. Il faut préciser qu'il importe de parler de "danger" sérieux et réel et non pas de "risque" et ce, dans l'article 458bis du Code pénal tel que modifié par le travail réalisé en commission.
En ce qui concerne l'article 7 qui vise l'extension du champ de l'incrimination de la pédopornographie, Mme Sophie De Wit explique que la modification vise à mettre fin à un problème d'interprétation de la législation existante. L'article actuel parle de possession de matériel pédopornographique. La question se pose donc de l'équivalence de ce terme avec la notion de consultation. Les termes "y accéder" permettent d'apporter la précision requise.
Mme Lalieux et M. Giet déposent un amendement tendant à préciser qu'il doit s'agir d'un accès volontaire à un site pornographique. La représentante du ministre souligne que la Cour de cassation interprète déjà l'article de cette manière et qu'elle parle d'accès en connaissance de cause.
Un nouvel amendement est dès lors déposé pour reprendre cette terminologie. L'amendement et l'article modifié sont adoptés à l'unanimité.
J'en viens aux articles 8 et 9 relatifs aux sets d'agression sexuelle et à l'exploitation des informations recueillies, notamment des données ADN. Ce texte est à lire en parallèle avec le projet de loi modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d'identification par analyse ADN en matière pénale, texte dont on vient de débattre et qui sera soumis au vote demain. Il fallait donc qu'il y ait concordance entre les dispositions prévues dans la proposition de loi dont nous débattons maintenant et dans le projet que je viens de citer. Dans ce contexte, Mme Sophie De Wit et consorts présentent des amendements pour assurer cette concordance.
Translated text
The part of the report I am going to present is about Articles 7 to 12.
However, I would like to briefly return to Article 6, which has just been exposed by Ms. Van Vaerenbergh, relating to professional secrecy. I did this because there was an error in the French translation. It is easier for me to correct this mistake. It should be clarified that it is important to speak of serious and real "danger" and not "risk" and that, in article 458bis of the Criminal Code as amended by the work carried out in commission.
Regarding Article 7, which aims to extend the scope of the incrimination of child pornography, Sophie De Wit explains that the amendment aims to end a problem of interpretation of existing legislation. The current article speaks of possession of child pornographic material. The question therefore arises of the equivalence of this term with the notion of consultation. The terms “access” allow to provide the required precision.
Mrs. Lilly and Mr. Giet submit an amendment to clarify that it must be a voluntary access to a pornographic site. The Minister’s representative stresses that the Court of Cassation already interprets the article in this way and that it speaks of knowledgeable access.
A new amendment is therefore submitted to reintroduce this terminology. The amendment and the amended article are adopted unanimously.
I come back to Articles 8 and 9 relating to sexual assault sets and the exploitation of the information collected, including DNA data. This text is to be read in parallel with the draft law amending the Code of Criminal Investigation and the law of 22 March 1999 concerning the procedure for identification by DNA analysis in criminal matters, text of which we have just discussed and which will be submitted to vote tomorrow. There must therefore be a concordance between the provisions provided for in the bill we are discussing now and in the bill I have just cited. In this context, Sophie De Wit et consorts submit amendments to ensure this consistency.
#74
Official text
Ces amendements et les articles modifiés sont adoptés à l'unanimité.
L'article 10 a trait à l'extension de la mise à disposition du tribunal d'application des peines.
M. Stefaan Van Hecke explique que cet article vise à corriger une anomalie de la législation. La mise à disposition est, en effet, imposée pour la peine la plus lourde prononcée. Cet article permet toujours la mise à disposition en cas de condamnation pour abus sexuel. Il ajoute que l'article 34quater du Code pénal qui entrera en vigueur le 1ᵉʳ janvier 2012 utilise le terme de "peine principale". Or, la mise à disposition ne doit pas tenir compte du fait qu'il s'agit d'une peine principale ou d'une peine accessoire. La représentante du ministre recommande de modifier la formulation proposée. Elle suggère d'adapter le texte de l'article 34quater du Code pénal de manière à ce que la mise à disposition puisse toujours être prononcée en cas de concours d'infractions. Mme De Wit et consorts présentent donc un amendement en vue de corriger le texte en ce sens. L'amendement est adopté à l'unanimité et l'article modifié est adopté par 15 voix pour et une abstention.
L'article 11 est relatif à la déclaration de personne lésée qui vise à simplifier les formalités de dépôt de déclaration d'une personne lésée.
Mme Lalieux et consorts déposent un amendement visant à insérer une nouvelle disposition afin de prévoir une information systématique sur la possibilité de se déclarer personne lésée et la remise du formulaire ad hoc lors du dépôt d'une plainte auprès d'un officier de police. Même si une circulaire du Collège des procureurs généraux prévoit déjà ces règles, il convient de les couler dans la loi. La collaboratrice du ministre propose, par ailleurs, une correction technique et la commission y souscrit. L'amendement est adopté par 15 voix pour et une abstention et l'article tel que modifié est également adopté par 15 voix pour et 1 abstention.
L'article 12 vise, quant à lui, l'entrée en vigueur. Un amendement technique est déposé par Mme Lalieux et consorts. L'amendement et l'article modifié sont adoptés à l'unanimité.
Enfin, l'ensemble de la proposition de loi ainsi corrigé et amendé est adopté par 15 voix pour et 1 abstention.
Pour le reste, je renvoie à mon rapport écrit, monsieur le président.
Translated text
These amendments and the amended articles shall be adopted unanimously.
Article 10 relates to the extension of the provision of the court for the execution of penalties.
by Mr. Stefaan Van Hecke explains that this article aims to correct an anomaly in legislation. Disposal is imposed for the heaviest sentence imposed. This article always allows the availability in case of conviction for sexual abuse. Article 34c of the Criminal Code, which will enter into force on 1 January 2012, uses the term "main punishment". However, the provision must not take into account whether it is a main punishment or an accessory punishment. The representative of the Minister recommends that the proposed wording be amended. It suggests adapting the text of Article 34quater of the Criminal Code in such a way that the making available can always be pronounced in the event of concourse of offences. Ms De Wit et consorts therefore submit an amendment in order to correct the text in this sense. The amendment is adopted unanimously and the amended article is adopted by 15 votes for and one abstention.
Article 11 relates to the declaration of a injured person, which aims to simplify the formalities for the filing of a declaration of a injured person.
Ms. Lalieux et consorts submit an amendment aimed at inserting a new provision to provide for systematic information on the possibility of declaring yourself injured and the submission of the ad hoc form when submitting a complaint to a police officer. Even if a circular of the College of General Prosecutors already provides for these rules, they should be included in the law. The Minister’s collaborator also proposes a technical correction and the Commission supports it. The amendment is adopted by 15 votes for and one abstention and the article as amended is also adopted by 15 votes for and 1 abstention.
Article 12 is intended for entry into force. A technical amendment is submitted by Ms. Lalieux et consorts. The amendment and the amended article are adopted unanimously.
Finally, the whole proposal of law thus corrected and amended is adopted by 15 votes for and 1 abstinence.
For the rest, I refer to my written report, Mr. Speaker.
#75
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, dit is een belangrijk wetsvoorstel. Ik zal niet nader ingaan op de inhoud ervan, die voldoende werd besproken door de rapporteurs.
Het is belangrijk dat wij eensgezind een politiek signaal geven aan de maatschappij, die zeer heeft meegeleefd met de vergaderingen van de bijzondere commissie. Drie maanden nadat de opvolgingscommissie werd opgericht, liggen er reeds wetsvoorstellen voor.
Translated text
This is an important bill. I will not go further into its content, which has been sufficiently discussed by the rapporteurs.
It is important that we unanimously send a political signal to society, which has been very sympathetic to the meetings of the special committee. Three months after the follow-up committee was established, legislative proposals are already in place.
#76
Official text
Mijnheer de voorzitter, dit zijn niet zomaar wetsvoorstellen, maar het zijn wetsvoorstellen die er wel degelijk toe doen. Getuige ervan is dat zij worden gesteund door alle fracties in dit Parlement. Zij vormen niet enkel een signaal, maar zij zijn het gevolg van goede en bewuste keuzes die wij hebben gemaakt in de verschillende elementen van dit ene wetsvoorstel, dat eigenlijk zeven wetsvoorstellen bundelt.
Ik zeg heel kort wat voor mijn fractie belangrijk is.
Ten eerste, de verjaringstermijn wordt verlengd. Uit de hoorzittingen van de bijzondere commissie is gebleken dat slachtoffers er steeds enige tijd over doen alvorens naar de rechtbank te kunnen stappen. Zij moeten daarvoor bepaalde drempels overwinnen. Het is dus een goede keuze om de verjaringstermijn te verlengen, al moet deze ook niet eindeloos worden verlengd, want zo’n dossier wordt hoe langer hoe moeilijker. De slachtoffers mogen niet denken dat zij nu alle tijd hebben; het moet duidelijk zijn dat zij wel degelijk zo snel mogelijk stappen moeten ondernemen. Dat is het signaal van de politiek ten aanzien van de slachtoffers en van de maatschappij.
Ten tweede, er is de set seksuele agressie. Daarover hebben de rapporteurs het al gehad. Die set bestond al langer, maar was blijkbaar niet goed gekend. Hij werd destijds al opgenomen in een ontwerp van minister Smet. Het is een goed systeem dat toeliet om onmiddellijk bepaalde vaststellingen te doen op het lichaam van het slachtoffer. De slachtoffers zagen destijds echter vaak dat daaraan geen verder gevolg werd gegeven; het DNA werd niet verder onderzocht. Het is goed dat de slachtoffers nu weten dat het gevonden DNA moet worden onderzocht, tenzij de procureur of de onderzoeksrechter er gemotiveerd van afwijkt.
Ten derde – en ook dit punt maakt duidelijk dat men in de commissie en in de bijzondere commissie steeds heeft gehandeld in het belang van het slachtoffer –, het slachtoffer wordt op de hoogte gehouden. Al lijkt het een formaliteit, de verklaring van de benadeelde persoon heeft nu als gevolg dat het slachtoffer op de hoogte wordt gehouden van de volledige strafrechtelijke procedure. Bovendien kan de verklaring van de benadeelde persoon nu gemakkelijker worden afgelegd. Zo wordt nu op een administratief eenvoudige manier ervoor gezorgd dat het slachtoffer concreet op de hoogte wordt gehouden van het strafrechtelijk onderzoek.
Ten vierde en ten laatste, wat de uitbreiding van het meldingsrecht betreft, worden de standpunten in het verslag correct weergegeven.
Translated text
These are not just legislative proposals, but they are legislative proposals that really matter. It is seen that they are supported by all the political groups in this Parliament. They are not just a signal, but they are the result of good and conscious choices that we have made in the various elements of this one bill, which actually brings together seven bills.
I will briefly explain what is important to my group.
First, the limitation period is extended. The hearings of the special committee have shown that victims often take some time before they can go to court. They must overcome certain thresholds. Therefore, it is a good choice to extend the limitation period, although it should not be extended indefinitely, because such a file becomes more and more difficult. The victims should not think that they now have all the time; it must be clear that they must indeed take action as soon as possible. This is the signal of the policy towards the victims and society.
Second, there is the set of sexual aggression. This has already been discussed by the rapporteurs. That set existed for a long time, but was apparently not well known. It was already included in a draft by Minister Smet. It is a good system that allows to immediately make certain determinations on the victim’s body. However, the victims at that time often saw that no further follow-up was given; the DNA was not further examined. It is good that the victims now know that the found DNA must be examined, unless the prosecutor or the investigation judge reasonably deviates from it.
Thirdly – and this point also makes it clear that in the committee and in the special committee it has always been acting in the victim’s interest – the victim is kept informed. Although it seems to be a formality, the injured person’s statement now results in the victim being kept informed of the entire criminal procedure. In addition, the declaration of the injured person can now be made easier. Thus, in an administratively simple way, it is now ensured that the victim is ⁇ informed of the criminal investigation.
Fourth and last, as regards the extension of the reporting right, the views in the report are correctly represented.
#77
Official text
Op maatschappelijk vlak is de discussie beginnen draaien om de invoering van een meldingsplicht. Ik wens te benadrukken dat dit niet de bedoeling is geweest van de commissie. Immers, zowel in de commissie als in de bijzondere commissie hebben wij goed gehoord dat precies de invoering van een meldingsplicht problematisch zou kunnen zijn voor de sector, omdat sommige slachtoffers dan misschien niet meer naar die sector zouden durven stappen. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Vandaar dat ik verwijs naar een artikel dat vandaag verscheen in De Standaard, waarin wordt benadrukt dat de medische dienstverleners, de zorgverstrekkers, helemaal geen angst moeten hebben voor dit wetsvoorstel. Er zou daar een bepaalde onrust heersen. Het lijkt alsof zij zich nu blind staren – zo staat het ook letterlijk in dat artikel – op de mogelijkheid dat zij vervolgd zouden worden op basis van artikel 422, waarin het gaat over het niet-melden of het schuldig verzuim. Artikel 422 stond in de oude wet en staat ook nu nog altijd in de wet. Schuldig verzuim is een juridische term die natuurlijk geldig blijft. De zorgverstrekkers moeten zich echter niet blind staren op het bestaan van dat gevaar. Integendeel, zij moeten goed besteffen dat het de bedoeling was van de commissie om bijkomende elementen en wapens aan te reiken, ook aan de hulpverleners, voor de strijd tegen seksueel misbruik van zwakkere personen en van minderjarigen. Dankzij die bijkomende wapens zullen zij gemakkelijker hun verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Zij moeten zich niet blind staren op het feit dat zij vervolgd kunnen worden, maar blij zijn dat zij op een flexibelere en meer uitgebreide wijze hun beroepsgeheim naast zich neer kunnen leggen, om zo ook slachtoffers te helpen spreken, eventueel te melden.
Volgens mij is dit een goede oplossing. De tekst, die uiteindelijk in consensus werd aanvaard, houdt wel degelijk die intentie in.
Translated text
At the social level, the discussion has begun to turn around the introduction of a reporting obligation. I would like to emphasize that this was not the intention of the Commission. After all, both in the committee and in the special committee we have heard well that the introduction of a reporting obligation could be problematic for the sector, because some victims might then no longer dare to step into that sector. That cannot be the intention.
Therefore, I refer to an article that appeared today in The Standard, which emphasizes that the medical service providers, the healthcare providers, should not be afraid at all of this bill. There would be some unrest there. It seems that they are now looking blindly – as it is also literally stated in that article – at the possibility that they would be prosecuted on the basis of Article 422, which relates to non-notification or guilty omission. Article 422 was in the old law and is still in the law. Guilty omission is a legal term that, of course, remains valid. However, healthcare providers should not blindly look at the existence of this danger. Rather, they must well understand that it was the intention of the committee to provide additional elements and weapons, including to the aid workers, for the fight against sexual abuse of weaker persons and of minors. These additional weapons will make it easier for them to assume their responsibilities. They should not be blind to the fact that they may be prosecuted, but should be pleased that they can give away their professional secrecy in a more flexible and comprehensive way, in order to help victims speak, if possible report.
I think this is a good solution. The text, which was eventually accepted in consensus, does indeed contain that intention.
#78
Official text
Monsieur le président, il faut souligner qu'au cours du travail accompli en commission du suivi des abus sexuels, malgré les difficultés et sensibilités techniques des uns et des autres, nous sommes parvenus à un accord global dans des matières extrêmement difficiles sur le plan technique, je le répète, mais aussi sur le plan du choix des mesures à mettre en avant dans un premier temps.
La commission Abus sexuels a clôturé ses travaux en mars dernier par 70 recommandations. Aujourd'hui, nous soumettons une proposition de loi, qui reprend "seulement", diront certains, certaines de ces recommandations. La raison fondamentale en est que nous avons voulu, immédiatement dans la foulée de nos constats et recommandations, choisir les propositions les plus intéressantes, les plus abouties, celles sur lesquelles nous avions déjà travaillé techniquement plus longtemps, plus profondément et qui avaient fait l'objet d'un consensus.
C'est la raison pour laquelle le document qui est sur les bancs fait état de six ou sept propositions, qui doivent répondre par une amélioration de la législation pénale à une meilleure approche de la problématique des abus sexuels vis-à-vis d'enfants mineurs et des faits de pédophilie dans une relation d'autorité.
Je ne peux manquer de souligner que la première proposition est une proposition-phare, une proposition importante, dégagée très rapidement de nos travaux et qui concerne l'allongement de la prescription pour les faits de mœurs et de pédophilie à l'égard d'enfants mineurs à une durée de 15 ans, celle qui est pratiquée pour les crimes non correctionnalisables, compte tenu du fait que les victimes, qui font l'objet de ces abus atroces, sont marqués pour toute leur vie dans leur chair et dans leur psychique et ont énormément de mal à libérer leur parole et à dire ce qu'il en a été de l'agression dont elles ont fait l'objet.
En ce qui concerne l'enregistrement audiovisuel, nous avons également voulu améliorer la législation pénale tout en gardant un équilibre par rapport aux facultés d'organisation des services de police et à la possibilité qu'ils ont aujourd'hui sur le territoire belge de pratiquer ces enregistrements audiovisuels à la demande.
On tient donc compte de cette situation pratique, mais on essaye d'encourager les magistrats qui interviennent dans ces affaires, à recourir le plus systématiquement possible, dans les meilleures conditions possibles à l'enregistrement audiovisuel des mineurs.
Translated text
Mr. Speaker, it must be emphasized that in the course of the work carried out in the Committee on the Monitoring of Sexual Abuse, despite the difficulties and technical sensitivities of each other, we have reached a comprehensive agreement on topics that are extremely difficult on the technical level, I repeat, but also in terms of the choice of measures to be put forward in the first place.
The Commission on Sexual Abuse concluded its work in March last year with 70 recommendations. Today, we are submitting a bill, which takes "only," some will say, some of these recommendations. The fundamental reason for this is that we wanted, immediately following our findings and recommendations, to choose the most interesting, most successful proposals, those on which we had already worked technically longer, more deeply and which had been the object of consensus.
This is why the document on the banks lists six or seven proposals, which should respond by improving criminal legislation to a better approach to the problem of sexual abuse of minors and pedophilia in an authority relationship.
I cannot fail to emphasize that the first proposal is a flagship proposal, an important proposal, which has been unleashed very quickly from our work and which concerns the extension of the prescription for the acts of morals and of pedophilia with regard to children under age to a duration of 15 years, the one that is practiced for the crimes not correctionalizable, given the fact that the victims, who are the subject of these atrocious abuses, are marked for the rest of their life in their flesh and in their psyche and have enormous difficulties to free their speech and to say what it has been of the aggression they have been the object of.
With regard to audiovisual recording, we also wanted to improve criminal legislation while ⁇ ining a balance between the organizational capabilities of the police services and the possibility that they now have on Belgian territory to practice these audiovisual recordings on demand.
This practical situation is therefore taken into account, but it is attempted to encourage the magistrates who intervene in these cases to resort as systematically as possible, in the best possible conditions, to the audiovisual recording of minors.
#79
Official text
Cela devrait éviter que ceux-ci aient à répéter lourdement, à plusieurs reprises, les faits et les circonstances dans lesquelles les faits dont ils ont fait l'objet ont été commis.
En ce qui concerne le secret professionnel, la discussion a été très épineuse; et je tourne la tête vers Carina Van Cauter: elle fut la cheville ouvrière du point final de nos réflexions à ce sujet.
Là aussi, le but était l'équilibre: faire en sorte que le secret professionnel ne soit pas un alibi permettant à des professionnels de se cacher derrière cette interdiction légale pour refuser de dévoiler des faits d'abus sexuels commis sur des mineurs alors qu'ils en ont connaissance, soit par le mineur lui-même soit par une tierce personne, et aussi permettre à ces professionnels de continuer à travailler correctement dans leurs métiers respectifs; je parle des médecins, des avocats, des assistants sociaux et de tous ceux qui interviennent habituellement dans de telles circonstances, comme n'importe qui amené à recevoir des confidences relatives à des abus sexuels sur mineur, dans le cadre de sa profession.
L'équilibre a été très compliqué à trouver. Nous avons voulu que le secret professionnel continue à exister et fournisse aux professionnels la possibilité de travailler en toute confiance vis-à-vis de leurs confidents, tout en se trouvant en toute sécurité, juridiquement parlant, en cas de nécessité et selon le prescrit de la loi, pour suivre la loi et dénoncer auprès de l'autorité des faits d'abus sexuels commis sur enfant mineur, qu'ils en aient connaissance soit par le mineur lui-même soit par une tierce personne.
Le lien établi dans nos travaux, évident à nos yeux, entre la protection du secret professionnel et – au cas où le dépositaire du secret n'utilise pas le canal légal pour dénoncer le fait – la possibilité dans son chef d'être poursuivi sur base de l'article 422bis du Code pénal pour non-assistance à personne en danger, a été au mieux articulé pour garder l'équilibre. En effet, nous déterminons qu'il existe la possibilité pour le dépositaire, lors de l'apparition de certains éléments comme "danger", "risque", "imminent", "grave", autant de termes utilisés dans la nouvelle formulation de l'article 458bis, de se libérer de son secret professionnel en toute sécurité. S'il ne le fait pas, il sera passible de poursuites pour non-assistance à personne en danger. La chose est bien rappelée.
Translated text
This should prevent them from having to repeat heavily, repeatedly, the facts and circumstances in which the facts to which they were subjected were committed.
With regard to professional secrecy, the discussion was very tense; and I turn my head to Carina Van Cauter: she was the working ankle of the final point of our reflections on this subject.
There too, the aim was the balance: to ensure that professional secrecy is not an alibi allowing professionals to hide behind this legal prohibition to refuse to disclose the facts of sexual abuse committed on minors when they are aware of it, either by the minor himself or by a third party, and also to allow these professionals to continue to work properly in their respective professions; I am talking about doctors, lawyers, social workers and all those who usually intervene in such circumstances, as anyone brought to receive confidentiality regarding sexual abuse on minors, within the framework of their profession.
The balance was very difficult to find. We wanted professional secrecy to continue to exist and provide professionals with the opportunity to work with confidence towards their confidants, while at the same time being safe, legally speaking, when necessary and as prescribed by law, to follow the law and report to the authority the acts of sexual abuse committed on a minor child, whether they are aware of it either by the minor himself or by a third person.
The link established in our work, obvious to us, between the protection of professional secret and – in the event that the secret depositary does not use the legal channel to denounce the fact – the possibility in his head to be prosecuted on the basis of article 422bis of the Criminal Code for non-assistance to anyone in danger, has been best articulated to keep the balance. In fact, we determine that there is a possibility for the depositary, when certain elements such as “danger”, “risk”, “imminent”, “grave”, as many terms used in the new formulation of article 458bis, appear, to free himself safely from his professional secrecy. If he does not, he will be prosecuted for not assisting anyone in danger. This is well recalled.
#80
Official text
J'en terminerai avec la déclaration de personne lésée qui, pour moi, est fondamentale.
Le fait est que cette déclaration de personne lésée est insuffisamment utilisée. Nous avons voulu insister à nouveau pour qu'elle soit utilisée systématiquement et qu'elle permette à toute personne de se déclarer "personne lésée" au premier contact avec les autorités policières ou judiciaires, ce qui lui confère des droits, notamment de prise de connaissance de toutes les étapes de la procédure qui sera ensuite suivie et dans le cadre de laquelle elle pourra éventuellement, si le droit le lui permet, faire en sorte d'obtenir les dommages et intérêts auxquels elle pourrait prétendre.
Monsieur le président, chers collègues, j'insiste, d'un point de vue technique, sur un élément de rédaction du texte qui concerne la personne lésée, à l'article 11, chapitre 8, de la proposition de loi qui vous est soumise. Le dernier paragraphe de cet article est mal libellé. Il convient en effet de lire – et je me suis accrochée à la traduction néerlandaise pour corriger le texte français: "Si la déclaration est reçue par le secrétariat de police ou le fonctionnaire de police qui établit le procès-verbal, elle est transmise sans délai au secrétariat du ministère public." Voilà la phrase remise dans l'ordre et qui doit parfaire nos travaux.
Je vous remercie de votre attention.
Translated text
I will conclude with the statement of the injured person, which, for me, is fundamental.
The fact is that this statement of injured person is insufficiently used. We would like to insist once again that it should be used systematically and that it would allow anyone to declare themselves “injured” at the first contact with the police or judicial authorities, which gives them rights, in particular to get acquainted with all the stages of the procedure that will be followed and in the context of which they may eventually, if the law allows them to do so, make sure to obtain the damages and interests to which they could claim.
Mr. Speaker, dear colleagues, I insist, from a technical point of view, on a drafting element of the text concerning the injured person, in Article 11, Chapter 8, of the bill that is submitted to you. The last paragraph of this article is not correct. In fact, it is worth reading – and I clung to the Dutch translation to correct the French text: “If the declaration is received by the police secretariat or the police official who prepares the minutes, it is forwarded without delay to the secretariat of the public prosecution.”
I thank you for your attention.
#81
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik heb mijn uiteenzetting in mei 2011 beëindigd met mijzelf, u allen en alle actoren te bedanken, met mijn waardering uit te spreken voor zij die hadden gesproken, met mijn erkenning te betuigen voor zij die het slachtoffer van seksueel misbruik zijn geweest en met de commissieleden uit liefde voor de kwaliteit van het leven de moed toe te wensen om het goed rapport, dat onder het deskundig voorzitterschap van mevrouw Lalieux tot stand is gekomen, in de praktijk om te zetten.
Vandaag ligt een eerste wetsvoorstel voor, waarin zeven aanbevelingen in een wet worden omgezet. Het voorliggend wetsvoorstel is hopelijk slechts het eerste in een rij wetsvoorstellen, die ongetwijfeld zullen volgen.
U hebt van mij en van mijn fractie in ieder geval het engagement dat wij het niet bij dat ene, voorliggende wetsvoorstel zullen laten. Wij zullen voortwerken aan de omzetting van de overige aanbevelingen uit het rapport van de bijzondere commissie.
Collega’s, sommigen hebben erop aangedrongen om alle aanbevelingen in één keer in wetgevend werk om te zetten. Zulks was echter jammer genoeg, gelet op het korte tijdsbestek dat ons nog vóór het reces restte, onmogelijk.
Het is immers een vaststelling dat, enerzijds, een aantal aanbevelingen nog nader moet worden uitgediept. Anderzijds is het ongetwijfeld van belang om na te kijken en met de actoren op het terrein af te toetsen of onmiddellijk kan worden overgegaan tot de concrete invulling van wat de wetgever van hen verwacht.
Wij hebben zulks gedaan met de voorliggende wetsvoorstellen, wat ons heeft gebracht tot de voorstelling van een overgangstermijn. Zo zijn er voor het audiovisuele verhoor nog onvoldoende geschikte lokalen beschikbaar. Van de minister van Binnenlandse Zaken hebben wij ter zake echter het engagement gekregen dat haar administratie tegen een bepaalde, in het wetsvoorstel vastgelegde datum in staat zal zijn om de nodige aanpassingen en voorzieningen te verstrekken.
Voor de verklaring van de benadeelde persoon hoefde er dan weer geen overgangsperiode te zijn, omdat in bedoeld geval de politie in staat is om ter zake onmiddellijk het nodige te doen.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, I concluded my speech in May 2011 with myself, thanking you all and all actors, expressing my appreciation for those who spoke, expressing my appreciation for those who have been victims of sexual abuse, and wishing with the commissioners, out of love for the quality of life, the courage to put into practice the good report, which was drawn up under the expert presidency of Mrs. Lalieux.
Today there is a first bill, which translates seven recommendations into a law. The current bill is hopefully only the first in a series of bills, which will undoubtedly follow.
You have from me and from my group at least the commitment that we will not leave it with that one, present legislation. We will continue to work on the implementation of the other recommendations from the report of the special committee.
Colleagues, some have urged to convert all recommendations into legislative work at once. However, this was unfortunately impossible, given the short time period that remained before the recession.
After all, it is a conclusion that, on the one hand, a number of recommendations need to be further understood. On the other hand, it is undoubtedly important to examine and check with the actors in the field whether it is possible to immediately proceed to the concrete fulfillment of what the legislator expects from them.
We have done this with the proposed legislation, which has led us to the idea of a transitional period. For example, there are still not sufficient suitable premises available for the audiovisual interrogation. However, we have received from the Minister of Internal Affairs in this regard the commitment that its administration will be able to provide the necessary adjustments and provisions by a certain date fixed in the bill.
There was no need for a transitional period for the declaration of the injured person, since in that case the police are able to immediately do what is necessary in the matter.
#82
Official text
Vandaar dat wij vandaag slechts zeven aanbevelingen omzetten in wetgevend werk. We willen het hier absoluut niet bij laten.
Collega’s, ons standpunt met betrekking tot de verjaringstermijn is genoeg bekend. Het volstaat te verwijzen naar een eerder wetgevend initiatief. Ik heb het in de commissie gezegd en ik blijf het herhalen. Ik kan begrip opbrengen voor de ouders van verdwenen kinderen, waarvan de verdwijning heel dikwijls te maken heeft met seksueel misbruik, die zich luidop afvragen wie een verjaringstermijn nu eigenlijk dient. Ze vragen zich af of we überhaupt nog een verjaringstermijn moeten hebben en of we niet veeleer moeten komen tot een afschaffing of opheffing van de verjaringstermijn. Ik herhaal nogmaals dat ik begrip heb voor de noodkreet van die ouders.
De bewijsvoering, enerzijds, en de straftoemeting, anderzijds, staan lost van de vraag of iemand al dan niet de strafrechter moet ontlopen wanneer hij effectief dader is van dergelijke levensdelicten of delicten die iemand fundamenteel aantasten in de fysieke integriteit. Dat was echter niet de opdracht van de commissie. Wij hebben gezocht naar een waardig alternatief binnen de opdrachten die ons werden toegemeten. Enerzijds moesten we respect hebben voor de specifieke noden van slachtoffers van seksueel misbruik en, anderzijds, hebben we uiteraard rekening gehouden met de vandaag bestaande samenhang inzake de verjaringstermijn, wat aanleiding gegeven heeft tot een verlenging van de verjaringstermijn tot 15 jaar, wat door alle fracties en alle leden van de commissie gedragen werd. Ik meen dat dat een goed compromis is.
Ik kom even terug op iets wat ik in de inleiding heb gezegd, namelijk dat we de maatregelen niet individueel mogen bekijken. Wanneer de overige aanbevelingen van de commissie worden omgezet, zullen langere verjaringstermijnen hopelijk niet meer noodzakelijk zijn. Wanneer, enerzijds, ingezet wordt op preventie en wanneer, anderzijds, de drempel voor de toegang tot hulp en justitie is verlaagd, zoals aanbevolen wordt in het rapport, dan zal de opheffing van de verjaringstermijn minder dan vandaag of helemaal niet meer nodig zijn. Het ene kan dus niet zonder het andere. Men moet de maatregelen in hun geheel beschouwen.
Collega’s, het verslag heeft zeer duidelijk gemaakt dat de ernst en het hardnekkig voortbestaan van seksueel misbruik voor een groot deel te verklaren waren door de geheimhouding waarmee het seksueel misbruik was omgeven.
Translated text
Today, therefore, we are converting only seven recommendations into legislative work. We absolutely do not want to leave it here.
Our position regarding the limitation period is well-known. It is sufficient to refer to a previous legislative initiative. I have said it in the committee and I will repeat it again. I can give understanding to the parents of missing children, whose disappearance very often has to do with sexual abuse, who are loudly wondering who actually serves a limit. They wonder whether we should still have a limitation period at all, and whether we should not rather come to an abolition or abolition of the limitation period. I repeat once again that I understand the emergency cries of those parents.
The evidence collection, on the one hand, and the punishment, on the other, solve the question of whether or not a person should escape the criminal court when he is effectively the perpetrator of such life crimes or crimes that fundamentally affect a person’s physical integrity. But that was not the commission’s task. We have sought a worthy alternative within the tasks assigned to us. On the one hand, we had to respect the specific needs of victims of sexual abuse and, on the other hand, we naturally took into account the current coherence regarding the limitation period, which led to the extension of the limitation period to 15 years, which was borne by all the political groups and all members of the committee. I think that is a good compromise.
I will come back to something I said in the introduction, namely that we should not look at the measures individually. When the remaining recommendations of the committee are implemented, longer limitation periods will hopefully no longer be needed. If, on the one hand, prevention is invested and, on the other hand, the threshold for access to assistance and justice has been lowered, as recommended in the report, the abolition of the limitation period will be less than today or no longer necessary. One cannot do without the other. The measures should be considered as a whole.
Colleagues, the report made it very clear that the severity and persistence of sexual abuse could largely be explained by the secrecy surrounding the sexual abuse.
#83
Official text
Het staat vast dat het beroepsgeheim al te vaak als alibi heeft gediend om te zwijgen, ook al ging het over totaal ontoelaatbare feiten. Als antwoord hebben wij het nieuwe begrip van spreekrecht geïntroduceerd, waarbij de drager van het beroepsgeheim, of hij nu arts, hulpverlener of zelfs priester is, het recht krijgt om aangifte te doen, niet alleen wanneer het slachtoffer, maar ook wanneer de dader of een derde zich tot hem richt, niet alleen om het minderjarige slachtoffer te behoeden, maar ook, preventief, wanneer er aanwijzingen zijn van gewichtig en reëel gevaar voor de minderjarige of ieder kwetsbaar persoon.
Collega’s, ik verwijs ook naar een artikel in De Standaard, van een iets eerdere datum. Ik verwijs naar het voorbeeld dat daar werd aangehaald. Toen een vrouw haar arts had toevertrouwd dat ze uit de kamer van haar dochter en schoonzoon abnormale geluiden hoorde en dacht dat het kind werd misbruikt, stelde die arts de vraag of hij met die informatie naar de politie moest stappen, wetende dat de vrouw hallucineert.
Dat is een verkeerde vraagstelling. De vraag die wij hebben willen beantwoorden, is de volgende. Indien een gemiddelde arts met een gemiddelde kennis, weet krijgt van bepaalde feiten, die feiten kwalificeert als voldoende aanwijzingen van een gewichtig en reëel gevaar, en naar de politie stapt, kan die arts dan nog onderworpen worden aan een straf van zes maanden gevangenis? Als de wet vandaag goedgekeurd wordt, dan zal dat in de toekomst niet meer het geval zijn. Toen ik het artikel met de vraagstelling verder las, besefte ik effectief dat de artsen geen verlengstuk zijn van de onderzoeksrechters of geen onderzoeksrechter zijn; ze zijn geen verlengstuk van Justitie.
Hetgeen wij hebben willen doen, is dat artsen effectief gebruik kunnen maken van het spreekrecht, zonder dat zij zelf verder nog het voorwerp uitmaken van strafvervolging.
Er bestaat een maatschappelijke nood aan dat spreekrecht. Wanneer ik dan een arts hoor zeggen, of over hem lees in de krant, dat hij dan elke week naar Justitie zou moeten stappen, dan groeit bij mij het besef dat er effectief nood is aan een uitbreiding van het spreekrecht en dat wij terecht tot de invoering zijn overgegaan.
Translated text
It is clear that professional secrecy has too often served as an alibi to be silenced, even though it was about completely unacceptable facts. In response, we have introduced the new concept of the right of speech, which gives the holder of the professional secret, whether he is a doctor, a caregiver or even a priest, the right to report, not only when the victim, but also when the perpetrator or a third party addresses him, not only to protect the minor victim, but also, preventively, when there are indications of serious and actual danger to the minor or any vulnerable person.
Colleagues, I also refer to an article in The Standard, from a slightly earlier date. I refer to the example that was cited there. When a woman had entrusted her doctor to hear abnormal sounds from the room of her daughter and son-in-law and thought that the child was being abused, that doctor asked if he should go to the police with that information, knowing that the woman is hallucinating.
That is a wrong question. The question we wanted to answer is the following. If an average physician with average knowledge becomes aware of certain facts, which qualify facts as sufficient indications of a serious and real danger, and goes to the police, can that physician still be subjected to a sentence of six months imprisonment? If the law is passed today, it will no longer be the case in the future. As I read the article with the question question, I effectively realized that doctors are not an extension of the investigative judges or are not investigative judges; they are not an extension of Justice.
What we wanted to do is that doctors can effectively use the right of speech without themselves being subject to further criminal prosecution.
There is a social need for that right of speech. When I hear a doctor say, or read about him in the newspaper, that he should then go to the Justice every week, then the awareness grows in me that there is an effective need for an extension of the right of speech and that we have rightly moved to the introduction.
#84
Official text
Tegelijkertijd mag, zoals ook collega Terwingen heeft gezegd, niet de indruk ontstaan dat er vandaag enkel een spreekrecht bestaat en dat de spreekplicht opgeheven zou zijn. Dat is niet juist. Artikel 422 – collega Marghem heeft het terecht aangehaald – blijft onverkort bestaan. Het betekent dat eenieder en niet alleen een arts die geconfronteerd wordt met een actueel en imminent gevaar, moet optreden. Dat optreden kan er eventueel in bestaan dat wij effectief naar politie en Justitie stappen. Dat is een opdracht, niet alleen voor de hulpverlener, maar voor eenieder die maatschappelijk geconfronteerd wordt met een imminent en actueel gevaar.
Collega’s, het werk is niet af, maar wij hebben in ieder geval een belangrijke omzetting van het rapport gerealiseerd, namelijk zeven aanbevelingen uit het rapport, dat in zijn geheel in wetgeving zou moeten worden omgezet. Na het reces zullen wij ongetwijfeld nog heel wat inspanningen moeten leveren en luisterbereidheid moeten tonen. We zullen ook nog veel schrijfwerk hebben om het geheel in wetgeving om te zetten.
Translated text
At the same time, as also colleague Terwingen has said, the impression cannot arise that today there is only a right of speech and that the duty of speech would be abolished. That is not correct. Article 422 – colleague Marghem correctly cited it – remains unshorted. It means that everyone, and not just a doctor, who faces an actual and imminent danger, must take action. That action may possibly exist in the fact that we effectively take action to the police and justice. This is a task, not only for the aid provider, but for everyone who is socially confronted with an imminent and current danger.
Colleagues, the work is not finished, but we have at least achieved an important transposition of the report, namely seven recommendations from the report, which should be translated into legislation in its entirety. After the recession, we will undoubtedly still have to make a lot of effort and show listening readiness. We will also have a lot of writing work to translate the whole into legislation.
#85
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le cdH s'associe, bien évidemment, à l'ensemble des textes qui sont repris dans la proposition de loi dont nous discutons ce matin.
Avec tous les intervenants et tous les membres tant de la commission spéciale que de la commission de la Justice, je me réjouis que nous ayons pu aboutir à un texte qui tient compte des souhaits de la commission spéciale et qui matérialise la volonté de travailler dans le consensus, le cas échéant, après des discussions crédibles et sérieuses au sein de ces deux commissions.
Puisque cela a déjà été fait, je ne passerai pas en revue tous les points de la proposition. Je m'arrêterai plutôt, par respect pour le rapport et la beauté du geste, à la problématique du secret professionnel, élément qui nous a tenus en haleine en commission de la Justice.
Le contexte est celui de la commission spéciale et de sa recommandation n° 16 qui invitait à apporter à l'article 458bis du Code pénal quatre modifications, plus précisément trois modifications de fond et une modification de forme.
Les trois modifications de fond visent à étendre le champ d'application de cette disposition. En effet, la commission spéciale souhaitait que la faculté d'informer le procureur du Roi soit reconnue aux détenteurs du secret professionnel; il s'agit du droit de parole. Cette reconnaissance s'applique non seulement dans l'hypothèse où la victime d'une ou plusieurs des infractions concernées est un mineur, mais aussi dans le cas où il s'agit d'une personne vulnérable, non seulement dans l'hypothèse où le dépositaire du secret professionnel a eu connaissance de la commission d'une ou de plusieurs des infractions visées grâce à la victime elle-même, mais aussi quand les faits lui ont été révélés par l'auteur ou par un tiers, et non seulement dans l'hypothèse où il existe un danger grave et imminent pour l'intégrité physique ou mentale de la victime elle-même, mais aussi en cas de risque sérieux et réel que d'autres mineurs ou d'autres personnes vulnérables soient victimes des infractions visées.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the CDH is, of course, associated with all the texts that are reflected in the bill proposal which we discuss this morning.
Together with all the speakers and all the members of both the special committee and the Justice committee, I am delighted that we have been able to reach a text that takes into account the wishes of the special committee and materializes the willingness to work in consensus, if necessary, after credible and serious discussions within these two committees.
Since this has already been done, I will not review all points of the proposal. Instead, I will stop, for respect for the relationship and the beauty of the gesture, to the problem of professional secrecy, an element that has kept us breathing in the Justice Committee.
The context is that of the Special Committee and its Recommendation No. 16, which called for four amendments to Article 458bis of the Criminal Code, namely three substantive amendments and a change of form.
The three substantive amendments aim to extend the scope of this provision. Indeed, the special commission wanted that the faculty to inform the King’s Prosecutor be recognized to the holders of the professional secret; it is the right of speech. This recognition applies not only in the event that the victim of one or more of the offences concerned is a minor, but also in the case that it is a vulnerable person, not only in the event that the custodian of the trade secret has been aware of the commission of one or more of the offences concerned through the victim itself, but also when the facts have been revealed to him by the perpetrator or by a third party, and not only in the event that there is a serious and imminent danger to the physical or mental integrity of the victim itself, but also in the event of a serious and real risk that other minors or other vulnerable persons are victims of the offences concerned.
#86
Official text
La quatrième modification est plus formelle, comme je vous le disais. Il a été suggéré de déplacer à la fin de l'article 458bis, la référence à l'article 422bis du Code pénal, afin de mieux préciser que celui qui n'use pas de son devoir d'informer, alors que les conditions de la dérogation au secret professionnel sont réunies, peut se rendre coupable de non-assistance à personne en danger.
Manifestement, la formulation retenue dans la proposition de loi sur ce dernier point et reprise du rapport de la commission spéciale a suscité de nombreuses réactions au sein des secteurs concernés et, plus particulièrement, au sein du secteur de l'aide en général. Nous en avons tous été conscients. Notre attention a été attirée sur le fait que cette formulation pouvait être interprétée comme imposant aux détenteurs du secret professionnel l'obligation d'informer le procureur du Roi dans les circonstances visées, sous peine de se rendre coupable de non-assistance à personne en danger. Telle n'était pas l'intention de la commission spéciale. Cette dernière n'a pas souhaité faire évoluer l'article 458bis du Code pénal vers une obligation de dénonciation systématique et obligatoire dans le chef du détenteur du secret professionnel, à peine pour lui de ne plus pouvoir exercer correctement sa profession.
Dès lors, pour éviter tout malentendu, la commission de la Justice a adopté un amendement qui reprend, dans le nouvel article 458bis, le renvoi à l'article 422bis, tel qu'il est formulé dans la version actuelle de la disposition. La solution me paraît tout à fait adéquate. Elle permet d'éviter qu'un doute subsiste quant à la volonté réelle du législateur.
Pour le reste, les discussions ont porté essentiellement sur la troisième modification de fond apportée à l'article 458bis, celle qui revient à étendre la faculté consacrée par ce dernier aux hypothèses où il existe un risque sérieux et réel pour d'autres mineurs ou personnes vulnérables, parfois qualifiées de "victimes potentielles". Ces discussions ont conduit à faire évoluer le texte initial de la proposition de loi sur plusieurs points. Tout d'abord, il devra être question d'un danger plutôt que d'un risque sérieux et réel pour ces victimes. Ensuite, le détenteur du secret professionnel devra disposer d'indices qu'il existe un tel danger. Enfin et surtout, le détenteur du secret professionnel ne sera autorisé à informer le procureur du Roi en présence d'indices d'un danger sérieux et réel que d'autres mineurs ou personnes vulnérables sont victimes des infractions concernées que lorsqu'il ne sera pas en mesure de protéger l'intégrité des intéressés lui-même ou avec l'aide de tiers.
Translated text
The fourth amendment is more formal, as I said to you. It was suggested to move at the end of Article 458bis, the reference to Article 422bis of the Criminal Code, in order to better clarify that the person who does not use his duty to inform, while the conditions of the derogation from professional secrecy are met, can be guilty of not assisting anyone in danger.
Obviously, the wording in the bill on this latter point and the review of the report of the special committee has caused many reactions within the sectors concerned and, in particular, within the aid sector in general. We all were aware of this. Our attention was drawn to the fact that this formulation could be interpreted as imposing on the holders of the professional secret the obligation to inform the Prosecutor of the King in the circumstances mentioned, subject to the penalty of becoming guilty of not assisting anyone in danger. This was not the intention of the committee. The latter did not wish to evolve Article 458bis of the Criminal Code into an obligation of systematic and mandatory denunciation in the head of the holder of the professional secret, hardly for him to no longer be able to properly exercise his profession.
Therefore, in order to avoid any misunderstanding, the Justice Committee adopted an amendment that incorporates, in the new Article 458bis, the reference to Article 422bis, as formulated in the current version of the provision. The solution seems to me quite appropriate. It helps to avoid doubts about the actual will of the legislator.
For the rest, the discussions focused mainly on the third substantive amendment made to Article 458a, which is to extend the faculty given by the latter to the hypotheses where there is a serious and real risk for other minors or vulnerable persons, sometimes referred to as “potential victims”. These discussions have led to the evolution of the original text of the bill on several points. First, there must be a danger rather than a serious and real risk for these victims. Then, the holder of the professional secret will have to have indications that such danger exists. Finally and above all, the holder of the professional secret shall be authorized to inform the Prosecutor of the King in the presence of indications of a serious and actual danger that other minors or vulnerable persons are victims of the relevant offences only when he will not be able to protect the integrity of the interested persons himself or with the help of third parties.
#87
Official text
Cette dernière condition figure dans le texte actuel de l'article 458bis du Code pénal, s'agissant de l'hypothèse où il existe un danger grave et imminent pour l'intégrité de la victime elle-même. Elle constitue une traduction du principe de subsidiarité. La faculté d'informer le procureur du Roi ne peut être utilisée que lorsqu'il n'existe pas d'autre moyen d'éviter le danger, que ce moyen suppose l'intervention du détenteur du secret professionnel lui-même ou qu'il requière l'intervention de tiers. Somme toute, il appartient au détenteur du secret de chercher une solution au problème majeur dont il a connaissance.
L'information du procureur du Roi ne peut pas intervenir de manière automatique. Elle n'est qu'un remède ultime. La priorité revient à l'assistance aux personnes. Les actions menées par les différents intervenants du secteur de l'aide ne sont donc ni écartées ni dévalorisées. Au contraire, leur importance est mise en relief, me semble-t-il.
Étendre le droit de parole du détenteur du secret aux situations où un danger existe pour des victimes potentielles ne peut aller de pair avec une renonciation au principe de subsidiarité. Rien ne justifie que, lorsque des tiers sont en danger, l'assistance aux personnes perde la priorité qui lui est reconnue par l'actuel article 458bis du Code pénal. Dès lors, le texte initial de la proposition de loi posait des difficultés puisqu'il n'y avait aucune référence à ce principe de subsidiarité en rapport avec la situation des victimes possibles.
L'amendement qui a été adopté en commission comble cette lacune. Il s'agit là d'une amélioration importante qui a également permis de réaliser et de maintenir le consensus.
Il nous reste maintenant à finaliser d'autres propositions. Nul doute que l'ensemble des partis travaillera de la même manière que celle qui a été adoptée jusqu'à présent, ce qui nous permettra d'aboutir rapidement à la concrétisation de l'ensemble des recommandations de la commission spéciale.
Translated text
This last condition is included in the current text of Article 458bis of the Criminal Code, referring to the hypothesis where there is a serious and imminent danger to the integrity of the victim itself. It is a translation of the principle of subsidiarity. The possibility of informing the Prosecutor of the King may only be used when there is no other means of avoiding the danger, whether this means implies the intervention of the holder of the professional secret himself or requires the intervention of third parties. In short, it is up to the secret holder to find a solution to the major problem he knows.
The information of the Prosecutor of the King cannot intervene automatically. It is only the ultimate remedy. The priority is to help people. The actions carried out by the various stakeholders in the aid sector are therefore neither excluded nor devalued. On the contrary, their importance is emphasized, I think.
Extending the right of speech of the holder of the secret to situations where a danger exists for potential victims cannot go hand in hand with a waiver of the principle of subsidiarity. Nothing justifies that, when third parties are in danger, assistance to persons loses the priority recognized by the current article 458bis of the Criminal Code. Therefore, the original text of the bill posed difficulties as there was no reference to this principle of subsidiarity in relation to the situation of potential victims.
The amendment that has been adopted in the committee fills this gap. This is a significant improvement that has also helped to ⁇ and maintain consensus.
Now we have to finish other proposals. There is no doubt that all the parties will work in the same way as the one that has been adopted so far, which will enable us to quickly ⁇ all the recommendations of the special committee.
#88
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil beginnen met een rechtzetting. In de media werd vorige week bericht dat het Vlaams Belang zich op dit wetsvoorstel zou hebben onthouden omdat wij niet betrokken waren bij de totstandkoming ervan. Dat klopt niet. Wij stappen niet in de cordonlogica. Dat heb ik vandaag nog gezegd. Wij stemmen onze houding en ons stemgedrag daar nooit op af.
Wij keuren dit wetsvoorstel niet volmondig goed wegens hetgeen er niet wordt gerealiseerd. Ik kan dat eenvoudig en duidelijk als volgt verklaren.
Inhoudelijk is het voorstel een lappendeken met scheuren en fletse kleuren. Het staat in schril contrast met de aanbevelingen van de commissie voor seksueel misbruik. Het is onevenwichtig, het getuigt van half werk en de povere selectie van de gekozen items wordt zelfs niet helemaal uitgeput, te beginnen met de verlenging van de verjaringstermijn van tien tot vijftien jaar. Uiteraard vinden wij dat positief, zoals wij trouwens al wat dit voorstel inhoudt positief vinden, maar het is te weinig.
De verjaringstermijn mag dan wel worden verlengd, maar de problematiek van de ingewikkelde strafberekening wordt ongemoeid gelaten, in gevallen van seksueel misbruik, indien er meerdere slachtoffers zijn over verschillende jaren en indien eenheid van opzet kan worden aangehouden. Daar is cassatierechtspraak over, maar de wetgever zou op dat vlak ook moeten ingrijpen en dat gebeurt niet.
Overigens, wij hadden liever een verjaringstermijn tot vijftig jaar gezien. Wij durven zelfs pleiten voor niet-verjaring van dergelijke misdrijven, maar wij weten dat dit geen courant gebruik is in ons rechtssysteem. Daarom beperken wij ons tot vijftig jaar, veeleer een symbolisch getal, om de termijn zolang mogelijk te laten lopen en om de wet van het vergeten in het strafrecht niet toe te passen op misdrijven die zo zwaar en zo ingrijpend zijn.
Wij hebben ook geen probleem met de uitbreiding van het spreekrecht, hoewel er op het einde van de bespreking in de commissie een terminologische koehandel heeft plaatsgevonden om PS en CD&V op het laatste nippertje bij de zaak te houden. Ik denk niet dat dit schadelijk zal zijn voor de toepassing van de wet. Ik ben het er ook mee eens dat dit geen spreekplicht invoert, maar dat het wel degelijk de verantwoordelijkheid legt bij actoren die nu gehouden zijn aan het beroepsgeheim en soms te fel daarachter kunnen schuilen.
Translated text
I would like to start with a correction. The media ⁇ last week that the Flemish Interest would have refrained from this bill because we were not involved in its creation. That is not true. We are not entering the cordon logic. I said that today. We never reject our attitude and our voting behavior.
We do not fully approve this bill because of what is not being realized. I can explain this simply and clearly as follows.
In terms of content, the proposal is a lap cover with cracks and fleece colors. It is in sharp contrast to the recommendations of the Committee on Sexual Abuse. It is unbalanced, it testifies to half work and the poor selection of the selected items is not even completely exhausted, starting with the extension of the limitation period from ten to fifteen years. Of course, we find that positive, as we, by the way, find all that this proposal contains positive, but it is too little.
The limitation period may be extended, but the problem of the complicated calculation of penalties is left untouched, in cases of sexual abuse, if there are multiple victims over several years and if a unit of intent can be held. There is a case of cassation, but the legislature should also intervene in that area, and that is not the case.
By the way, we would rather have seen a limitation period of up to fifty years. We even dare to advocate for the non-expiration of such crimes, but we know that this is not common practice in our legal system. Therefore, we limit ourselves to fifty years, rather a symbolic number, to keep the term running as long as possible and not to apply the law of forgetting in criminal law to crimes that are so serious and so serious.
We also have no problem with the extension of the right of speech, although at the end of the discussion in the committee there was a terminological cow trade to keep PS and CD&V at the last nippet of the case. I do not think that this will be harmful to the application of the law. I also agree that this does not impose an obligation to speak, but that it does indeed impose the responsibility on actors who are now held to the professional secret and sometimes can hide too sharply behind it.
#89
Official text
In bepaalde gevallen zal er zeker een uitzondering kunnen bestaan, maar wij denken niet dat hier een heksenjacht wordt geopend op hulpverleners en aanverwante beroepen en mensen die zich bezighouden met de problematiek in het algemeen.
Dat is dan ook meteen een puntje van kritiek. Wij moeten niet denken dat dit spreekrecht meteen zal zorgen voor een toevloed van hulpverleners die naar het gerecht stappen. Dat is trouwens ook niet de bedoeling. Dan zou het echt wel een spreekplicht zijn en zou men dat als druk ervaren. Dit is een bepaling die volgens mij slechts een marginaal effect zal sorteren en het mag ook niet meer dan dat zijn, laat dat duidelijk zijn.
De uitbreiding van de strafbaarstelling van kinderporno, namelijk tot het loutere bezit ervan, met uiteraard de intentie om te bezitten, is een goede zaak. Wij hadden echter nog iets verder willen gaan en het probleem van webcamseks met minderjarigen willen aanpakken, evenals de virtuele kinderporno, dus porno waarbij kinderen niet echt betrokken zijn, maar waarbij er suggestie is van kinderporno.
Dat is ooit een heikel discussiepunt geweest in een ontwerp van toenmalig minister Verwilghen. Er werd daarover stevig gediscussieerd, maar men is er nooit uitgeraakt en men heeft de wet ook nooit aangepast op dat vlak. Dat laat men hier nu alweer liggen.
Over de afname en registratie van DNA van verdachten en veroordeelden zijn wij het eens. Dat werd daarnet al besproken; het relateert aan het wetsvoorstel van daarnet.
Wij hebben wel kritiek omtrent het verzuim. Men mag het verzuim om een aantal zaken die in aanbevelingen waren opgenomen niet in wetten om te zetten, niet onderschatten.
Omdat wij niet betrokken waren bij de totstandkoming van het voorstel, zult u ons wel het recht gunnen om terug te komen op de standpunten die wij eerder innamen voor wij de aanbevelingen van de commissie goedkeurden, omdat wij nu ook weer werden uitgesloten van de discussie. Wij betreuren dat, maar goed, dat is een politieke keuze.
Concreet inhoudelijk betreuren wij dat de mogelijkheid voor een rechter om een woonverbod uit te spreken voor veroordeelde pedofielen, niet in de wet wordt ingeschreven. Tijdens de discussie was er zelfs het geval in Adinkerke, waar kinderen die door een pedofiel waren misbruikt nog steeds naast de dader wonen. De dader heeft van de rechter wel de opdracht gekregen om te verhuizen, maar hij kan daarvoor niet worden gesanctioneerd, wat een manco is.
Er is ook geen meldingsplicht, waarbij veroordeelden na het uitzitten van hun straf hun woonplaats moeten meedelen, zodat men hen kan traceren en hen duidelijk in het oog kan houden.
Er is geen meldingsrecht voor de parketten om veroordelingen mee te delen aan verenigingen waarin pedofielen werkzaam zijn, zoals aan werkgevers, zeker indien de veroordeelden bij hun werkgever in contact komen met kinderen.
Translated text
In certain cases there will ⁇ be an exception, but we do not think that here a witch hunt is opened on aid workers and related professions and people who are engaged in the problem in general.
This is immediately a point of criticism. We should not think that this right of speech will immediately cause an influx of aid workers to go to court. By the way, that is not the intention either. Then it would really be a duty to speak and it would be experienced as pressure. This is a provision that, in my opinion, will only sort a marginal effect and it should not be more than that, let that be clear.
The extension of the criminalization of child pornography, namely to the mere possession of it, with of course the intention to possess, is a good thing. However, we wanted to go a little further and address the problem of webcams sex with minors, as well as the virtual child pornography, i.e. porn in which children are not really involved, but in which there is suggestion of child pornography.
That was once a delicate point of discussion in a draft of then Minister Verwilghen. There has been a strong discussion about it, but it has never been discarded and the law has never been adjusted in that area. This is now left here again.
We agree on the reduction and registration of DNA of suspects and convicts. This has already been discussed; it relates to the bill of the latter.
We have criticisms about the absence. One should not underestimate the failure to transpose into laws a number of matters included in recommendations.
Since we were not involved in the drafting of the proposal, you will grant us the right to return to the views we took before we approved the recommendations of the committee, since we were now again excluded from the discussion. We regret that, but well, it is a political choice.
Specifically, we regret that the possibility for a judge to impose a residential ban on convicted pedophiles is not registered in the law. During the discussion, there was even the case in Adinkerke, where children who were abused by a pedophile still live next to the perpetrator. The perpetrator has been ordered by the judge to move, but he cannot be sanctioned for this, which is a manco.
There is also no reporting obligation, which requires convicted persons to disclose their place of residence after they have served their sentence, so that they can be tracked and clearly monitored.
There is no reporting right for the prosecutors to notify convictions to associations in which pedophiles work, such as to employers, especially if the convicted are in contact with children at their employer.
#90
Official text
Er is ook geen uitsluiting van eerherstel, wat een van onze voorstellen was. Het klopt dat dit niet in de aanbevelingen stond. Wij zijn voorstander van uitsluiting van eerherstel voor pedofielen.
Er is ook geen informatierecht voor ouders. Wij stellen niet iets voor zoals Megan’s Law in de Verenigde Staten, de wet die tot stand kwam nadat een meisje werd vermoord door een pedofiel die eerder was vrijgelaten. Haar ouders hadden niet de mogelijkheid om na te gaan of er een dader bij hen in de buurt woonde en dat leidde ertoe dat hun kind het tweede slachtoffer werd van een veroordeelde pedofiel. Het is volgens ons spijtig dat ouders zich niet kunnen informeren met betrekking tot pedofielen die in hun buurt wonen of in de buurt van de school van hun kinderen, al hoeft die informatie voor ons niet met naam en toenaam op een webstek te verschijnen.
Er is evenmin strafverzwaring voor zedendelicten, hoewel men daar vanuit de rechtspraktijk redelijk vaak op aandringt. Er is geen automatische levenslange terbeschikkingstelling voor zeer zware zedendelinquenten. Dat hadden wij ook graag anders gezien, want wij vinden dat die mensen zeer goed in het oog moeten worden gehouden.
Er zijn geen voorwaarden voor verplichte behandeling in ruil voor gunstvoorwaarden en modaliteiten van strafuitvoering. Wij vinden dat iemand die zich schuldig maakt aan zedenmisdrijven tegen minderjarigen, pas aanspraak kan maken op penitentiair verlof of op elektronisch toezicht – de thuisdetentie die in de maak is – wanneer deze persoon zich wil onderwerpen aan een behandeling die leidt tot het staken van delictgedrag in de toekomst.
Al onze amendementen met die maatregelen werden niet aanvaard en daarom vrezen wij voor de efficiëntie en de doeltreffendheid van het voorliggend wetsvoorstel. Ik ben maar een plattelandsjongen, collega’s; in mijn achtertuin kruipen en lopen en vliegen een heleboel beesten. Zij zijn niet allemaal even mooi en het nut van sommige is alleen de Schepper duidelijk. Zo is het ook met dit wetsvoorstel. Ik vind dit beestje lelijk en mager. Het heeft negen poten en draagt een hoed met de logo’s van alle partijen. Het bewijst meteen dat een consensus in een dergelijke grote groep van allerlei politiek pluimage, als het erop aankomt, beloftevolle aanbevelingen als die van de bijzondere commissie Seksueel Misbruik niet kan waarmaken.
Translated text
There is also no exclusion of honor restoration, which was one of our proposals. This was not included in the recommendations. We are in favor of the exclusion of honor restoration for pedophiles.
There is no right to information for parents. We do not propose anything like Megan’s Law in the United States, the law that came into force after a girl was murdered by a pedophile who had previously been released. Her parents did not have the opportunity to verify whether a perpetrator lived near them and that resulted in their child becoming the second victim of a convicted pedophile. We regret that parents are unable to inform themselves about pedophiles living in their neighborhood or near the school of their children, although this information does not need to appear with name and surname on a website.
There is also no penalty leverage for sexual offenses, although this is reasonably often insisted from the case-law. There is no automatic lifetime disposal for very serious sexual offenders. We would have liked to see it differently, because we think that these people should be kept very careful.
There are no conditions for compulsory treatment in exchange for preferential values and modalities of punishment enforcement. We believe that a person who is guilty of moral crimes against minors can only claim imprisonment leave or electronic surveillance – the home detention being made – when that person wants to undergo treatment that leads to the cessation of criminal conduct in the future.
All our amendments with those measures were not accepted and therefore we fear for the efficiency and effectiveness of the present bill. I am only a rural boy, colleagues; in my backyard a lot of beasts crawl and walk and fly. They are not all equally beautiful, and the usefulness of some is clear only to the Creator. This is also the case with this bill. I find this beast ugly and thin. It has nine legs and wears a hat with the logos of all parties. It proves immediately that a consensus in such a large group of all kinds of political imagination, when it comes to it, cannot fulfill promising recommendations such as those of the Special Committee on Sexual Abuse.
#91
Official text
Men zegt wel dat er nog komt en dat dit pas een eerste aanzet is. Ik vrees dat men enkel de grootste gemene deler heeft genomen in een heel breed politiek spectrum. Natuurlijk wordt alles dan vlakker, fletser en meer flou.
Wij zijn niet tegen wat in de tekst is opgenomen, verre van. Maar het is te weinig, te zwak en te onvoltooid. Dat is dan ook de reden waarom wij ons zullen onthouden.
Translated text
It is said that there will be more and that this is only a first step. I am afraid that only the greatest common dealer has been taken in a very broad political spectrum. Of course, everything then becomes flater, flatter and more blurred.
We are not against what is included in the text, far from. But it is too little, too weak and too incomplete. That is why we will abstain.
#92
Official text
Mijnheer de voorzitter, collega’s, gelet op de vele wijze woorden die hier al zijn gezegd, zal ik het kort houden en mij proberen te beperken tot de essentie.
Sta mij toe vooraf te benadrukken dat ik toch wel blij ben dat wij acht maanden na de oprichting van onze commissie en vier maanden na ons rapport met de aanbevelingen, al naar deze vergadering kunnen komen met een eerste wetsvoorstel waarin toch al een aantal maatregelen is opgenomen in uitvoering van die aanbevelingen.
Het gaat om zeven maatregelen; het is dus niet noodzakelijk een mager beestje. Het beestje is er en het zal gaandeweg groeien. Ik denk dat er in dat verband nog veel werk op de plank ligt, maar het zal op het einde van de rit wel een serieus beest worden. Dat is althans wat ik hoop.
Ik zou kort een aantal zaken willen overlopen die voor onze fractie essentieel zijn. Ik denk dan in de eerste plaats aan de verjaringstermijn die wij zullen verlengen tot 15 jaar. Wij plaatsen ons daarmee op hetzelfde niveau als de andere zwaarste feiten. Ik denk dat het inderdaad belangrijk is dat wij de slachtoffers wat extra tijd hebben gegeven. Ik zou vandaag opnieuw de oproep willen lanceren aan die slachtoffers om alstublieft geen 15 jaar met die zaken te blijven rondlopen en zo snel mogelijk naar Justitie of de hulpverlening te stappen. Er is extra tijd, maar hoe sneller u komt, hoe groter de garantie dat de dader wordt gevonden, vervolgd en veroordeeld. Die boodschap moeten wij volgens mij blijven herhalen.
Ten tweede, het verplicht audiovisuele verhoor van minderjarigen is om twee redenen zeer belangrijk. Ten eerste, dit is zeer belangrijk om het waarheidsgehalte van die verklaringen te kunnen beoordelen. Ten tweede, het is een bescherming van de slachtoffers die een zeer pijnlijk verhaal moeten doen en dat nu niet meer tot in den treure moeten herhalen. In het kader van het onderzoek kan telkens worden teruggegrepen naar dat audiovisuele verhoor.
De uitbreiding van het spreekrecht voor mensen die gebonden zijn aan een beroepsgeheim is een derde heikel punt. Wij hebben hierover inderdaad lang gedebatteerd. Ik wil eerst de misvatting rechtzetten dat dit te zeer het schuldig hulpverzuim zou gaan doorkruisen. Neen, en dat is een boodschap die geldt voor elke burger van dit land, want deze strafbepaling blijft immers op ieder van ons van toepassing. Wij hebben daarin allemaal een verantwoordelijkheid te dragen en dit ongeacht het feit of wij nu al dan niet hulpverlener zijn, en of wij nu al dan niet gebonden zijn aan een beroepsgeheim.
Translated text
Mr. Speaker, colleagues, considering the many wise words that have already been said here, I will keep it brief and try to limit myself to the essence.
Allow me to emphasize in advance that I am glad that eight months after the establishment of our committee and four months after our report containing the recommendations, we can already come to this meeting with a first legislative proposal which has already included a number of measures to implement those recommendations.
It is about seven measures; so it is not necessarily a lean beast. The beast is there and it will grow gradually. I think there is still a lot of work on the shelf, but it will become a serious beast at the end of the ride. At least that is what I hope.
I would like to briefly outline a number of things that are essential for our group. First of all, I think of the limitation period, which we will extend to 15 years. We put ourselves at the same level as the other hardest facts. I think it is really important that we have given the victims some extra time. Today I would like to again call on those victims, please, not to run around with these affairs for 15 years and to go to justice or the aid service as soon as possible. There is extra time, but the faster you come, the greater the guarantee that the perpetrator will be found, prosecuted and convicted. I think that message should be repeated.
Second, the mandatory audiovisual interrogation of minors is very important for two reasons. First, this is very important in order to be able to assess the truthfulness of those statements. Second, it is a protection of the victims who have to make a very painful story and that now does not have to repeat until in the mourning. In the context of the investigation, this audiovisual interrogation can be used at any time.
The extension of the right to speak to persons bound by a professional secret is a third sensitive point. We have indeed debated this for a long time. First, I want to correct the misconception that this too much would cross the guilty lack of help. No, and that is a message that applies to every citizen of this country, because this punishment still applies to each of us. We all have a responsibility in this regardless of whether or not we are assistants, and whether or not we are bound by a professional secret.
#93
Official text
Wij hebben geprobeerd een uitweg te bieden aan de mensen die gebonden zijn door het beroepsgeheim. Vaak staan zij voor een moeilijke en verscheurende keuze. Zij werken op vertrouwensbasis met hun patiënten, maar zij komen ook bepaalde feiten te weten. Wat nu gedaan? Dat is een zeer moeilijke keuze, een moeilijk evenwicht. Wij hebben geprobeerd om met de uitbreiding van het spreekrecht hen een uitweg te bieden. Daarbij wil ik benadrukken dat het een spreekrecht is, geen spreekplicht. Maar nogmaals – dit is toch wel belangrijk –, wij hopen ook dat op die wijze het beroepsgeheim geen alibi meer kan zijn om nog langer te zwijgen. Dat is voor ons essentieel.
Ten vierde, we moeten een beetje mee met onze tijd en hiermee bedoel ik de uitbreiding van de strafbaarstelling van kinderpornografie. Het is bizar, maar in ons land is enkel fysiek bezit op dit ogenblik strafbaar, terwijl de technologie wel veel meer toelaat. We hoeven maar te denken aan internet. Vanaf nu, wanneer men zich toegang verschaft via het internet, wetens en willens uiteraard, zal men strafbaar zijn. We evolueren dus mee, al denk ik dat dit nog maar het puntje van de ijsberg zal zijn. Ook inzake technologiemisdrijven wacht ons namelijk nog zeer veel werk, want er zijn nog veel andere mogelijkheden via de nieuwe technologieën. Ik moet daarin de voorgaande spreker gelijk geven. Doch, collega Schoofs, we zijn nog maar juist begonnen en we gaan gewoon voort. U zult nog zien.
Ten vijfde, inzake seksuele agressie – dit is al aangehaald – is het inderdaad belangrijk, wanneer er DNA is afgenomen dat niet wordt onderzocht, dat op zijn minst het slachtoffer daarvan in kennis wordt gesteld. Ook moet worden gemotiveerd waarom het niet onderzocht wordt. Dat spreekt voor zich.
Ten zesde, de uitbreiding van de terbeschikkingstelling voor de strafuitvoeringsrechtbank. Dat is een oplossing voor een zeer bizarre situatie: wanneer men zich schuldig maakt aan verschillende feiten, waaronder zedenfeiten, maar ook andere, volgt nu niet noodzakelijk een terbeschikkingstelling. Als één zaak duidelijk is gebleken in de commissie, dan is het dat een opvolging van delinquenten tijdens hun straf of na strafeinde een pijnpunt bleek. Met het voorliggend voorstel volgt, ongeacht het aantal misdrijven, van zodra er een zedenmisdrijf tussen zit, de terbeschikkingstelling. Dat is belangrijk voor de begeleiding en de opvolging, maar vooral is het een extra bescherming voor onze maatschappij.
Translated text
We have tried to provide a way out for those who are bound by professional secrecy. They are often faced with a difficult and disruptive choice. They work on a trust-based basis with their patients, but they also learn certain facts. What now done? This is a very difficult choice, a difficult balance. We have tried to offer them a way out with the extension of the right of speech. I would like to emphasize that it is a right of speech, not a duty of speech. But again – this is important – we also hope that in this way the professional secrecy can no longer be an alibi to remain silent. This is essential for us.
Fourth, we need to go a little bit with our time and with this I mean the expansion of the criminalization of child pornography. It is bizarre, but in our country only physical possession is currently punishable, while technology allows much more. We just have to think about the internet. From now on, if one provides access via the Internet, knowingly and willingly of course, one will be punishable. So we are evolving with it, although I think this will only be the tip of the iceberg. There is still a lot of work to be done in the field of technology, as there are many other possibilities through the new technologies. I have to give the previous speaker the right. However, colleague Schoofs, we have just begun and we are just going on. You will still see.
Fifth, regarding sexual aggression – this has already been cited – it is indeed important, when DNA is taken that is not examined, that at least the victim is informed of it. It should also be explained why it is not investigated. That speaks for itself.
Sixth, the extension of the provision for the Criminal Enforcement Court. This is a solution to a very bizarre situation: when one becomes guilty of various facts, including moral facts, but also others, now does not necessarily follow a disposal. If one case has clearly emerged in the commission, it is that a follow-up of offenders during their punishment or after punishment turned out to be a pain point. With the present proposal, regardless of the number of crimes, as soon as there is a moral crime in between, the dispatch follows. This is important for guidance and succession, but above all it is an additional protection for our society.
#94
Official text
Tot slot, onze zevende maatregel. De verklaring voor de benadeelde persoon wordt nu veel eenvoudiger voor het slachtoffer. Daar was het ons allemaal om te doen. Wij wilden de hoge drempel naar Justitie verlagen. Dit is geen mager beestje. Het is een efficiënte maatregel.
Collega’s, het is een eerste aanzet. Het zijn er nog maar zeven. Er volgen er nog. Ons werk is nog maar net begonnen. Het mag geen half werk worden. Het mag geen mager beestje worden, collega Schoofs. Zodra de werkzaamheden in de commissie terug worden opgevat, moeten wij voortdoen, zodat we zo snel mogelijk een nieuw pakket op deze tafels kunnen voorleggen. Ik hoop dat het in dezelfde constructieve sfeer en over alle partijgrenzen heen kan gebeuren.
Translated text
Finally, our seventh measure. The declaration for the injured person now becomes much easier for the victim. That was what we all had to do. We wanted to lower the high threshold for justice. This is not a lean beast. It is an efficient measure.
Dear colleagues, this is a first step. There are only seven. There are still followers. Our work has just begun. It should not be half work. It must not be a thin beast, colleague Schoofs. Once the work in the committee is restarted, we must continue so that we can present a new package on these tables as soon as possible. I hope it can happen in the same constructive atmosphere and across all party boundaries.
#95
Official text
Mijnheer de voorzitter, het zijn belangrijke dagen met de bespreking vandaag en de stemming morgen van een eerste pakket van maatregelen ten uitvoering van de aanbevelingen van de bijzondere commissie. De talrijke sprekers en verslaggevers zijn al uitgebreid op de problematiek ingegaan.
Ik wil het enkel hebben over het beroepsgeheim, dat nogal een heikel punt was in de besprekingen van de laatste dagen en weken. Het beroepsgeheim kent een belangrijke wijziging. Er was daarover heel wat heisa in de pers en in de sector. Er waren ook heel wat misverstanden die de laatste dagen zijn rechtgezet. Gelukkig zijn er ook andere stemmen in het debat. Ik verwijs, zoals andere collega’s, naar de Vrije Tribune van mevrouw Kristine Kloeck en een collega die vandaag in De Standaard is verschenen.
Zij wijzen erop dat het voorstel resoluut kiest voor het belang van de slachtoffers van seksueel misbruik. Dat was ook de bedoeling van deze commissie. Wij moeten ons er niet voor schamen dat onze maatregelen tot doel hebben de slachtoffers van seksueel misbruik maximaal te beschermen. Wij weten dat het voor veel mensen een aanpassing zal zijn. De Kerk moet zich noodgedwongen aan de procedures aanpassen. Ook hulpverleners en artsen zullen zich moeten reorganiseren en anders met dergelijke feiten moeten omgaan. We hoeven niet bang te zijn voor verandering. Het is pas door verandering dat we een stap verder kunnen zetten.
Het beroepsgeheim wordt behouden, daar raken we niet aan. Er is geen spreekplicht en er is geen meldingsplicht maar, en dat zegt mevrouw Kloeck heel duidelijk, nu beschikken de hulpverleners wel over alle hulpmiddelen om voor de slachtoffers daadwerkelijk verantwoordelijkheid op te nemen.
Translated text
Mr. Speaker, these are important days with the discussion today and the vote tomorrow on a first package of measures to implement the recommendations of the special committee. The numerous speakers and journalists have already extensively addressed the issue.
I would like to talk only about professional secrecy, which has been a rather sensitive point in the discussions of the last days and weeks. The professional secrecy is undergoing a major change. There was a lot of headache about this in the press and in the industry. There have also been a lot of misunderstandings that have been corrected in the last few days. Fortunately, there are other voices in the debate. I refer, like other colleagues, to the Vrije Tribune of Mrs. Kristine Kloeck and a colleague who appeared today in De Standaard.
They point out that the proposal resolutely chooses the interests of victims of sexual abuse. This was also the intention of this committee. We should not be ashamed that our measures aim to protect victims of sexual abuse as much as possible. We know that it will be an adaptation for many people. The Church must urgently adapt to the procedures. Emergency workers and doctors will also need to reorganize themselves and deal with such facts differently. We do not have to be afraid of change. It is only through change that we can take a step further.
The professional secrecy is preserved, we do not touch it. There is no obligation to speak and there is no obligation to report but, as Ms. Kloeck says very clearly, now the rescue workers have all the tools to actually take responsibility for the victims.
#96
Official text
Dat is het belangrijkste. Dat is het doel dat wij voor ogen hadden.
Terecht wordt door artsen ook gevraagd naar een aanspreekpunt dat dienst doet als brug tussen arts en Justitie. Er bestaan inderdaad al heel wat overlegplatformen en middelen, maar ik denk dat het een goede zaak is dat artsen en hulpverleners ook kunnen worden begeleid en een aanspreekpunt hebben om te overleggen met elkaar, en om een brugfunctie met Justitie te creëren, zodat de arts en de hulpverlener er niet alleen voor staan wanneer hij of zij met moeilijke kwesties van seksueel misbruik wordt geconfronteerd.
Collega’s, dit wetsvoorstel is zeker geen eindpunt, wel een beginpunt, want nog heel wat belangrijke aanbevelingen moeten worden uitgevoerd. Wie zegt dat dit werk te traag of onvoldoende is, vergist zich. Dit is een stevig pakket aan maatregelen om minderjarigen te beschermen.
Als wij in de geschiedenis kijken naar rapporten van onderzoekscommissies en bijzondere commissies, naar het tempo waarin aanbevelingen zijn uitgevoerd, dan denk ik dat in dit dossier heel snel werk is verricht. Ik denk dat men al heel ver mag zoeken om rapporten te vinden, waarbij binnen drie tot vier maanden al zeven aanbevelingen in wet worden omgezet. Ik denk dat dit toch een unieke situatie is.
Collega’s, wij kijken uit naar een volgende reeks van omzettingen van de aanbevelingen. Wij zullen daar in elk geval op een constructieve manier aan voortwerken.
Ik wil eindigen met een mooi citaat uit de tekst van mevrouw Kloeck in De Standaard, wanneer ze het heeft over het beroepsgeheim: “Breek de stilte. Neem als arts, hulpverlener, houder van het beroepsgeheim de verantwoordelijkheid om een vermoeden van misbruik niet los te laten. Overleg met collega-hulpverleners en gespecialiseerde organisaties. Meld indien nodig aan Justitie.”
Dit is in essentie wat wij voor ogen hebben met dit wetsvoorstel. Ik hoop dat wij dit met een grote meerderheid zullen kunnen goedkeuren.
Translated text
That is the most important. That is the goal we had in mind.
At the same time, doctors are also asked for a contact point that serves as a bridge between doctors and justice. Indeed, there are already many consultation platforms and resources, but I think it is a good thing that doctors and care providers can also be guided and have a point of contact to consult with each other, and to create a bridge function with Justice, so that the doctor and care provider are not alone when they are faced with difficult issues of sexual abuse.
Colleagues, this bill is ⁇ not an end point, but a starting point, because there are still many important recommendations to be implemented. Anyone who says that this work is too slow or insufficient is mistaken. This is a solid package of measures to protect minors.
If we look in history to the reports of investigative committees and special committees, to the speed at which recommendations have been implemented, then I think that in this file very quickly work has been done. I think we should look a long way to find reports, where seven recommendations are already translated into law within three to four months. I think this is a unique situation.
We look forward to the next series of translations of the recommendations. We will continue to work on this in a constructive way.
I would like to conclude with a nice quote from Mrs. Kloeck’s text in The Standard, when she talks about professional secrecy: “Break the silence. As a doctor, assistant, holder of the professional secret, take the responsibility not to let go of a suspicion of abuse. Consultation with colleagues and specialized organizations. Report to the court if necessary.”
This is essentially what we mean with this bill. I hope that we will be able to approve this with a large majority.
#97
Official text
Mijnheer de voorzitter, omdat zwijgen in deze materie in het verleden de grootste fout is geweest, wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om even niet te zwijgen vandaag.
Ik denk dat de belangrijkste van de zeven maatregelen van de voorziene 70 maatregelen vandaag de behandeling is van het beroepsgeheim. Ik denk dat dit ook het cruciale punt in het verleden is geweest: het misverstand rond vertrouwelijke relaties die men opbouwt, al dan niet te goeder trouw, en het te lang zwijgen.
Ik zal niet herhalen wat het wetsvoorstel inhoudt. Ik wil wel benadrukken dat wij met zijn allen nog wat werk voor de boeg hebben, in het bijzonder inzake het verder uitwerken van het beroepsgeheim van zij die onderling moeten samenwerken.
Translated text
Mr. Speaker, since silence on this subject has been the biggest mistake in the past, I would like to take the opportunity to keep silence for a moment today.
I think that the most important of the seven measures of the 70 measures envisaged today is the treatment of professional secrecy. I think this has also been the crucial point in the past: the misunderstanding around confidential relationships that one builds, whether or not in good faith, and it too long silence.
I will not repeat what the bill means. I would like to emphasize that we all have some work to do, in particular with regard to the further development of the professional secrecy of those who need to cooperate with each other.
#98
Official text
Ik vind dat er een te groot spanningsveld is met wat men bijvoorbeeld op gemeenschapsniveau in ons land doet. Daar is er een tendens naar een steeds strenger beroepsgeheim, terwijl wij op het federale niveau meer de repressieve kant en het aanwijzen van wat verkeerd is behandelen. Daarbij ontstaat ook een spanning rond het beroepsgeheim van verschillende beroepen dat we te goeder trouw hebben ingesteld.
Ik houd een pleidooi om in eenzelfde verstandhouding verder te werken aan bijvoorbeeld het gedeelde beroepsgeheim. Onze bezorgdheid moet zijn dat het voor iedereen duidelijk is dat seksueel misbruik maken van zwakkere personen een van de ergste misdrijven is in ons land en in de wereld.
Translated text
I think there is too much tension with what is done, for example, at community level in our country. There is a tendency towards an increasingly strict professional secrecy, while at the federal level we deal more with the repressive side and identifying what is wrong. This also creates tension around the professional secrecy of various professions that we have established in good faith.
I hold a plea to continue working in the same understanding on, for example, the shared professional secrecy. Our concern should be that it is clear to everyone that sexual abuse of weaker individuals is one of the worst crimes in our country and in the world.
#99
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la proposition de loi qui vous est soumise traduit non pas 70 mais 15 recommandations, puisque le travail législatif consiste en 15 propositions. Nous avions demandé aux différents acteurs visés par le rapport, à savoir les ministres de l'Intérieur, de la Justice et de la Santé, ainsi qu'aux Communautés et Régions et aux autorités ecclésiastiques, d'agir promptement. Il fallait également que nous soyons présents pour traduire ces recommandations. Nous en avons fait de même. C'est tant mieux pour le travail de ce Parlement!
Je me réjouis et je remercie une fois de plus l'ensemble des collègues de la commission de suivi Abus sexuels d'avoir pu travailler. Si les débats étaient parfois animés, ce qui est normal dans cette enceinte, ils ont toujours été constructifs. Nous avons pu déposer en urgence cette proposition de loi comprenant sept thématiques importantes qui ont été rappelées par les collègues.
Mme Carina Van Cauter a rappelé l'allongement du délai de prescription à 15 ans. Cependant, il ne faut pas oublier qu'en cas d'acte interruptif ou suspensif, ce délai est porté à 30 ans; cela permet à un enfant qui a été abusé de dénoncer les faits et de voir tomber la sanction, en cas d'acte interruptif, jusqu'à ses 48 ans. C'est une avancée importante; toutefois, il est recommandé à toutes les victimes de parler le plus vite et le plus tôt possible à la Justice, pour permettre d'arrêter les abuseurs, de les sanctionner, d'éviter la récidive ainsi que d'autres victimes.
J'espère que l'obligation de l'enregistrement audiovisuel des auditions deviendra une réalité pour le 1ᵉʳ janvier 2013. La ministre de l'Intérieur nous a dit que c'était possible.
Je reviendrai un instant sur le secret professionnel. L'extension du droit de parole a suscité énormément d'émotion auprès des détenteurs du secret professionnel. Il nous importait de clarifier le texte de la recommandation déjà rédigée dans le rapport, afin que celui-ci ne fasse plus l'objet d'interprétations multiples. Dès lors, la commission a adapté le texte.
Il convient de rappeler qu'il n'est nullement question d'instaurer une obligation de parler, mais uniquement d'étendre le droit à la parole des professionnels, afin qu'ils puissent intervenir, face à des cas de conscience, en toute sérénité. Les modifications apportées à l'actuel article 458bis du Code pénal sont de trois ordres. Elles ont été rappelées. Il s'agit de l'extension aux personnes vulnérables, l'extension à des confidences par les auteurs ou par des tierces personnes ou encore en cas de danger sérieux et réel pour d'autres personnes mineures ou vulnérables.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Minister, dear colleagues, the bill that is submitted to you translates not 70 but 15 recommendations, since the legislative work consists of 15 proposals. We had asked the various actors covered by the report, namely the Ministers of the Interior, Justice and Health, as well as the Communities and Regions and the ecclesiastical authorities, to act promptly. We also had to be present to translate these recommendations. We did the same. This is so much better for the work of this Parliament!
I am delighted and thank once again all the colleagues of the Sexual Abuse Monitoring Committee for having been able to work. Although the debates were sometimes lively, which is normal in this hall, they were always constructive. We were able to urgently submit this bill comprising seven important themes that were recalled by colleagues.
Ms. Carina Van Cauter recalled the extension of the prescription period to 15 years. However, it should not be forgotten that in the case of an interruptive or suspensive act, this period is extended to 30 years; this allows a child who has been abused to report the facts and see the penalty fall, in the case of an interruptive act, until he is 48 years old. This is an important step forward; however, it is recommended to all victims to speak as soon as possible and as soon as possible to the Justice, to enable the abuser to stop, punish, prevent recurrence and other victims.
I hope that the obligation of audiovisual recording of auditions will become a reality by 1 January 2013. The Minister of the Interior told us that it was possible.
Let me go back to the professional secret. The extension of the right of speech has aroused a lot of emotion among the holders of the professional secret. It was important for us to clarify the text of the recommendation already drafted in the report, so that it is no longer subject to multiple interpretations. The Commission has therefore adapted the text.
It should be recalled that there is no question of imposing an obligation to speak, but only of extending the right to speak of professionals, so that they can intervene, in the face of cases of conscience, in all serenity. The amendments to the current article 458bis of the Criminal Code are of three orders. They were reminded. This includes the extension to vulnerable persons, the extension to confidentiality by the authors or by third parties or in case of serious and actual danger for other minors or vulnerable persons.
#100
Official text
Ces modifications faciliteront le travail des professionnels s'ils se trouvent en situation inextricable ou trop délicate pour qu'ils la traitent personnellement.
Néanmoins, et cela a été répété par mes collègues, ces modifications ne visent pas à judiciariser l'ensemble des situations. Ainsi que nombre d'intervenants l'ont souligné en commission, un travail de collaboration, de partenariat et de complémentarité doit être réalisé entre le judiciaire et les services d'aide des Communautés et des Régions.
La quatrième modification concerne l'extension du champ d'incrimination de la pédopornographie. Il était important de clarifier le texte, comme un jugement de la Cour de cassation l'a souligné dernièrement. Le set d'agression sexuelle permettra de compléter directement la loi discutée il y a un instant.
Enfin, la déclaration de personne lésée est importante car elle permet de simplifier les formalités de dépôt de déclaration personnalisée. Une fois encore, nous pensons à la victime: en tout temps, elle a été au centre de nos préoccupations afin d'être mieux informée de la procédure et de rester aussi le centre d'intérêt des acteurs judiciaires, tant police que ministère public ou juges.
Pour la première fois, et c'est important, une commission spéciale voit se concrétiser rapidement, mais néanmoins de manière réfléchie, une série importante de recommandations émises voilà quelques semaines à peine. Nous espérons que, cette fois encore, nous enverrons par ces votes un signal fort et clair de soutien aux victimes traduisant notre détermination face aux abuseurs d'enfants.
Je rappelle aussi le travail en cours de réalisation par les experts désignés par la Chambre et les experts désignés par les autorités ecclésiastiques pour mettre concrètement sur pied le tribunal arbitral. Il permettra de dédommager les victimes dont les affaires sont prescrites. J'espère qu'en octobre, il sera effectif.
Translated text
These changes will facilitate the work of professionals if they are in an inextricable or too delicate situation for them to treat it personally.
Nevertheless, as was repeated by my colleagues, these changes are not intended to justify all situations. As many speakers have stressed in the committee, a work of collaboration, partnership and complementarity must be carried out between the judiciary and the assistance services of the Communities and Regions.
The fourth amendment concerns the extension of the incrimination of child pornography. It was important to clarify the text, as a recent Court of Cassation judgment highlighted. The set of sexual assault will directly complement the law discussed a moment ago.
Finally, the declaration of the injured person is important because it simplifies the formalities for filing a personalized declaration. Again, we think of the victim: at all times, she has been at the center of our concerns in order to be better informed of the procedure and to remain also the center of interest of judicial actors, both police and prosecutors or judges.
For the first time, and this is important, a special committee is realized quickly, but nevertheless in a thoughtful manner, an important series of recommendations issued just a few weeks ago. We hope that, this time again, we will send through these votes a strong and clear signal of support to the victims expressing our determination to deal with child abuse.
I also recall the ongoing work of the experts designated by the Chamber and the experts designated by the ecclesiastical authorities to establish the arbitral tribunal in a concrete way. It will allow compensation for victims whose affairs are prescribed. I hope it will be effective in October.
#101
Official text
Merci, madame. Nous pouvons vous féliciter pour la façon dont vous dirigez ces travaux.
Translated text
Thank you Mrs. We can congratulate you for the way you lead this work.
#102
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik wil mij aansluiten bij de felicitaties die u uitspreekt ten aanzien van de leden die het wetsvoorstel hebben ingediend, ten aanzien van de rapporteurs, ten aanzien van de bijzondere commissie en van de commissie voor de Justitie. De voorzitter van laatstgenoemde commissie is niet meer aanwezig. Er is echter in de commissie voor de Justitie tijdens het voorbije jaar heel hard gewerkt. De voorliggende tekst is ook een uitstekend voorbeeld van de manier waarop over partijgrenzen heen belangrijke stappen kunnen worden gezet.
Ik beschouw de voorliggende tekst als een belangrijk, bijkomend deel in het geheel van initiatieven die inzake seksuele delinquentie en zorg voor het slachtoffer in het verleden zijn genomen. De tekst bevat echter nieuwe, bijkomende stappen.
Ik maak een onderscheid tussen een reeks maatregelen die van wetgevende aard zijn, zoals het aanpassen van de verjaringstermijn. Ik ben altijd met een verjaringstermijn van vijftien jaar akkoord gegaan. Ik ga ook akkoord met het voorstel om te bekijken op welke manier het beroepsgeheim nader wordt uitgewerkt. Ook met de uitbreiding van het spreekrecht ga ik helemaal akkoord.
Het is juist – dit kan alleen maar worden herhaald – dat wij nu moeten bekijken op welke manier wij de samenwerking tussen Justitie en de hele hulpverleningssector verder kunnen begeleiden. Wij moeten nagaan op welke manier wij de voorliggende teksten, maar ook eventueel nieuwe teksten inzake het gedeelde beroepsgeheim en de samenwerking, kunnen begeleiden. Er zijn al stappen gezet. Er zijn al protocollen gesloten, indien ik het woord ‘protocol’ nog even mag gebruiken, mevrouw de voorzitter. De samenwerking zal echter moeten worden voortgezet.
Het is ook het slotwoord van Christine Kloeck in haar artikel in De Standaard van vandaag, met name dat wij moeten nagaan op welke manier wij ter zake nieuwe initiatieven nemen.
Dus ook op voornoemd vlak is een en ander erg belangrijk, net zoals andere aspecten inzake de strafbaarstelling van de kinderpornografie erg belangrijke, bijkomende stappen zijn.
Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik neem tot slot het engagement op mij om mee te werken. De tekst bevat immers een aantal zaken dat moet worden uitgevoerd en op het terrein moet worden neergezet. Er is naar de minister van Binnenlandse Zaken verwezen. Ook ik zou echter willen meewerken, omdat de discussie over audiovisuele opnames voortdurend terugkomt. In het raam van de Salduzwet is besproken dat wij alle infrastructuur, zowel van politie als van Justitie, moeten organiseren, teneinde veel meer van audiovisuele middelen gebruik te maken. Ik neem de organisatie daarvan ook voor mijn rekening.
Ook op seksuele agressie en op de wetgeving inzake DNA zullen wij heel operationeel moeten reageren.
Ik wil eindigen met de verklaring van de benadeelde persoon. Wat in de voorliggende tekst ter zake is opgenomen, is een belangrijk principe, dat theoretisch al bestond. Betrokkenen konden zich immers al op verschillende momenten melden. In de voorliggende tekst wordt een en ander echter veel preciezer en veel principiëler gesteld.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to join your congratulations to the members who submitted the bill, to the rapporteurs, to the Special Committee and to the Committee on Justice. The Chairman of the Committee is no longer present. However, there has been very hard work in the Justice Committee over the past year. The present text is also an excellent example of how important steps can be taken across party boundaries.
I consider the present text to be an important, complementary part of the whole of initiatives taken in the past on sexual delinquency and the care of the victim. However, the text contains new, additional steps.
I make a distinction between a set of measures of legislative nature, such as the adjustment of the limitation period. I have always agreed to a fifteen-year limit. I also agree with the proposal to examine how the professional secrecy is further developed. I also fully agree with the extension of the right of speech.
It is correct – this can only be repeated – that we must now consider how we can further guide the cooperation between the Justice Department and the entire aid sector. We must examine how we can accompany the existing texts, as well as possible new texts on shared professional secrecy and cooperation. Steps have already been taken. Protocols have already been concluded, if I can use the word ‘protocol’ for a moment, Mrs. Speaker. However, the cooperation will need to continue.
It is also the final word of Christine Kloeck in her article in The Standard of Today, in particular that we must examine how we take new initiatives in this area.
Therefore, on the above-mentioned level, some things are very important, just like other aspects regarding the criminalization of child pornography are very important, additional steps.
Finally, I am committed to working with you. After all, the text contains a number of things that need to be carried out and set up on the ground. The Minister of Internal Affairs was referred to. I would also like to participate, however, because the discussion about audiovisual recordings is constantly coming back. In the context of the Salduz Act, it was discussed that we must organize all the infrastructure, both of the police and of the Justice, in order to make much more use of audiovisual resources. I also take the organization for my account.
We will also have to respond very operatively to sexual aggression and to the legislation on DNA.
I would like to conclude with the statement of the injured person. What is included in the present text on this subject is an important principle, which theoretically already existed. Participants could already report at different times. In the above text, however, some things are made much more precise and much more principled.
#103
Official text
Het zal nu de kunst zijn om doorheen de hele procedure, zowel van de politie als van het gerecht, het slachtoffer te respecteren. We maken dikwijls mee dat bij het begin wel een inspanning geleverd wordt, maar dat bij een dossier dat soms jaren duurt, de aandacht voor het slachtoffer soms verzwakt. Met die principiële bevestiging van de verklaring van de benadeelde persoon worden, mijns inziens, de rol, de mogelijkheden, de verantwoordelijkheid, maar ook de rechten van het slachtoffer zeer expliciet hernomen. In de praktijk zullen wij daaraan gevolg moeten geven.
Conclusie, dit is goede bijkomende wetgeving. Het is een goede aansporing om op het terrein alle diensten verdere inspanningen te laten leveren. De regering zal daaraan alle steun verlenen, met dank voor het geleverde werk.
Translated text
It will now be the art to respect the victim throughout the entire procedure, both from the police and from the court. We often agree that an effort is made at the beginning, but that in a file that sometimes takes years, the attention to the victim sometimes weakens. This principled affirmation of the declaration of the injured person is, in my opinion, a very explicit reflection of the victim’s role, capabilities, responsibilities, as well as rights. In practice, we will have to follow this.
In conclusion, this is good supplementary legislation. It is a good incentive for all services to make further efforts on the ground. The government will give all its support, thanking for the work done.
#104
Official text
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la commission de la Justice s'est réunie le 13 juillet dernier pour discuter de la présente proposition de loi. M. Verstraeten, l'auteur principal de cette proposition de loi, a d'abord expliqué qu'elle vise à supprimer un regroupement partiel au niveau des infractions et des personnes visées à l'article 225, 3° du Code pénal social et à l'article 169 de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.
En effet, les lois santé 2006 et 2008 ont mis en place un système spécifique de règlement des litiges entre les dispensateurs de soins et le Service d'évaluation et de contrôle médicaux de l'INAMI mais ce système a été implicitement supprimé lors de l'introduction du Code pénal social, alors que ce n'était pas la volonté du législateur. Notre commission devait y remédier. Les commissaires ont d'ailleurs profité de l'examen des articles pour introduire deux amendements.
M. Van Hecke a estimé que c'était une bonne chose de réparer cette erreur. Il a déposé un amendement n° 2 afin que l'article 169 ne s'applique pas uniquement aux dispensateurs de soins mais également aux personnes assimilées, telles que définies à l'article 2 n) de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités. Cet amendement, après avoir reçu l'assentiment du représentant du ministre de la Justice, a été adopté à l'unanimité.
Pour ma part, j'ai également déposé un amendement n° 1, introduisant un nouvel article qui remplace l'actuel article 28, § 4 du Code pénal social car, tel que rédigé, cet article ne permet pas aux inspecteurs sociaux de saisir des données autres que sociales consignées dans l'arrêté royal. Il était donc impératif que notre commission intervienne pour rendre la liste de l'arrêté royal visée à l'article 28, § 4 du Code pénal social, non plus limitative mais bien indicative. Cette précision vise à faciliter le travail des inspecteurs sociaux afin que la lutte contre la fraude sociale ne soit pas entravée. Le représentant du ministre a également précisé qu'une liste limitative avait été impossible à rédiger. L'amendement n° 1 a, par conséquent, également été adopté à l'unanimité.
L'ensemble de la proposition, telle qu'amendée, a été adoptée à l'unanimité.
Translated text
Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker, Mr. Speaker. by Mr. Verstraeten, the main author of this bill, first explained that it aims to eliminate a partial grouping at the level of offences and persons referred to in Article 225, 3° of the Social Criminal Code and in Article 169 of the Law on Compulsory Health Care Insurance and Compensation, coordinated on 14 July 1994.
Indeed, the 2006 and 2008 health laws established a specific system for settling disputes between care providers and the INAMI Medical Assessment and Control Service, but this system was implicitly removed when the Social Criminal Code was introduced, while this was not the will of the legislator. Our committee had to remedy this. In addition, the Commissioners took advantage of the examination of the articles to introduce two amendments.
by Mr. Van Hecke felt it was a good thing to fix this mistake. He submitted an amendment No. 2 so that Article 169 applies not only to care providers but also to similar persons, as defined in Article 2 n) of the Law on Compulsory Health Care Insurance and Indemnities. This amendment, after receiving the consent of the representative of the Minister of Justice, was adopted unanimously.
For my part, I also filed an amendment No. 1, introducing a new article that replaces the current article 28, § 4 of the Social Criminal Code because, as drafted, this article does not allow social inspectors to enter data other than social recorded in the royal decree. It was therefore imperative that our commission intervene to make the list of the royal decree referred to in Article 28, § 4 of the Social Criminal Code, no longer limitative but rather indicative. This precision aims to facilitate the work of social inspectors so that the fight against social fraud is not hindered. The Minister’s representative also clarified that a limited list had been impossible to draw up. Amendment No. 1 was therefore also adopted unanimously.
The whole proposal, as amended, was adopted unanimously.
#105
Official text
Madame Özen, je vous félicite pour votre première intervention dans cette assemblée. (Applaudissements)
Translated text
Madame Özen, you congratulate for your first intervention in this assembly. (Applause of Applause)
#106
Official text
Mijnheer de voorzitter, ik dank de rapporteur voor haar uitstekend verslag. Ik zal haar in de loop van de dag nog eens mijn familienaam meedelen.
Ik dank ook de collega’s voor de snelle afwerking, waardoor wij de fout hebben kunnen rechtzetten die wij hadden gemaakt bij de goedkeuring van de wetgeving betreffende het Sociaal Strafwetboek.
Translated text
Mr. Speaker, I would like to thank the rapporteur for her excellent report. In the course of the day, I will tell her my family name again.
I also thank the colleagues for the quick completion, which allowed us to correct the mistake we had made in the adoption of the legislation on the Social Criminal Code.